BUITENLAND. De Oorlog. 6e JAARGANG. BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post fl.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 273 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent DINSDAG 29 DECEMBER. 1914. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel moer 15 cent. ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel moor 5 cent. V De Kersttekst. De verschillende vertalingen nagaande van den Engelenzang, zegt de schrijver der rubriek „Godsdienstig leven in Ne derland" van 't „Hbld." ds. C. E. Ifooy- kaas o. m.: „Men is in dezen teruggekomen, althans wat het spellen van den tekst betreft, op de oude lezing, o.a. nog in de Vulgata, de Roomsche bijbelvertaling in het Latijn, bewaard, maar ten tijde van Luther en de Statenvertalers bedorven. Immers, uit het kerk-Latijn der Roomsch-Katho- lieken zijn de woorden bekend, zooals men ze maalde aan de muren van zoo menige kerk, zooals men ze in ornamenten slin gerde langs zoo menige vrome prent: Gloria in excelsis Deo Et in terra pax Hominibus bonae voluntatis. „Getrouw vertaald is dit: „Eere zij God in den hooge, en op aarde vrede bij men- schen van goeden wil." Zoo vertaalden het dan ook de uitgevers van het mooie boekje der Canisiusvereeniging „De H. Evangeliën en de Handelingen der Apos telen". Bij diepgaand verschil in uitlegging waarover straks een woord komt de Roomsche lezing van den tekst toch ge heel overeen met de hedendaagsche Pro- testantsche of beter: met de hedendaag sche wetenschappelijke. De oud-Latijnsche vertaling blijkt in dit geval den zuiver- sten vorm van den Kersttekst te hebben bewaard, en de hymne der engelen is niet in drie, maar in twee maten te lezen, die parallelloopen in slag en tegenslag van hemel en aarde." Dat „diepgaand verschil in uitlegging" laten we daar, doch deze uiting in haar geheel vonden we te merkwaardig om haar niet onder de oogen onzer lezers te brengen. Let vooral op het door ons ge spatieerde verwijt „bedorven" aan 't adres der vertalers van den Statenbijbel met hun „welbehagen". Een vijftig jaar ge leden zou zoo'n stoutmoedige uiting den heer Hooykaas slecht bekomen zijn. Intusschen komt onwillekeurig de ge dachte bij ons op: als zoo'n bekende tekst al bedorven werd, hoe is 't dan wel met de overige gegaan bij de Statenvertaling! Nog even. Een enkele opmerking wenschen we nog vast te knoopen aan mr, Troelstra's jongste Kerstrede. Spr. ving ongeveer aldus aan: „Het vreeselijkste, wat deze oorlog bracht is de haat van volk tegen volk, de haat tusschen hen, die tot nog toe met elkander een groot vredesideaal najoegen, de zedelijke verwording en verwildering onder de menschen." Ziedaar een oordeel, waarbij wij ons gaarne aansluiten. Maar als dan de haat zoo'n vreeselijk iets is, waarom wordt dan toch door de socialisten zooveel klassenhaat aange kweekt. En waarom zooveel haat speciaal tegen de Christelijke partijen, hoewel ook deze toch ernstig medewerken tot verbe tering van het lot der minder bedeelden. Zoo ziet men weder, hoe weinig theorie en practijd bij mr. Troelstra in overeen stemming zijn. Indien zijn Kerstrede een betere zienswijze onder de zijnen mocht inluiden, het ware een heuglijk verschijn sel. We vreezen evenwel: de roode bewusten zijn al te lang en te fel tegen ons opge hitst om spoedig van zienswijze te kun nen veranderen. De Duitschers hebben op het Westelijk oorlogsterrein een aantal aanvallen afge slagen. Een Oostenrijksch commu niqué erkent dat