Tweede Blad.
6e JAARGANG.
No. 1588
Donderdag 31 December 1914
V Nög een collectie echt-
rooden.
Zooals we in Rusland een Bond of zoo
iets hebben van ,,echt-Russische mannen",
zoo krijgen we in Nederland steeds meer
echt-roode mannen.
De ,,S. D. P.", wier leiders uit jlen treure
tegen Troelstra c. s. debatteeren, vereenigt
al heel wat van die waschechten, maar nu
staan dezen ook op in de oude „S. D. A. P."
„Het Volk" moet er zelf een communiqué
over opnemen, waarin staat, dat te Am
sterdam een bijeenkomst plaats had van
een 50-tal bekende partijgenooten, welke
zich niet kunnen vereenigen met de hou-
•Ji; uir de partijleiding in de oorlogskrisis
heeft aangenomen. Bovendien waren een
groot aantal sympathiebetuigingen ingeko
men.
De heer Troelstra, die gemeend had de
echt-roode gevoelens te kunnen bezweren
met de tooverformule, dat „de nationale
gedachte thans de nationale geschillen
moet overheerschen", is wel bedrogen uit
gekomen, want die 50 partijgenooten met
hun groot aantal sympathiebetuigingen
moeten daar juist niets van hebben. Wel
willen zij „in deze kritieke dagen" het ge
schil- niet tot het uiterste drijven, zoodat
zij het stemmen der Kamerfractie voor de
mobilisatie-credieten vreedzaam blauw-
blauw lieten, maar overigens willen zij „de
partij nu reeds trachten te bewegen, de
propaganda meer dan in de laatste maan
den er op te richten, dat de massa er van
wordt doordrongen, dat het kapitalistische
stelsel
Nu eindigen we ons citaat maar, want
die echt-roode geluiden kennen we.
Pr kwam orhter óp die conferentie nog
iets bij. Zij wilden n.l. „niet zonder tegen-
aklie toelaten, dat de partijleiding voort
durend openlijk of bedekt met ons hoofd
orgaan, met behulp van den brochurenhan-
del en met alle andere middelen, waarover
zij beschikt, de partij in de richting van
haar standpunt bewerkt." M. a. w.: die
50 partijgenooten met hun groot aantal
sympathiebetuigingen vertrouwen eigenlijk
de partijleiding niet langer.
.-.HetVolk" vindt dit blijkjbaar ook de
hoofdzaak en waarschuwt m alvast tegen
„verwarring en smadelijke nederlagen in
de toekomst" als dat zoo door moet gaan.
Inmiddels haast het orgaan zich, ook
weer wat echt-rood geluid te doen hooren,
merledeelend, dat het partijbestuur al
vóór het houden der conferentie van onte
vredenen besloten had, „orn met inachtne
ming vanjiet beleid, dat noodig blijft zoo
lang het oorlogsgevaar bestaat, de afdee-
lingen in haar propaganda weer vrij te la
ten."
Een .zoethoudertje voor de ondeugende
kinderen.
We zullen afwachten of 't wat uit zal
halen.
A propos: was het niet de leider dezer
onderling verdeelde ,,S. D. A. P.", die bij
'*t houden van zijn Kerstrede het program
voor den wereldvrede in zijn vestzakje
bleek te hebben?
Wij zouden waarlijk den wereldvrede
niet gaarne aan de verschillende nuancee
ringen der rooden toevertrouwen, 't Ziet er
op het oogenblik leelijk met dien vrede
uit, maar danl
Doodenlijst over het
jaar 1914.
Geestelijken Buitenland.
Mgr. Illigens, wijbisschop van Munster.
Kardinaal Casimiro Gennari, Rome.
Mgr. Rouard, bisschop van Nantes.
Kardinaal Katschthaler, prins-bisschop
van Salzburg.
Mgr. H. Vos, bisschop van Osnabrück.
Kardinaal Kopp, prins-bisschop van
Breslau.
