Tweede Blad. 6e JAARGANG, No. 1583 3)e £ci€bclie(2ou^omt Woensdag 23 Decemberl9l4 Uit Stad en Omgeving. Voor de Belgische vluchtelingen. Wij hebben gistermiddag een uurtje doorgebracht in Zomerzorg bij het comité voor de Belgische vluchte lingen en eens gesnuffeld in ver schillende paperassen, om een indruk te krijgen van den toestand in Antwer pen, Mechelen en andere plaatsen. Het Leidsch comité is voortdurend in correspondentie met het Nederlandsch comité in Antwerpen, dat op zijn beurt dag in en dag uit voeling houdt met de Belgische comiteiten. Onze indruk is, dat de toestand treurig is. Er is geen werk, er is geen geld, er zijn geen levensmiddelen in sommige plaatsen; kostelooze brood- en soepuitdee- ling kunnen niet plaats hebben wegens ge brek aan grondstoffen. De toestand buiten de stelling is zelfs wanhopig. Wij raden dan ookalleBelgen die niet voor zich zelf kunnen zorgen aan niet naar Ant werpen, niet naar Meche len, niet naar andere plaat sen in de provincie Ant werpen terug, te keeren, omdat zij het er slecht zullen hebben en vooral omdat zij den toestand veel slechter maken voor de daar levende of vertoe vende Belgen. Eenmaal in Ant werpen, laten de Duitschers de Belgen er niet meer uit. De comité's doen wat zij kunnen maar staan dikwijls voor een bevolking die veel en alles verloren heeft. Daaren boven hebben vele gegoeden stad en pro vincie verlaten, zoodat het moeilijk is om bij hen om steun aan te kloppen. Te Brussel is een Comité National de secours et d'alimentation gevormd. Daar uit is wederom een comité central ge vormd, dat wederom verdeeld is in pro vinciale comité's. Het comité central neemt aan den eer sten tijd noodig te hebben een fonds de roulement van fr. 5,000,000. Van dit fonds is reeds een gedeelte bijeen. De provinciale comité's koopen van het Co mité Central de voedingsmiddelen welke door het Comité Central in het buitenland worden aangekocht of ten geschenke ont vangen. Zoolang echter de provinciale comité's kunnen betalen blijft het fonds de roulement intact. Te Antwerpen is 'ook een comité ge vormd, het comité des collectes, dat de uitgeweken gefortuneerde Belgen wil be reiken om geld naan de provincie te kun nen zenden. In medewerking met den Boerenbond is ook te Antwerpen opge richt een Landbouw-comiteit. Van het buitenland is geldelijke steun toegezegd. De consuls van Amerika, Nederland en Spanje, die in het comiteit zitting hebben genomen, hebben opgave gevraagd van de benoodigde landbouwgereedschappen en de benoodigde zaaizaden. In Mechelen is de toestand intreurig. Er is geen geld, doordat de meubelnijver heid geheel stil ligt. De stad heeft ontzet tend veel geleden. Er zijn een 27,000 be- hoeftigen. Het voedingscomiteit aldaar heeft aan het Hollandsch comiteit drin gend om hulp gevraagd. Nogmaals drukken wij de Belgen op het hart niet terug te keeren en de lasten van de comité's en hun eigen landgenooten niet te bezwaren. Zij hebben 't op het oogenblik veel beter dan in België. Het Antwerpsch centraal bureau bezit geen voldoende middelen om te helpen. Er zijn geld en levensmiddelen noodig FEUILLETON. In 's levens maalstroom. (Het auteursrecht van deze vertaling i3 v oorbehouden). 54) Rose ging de deur uit. Marcelle bleef alleen met haar vader, die met groote passen opgewonden de ka mer op en neer liep. Weent gij? vroeg hij, voor haar stil staande. Neen papa, antwoordde het jonge meisje. 