de Russen in de Kar- pathen het offensief hervatten. De Duitschers in Frankrijk en Beigië. het Fransche communiqué van gis teren wordt gezegd: Wij gingen voort met ten Westen van Lombaertzijde voort te rukken en zijn thans aan den voet der duinen, waarop de vijand zijn verdedi gingslinie heeft opgericht. Ten Zuiden van Yperen, bij Hollebeke, hebben wij een bestanddeel van de loopgraven ver loren. In de omstreken van Lens, bij Carency, heeft de vijand voor onze aan vallen 800 meter loopgraven- voor onze eerste linie prijsgegeven. In de vallei van de Aisne en in Champagne heeft bij tus- sclienpoozen kanonvuur plaats, dat vooral hevig is in de omgeving van Reims en in die bij Perthes, waar de vijand het bij zonder gemunt heeft op de stellingen, die wij ten Westen van deze plaats veroverd hebben. Op de Maashoogten hebben wij over .het geheele.. front penip-A vnr-daxOti- gen gemaakt. In de Vogezen heeft de vij and het station van St. Dié gebombar deerd; het treinverkeer is echter niet on derbroken geworden. Uit het - groote Duitsche hoofdkwartier wordt gemeld over het westelijk oorlogs- tooneel: Bij Nieuwpoort hernieuwde de vijand zijne aanvalspogingen, dech zonder suc ces. Hij werd daarbij gesteund door het vuur van uit zee, doch ook dit bracht ons geen schade toe; slechts werden eenige bewoners van Westende gedood of ge wond. Ook de aanval van den vijand op het gehucht St. George, dat in officieele be richten als in Fransche handen wordt aangegeven, mislukte. Zuidelijk van Yperen werd door ons een vijandelijke loopgraaf genomen, waarbij een paar dozijn gevangenen in onze handen vielen. Herhaalde krachtige aanvallen in de streek ten Noordwesten van Atrecht wer den afgeslagen. Ten zuiden van Verdun herhaalde de vaijnd zijn aanvallen, zonder eenig suc ces Hetzelfde geschiedde bij zijn pogingen om de hoogte ten westen van Sennheim te heroveren. Een berichtgever seint uit Sluis aan het „Hbld.": Verscheiden Belgische soldaten, eergis teren te Brugge als gevangenen binnen gebracht, verklaarden bij eene voorpost verkenning bij Mariakerke gevangen ge nomen te zijn. Waarschijnlijk ligt de uiterste linie der geallieerden te Maria kerke dorp bij Middelkerke. Deze me- dedeeling zou dus de geruchten Bevesti gen omtrent den vooruitgang der ver bondenen ten N.O. van. Nieuwpoort. De voorwaartsche beweging bij Lom baertzijde werd, meldt de corr. uit Duin kerken van „De Tijd", ook in de Kerst dagen niet gestaakt, en de Fransche troe pen, met Engelschen versterkt, maakten wederom vorderingen en deden een ge slaagden aanval op de Duitsche stellin gen. Toch had alles meer 't karakter van „verontrusting" dan van een eigenlijken strijd. Er moest gehandeld worden uit voorzorg. Er mocht uit zelfbehoud den Duitschers geen gelegenheid geboden wor den tot het behalen van een enkel voor deel. Een groote strijd heeft zich niet ont wikkeld. Dat lag ook niet in het bedoe len, al was er geen formeele wapenstil stand gesloten. De Belgen zelf hebben zelfs zooveel als doenlijk was en overeen te brengen was met den krijgskundigen toestand, het Kerstfeest kunnen eerbie- digejn, naar ik vernam overeenkomstig den niet formeel uitsresDroken. maar door zijn omgeving toch genoegzaam gekenden wensch des konings. Het weder werkte overigens niet mede voor onmiddellijke gevechten. Het weer was somber, koud, vriezend, mistig. Des te moeilijker taak hadden onze schildwachten. Er waren er veel meer uitgezet dan gewoonlijk, omdat men den vijand niet