Derde Blad. 6e JAARGANG. No. 1588 3)e ÊeidódieSoti/tcm^ Donderdag 31 December 1914 Servië en zijne Vorsten. Nooit zal een land met bloediger letters in de jaarboeken der geschiedenis geschre ven staan als Servië in het jaar 1914. Een zwaren strijd had het gevoerd tegen de Turksche overheersching, maar nog zwaar der en ongelukkiger voor het dappere in telligente en patriotistische volk was de voortdurende strijd tusschen twee dynas tieën, die geëindigd schijnt met het vree- selijke drama van den llden Juni 1903. Servië kon nu langzamerhand weer be ginnen te donken aan zijn buitenlandsche politiek. Na den Balkanoorlog had het weer een groot deel der vaderlandsche grond aan de Halve Maan ontworsteld, doch ondertusschen was er voor het vrij heidlievende volk een andere vijand opge staan, de Germaansche invloed ün den Balkan, verpersoonlijkt in de monarcie. En hiertegen ging nu de strijd, niet met open vizier, maar door geheime genoot schappen en sluipmoordenaars, die zelfs de vorsten niet mochten sparen. Zoo was Servië door den beruchten aanslag te Serajewo een aanleiding tot den grooten Europeeschen oorlog, waarvan het einde misschien haar ondergang is. Daarom zul len in dezen critieken tijd velen zich inte resseeren voor een nadere kennismaking met Servië en zijne vorsten. In het begin der vorige eeuw bevestigde en vergrootte Milosh, de stichter der dy nastie Qbrenovitch, het onafhankelijke grondgebied, wat hij voornamelijk bevrijd had uit de handen der ongeloovigen. Maar ongelukkig bevlekte hij zijnen naam door oogluikend den moord toe te laten op den dapperen hoofdman Kara George of Zwarte George. Deze beroemde held had het eerst de standaard geplant der Christen-vrij heid,«die naderhand met meer volharding door Milosh zelf was hooggehouden en de jalousie die hierdoor tusschen de beide lei ders ontstaan was ging over op hunne nakomelingen. De begin-misdaad van Milosh is tot nu toe reeds de oorzaak geweest van een viervoudige bloedwraak, oorzaak van de treurige wisselingen welke kenteekenen den stormachtigen loop der Servische poli tiek, oorzaak ook van den schandelijken moord in het paleis te Belgrado, welke den llen Juni 1903 de geheele wereld met ontzetting sloeg. Het autocratisch bestuur der prinsen Obrenovitch was te verontschuldigen, vooral voor hen die achter de schermen stonden en wisten hoe de verbannen af stammelingen van Kara George voortdu rend bezig waren om het gezag en den in vloed der Kroon te ondermijnen. Gedu rende een korten tijd was een dezer prin sen (vader van den tegenwoordigen ko ning), door zijn partijgenooten op den troon geplaatst, maar hij erkende zijn onge schiktheid voor dien gevaarlijken post en deed met veel genoegen afstand, om plaats te maken voor den zooii van den ouden Milosh. Deze wa9 de talentvolle en ridder lijke prins Michael, die alle pogingen in het werk stelde om in het land den Vrede te bewaren. Hij had er een afkeer van om de afstammelingen van Kara George te vervolgen of om te befitten de verdiensten van dezen waarlijk heldhaftigen patriot; integendeel hij prees openlijk zijn groote vaderlandsliefde en gaf aan diens zonen verschillende pensioenen. Onder zulk een bestuur steeg Servië tot FEUILLETON. In 's levens maalstroom. (Het auteursrecht van deze vertaling is voorbehouden), 60) Ik bezit niets vo.or mij zeiven, dacht Marcelle, ziedaar, waarom ik lijd. Ik heb nog nooit een echt tehuis gehad dan eens en dat was bij mijn vader. Toch was ik er niet gelukkig. Ik heb hem bedroefd, dien armen vader; hij is vertrokken, om dat hij ook ongelukkig was. Ondankbaar kind, dat ik was. Is er iets ter wereld, dat opweegt tegen de ouderliefde. 