BUITENLAND.
De Oorlog.
6e JAARGANG.
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post fl.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 273 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
DINSDAG
29
DECEMBER.
1914.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel moer 15 cent.
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel moor 5 cent.
V De Kersttekst.
De verschillende vertalingen nagaande
van den Engelenzang, zegt de schrijver
der rubriek „Godsdienstig leven in Ne
derland" van 't „Hbld." ds. C. E. Ifooy-
kaas o. m.:
„Men is in dezen teruggekomen, althans
wat het spellen van den tekst betreft, op
de oude lezing, o.a. nog in de Vulgata, de
Roomsche bijbelvertaling in het Latijn,
bewaard, maar ten tijde van Luther en
de Statenvertalers bedorven. Immers,
uit het kerk-Latijn der Roomsch-Katho-
lieken zijn de woorden bekend, zooals men
ze maalde aan de muren van zoo menige
kerk, zooals men ze in ornamenten slin
gerde langs zoo menige vrome prent:
Gloria in excelsis Deo
Et in terra pax
Hominibus bonae voluntatis.
„Getrouw vertaald is dit: „Eere zij God
in den hooge, en op aarde vrede bij men-
schen van goeden wil." Zoo vertaalden
het dan ook de uitgevers van het mooie
boekje der Canisiusvereeniging „De H.
Evangeliën en de Handelingen der Apos
telen".
Bij diepgaand verschil in uitlegging
waarover straks een woord komt de
Roomsche lezing van den tekst toch ge
heel overeen met de hedendaagsche Pro-
testantsche of beter: met de hedendaag
sche wetenschappelijke. De oud-Latijnsche
vertaling blijkt in dit geval den zuiver-
sten vorm van den Kersttekst te hebben
bewaard, en de hymne der engelen is niet
in drie, maar in twee maten te lezen, die
parallelloopen in slag en tegenslag van
hemel en aarde."
Dat „diepgaand verschil in uitlegging"
laten we daar, doch deze uiting in haar
geheel vonden we te merkwaardig om
haar niet onder de oogen onzer lezers te
brengen. Let vooral op het door ons ge
spatieerde verwijt „bedorven" aan 't adres
der vertalers van den Statenbijbel met
hun „welbehagen". Een vijftig jaar ge
leden zou zoo'n stoutmoedige uiting den
heer Hooykaas slecht bekomen zijn.
Intusschen komt onwillekeurig de ge
dachte bij ons op: als zoo'n bekende tekst
al bedorven werd, hoe is 't dan wel met
de overige gegaan bij de Statenvertaling!
Nog even.
Een enkele opmerking wenschen we
nog vast te knoopen aan mr, Troelstra's
jongste Kerstrede.
Spr. ving ongeveer aldus aan:
„Het vreeselijkste, wat deze oorlog
bracht is de haat van volk tegen volk, de
haat tusschen hen, die tot nog toe met
elkander een groot vredesideaal najoegen,
de zedelijke verwording en verwildering
onder de menschen."
Ziedaar een oordeel, waarbij wij ons
gaarne aansluiten.
Maar als dan de haat zoo'n vreeselijk
iets is, waarom wordt dan toch door de
socialisten zooveel klassenhaat aange
kweekt. En waarom zooveel haat speciaal
tegen de Christelijke partijen, hoewel ook
deze toch ernstig medewerken tot verbe
tering van het lot der minder bedeelden.
Zoo ziet men weder, hoe weinig theorie
en practijd bij mr. Troelstra in overeen
stemming zijn. Indien zijn Kerstrede een
betere zienswijze onder de zijnen mocht
inluiden, het ware een heuglijk verschijn
sel.
We vreezen evenwel: de roode bewusten
zijn al te lang en te fel tegen ons opge
hitst om spoedig van zienswijze te kun
nen veranderen.
De Duitschers hebben op het Westelijk
oorlogsterrein een aantal aanvallen afge
slagen. Een Oostenrijksch commu
niqué erkent dat de Russen in de Kar-
pathen het offensief hervatten.
