6e JAARGANG. No. 1593 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering sn het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, f" 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratie bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. V De katholieken* en de oorlog. Ook de huidige wereldbrand doet weder uitkomen, hoe onverwoestbaar de organisa tie der Katholieke Kerk is. Alom vechten de Katholieken als goede vaderlanders, trouw aan het wettig gezag, in de gelederen mede, maar zulks schaadt geenszins aan de positie hunner Kerk. Terwijl de socialisten, bij wie in alle landen ook hier, al steken nu wat onte vredenen het roode hoofd weer op de natuur boven de leer ging, terwijl de socialisten daarmede tevens den staf braken over hun „beginselen", bleven de eenheid en het gezag der Katholieke Kerk ongerept. Sterker nog die eenheid en dat gezag komen schitterender uit dan ooit, zooals de feiten toonen. Juist nu zond Engeland een gezant naar het Vaticaan, terwijl de oorlogsverdeeldheid den Paus niet belette, uit naam van al Zijn geloovigen voor de menschwaardige behan deling der strijders te doen wat in Zijn vermogen was pogingen, welke niet zonder uitwerking zijn gebleven. Is voorts het optreden van Kardinaal Mercier niet insgelijks een bewijs voor den ongerepten invloed der Katholieke Kerk? Z.Em, wist van te voren wel, dat zijn man moedig schrijven den Duitschers onwelge vallig zou zijn, maar hij zond het toch rond, sterk in zijn overtuiging, dat hij de rechtvaardigheid als goed vaderlander diende. En de pastoors die het ontvingen aarzelden niet te doen wat zij vermochten, om aan het schrijven publiciteit te geven. Slechts voor overmacht weken zij. Men zietde Katholieke Kerk, al worden hier en daar haar bedehuizen verwoest, al staan haar kinderen in verschillende kam pen, zij wordt niet verlamd in haar actie maar blijkt hoog, onaantastbaar hoog te staan boven den wereidstrijd. Wat heeft de geschiedenis al vaak de waarheid van het „Tu es Petrus" aange toond. BUITENLAND. Van uit Brussel wordt pertinent tegen gesproken de gevangenneming en- bewa king van kardinaal Mercier naar aan leiding van diens herderlijken brief even als de gevangenneming van priesters ip verband met deze quaesiie. FEUILLETON. De Saksische Maagd. Verhaal uit de eerste dagen van het Duitsche rijk. De Brand. Ansgar ïifef juist met de woorden: Ga heen en vertrek! de jongelingen van den bodem op. Daar stormde Hilde door het kerkje, wierp zich voor den man Gods op de knieën, en riep uit„Vlucht. Ansgar, vlucht nog dezen nacht! Als de morgen aanbreekt, Ts het misschien te Iaat! Luister naar mijne woorden, vlug, volg mij! En wie van u zijn geloof meer bemint, dan vaderland en familie, kom mede! Ik ben Hilda, de dochter van Ethelrik, en mijne macht is groot, maar nog slechts voor dezen nacht. Geen mensch in de stad weet, wat zoo- even in mijn vaders huis over u besloten is. Ik zal u naar den oever der Schlei bren gen. Op mijn bevel zal geen schipper wei geren u op te nemen en u in een land te brengen, waar gij in veiligheid en vrede uw Heiland dienen en voor uw geloof le ven kunt. Ansgar, ik bezweer u bij den almachtigen God der Christenen, dien ook jk beleid, luister naar mijne woorden. Zonder talmen!" Terwijl zij sprak was de jonkvrouw we der opgestaan en stond, half tot de ge meente gewend, met ernstig gelaat en met opgeheven rechterhand naast het altaar. Hare verschijning en hare woorden maak ten een onbeschrijfelijken indruk op de hevig