Derde Blad.
6e JAARGANG. No. 1588
3)e ÊeidódieSoti/tcm^
Donderdag 31 December 1914
Servië en zijne
Vorsten.
Nooit zal een land met bloediger letters
in de jaarboeken der geschiedenis geschre
ven staan als Servië in het jaar 1914. Een
zwaren strijd had het gevoerd tegen de
Turksche overheersching, maar nog zwaar
der en ongelukkiger voor het dappere in
telligente en patriotistische volk was de
voortdurende strijd tusschen twee dynas
tieën, die geëindigd schijnt met het vree-
selijke drama van den llden Juni 1903.
Servië kon nu langzamerhand weer be
ginnen te donken aan zijn buitenlandsche
politiek. Na den Balkanoorlog had het
weer een groot deel der vaderlandsche
grond aan de Halve Maan ontworsteld,
doch ondertusschen was er voor het vrij
heidlievende volk een andere vijand opge
staan, de Germaansche invloed ün den
Balkan, verpersoonlijkt in de monarcie.
En hiertegen ging nu de strijd, niet met
open vizier, maar door geheime genoot
schappen en sluipmoordenaars, die zelfs
de vorsten niet mochten sparen. Zoo was
Servië door den beruchten aanslag te
Serajewo een aanleiding tot den grooten
Europeeschen oorlog, waarvan het einde
misschien haar ondergang is. Daarom zul
len in dezen critieken tijd velen zich inte
resseeren voor een nadere kennismaking
met Servië en zijne vorsten.
In het begin der vorige eeuw bevestigde
en vergrootte Milosh, de stichter der dy
nastie Qbrenovitch, het onafhankelijke
grondgebied, wat hij voornamelijk bevrijd
had uit de handen der ongeloovigen. Maar
ongelukkig bevlekte hij zijnen naam door
oogluikend den moord toe te laten op den
dapperen hoofdman Kara George of Zwarte
George. Deze beroemde held had het eerst
de standaard geplant der Christen-vrij
heid,«die naderhand met meer volharding
door Milosh zelf was hooggehouden en de
jalousie die hierdoor tusschen de beide lei
ders ontstaan was ging over op hunne
nakomelingen.
De begin-misdaad van Milosh is tot nu
toe reeds de oorzaak geweest van een
viervoudige bloedwraak, oorzaak van de
treurige wisselingen welke kenteekenen
den stormachtigen loop der Servische poli
tiek, oorzaak ook van den schandelijken
moord in het paleis te Belgrado, welke
den llen Juni 1903 de geheele wereld met
ontzetting sloeg.
Het autocratisch bestuur der prinsen
Obrenovitch was te verontschuldigen,
vooral voor hen die achter de schermen
stonden en wisten hoe de verbannen af
stammelingen van Kara George voortdu
rend bezig waren om het gezag en den in
vloed der Kroon te ondermijnen. Gedu
rende een korten tijd was een dezer prin
sen (vader van den tegenwoordigen ko
ning), door zijn partijgenooten op den troon
geplaatst, maar hij erkende zijn onge
schiktheid voor dien gevaarlijken post en
deed met veel genoegen afstand, om plaats
te maken voor den zooii van den ouden
Milosh. Deze wa9 de talentvolle en ridder
lijke prins Michael, die alle pogingen in
het werk stelde om in het land den Vrede
te bewaren. Hij had er een afkeer van om
de afstammelingen van Kara George te
vervolgen of om te befitten de verdiensten
van dezen waarlijk heldhaftigen patriot;
integendeel hij prees openlijk zijn groote
vaderlandsliefde en gaf aan diens zonen
verschillende pensioenen.
Onder zulk een bestuur steeg Servië tot
FEUILLETON.
In 's levens maalstroom.
(Het auteursrecht van deze vertaling is
voorbehouden),
60)
Ik bezit niets vo.or mij zeiven, dacht
Marcelle, ziedaar, waarom ik lijd. Ik heb
nog nooit een echt tehuis gehad dan eens
en dat was bij mijn vader. Toch was ik
er niet gelukkig. Ik heb hem bedroefd,
dien armen vader; hij is vertrokken, om
dat hij ook ongelukkig was. Ondankbaar
kind, dat ik was. Is er iets ter wereld,
dat opweegt tegen de ouderliefde.