'Zij weende in stilte en de tranen rolden op haar handen. Zelfs door zich verwij tingen te doen, kon zij haar ontevreden hart niet geruststellen. Wat is het toch slecht, jaloersch te zijn, zeide zij bij zichzelve; die arme jon gens hebben haast hun vader verloren en de mijne maakt het goed. Hij is wel verre, maar hij is ten minste verzekerd van een lang leven.... Zij stad een kaars aan, zette zich voor haar vloeiboek en schreef zonder een oogenblik te aarzelen Lieve vader, kom naar Frankrijk^ kom wonen met mij. Ik ben vroeger ondank baar geweest, maar nu kan ik niet meer zonder u leven. Ik ben bovendien zeven- tien jaar en moet de kostschool verla ten.... Ik zal u geen verdriet meer aan doen. Kom, ik smeek het u." Zij verzegelde haar brief en stak hem een ongekende trap van voorspoed; daarbij scheen de onbloedige dynastie-verandering de Servische successie-quaestie te hebben opgelost. Doch de brutale aanslag op den edelen vorst in de bosschen van Topchider bij Belgrado toonde de nietigheid van dezen hoop en de schuilplaats van een wreken- .den geest, altijd gereed om zijn prooi te verslinden. Gedurende een oogenblik scheen het land gedompeld in al de ellende van een bur geroorlog. Maar het lage der moord schokte ook zelfs de meest besliste aan hangers der Karageorgevitchen. Deze had den zich nu duidelijk getoond als vijanden van het welzijn des volks, want Prins Michael was reeds in het bezit van Bel grado (de laatste Turksche vesting) en stond op het punt om het bestuur te krij gen over de Servische provinciën Bosnië en Herzegowina, toen nog onder Turksch bestuur. Door dezen moord dus werd Ser vië feitelijk uitgesloten van het bezit dier beide provinciën, die later op een gunstig tijdstip door Oostenrijk geannexeerd wer den. Wanneer men nu bedenkt, dat het voor naamste doel der Panslavische beweging in Servië het bezit dezer gewesten was, en zij daarvoor zelfs den Oostenrijkschen troon opvolger vermoordde, waardoor Servië be trokken werd in den Europeeschen oorlog, dan kan men zien welk een ramp het te genwoordige koningsgeslacht over Servië bracht, door den moord op Prins Michael. Het was bijna zonder oppositie, dat het kabinet verijdelend de plannen der moor denaars, den kleinen prins Milan van een Parijsch college terugriep, en hem den neef van Prins Michael op den open troon plaatste. Zoo begon Milan op den leeftijd van 12 jaren zijn regeering, de schepping van het moderne Servië. Bedeeld met buitengewone natuurlijke gaven toonde hij als jongeling veen echt ridderlijke ziel, en een degelijken aanleg. De fouten zijner regeering moeten toege schreven worden aan zijn gebrekkige op voeding door een regentschap zonder prin" ciepe, behalve dit eene, dat zonder mac- chiavellisme een goed vorst onmogelijk is. Naderhand keerde hij hun lessen tegen henzelf en op hun verwijten antwoordde hij dan ,,Ik ben wat gij mij gemaakt hebt", en wat konden .zijn meesters daar tegen inbrengen? Milan vergrootte zijn land met vier „okrings", die hij op de Turken veroverde in een schitterende veldtocht, waar hij zelf aanvoerder was, en verhief ten slotte zijn vorstendom tot een koninkrijk; Het treurige einde van dezen ongelukki- gen vorst, en de tragische dood van zijn eenigen zoon zijn duidelijke bewijzen van hoe weinig waarde een genie staatsman of patriot is, wanneer zijn privaat leven niet zonder blaam is. De verdiensten van ko ning Milan, die aan Servië een plaats gaf onder de volkeren, konden niet opwegen tegen den smaad, welke hij op het kleine koninkrijk wierp door zijn schandelijke" echtscheiding van een deugdzame en hoog begaafde vrouw. Koningin Nathalia's ijveren voor liefdadige instellingen in Ser vië had haar bemind gemaakt bij haar volk. Lang voor haar openlijken overgang tot de Roomsch Katholieke Kerk, was zij door haar strengheid van zeden en haar godsdienstzin een eenige verschijning on der de prinsessen van het orthodoxe credo. Met een heerlijk enthousiasme werkte zij voor de herleving der godsdienst, maar vond haar zelf altijd gehoond door de laffe papen die haar den raad gaven om stille wateren niet te vertroebelen. De echtscheiding nu tusschen Koning Milan en deze vrouw en de daaropvolgende verwijdering van haar zoon, kan men als het begin beschouwen van de tegenwoor digen toestand van demoralisatie