Mgr. .Karl. Schrod, wijbisschop van Trier.
Kardinaal Lugari, Rome.
Mgr. Bonomelli, bisschop van Cremona.
Z. H. Paus Pius X.
Pater Wernz, generaal der Jesuïeten.
Kardinaal Ferrata, Staatssecretaris van
Z. H. Paus Benedictus XV.
Kardinaal Cavallari, patriarch van Ve
netië.
Kardinaal Angelo di Pietro, Rome.
Geestelijken Binnenland.
Pater Ranshuijsen, O.F.M., Den Haag.
J. J. Sletering, pastoor te Harlingen.
Mgr. J. D. Joren, rustend pastoor Ze
venbergen.
P. J. Thunissen, kanunnik, oud-pastoor
van de O. L. Vrouwe-parochie te Haarlem.
Pater Jesualdus, Capucijn te Helmond.
M. Moes, pastoor Achtevelde.
A. de Kort, rector te Hulst.
Pater M. van Baren S.J., Retraitehuis
Loyola te Vught.
A. F. Oomen, pastoor te Oosterhout.
J. P. M. A. Binnewiertz, oud-pastoor der
parochie van het II. Hart te Den Haag.
J. Rombouts, pastoor van Baarle-Nassau.
B. J. Corstens, oud-rector van Voor
schoten.
L. A. Fick, deken en pastoor te Ulven-
hout.
A. van den Zanden, deken en pastoor te
Helmond.
II. J. Kloosterhuis, kapelaan te Duister-
voorde.
C. Lohmeijer, pastoor van Bovenkerk.
.T. A. Heins, pastoor te Delfzijl.
Pater H. Koch, S.J. te Valkenburg.
J. P. A. M. Cremers, pastoor te Grathem.
A. Rutten, oud-pastoor te Beemster.
Von Ilummelauer S.J., te 's-Heerenberg.
F. Strater S.J. te Nijmegen.
J. Baselmans, pastoor van St. Hubert.
M. Tack, kapelaan te Munstergeleen.
F. A. Kerstens, pastoor van Terneuzen.
Pater J.^l. van Gent, Kruisheer te £am
beek.
A. van Rijn, pastoor te Kwadendamme.
W. Madlener S.J., te Utrecht.
F. Post, deken en pastoor van Almelo.
Z. D. H. Mgr. P. Leijten, bisschop van
Breda.
A. van der Bom, kapelaan te Ouden
bosch.
Pater P. Rozenstraaten, S.J. te Grave.
P. A. van Oorschot, kapelaan te Berli-
cum (N.-Br.).
Pater A. Havekes O.P. te Grave.
P. Zwart, oud-rector te 's-Gravenhage.
Chr. W. Oomen, pastoor van Huijbergen.
Pater Wijtenburg, Carm"., missionaris
van Brazilië.
J. L. Meertens, pastoor te Tegelen.
C. Luijkx, pastoor te Roosendaal.
H. W. Strijthout, oud-pastoor van Mon
ster.
F. van Liempt, rector te Vught.
A. A. van Eindhoven, pastoor van Veen.
A. P. Crerner, pastoor te Harmeien.
Pater Paulus O.C., te Helmond.
W. van Laarhoven, oud-pastoor van
Groesbeek.
A. van der Heijden, rector te St. Oeden-
rode.
G. J. Warnink, pastoor van Denekamp.
Father J. Reijffert, missionaris van
Borneo.
A. Swilders, oud-pastoor van Wervers-
hoof.
G. van Haaren, pastoor te Baardwijk*
A. Vonk, rector te Montfoort.
Rector Franken, Hulst.
Mgr. F. Bronsgeest, oud-deken van Nij
megen.
Pater A. van Kerkhoff, O. Carm., Box
meer.
Pater C. de Wildt, O.F.M. Woerden.,
H. Vorkotter, pastoor te KwintsheuL.
Vorstelijke Personen.
