6e JAARGANG.
No. 1593
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
sn het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, f" 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratie
bewijsnummer. BIJ contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
V De katholieken* en de
oorlog.
Ook de huidige wereldbrand doet weder
uitkomen, hoe onverwoestbaar de organisa
tie der Katholieke Kerk is.
Alom vechten de Katholieken als goede
vaderlanders, trouw aan het wettig gezag,
in de gelederen mede, maar zulks schaadt
geenszins aan de positie hunner Kerk.
Terwijl de socialisten, bij wie in alle
landen ook hier, al steken nu wat onte
vredenen het roode hoofd weer op de
natuur boven de leer ging, terwijl de
socialisten daarmede tevens den staf
braken over hun „beginselen", bleven de
eenheid en het gezag der Katholieke Kerk
ongerept.
Sterker nog die eenheid en dat gezag
komen schitterender uit dan ooit, zooals
de feiten toonen.
Juist nu zond Engeland een gezant naar
het Vaticaan, terwijl de oorlogsverdeeldheid
den Paus niet belette, uit naam van al Zijn
geloovigen voor de menschwaardige behan
deling der strijders te doen wat in Zijn
vermogen was pogingen, welke niet
zonder uitwerking zijn gebleven.
Is voorts het optreden van Kardinaal
Mercier niet insgelijks een bewijs voor den
ongerepten invloed der Katholieke Kerk?
Z.Em, wist van te voren wel, dat zijn man
moedig schrijven den Duitschers onwelge
vallig zou zijn, maar hij zond het toch
rond, sterk in zijn overtuiging, dat hij de
rechtvaardigheid als goed vaderlander
diende. En de pastoors die het ontvingen
aarzelden niet te doen wat zij vermochten,
om aan het schrijven publiciteit te geven.
Slechts voor overmacht weken zij.
Men zietde Katholieke Kerk, al worden
hier en daar haar bedehuizen verwoest, al
staan haar kinderen in verschillende kam
pen, zij wordt niet verlamd in haar actie
maar blijkt hoog, onaantastbaar hoog te
staan boven den wereidstrijd.
Wat heeft de geschiedenis al vaak de
waarheid van het „Tu es Petrus" aange
toond.
BUITENLAND.
Van uit Brussel wordt pertinent tegen
gesproken de gevangenneming en- bewa
king van kardinaal Mercier naar aan
leiding van diens herderlijken brief even
als de gevangenneming van priesters ip
verband met deze quaesiie.
FEUILLETON.
De Saksische Maagd.
Verhaal uit de eerste dagen van
het Duitsche rijk.
De Brand.
Ansgar ïifef juist met de woorden: Ga
heen en vertrek! de jongelingen van den
bodem op. Daar stormde Hilde door het
kerkje, wierp zich voor den man Gods op
de knieën, en riep uit„Vlucht. Ansgar,
vlucht nog dezen nacht! Als de morgen
aanbreekt, Ts het misschien te Iaat! Luister
naar mijne woorden, vlug, volg mij! En
wie van u zijn geloof meer bemint, dan
vaderland en familie, kom mede! Ik ben
Hilda, de dochter van Ethelrik, en mijne
macht is groot, maar nog slechts voor
dezen nacht.
Geen mensch in de stad weet, wat zoo-
even in mijn vaders huis over u besloten is.
Ik zal u naar den oever der Schlei bren
gen. Op mijn bevel zal geen schipper wei
geren u op te nemen en u in een land te
brengen, waar gij in veiligheid en vrede
uw Heiland dienen en voor uw geloof le
ven kunt. Ansgar, ik bezweer u bij den
almachtigen God der Christenen, dien ook
jk beleid, luister naar mijne woorden.
Zonder talmen!"
Terwijl zij sprak was de jonkvrouw we
der opgestaan en stond, half tot de ge
meente gewend, met ernstig gelaat en met
opgeheven rechterhand naast het altaar.
