Derde Blad.
6e JAARGANG. No. 1583
^)e£cl€belve(Sou^cmt
Donderdag 24December 1914
Uit de Pers.
Vredes-klanken.
In het „Vaderland" stelt generaal
Staal het volgende alternatief: óf alsnog
partij te kiezen in den oorlog en zich dus
bij een der oorlogvoerende machten aan
te sluiten óf al het mogelijke te doen om
langs vredelievenden weg een spoedig
eindje van den oorlog te bevorderen. Het
eerste acht hij „op dit oogenblik uitgeslo
ten; de aanleiding ontbreekt, de oorlog
voerenden hebben onze onzijdigheid geëer
biedigd en het zou dus niet eerlijk zijn in
die omstandigheden partij te kiezen.
Rest alzoo het tweede: dan maar een
vredesgebaarl
De „Nieuwe Crt." teekent hierbij aan:
Gevoelt men de volkomen ongelijkwaar
digheid der beide deelen van het alterna
tief?
Deelneming aan den oorlog zou een
daad zijn, uitsluitend te rechtvaardigen,
door gebiedend nationaal eigenbelang;
geen andere overweging, van welken
aard ook,zou onze Regeering daartoe mo
gen doen besluiten. Een poging tot vre-
desherstel tusschen anderen echter, ver
liest alle waarde, zoodra zij het eigen be
lang van den vredestichter bedoelt. Zij
is dan geen „offer van Nederland aan den
vrede", maar een bede aan de vechten
den om- een offer te brengen aan Neder
land.
De generaal erkent het met ronde woor
den, blijkbaar zonder in te zier. dat hij
daardoor zijn voorstel zelfs van den
zwaksten glans van edelmoedigheid be
rooft. Zouden de strijdenden zoo vraagt
hij „ook maar met eenige schadüw van
recht, of wil men liever billijkheid, kun
nen eischen, dat de lijdende kleine staten
de lammerighead of de lamlendigheid
zóóver hebben te drijven, dat ze niets eens
hun lijden mogen openbaren en op grond
van dat lijden een eind trachten te ma
ken aan den reuzenstrijd?"
Inderdaad, zóó en niet anders zou Ne-
derland's „offer", terecht, begrepen wor-
den door de oorlogvoerenden, wien we het
kwamen aanbieden. Onder een idealistic
schen schijn zouden wij, uit den gevaarlij
ken hoek tredend waarin wij sterk en
stil tot heden op wacht stonden, tot hen
komen zeggen:
En het blad vervolgd dan verder
Voor den vrede kan Nederland mis
schien iiJts_doen misschien wanneer
de strijdenden tot het sluiten van vrede
vrijwillig of gedwongen hebben besloten.
Het zou thans iets kunnen doen mis
schien indien het, in*Europa, de macht
van Amerika had.
De generaal heeft op een initiatief van
Amerika gehoopt, „totdat bleek dat (het
volk van) de Vereenigde Staten, hoewel
neutraal, zóó partijdig (is) vóór de Ver
bondenen en tegen de Duitschers, dat de
vertegenwoordiger van dat volk niet meer
viel te beschouwen als een aangewezen
bemiddelaar." Hoe bleek hem dat? Be
reikt het geluid van Amerika ons langs
andere dan Engelsche kabels? En staat
de neutraliteit van ons volk, missend
Amerika's macht, bij de strijdenden bui
ten alle verdenking? Of toornt men, nu
eens. in Duitschland, over onze stemming,
klaagt men dan weer, in Frankrijk, ons
aan als een stille vennoot des vijands,
trekt men aanhoudend, in Engeland, de
onzijdigheid van onzen handel in twijfel?
Wie ook de „aangewezen bemiddelaar"
zijn moge wij, op het gevaarlijkste punt
van Europa, niet.
Moge het Nederland beschoren zijn zich
dóór te handhaven zoolang het kan
het geweer bij den voet, als het moet van
zich afslaand. Binnen onze grenzen ligt,
zoolang de storm om ons heen raast, heel
onze taak.
Voor ons géén utopie.