vertrouwde. Van eenige voorbereidingen, om het Duitsche Kerstfeest in de loopgraven, zij het ook nog zoo simpelweg, te vieren, was te eenenmale niets bemerkt. En het vermoe den bestond, dat de Duitschers den Kerst nacht zouden gebruiken om ons te over- waren nog meerdere Belgen over water gekomen naar den rechteroever, orn het vaste punt aldaar verkregen te versterken en te bevestigen. De waakzaamheid der onzen moest dóAr vooral bijzonder groot zijn. In de verte, Zuidwaarts van Yperen, donderde het kanon in den Kerstnacht.... In het hoofdkwartier, in de achterwaarts liggende steden en dorpen, in Duinkerken zelf is de Kerstnacht eenvoudig, maar toch met zekere plechtigheid kunnen ge vierd worden, en talrijke andersdenken den, zelfs Oosterlingen, zag men de Kerst viering der Katholieken bijwonen. De Russen. De Oostenrijkers erkennen, dat de Rus sen de aanvallende beweging hebben her vat. Een officieel Oostenrijksch bericht luidt: Ten noorden van den Duklapas zijn onze troepen voor een aanval van de Rus sen op stellingen dichter bij den berg kam der Karpathen teruggeweken. Tus schen de Biala en Dunajas, in de Huck, ncord-oostelijk van Zakliczyn, werden zeer hevige aanvallen van den vijand af geslagen. Voor het overige heeft op het noordoostelijk oorlogstoonecl zich op ons front niets belangrijks voorgedaan. De H. Stoel en de Porte. De „Frankforten Ztg." verneemt uit Constantinopel: De ontvangst van den Apostolischen delegaat, Mgr. Dolci, door den sultan, mag worden beschouwd als een historisch feit van groote beteekenis. Zij had plaats als gevolg van den direc- ten accrediteeringsbrief van den Paus aan den sultan. Hiermede is de positie van het protectoraat over de katholieke christenen in het Oosten, welke Frankrijk sedert vele eeuwen innam, voor goed op geheven. Het Pausdom steunde tot nu toe, om zijn doeleinden te kunaen berei ken, op den sterken, wereldlijken arm vn Frankrijk, dat daardoor een geheel bijzondere positie verkreeg. Alle diploma tieke stappen tusschen de pauselijke kan selarij en de Porte, hadden telkens de me dewerking noodig van den Franschen ge zant en evenzoo hadden de ontvangsten van de afgezanten des Pausen naar den Sultan of Turksche autoriteiten plaats met behulp van de Fransche legatie. Uit wendig verkreeg deze Fransche protec- toraats-positie uitdrukking, doordat ui de katholieke kerken van het Oosten de Fran sche diplomatieke of consulaire vertegen woordigers een lioogen en afzonderlijken zetel innamen. Voor den Franschen in vloed was deze bijzondere positie van groote beteekenis. Vandaar kan men in de beëindiging van het Fransche protec toraat een harden slag zien voor Frank rijk. Met het capitulatierecht en het pro tectoraat verkreeg Frankrijk in den loop der eeuwen een overheerschende positie in Syrië, Palestina, en de Levant. Reide voordeelen worden door oorlog aan Frankrijk ontrukt, óók datgene, waarte gen Frankrijk zich steeds verzet heeft, n.l. een Turksch gezantschap hij den II. Stoel zal als gevolg van de benoeming van Mgr. Dolci weldra practisch worden verwezenlijkt. Xerstmis aan h etVaticaan. Op den vooravond van Kerstmis ontving" Z. H. de Paus in het vaticaan het II. Col lege van Kardinalen, dat zijn gelukwen- schen ter gelegenheid van het Kerstfeest kwam aanbieden. Tot de aanwezige 23 kar dinalen behoorden Z. Em. kardinaal van Rossum, de te Rome vertoevende bisschop pen en prelaten, Mgr. Wilpert, de abt-pri maat der Benedictijnen, vrijheer Von Stot- zingen, de