Prinses Wilhelm van Baden, geboren van
Leuchtenberg, Karlsruhe.
Prinses Adolph van Schwarzburg, Ru-
dolstadt.
Hertog Frans van Bourbon.
Keizerin-weduwe Haroeko van Japan.
Hertog van Argyll, oom van den koning
van Engeland.
Groothertog Adolf Friedrich van Mecke-
lenburg-Strelitz.
Hertog Georg II van Saksen Meiningen.
Aartshertog Frans Ferdinand en prinses
van Ilohenlohe (te Serajewo doodgeschoten.)
Prins Friedrich Wilhelm van Lippe,
gesneuveld bij Luik.
Prins Frederik van Saksen-Meiningen,
gesneuveld bij Namen.
Prins Luitpold van Beieren.
Vorst Karei von Schwarzenberg (gesneu
veld).
Prins Ernest van Saksen-Meiningen (ge
sneuveld).
Koning Carol van Roemenië.
Prins Maurits van Battenberg.
Prinses Aldegonde, hertogin van Modena.
Beroemde en bekende personen
in het Buitenland.
Generaal Picquart, oud-minister van
Oorlog in Frankrijk.
Belgische minister van Staat Neujcan.
Paul Deroulède, Fransch dichter en po
liticus.
Fransche admiraal Germinet.
Vice-admiraal Krantz, oud-minister van
Oorlog van Frankrijk.
Lord Minton, oud-onderkoning van En-
gelsch-Indië.
Said Pasja, oud-grootvizier van Turkije.
George Wcstinghouse, beroemd uitvinder,
New-York.
Gaston Calmette, hoofdredacteur-direc
teur van de „Figaro" te Parijs.
Verschaeve, Belgisch vlieger.
Geza Fejervary, oud-Hongaarsch minis
ter-president.
Mgr. Fr. Nekes, componist.
Joe Chamberlain, oud-minister van En
geland.
George Legagneux, vlieger.
Jaurès, leider der socialisten van Frank
rijk.
L. Frank, leider der Duitsche socialisten,
gesneuveld.
Generaal De la Reij.
Graaf De Mun, lid der Fransche Aca
demie.
Mgr. Robert Hugh Benson, romanschrij
ver.
Porfirio Diaz, oud-presidcnt van Mexico.
Sir Charles Douglas, chef van den gen.
staf van Engeland.
Prins Coigi, maarschalk van het con
claaf (Rome).
Lord Roberts, veldmaarschalk van het
Engelsche leger.
Beroemde en bekende personen
in het Binnenland.
Dr. D. P. Driessen, oud-inspecteur v. d.
vecartsenijkundigen dienst in Indië.
B. H. Hcldt, oud-lid der Tweede Kamer.
Mr. Ch. Bergers, president der rechtbank
te Maastricht.
A. Neuhuis, beroemd kunstschilder.
Prof. Bart van Hove, beroemd beeld
houwer te Amsterdam.
Mr. W. baron van Heeckeren van Keil,
oud-minister van Buitenlandsche Zaken.
Jhr. G. J. J. J. M. Dommer van Poders-
veldt, lid van Ged. Staten van Gelderland.
Dr. P. P. C. Hoek, directeur van het rijks
instituut v. visscherij-onderzoek, Haarlem.
Staatsraad mr. Th. Borret, Den Haag.
W. Robert, musicus te Haarlem.
Zuster Metelerkamp, directrice van de
kliniek van het Roode Kruis, te Den Haag.
Generaal-majoor A. Kappen, Den llaag.
Generaal-majoor H. Braams, Arnhem.
Luitenant-generaal A. Kool, oud-ininister
van Oorlog, Den Haag.
A. M. Pino, oud-president van den Raad
van Justitie te Pedang.
Generaal-majoor H. F. Ilardenberg, oud
gouverneur der Kon. Mil. Academie.