De „Standaard" driestart:
Van meer dan één kant is 't voorge
steld, alsof de leening ons nu juist gaf wat
van Antirevolutionaire zijde gewenscht
was.
Dit is niet zoo.
Zeker drongen we er van meet af op
aan, dat op dit oogenblik, zoolang de
vrede niet hersUld was, en uit dien hoof
de de abnormale toestand voortduurde, in
geen geval tot heffing zou worden overge
gaan. Dat spreekt zoo vanzelf, dat men
zich verbazen moet, hoe niet alleen een
enkel publicist, maar zelfs Staatslieden
van professie een advies geven dorsten.
Het gezond verstand heeft dan ook ge
triomfeerd, de leening is met 3 x 20 stem
men doorgegaan tegen even 1/3.
Doch hieruit volgt in het minst niet, dat
't daarom voor 't geheel liep, gelijk wij ge
wenscht hadden.
Het lacht ons toe, dat de nu aan te gane
schuld niet eenvoudig bij de Staatsschuld
gevoegd werd om op langen termijn te
loopen, maar op zich zelf bleef en in korten
termijn zou worden afgedaan. Maar tus
schen kort en kort kan verschil zijn. Twin
tig jaar is kort, maar als de vrede her
steld is, kan binnen drie, vier jaren de
Beurs weer geheel op streek komen, zoo
liier als in 't Buitenland, en dan leek 't
ons geraden toe, zoodra 't goedschiks kon,
deze schuld uit de wereld te helpen.
Dit nu ligt niet in de gevallen beslissing.
Wei zal voor 1 Jan. 1914 de dekking her
zien worden, maar de Minister van Finan
ciën hield aan zijn 20 jaren vast. Dit nu
lachte ons niet toe, en een goede kans om
op korten termijn neer te komen, mits de
vrede hersteld was, zouden we toejuichen.
Wel toch heeft de Minister terecht er op
gewezen, dat ons, evenals na de gebeurte
nissen van 1813, 183039, en van 1870, ook
nu een bedenkelijke crisis te wachten kan
staan, maar in 1840 is die fatale crisis
eerst 7 8 jaar later uitgebroken, onder
wijl er een periode voorafging van merk
baren vooruitgang.
Dit nu kan ook thans zoo loopen.
De weeromstoot kan na den vrede een
voorspoediger periode doen volgen. En
waarom zou daarvan niet gebruik kunnen
gemaakt worden, om deze extra-ordinaire
schuld op extra-ordinaire wijze te delgen?
Gemengde berichten.
Een valsche munter. Maandagavond
werd in beschonken toestand op het poli
tiebureau Lange Torenstraat te Rotter
dam eebracht een straatkoopman. Op
hem werden bevonden een aantal valsche
geldstukken, als guldens, kwartjes, dub
beltjes en nikkelen stuivers.
Een onderzoek in zijn woning in de Ba-
gijnestraat leidde tot de ontdekking van
twee matrijzen tot het vervaardigen van
valsch geld. Er is nog niet kunnen ge
constateerd worden, dat hij het geld
reeds_ had uitgegeven. Hij zeide dat hij
het maar voor liefhebberij deed.
Een hondderdjarige en familie. Den
26en December e.k. kan de wed. B. Oude
Groen te Hengelo haar lOOen verjaardag
vieren. Zij is inwonende bij haar oudste
dochter, die 74 jaren telt en wier echtge
noot den leeftijd van 84 jaren heeft be
reikt. Voorts is in het gezin opgenomen
een kleindochter van de 100-jarige met
haar kinderen, zoodat het betrokken ge
zin uit vier geslachten bestaat. Het oudje
heeft nog drie kinderen, 1 zoon en 2 doch
ters, in leven, benevens 2 behuwdzoons,
51 kleinkinderen, 115 achter-kleinkinderen
en 1 achter-achterkleinkind.
Een meisje vermist. In den avond
van 29 November, ongeveer 8 uur, heeft
Nelly Ansink, in dienst bij mevrouw
Heendermann, Keizersgracht 120, te Am
sterdam. in moedelooze stemming haar
dienst verlaten om een paar brieven te
oosten en is sinds niet teruggekeerd. Uit
achtergelaten en verzonden brieven bleek
dat ze levensmoede was.