Dominicanerpater Esser enz. Kardinaal Vine. Vannutelli las het adres van gelukwensching voor en bracht in dankbare herinnering de pogingen van Z. II. den Paus, om vrede te verkrijgen. Al was ook geen wapenstilstand verkregen, toch hoopte het II. College, dat de II. Stoel zijn bemoeiingen voor den vrede zou voort zetten. De Paus antwoordde met een lange toe spraak, die wij in haar geheel vinden afge drukt in de „Osservatore Romano" en waar uit wij hier het voornaamste laten volgen in aansluiting bij een reeds gegeven re sumé Z. II. dankte voor de uitgesproken wen schen en herdacht met woorden van lof zijn groóten voorganger Pius X. Voorts zeide hij, dat onder de wenschen van het II. College hem geen zoozeer welkom was op dit Kerstmisfeest, als de wensch naar vrede. Dezen wensch aanvaardde hij in het bij zonder, daartoe gedreven door de smarte lijke gebeurtenissen, die sedert vijf maan den de geheele wereld met droefheid ver vullen. De Voorzienigheid zeide Z. H. heeft Ons pontificaat geen troostende vooruitzichten gegeven, want, terwijl men den nieuwen Paus met vreugderoepen wil de begroeten, klonk wapengekletter hem tegemoet. Echter hebben Wij noch in het openbaar, noch langs particulieren weg eenig middel onbeproefd gelaten, opdat Onze raad, Onze wensch en Onze zorgen voor den vrede goede vruchten zouden voortbrengen. In dezen zin hebben Wij een wapenstilstand op Kerstmis willen voor slaan, in de hoop, dat men, ook al wordt het zwarte spook van den oorlog daarmede niet verbannen, dan toch minstens een weinig verademing en opbeuring zou wor den gebracht aan hen, die door den krijg zijn geslagen. Helaas, is deze christelijke wensch niet met goed gevolg bekroond ge worden. In de dierbare hoop, die Wij had den, om zooveel moeders en bruiden te troosten met de zekerheid, dat hun dierba ren tenminste niet x>p het uur van de Ge boorte des Heilands onder het lood zouden vallen! Wel heeft ons dit niet ontmoedigd, integendeel zullen Wij de pogingen om het einde van den oorlog te doen bespoedigen en de treurige gevolgen te verlichten, voort zetten, volgens het woord van den Profeet: „Claina ne cesses". Wij zijn niet zonder hoop op een goeden uitslag opgetreden, om een uitwisseling te verkrijgen van krijgsgevangenen, die voor verderen krijgsdienst ongeschikt zijn. Ook wenschen Wij, dat priesters, die de taal der gevangenen machtig zijn, aan dezen hunne diensten zullen verleenen, om hen te troos ten en de families te berichten, die bij ge brek aan berichten, zorgen en verdriet lijden. De Paus drukte ten slotte den wensch uit, dat de krijg spoedig moge eindigen en de regeerders evenals de volkeren naar do stern des engels luisteren zullen, die den vrede aankondigde in de velden van Beth lehem. Hij hoopte, dat God dezen wensch zou verhooren en verzocht te bidden, opdat zulks spoedig mocht geschieden. De Paus eindigde met de beste wenschen voor het II. College en verleende daarna den pause lijken zegen. Verschillende Oorlogs berichten. Oostenrijkers en Serviërs. Op het zui delijk oorlogstooncel heerscht, afgescheiden van eenige schermutselingen, volkomen rust. De Serviërs hebben weder de brug van Belgrado naar Semlin, over de Save, in de lucht laten vliegen. De rechten der neutralen. De corres pondent van de „Times" te Washington meldtDe regcering van Venezuela onder wierp aan liet bestuur van de pan-Ameri can Union het voorstel tot een internatio nale conferentie van alle neutrale volkoren tot overweging van een