Hare verschijning en hare woorden maak
ten een onbeschrijfelijken indruk op de
hevig geschrokken gemeente. In '*t eerste
oogenblik dachten de weinigen aan ver
raad. Maar de schrik en de afgekeerdheid,.
die de aanblik der-vroeger zoo vijandig
gezinde jonkvrouw steeds gewekt had,
.veranderde weldra in verrassing en blijd-
De Duitschers in Frankrijk
en België.
Een Fransch communiqué van gisteren
meldt:
Hedenmiddag beschoten de Duitschers
hevig een Belgisch bruggehoofd ten Zui
den van Dixmuiden.
De bondgenooten weerden een krachti-
gen aanval af in de omgeving van Rijssel,
waar zij eenige Duitsche stellingen ver
nielden.
De bondgenooten hebben met behulp van
mijnen Duitsche werken ten Oosten van
Reims tot stilstand gebracht. Zij namen
een gedeelte van een Duitsche brug ten
N.-W. van Flerey.
De bondgenooten kwamen voorwaarts
in de richting van Altkirch, waar zij een
bosch bezetten 4 K.M. N.-W. van deze
stad.
De artillerie der bondgenooten bracht
de Duitsche kanonnen tot zwijgen, die den
geheelen dag het hospitaal te Thann be
schoten.
Officieel wordt gemeld van liet Duitsche
hoofdkwartier, dd. 7 Januari:
Op het Westelijk oorlogsterrein zetten
de Engélschen en Franschen door hun
beschieting de vernieling van de Belgi
sche en Fransche plaatsen achter het front
voort.
Noordelijk van Atrecht hebben nog ver
bitterde gevechten plaats om het bezit van
de gisteren door de Duitschers bestorm
de loopgraven.
In het Westelijk gedeelte van het Argon-
nenwoud drongen de Duitsche troepen
verder voorwaarts.
.Bij den aanval, die op 5 Januari in het
Oostelijk deel van het Argonnerwoud in
het Bois de Courtes Chaussées heeft
plaats gehad, kwamen de Fransche troe
pen tot in de Duitsche loopgraven.
Zij werden echter over de geheele linie
met zware verliezen weder uit hun stel
lingen geworpen.
De Duitsche verliezen zijn betrekkelijk
gering.
Ten W. van Sennheim (Cernay) beproef
den de Franschen gisteravond zich weer
in het bezit te stellen van de cóte 425. Hun
aanvallen mislukten door het Duitsche
vuur en de hoogte bleef in Duitsche han
den.
De Russen.'
Officieel wordt gemeld van het Duitsche
hoofdkwartier, d.d. 7 Januari: Op het Oos
telijk oorlogsterrein had geen verandering
plaats. De voortzetting van de operaties
leed onder het ongunstige weer.
Desondanks vorderden de Duitsche aan
vallen langzaam.
Over den strijd in West-Galicië verneemt
de „Berl. Lokal Anz.":
De verhoudingen, waaronder de verbon
den troepen tegenover den vijand staan,
zijn ondanks het slechte weder, gunstig.
De aanvoering voldoet aan de hoogste
eischen en geniet het volle vertrouwen
van de troepen. Duitsche en Oostenrijksch-
Hongaarsche troepen leven en werken
zoo eendrachtig, alsof zij allen tot één le
ger behoorden. De gevechtsformaties bij de
infanterie zijn natuurlijk niet zoo groot
en zoo compleet als bij het begin van den
oorlog, maar zii voldoen toch aan de
eischen van den strijd. Het zijn flinke, ge
harde mobiele troepen, en hunne aanvoer
ders hebben hen geheel in de hand; uit het
groote reservoir der reservisten zoeken en
vinden de commandanten der compagnie-
en dadelijk bijzonder flinke onder-aanvoer
ders, die al spoedig tot onderofficier kun
nen worden bevorderd. Door de mogelijk
heid om flinke soldaten direct te bevorde
ren is het den compagniecommandant ten
allen tijde mogelijk, goed kader in het
front te behouden en aan intelligente en
moedige mannen ontbreekt het niet.