'Zij weende in stilte en de tranen rolden
op haar handen. Zelfs door zich verwij
tingen te doen, kon zij haar ontevreden
hart niet geruststellen.
Wat is het toch slecht, jaloersch te
zijn, zeide zij bij zichzelve; die arme jon
gens hebben haast hun vader verloren
en de mijne maakt het goed. Hij is wel
verre, maar hij is ten minste verzekerd
van een lang leven....
Zij stad een kaars aan, zette zich voor
haar vloeiboek en schreef zonder een
oogenblik te aarzelen
Lieve vader, kom naar Frankrijk^ kom
wonen met mij. Ik ben vroeger ondank
baar geweest, maar nu kan ik niet meer
zonder u leven. Ik ben bovendien zeven-
tien jaar en moet de kostschool verla
ten.... Ik zal u geen verdriet meer aan
doen. Kom, ik smeek het u."
Zij verzegelde haar brief en stak hem
een ongekende trap van voorspoed; daarbij
scheen de onbloedige dynastie-verandering
de Servische successie-quaestie te hebben
opgelost. Doch de brutale aanslag op den
edelen vorst in de bosschen van Topchider
bij Belgrado toonde de nietigheid van dezen
hoop en de schuilplaats van een wreken-
.den geest, altijd gereed om zijn prooi te
verslinden.
Gedurende een oogenblik scheen het land
gedompeld in al de ellende van een bur
geroorlog. Maar het lage der moord
schokte ook zelfs de meest besliste aan
hangers der Karageorgevitchen. Deze had
den zich nu duidelijk getoond als vijanden
van het welzijn des volks, want Prins
Michael was reeds in het bezit van Bel
grado (de laatste Turksche vesting) en
stond op het punt om het bestuur te krij
gen over de Servische provinciën Bosnië
en Herzegowina, toen nog onder Turksch
bestuur. Door dezen moord dus werd Ser
vië feitelijk uitgesloten van het bezit dier
beide provinciën, die later op een gunstig
tijdstip door Oostenrijk geannexeerd wer
den.
Wanneer men nu bedenkt, dat het voor
naamste doel der Panslavische beweging in
Servië het bezit dezer gewesten was, en zij
daarvoor zelfs den Oostenrijkschen troon
opvolger vermoordde, waardoor Servië be
trokken werd in den Europeeschen oorlog,
dan kan men zien welk een ramp het te
genwoordige koningsgeslacht over Servië
bracht, door den moord op Prins Michael.
Het was bijna zonder oppositie, dat het
kabinet verijdelend de plannen der moor
denaars, den kleinen prins Milan van een
Parijsch college terugriep, en hem den
neef van Prins Michael op den open troon
plaatste. Zoo begon Milan op den leeftijd
van 12 jaren zijn regeering, de schepping
van het moderne Servië.
Bedeeld met buitengewone natuurlijke
gaven toonde hij als jongeling veen echt
ridderlijke ziel, en een degelijken aanleg.
De fouten zijner regeering moeten toege
schreven worden aan zijn gebrekkige op
voeding door een regentschap zonder prin"
ciepe, behalve dit eene, dat zonder mac-
chiavellisme een goed vorst onmogelijk is.
Naderhand keerde hij hun lessen tegen
henzelf en op hun verwijten antwoordde
hij dan ,,Ik ben wat gij mij gemaakt
hebt", en wat konden .zijn meesters daar
tegen inbrengen?