herziening van de voorschriften betreffende de rechten der. neutralen in oorlogstijd. Italiaansch schip aangehouden. N-rar uit Syraceise wordt geseind werd ondanks een vroeger protest van de Italiaansche re- geering op de vaart van Bengazi de 1 tali- FEUILLETON. In 's levens maalstroom. (Het autenrsreclit van deze vertaling is voorbehouden). - - -« 57) Zij is de volmaaktheid zelve, zoo be sloot hij, dat zij zoo. Maar 't is nu een maal gebleken, dat ik er de man niet naar ben, om met de volmaaktheid onder één dak te wonen. De dokter dacht na en Simon sloeg hem angstig gade. Ik ben te oud, zeide eindelijk de goe de man. Ik heb ook mijn gewoonten en mijn huishoudster speelt nog liever de baas, dan Rose; maar wat zegt gij van de Breault's? De Bréault's? Waarvoor? vroeg Montfort, zich weder opwindend. Voor ik u antwoord moet gij mij eerst eens zeggen, wat uw plannen betreffende Marcelle zijn? Ik heb geen plannen, antwoordde Monfort. Wel heb ik er zoo eens over ge dacht, haar op een kostschool te doen.... Zeer goed, zeide de dokter, goedkeu rend met het hoofd knikkend, een kost school te Barsy, niet waar? Er zijn er ge noeg hier. De keus zal lastig zijn. En gij, wat zult gij doen. Ik heb wel lust, Parijs te verlaten, antwoordde Simon aarzelend; als ik Mar celle op een kostschool doe, verdien ik niet. genoeg, om nog te kunnen sparen.... tiaar bruidschat is nog niet veel zaaks....,- die zou ik gaarne wat ronder maken.... Bovendien, zij zal mij niet meer noodig hebben; en als ik dan weg ben, zal ik haar niet zoo missen. Als gij haar nu heel ziek wilt ma ken, behoeft gij dat alles slechts aan 'naar te herhalen, zeide de dokter op strengen toon. Denkt gij, dat je dochter niet van je houdt? Denkt gij, dat zij zoo lang met u alleen hadt kunnen leven, beroofd van alles wat zij liefhad, zoo ze niet in u een vergoeding hadt gevonden voor wat ze miste? Zoudt ge denken? vroeg Montfort, be wogen en gevleid. Dat weet ge zelf ook wel! Dat teedere hart zou al voldoende onder uw vertrek lijden, zonder haar nog te bedroeven met de onrechtvaardigheid, die gij jegens haar hebt geuit. Als ik dan bleef? zeide Montfort aar zelend. Dan zoudt ge wat minder afgezon derd moeten leven, je in 't gemeenschap leven mengen, bezoeken afleggen en ont vangen, vriendinnen voor je dochter kie zen Ik zou het nooit kunnen! zuchtte Montfort ontmoedigd. Ik ben een soort wilde; ik ben niet g.eschikt voor dat le ven.... Het is dan maar beter dat ik heenga.... Gij behoeft volstrekt niet heen te gaan, zeide de dokter, vertrouwelijk zijn hand op Montfort's arm leggend. Doe haar eenvoudig op een kostschool.... En ik dan? Wat moet er dan van mij •worden? riep de arme vader uit, opstaan de. Ik, die aan haar gewoon ben geraakt» gewoon aan haar goedheid, haar vriende lijke zorgen, ik zou alleen in die enge wo ning achterblijven, waar zij mij des Zon dags zou komen bezoeken. Neen, mijnheer, als ik van mijn dochter scheid, zal het wezen om in volhardenden arbeid ver strooiing te zoeken; en de gedachte, dat ik voor haar arbeid, zal mij daarbij troos ten.... Maar ik zal terugkomen... van tijd tot tijd.... om te maken, dat zij mij niet vergeet en zij van mij blijft houden.... Hij Wet het hoofd op de borst zinken en wendde zich om.... De dokter eerbiedigde zijn aandoening; maar toen Montfort zich weder tot hem wendde, drukte hij hem stevig de hand. Gij zijt een degelijk man, zeide hij hem, en een goed vader. Heb maar een beetje geduld en ik ben er zeker