Derde Blad. 6e JAARGANG. No. 1583 ^)e£cl€belve(Sou^cmt Donderdag 24December 1914 Uit de Pers. Vredes-klanken. In het „Vaderland" stelt generaal Staal het volgende alternatief: óf alsnog partij te kiezen in den oorlog en zich dus bij een der oorlogvoerende machten aan te sluiten óf al het mogelijke te doen om langs vredelievenden weg een spoedig eindje van den oorlog te bevorderen. Het eerste acht hij „op dit oogenblik uitgeslo ten; de aanleiding ontbreekt, de oorlog voerenden hebben onze onzijdigheid geëer biedigd en het zou dus niet eerlijk zijn in die omstandigheden partij te kiezen. Rest alzoo het tweede: dan maar een vredesgebaarl De „Nieuwe Crt." teekent hierbij aan: Gevoelt men de volkomen ongelijkwaar digheid der beide deelen van het alterna tief? Deelneming aan den oorlog zou een daad zijn, uitsluitend te rechtvaardigen, door gebiedend nationaal eigenbelang; geen andere overweging, van welken aard ook,zou onze Regeering daartoe mo gen doen besluiten. Een poging tot vre- desherstel tusschen anderen echter, ver liest alle waarde, zoodra zij het eigen be lang van den vredestichter bedoelt. Zij is dan geen „offer van Nederland aan den vrede", maar een bede aan de vechten den om- een offer te brengen aan Neder land. De generaal erkent het met ronde woor den, blijkbaar zonder in te zier. dat hij daardoor zijn voorstel zelfs van den zwaksten glans van edelmoedigheid be rooft. Zouden de strijdenden zoo vraagt hij „ook maar met eenige schadüw van recht, of wil men liever billijkheid, kun nen eischen, dat de lijdende kleine staten de lammerighead of de lamlendigheid zóóver hebben te drijven, dat ze niets eens hun lijden mogen openbaren en op grond van dat lijden een eind trachten te ma ken aan den reuzenstrijd?" Inderdaad, zóó en niet anders zou Ne- derland's „offer", terecht, begrepen wor- den door de oorlogvoerenden, wien we het kwamen aanbieden. Onder een idealistic schen schijn zouden wij, uit den gevaarlij ken hoek tredend waarin wij sterk en stil tot heden op wacht stonden, tot hen komen zeggen: En het blad vervolgd dan verder Voor den vrede kan Nederland mis schien iiJts_doen misschien wanneer de strijdenden tot het sluiten van vrede vrijwillig of gedwongen hebben besloten. Het zou thans iets kunnen doen mis schien indien het, in*Europa, de macht van Amerika had. De generaal heeft op een initiatief van Amerika gehoopt, „totdat bleek dat (het volk van) de Vereenigde Staten, hoewel neutraal, zóó partijdig (is) vóór de Ver bondenen en tegen de Duitschers, dat de vertegenwoordiger van dat volk niet meer viel te beschouwen als een aangewezen bemiddelaar." Hoe bleek hem dat? Be reikt het geluid van Amerika ons langs andere dan Engelsche kabels? En staat de neutraliteit van ons volk, missend Amerika's macht, bij de strijdenden bui ten alle verdenking? Of toornt men, nu eens. in Duitschland, over onze stemming, klaagt men dan weer, in Frankrijk, ons aan als een stille vennoot des vijands, trekt men aanhoudend, in Engeland, de onzijdigheid van onzen handel in twijfel? Wie ook de „aangewezen bemiddelaar" zijn moge wij, op het gevaarlijkste punt van Europa, niet. Moge het Nederland beschoren zijn zich dóór te handhaven zoolang het kan het geweer bij den voet, als het moet van zich afslaand. Binnen onze grenzen ligt, zoolang de storm om ons heen raast, heel onze taak. Voor ons géén utopie. De „Standaard" driestart: Van meer dan één kant is 't voorge steld, alsof de leening ons nu juist gaf wat van Antirevolutionaire zijde gewenscht was. Dit is niet zoo. Zeker drongen we er van meet af op aan, dat op dit oogenblik, zoolang de vrede niet hersUld was, en uit dien hoof de de abnormale toestand voortduurde, in geen geval tot heffing zou worden overge gaan. Dat spreekt zoo vanzelf, dat men zich verbazen moet, hoe niet alleen een enkel publicist, maar zelfs Staatslieden van professie een advies geven dorsten. Het gezond verstand heeft dan ook ge triomfeerd, de leening is met 3 x 20 stem men doorgegaan tegen even 1/3. Doch