Het ware gewenscht, dat een ieder een
fleschje met jodiumtinctuur bij zich had,
om zijn wond directie kunnen desinfectee-
ren: het gebruik van pijnstillende of ook
verdoovende geneesmiddelen, vindt hij
ons pas weinig toepassing. Indien hierin
spoedig verbetering kon worden aange
bracht, zal dit voor den troep een groote
geruststelling vormen. De gezondheidstoe
stand is goed. Onze militaire en burger
lijke hulpartsen doen trouw hun plicht.
De uitrusting van de te velde staande
troepen met warme kleeren, mag niet on
derbroken worden. Tegen de winterkoude
heeft de troep met vilt gevoerde laarzen
of iets dergelijks noodig, de moderne klei
ne en lichte ransels, evenals de knapzak
ken voldoen zeer goed. De sabel wordt
vervangen door de spade en het pikhou
weel; van groote waarde zouden ook zijn
lange en breede mantels, waar men zich
volkomen kan inwikkelen.
De telefoon wordt te beginnen bij het
bataljon achterwaarts in gebruik geno
men. Verder naar voren is. ze maar zelden
bruikbaar; ze wordt stukgeschoten, en kan
bij echterwaartsehe bewegingen niet snel
genoeg worden opgerold. Vlagsignalen
zijn slechts te bezigen op golvend terrein,
omdat ze anders de opmerkzaamheid van
den vijand trekken.
De gevangenneming van
Kardinaal Mercier tegen
gesproken.
Eerst werd gemeld, dat Kardinaal Mer
cier gevangen was genomen; dit bericht
werd echter spoedig tegengesproken:
Z.Em. werd in zijn paleis te Mechelen be
waakt. En nu zou ook zelfs dit laatste be
richt niet waar zijn.
Een correspondentie-bureau het Wolff-
bureau meldt uit Brussel
Het in de buitenlandsche pers verspreide
bericht, dat de aartsbisschop van Meche
len, kardinaal Mercier, wegens den door
hem uitgevaardigden herderlijken brief in
zijn paleis wordt bewaakt of zelfs zou zijn
gearresteerd, is totaal onwaar.
Ook de verdere bewering dat Belgische
priesters wegens de voorlezing en versprei
ding van den herderlijken brief zouden zijn
gearresteerd, is onjuist.
Het is jammer, dat het Wolff-bureau
eerst thans met de tegenspraak komt, nu
de geruchten reeds zulke afmetingen heb
ben genomen.
Intusschen verklaart de „Maasbode", dat
vluchtelingen uit Mechelen getuigden, dat
men niets zeker wist, dan dat een wacht
stond voor het paleis van den kardinaal.
Dit zou een uitgangspunt kunnen zijn voor
overspannen fantasie, maar wordt even
eens weerlegd door het ditmaal wat erg
sobere Wolff-comuniqué dat een bewaking
van den kardinaal ook tegenspreekt.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Het bier in Engeland. De oorlogsbe
lasting op bier in Engeland heeft een zoo
sterke daling in het bierverbruik veroor
zaakt, dat verscheidene brouwerijen wel
licht met verlies zullen werken.
Aan den anderen kant is het verbruik
van sterken drank en cider toegenomen.
Waarom Japan uitblijft. Omtrent de
kwestie der uitzending van Japansche
troepen naar Europa wordt aan het „Jour
nal de Genève" van welingelichte zijde uit
Parijs bericht, dat de moeilijkheden riet
uitsluitend van kolonialen aard zijn, maar
dat zich ook moeilijkheden van financiee-
len aard voordoen. De zending van een
leger van ongeveer 400,000 man uit Japan
naar Europa zou 5 milliard kosten, welke
bij den ongunstigen financieelen toestand
van Japan natuurlijk de bondgenooten
zouden moeten aanbieden. En.... dezen
hebben thans zelf hun geld noodig!
In de Basiliek van het H. Hart op Mont-
martre. Op den Nieuwjaarsdag te
vens den eersten Vrijdag der maand
heeft in de basiliek van het H. Iïart te
Parijs een treffende plechtigheid plaats
gehad.
Reeds de nachtwake werd door 1200
mannen bijgewoond. Om drie uur in den
namiddag, bij he tplechtig Lof met toewij
ding aan het H. Hart was de basiliek ge
heel met geloovigen gevuld.