Frater J. A. Buil, algemeen overste der
.Fraters van O. L. Vrou-v van h*t 11. Hart,
Utrecht.
Jhr. mr. G. H. von Fisenne, oud lid der
Eerste Kamer te Den Haag.
J. E. N. baron Schimnielpenninck van
der Oije van Hoevelaken, voorzitter der
Eerste Kamer.
Mr. F. M. Westerwoudt, Staatsraad in
buitengewonen dienst, Amsterdam.
Kolonel Thomson (gesneuveld Durazzo).
Baron Van Wassenaer van Rosande, lid
der Eerste Kamer.
Luitenant-aviateur G. D. Spandaw.
H. J. van Ogtrop, lid der Prov. Staten
van Noord-Holland.
Jhr. C. II. A. van der Wijck, oud-gouver
neur-generaal van Ned.-Indië.
E. N. Jannink, lid der l'rov. Staten van
Overijssel.
Jhr. mr. J. Röell, vice-president van den
Raad van State.
E. Heimans, schrijver van nat.-hist, on
derwerpen.
Jhr. H. P. C. Bosch van Drakesteijn, lid
der Eerste Kamer.
Mr. L. W. van Gigli, advocaat te Am
sterdam.
R. Bloembergen, lid der Eerste Karner.
W. Nouhuijs, letterkundige.
Vice-admiraal J. Snethlage.
E. van der Kun, lid der Eerste Kamer
voor Zuid-Holland.
Mr. Van Tienhoven, oud-commissaris der
Koningin in Noord-IIolland.
Melchior tie Jong, oud-lid der Eerste Ka
mer.
Jhr. mr. S. Laman Trip, voorzitter van
den Hoogen Raad der Nederlanden.
Luitenant-generaal J. L. de Bock, 's-Gra
venhage.
J. B. Blommers, kunstschilder, Den Haag.
Mr. J. A. Kramer, oud-seerctaris-goneraal
bij liet departement van Oorlog.
Gemengde berichten.
Die verloofden! Wij hebben in de bla
den kunnen lezen, dat prentbriefkaarten
enz., geadresseerd aan militairen en ver
zonden door militairen, voortaan niet meer
vrij van port verzonden worden.
Deze maatregel was ongetwijfeld geno
men, om den stroom van dat soort verzen
dingen wat in te perken. Vooral prent
briefkaarten werden in reuzenmassa's ver
zonden. Het dienstmeisje van een mijner,
kennissen, dat het geluk heeft een militair
tot cavalier te bezitten, ontving b.v. op één
dag van haar galant niet minder dan 17
prentbriefkaarten, en een postman vertelde
me, dat hij uit een brievenbus in een der
kleine plaatsjes, waar militairen in kwar
tier waren, bij elke lichting der bus deze
tot boven toe opgepropt vond meestal met
allerlei fraaie mobilisatiekaarten, waarop
prijkte het woordje militair.
Wie nu echter denkt, dat door den thans
uitgevonden maatregel om prentbriefkaar
ten niet postvrij meer te laten verzenden,
de stroom gestuit is, vergist zich terdege, en
rekende buiten de hersenen onzer lands
verdedigers. Immers in plaats van de
prentbriefkaarten enkel maar te voorzien
van hun naam, schrijven ze er nu een of
andere mcdedeeling of aardigheid op en
de prentbriefkaart is veranderd in een
briefkaart, en wordt dus nu wederom vrij
van port.
En de militairen weten ook goedkoop aan
prentbriefkaarten te komen, zooals ik dezer
dagen hoorde vertellen uit zeker garnizoen..
Daar betrok namelijk een der kameraden
in het gros dergelijke knarten en kreeg ze
voor een prijs, waaraan de marktjood, die
er twintig voor een stuiver geeft, nog ruim
een daggeld verdient plus de reiskosten uit
Amsterdam naar de markt in de provincie
en zijn verteer.
Ziedaar alweer iets nieuws uit gemobili
seerde tijden.