hieruit volgt in het minst niet, dat 't daarom voor 't geheel liep, gelijk wij ge wenscht hadden. Het lacht ons toe, dat de nu aan te gane schuld niet eenvoudig bij de Staatsschuld gevoegd werd om op langen termijn te loopen, maar op zich zelf bleef en in korten termijn zou worden afgedaan. Maar tus schen kort en kort kan verschil zijn. Twin tig jaar is kort, maar als de vrede her steld is, kan binnen drie, vier jaren de Beurs weer geheel op streek komen, zoo liier als in 't Buitenland, en dan leek 't ons geraden toe, zoodra 't goedschiks kon, deze schuld uit de wereld te helpen. Dit nu ligt niet in de gevallen beslissing. Wei zal voor 1 Jan. 1914 de dekking her zien worden, maar de Minister van Finan ciën hield aan zijn 20 jaren vast. Dit nu lachte ons niet toe, en een goede kans om op korten termijn neer te komen, mits de vrede hersteld was, zouden we toejuichen. Wel toch heeft de Minister terecht er op gewezen, dat ons, evenals na de gebeurte nissen van 1813, 183039, en van 1870, ook nu een bedenkelijke crisis te wachten kan staan, maar in 1840 is die fatale crisis eerst 7 8 jaar later uitgebroken, onder wijl er een periode voorafging van merk baren vooruitgang. Dit nu kan ook thans zoo loopen. De weeromstoot kan na den vrede een voorspoediger periode doen volgen. En waarom zou daarvan niet gebruik kunnen gemaakt worden, om deze extra-ordinaire schuld op extra-ordinaire wijze te delgen? Gemengde berichten. Een valsche munter. Maandagavond werd in beschonken toestand op het poli tiebureau Lange Torenstraat te Rotter dam eebracht een straatkoopman. Op hem werden bevonden een aantal valsche geldstukken, als guldens, kwartjes, dub beltjes en nikkelen stuivers. Een onderzoek in zijn woning in de Ba- gijnestraat leidde tot de ontdekking van twee matrijzen tot het vervaardigen van valsch geld. Er is nog niet kunnen ge constateerd worden, dat hij het geld reeds_ had uitgegeven. Hij zeide dat hij het maar voor liefhebberij deed. Een hondderdjarige en familie. Den 26en December e.k. kan de wed. B. Oude Groen te Hengelo haar lOOen verjaardag vieren. Zij is inwonende bij haar oudste dochter, die 74 jaren telt en wier echtge noot den leeftijd van 84 jaren heeft be reikt. Voorts is in het gezin opgenomen een kleindochter van de 100-jarige met haar kinderen, zoodat het betrokken ge zin uit vier geslachten bestaat. Het oudje heeft nog drie kinderen, 1 zoon en 2 doch ters, in leven, benevens 2 behuwdzoons, 51 kleinkinderen, 115 achter-kleinkinderen en 1 achter-achterkleinkind. Een meisje vermist. In den avond van 29 November, ongeveer 8 uur, heeft Nelly Ansink, in dienst bij mevrouw Heendermann, Keizersgracht 120, te Am sterdam. in moedelooze stemming haar dienst verlaten om een paar brieven te oosten en is sinds niet teruggekeerd. Uit achtergelaten en verzonden brieven bleek dat ze levensmoede was. Signalement: slank gebouwd, haar en wenbrauwen blond, oogen blauw, gezicht vol, knap uiterlijk, gekleed in blauw che viot rok met wit wollen blouse met roode zijde afgezet, vermoedelijk grijze doek, bruine rijglaarsjes. Haar ouders verzoeken opsporing of in lichtingen aan H. J. Ansink, te Aalten, of bij de politie te Amsterdam. Een Zeppelin. Men seint uit Vlieland: Gistermiddag ongeveer 1 uur passeerde boven Vlieland een Zeppelin, komende uit het Westen. Het luchtschip verdween in N.-O. richting. Inbraak in een kazerne. In de can- tine van de infanteriekazerne te Haarlem is ingebroken. Eenige laden .zijn geopend en een bedrag van f 20 is ontvreemd. Het is niet de eerste keer, dat in deze kazerne diefstal wordt gepleegd. Thans heeft een onderzoek uitgemaakt, dat „men" (dief of dieven) van buiten af is ingekomen: op de achterplaats was een ruit uitgesneden. Branden. Men meldt uit Apeldoorn Na een kleinen brand in den stoomhout- zagerij van de firma De Boer en Boersma ontstond Dinsdagavond ongeveer half ze ven in de voorkamer van R. v. W., woon achtig in de Klompstraat, een brand, welke door de overburen het eerst was ontdekt, een brand, die