Signalement: slank gebouwd, haar en
wenbrauwen blond, oogen blauw, gezicht
vol, knap uiterlijk, gekleed in blauw che
viot rok met wit wollen blouse met roode
zijde afgezet, vermoedelijk grijze doek,
bruine rijglaarsjes.
Haar ouders verzoeken opsporing of in
lichtingen aan H. J. Ansink, te Aalten,
of bij de politie te Amsterdam.
Een Zeppelin. Men seint uit Vlieland:
Gistermiddag ongeveer 1 uur passeerde
boven Vlieland een Zeppelin, komende uit
het Westen. Het luchtschip verdween in
N.-O. richting.
Inbraak in een kazerne. In de can-
tine van de infanteriekazerne te Haarlem
is ingebroken. Eenige laden .zijn geopend
en een bedrag van f 20 is ontvreemd. Het
is niet de eerste keer, dat in deze kazerne
diefstal wordt gepleegd. Thans heeft een
onderzoek uitgemaakt, dat „men" (dief
of dieven) van buiten af is ingekomen: op
de achterplaats was een ruit uitgesneden.
Branden. Men meldt uit Apeldoorn
Na een kleinen brand in den stoomhout-
zagerij van de firma De Boer en Boersma
ontstond Dinsdagavond ongeveer half ze
ven in de voorkamer van R. v. W., woon
achtig in de Klompstraat, een brand,
welke door de overburen het eerst was
ontdekt, een brand, die zoo snel om zich
heen greep, dat binnen korten tijd niet
alleen de woning was uitgebrand en de
muren waren ingestort, maar de gansche
inboedel door het vuur was verteerd. Een
half uur vóór de brand werd ontdekt, was
van W. nog ten zijnent geweest (zijn ge
zin bevond zich bij de overburen), doch
had geen onraad ontdekt. De gealarmeerde
brandweer kon niets meer redden.
Te Moergestel is de oud-looierij van
den heer C. Mathijssen, thans behoorende
aan den heer P. Nagel, tot den grond toe
afgebrand. Het gebouw deed weinig
dienst, doch diende sinds de mobilisatie
voor wacht der militairen. Verzekering
dekt de schade.
Dinsdagavond is door het omvallen
van een petroleumlamp afgebrand do ar
beiderswoning van en bewoond door C,.
Pieters, staande op den Lljnderdijk van
don Haarlernmermeerpolder bij Halfweg;
van den inboedel is niets gered. Verzeke
ring dekt de schade.
Bagagebehandeling. Met betrekking
tot de kwestie van witkielen en hotelcon
ducteurs is het misschien van belang te
weten hoe volgens een medewerker van
„Das Hotel" de behandeling van bagage in
de Vereenigde Staten plaats heeft.
Komt daar een gast aan dan geeft hij
aan den page een koper nummerplaatje,
dat door het kantoor der Express Company
in ontvangst genomen wordt en aan het
station wordt ingeleverd tegen afgifte der
betrokken bagage. De Express Company
brengt dan de koffers ter bestemming,
daar het hotel bijna nooit een omnibus of
vrachtwagen heeft, althans niet in de groote
steden. Dit systeem, dat voor reiziger en
hotelhouder van groot gemak is, werd in
1839 voor het eerst toegepast. Thans heeft
de maatschappij bijkantoren en agenten in
ruim 400 steden en behandelt een trans
port van 10 millioen dollars per dag ook
van geld en geldswaarde voor banken,
waarbij zij 1830 cent per 1000 dollars
rekent naar gelang van den afstand.
Wenscht de reiziger te vertrekken, dan
toont hij zijn biljet aan den agent der
Express Cy., geeft zijn bagage en deelt mede
in welk hotel op de plaats van bestemming
hij denkt te verblijven. Hij ontvangt het
koperen plaatje, waarvan een duplicaat
aan de bagage wordt bevestigd. De Ex
press Cy. en de spoorwegmaatschappij doen
de rest. Het verzenden van reizigersgoed
op deze manier kost steeds één dollar, n.l.
voor het bezorgen van hotel tot trein en
omgekeerd. Het spoorvervoer van bagage
is vrij.