Onvoorzichtigheid. Onder dit opschrift
kwam in ons blad een bericht voor over een
ongeval te Loosduinen, het moet zijn op
de vlakte van Waalsdorp, waar losse pa
tronen in een vuurtje geraakt waren.
Gelukkig is dit bericht sterk overdreven
gebleken. De gewoonte is dat de papier
rommel na de koffie vérbrand wordt en
nu is blijkbaar tusschen het papier een
kartonnen doos geraakt, die niet (zooals
men dacht) leeg was, maar met losse pa
tronen gevuld. Dit gaf een ontploffing,
waarbij niet 8, maar 4 militairen gewond
werden. Geen van vieren werd ernstig ge
wond. Bij 3 van de 4 konden de wondjes
(schrammen) inet een pleistertje ter plaat
se verbonden worden; de ie, een sergeant,
kreeg een splintertje in de dij, waardoor
een adertje geraakt werd, en men 't voor
zichtig oordeelde hem naar het hospitaal
te vervoeren.
Van straffen is geen sprake geweest, wel
zijn 3 soldaten gestraft, die te laat bij den
dienst waren gekomen en verzuimt hadden
patronen te vragen, maar dit had niets
met het ongeval te maken.
Brandstichting. Maandagavond, tij
dens den storm, is er brand ontstaan op
den zolder van de zadelmakerij van den
heer M. in de Woldstraat te Meppol. De
brand werd spoedig gebluscht. M. is door
de marechaussee op vermoeden van brand
stichting gevangen genomen.
Branden. Te Zaandam is gisternacht
het café De Sluisbar aan den Zuiddijk, van
den heer W. van Knechten, door (p.ibckcnde
oorzaak tot den grond afgebrand.
Te Wedderveer (Gr.) is Dinsdag de
stooinkorenmolen van den heer Hazelhoff
bij den sterken wind geheel
Te Sneek en in de omgeving zijn Dins
dag in don hevigen storm niet minder dan
8 molens door brand vernield.
Scheepsramp. Het Zweedscho stoom
schip „Irma", van Hudiksvall met gezaagd
hout naar Amsterdam, is in den nacht
van Maandag op Dinsdag op de Noordzeo
door zwaar stormweer overvallen, waarin
alle vuren werden gedoofd en bet stoom
schip zoodanig begon over te hellen dat
men vreesde dat het zou omslaan. Gister
morgen omstreeks 10 uur verliet de be
manning, bestaande uit 10 personen, in
eigen boot het stoomschip, om daarin koers
te zetten naar I.lmuiden; doch nauwelijks
hadden zij het schip verlaten of de redding
boot sloeg om en allen klampten zich vast
aan do kiel van de boot. De een voor de|
ander na moest echter de boot van uitput
ting loslaten, tot ten slotte nog slechts twee
drenkelingen overbleven. Dezen zijn giste
ren op een reddingboei en een stuk wrak
hout aan het strand aangekomen en naar
het Witte Kruisgebouw ondergebracht. Dit
zijn de eenige overlevenden van het stoom
schip. De namen zijn Joh. Carlsson, licht
matroos 23 jaar, en Joh. Andersson, spheeps.
jongen, beiden uit Zweden. Gistermorgen
spoelde bij het pantserfort een achttal lij
ken aan.
De „Irma" bevindt zich thans op sleep
touw van den I Jrnuider stoomtrawler „Oce
aan III".
FEUILLETON.
In 's levens maalstroom.
(Het auteursrecht van deze Ycrtaliug is
voorbehouden).
69 j
Ver van haar, was hij er op beaacht
zich voor haar te matigen. Hij waakte
over zijn karakter en diegenen van zijn
ondergeschikten, die hem gedurende zijn
eerste verblijf gekend hadden, waren zeer
verwonderd, zijn inborst zoo verzacht,
zijn woorden minder barsch te zien; even
energiek en moedig als altijd was hij meer
grootmoedig, verdraagzaam en geduldig...