Milan vergrootte zijn land met vier
„okrings", die hij op de Turken veroverde
in een schitterende veldtocht, waar hij
zelf aanvoerder was, en verhief ten slotte
zijn vorstendom tot een koninkrijk;
Het treurige einde van dezen ongelukki-
gen vorst, en de tragische dood van zijn
eenigen zoon zijn duidelijke bewijzen van
hoe weinig waarde een genie staatsman of
patriot is, wanneer zijn privaat leven niet
zonder blaam is. De verdiensten van ko
ning Milan, die aan Servië een plaats gaf
onder de volkeren, konden niet opwegen
tegen den smaad, welke hij op het kleine
koninkrijk wierp door zijn schandelijke"
echtscheiding van een deugdzame en hoog
begaafde vrouw. Koningin Nathalia's
ijveren voor liefdadige instellingen in Ser
vië had haar bemind gemaakt bij haar
volk. Lang voor haar openlijken overgang
tot de Roomsch Katholieke Kerk, was zij
door haar strengheid van zeden en haar
godsdienstzin een eenige verschijning on
der de prinsessen van het orthodoxe credo.
Met een heerlijk enthousiasme werkte zij
voor de herleving der godsdienst, maar
vond haar zelf altijd gehoond door de laffe
papen die haar den raad gaven om stille
wateren niet te vertroebelen.
De echtscheiding nu tusschen Koning
Milan en deze vrouw en de daaropvolgende
verwijdering van haar zoon, kan men als
het begin beschouwen van de tegenwoor
digen toestand van demoralisatie in Servië.
De eerste vrucht van deze ramp was het
aftreden van Milan zelf. Hierdoor werd de
in den zak. Toen zij, na haar kaars te
hebben uitgeblazen, naar beneden wilde
gaan, werd er aan haar deur geklopt.
Zij opende.
Marcelle, zeide een stem, gij ontbreekt
beneden, kom toch mee.
Zij volgde Jules zonder een woord te
spreken; haar hart was te vol om zich in
woorden te uiten.
Robert was bij zijn vader gebleven en
toen de jongelieden binnentraden, wend
de hij de oogen af, die_hij een oogenblik
daarna weder op hen vestigde.
Marcelle was bleek en de sporen van
haar tranen waren nog zichtbaar op haar
wangen. Jules was vroolijk; hij babbelde
als in de beste dagen van zijn student
schap, zoo gelukkig was hij, bij zijn terug
komst een vroolijk tehuis te hebben ge
vonden in plaat9 van de droevige voor
vallen, zooals hij zich had voorgesteld.
Robert zeide bijna geen woord dien
avond.
HOOFDSTUK XXXIX.
Verloofd.
't Is mijn dochter, herhaalde mijn
heer Breault den volgenden morgen, toen
Marcelle in den tuin verdween om met
Rose naar de markt te gaan.
Wij zijn er niet jaloersch om, vader,
zeide Jules, de fauteuil van den ouden
man naderend.
De heer Breault kon slechts met de
grootste moeite opstaan en bracht zijn da
gen zittende door.
Robert zeide niets.
Vader, hernam Jules een oogenblikje
nadenkend, is het waar, dat Marcelle
heengaat?
Staat beroofd van een jongen energieken
vorst.
Het kind Alexander, wees van levende
ouders, toonde reeds vroeg een koppigen en
despotischen geest en leerde nooit zich zelf
overwinnen, noch te vergeven hen, die zijn
grillen niet inwilligden. Aan dezen jongen
werd het roer der staat toevertrouwd. Na
dat hij dartel en dolzinnig gespeeld had
met de grondwet, steeg zijn waanzin ten
top door een huwelijk met een weduwe,
twaalf jaren ouder dan hij. Deze onzinnige
stap vervreemde hem geheeL van de natie.
Draga Maschin was er in geslaagd het
vertrouwen te winnen van koningin Na-
thalia, en kreeg in hare ballingschap de
post van kamerjuffrouw.
Gedurende een bezoek van den jongen
Koning aan zijn moeder te Biarrits, w
zij zulk een invloed op hem te krijgen,
dat de Koninginmoeder haar wegzond.
Madame Maschin was echter daardoor
niet ontmoedigd, maar ging naar Belgra
do en speelde daar zóó goed de Martelares,
dat ten slotte Alexander haar zijn hand en
zijn hart schonk. Noch de openlijke afkeu
ring zijner ouders, noch de diepe veront
waardiging van zijn volk kon den ver
waanden monarch afbrengen van zijn
plan. Zijn onderdanen hadden reeds uit
gezien naar zijn huwelijk met een Duit-
sclie prinses of Russische grootvorstin
waardoor het kleine land in gunstige be
trekkingen zou komen, maar de Koning
lette daar niet op en men hoorde in Servië
meer en meer den naam van Kara George.