in Servië. De eerste vrucht van deze ramp was het aftreden van Milan zelf. Hierdoor werd de in den zak. Toen zij, na haar kaars te hebben uitgeblazen, naar beneden wilde gaan, werd er aan haar deur geklopt. Zij opende. Marcelle, zeide een stem, gij ontbreekt beneden, kom toch mee. Zij volgde Jules zonder een woord te spreken; haar hart was te vol om zich in woorden te uiten. Robert was bij zijn vader gebleven en toen de jongelieden binnentraden, wend de hij de oogen af, die_hij een oogenblik daarna weder op hen vestigde. Marcelle was bleek en de sporen van haar tranen waren nog zichtbaar op haar wangen. Jules was vroolijk; hij babbelde als in de beste dagen van zijn student schap, zoo gelukkig was hij, bij zijn terug komst een vroolijk tehuis te hebben ge vonden in plaat9 van de droevige voor vallen, zooals hij zich had voorgesteld. Robert zeide bijna geen woord dien avond. HOOFDSTUK XXXIX. Verloofd. 't Is mijn dochter, herhaalde mijn heer Breault den volgenden morgen, toen Marcelle in den tuin verdween om met Rose naar de markt te gaan. Wij zijn er niet jaloersch om, vader, zeide Jules, de fauteuil van den ouden man naderend. De heer Breault kon slechts met de grootste moeite opstaan en bracht zijn da gen zittende door. Robert zeide niets. Vader, hernam Jules een oogenblikje nadenkend, is het waar, dat Marcelle heengaat? Staat beroofd van een jongen energieken vorst. Het kind Alexander, wees van levende ouders, toonde reeds vroeg een koppigen en despotischen geest en leerde nooit zich zelf overwinnen, noch te vergeven hen, die zijn grillen niet inwilligden. Aan dezen jongen werd het roer der staat toevertrouwd. Na dat hij dartel en dolzinnig gespeeld had met de grondwet, steeg zijn waanzin ten top door een huwelijk met een weduwe, twaalf jaren ouder dan hij. Deze onzinnige stap vervreemde hem geheeL van de natie. Draga Maschin was er in geslaagd het vertrouwen te winnen van koningin Na- thalia, en kreeg in hare ballingschap de post van kamerjuffrouw. Gedurende een bezoek van den jongen Koning aan zijn moeder te Biarrits, w zij zulk een invloed op hem te krijgen, dat de Koninginmoeder haar wegzond. Madame Maschin was echter daardoor niet ontmoedigd, maar ging naar Belgra do en speelde daar zóó goed de Martelares, dat ten slotte Alexander haar zijn hand en zijn hart schonk. Noch de openlijke afkeu ring zijner ouders, noch de diepe veront waardiging van zijn volk kon den ver waanden monarch afbrengen van zijn plan. Zijn onderdanen hadden reeds uit gezien naar zijn huwelijk met een Duit- sclie prinses of Russische grootvorstin waardoor het kleine land in gunstige be trekkingen zou komen, maar de Koning lette daar niet op en men hoorde in Servië meer en meer den naam van Kara George. Sinds den dag van het huwelijk was zijn lot beslist. Na den dood zijns vaders zagen de tot nu toe trouwe aanhangers der Obrenowitch met onverschilligheid neer op de intriges der partijgangers van Kara George, om een onwaardig paar te verwijderen van den troon van Servië. Doch de aanhankelijkheid van het volk aan den laatsten spruit eener dynastie, welke zoo één was met den groei van hun land, was nog zóó sterk, dat de samenzweerders hun toevlucht moesten nemen tot de laagste en geheimste maatregelen voor de volvoering hunner plannen. Toen de schandelijke misdaad bekend werd, ging er een rilling van afschuw en wanhoop door het geheele land. De keuze voor een nieuwen koning had plaats te midden van een algeheele neerslachtigheid, en eerst na eenige maanden vond de stem van de meerderheid des volks weerklank in de dagbladen der óppositie. Koning Peter, vol goede bedoelingen, trachtte het .rijk to besturen volgens zui vere constitutioneele beginselen. Maar Servië was nog niet rijp voor een demo cratisch bestuur en in werkelijkheid was het land in handen van een troep ko ningsmoordenaars. Zij, terecht door de pu blieke opinie verdacht, yermcesterden daar. om al de voornaamste posten van het le ger, doch