Zij wisten niet, dat hun patroon bij iedere
overwinning op zich zelf in den geest een
dankbetuiging en een zegening zond aan
zijn afwezige dochter.
't Is al erg genoeg, dat ik de moeder
heb doen sterven; laat het kind ten min
ste gelukkig zijn.
Zoo was voortaan het devies van den
robusten werkman, die opnieuw den strijd
om het bestaan had aanvaard en zich
verwonderde, met meer moed en lust be
zield te zijn, dan toen hij jonger en krach
tiger was... Hij werkte dan ook nu niet
meer voor zich zeiven, l?Tj" werkte nu voor
zijn dochter, die hem honderdmaal dier
baarder was dan zijn eigen bestaan.
De maanden gingen voorbij, de jaren
vervlogen; Marcelle was nu zeventien
jaar en de dokter had te dier gelegenheid
een langen brief aan Montfort geschre
ven, hem wijzend op de noodzakelijkheid
eerlang zijn dochter van de kostschool te
nemen, toen een onverwacht voorval het
gansche* huisgezin in de rue de la
P o m p e weder in de war stuurde.
Op een winteravond, toen zij linnen in
een kast legde, maakte juffrouw Julie een
onvoorzichtige beweging; zij viel en brak
den rechter arm. Haar wond was
uiteraard niet zoo ernstig, maar wat moest
nu gebeuren met de kostbare, glimmende,
klinkende sleutels, die nu voor een tijd
aan de handen van juffrouw Julie ontvie
len? Rose was er wel, dat is waar, maar
zij bezat ook niet meer haar beenen van
voor vijftig jaar....
Juffrouw Julie stond vrijwillig haar
sleutels af aan Marcelle, die zij haar
kleine hulp noemde; zij volgde met de
oogen die vlugge figuur, welke de trappen
besteeg en door de gangen ijlde als een
vogeltje, meer fladderend dan den grond
rakend. Weldra werden de vrije dagen
van Marcelle beschouwd als merkwaardi
ge rustpunten tusschen de eenvormige
opeenvolging der weken en maanden.
Wat zou het huis zijn, als wij haar
niet hadden, zeide mijnheer Breault op
zekeren dag, haar met welgevallen be
schouwend.
't Was een. vroolijke Juni-morgen; gebo
gen over de kleine rozenstruiken van het
tuintje, hief Marcelle de bloemen op, die
door een overmatige besproeiing het hoofd
lieten hangen, knipte de gele bladeren
en uitgebloeide rozen af en gaf aan dat
kleine plekje grond het welvarend uiter
lijk van welverzorgde kinderen. z
Juffrouw Julie zuchtte diep. De beide
neven waren den vorigen dag vertrokken
voor een lange reis. Jules kon zichzelven
reeds bedruipen; hij verdiende jaarlijks
een aardige som, zoodat zijn vader er
zonder kommer aan kon denken, van acze
wereld te moeten scheiden. Maar naar
mate de geest van den jongen man kalmer
werd, stelde hij levendiger belang in het
jonge meisje, dat af en toe in hun wo
ning verscheen, 't Was slechts met leed
wezen, dat hij haar weder naar het pen
sionaat zag vertrekken; hij had haar bij
zich willen houden, als een bloem, als een
zonnestraal.
Op een avond, een acht dagen na het
vertrek der jongelieden, kwam Rose in
opgewonden toestand aan de kostschool
van Marcelle. Het uur was ongewoon en
't was ook geen feestdag, maar toch slaag
de zij er, hoewel niet zonder moeite, in
het jonge meisje mede te krijgen. In een
rijtuig reden zij naar de rue de la
P o m p e en onderweg vertelde Rose
haar. wat er te doen was.