De Duitschers in Frankrijk
en Beigië.
het Fransche communiqué van gis
teren wordt gezegd: Wij gingen voort met
ten Westen van Lombaertzijde voort te
rukken en zijn thans aan den voet der
duinen, waarop de vijand zijn verdedi
gingslinie heeft opgericht. Ten Zuiden
van Yperen, bij Hollebeke, hebben wij
een bestanddeel van de loopgraven ver
loren. In de omstreken van Lens, bij
Carency, heeft de vijand voor onze aan
vallen 800 meter loopgraven- voor onze
eerste linie prijsgegeven. In de vallei van
de Aisne en in Champagne heeft bij tus-
sclienpoozen kanonvuur plaats, dat vooral
hevig is in de omgeving van Reims en in
die bij Perthes, waar de vijand het bij
zonder gemunt heeft op de stellingen, die
wij ten Westen van deze plaats veroverd
hebben. Op de Maashoogten hebben wij
over .het geheele.. front penip-A vnr-daxOti-
gen gemaakt. In de Vogezen heeft de vij
and het station van St. Dié gebombar
deerd; het treinverkeer is echter niet on
derbroken geworden.
Uit het - groote Duitsche hoofdkwartier
wordt gemeld over het westelijk oorlogs-
tooneel:
Bij Nieuwpoort hernieuwde de vijand
zijne aanvalspogingen, dech zonder suc
ces. Hij werd daarbij gesteund door het
vuur van uit zee, doch ook dit bracht ons
geen schade toe; slechts werden eenige
bewoners van Westende gedood of ge
wond.
Ook de aanval van den vijand op het
gehucht St. George, dat in officieele be
richten als in Fransche handen wordt
aangegeven, mislukte.
Zuidelijk van Yperen werd door ons
een vijandelijke loopgraaf genomen,
waarbij een paar dozijn gevangenen in
onze handen vielen.
Herhaalde krachtige aanvallen in de
streek ten Noordwesten van Atrecht wer
den afgeslagen.
Ten zuiden van Verdun herhaalde de
vaijnd zijn aanvallen, zonder eenig suc
ces Hetzelfde geschiedde bij zijn pogingen
om de hoogte ten westen van Sennheim
te heroveren.
Een berichtgever seint uit Sluis aan
het „Hbld.":
Verscheiden Belgische soldaten, eergis
teren te Brugge als gevangenen binnen
gebracht, verklaarden bij eene voorpost
verkenning bij Mariakerke gevangen ge
nomen te zijn. Waarschijnlijk ligt de
uiterste linie der geallieerden te Maria
kerke dorp bij Middelkerke. Deze me-
dedeeling zou dus de geruchten Bevesti
gen omtrent den vooruitgang der ver
bondenen ten N.O. van. Nieuwpoort.
De voorwaartsche beweging bij Lom
baertzijde werd, meldt de corr. uit Duin
kerken van „De Tijd", ook in de Kerst
dagen niet gestaakt, en de Fransche troe
pen, met Engelschen versterkt, maakten
wederom vorderingen en deden een ge
slaagden aanval op de Duitsche stellin
gen. Toch had alles meer 't karakter van
„verontrusting" dan van een eigenlijken
strijd. Er moest gehandeld worden uit
voorzorg. Er mocht uit zelfbehoud den
Duitschers geen gelegenheid geboden wor
den tot het behalen van een enkel voor
deel. Een groote strijd heeft zich niet ont
wikkeld. Dat lag ook niet in het bedoe
len, al was er geen formeele wapenstil
stand gesloten. De Belgen zelf hebben
zelfs zooveel als doenlijk was en overeen
te brengen was met den krijgskundigen
toestand, het Kerstfeest kunnen eerbie-
digejn, naar ik vernam overeenkomstig
den niet formeel uitsresDroken. maar door
zijn omgeving toch genoegzaam gekenden
wensch des konings. Het weder werkte
overigens niet mede voor onmiddellijke
gevechten. Het weer was somber, koud,
vriezend, mistig. Des te moeilijker taak
hadden onze schildwachten. Er waren er
veel meer uitgezet dan gewoonlijk, omdat
men den vijand niet vertrouwde. Van
eenige voorbereidingen, om het Duitsche
Kerstfeest in de loopgraven, zij het ook
nog zoo simpelweg, te vieren, was te
eenenmale niets bemerkt. En het vermoe
den bestond, dat de Duitschers den Kerst
nacht zouden gebruiken om ons te over-
waren nog meerdere Belgen over water
gekomen naar den rechteroever, orn het
vaste punt aldaar verkregen te versterken
en te bevestigen. De waakzaamheid der
onzen moest dóAr vooral bijzonder groot
zijn. In de verte, Zuidwaarts van Yperen,
donderde het kanon in den Kerstnacht....