Sinds den dag van het huwelijk was
zijn lot beslist. Na den dood zijns vaders
zagen de tot nu toe trouwe aanhangers
der Obrenowitch met onverschilligheid
neer op de intriges der partijgangers van
Kara George, om een onwaardig paar te
verwijderen van den troon van Servië. Doch
de aanhankelijkheid van het volk aan den
laatsten spruit eener dynastie, welke zoo
één was met den groei van hun land, was
nog zóó sterk, dat de samenzweerders hun
toevlucht moesten nemen tot de laagste en
geheimste maatregelen voor de volvoering
hunner plannen.
Toen de schandelijke misdaad bekend
werd, ging er een rilling van afschuw en
wanhoop door het geheele land. De keuze
voor een nieuwen koning had plaats te
midden van een algeheele neerslachtigheid,
en eerst na eenige maanden vond de stem
van de meerderheid des volks weerklank in
de dagbladen der óppositie.
Koning Peter, vol goede bedoelingen,
trachtte het .rijk to besturen volgens zui
vere constitutioneele beginselen. Maar
Servië was nog niet rijp voor een demo
cratisch bestuur en in werkelijkheid was
het land in handen van een troep ko
ningsmoordenaars. Zij, terecht door de pu
blieke opinie verdacht, yermcesterden daar.
om al de voornaamste posten van het le
ger, doch desniettegenstaande leefden zij
in een chronischen vrees. Terwijl het volk
om hun veroordeeling vroeg, handhaafde
de Koning een neutrale houding. Zoo door
leefde het land een treurig politiek be
staan in het eerste decennium der 20e
eeuw, maar nog treuriger was de inwen
dige demoralisatie. Het slot van dit tijd
perk waren de twee verschrikkelijke Bal
kan-oorlogen, waarin Servië voor het le
ven van duizenden harer zonen een be
trekkelijk groote vermeerdering van grond
gebied kocht; maar nog waren de wonden
dezer strijd niet genezen of het onvoor
zichtig drijven van den militairen pan-
slavisclien bond bracht het land in den
huidigen wereldoorlog.
Servië's vorsten hadden vergeten, dat
het beginsel der wijsheid de vreeze des Hee-
ren was, daarom hadden zij langzamerhand
hun invloed op het volk verloren. Zij wis
ten niet meer dat gerechtigheid en recht
de fundamenten hunner troon waren, daar
om verloren zij hun macht en kwam die
in handen van een radicale partij, die het
Ik weet het niet, antwoordde de zie
ke, hem verontrust aanziende. Wil zij ver
trekken?
Tante Julie heeft het gezegd, ging
Jules voort, en ik begrijp niet....
Juffrouw Lucie sloeg de oogen op en
staakte het handwerkje, waaraan zij be
zig was.
Zij kan toch niet blijven wonen in een
huis, waar twee jonge "mannen zijn, zeide
zij met eenigen schroom. Zij heeft dat zoo
goed begrepen, dat zij verzocht heeft,
haar dezen middag naar de kostschool
terug te brengen.
Ik wil het volstrekt niet hebben, zei
de mijnheer Breault, zich opwindend. Ik
verlang dat zij blijft. Robert, zog haar,
dat zij blijft.
Robert sprak geen woord. Zijn vader
trachtte op zijn gelaat te lezen, maar het
verzwakte onderscheidingsvermogen van
den grijsaard vermocht niet, hem de ge
dachten zijns vaders te doen gissen.
Spreek dan, zeide hij met ongeduld.
Ik vind, vader, antwoordde de jonge
man, dat Marcelle gelijk heeft.
Mijnheer Breault haalde de schouders
op; niets kon hem bewijzen, dat het jonge
meisje gelijk had met te willen vertrek
ken; 't was vergeefs, of men het hem al
zeide.