Mijnheer Breault had een tweede aan
val van beroerte gehad; juffrouw Julie
was de kluts kwijt, wat niet te verwonde
ren was. zeide Rose, want zij was niet
gewoon geweest aan dergelijke gebeurte
nissen het hoofd te bieden; de zieke moest
verzorsrd worden en nu had de dokter be
volen tyarcelle te halen.
Er is geen betere ziekenoppasser dan
zij, had hij gezegd.
Het jonge meisje installeerde zielf ter
stond bij mijnheer Breault. Toen deze
weer bij kennis kwam, zag hij het glim
lachend gezicht van het jonge meisje over
zich gebogen.
Mijn dochter, zeide hij.
Marcelle kleurde en wendde de door
tranen verduisterde oogen af.
Zeker, zij beminde dien zachten, Kal-
men grijsaard, die voor haar nooit an
ders dan goede woorden had gehad, als
een vader. Maar de andere, de echte va
der was daarginds, aan de andere zijde
van het breede water, waar hij voor haar
werkte na voor haar geleden te hebben...
Mocht zij dat vergeten?
Haar hart antwoordde haar weldra,
dat zij die beide teederheden kon vereeni
gen, zonder iemand onrecht te doen.
Voor het oogenblik was daarenboven het
dringendst hem te verzorgen, die niet
door zijn kinderen kon opgepast worden.
Telegrammen werden afgezonden zonder
Jules en Robert te bereiken; ze werden
door medelijdende hotelhouders terugge
zonden.
Eindelijk op een avond in het begin
van Juli, toen het dalend licht van de
zon nog slechts flauw de hemel verlichtte,
traden de beide broeders met beklemd
hart en vol ongerustheid het huis bin
nen....
In de eetzaal zat mijnheer Breault, de
oogen half gesloten, rustig in zijn fau
teuil bij het venster en luisterde naar wat
Marcelle hem voorlas. Het jonge meisje
boog zich meer en meer over het bock, de
woorden die in het schemerlicht onduide
lijk werden, ontcijferend. Eindelijk kon
zij niet meer zien.
't Wordt nu te donker, zeide zij, het
boek neerleggend; ik ga een lamp halen.
Zij stond op en verschrok bij het zien
der beide gedaanten, die bij de deur der
eetzaal stonden.
Lieve Marcelle, dierbare zuster, -..ride
Jules zarhtkens en haar bij de hand ne
mend. Gij fiebt ons onzen vader behou
den.
Robert zeide niets; hij had haar andere
hand genomen.
Tusschen hen beiden in stond het
meisje verlegen en verbijsterd; daarna
zich zonder moeite loswringend wendde
zij zich tot den herstellende.
Mijnheer Breault, zeide zij met haar
melodieuse stem; uw kinderen zijn terug
gekomen.
Gelukkig! zeide de vader met zijn
oogen in de duisternis starend.
Marcelle verdween. Toen zij een oogen
blik later met de lamp terug kwarn, zaten
de beide zonen naast hun vader, hem eer
biedig cn teeder toesprekend, met een
soort van vrees, de geestvermogen c, ge
schokt door den nieuwen aanvul, te veel
te vermoeien.
Zij zag hen een oogenblik non, glim
lachte hen toe, vouwde de handen en liet
ze zoo langs haar gewaad nedervallen;
daarna, zonder op te houden met glim
lachen, .ging zij naar haar kamer, een
klein kamertje, heel in de hoogte, raast
dat van Rose.
Zij sloot de deur en bleef voor het ven
ster staan, dat do laaste lichtstralen ont
ving.
Wel, wel, zeide zij, ben ik nu nog
niet tevreden? Zij zijn teruggekomen, bun
vader is gered, zij zijn gelukkig, en ik, ik
ween! Welk een zonderling slechte ziel
heb ik toch, dat het geluk van anderen
mij altijd tot droefheid stemt.
Zij staarde naar buiten; 't was haar on
mogelijk haar droeve gedachten te var«
bannen en haar tranen to bedwingen.
(Zie vervolg Derde Blad.)