In het hoofdkwartier, in de achterwaarts
liggende steden en dorpen, in Duinkerken
zelf is de Kerstnacht eenvoudig, maar
toch met zekere plechtigheid kunnen ge
vierd worden, en talrijke andersdenken
den, zelfs Oosterlingen, zag men de Kerst
viering der Katholieken bijwonen.
De Russen.
De Oostenrijkers erkennen, dat de Rus
sen de aanvallende beweging hebben her
vat.
Een officieel Oostenrijksch bericht luidt:
Ten noorden van den Duklapas zijn
onze troepen voor een aanval van de Rus
sen op stellingen dichter bij den berg
kam der Karpathen teruggeweken. Tus
schen de Biala en Dunajas, in de Huck,
ncord-oostelijk van Zakliczyn, werden
zeer hevige aanvallen van den vijand af
geslagen. Voor het overige heeft op het
noordoostelijk oorlogstoonecl zich op ons
front niets belangrijks voorgedaan.
De H. Stoel en de Porte.
De „Frankforten Ztg." verneemt uit
Constantinopel: De ontvangst van den
Apostolischen delegaat, Mgr. Dolci, door
den sultan, mag worden beschouwd als
een historisch feit van groote beteekenis.
Zij had plaats als gevolg van den direc-
ten accrediteeringsbrief van den Paus
aan den sultan. Hiermede is de positie
van het protectoraat over de katholieke
christenen in het Oosten, welke Frankrijk
sedert vele eeuwen innam, voor goed op
geheven. Het Pausdom steunde tot nu
toe, om zijn doeleinden te kunaen berei
ken, op den sterken, wereldlijken arm
vn Frankrijk, dat daardoor een geheel
bijzondere positie verkreeg. Alle diploma
tieke stappen tusschen de pauselijke kan
selarij en de Porte, hadden telkens de me
dewerking noodig van den Franschen ge
zant en evenzoo hadden de ontvangsten
van de afgezanten des Pausen naar den
Sultan of Turksche autoriteiten plaats
met behulp van de Fransche legatie. Uit
wendig verkreeg deze Fransche protec-
toraats-positie uitdrukking, doordat ui de
katholieke kerken van het Oosten de Fran
sche diplomatieke of consulaire vertegen
woordigers een lioogen en afzonderlijken
zetel innamen. Voor den Franschen in
vloed was deze bijzondere positie van
groote beteekenis. Vandaar kan men in
de beëindiging van het Fransche protec
toraat een harden slag zien voor Frank
rijk. Met het capitulatierecht en het pro
tectoraat verkreeg Frankrijk in den loop
der eeuwen een overheerschende positie
in Syrië, Palestina, en de Levant. Reide
voordeelen worden door oorlog aan
Frankrijk ontrukt, óók datgene, waarte
gen Frankrijk zich steeds verzet heeft,
n.l. een Turksch gezantschap hij den II.
Stoel zal als gevolg van de benoeming
van Mgr. Dolci weldra practisch worden
verwezenlijkt.
Xerstmis aan h etVaticaan.
Op den vooravond van Kerstmis ontving"
Z. H. de Paus in het vaticaan het II. Col
lege van Kardinalen, dat zijn gelukwen-
schen ter gelegenheid van het Kerstfeest
kwam aanbieden. Tot de aanwezige 23 kar
dinalen behoorden Z. Em. kardinaal van
Rossum, de te Rome vertoevende bisschop
pen en prelaten, Mgr. Wilpert, de abt-pri
maat der Benedictijnen, vrijheer Von Stot-
zingen, de Dominicanerpater Esser enz.