geschrokken gemeente. In '*t eerste oogenblik dachten de weinigen aan ver raad. Maar de schrik en de afgekeerdheid,. die de aanblik der-vroeger zoo vijandig gezinde jonkvrouw steeds gewekt had, .veranderde weldra in verrassing en blijd- De Duitschers in Frankrijk en België. Een Fransch communiqué van gisteren meldt: Hedenmiddag beschoten de Duitschers hevig een Belgisch bruggehoofd ten Zui den van Dixmuiden. De bondgenooten weerden een krachti- gen aanval af in de omgeving van Rijssel, waar zij eenige Duitsche stellingen ver nielden. De bondgenooten hebben met behulp van mijnen Duitsche werken ten Oosten van Reims tot stilstand gebracht. Zij namen een gedeelte van een Duitsche brug ten N.-W. van Flerey. De bondgenooten kwamen voorwaarts in de richting van Altkirch, waar zij een bosch bezetten 4 K.M. N.-W. van deze stad. De artillerie der bondgenooten bracht de Duitsche kanonnen tot zwijgen, die den geheelen dag het hospitaal te Thann be schoten. Officieel wordt gemeld van liet Duitsche hoofdkwartier, dd. 7 Januari: Op het Westelijk oorlogsterrein zetten de Engélschen en Franschen door hun beschieting de vernieling van de Belgi sche en Fransche plaatsen achter het front voort. Noordelijk van Atrecht hebben nog ver bitterde gevechten plaats om het bezit van de gisteren door de Duitschers bestorm de loopgraven. In het Westelijk gedeelte van het Argon- nenwoud drongen de Duitsche troepen verder voorwaarts. .Bij den aanval, die op 5 Januari in het Oostelijk deel van het Argonnerwoud in het Bois de Courtes Chaussées heeft plaats gehad, kwamen de Fransche troe pen tot in de Duitsche loopgraven. Zij werden echter over de geheele linie met zware verliezen weder uit hun stel lingen geworpen. De Duitsche verliezen zijn betrekkelijk gering. Ten W. van Sennheim (Cernay) beproef den de Franschen gisteravond zich weer in het bezit te stellen van de cóte 425. Hun aanvallen mislukten door het Duitsche vuur en de hoogte bleef in Duitsche han den. De Russen.' Officieel wordt gemeld van het Duitsche hoofdkwartier, d.d. 7 Januari: Op het Oos telijk oorlogsterrein had geen verandering plaats. De voortzetting van de operaties leed onder het ongunstige weer. Desondanks vorderden de Duitsche aan vallen langzaam. Over den strijd in West-Galicië verneemt de „Berl. Lokal Anz.": De verhoudingen, waaronder de verbon den troepen tegenover den vijand staan, zijn ondanks het slechte weder, gunstig. De aanvoering voldoet aan de hoogste eischen en geniet het volle vertrouwen van de troepen. Duitsche en Oostenrijksch- Hongaarsche troepen leven en werken zoo eendrachtig, alsof zij allen tot één le ger behoorden. De gevechtsformaties bij de infanterie zijn natuurlijk niet zoo groot en zoo compleet als bij het begin van den oorlog, maar zii voldoen toch aan de eischen van den strijd. Het zijn flinke, ge harde mobiele troepen, en hunne aanvoer ders hebben hen geheel in de hand; uit het groote reservoir der reservisten zoeken en vinden de commandanten der compagnie- en dadelijk bijzonder flinke onder-aanvoer ders, die al spoedig tot onderofficier kun nen worden bevorderd. Door de mogelijk heid om flinke soldaten direct te bevorde ren is het den compagniecommandant ten allen tijde mogelijk, goed kader in het front te behouden en aan intelligente en moedige mannen ontbreekt het niet. Het ware gewenscht, dat een ieder een fleschje met jodiumtinctuur bij zich had, om zijn wond directie kunnen desinfectee- ren: het gebruik van pijnstillende of ook verdoovende