desniettegenstaande leefden zij in een chronischen vrees. Terwijl het volk om hun veroordeeling vroeg, handhaafde de Koning een neutrale houding. Zoo door leefde het land een treurig politiek be staan in het eerste decennium der 20e eeuw, maar nog treuriger was de inwen dige demoralisatie. Het slot van dit tijd perk waren de twee verschrikkelijke Bal kan-oorlogen, waarin Servië voor het le ven van duizenden harer zonen een be trekkelijk groote vermeerdering van grond gebied kocht; maar nog waren de wonden dezer strijd niet genezen of het onvoor zichtig drijven van den militairen pan- slavisclien bond bracht het land in den huidigen wereldoorlog. Servië's vorsten hadden vergeten, dat het beginsel der wijsheid de vreeze des Hee- ren was, daarom hadden zij langzamerhand hun invloed op het volk verloren. Zij wis ten niet meer dat gerechtigheid en recht de fundamenten hunner troon waren, daar om verloren zij hun macht en kwam die in handen van een radicale partij, die het Ik weet het niet, antwoordde de zie ke, hem verontrust aanziende. Wil zij ver trekken? Tante Julie heeft het gezegd, ging Jules voort, en ik begrijp niet.... Juffrouw Lucie sloeg de oogen op en staakte het handwerkje, waaraan zij be zig was. Zij kan toch niet blijven wonen in een huis, waar twee jonge "mannen zijn, zeide zij met eenigen schroom. Zij heeft dat zoo goed begrepen, dat zij verzocht heeft, haar dezen middag naar de kostschool terug te brengen. Ik wil het volstrekt niet hebben, zei de mijnheer Breault, zich opwindend. Ik verlang dat zij blijft. Robert, zog haar, dat zij blijft. Robert sprak geen woord. Zijn vader trachtte op zijn gelaat te lezen, maar het verzwakte onderscheidingsvermogen van den grijsaard vermocht niet, hem de ge dachten zijns vaders te doen gissen. Spreek dan, zeide hij met ongeduld. Ik vind, vader, antwoordde de jonge man, dat Marcelle gelijk heeft. Mijnheer Breault haalde de schouders op; niets kon hem bewijzen, dat het jonge meisje gelijk had met te willen vertrek ken; 't was vergeefs, of men het hem al zeide. Juffrouw Julie beproefde het nochtans en wel met een opeenvolging zoo langdra dige volvormen, dut Robert de kamer ver liet, van oordeel, dat hij nu voor den ganschen dag genoeg had. Jules voegde zich spoedig in hun eigen kamer bij hem. Beste Robert, zeide de jonge man. 't Is waarlijk jammer, dat Marcelle heen gaat; 't is nu zoo'n goed kind en .wij zou- dappere volk meevoerde naar hun heersch- zuchtige idealen. fr. M. H. Rechtzaken. Lotisico. In de Dinsdag voor de Hnagsche Rechtbank genomen conclusie van repliek inzake het proces van mevrouw A. E. do R., wed. W. v. do L. tegen Lotisico, wordt geconstateerd dat ten processe vaststaat, dat tusschen partyeu een overeenkomst is gesloten, als eischeros bij dagvaarding gesteld licoft en dat, nu op het „polisnummer" in do Staatsloterij do prijs gevallen is van honderd duizend gulden, artikel 10 der verzekeringsvoorwaarden aan eischeres het recht geeft op een uitkeering van f 4246.50. Gedaagde weigert de uitbetaling op grond van het feit. dat volgens bekendmaking van den directeur der Staatsloterij van 6 Augustus 1914 de trekkingen der tweede en volgende» klassen van de 406de Ncderlandsche Staats loterij tot een nader te bepalen tijdstip zijn uitgesteld. Intusschen stolt gedaagde dit ten onrechte voor als een schorsing gelijk bedoeld wordt in de door haar geciteerde, erkende voor waarden der overeenkomst, en blijft geheel in gebreke die vreemde meening toe te lichten. Gedaagde beroept zich verder op een wijzi ging van usantiön. Maar wat door gedaagde usantie genoemd wordt, is niet meer, dan een zekere orde in do uitoefening van het bedrijf der Staats loterij, waarvan do autoriteiten vrijelijk en naar omstandighedou afwijken, en in elk geval zóu het gestcldo feit niet een wijziging van een usantie of van een gewoonte zijn, maar door zijn exeptioneelen en tijdelijken aard hoogstens een op zichzelf staande afwijking. Voor zoover noodig ontkent eischeres