Reist men niet mee, dan wordt het ver
zenden duur, daar dan natuurlijk wél spoor-
vracht berekend wordt en tegen een niet
laag tarief.
De hotelhouder heeft zich dus nergens
mede te bemoeien en draagt geenerlei ver
antwoordelijkheid, terwijl de gast voor een
(Amerikaansch) luttel bedrag van alles af
is, zijn bagage direct bij aankomst ter be
schikking heeft en bij behoorlijke inschrij
ving der bagage met een groot lichaam te
maken heeft, bereid om in geval van be
schadiging, vertraging of verlies het gele
den nadeel te vergoeden, hetgeen in den
prijs is inbegrepen.
De cheques der Express Company en het
geheele credietsysteem door haar inge
voerd zullen aan de meeste leden wel be
kend zijn.
„Hotelbedrijf".
Aardige Bijzonderheid. In de verga
dering der Tweede Kamer deed zich, na de
discussie over een principieele kwestie,
waarbij het ging om een gulden, welken
gulden de sbciaal-democraten, blijkens een
door een hunner ingediend amendement
niet aan de Regeering wilden toestaan, de
aardige bijzonderheid voor, dat een der
medestanders van den Regeeringspost aan
den sociaal-democratischen afgevaardigde,
den heer Duys, een gulden ter hand stel
de, welke zilverling hierop dadelijk door
den heer Duys bij zijn medeafgevaardigde,
Jhr. Mr. Van Doorn, in diens qualiteit
van penningmeester van het Koninklijk
Nationaal Steuncomité werd geofferd, ten
behoeve van dat Comité.
De onverwachte, dus extra-parlementaire
gave, werd door laatstgenoemde dankbaar
aanvaard.
Verdachte wegwijzers? Te Middelburg
is in beslag genomen een reclameplaat voor
kinawijn, waarop aanwijzingen zouden
staan omtrent wegen, geschikt voor mili
tairen. De plaat is afkomstig van een
firma te Gent.
De „Telegr." meldt:
Op den straatweg van Apeldoorn naar
Arnhem bij het dorp Beekbergen werden,
aan de herberg van een zekeren Peters,
groote borden van de Continental Caout
chouc und Gutta Percha-Cie. te Hannover
gespijkerd. De herberg ligt bij een drie
sprong, waar tot begin Augustus een wij
zer van den A.N.W.B. de richting aangaf.
Deze taak nam de Duitsche autobanden-
fabriek met hare reclame welwillend op
zich. Op drie borden waren namelijk schel
blauwe banden met witten rand geschil
derd en daarin prijkten met koeien van
letters de woorden Deventer, Apeldoorn en
Arnhem. Pijlen gaven de richting aan, die
moest worden ingeslagen, om de genoemde
plaatsen te bereiken. Veel appreciatie
heeft de Continental te Beekbergen voor
hare vriendelijkheid niet ondervonden.
Kort nadat de borden aangebracht waren,
liet de burgemeester van Apeldoorn ze
verwijderen.
Duurdere borrel9. De Vereeniging
„Vergunning" te Utrecht besloot in een
zeer druk bezochte vergadering de prij
zen der consumptie bier en limonade uit
gezonderd te verhoogen met 1 cent per
glas, die van drank welke per maat wordt
verkocht, met 10 cent per liter en die van
wijn met 4 cent per flesch minstens.
Deze prijsverliooging zal ingaan 1
Januari a.s.
't Kan verkeeren. Op 14 December jl.
verzond een ingezetene van Tiel een wa
genlading reuzel naar het buitenland, ver
tegenwoordigende een waarde van f 9000„
De zending werd echter aan de grens op
gehouden, daar juist dien dag de uitvoer
werd vorboden. Met groote kosten werd
de zending weer naar Tiel terug vervoerd
en de afzender meende dus groote schade
te lijden. Door de enorme prijsstijging
van dit artikel belooft de partij echter....
veel meer op te brengen dan overeen ge
komen was. Een groot deel is er reeds
van verkocht.
kokende koffie. Men meldt uit Gud-
Vossemeer: In een onbewaakt oogenblik
dronk het driejarig dochtertje van den
landarbeider A. Verhees uit een kan ko
kende koffie. Eenige oogenblikken daarna
stierf de arme kleine.