't Was waar. In haar hart gevoelde zij een diepe smart over het voorgevallene, maar haar oogen bleven droog. Doet het je leed? hernam hij op wre- Veligen toon, zijn wandeling hervattend. Ja, vader, dat wel, antwoordde het kind moedig. Maar u moet er maar niet op letten; Rose verveelt u; dat is haar schuld niet. Bij juffrouw Hermine leidde zij alles en nu kan zij van die gewoonte nog niet zoo gauw afstand doen. Wij zul len 't huishouden wel samen regelen; u zult eens zien, hoe goed dat gaat. Zij sloeg de oogen neer; haar lippen trilden. Simon was tegelijkertijd aangenaam Verrast en verstoord. Hij had bij zijn doch ter niet zooveel tevredenheid en berusting verwacht, maar hij was toch niet tevre den te bemerken, dat van hen beiden zij de verstandigste en geduldigste was. Zij zeide je zeker altijd, dat ik een stugge, onpleizierige man was, hernam hij na een korte stilte. in België. Wie helpen kan wende zich tot het comité in Zomerzorg, waar ook een groote lijst voor de Belgen ter inzage ligt, waaruit duidelijk blijkt hoe Tiet met de woningen, huizen enz. na het jongste bombardement gesteld is. Het comité in Leiden heeft nog 630 Bel gen voor zijn rekening. De speci&ltrein 8.20 naar Antwerpen is vervallen, wel een bewijs, dat de toestand hu daar juist niet rooskleurig is. SASSENHEIM. Ntd. R K. Volksbond, Maandagavond hield de R. K. Volksbond een verplichte vergadering, welke flink bezocht was., De Voorzitter de heer Weijers opende de ver gadering met gebed, waarna de notulen werden gelezen en onveranderd goedge keurd. Geïnstalleerd werden een 5-tal nieuwe leden. Uit het verslag van den voorzitter bleek, dat in het afgeloopen kwartaal was ingekomen f 258.25V&, uitgegeven f 135.33, aleoo een saldo aanwezig van f 122.92V£. De Voorzitter deelde mee, dat op de feestavond beslist geen kinderen beneden den leeftijd van 15 jaar in de zaal worden toegelaten. Ook deelde de voorzitter mee, dat de besturen der verschillende onderaf- deelingen geklaagd hebben, dat hun ver gaderingen zoo slecht door de leden be zocht werden. De voorzitter spoorde de leden aan, toch vooral in deze benarde tij den trouw de vergaderingen bij te wonen. Daarna volgde verkiezing van een lid van het bestuur, vacature J. Groen ;n 't Woud. Na een tweetal stemmingen werd met 62 stemmen gekozen de heer C. Noorder- meer Nz., die zijn benoeming aannam. Alsnu nam de Geest. Adviseur het woord tot het houden cener bespreking over het 100-jarig herstel van de Congre gatie der Jesuiten. De Eerw. spreker begon met de mede- deeling, dat door velen, ja zelfs soms door katholieken, de Jesuiten beschuldigd worden van huichelarij; huichelarij en Jesuitisme zijn volgens veler mee ning zusje en broertje. Van alles krij gen de Jesuiten de schuld, in alle staats grepen zijn de Jesuiten de opstokers. Hierna besprak ZijnEerw. het ontstaan en de werking der Jesuiten orde; uitvoe rig werd stil gestaan bij het vele goede dat zij voor den godsdienst -tijdens de hervorming gedaan hebben, zoowel op geestelijk als wetenschappelijk gebied. Wij hebben gehoord hoe noodgedwongen door Paus Clemens XIII, den 21sten Juli 1773, op aanstoken van Frankrijk en Spanje, de Congregatie der Jesuiten werd opgeheven; in Pruisen en Rusland bleef zij echter bestaan. Den 7 Aug. 1814 werd zij weder door Paus Pius VII in hare eer hersteld. Op leerrijke en aangename wijze heeft de Eerw. spreker het leven geschil derd en het werken van de Nederland- sche Paters Jesuiten Rothaan en den za lige Petrus Canisius. Deze leerrijke en nuttige bespreking der Jesuiten-Congregatie werd door alle aanwezigen hartelijk toegejuicht en de voorzitter was zeker de tolk der aanwezi gen, toen hij den Eerw. spreker dank zeg de voor zijn gehouden rede. Bij de rondvraag deelde de penning meester van „Hulp in Nood" mede, dat enkele leden reeds bij hem hadden aan geklopt om betaling van contributie, daar zij volgens hun zeggen niet bij machte waren* De voorzitter wees den vragers er op, dat volgens het reglement alleen voor die personen, die ziek öf werkloos waren, de contributie door Hulp in Nood kon worden betaald en dan alleen de contributie van de afdeeling, niet die der verschillende on- derafdeelingen. -q!" WARMOND. N. R. K. Volksbond. Voor