zoo snel om zich heen greep, dat binnen korten tijd niet alleen de woning was uitgebrand en de muren waren ingestort, maar de gansche inboedel door het vuur was verteerd. Een half uur vóór de brand werd ontdekt, was van W. nog ten zijnent geweest (zijn ge zin bevond zich bij de overburen), doch had geen onraad ontdekt. De gealarmeerde brandweer kon niets meer redden. Te Moergestel is de oud-looierij van den heer C. Mathijssen, thans behoorende aan den heer P. Nagel, tot den grond toe afgebrand. Het gebouw deed weinig dienst, doch diende sinds de mobilisatie voor wacht der militairen. Verzekering dekt de schade. Dinsdagavond is door het omvallen van een petroleumlamp afgebrand do ar beiderswoning van en bewoond door C,. Pieters, staande op den Lljnderdijk van don Haarlernmermeerpolder bij Halfweg; van den inboedel is niets gered. Verzeke ring dekt de schade. Bagagebehandeling. Met betrekking tot de kwestie van witkielen en hotelcon ducteurs is het misschien van belang te weten hoe volgens een medewerker van „Das Hotel" de behandeling van bagage in de Vereenigde Staten plaats heeft. Komt daar een gast aan dan geeft hij aan den page een koper nummerplaatje, dat door het kantoor der Express Company in ontvangst genomen wordt en aan het station wordt ingeleverd tegen afgifte der betrokken bagage. De Express Company brengt dan de koffers ter bestemming, daar het hotel bijna nooit een omnibus of vrachtwagen heeft, althans niet in de groote steden. Dit systeem, dat voor reiziger en hotelhouder van groot gemak is, werd in 1839 voor het eerst toegepast. Thans heeft de maatschappij bijkantoren en agenten in ruim 400 steden en behandelt een trans port van 10 millioen dollars per dag ook van geld en geldswaarde voor banken, waarbij zij 1830 cent per 1000 dollars rekent naar gelang van den afstand. Wenscht de reiziger te vertrekken, dan toont hij zijn biljet aan den agent der Express Cy., geeft zijn bagage en deelt mede in welk hotel op de plaats van bestemming hij denkt te verblijven. Hij ontvangt het koperen plaatje, waarvan een duplicaat aan de bagage wordt bevestigd. De Ex press Cy. en de spoorwegmaatschappij doen de rest. Het verzenden van reizigersgoed op deze manier kost steeds één dollar, n.l. voor het bezorgen van hotel tot trein en omgekeerd. Het spoorvervoer van bagage is vrij. Reist men niet mee, dan wordt het ver zenden duur, daar dan natuurlijk wél spoor- vracht berekend wordt en tegen een niet laag tarief. De hotelhouder heeft zich dus nergens mede te bemoeien en draagt geenerlei ver antwoordelijkheid, terwijl de gast voor een (Amerikaansch) luttel bedrag van alles af is, zijn bagage direct bij aankomst ter be schikking heeft en bij behoorlijke inschrij ving der bagage met een groot lichaam te maken heeft, bereid om in geval van be schadiging, vertraging of verlies het gele den nadeel te vergoeden, hetgeen in den prijs is inbegrepen. De cheques der Express Company en het geheele credietsysteem door haar inge voerd zullen aan de meeste leden wel be kend zijn. „Hotelbedrijf". Aardige Bijzonderheid. In de verga dering der Tweede Kamer deed zich, na de discussie over een principieele kwestie, waarbij het ging om een gulden, welken gulden de sbciaal-democraten, blijkens een door een hunner ingediend amendement niet aan de Regeering wilden toestaan, de aardige bijzonderheid voor, dat een der medestanders van den Regeeringspost aan den sociaal-democratischen afgevaardigde, den heer Duys, een gulden ter hand stel de, welke zilverling hierop dadelijk door den heer Duys bij zijn medeafgevaardigde, Jhr. Mr. Van Doorn, in diens qualiteit van penningmeester van het Koninklijk Nationaal Steuncomité werd geofferd, ten behoeve van dat Comité. De onverwachte, dus extra-parlementaire gave, werd door laatstgenoemde dankbaar aanvaard. Verdachte wegwijzers? Te Middelburg is in beslag genomen een reclameplaat voor kinawijn, waarop aanwijzingen zouden staan omtrent wegen, geschikt voor mili tairen. De plaat is afkomstig van een