Juffrouw Julie beproefde het nochtans
en wel met een opeenvolging zoo langdra
dige volvormen, dut Robert de kamer ver
liet, van oordeel, dat hij nu voor den
ganschen dag genoeg had. Jules voegde
zich spoedig in hun eigen kamer bij hem.
Beste Robert, zeide de jonge man.
't Is waarlijk jammer, dat Marcelle heen
gaat; 't is nu zoo'n goed kind en .wij zou-
dappere volk meevoerde naar hun heersch-
zuchtige idealen.
fr. M. H.
Rechtzaken.
Lotisico.
In de Dinsdag voor de Hnagsche Rechtbank
genomen conclusie van repliek inzake het
proces van mevrouw A. E. do R., wed. W. v.
do L. tegen Lotisico, wordt geconstateerd dat
ten processe vaststaat, dat tusschen partyeu
een overeenkomst is gesloten, als eischeros
bij dagvaarding gesteld licoft en dat, nu op
het „polisnummer" in do Staatsloterij do prijs
gevallen is van honderd duizend gulden, artikel
10 der verzekeringsvoorwaarden aan eischeres
het recht geeft op een uitkeering van f 4246.50.
Gedaagde weigert de uitbetaling op grond
van het feit. dat volgens bekendmaking van
den directeur der Staatsloterij van 6 Augustus
1914 de trekkingen der tweede en volgende»
klassen van de 406de Ncderlandsche Staats
loterij tot een nader te bepalen tijdstip zijn
uitgesteld.
Intusschen stolt gedaagde dit ten onrechte
voor als een schorsing gelijk bedoeld wordt
in de door haar geciteerde, erkende voor
waarden der overeenkomst, en blijft geheel
in gebreke die vreemde meening toe te lichten.
Gedaagde beroept zich verder op een wijzi
ging van usantiön.
Maar wat door gedaagde usantie genoemd
wordt, is niet meer, dan een zekere orde in
do uitoefening van het bedrijf der Staats
loterij, waarvan do autoriteiten vrijelijk en
naar omstandighedou afwijken, en in elk geval
zóu het gestcldo feit niet een wijziging van
een usantie of van een gewoonte zijn, maar
door zijn exeptioneelen en tijdelijken aard
hoogstens een op zichzelf staande afwijking.
Voor zoover noodig ontkent eischeres nog
uitdrukkelijk het bestaan in September 1902
der gestelde usantiön, terwijl zij in het voor
bijgaan opmerkt, dat bewezen zou moetcu
worden de wijziging van een usantie, die in
1914 bestond en het bestaan daarvan in 1902
niet veel ter zake doet.
Nog valt; aan te teekeneu, dat in afwijkiug
van het door eischeres gestelde de "trekking
der 2de klasse van do 2de in een bepaald
jaar plaatshebbendo Staatsloterij dikwijls aan
vangt 52 dagen, dikwijls ook 59 dagen naliet
eindigen der trekking van de eerste in dat
kalenderjaar plaats gehad hebbende Staatslo
terij, maar dat dit aantal dagen ook wel eens
58 bedraagt.
Eischeres ontkent, dat de als wijziging dor
usantiön voorgestelde feiten eenigen voor-
deeligen invloed op het door gedaagde over
genomen risico zouden hebben gehad, terwijl
gedaagde alweer geheel in gebreke blijft met
aan te geven, welk voordeel er wel zou zijn
geweest.
Op deze gronden persisloort eischerosse bij
haar Tends" genomen conclusie.
Namens do gedaagde is don uitstel gevraagd
van 8 dagen.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Ver gade ring van Dinsdag.
De overgang van de afdeeling „arbeiders
verzekering" naar het Departement
van Financiën.
Voor gisteren was aan de orde gesteld
het onderwerp, de wettelijke voorziening,
naar aanleiding van het Kon. besluit van
2 November, houdende overbrenging van
een gedeelte der afdeeling Arbeid van
het ministerie van Landbouw, Nijverheid
.en Handel haar het departement \an
Financiën.