Kardinaal Vine. Vannutelli las het adres
van gelukwensching voor en bracht in
dankbare herinnering de pogingen van Z.
II. den Paus, om vrede te verkrijgen. Al
was ook geen wapenstilstand verkregen,
toch hoopte het II. College, dat de II. Stoel
zijn bemoeiingen voor den vrede zou voort
zetten.
De Paus antwoordde met een lange toe
spraak, die wij in haar geheel vinden afge
drukt in de „Osservatore Romano" en waar
uit wij hier het voornaamste laten volgen
in aansluiting bij een reeds gegeven re
sumé
Z. II. dankte voor de uitgesproken wen
schen en herdacht met woorden van lof zijn
groóten voorganger Pius X. Voorts zeide
hij, dat onder de wenschen van het II.
College hem geen zoozeer welkom was op
dit Kerstmisfeest, als de wensch naar vrede.
Dezen wensch aanvaardde hij in het bij
zonder, daartoe gedreven door de smarte
lijke gebeurtenissen, die sedert vijf maan
den de geheele wereld met droefheid ver
vullen. De Voorzienigheid zeide Z. H.
heeft Ons pontificaat geen troostende
vooruitzichten gegeven, want, terwijl men
den nieuwen Paus met vreugderoepen wil
de begroeten, klonk wapengekletter hem
tegemoet. Echter hebben Wij noch in het
openbaar, noch langs particulieren weg
eenig middel onbeproefd gelaten, opdat
Onze raad, Onze wensch en Onze zorgen
voor den vrede goede vruchten zouden
voortbrengen. In dezen zin hebben Wij een
wapenstilstand op Kerstmis willen voor
slaan, in de hoop, dat men, ook al wordt
het zwarte spook van den oorlog daarmede
niet verbannen, dan toch minstens een
weinig verademing en opbeuring zou wor
den gebracht aan hen, die door den krijg
zijn geslagen. Helaas, is deze christelijke
wensch niet met goed gevolg bekroond ge
worden. In de dierbare hoop, die Wij had
den, om zooveel moeders en bruiden te
troosten met de zekerheid, dat hun dierba
ren tenminste niet x>p het uur van de Ge
boorte des Heilands onder het lood zouden
vallen! Wel heeft ons dit niet ontmoedigd,
integendeel zullen Wij de pogingen om het
einde van den oorlog te doen bespoedigen
en de treurige gevolgen te verlichten, voort
zetten, volgens het woord van den Profeet:
„Claina ne cesses".
Wij zijn niet zonder hoop op een goeden
uitslag opgetreden, om een uitwisseling te
verkrijgen van krijgsgevangenen, die voor
verderen krijgsdienst ongeschikt zijn. Ook
wenschen Wij, dat priesters, die de taal der
gevangenen machtig zijn, aan dezen hunne
diensten zullen verleenen, om hen te troos
ten en de families te berichten, die bij ge
brek aan berichten, zorgen en verdriet
lijden.
De Paus drukte ten slotte den wensch uit,
dat de krijg spoedig moge eindigen en de
regeerders evenals de volkeren naar do
stern des engels luisteren zullen, die den
vrede aankondigde in de velden van Beth
lehem. Hij hoopte, dat God dezen wensch
zou verhooren en verzocht te bidden, opdat
zulks spoedig mocht geschieden. De Paus
eindigde met de beste wenschen voor het
II. College en verleende daarna den pause
lijken zegen.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Oostenrijkers en Serviërs. Op het zui
delijk oorlogstooncel heerscht, afgescheiden
van eenige schermutselingen, volkomen
rust. De Serviërs hebben weder de brug
van Belgrado naar Semlin, over de Save,
in de lucht laten vliegen.
De rechten der neutralen. De corres
pondent van de „Times" te Washington
meldtDe regcering van Venezuela onder
wierp aan liet bestuur van de pan-Ameri
can Union het voorstel tot een internatio
nale conferentie van alle neutrale volkoren
tot overweging van een herziening van de
voorschriften betreffende de rechten der.
neutralen in oorlogstijd.
Italiaansch schip aangehouden. N-rar
uit Syraceise wordt geseind werd ondanks
een vroeger protest van de Italiaansche re-
geering op de vaart van Bengazi de 1 tali-
FEUILLETON.