firma te Gent. De „Telegr." meldt: Op den straatweg van Apeldoorn naar Arnhem bij het dorp Beekbergen werden, aan de herberg van een zekeren Peters, groote borden van de Continental Caout chouc und Gutta Percha-Cie. te Hannover gespijkerd. De herberg ligt bij een drie sprong, waar tot begin Augustus een wij zer van den A.N.W.B. de richting aangaf. Deze taak nam de Duitsche autobanden- fabriek met hare reclame welwillend op zich. Op drie borden waren namelijk schel blauwe banden met witten rand geschil derd en daarin prijkten met koeien van letters de woorden Deventer, Apeldoorn en Arnhem. Pijlen gaven de richting aan, die moest worden ingeslagen, om de genoemde plaatsen te bereiken. Veel appreciatie heeft de Continental te Beekbergen voor hare vriendelijkheid niet ondervonden. Kort nadat de borden aangebracht waren, liet de burgemeester van Apeldoorn ze verwijderen. Duurdere borrel9. De Vereeniging „Vergunning" te Utrecht besloot in een zeer druk bezochte vergadering de prij zen der consumptie bier en limonade uit gezonderd te verhoogen met 1 cent per glas, die van drank welke per maat wordt verkocht, met 10 cent per liter en die van wijn met 4 cent per flesch minstens. Deze prijsverliooging zal ingaan 1 Januari a.s. 't Kan verkeeren. Op 14 December jl. verzond een ingezetene van Tiel een wa genlading reuzel naar het buitenland, ver tegenwoordigende een waarde van f 9000„ De zending werd echter aan de grens op gehouden, daar juist dien dag de uitvoer werd vorboden. Met groote kosten werd de zending weer naar Tiel terug vervoerd en de afzender meende dus groote schade te lijden. Door de enorme prijsstijging van dit artikel belooft de partij echter.... veel meer op te brengen dan overeen ge komen was. Een groot deel is er reeds van verkocht. kokende koffie. Men meldt uit Gud- Vossemeer: In een onbewaakt oogenblik dronk het driejarig dochtertje van den landarbeider A. Verhees uit een kan ko kende koffie. Eenige oogenblikken daarna stierf de arme kleine. Onaangename ontdekking. De boe renarbeider II. S., wonende aan do Dort- schestraat te Rotterdam kwam bij zijn thuiskomst gisterenmiddag tot de ontdek king, dat men zijn linnenkast had open gebroken en daaruit een bedrag van circa 200 gulden aan spaarpenningen had ont vreemd. Een ronselaar. Een inspecteur van politie uit Middelburg en een adjunct inspecteur uit Viissingen hebben gisteren avond in een hotel te Viissingen aangehou den zekeren V. G., een Belg, die reeds eenige weken door de politie en justitie gezocht werd als verdacht van net plegen van handelingen, waardoor de onzijdig heid van den Staat in gevaar wordt go- bracht, in casu het ronselen van soldaten voor het Belgische leger. Naar Middel burg overgebracht, werd de man op last van den officier van justitie direct naar het huis van bewaring overgebracht. Een ontvluchte Belg. De politie te Middelburg heeft aangehouden en aan do militaire autoriteiten overgeleverd C. S.r een uit het interneeringskamp te Harder wijk ontvluchte Belg. Gered door een hond. Een uitgehon gerde St. Bernard-hond vergold de wel daden van een Franschen Alpenjager, door zijn leven te redden, toen hij omler het vuur was. Lubin, zoo heet de soldaat, schreef uit een hospitaal te Bosanijon aan zijn ouders te Annecy, dat hij den hond zag en hem eten gaf, hoewel hij zelf niet veel had. liet dier volgde hem toen in do looperaven. „Bij de hevigste gevechten", vertelt de soldaat verder, „sprong de hond dikwijls op den rand van de loopgraven, luid blaffende, en het was een wonder, dat hij niet gedood werd. Gedurende een tegen aanval kreeg ik een schot door beide bee- nen. „Bobby" stond naast mij, terwijl mijn kameraden voortruktcn. Onze loop graven lagen op een afstand van nog geen honderd weter. en als ik ze kon bereiken, zou ik in veiligheid zijn. Ik begon op mijn handen en knieën voort te kruipen. „Bob by" blafte. De pijn was vreeselijk. Toen sloeg ik mijn arm om den nek van den hond en zei: „Allez". „Hij scheen het te begrijpen, want hij trok