Onaangename ontdekking. De boe
renarbeider II. S., wonende aan do Dort-
schestraat te Rotterdam kwam bij zijn
thuiskomst gisterenmiddag tot de ontdek
king, dat men zijn linnenkast had open
gebroken en daaruit een bedrag van circa
200 gulden aan spaarpenningen had ont
vreemd.
Een ronselaar. Een inspecteur van
politie uit Middelburg en een adjunct
inspecteur uit Viissingen hebben gisteren
avond in een hotel te Viissingen aangehou
den zekeren V. G., een Belg, die reeds
eenige weken door de politie en justitie
gezocht werd als verdacht van net plegen
van handelingen, waardoor de onzijdig
heid van den Staat in gevaar wordt go-
bracht, in casu het ronselen van soldaten
voor het Belgische leger. Naar Middel
burg overgebracht, werd de man op last
van den officier van justitie direct naar
het huis van bewaring overgebracht.
Een ontvluchte Belg. De politie te
Middelburg heeft aangehouden en aan do
militaire autoriteiten overgeleverd C. S.r
een uit het interneeringskamp te Harder
wijk ontvluchte Belg.
Gered door een hond. Een uitgehon
gerde St. Bernard-hond vergold de wel
daden van een Franschen Alpenjager,
door zijn leven te redden, toen hij omler
het vuur was. Lubin, zoo heet de soldaat,
schreef uit een hospitaal te Bosanijon aan
zijn ouders te Annecy, dat hij den hond
zag en hem eten gaf, hoewel hij zelf niet
veel had. liet dier volgde hem toen in do
looperaven.
„Bij de hevigste gevechten", vertelt de
soldaat verder, „sprong de hond dikwijls
op den rand van de loopgraven, luid
blaffende, en het was een wonder, dat hij
niet gedood werd. Gedurende een tegen
aanval kreeg ik een schot door beide bee-
nen. „Bobby" stond naast mij, terwijl
mijn kameraden voortruktcn. Onze loop
graven lagen op een afstand van nog geen
honderd weter. en als ik ze kon bereiken,
zou ik in veiligheid zijn. Ik begon op mijn
handen en knieën voort te kruipen. „Bob
by" blafte. De pijn was vreeselijk. Toen
sloeg ik mijn arm om den nek van den
hond en zei: „Allez".
„Hij scheen het te begrijpen, want hij
trok mij langzaam naar de loopgraaf en
lag den ganschen nacht naast mij, om me
warm te houden. Den volgenden morgen
verlief Bobby mij en begon als gewoon
lijk op den rand van de loopgraaf te blaf
fen. Hij werd door een kogel getroffen.,
Arme Bobby! Eenige uren later vond de
ambulance mij alleen in de loopgraaf.
Schrijfmachine-jubilé. Typisten en
typiststers, tikt ditmaal met nog luchti
ger tempo dan anders op uwe toetsen,
want het jaar 1914 blijkt het veertigjarige
jubileumsjaar van den type-writer te zijn.
Feitelijk is de uitvinding van een toe
stel om te schrijven zonder pen al heel
veel ouder. Reeds vóór twee honderd jaar
werd er patent genomen op een toestel
van den Ertgelschman Henry Mill; maar
zijn bedenksel was te omslachtig, en men
hield zich liever aan de ganzenpen. Men
hoorde er niet eer van dan in 1829, toen
FEUILLETON.
In 's levens maalstroom.
(Het antcursrocht van deze vertaling is
voorbehouden),
55)
Haar vader gaf haar 's avonds ver
schillende lessen; hij was .een goede leer
meester met een helder hoofd, maar hij
miste het noodige geduld en zijn beknop
te uitleggingen vorderden van zij i leer
linge een verdubbelde oplettendheid.