In een breed opgezette rede, ontwikkel
de de heer R e g o u t daartegen bezwa
ren van politieken, van sociaal-techni-
schen en van financieelen aard. Van po
litieken aard, omdat de minister, die bij
zijn overgang van het eene departement
naar het andere dit Kon. besluit had uit
gelokt, geen rekening had gehouden met
den wapenstilstand tusschen de politieke
partijen en voorbij had gezien dat ook
de leden van de rechterzijde zijn tijdelijke
bondgenooten waren geworden, door juist
den zoo gelukkig met haar zijn.... zij doet
alles, wat men gaarne heeft.... zij gehoor
zaamt "blindelings. Zeg haar maar, dat
zij blijft en niet onzen goeden vader en
ons bedroeven moet, door te vertrekken.
Robert antwoordde niet. Julef ver
volgde:
Welnu, hoe is het? Zou ik mij „ver
gist hebben? Ben-je verstoord op liaar?
Maar dat kan toch niet zijn.
Robert glimlachte en schudde het liozfd.
Iloe zou ik verstoord op haar kun
nen wezen, zeide hij.
Welnu dan?...
Plotseling boog Jules naar zijn broeder
voorover, keek hem eens oplettend aan,
en greep hem vol vreugde en verbazing
beide handen.
Zeg, Robert, riep hij uit, is het waar?
Robert had den tijd niet te antwoorden
of een of andere verklaring te geven, want
Jules was al in de eetzaal, waar tante
nog altijd aan haar betoog bezig was,
met het eenige resultaat, dat zij den grijs
aard tot eeduld stemde.
Vader, riep Jules op ongedwongen
toon uit, wilt gij Marcelle gaarne bij u
houden?
Ja, ja, jal zeide mijnheer Breault,
die zich weder opwond, met vuur.
Welqu, niets is gemakkelijker, ver
volgde de jeugdige diplomaat. Luister
maar goed naar mijn betoog, en gij ook,
tante Julie....
Hij hield een mooie redevoering, wel
sprekend door haar kortheid en waarvan
de conclusie spoedig was uitgesproken.
Vijf minuten later Verscheen Robert op
zijn beurt; zijn gelaat had een mistroos
tige, vermoeide uitdrukking en verbaasd
van zijn vroeger departement mee te ne
men do arbeidersverzekering, het grooto
strijdpunt tusschen de regeering en do
rechterzijde. Van sociaal-technischen
aard, oindat de onderdeelen van de afdée-
ling Arbeid niet te scheiden waren en al
wat mot de arbeidswetgeving in betrek
king stond voortdurend in aanraking
kwam met de welvaartstakken die r-
zorging vinden bij het departement van
Landbouw, Nijverheid en Handel. n
financieelen aard, omdat'de minister mui
Financiën de bewaker is van onze schat
kist en hij, geroepen om de al te ho
eischcn van zijn ambtgenootcn to brei -
len, wanneer hij zelf als minister tevens
van de sociale aangelegenheden begon m i
is den grootsten hap uit de schatkist e
nemen, niet veel indruk zal maken op
zijn amblgenootcn als hij hen in hun
eischen wil besnoeien.
Ook voorzag de heer Rcgout dat de ar
beidersverzekering bij dc overbrenging
ernstig schade zou lijden. Hoe kan die
verzekering op het gebied van den land
bouw tut stand komen als de minister
niet kent de economische draagkracht
van den landbouwer en die van hel be
drijf? Zal hij dan zijn voorlichting zoekt n
bij den secretaris-generaal van Finan
ciën?
Het antwoord van den betrokken mi
nister op dit duidelijk betoog kan den
heer Regout niet bevredigon.
Spr. verklaarde echter toch voor het
ontwerp te zullen stemmen om geen con
flict met de regecring uit te lokken. Maar
hij stelde een motie voor, waarin de Ka
mer dc hoop zal uitspreken, dat de mi
nister op dit duidelijk betoog kon den
brenging zal willexi overwegen.
Met 19 tegen 11 stemmen (rechts tegen
links) werd deze motie aangenomen.
Vergadering van gisteren.