mij langzaam naar de loopgraaf en lag den ganschen nacht naast mij, om me warm te houden. Den volgenden morgen verlief Bobby mij en begon als gewoon lijk op den rand van de loopgraaf te blaf fen. Hij werd door een kogel getroffen., Arme Bobby! Eenige uren later vond de ambulance mij alleen in de loopgraaf. Schrijfmachine-jubilé. Typisten en typiststers, tikt ditmaal met nog luchti ger tempo dan anders op uwe toetsen, want het jaar 1914 blijkt het veertigjarige jubileumsjaar van den type-writer te zijn. Feitelijk is de uitvinding van een toe stel om te schrijven zonder pen al heel veel ouder. Reeds vóór twee honderd jaar werd er patent genomen op een toestel van den Ertgelschman Henry Mill; maar zijn bedenksel was te omslachtig, en men hield zich liever aan de ganzenpen. Men hoorde er niet eer van dan in 1829, toen FEUILLETON. In 's levens maalstroom. (Het antcursrocht van deze vertaling is voorbehouden), 55) Haar vader gaf haar 's avonds ver schillende lessen; hij was .een goede leer meester met een helder hoofd, maar hij miste het noodige geduld en zijn beknop te uitleggingen vorderden van zij i leer linge een verdubbelde oplettendheid. De rekenkunde en zelfs de aardrijks> kunde zijn machtige geneesmiddelen voor de wonden, welke een te levendige ver beelding en groote gevoeligheid slaan: Marcelle deed daarvan vaak ondervinding op. Zii had dit leven zonder verwijten, zon der bitterheid aanvaard. Zij zeide bij zich- zelve. dat een vader teruggevonden te hebben, iemand te bezi' n om lief te heb ben, te dienen en zich voor op te offeren, een beschermer te bezitten, die niet af hankelijk was van de grillen van het lot, een voortdurende beschermer, dat dat alles een geluk was, dat niet te duur kon worden gekocht Zij had het betaald met haar gelukkige zorgeloosheid, maar be klaagde zich er niet over. Haar vader kwam op ongeregelde uren thuis, een gevolg van langdurige onbe stemde wandelingen, waartoe hij zich de gewoonte had aangewend gedurende zijn eenzaam leven, zonder verantwoordelijk heid. Na het diner ging hij weder uit: het bekrompen verblijf in de Rue Bleue was hem te benauwd; hij wandelde dan uien lang, onverschillig waar, altijd peinzend over zijn zaken, zijn plichten, zijn doch ter. welke laatste hem meer bezig hield, dan liii zich wel wilde bekennen. Gedurende dien tijd zat Marcelle dan vol angst op die hooge verdieping, welke haar zoo groot als leeg toescheen en luis terde naar de minste geluiden. Alles ving haar aandachtig oor op, het kraken van het hout der trappen, de stem van de be woners der lagere verdiepingen, de stap pen der thuiskomenden.... En alles nam voor haar groote afmetingen aan en werd :door haar kinderlijken geest, afgetobd door zooveel kommer, teruggebracht tot deze stomme bede: Als hem maar geen ongeluk is over komen. Marcelle wist, hoe de ongelukken kun nen gebeuren; hoe mensehen, in den bloei van hun leven en schijnbaar ge zond, opeens door den dood kunnen wor den getroffen als zij alleen door dat groo te Parijs zwerven. En dan strekte zij de gevouwen handen ten hemel uit en bad: O, goede God, laat hem geen onge luk overkomen; ik smeek het U! En dan begon zij weer te luisteren tot het hoofd haar pijn deed, tot het getrip pel van een muis over den zolder haar een onheilspellend geluid toescheen, dat een niet meer te vermijden instorting van het huis voorafging.... Zij bleef zoo zitten, haar ademhaling inhoudend en ieder oogenblik hopend, dat het geluid van welbekende stappen zou weerklinken.... Daar gmg de voordeur open en viel weder zwaar in het slot; zij hoorde iemand dan trap opkomen, maar neen.... 