Bij het einde der plechtigheid, sprak
Z.Em. de kardinaal-aartsbisschop de aan
wezigen toe. Daarna schreed de kardinaal,
het Allerheiligste dragend, tot op het tor
des voor de basiliek en zegende driemaal
de stad, verdoken in den nevel van den
stormachtigen dag.
Théodore Botrel. Toen de bekende
Bretonsche zanger, Théodore Botrel, ln
het hospitaal Lamart.ine te Duinkerken
zich gereed maakte om zijne liederen voor
de gewonden ten beste te geven, viel een
bom van een uDitschen vlieger, zoo ver
haalt de „Temps" vlak bij het hospitaal
neer en deed de ruiten jn stukken vliegen.
Twee bimmen vielen daarna op het hos
pitaal.
Ik weet. wat het is. z-ei Botrel kalm.
Er wordt geklopt om te beginnen; bij het
derde kloppen begin ik.
En toen de derde bom viel, begon hij ook
werkelijk. Zijne koelbloedigheid had aan
stonds de gewonden gerust gesteld.
De koning van Beieren*. Dinsdag is
de koning van Beieren zeventig jaar ge
worden. Kroonprins Rupprecht schreef,
uit naam van het Beiersche leger: „Ver
van het vaderland vieren van het jaar de
Beiersche troepen den verjaardag van hun
opperkrijgsheer, vast in hun trouw en be
zield van den onwrikbaren wil, de zege
aan hun vaandel te hechten. Moge God
Almachtig ons de »zege schenken en een
roemrijken vrede voor het geluk van Beie
ren en het geheele Duitsche vaderland!"
Enz. Qpteekend: „in eerbied en toegene
genheid Uw Koninklijke Majesteit onder-
danigste en trouwst gehoorzame zoon
Rupprecht, kroonprins van Beieren".
De koning drukte in zijn antwoord zijn
dank uit „voor den heldenmoed en de of-
ferwillige toewijding, waarmede mijn
landskinderen in den geweldigsten strijd,
dien Duitschland ooit he.Aft moeten door
staan, al hun kracht zegevierend ter be
scherming en ter eere van het vaderland
inspannen. Plun onwrikbaar vaste wil zal
tot de overwinning leiden, die een eervolle
vrede verzekert."
Aan vele gevangenen, vooral bij het le
ger, heeft de koning amnestie verleend.
BINNENLAND.
Nederland en de Oorlog.
DeLeening.
Van harte hopen wij, dat ons de schan
de van een gedwongen leening be
spaard blijft, liet zou van bitter weinig
meeleven in de vaderlandsche zaak getui
gen, indien thans niet met forsch en nobel
gebaar aan onze Regeering gebracht werd
hetgeen zij in deze moeilijke dagen noodig
heeft.
Veel geld is thans aan den omloop ont
trokken.
„Vertrouwbare rekenaars zoo lezen
we in de „Rotterdammer" hebben be
cijferd hoe op dit oogenblik in ons land
niet minder dan 160 milliocn renteloos is
opgepot.
Bedroevend zou het wezen indien in
roekelooze onvoorzichtigheid bij deze treu
rige burgermannetjes-politiek werd vol
hard.
In oorlogvoerende landen, waar met veel
grooter risico veel minder voordeelen wor
den geboden, slaagden de lecningen schit
terend.
Zouden wij dan achterblijven en in den
vreemde den indruk vestigen, dat wij het
vertrouwen in de groeikracht en den cco-
schap, toen men hare belijdenis vernomen
had.
Ansgar verzocht het meisje haar nader
de oorzaak van haar komen en het nade
rend gevaar te melden. Hilda liet de deu
ren der kerk sluiten, de brandende kaar
sen op één na uitdooven en verhaalde nu
den priester en de geloovigen, hoe zij in 't
geheim geluisterd had naar zijne preeken
en zijne zoo zaligende woorden, en dat het
reeds lang de wensch van haar hart ge
weest was haar geloof in Christus open
lijk te belijden. Zij verhaaHe toen echter
ook, wat zij in dezen nacht in het huis
haars vaders gehoord had, en bezwoer aan
't einde van haar rede den priester nog
eens, snel en voor 't aanbreken van den
dag te vluchten.