den R. K. Volksbond trad in Hotel „De Zon" de heer Volstrekt niet, vader; zij heeft in mijne tegenwoordigheid nooit anders dan goed van u gezegd. Maar zij dacht dan toch kwaad van mij, beet Monfort, nog meer verstoord om dat antwoord, zijn dochter toe. Marcelle antwoordde niet. Het was inderdaad weinig waarschijn lijk, dat Rose in den grond van haar hart Monfort met zegeningen overlaadde; was het niet al heel wel, dat zij kwaad van hem spraló Simon begreep het. Ga haar vaarwel zeggen, zeide hij met meerdere zachtheid. Zeg haar maar, dat zij je altijd mag komen bezoeken als zij wil, en dat ik haar bedank, voor wat ze voor je gedaan heeft.... Marcelle verliet de^ kamer zonder een woord te spreken; zij weende ditmaal. Het vaarwel was teeder maar kort. Rose had een zonderlinge philosophie, die zij haar hulp noemde bij treurige ge legenheden. Bekommer je niet over mij, kleine, zeide zij. Ik ga naar de Breault's. voor zoover ik weet hebben zij sinds hun te rugkomst al zes maal een andere keu kenmeid gehad; het zal hun pleizier doen. En wat je zelve betreft, ge krijgt een on aangenamer! tijd te doorleven, maar het zal je vader spoedig genoeg gaan verve len. zich met je bezig te houden. Je vader, ziet ge, is een beste man, en hij houdt wel van ie ook; maar een dochter opvoe den kan hij evenmin als eten koken. Daarop omhelsde zij Marcelle, opende de deur van Montfort's kamer, zeide even eenvoudig: „Dag, mijnheer", of zij maar even naar de markt ging, en vertrok. Op straat gekomen, voelde zij iets Kellenaers op met een rede „Charitas" ge titeld. De voorzitter, de heer Th. v. d. Maat, opende met Christel, groet de vergadering, daarna het woord gevende aan den spre ker. Spreker begon met te wijzen op een zeer lijvig boekdeel, „Belgique Charitable" (Liefdadig België) voor eenigen tijd ver schenen en geschreven door Madame Vloe- berghs. In dat boek staan alle werken van liefdadigheid in België opgeteekend. Wanneer Madame Vloeberghs echter nog eens 'n boek over de Charitas zou schrij ven, dan gelooft spr., dat zij daaraan ze- zer den titel geven zou van „La Hollande Charitable" (Liefdadig Nederland), dat zoo veel voor de meer dan 700.000 Belgische vluchtelingen deed. Na deze inleiding gaat spr. na, wat de R. K. Kerk, in den loop der eeuwen voor de Charitas gedaan heeft.. De charitas is zoo oud als de kerk zelf. Toen onder de vervolging een heidensch stadsprefect van den diaken Laurentius de schatten der Kerk opvorderde, ver- eenigde Laurentius de armen, zieken kreu pelen en blinden en voerde ze voor den prefect met de historisch geworden woor den: „Gij verlangt van mij de schatten der kerk, hier zijn ze"l En als dan de stormen der vervolgingen bedaarden, werden alom liefdegestichten gebouwd, en zóó veelvuldig waren deze in richtingen, dat naar nieuwe woorden moest worden gezocht, om haar een doel- treffenden naam te geven. En zoo is 't nu gebleven tot op den hul digen dag., Zelfs in Protestantsche streken verhef fen zich de katholieke liefdegestichten als monumenten der echte christelijke chari tas. In Leiden werkte eenige jaren gele den een niet katholiek chirurg met de ka tholieke liefdezusters samen, om er een Katholiek ziekenhuis te scheppen, dat niet alleen eenig is in Nederland, maar vol gens de verklaring van deskundigen onder de beste inrichtingen van Europa behoort Na gewezen te hebben op het werk der St. Elisabeths-vereenigingen, weeshuizen, oude mannen- en vrouwenhuizen staat spreker eenigszins uitvoerig stil bij het werk der St. Vincentiusvereenigingen. Tot dat doel geeft hij eerst een korten levens schets van den stichter dezer vereeniging den Parijschen student Ozanam. Thans telt dit werk 7500 conferentie's over de geheele wereld. In ons land bestaan slechts eenige jaren de kinderwetten en de St. Vincentiusver- eeniging voert