In 's levens maalstroom.
(Het autenrsreclit van deze vertaling is
voorbehouden). - - -«
57)
Zij is de volmaaktheid zelve, zoo be
sloot hij, dat zij zoo. Maar 't is nu een
maal gebleken, dat ik er de man niet naar
ben, om met de volmaaktheid onder één
dak te wonen.
De dokter dacht na en Simon sloeg
hem angstig gade.
Ik ben te oud, zeide eindelijk de goe
de man. Ik heb ook mijn gewoonten en
mijn huishoudster speelt nog liever de
baas, dan Rose; maar wat zegt gij van
de Breault's?
De Bréault's? Waarvoor? vroeg
Montfort, zich weder opwindend.
Voor ik u antwoord moet gij mij eerst
eens zeggen, wat uw plannen betreffende
Marcelle zijn?
Ik heb geen plannen, antwoordde
Monfort. Wel heb ik er zoo eens over ge
dacht, haar op een kostschool te doen....
Zeer goed, zeide de dokter, goedkeu
rend met het hoofd knikkend, een kost
school te Barsy, niet waar? Er zijn er ge
noeg hier. De keus zal lastig zijn. En gij,
wat zult gij doen.
Ik heb wel lust, Parijs te verlaten,
antwoordde Simon aarzelend; als ik Mar
celle op een kostschool doe, verdien ik
niet. genoeg, om nog te kunnen sparen....
tiaar bruidschat is nog niet veel zaaks....,-
die zou ik gaarne wat ronder maken....
Bovendien, zij zal mij niet meer noodig
hebben; en als ik dan weg ben, zal ik haar
niet zoo missen.
Als gij haar nu heel ziek wilt ma
ken, behoeft gij dat alles slechts aan 'naar
te herhalen, zeide de dokter op strengen
toon. Denkt gij, dat je dochter niet van je
houdt? Denkt gij, dat zij zoo lang met u
alleen hadt kunnen leven, beroofd van
alles wat zij liefhad, zoo ze niet in u een
vergoeding hadt gevonden voor wat ze
miste?
Zoudt ge denken? vroeg Montfort, be
wogen en gevleid.
Dat weet ge zelf ook wel! Dat teedere
hart zou al voldoende onder uw vertrek
lijden, zonder haar nog te bedroeven met
de onrechtvaardigheid, die gij jegens haar
hebt geuit.
Als ik dan bleef? zeide Montfort aar
zelend.
Dan zoudt ge wat minder afgezon
derd moeten leven, je in 't gemeenschap
leven mengen, bezoeken afleggen en ont
vangen, vriendinnen voor je dochter kie
zen
Ik zou het nooit kunnen! zuchtte
Montfort ontmoedigd. Ik ben een soort
wilde; ik ben niet g.eschikt voor dat le
ven.... Het is dan maar beter dat ik
heenga....
Gij behoeft volstrekt niet heen te
gaan, zeide de dokter, vertrouwelijk zijn
hand op Montfort's arm leggend. Doe haar
eenvoudig op een kostschool....
En ik dan? Wat moet er dan van mij
•worden? riep de arme vader uit, opstaan
de. Ik, die aan haar gewoon ben geraakt»
gewoon aan haar goedheid, haar vriende
lijke zorgen, ik zou alleen in die enge wo
ning achterblijven, waar zij mij des Zon
dags zou komen bezoeken. Neen, mijnheer,
als ik van mijn dochter scheid, zal het
wezen om in volhardenden arbeid ver
strooiing te zoeken; en de gedachte, dat ik
voor haar arbeid, zal mij daarbij troos
ten.... Maar ik zal terugkomen... van tijd
tot tijd.... om te maken, dat zij mij niet
vergeet en zij van mij blijft houden....
Hij Wet het hoofd op de borst zinken en
wendde zich om....
De dokter eerbiedigde zijn aandoening;
maar toen Montfort zich weder tot hem
wendde, drukte hij hem stevig de hand.