nog uitdrukkelijk het bestaan in September 1902 der gestelde usantiön, terwijl zij in het voor bijgaan opmerkt, dat bewezen zou moetcu worden de wijziging van een usantie, die in 1914 bestond en het bestaan daarvan in 1902 niet veel ter zake doet. Nog valt; aan te teekeneu, dat in afwijkiug van het door eischeres gestelde de "trekking der 2de klasse van do 2de in een bepaald jaar plaatshebbendo Staatsloterij dikwijls aan vangt 52 dagen, dikwijls ook 59 dagen naliet eindigen der trekking van de eerste in dat kalenderjaar plaats gehad hebbende Staatslo terij, maar dat dit aantal dagen ook wel eens 58 bedraagt. Eischeres ontkent, dat de als wijziging dor usantiön voorgestelde feiten eenigen voor- deeligen invloed op het door gedaagde over genomen risico zouden hebben gehad, terwijl gedaagde alweer geheel in gebreke blijft met aan te geven, welk voordeel er wel zou zijn geweest. Op deze gronden persisloort eischerosse bij haar Tends" genomen conclusie. Namens do gedaagde is don uitstel gevraagd van 8 dagen. Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. Ver gade ring van Dinsdag. De overgang van de afdeeling „arbeiders verzekering" naar het Departement van Financiën. Voor gisteren was aan de orde gesteld het onderwerp, de wettelijke voorziening, naar aanleiding van het Kon. besluit van 2 November, houdende overbrenging van een gedeelte der afdeeling Arbeid van het ministerie van Landbouw, Nijverheid .en Handel haar het departement \an Financiën. In een breed opgezette rede, ontwikkel de de heer R e g o u t daartegen bezwa ren van politieken, van sociaal-techni- schen en van financieelen aard. Van po litieken aard, omdat de minister, die bij zijn overgang van het eene departement naar het andere dit Kon. besluit had uit gelokt, geen rekening had gehouden met den wapenstilstand tusschen de politieke partijen en voorbij had gezien dat ook de leden van de rechterzijde zijn tijdelijke bondgenooten waren geworden, door juist den zoo gelukkig met haar zijn.... zij doet alles, wat men gaarne heeft.... zij gehoor zaamt "blindelings. Zeg haar maar, dat zij blijft en niet onzen goeden vader en ons bedroeven moet, door te vertrekken. Robert antwoordde niet. Julef ver volgde: Welnu, hoe is het? Zou ik mij „ver gist hebben? Ben-je verstoord op liaar? Maar dat kan toch niet zijn. Robert glimlachte en schudde het liozfd. Iloe zou ik verstoord op haar kun nen wezen, zeide hij. Welnu dan?... Plotseling boog Jules naar zijn broeder voorover, keek hem eens oplettend aan, en greep hem vol vreugde en verbazing beide handen. Zeg, Robert, riep hij uit, is het waar? Robert had den tijd niet te antwoorden of een of andere verklaring te geven, want Jules was al in de eetzaal, waar tante nog altijd aan haar betoog bezig was, met het eenige resultaat, dat zij den grijs aard tot eeduld stemde. Vader, riep Jules op ongedwongen toon uit, wilt gij Marcelle gaarne bij u houden? Ja, ja, jal zeide mijnheer Breault, die zich weder opwond, met vuur. Welqu, niets is gemakkelijker, ver volgde de jeugdige diplomaat. Luister maar goed naar mijn betoog, en gij ook, tante Julie.... Hij hield een mooie redevoering, wel sprekend door haar kortheid en waarvan de conclusie spoedig was uitgesproken. Vijf minuten later Verscheen Robert op zijn beurt; zijn gelaat had een mistroos tige, vermoeide uitdrukking en verbaasd van zijn vroeger departement mee te ne men do arbeidersverzekering, het grooto strijdpunt tusschen de regeering en do rechterzijde. Van sociaal-technischen aard, oindat de onderdeelen van de afdée- ling Arbeid niet te scheiden waren en al wat mot de arbeidswetgeving in betrek king stond voortdurend in aanraking kwam met de welvaartstakken die r- zorging vinden bij het departement van Landbouw, Nijverheid en Handel. n financieelen aard, omdat'de minister mui Financiën de bewaker is van onze schat kist en hij, geroepen om de al te ho eischcn van zijn ambtgenootcn to brei - len, wanneer hij zelf als minister tevens van de