reeds voogdij over meer dan 2200 voogdijkinderen. Terecht mocht dan ook de groote Paus Leo XIII eens zeggen: ,,De Vincentiusver- eeniging is en zal blijven een machtig redmiddel in den socialen nood". Daar zijn er, ook onder de Katholieken, die en niet geheel ten onrechte dwe pen met het werk van het Heilsleger., Maar hoeveel schooner staat daartegen over het werk onzer Vincentianen, die 't niet zoeken in de grooten trom met mu ziek en zang, maar in stillen, zelfopoffe- renden arbeid. Hier houdt spreker een pauze om dan te komen, tot het tweede deel zijner rede, waar hij meer speciaal, om het zoo maar eens uit te drukken, de „oorlogs-Charitas" behandelen zal.. Hij wijst er op, hoe heerlijk, de charitas op het slagveld, in de loopgraven en ook in ons land als het toevluchtsoord der "Belgische vluchtelingen beoefend wordt. En na hulde gebracht te hebben aan onze Katholieke liefdezusters, die ook hier weer niet ontbreken, wijst spr^ op het „Roode Kruis." Hij gaat de stichting en ontwikkeling van het Roode Kruis na en brengt eerbie dige hulde aan de nagedachtenis van den Zwitserschen reiziger Dunant, die in 1859 warms op haar vingers druppelen; ver wonderd ging zij na, vanwaar dat kwam en bemerkte toen, dat de tranen haar over de wangen rolden. Dat moet er ook nog bijkomen, zeide zij verontwaardigd. Zij veegde met den rug van haar hand langs de oogen, die haar plicht vergeten hadden, en ging toen rustig naar de r u e de la Pompe. Mijnheer Breault was alleen thuis; hij ontving haar met vreugde en deed aller lei mededeelingen omtrent de nalatighe den der tegenwoordige keukenmeid. Rose hoorde hem eerbiedig aan en toen hij ge ëindigd had, begaf zij zich naar de keu ken, waar zij de schuldige verraste bij een roman, die haastig onder een brei werk werd geschoven, toen zij binnentrad. Zeer goed, meisje, zeide Rose, Doe je schort maar af en ga maar wat wan delen. Om zes uur kunt ge terug komen en dan zal mijnheer Robert met je afre kenen. De verbaasde keukenmeid staarde haar sprakeloos aan. 't Is zooals ik je gezegd heb. En vlug watKijk... je vergeet je boek. Met stalen voorhoofd stelde zij het hoek ter hand aan haar ontrouwe collega, die verdween, zonder een woord te hebben geuit. Ha, ha, zeide Rose, over zich zelve glimlachend. Dat is goed gegaan. En du een beetje schoonmaken; dat is wel noo dig hier. Zonder een oogenblik te verliezen begon zij te vegen, dweilen en schuren en haar potten en pannen behandelde zij zoo hard-' op de bloedige slagvelden van Solferino, de grondslagen voor deze de wereldver- overende organisatie gelegd heeft Dan wijst spr. er op, wat Nederland voor de vluchtelingen deed. Vooral het Katholieke Noord-Brabant en het. groo- tendeels katholieke Zeeuwsch-Vlaanderen, waar het volgens de meening van sommi ge Hollanders nog steeds „zoo duister is" hebben zich in die dagen wel van him heerlijkste lichtzijde laten zien., Zelfs prof. Eerdmans uit Leiden, die anders met zijn nachtpitje in deze „don kere streken" nog al eens wat licht I bracht, heeft er voor dezen keer geen duis ternis kunnen ontdekken Want we zijn thans verschoond geble ven van de hooge eert, de meening van Zijn HoogGeleerde over 't Zuiden te ver nemen., Vervolgens gaat spr. na, wat ook Boven den Moerdijk voor de vluchtelingen ge daan werd, het werk van het Leidsche Comité en van het R. K. Huisvestingsco mité, dat reeds honderden Belgische kin deren in katholieke gezinnen, en wel meestal gezinnen van arbeiders en kleine ambachten, onderbracht. Spreker verhaalt dan eenige treffende bijzonderheden over zijn reizen voor het R. K. Huisvesting Co mité door België; hoe hij vooral te Ant werpen en omgeving kinderen in den el- lendigsten toestand aantrof en deze mede naar Holland nam, waar nu ten minste het Kerstkühdje nog eenige vreugde in hun kleine harten brengen