geneesmiddelen, vindt hij ons pas weinig toepassing. Indien hierin spoedig verbetering kon worden aange bracht, zal dit voor den troep een groote geruststelling vormen. De gezondheidstoe stand is goed. Onze militaire en burger lijke hulpartsen doen trouw hun plicht. De uitrusting van de te velde staande troepen met warme kleeren, mag niet on derbroken worden. Tegen de winterkoude heeft de troep met vilt gevoerde laarzen of iets dergelijks noodig, de moderne klei ne en lichte ransels, evenals de knapzak ken voldoen zeer goed. De sabel wordt vervangen door de spade en het pikhou weel; van groote waarde zouden ook zijn lange en breede mantels, waar men zich volkomen kan inwikkelen. De telefoon wordt te beginnen bij het bataljon achterwaarts in gebruik geno men. Verder naar voren is. ze maar zelden bruikbaar; ze wordt stukgeschoten, en kan bij echterwaartsehe bewegingen niet snel genoeg worden opgerold. Vlagsignalen zijn slechts te bezigen op golvend terrein, omdat ze anders de opmerkzaamheid van den vijand trekken. De gevangenneming van Kardinaal Mercier tegen gesproken. Eerst werd gemeld, dat Kardinaal Mer cier gevangen was genomen; dit bericht werd echter spoedig tegengesproken: Z.Em. werd in zijn paleis te Mechelen be waakt. En nu zou ook zelfs dit laatste be richt niet waar zijn. Een correspondentie-bureau het Wolff- bureau meldt uit Brussel Het in de buitenlandsche pers verspreide bericht, dat de aartsbisschop van Meche len, kardinaal Mercier, wegens den door hem uitgevaardigden herderlijken brief in zijn paleis wordt bewaakt of zelfs zou zijn gearresteerd, is totaal onwaar. Ook de verdere bewering dat Belgische priesters wegens de voorlezing en versprei ding van den herderlijken brief zouden zijn gearresteerd, is onjuist. Het is jammer, dat het Wolff-bureau eerst thans met de tegenspraak komt, nu de geruchten reeds zulke afmetingen heb ben genomen. Intusschen verklaart de „Maasbode", dat vluchtelingen uit Mechelen getuigden, dat men niets zeker wist, dan dat een wacht stond voor het paleis van den kardinaal. Dit zou een uitgangspunt kunnen zijn voor overspannen fantasie, maar wordt even eens weerlegd door het ditmaal wat erg sobere Wolff-comuniqué dat een bewaking van den kardinaal ook tegenspreekt. Verschillende Oorlogs berichten. Het bier in Engeland. De oorlogsbe lasting op bier in Engeland heeft een zoo sterke daling in het bierverbruik veroor zaakt, dat verscheidene brouwerijen wel licht met verlies zullen werken. Aan den anderen kant is het verbruik van sterken drank en cider toegenomen. Waarom Japan uitblijft. Omtrent de kwestie der uitzending van Japansche troepen naar Europa wordt aan het „Jour nal de Genève" van welingelichte zijde uit Parijs bericht, dat de moeilijkheden riet uitsluitend van kolonialen aard zijn, maar dat zich ook moeilijkheden van financiee- len aard voordoen. De zending van een leger van ongeveer 400,000 man uit Japan naar Europa zou 5 milliard kosten, welke bij den ongunstigen financieelen toestand van Japan natuurlijk de bondgenooten zouden moeten aanbieden. En.... dezen hebben thans zelf hun geld noodig! In de Basiliek van het H. Hart op Mont- martre. Op den Nieuwjaarsdag te vens den eersten Vrijdag der maand heeft in de basiliek van het H. Iïart te Parijs een treffende plechtigheid plaats gehad. Reeds de nachtwake werd door 1200 mannen bijgewoond. Om drie uur in den namiddag, bij he tplechtig Lof met toewij ding aan het H. Hart was de basiliek ge heel met geloovigen gevuld. Bij het einde