van, dat gij het met Marcelle heel goed zult kun nen schikken... een of twee jaar zal vol doende zijn. Ik hoop het, zeide Montfort en die wensch kwam uit den grond zijns harten. HOOFDSTUK XXXVIII. Op de kostschool. Marcelle trad dan in een kostschool, niet zonder bittere tranen te storten, want zij beminde haar vader met die innige tee- derheid, welke zij in al hare genegenhe den legde. Om haar te lichter te overreden, had Montfort de noodzakelijkheid voorgewend van een reis naar Engeland, een reis, die nogal van langen duur zou kunnen zijn. Het jonge meisje had gehoorzaamd, want zij gehoorzaamde altijd, daar haar karakter evenveel wilskracht als onder werping bezat; maar haar gehoorzaam heid had haar heel wat tranen gekost. Na verloop van eenige weken geduren de welke Montfort iéderen Donderdag zijn dochter was komen bezoeken en des Zon dags met haar uit was gegaan, kondigde Simon een langdurige afwezigheid aan en stond zijn dochter toe uit te gaan in ge zelschap van Rose. In 't eerst sloeg Mar celle op deze toestemming zoo geen acht, maar bij nader inzien bleek deze haar een groote concessie van de zijde haars vaders. Rose toch nam haar mede naar de Breaults, waar zij al haar oude vrien den terug zag en nog een zuster van mijn heer Breault bovendien, wier hulp door Robert was ingeroepen om zijn juden va der gezelschap te houden en die zich in een zonderlinge genegenheid van Rose verheugde. Zii is het evenbeeld van mejuffrouw Hermine, zeide zij met vervoering. Marcelle was zeer verwonderd een lange magere figuur met glad gestreken haren voor. zich te zien en vroeg zich af, welke gelijkenis de goede dienstmaagd kon vin den tusschen deze dame, bij wie in alles de lengte zoo uitkwam, en de kleine, co quette gedaante van haar overleden vrien din. Maar zij bemerkte weldra dat de zedelijke overeenkomst Rose in de uiter lijke gelijkenis har bedrogen. Juffrouw Julie was niet romantisch, haar practi- sche geest bouwde geen luchtkasteelen; maar in zachtheid en aanvalligheid van karakter kwam zij inderdaad in meer dan een opziéht met juffrouw de Beaurenom overeen. 't Is een lam, zeide Rose. Is 't waar, tante, dat ge een lam zijt, vroeg Jules, die haar pcetekind was en die haar, uit kracht van dat voorrecht dikwijls plaagde, dat zij er het geduld schier bij verloor. Pas maar op, antwoordde zij, en ont houd dat ook woedende schapen zeer ge vaarlijk zijn. Deze onschuldige scherm jtselingen er- maakten mijnbeer Breault, die iets had weergevonden van de aangename gezel ligheid, welke ook voorheen zijn huis be zat toen het door cene vrouw werd be stuurd. Robert had nu meer tijd om to studee- ren. Jules gedroeg zich, ondanks de on dankbaarheid van zijn tong beter en hernam reeds gaandeweg do goede manle ren van een jongen man, die door inoe- dei'handcn wordt geleid*. 't Was in dit vernieuwde gezin, dat Marcelle door Rose werd binnengeleid. Een weinig teruggetrokken in het begin, werd zij weldra beste maatjes rnet juf frouw Julio en wist zij zich zoo nuttig cn aangenaam te maken voor iedereen, dat nanr de Zondag niet zoozeer otn zichzel- ven dan wel om haar bezoek werd uit gezien. Montfort wa3 niet teruggekomen, llij werkte ginds, aan de andera zijde van den Oceaan en verdiende enorme sommen naar hij schreef. Zijn brieven waren op gewekt, want hij gevoelde, dat zijn ar beid eens betere belooning zou vinden dan geld n.l. het geluk van zijn liaf kind.. (Wordt vcrvaJgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1