Met innige vreugde en verwondering te
vens, hoorde de kleine gemenle de bekee
ring der tot nu toe zoo gevreesde jonk
vrouw. Nog grooter was haar smart en
teleurstelling over de trouweloosheid van
den afvalligen koning en over het verderf,
dat haar dreigde. Allen bestormden den
geliefden priester zich door een snelle en
onmiddellijke vlucht te redden. Hij be
sloot er ten slotte toe, daar zijn dood het
Evangelie toch niet ten voordeel zou kun
nen zijn, en verklaarde, dat hij met de
beide jongelingen, die hij juist gewijd had,
naar Zweden wilde gaan, om ook daar
het woord des Kruises te prediken. Maar
hij zou eerst na eenige dagen en als hij
alles beredderd had, zijne reis daarheen
aanvaarden. Van deze verklaring liet zich
de man Gods door geen smeeken afbren
gen. Hij lachte kalm en ongeloovig, teen
Hilda hem zeide, dat hij geen uur meer
van zijn leven zeker was. Toen haar smee
ken niets vermocht, verzocht zij den pries
ter om zijnen zegen en om de opneming
in de Christengemeente. Haar heldenziel
dreef haar aan, juist in dezen tijd van
nood zich aan te sluiten bij het bedreigde
hoopje Christenen. Ook geloofde Zij door
haar openlijke belijdenis en haren doop,
haar ouden vader, dien zij innig liefhad,
tot zachtheid tegen de Christenen te bewe
gen. Ansgar en de geheele Christengemeen
te verklaarden zich aanstonds bereid haar
wensch te vervullen. Hilda werd door
eenige vrouwen in een klein vertrek, dat
onder het altaar lag gebracht en in het
witte gewaad der doopelingen gehuld,
waarna zij weder in de kerk kwam. Zij
boog voor den priester, om met stillen eer
bied en met bevend hart den heiligen doop
te ontvangen.
Plotseling weerklonk een luid geklop aan
de gesloten deur en een woest, ruw ge
schreeuw deed zich hooren. De Christenen
vluchtten beangst naar het altaar en om
ringden hun geliefden herder. Het ge
schreeuw en rumoer bulten werd steeds
luider en woester. Men verlangde toegang
in-naam van Ethelrik, den hoofdman der
Saksers. Men dreigde de deur open te bre
ken en het geheele Christengespuis zoo
schreeuwde men geheel uit te roeien.
De deur werd echter door sterk, ijzeren
beslag en stevige grendels tegen inbraak
beschermd, ofschoon het geheele gebouw
slechts uit hout gebouwd was. Wel was op
den duur geen tegenstand mogelijk; de
kleine schaar kon er Tnet aan denken, de
groote woeste menigte te verdrijven of af
te slaan. De vrouwen begonnen te klagen
en te weenen, toen haar het naderend ge
vaar steeds duidelijker werd. Zelfs de man
nen verbleekten en lieten den moed zin
ken. Alleen Ansgar, de trouwe belijder,
bleef kalm en herinnerde de aanwezigen
aan de belofte goed en bloed, lichaam en
ziel voor hunnen Heiland veil te hebben.
Plotseling verstomde het woeste ge
schreeuw voor het kerkje en de heidenen
schenen zich langzamerhand te verwijde
ren. Nog eenmaal bezwoer Hilda den pries
ter zoo snel mogelijk te vluchten en ten
minste zijn leven te redden. Allen sloten
zich bij haar smeeken aan. Ansgar kon
niet langer weerstaan en verklaarde na
langen, hevigen strijd, dat hij nog dezen
nacht de stad zou verlaten.
Hij richtte hartelijke en roerende woor
den van afscheid tot de Christenen en ver
maande hen, ook in vervolging en lijden
hunnen verlosser trouw te blijven tot het
einde. Daarna .wendde hij zich tot den
doopvont en voltrok de plechtigheid van
het heilig doopsel aan de Saksische jonk
vrouw.