der plechtigheid, sprak Z.Em. de kardinaal-aartsbisschop de aan wezigen toe. Daarna schreed de kardinaal, het Allerheiligste dragend, tot op het tor des voor de basiliek en zegende driemaal de stad, verdoken in den nevel van den stormachtigen dag. Théodore Botrel. Toen de bekende Bretonsche zanger, Théodore Botrel, ln het hospitaal Lamart.ine te Duinkerken zich gereed maakte om zijne liederen voor de gewonden ten beste te geven, viel een bom van een uDitschen vlieger, zoo ver haalt de „Temps" vlak bij het hospitaal neer en deed de ruiten jn stukken vliegen. Twee bimmen vielen daarna op het hos pitaal. Ik weet. wat het is. z-ei Botrel kalm. Er wordt geklopt om te beginnen; bij het derde kloppen begin ik. En toen de derde bom viel, begon hij ook werkelijk. Zijne koelbloedigheid had aan stonds de gewonden gerust gesteld. De koning van Beieren*. Dinsdag is de koning van Beieren zeventig jaar ge worden. Kroonprins Rupprecht schreef, uit naam van het Beiersche leger: „Ver van het vaderland vieren van het jaar de Beiersche troepen den verjaardag van hun opperkrijgsheer, vast in hun trouw en be zield van den onwrikbaren wil, de zege aan hun vaandel te hechten. Moge God Almachtig ons de »zege schenken en een roemrijken vrede voor het geluk van Beie ren en het geheele Duitsche vaderland!" Enz. Qpteekend: „in eerbied en toegene genheid Uw Koninklijke Majesteit onder- danigste en trouwst gehoorzame zoon Rupprecht, kroonprins van Beieren". De koning drukte in zijn antwoord zijn dank uit „voor den heldenmoed en de of- ferwillige toewijding, waarmede mijn landskinderen in den geweldigsten strijd, dien Duitschland ooit he.Aft moeten door staan, al hun kracht zegevierend ter be scherming en ter eere van het vaderland inspannen. Plun onwrikbaar vaste wil zal tot de overwinning leiden, die een eervolle vrede verzekert." Aan vele gevangenen, vooral bij het le ger, heeft de koning amnestie verleend. BINNENLAND. Nederland en de Oorlog. DeLeening. Van harte hopen wij, dat ons de schan de van een gedwongen leening be spaard blijft, liet zou van bitter weinig meeleven in de vaderlandsche zaak getui gen, indien thans niet met forsch en nobel gebaar aan onze Regeering gebracht werd hetgeen zij in deze moeilijke dagen noodig heeft. Veel geld is thans aan den omloop ont trokken. „Vertrouwbare rekenaars zoo lezen we in de „Rotterdammer" hebben be cijferd hoe op dit oogenblik in ons land niet minder dan 160 milliocn renteloos is opgepot. Bedroevend zou het wezen indien in roekelooze onvoorzichtigheid bij deze treu rige burgermannetjes-politiek werd vol hard. In oorlogvoerende landen, waar met veel grooter risico veel minder voordeelen wor den geboden, slaagden de lecningen schit terend. Zouden wij dan achterblijven en in den vreemde den indruk vestigen, dat wij het vertrouwen in de groeikracht en den cco- schap, toen men hare belijdenis vernomen had. Ansgar verzocht het meisje haar nader de oorzaak van haar komen en het nade rend gevaar te melden. Hilda liet de deu ren der kerk sluiten, de brandende kaar sen op één na uitdooven en verhaalde nu den priester en de geloovigen, hoe zij in 't geheim geluisterd had naar zijne preeken en zijne zoo zaligende woorden, en dat het reeds lang de wensch van haar hart ge weest was haar geloof in Christus open lijk te belijden. Zij verhaaHe toen echter ook, wat zij in dezen nacht in het huis haars vaders gehoord had, en bezwoer aan 't einde van haar rede den priester nog eens, snel en voor 't aanbreken van den dag te