Gisteren vergaderde dc Eerste Kamer
wederom en is, na aanneming van de In
dische begrooting (de heer Van den Biesen
wil geacht worden te hebben tegengestemd
uit ontevredenheid over de opiuinpolitick),
tot 12 Januari uiteengegaan.
Burgerlijke Stand.
LEIDEN.
Gehuwd: J. A. H. M. Looisen(jm. J.
M. Zandvoort jd. A. Seret ra. en M. G.
Frcntzcn jd. I. Delfos jm. J. C. Buis jd. J.
de Geus jm. L. de Graaf jd.; L. de Mey jm.
C. M. Herour jd. II. Fakkel jm. M. de
Bruin jd.-L. A. Bune jm. G. Hoogcn-
doorn jd.
Geboren: Hendrik Simon, z. v. S.
H. van Iterson en M. M. Blansjuar.
Maria Louisa Willheimina, d. v. II. Bui
tendijk cn W. van Veen. Gerard, z. v.
J. Crispijn en G. Kappers. Franciscua,
z. v. T. Zwart cn S. Ilolswilder. lien-
dricus Johannes, z. v. H. J. Ooijcndijk en
J. de Man. Metje Jacoba, d. v. .1 J.
Babree en M. van.Dodewaard. Suzan-
na Elisabeth Cornelia Maria, d._ v. A. L
Castelein en S. E. Sloots. Cato, d. v.
P. Groenendijk en C. J. A. van Deventer.
Marius Franciscus, z. van J. Th. Boot
en F. E. van der Velden. Hendrik Cor
nelia, z. v. D. van Berkel en M. den Os.
Willem Frederik, z. v. W. F. Gorree en A.
C. Eradus. Henrietta Jaqueline Geor
gette, dr. van P. Jessé en C. W. P. J. Ba
ronesse van Ilemcrt tot Dingahof. Fran-
cisca, d. v. F. van den Mark en G. van
der Holst.. Arie, z. v. D. Langezaal cn
C. Dcvilce. Johanna Cornelia, d. v. G.
Ilulst en J. A. F. de Jong.
Overleden: G. van Houten wed. W.
Abswoude 80 j. M. Kapteijn den Bou-
meester m. G6 j. A. de Haaij w. 06 j.
E. de Jong w. 75 j. J. J. van Driesum
geb. Ilerbschleb 43 j. M. van Egmond
geb. Veerman 00 j. F. J. Vershaete m.
06 j. J. C. Rodenburg geb. Uljee, 2G j.
P. Breedevelt geb. Steenbergen, 52 j.
staarde hij dc drie vroolijke mensehen
aan, die evenzeer in hun schik schenen
met hun lot als hij ontevreden was met
het zijne.
Robert, zeide zijn vader, hem smce-
kend aanziende, ik bid je, huw Marcelle.
De jonge man wankelde alsof hij een.
stoot voor dëljorst had gehad en zag beur
telings zijn vader en zijn tante aan, die
angstig zijn antwoord verbeidden, en J"0-
les, die met het air van een overwinnaar
door de kamer stapte.
Zou zij willen? vroeg Robert, als in
een droom.
Wilt gij? vroeg zonder eenige inlei
ding mr. Jujps Breault, die er van scheen
te houden, de koe bij de horens te vatten.
O, zeker, zeide Robert, die nog niet
geheel op de hoogte van zijn toestand
was. Maar zij?
Welnu, vraag het haar, vermaande
Jules hem. Zie daar gaaC zij juist het ven
ster voorbij.
Marcelle, riep de schalk.
Zij zag op en naderde het venster, waar
hij stond.
Wilt "ge met mijn broeder in 't hu
welijksbootje stappen? vroeg hij, voor
iemand het hom had kunnen verhinde
ren.
Een arm vol frissche groenten, knollen,
wortelen, uien, bloemkool, viel op hot voet
pad en verspreidde zich in alle richtin
gen.
De zee oogen in de eetzaal keken onder
zoekend naar Marcello's handen; niet zij
echter had haar vracht laten*vallen, maar
Rose.
(Wordt vervolgd.)