zal; om dat er in Holland zoovele groote har ten zijnl Maar daar is nog een andere charitas en die bestaat hierin, hoe men den nood voorkomen kan. Dit kan door de Katholieke Sociale actie en zeker niet liet minst door den R. K. Volksbond, die zich toch ten dogl stelt, naast de godsdienstige ontwikkeling den stoffelijken welstand van den arbeider te bevorderen. Met nadruk wijst spreker er dan nog op, dat wij bij onze zorg voor de arme Belgische slachtoffers onze eigen noodlij dende landgenooten niet moeten vergeten, en daarom beveelt hij vooral het Nationaal Steuncomité ten zeerste aan, en brengt hulde aan H. M. de Koningin, die f 100,000 aan het comité schonk: Na te hebben aangetoond, dat de chari tas voor onze sociale actie onontbeerlijk is, sluit spreker met een treffende perora tie zijn leerrijke rede, die meermaals door bijval onderbroken, ten slotte met een warm applaus werd besloten. Bij monde van den Voorzitter werd den spreker dank betuigd namens de toehoor ders. Met christelijken groet werd de vergade- dering gesloten. ZOETERWOUDE. Sociale cursus. Het onderwerp van dezen keer was Socialisme en Eigen domsrecht. Het afschaffen van privaatbezit der productiemiddelen is jn strijd met het natuurrechtelijk karakter van den privaat eigendom. De mensch, die een redelijk wezen is, mag zijn leven volgens zijn natuur in richten. Welnu, die redelijke natuur zegt, dat hij ook voor de toekomst moet zor gen. De mensch, met verstand begaafd, ziet in de toekomst; ongerustheid ten opzichte van de toekomst noodzaakt hem te zor gen; de mensch kan en moet zorgen voor de toekomst. De mensch heeft dan ook recht op de vrucht van dien arbeid. Als maatschappelijk wezen, moet de mensch ook voor anderen zorgen. Een va der is verplicht te zorgen voor zijn kinde ren en kan zich daarom de middelen toe eigenen welke voor de toekomst en het heden van de kinderen noodzakelijk zijn. handig, dat Robert bij zijn.thuiskomst niet wist wat hij hoorde. Nu, zeide hij, de deur openend, zoo'n schoonmaak was eindelijk wel sens.... Daar bemerkte hij Rose, die druk bezig was aan 't reinigen van ccn waterketel. Zijt gij het? vroeg hij. Wat beteekent dat? Ik ben het, mijnheer Robert. En voor goed ook. Ik wil hier mijn eindje wel ha len. als u ten minste morgen maar een besteller om mijn koffer wilt zenden. En Marcelle? vroeg de jongeman, die 't gebeurde nog niet doorzag. De voorgewende vroolijkheid van Rose was terstond verdwenen. Marcelle is ginds gebleven. IIaar va der is niet slecht, maar 't is een beer, een ongelikte beer. Geduld maar, mijnheer Robert. Zij zal ook wel hier komen. En zij knipoogde, als had zij 't boste vrtrouwen in de zaak; haar oogen wa ren echter vochtig. Arm kind, zeide Robert, de trap af gaande, wat moet jij toch al een verdriet verduren. En dan, mijnheer Robert, riep Rose hem snikkende achterna, zij heeft in ieder geval vrouw Galin ook nog.... De keukendeur werd met zooveel kracht toegeworpen, dat al het keukengerij stond te dansen. Arme vrouw, dacht de jonge man. Zij heeft ook verdriet.... De wereld is loch vol ramoen.... Maar zijn vader vond hij zoo verheugd over de komst van Rose en het vertrek der andere dienstbode, dat hij zich ook maar vroolijk toonde, om hem niet te be droeven. Nu zeggen de socialisten God heeft de aarde gegeven aan alle menschen, doch heeft geen privaateigendom ingesteld. Daartegenover zegt spr. dat God toch het privaatbezit niet verboden heeft, en laat de dwaasheid zien van de rerondorslel- ling, dat God elk mensch een stukje van de aarde zou hebben moeten geven, om privaatbezit vast te stellen. De natuurwet door God in den mensch gelegd drijft hern tot privaatbezit. I'et privaatbezit is dus niet togen, maar over eenkomstig do natuur van den mensch. Ook het privaatbezit der productiemidde len is een eisch van het