vluchten. Met innige vreugde en verwondering te vens, hoorde de kleine gemenle de bekee ring der tot nu toe zoo gevreesde jonk vrouw. Nog grooter was haar smart en teleurstelling over de trouweloosheid van den afvalligen koning en over het verderf, dat haar dreigde. Allen bestormden den geliefden priester zich door een snelle en onmiddellijke vlucht te redden. Hij be sloot er ten slotte toe, daar zijn dood het Evangelie toch niet ten voordeel zou kun nen zijn, en verklaarde, dat hij met de beide jongelingen, die hij juist gewijd had, naar Zweden wilde gaan, om ook daar het woord des Kruises te prediken. Maar hij zou eerst na eenige dagen en als hij alles beredderd had, zijne reis daarheen aanvaarden. Van deze verklaring liet zich de man Gods door geen smeeken afbren gen. Hij lachte kalm en ongeloovig, teen Hilda hem zeide, dat hij geen uur meer van zijn leven zeker was. Toen haar smee ken niets vermocht, verzocht zij den pries ter om zijnen zegen en om de opneming in de Christengemeente. Haar heldenziel dreef haar aan, juist in dezen tijd van nood zich aan te sluiten bij het bedreigde hoopje Christenen. Ook geloofde Zij door haar openlijke belijdenis en haren doop, haar ouden vader, dien zij innig liefhad, tot zachtheid tegen de Christenen te bewe gen. Ansgar en de geheele Christengemeen te verklaarden zich aanstonds bereid haar wensch te vervullen. Hilda werd door eenige vrouwen in een klein vertrek, dat onder het altaar lag gebracht en in het witte gewaad der doopelingen gehuld, waarna zij weder in de kerk kwam. Zij boog voor den priester, om met stillen eer bied en met bevend hart den heiligen doop te ontvangen. Plotseling weerklonk een luid geklop aan de gesloten deur en een woest, ruw ge schreeuw deed zich hooren. De Christenen vluchtten beangst naar het altaar en om ringden hun geliefden herder. Het ge schreeuw en rumoer bulten werd steeds luider en woester. Men verlangde toegang in-naam van Ethelrik, den hoofdman der Saksers. Men dreigde de deur open te bre ken en het geheele Christengespuis zoo schreeuwde men geheel uit te roeien. De deur werd echter door sterk, ijzeren beslag en stevige grendels tegen inbraak beschermd, ofschoon het geheele gebouw slechts uit hout gebouwd was. Wel was op den duur geen tegenstand mogelijk; de kleine schaar kon er Tnet aan denken, de groote woeste menigte te verdrijven of af te slaan. De vrouwen begonnen te klagen en te weenen, toen haar het naderend ge vaar steeds duidelijker werd. Zelfs de man nen verbleekten en lieten den moed zin ken. Alleen Ansgar, de trouwe belijder, bleef kalm en herinnerde de aanwezigen aan de belofte goed en bloed, lichaam en ziel voor hunnen Heiland veil te hebben. Plotseling verstomde het woeste ge schreeuw voor het kerkje en de heidenen schenen zich langzamerhand te verwijde ren. Nog eenmaal bezwoer Hilda den pries ter zoo snel mogelijk te vluchten en ten minste zijn leven te redden. Allen sloten zich bij haar smeeken aan. Ansgar kon niet langer weerstaan en verklaarde na langen, hevigen strijd, dat hij nog dezen nacht de stad zou verlaten. Hij richtte hartelijke en roerende woor den van afscheid tot de Christenen en ver maande hen, ook in vervolging en lijden hunnen verlosser trouw te blijven tot het einde. Daarna .wendde hij zich tot den doopvont en voltrok de plechtigheid van het heilig doopsel aan de Saksische jonk vrouw. Daar kraakte het plotseling achter het altaar, zoodat alle wanden van het kleine godshuis beefden. Luide riepen de Chris tenen