De rekenkunde en zelfs de aardrijks>
kunde zijn machtige geneesmiddelen voor
de wonden, welke een te levendige ver
beelding en groote gevoeligheid slaan:
Marcelle deed daarvan vaak ondervinding
op.
Zii had dit leven zonder verwijten, zon
der bitterheid aanvaard. Zij zeide bij zich-
zelve. dat een vader teruggevonden te
hebben, iemand te bezi' n om lief te heb
ben, te dienen en zich voor op te offeren,
een beschermer te bezitten, die niet af
hankelijk was van de grillen van het lot,
een voortdurende beschermer, dat dat
alles een geluk was, dat niet te duur kon
worden gekocht Zij had het betaald met
haar gelukkige zorgeloosheid, maar be
klaagde zich er niet over.
Haar vader kwam op ongeregelde uren
thuis, een gevolg van langdurige onbe
stemde wandelingen, waartoe hij zich de
gewoonte had aangewend gedurende zijn
eenzaam leven, zonder verantwoordelijk
heid. Na het diner ging hij weder uit: het
bekrompen verblijf in de Rue Bleue was
hem te benauwd; hij wandelde dan uien
lang, onverschillig waar, altijd peinzend
over zijn zaken, zijn plichten, zijn doch
ter. welke laatste hem meer bezig hield,
dan liii zich wel wilde bekennen.
Gedurende dien tijd zat Marcelle dan
vol angst op die hooge verdieping, welke
haar zoo groot als leeg toescheen en luis
terde naar de minste geluiden. Alles ving
haar aandachtig oor op, het kraken van
het hout der trappen, de stem van de be
woners der lagere verdiepingen, de stap
pen der thuiskomenden.... En alles nam
voor haar groote afmetingen aan en werd
:door haar kinderlijken geest, afgetobd
door zooveel kommer, teruggebracht tot
deze stomme bede:
Als hem maar geen ongeluk is over
komen.
Marcelle wist, hoe de ongelukken kun
nen gebeuren; hoe mensehen, in den
bloei van hun leven en schijnbaar ge
zond, opeens door den dood kunnen wor
den getroffen als zij alleen door dat groo
te Parijs zwerven. En dan strekte zij de
gevouwen handen ten hemel uit en bad:
O, goede God, laat hem geen onge
luk overkomen; ik smeek het U!
En dan begon zij weer te luisteren tot
het hoofd haar pijn deed, tot het getrip
pel van een muis over den zolder haar
een onheilspellend geluid toescheen, dat
een niet meer te vermijden instorting van
het huis voorafging....
Zij bleef zoo zitten, haar ademhaling
inhoudend en ieder oogenblik hopend, dat
het geluid van welbekende stappen zou
weerklinken.... Daar gmg de voordeur
open en viel weder zwaar in het slot;
zij hoorde iemand dan trap opkomen,
maar neen.... 't was nog niet den afwe
zigen vader.
Op het gestelde uur ging zij, hoewel
noode. naar bed en trachtte zich dan te
verstrooien met het oplossen van een
vraagstuk of het opzeggen, zonder fouten,
van de koningen van Frankrijk....
Vergeefsche pogingen! De angst maakte
zich weder van haar meester en zij
hervatte haar aandachtig luisteren tot
het oogenblik, waarop de beminde \oet-
stappen zich deden hooren. Hij beklom
nu de trap... de sleutel draaide in 't slot...
zij was bang... Als hij 't eens niet was,
maar een dief... Bij die gedachte was zij
op 't punt een luiden kreet te geven, om
alle huisgenooten te wekken... maar de
korte, droge hoest van Simon stelde haar
oogenblikkelijk gerust.
Hij trad zijn kamer binnen en begon
zijn courant te lezen, wat altijd zijn laat
ste werk was, alvorens te gaan slapen.
Gelukkig en dankbaar sprak zij dan
een kort gebed uit en sliep in, op haar
kussen de sporen achterlatend van de in
haar angst vergoten tranen.