Gij zijt een degelijk man, zeide hij
hem, en een goed vader. Heb maar een
beetje geduld en ik ben er zeker van, dat
gij het met Marcelle heel goed zult kun
nen schikken... een of twee jaar zal vol
doende zijn.
Ik hoop het, zeide Montfort en die
wensch kwam uit den grond zijns harten.
HOOFDSTUK XXXVIII.
Op de kostschool.
Marcelle trad dan in een kostschool,
niet zonder bittere tranen te storten, want
zij beminde haar vader met die innige tee-
derheid, welke zij in al hare genegenhe
den legde.
Om haar te lichter te overreden, had
Montfort de noodzakelijkheid voorgewend
van een reis naar Engeland, een reis, die
nogal van langen duur zou kunnen zijn.
Het jonge meisje had gehoorzaamd,
want zij gehoorzaamde altijd, daar haar
karakter evenveel wilskracht als onder
werping bezat; maar haar gehoorzaam
heid had haar heel wat tranen gekost.
Na verloop van eenige weken geduren
de welke Montfort iéderen Donderdag zijn
dochter was komen bezoeken en des Zon
dags met haar uit was gegaan, kondigde
Simon een langdurige afwezigheid aan en
stond zijn dochter toe uit te gaan in ge
zelschap van Rose. In 't eerst sloeg Mar
celle op deze toestemming zoo geen acht,
maar bij nader inzien bleek deze haar
een groote concessie van de zijde haars
vaders. Rose toch nam haar mede naar
de Breaults, waar zij al haar oude vrien
den terug zag en nog een zuster van mijn
heer Breault bovendien, wier hulp door
Robert was ingeroepen om zijn juden va
der gezelschap te houden en die zich in
een zonderlinge genegenheid van Rose
verheugde.
Zii is het evenbeeld van mejuffrouw
Hermine, zeide zij met vervoering.
Marcelle was zeer verwonderd een lange
magere figuur met glad gestreken haren
voor. zich te zien en vroeg zich af, welke
gelijkenis de goede dienstmaagd kon vin
den tusschen deze dame, bij wie in alles
de lengte zoo uitkwam, en de kleine, co
quette gedaante van haar overleden vrien
din. Maar zij bemerkte weldra dat de
zedelijke overeenkomst Rose in de uiter
lijke gelijkenis har bedrogen. Juffrouw
Julie was niet romantisch, haar practi-
sche geest bouwde geen luchtkasteelen;
maar in zachtheid en aanvalligheid van
karakter kwam zij inderdaad in meer dan
een opziéht met juffrouw de Beaurenom
overeen.
't Is een lam, zeide Rose.
Is 't waar, tante, dat ge een lam
zijt, vroeg Jules, die haar pcetekind was
en die haar, uit kracht van dat voorrecht
dikwijls plaagde, dat zij er het geduld
schier bij verloor.
Pas maar op, antwoordde zij, en ont
houd dat ook woedende schapen zeer ge
vaarlijk zijn.
Deze onschuldige scherm jtselingen er-
maakten mijnbeer Breault, die iets had
weergevonden van de aangename gezel
ligheid, welke ook voorheen zijn huis be
zat toen het door cene vrouw werd be
stuurd.
Robert had nu meer tijd om to studee-
ren. Jules gedroeg zich, ondanks de on
dankbaarheid van zijn tong beter en
hernam reeds gaandeweg do goede manle
ren van een jongen man, die door inoe-
dei'handcn wordt geleid*.
't Was in dit vernieuwde gezin, dat
Marcelle door Rose werd binnengeleid.
Een weinig teruggetrokken in het begin,
werd zij weldra beste maatjes rnet juf
frouw Julio en wist zij zich zoo nuttig cn
aangenaam te maken voor iedereen, dat
nanr de Zondag niet zoozeer otn zichzel-
ven dan wel om haar bezoek werd uit
gezien.
Montfort wa3 niet teruggekomen, llij
werkte ginds, aan de andera zijde van
den Oceaan en verdiende enorme sommen
naar hij schreef. Zijn brieven waren op
gewekt, want hij gevoelde, dat zijn ar
beid eens betere belooning zou vinden dan
geld n.l. het geluk van zijn liaf kind..
(Wordt vcrvaJgd.)