Gods naam; de geheele houten wand achter het altaar stortte in en de roode gloed van een knetterend vuur drong in de kerk. Tegen een balk van den achter sten wand, die nog was blijven staan, stond een hooge ladder. Men zag de wilde gestalten der heidenen, die met helsche vreugde en grimmigen haat op de Chiis- tenschaar nederzagen. De schrik der kleine, rondom ingesloten schaar was onbeschrijfe-r» k. De wilde vlam men lekten knetterend aan het dorre hout der wanden. De deur was van buiten ver sperd en kon in weerwil der vertwijfelde pogingen der ingeslotenen niet geopend worden. Na weinige oogenblikken stond het gansche kerkje in lichte laaie en stort ten ten slotte donderend boven de sterven de Christenen in. De eenige balk achter het altaar was nog blijven staan, en de ladder stond er nog tegen aan. Nog stond een man op een der hoogste treden, het strakke gelaat naar één punt van den vuurpoel gericht. Het was Ethelrik. De oude hoofdman had zelf het plan opgewor pen en de woeste menigte geraden het kerkje in brand te steken. Hij had het eerst en met eigen hand den fakkel in het stroo geworpen, dat men heimelijk om het kerkje had gelegd. Hij zelf had de ladder bestegen, om van daar de kwelling en den dood der gehate Christenen te kun nen zien. Toen échter de muur instortte, toen hij aan den doopvont zijn geliefde dochter zag, had vertwijfeling^en ontzet ting zich van hem meester gemaakte Maar t was te laat, aan redding en Eulp was niet meer te denken. De nedervallende balken hadden snel het doopkleed der held haftige Hilda aangetast en daarop werd alles in dichten rook gehuld. Ethelrik staarde nog altijd naar de plaats, waar hij voor 't laatst zijn gelief de dochter, den trots en den steun zijns ouderdoms, had gezien. Toen men den ouden man eindelijk met geweld van de ladder haalde volgde hij willeloos, als een blinde. En hij was werkelijk blind gewor den; 11ij had zijn gezicht verloren; zijno kracht was gebroken. De krachtige grijs aard. de slanke, mannelijke hoofdman wankelde gebogen en met knikkende knieën achter hen. Of een engel Gods den apostel van 't Noorden uit dien nacht der verschrikking en de vlammen eered had? Wie zal zeggen, hoe het was toegegaan? Maar Ansgar, de „Apostel van 't Noorden", was als door een wonder gered. Hij ging naar Zweden, waar hij het zaad des Evangelies uit strooide. Van daar weder teruggekeerd naar Sleeswijk, stichtte hij den aartsbis- sclioppelijken stoel te Hamburg en besteeg dien. Doch ook hier vertoefde hij niet lang; zeeroovers plunderden en verbrandden de stad, waarop de onvermoeide man Gods het nieuw gestichte klooster Ra» melsloh tot middelpunt maakte van zijne werkzaamheden, totdat hij na den dood van den bisschop van Bremen als aarts bisschop van Bremen-Hamburg diens op volger werd. De buitengewoon beminnens waardige, in al zijn doen en laten wijze en bescheiden bode Gods kreeg spoedig invloed bij Haralds broeder, koning Erik, die, naar een oude kroniek vermeldt,, hera dikwijls zijn meening vroeg en hem zei fa toeliet bij de gëïïeimste landsvergaderin gen. Ansgar bouwde nu op dezelfde plaats, nadat onder veel moeite en gevaar het uitgestrooide zaad Gods welig was opge- kiemd, waar eens het houten Godshuis ge staan had, doch dat door de vlammen was verteerd, de steenen kerk van Haddeby. Hij ondernam nog een missiereis naar Zweden en ontvinc voor 't leed hier op aarde de vreugdo des Hemels den derden Februari 865.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1915 | | pagina 1