natuurrecht. Spr. verhaalt van den H. Thomas van Aquino, die zoo dikwijls donr de socialisten wordt aangehaald tot bestrijding van het pri vaatbezit. Die groote geleerde Heilige geeft drie redenen aan waarom de productie middelen tot het privaatbezit moeten bc- hooren. Slechts bij privaatbezit heeft de mensch 'een voldoende prikkel om te ar beiden. De mensch zoekt van nature niet naar arbeid. Dat komt omdat arbeid voor hem een straf is. „In hot zweet uws aan- schijns zult gij uw brood verdienen", sprak God, bestraffend. Waarom spant de mensch zich echter in? Omdat hij de winst, de verdienste van zijn arbeid kan behouden en daarmede zich en zijn gezin beter vooruitzicht, betere positie kan ver schaffen. Veronderstelt, zégt spr., dat privaatbezit verviel, dan was de groote spoorslag tot arbeid vervallen; de aroeid zou verslappen. Zonder privaateigendom kan van ee* ordelijke samenleving geen sprake meer zijn. Wie zou geloove'n dat in een maat schappij waar geen privaatbezit bestaat, even gemakkelijk een rioolreiniger als een dokte i; zou gevonden worden. Bebel neemt tot radicale oplossing, lo gisch en consequent, dwang. Wat blijft er over van de gelijkheid? En van de vrijheid? Doch niet alleen de keuze van het vak, ook de plaatskeuze zou moeilijkheden brengen die niet te overbruggen zijn. Tot het behoud van vrede in de maatschappij is privaateigendom dus noodzakelijk. Overal waar kleine „proef"-toekomst staten zijn opgericht, hebben de pogingen schipbreuk geleden op de klip „ruzie". De diepste grond van het privaatbezit is echter gelegen in den eisch van de men- schelijke natuur, bewezen door het ge schiedkundig feit, dat men bij alle volko ren en alle tijden privaateigendom heeft aangetroffen. In de vroegste tijden is privaateigendom een heerschende vorm van bezit geweest. Burgerlijke Stand. AARLANDERVEEN. Geboren: D. van Ziegelaar en Groe nendijk. D. van Hoogendoorn en Ca- sant. Z. van Reumenman en Dahracn. D. van Van Roon en Broer. D. van Van den Berg en Plomp. ALPHEN. Geboren: Z. van Vermeulen en llou- dijk. Z. van BrandUïi Vermeulen. Z. van De Jager en Domburg. Z. van Eichhorn en Stavast. Z. van Den Heten en Lagerweij. BOSKOOP. Geboren: Pieter, z. v. J. Broer en G. A. D. Boogaard, Maria Hendrika, d. v. Th. Vergeer en J. M. van der VlugL Aaltje, d. v. J. Ravenhorst en A. Sna- terse. Grietje, d. v. J. Zaal en C. J. Plomp. Jacomina Teuntje, d. v. C. van Bemmel en W. van Ooijen. Naatje Ca- tharina, d. v. G. H. Spec en J. van Zoo- meren. HOOFDSTUK XXXVI. Marcelle als huishoudster. Marcelle deed haar best, zooals zij be loofd had. Na haar klein huishouden aan kant te hebben gebracht, was zij dikwijls alleen; zij nam dan een of ander verstel werk ter hand, ging hij een venster zitten en bewoog haar naald evenregelmatig als de beste naaister. 't Was in die oogenblikken, dat haar gedachten heenvlogen naar he; vreed zame huis in de rue de la Pompe; naar die goede mijnheer Breault, altijd in zijn fauteuil gezeten, met dat treurige en zachte gelaat; naar Rose, tronend te mid den van haar zindelijke keuken; naar Jules, die zijn laatste gymnasium-jaar doormaakte; naar den grooten hond, dis nu wel oud moest geworden zijn en z«- ker geen gaten meer zou maken in d« grasperEërf; en naar Robert, altijd zoo goed, zoo geduldig, zoo ernstig, Robert, die de gansche verantwoordelijkheid van het huishouden droeg, zonder dat iemand hem hielp of ook maar opmerkte, dat die taak hem zwaar viel. Ik zou hem wel geholpen hebben, dacht Marcelle, ik zou een goede zieken- oppasseres geweest zijn en mijnheer Breault voorgelezen hebben.... Haar verbeelding voerde haar ook vaak onwederstaanbaar naar het verlaten huis naast de woning der Breaults, en zij werd dan zoo droef te moode, dat zij haar werk moest nederleggen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1