't was nog niet den afwe zigen vader. Op het gestelde uur ging zij, hoewel noode. naar bed en trachtte zich dan te verstrooien met het oplossen van een vraagstuk of het opzeggen, zonder fouten, van de koningen van Frankrijk.... Vergeefsche pogingen! De angst maakte zich weder van haar meester en zij hervatte haar aandachtig luisteren tot het oogenblik, waarop de beminde \oet- stappen zich deden hooren. Hij beklom nu de trap... de sleutel draaide in 't slot... zij was bang... Als hij 't eens niet was, maar een dief... Bij die gedachte was zij op 't punt een luiden kreet te geven, om alle huisgenooten te wekken... maar de korte, droge hoest van Simon stelde haar oogenblikkelijk gerust. Hij trad zijn kamer binnen en begon zijn courant te lezen, wat altijd zijn laat ste werk was, alvorens te gaan slapen. Gelukkig en dankbaar sprak zij dan een kort gebed uit en sliep in, op haar kussen de sporen achterlatend van de in haar angst vergoten tranen. Op den ochtend, volgend op zulk nacht waken, was zij altijd bleeker dan gewoon lijk en stonden haar oogen flauw; haar minder vlugge bewegingen, haar niet zoo helder klinkende stem trokken dan dik wijls de aandacht haars vaders. Wat scheelt er aan dezen morgen? Ik heb niet goed geslapen. Simon zag haar een oogenblik aan; daarna, besluitend, dat zij toch niet ziek was, hernam hij den loop zijner gedach ten, terwijl zij den last van haar tfage- Bjksche bezigheden weder aanvaardde. Ten slotte begon hij echter wel eenig verband te bespeuren tusschen zijn nach telijke wandelingen en de slapeloosheid van zijn kind. Als ik laat thuis kom, slaapt gij dan slecht? vroeg hij op zekeren dag. Ik wek je, als ik opkom, nietwaar? Dat niet, papa, maar ik kan niet sla pen voor gij thuis zijt, antwoordde zij heel kinderlijk. Den wolk ziende, die over Simon's voor hoofd gleed, haastte zij zich er aan toe te voegen Maar het heeft niets te beduiden. U moet er maar niet op letten. Gedurende een' veertien dagen bleef Monfort 's avonds thuis; maar zijn zucht tot nachtelijke wandelingen was sterker dan zijn wil. Na er zich lang tegen ver zet te hebben en zich verwijtend, dat hij een slecht vader was, ging hij op zekeren avond uit, toen hij meende, dat zijn doch ter reeds sliep. En van toen af, was het met zijn thuisblijven weder gedaan. Mar celle wendde den volgenden morgen een bedriegelijke vroolijkheid voor, welke hem verblindde. Zoo had hij er oog geen wroe ging over. Het goede kind, reeds zoo lang en slank, vermagerde intusschen en haar oogen, die zich verwijdden, namen een vermoei de uitdrukking aan, wel geschikt om een moeder bezorgdheid in te boezemen. Rose kwam eens per maand haar be zoeken en ging, met toestemming van Monfort, een uurtje met haar wandelen; na zulke bezoeken zag Marcelle, een oogenblik opgevroolijkt, nog bleker dan gewoonlijk en was zij loomer dan ooit in haar bewegingen: do korte herinneringen aan een gelukkig verleden waren voor haar een zeker vergif. Op een goeden dag sprak Rose er Mon fort over aan. Mijnheer mag er van denken, wat hij wil, zeide zij, maar ik zie daar een kind, dat van verdriet sterft, 't Is niet genoeg vader te zijn; men kan niet vergen, dat alles voor ons zeiven wijkt.... maar mijn heer is vrij wat te doen. Ik voor" inij zou verwonderd wezen, als de jongejuffrouw zestien jaar wordt. Ik schrijf haar zoo geen iaar levens meer toe. Na dit gezegd te hebben, vertrok zij ter stond, zich er weinig om bekommerend, wat Monfort haar wel te antwoorden zou hebben. Zoo'n oude gekkin, zeide hij, op oogenblik, dat zij de deur sloot; zoo'n on heilsbode. Marcelle ziek! jawel! Ilij lachte, maar zijn lach, die geen weerklank vond, klonk hem valsch. Hij stond op en opende de deur, die zijn ka mer van die zijner dochter scheidde. Marcelle, zoo zeide hij zonder eenige inleiding, is het waar dat gij ziek zijt? Ik, zeide zij, hem haar gelaat toekee rend, dat door de wandeling met een on- regelmatigen blos overtogen was. Ik ben een beetje lui, maar ziek ben ik niet. Lui? herhaalde de vader, die haar, zag werken als voorheen. Ja, als ik gewerkt heb, voel ik altijd plotseling zoo'n lust om te gaan slapen; maar dat komt misschien, omdat ik niet genoeg in de beweging blijf. En dan heb ik hier somtijds pijn, vervolgde zij, de hand op haar hart leggend^ maar dat zal wel komen omdat ik zoo sterk groei. (Wordt vervolgd.^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1