Daar kraakte het plotseling achter het
altaar, zoodat alle wanden van het kleine
godshuis beefden. Luide riepen de Chris
tenen Gods naam; de geheele houten wand
achter het altaar stortte in en de roode
gloed van een knetterend vuur drong in
de kerk. Tegen een balk van den achter
sten wand, die nog was blijven staan,
stond een hooge ladder. Men zag de wilde
gestalten der heidenen, die met helsche
vreugde en grimmigen haat op de Chiis-
tenschaar nederzagen.
De schrik der kleine, rondom ingesloten
schaar was onbeschrijfe-r» k. De wilde vlam
men lekten knetterend aan het dorre hout
der wanden. De deur was van buiten ver
sperd en kon in weerwil der vertwijfelde
pogingen der ingeslotenen niet geopend
worden. Na weinige oogenblikken stond
het gansche kerkje in lichte laaie en stort
ten ten slotte donderend boven de sterven
de Christenen in. De eenige balk achter
het altaar was nog blijven staan, en de
ladder stond er nog tegen aan. Nog stond
een man op een der hoogste treden, het
strakke gelaat naar één punt van den
vuurpoel gericht. Het was Ethelrik. De
oude hoofdman had zelf het plan opgewor
pen en de woeste menigte geraden het
kerkje in brand te steken. Hij had het
eerst en met eigen hand den fakkel in het
stroo geworpen, dat men heimelijk om
het kerkje had gelegd. Hij zelf had de
ladder bestegen, om van daar de kwelling
en den dood der gehate Christenen te kun
nen zien. Toen échter de muur instortte,
toen hij aan den doopvont zijn geliefde
dochter zag, had vertwijfeling^en ontzet
ting zich van hem meester gemaakte Maar
t was te laat, aan redding en Eulp was
niet meer te denken. De nedervallende
balken hadden snel het doopkleed der held
haftige Hilda aangetast en daarop werd
alles in dichten rook gehuld.
Ethelrik staarde nog altijd naar de
plaats, waar hij voor 't laatst zijn gelief
de dochter, den trots en den steun zijns
ouderdoms, had gezien. Toen men den
ouden man eindelijk met geweld van de
ladder haalde volgde hij willeloos, als een
blinde. En hij was werkelijk blind gewor
den; 11ij had zijn gezicht verloren; zijno
kracht was gebroken. De krachtige grijs
aard. de slanke, mannelijke hoofdman
wankelde gebogen en met knikkende
knieën achter hen.
Of een engel Gods den apostel van 't
Noorden uit dien nacht der verschrikking
en de vlammen eered had? Wie zal zeggen,
hoe het was toegegaan? Maar Ansgar, de
„Apostel van 't Noorden", was als door
een wonder gered. Hij ging naar Zweden,
waar hij het zaad des Evangelies uit
strooide. Van daar weder teruggekeerd
naar Sleeswijk, stichtte hij den aartsbis-
sclioppelijken stoel te Hamburg en besteeg
dien. Doch ook hier vertoefde hij niet lang;
zeeroovers plunderden en verbrandden
de stad, waarop de onvermoeide man
Gods het nieuw gestichte klooster Ra»
melsloh tot middelpunt maakte van zijne
werkzaamheden, totdat hij na den dood
van den bisschop van Bremen als aarts
bisschop van Bremen-Hamburg diens op
volger werd. De buitengewoon beminnens
waardige, in al zijn doen en laten wijze
en bescheiden bode Gods kreeg spoedig
invloed bij Haralds broeder, koning Erik,
die, naar een oude kroniek vermeldt,, hera
dikwijls zijn meening vroeg en hem zei fa
toeliet bij de gëïïeimste landsvergaderin
gen. Ansgar bouwde nu op dezelfde plaats,
nadat onder veel moeite en gevaar het
uitgestrooide zaad Gods welig was opge-
kiemd, waar eens het houten Godshuis ge
staan had, doch dat door de vlammen was
verteerd, de steenen kerk van Haddeby.
Hij ondernam nog een missiereis naar
Zweden en ontvinc voor 't leed hier op
aarde de vreugdo des Hemels den derden
Februari 865.