Op den ochtend, volgend op zulk nacht
waken, was zij altijd bleeker dan gewoon
lijk en stonden haar oogen flauw; haar
minder vlugge bewegingen, haar niet zoo
helder klinkende stem trokken dan dik
wijls de aandacht haars vaders.
Wat scheelt er aan dezen morgen?
Ik heb niet goed geslapen.
Simon zag haar een oogenblik aan;
daarna, besluitend, dat zij toch niet ziek
was, hernam hij den loop zijner gedach
ten, terwijl zij den last van haar tfage-
Bjksche bezigheden weder aanvaardde.
Ten slotte begon hij echter wel eenig
verband te bespeuren tusschen zijn nach
telijke wandelingen en de slapeloosheid
van zijn kind.
Als ik laat thuis kom, slaapt gij dan
slecht? vroeg hij op zekeren dag. Ik wek
je, als ik opkom, nietwaar?
Dat niet, papa, maar ik kan niet sla
pen voor gij thuis zijt, antwoordde zij heel
kinderlijk.
Den wolk ziende, die over Simon's voor
hoofd gleed, haastte zij zich er aan toe te
voegen
Maar het heeft niets te beduiden. U
moet er maar niet op letten.
Gedurende een' veertien dagen bleef
Monfort 's avonds thuis; maar zijn zucht
tot nachtelijke wandelingen was sterker
dan zijn wil. Na er zich lang tegen ver
zet te hebben en zich verwijtend, dat hij
een slecht vader was, ging hij op zekeren
avond uit, toen hij meende, dat zijn doch
ter reeds sliep. En van toen af, was het
met zijn thuisblijven weder gedaan. Mar
celle wendde den volgenden morgen een
bedriegelijke vroolijkheid voor, welke hem
verblindde. Zoo had hij er oog geen wroe
ging over.
Het goede kind, reeds zoo lang en slank,
vermagerde intusschen en haar oogen,
die zich verwijdden, namen een vermoei
de uitdrukking aan, wel geschikt om een
moeder bezorgdheid in te boezemen.
Rose kwam eens per maand haar be
zoeken en ging, met toestemming van
Monfort, een uurtje met haar wandelen;
na zulke bezoeken zag Marcelle, een
oogenblik opgevroolijkt, nog bleker dan
gewoonlijk en was zij loomer dan ooit in
haar bewegingen: do korte herinneringen
aan een gelukkig verleden waren voor
haar een zeker vergif.
Op een goeden dag sprak Rose er Mon
fort over aan.
Mijnheer mag er van denken, wat hij
wil, zeide zij, maar ik zie daar een kind,
dat van verdriet sterft, 't Is niet genoeg
vader te zijn; men kan niet vergen, dat
alles voor ons zeiven wijkt.... maar mijn
heer is vrij wat te doen. Ik voor" inij zou
verwonderd wezen, als de jongejuffrouw
zestien jaar wordt. Ik schrijf haar zoo
geen iaar levens meer toe.
Na dit gezegd te hebben, vertrok zij ter
stond, zich er weinig om bekommerend,
wat Monfort haar wel te antwoorden zou
hebben.
Zoo'n oude gekkin, zeide hij, op
oogenblik, dat zij de deur sloot; zoo'n on
heilsbode. Marcelle ziek! jawel!
Ilij lachte, maar zijn lach, die geen
weerklank vond, klonk hem valsch. Hij
stond op en opende de deur, die zijn ka
mer van die zijner dochter scheidde.
Marcelle, zoo zeide hij zonder eenige
inleiding, is het waar dat gij ziek zijt?
Ik, zeide zij, hem haar gelaat toekee
rend, dat door de wandeling met een on-
regelmatigen blos overtogen was. Ik ben
een beetje lui, maar ziek ben ik niet.
Lui? herhaalde de vader, die haar,
zag werken als voorheen.
Ja, als ik gewerkt heb, voel ik altijd
plotseling zoo'n lust om te gaan slapen;
maar dat komt misschien, omdat ik niet
genoeg in de beweging blijf. En dan heb
ik hier somtijds pijn, vervolgde zij, de
hand op haar hart leggend^ maar dat zal
wel komen omdat ik zoo sterk groei.
(Wordt vervolgd.^