sociale aangelegenheden begon m i is den grootsten hap uit de schatkist e nemen, niet veel indruk zal maken op zijn amblgenootcn als hij hen in hun eischen wil besnoeien. Ook voorzag de heer Rcgout dat de ar beidersverzekering bij dc overbrenging ernstig schade zou lijden. Hoe kan die verzekering op het gebied van den land bouw tut stand komen als de minister niet kent de economische draagkracht van den landbouwer en die van hel be drijf? Zal hij dan zijn voorlichting zoekt n bij den secretaris-generaal van Finan ciën? Het antwoord van den betrokken mi nister op dit duidelijk betoog kan den heer Regout niet bevredigon. Spr. verklaarde echter toch voor het ontwerp te zullen stemmen om geen con flict met de regecring uit te lokken. Maar hij stelde een motie voor, waarin de Ka mer dc hoop zal uitspreken, dat de mi nister op dit duidelijk betoog kon den brenging zal willexi overwegen. Met 19 tegen 11 stemmen (rechts tegen links) werd deze motie aangenomen. Vergadering van gisteren. Gisteren vergaderde dc Eerste Kamer wederom en is, na aanneming van de In dische begrooting (de heer Van den Biesen wil geacht worden te hebben tegengestemd uit ontevredenheid over de opiuinpolitick), tot 12 Januari uiteengegaan. Burgerlijke Stand. LEIDEN. Gehuwd: J. A. H. M. Looisen(jm. J. M. Zandvoort jd. A. Seret ra. en M. G. Frcntzcn jd. I. Delfos jm. J. C. Buis jd. J. de Geus jm. L. de Graaf jd.; L. de Mey jm. C. M. Herour jd. II. Fakkel jm. M. de Bruin jd.-L. A. Bune jm. G. Hoogcn- doorn jd. Geboren: Hendrik Simon, z. v. S. H. van Iterson en M. M. Blansjuar. Maria Louisa Willheimina, d. v. II. Bui tendijk cn W. van Veen. Gerard, z. v. J. Crispijn en G. Kappers. Franciscua, z. v. T. Zwart cn S. Ilolswilder. lien- dricus Johannes, z. v. H. J. Ooijcndijk en J. de Man. Metje Jacoba, d. v. .1 J. Babree en M. van.Dodewaard. Suzan- na Elisabeth Cornelia Maria, d._ v. A. L Castelein en S. E. Sloots. Cato, d. v. P. Groenendijk en C. J. A. van Deventer. Marius Franciscus, z. van J. Th. Boot en F. E. van der Velden. Hendrik Cor nelia, z. v. D. van Berkel en M. den Os. Willem Frederik, z. v. W. F. Gorree en A. C. Eradus. Henrietta Jaqueline Geor gette, dr. van P. Jessé en C. W. P. J. Ba ronesse van Ilemcrt tot Dingahof. Fran- cisca, d. v. F. van den Mark en G. van der Holst.. Arie, z. v. D. Langezaal cn C. Dcvilce. Johanna Cornelia, d. v. G. Ilulst en J. A. F. de Jong. Overleden: G. van Houten wed. W. Abswoude 80 j. M. Kapteijn den Bou- meester m. G6 j. A. de Haaij w. 06 j. E. de Jong w. 75 j. J. J. van Driesum geb. Ilerbschleb 43 j. M. van Egmond geb. Veerman 00 j. F. J. Vershaete m. 06 j. J. C. Rodenburg geb. Uljee, 2G j. P. Breedevelt geb. Steenbergen, 52 j. staarde hij dc drie vroolijke mensehen aan, die evenzeer in hun schik schenen met hun lot als hij ontevreden was met het zijne. Robert, zeide zijn vader, hem smce- kend aanziende, ik bid je, huw Marcelle. De jonge man wankelde alsof hij een. stoot voor dëljorst had gehad en zag beur telings zijn vader en zijn tante aan, die angstig zijn antwoord verbeidden, en J"0- les, die met het air van een overwinnaar door de kamer stapte. Zou zij willen? vroeg Robert, als in een droom. Wilt gij? vroeg zonder eenige inlei ding mr. Jujps Breault, die er van scheen te houden, de koe bij de horens te vatten. O, zeker, zeide Robert, die nog niet geheel op de hoogte van zijn toestand was. Maar zij? Welnu, vraag het haar, vermaande Jules hem. Zie daar gaaC zij juist het ven ster voorbij. Marcelle, riep de schalk. Zij zag op en naderde het venster, waar hij stond. Wilt "ge met mijn broeder in 't hu welijksbootje stappen? vroeg hij, voor iemand het hom had kunnen verhinde ren. Een arm vol frissche groenten, knollen, wortelen, uien, bloemkool, viel op hot voet pad en verspreidde zich in alle richtin gen. De zee oogen in de eetzaal keken onder zoekend naar Marcello's handen; niet zij echter had haar vracht laten*vallen, maar Rose. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1