Tweede Blad.
6e JAARGANG, No. 1583
3)e £ci€bclie(2ou^omt
Woensdag 23 Decemberl9l4
Uit Stad en Omgeving.
Voor de Belgische vluchtelingen.
Wij hebben gistermiddag een uurtje
doorgebracht in Zomerzorg bij het
comité voor de Belgische vluchte
lingen en eens gesnuffeld in ver
schillende paperassen, om een indruk
te krijgen van den toestand in Antwer
pen, Mechelen en andere plaatsen.
Het Leidsch comité is voortdurend in
correspondentie met het Nederlandsch
comité in Antwerpen, dat op zijn beurt
dag in en dag uit voeling houdt met de
Belgische comiteiten.
Onze indruk is, dat de toestand treurig
is. Er is geen werk, er is geen geld, er
zijn geen levensmiddelen in sommige
plaatsen; kostelooze brood- en soepuitdee-
ling kunnen niet plaats hebben wegens ge
brek aan grondstoffen. De toestand buiten
de stelling is zelfs wanhopig.
Wij raden dan ookalleBelgen
die niet voor zich zelf kunnen
zorgen aan niet naar Ant
werpen, niet naar Meche
len, niet naar andere plaat
sen in de provincie Ant
werpen terug, te keeren,
omdat zij het er slecht zullen hebben en
vooral omdat zij den toestand veel slechter
maken voor de daar levende of vertoe
vende Belgen. Eenmaal in Ant
werpen, laten de Duitschers
de Belgen er niet meer
uit. De comité's doen wat zij kunnen
maar staan dikwijls voor een bevolking
die veel en alles verloren heeft. Daaren
boven hebben vele gegoeden stad en pro
vincie verlaten, zoodat het moeilijk is om
bij hen om steun aan te kloppen.
Te Brussel is een Comité National de
secours et d'alimentation gevormd. Daar
uit is wederom een comité central ge
vormd, dat wederom verdeeld is in pro
vinciale comité's.
Het comité central neemt aan den eer
sten tijd noodig te hebben een fonds de
roulement van fr. 5,000,000. Van dit
fonds is reeds een gedeelte bijeen. De
provinciale comité's koopen van het Co
mité Central de voedingsmiddelen welke
door het Comité Central in het buitenland
worden aangekocht of ten geschenke ont
vangen. Zoolang echter de provinciale
comité's kunnen betalen blijft het fonds
de roulement intact.
Te Antwerpen is 'ook een comité ge
vormd, het comité des collectes, dat de
uitgeweken gefortuneerde Belgen wil be
reiken om geld naan de provincie te kun
nen zenden. In medewerking met den
Boerenbond is ook te Antwerpen opge
richt een Landbouw-comiteit. Van het
buitenland is geldelijke steun toegezegd.
De consuls van Amerika, Nederland en
Spanje, die in het comiteit zitting hebben
genomen, hebben opgave gevraagd van
de benoodigde landbouwgereedschappen
en de benoodigde zaaizaden.
In Mechelen is de toestand intreurig.
Er is geen geld, doordat de meubelnijver
heid geheel stil ligt. De stad heeft ontzet
tend veel geleden. Er zijn een 27,000 be-
hoeftigen. Het voedingscomiteit aldaar
heeft aan het Hollandsch comiteit drin
gend om hulp gevraagd.
Nogmaals drukken wij de Belgen op het
hart niet terug te keeren en de lasten van
de comité's en hun eigen landgenooten niet
te bezwaren. Zij hebben 't op het oogenblik
veel beter dan in België. Het Antwerpsch
centraal bureau bezit geen voldoende
middelen om te helpen.
Er zijn geld en levensmiddelen noodig
FEUILLETON.
In 's levens maalstroom.
(Het auteursrecht van deze vertaling i3
v oorbehouden).
54)
Rose ging de deur uit.
Marcelle bleef alleen met haar vader,
die met groote passen opgewonden de ka
mer op en neer liep.
Weent gij? vroeg hij, voor haar stil
staande.
Neen papa, antwoordde het jonge
meisje.
't Was waar. In haar hart gevoelde zij
een diepe smart over het voorgevallene,
maar haar oogen bleven droog.
Doet het je leed? hernam hij op wre-
Veligen toon, zijn wandeling hervattend.
Ja, vader, dat wel, antwoordde het
kind moedig. Maar u moet er maar niet
op letten; Rose verveelt u; dat is haar
schuld niet. Bij juffrouw Hermine leidde
zij alles en nu kan zij van die gewoonte
nog niet zoo gauw afstand doen. Wij zul
len 't huishouden wel samen regelen; u
zult eens zien, hoe goed dat gaat.
Zij sloeg de oogen neer; haar lippen
trilden.
Simon was tegelijkertijd aangenaam
Verrast en verstoord. Hij had bij zijn doch
ter niet zooveel tevredenheid en berusting
verwacht, maar hij was toch niet tevre
den te bemerken, dat van hen beiden zij
de verstandigste en geduldigste was.
Zij zeide je zeker altijd, dat ik een
stugge, onpleizierige man was, hernam
hij na een korte stilte.
in België. Wie helpen kan wende zich tot
het comité in Zomerzorg, waar ook een
groote lijst voor de Belgen ter inzage ligt,
waaruit duidelijk blijkt hoe Tiet met de
woningen, huizen enz. na het jongste
bombardement gesteld is.
Het comité in Leiden heeft nog 630 Bel
gen voor zijn rekening. De speci<rein
8.20 naar Antwerpen is vervallen, wel een
bewijs, dat de toestand hu daar juist niet
rooskleurig is.
SASSENHEIM.
Ntd. R K. Volksbond, Maandagavond
hield de R. K. Volksbond een verplichte
vergadering, welke flink bezocht was., De
Voorzitter de heer Weijers opende de ver
gadering met gebed, waarna de notulen
werden gelezen en onveranderd goedge
keurd.
Geïnstalleerd werden een 5-tal nieuwe
leden. Uit het verslag van den voorzitter
bleek, dat in het afgeloopen kwartaal was
ingekomen f 258.25V&, uitgegeven f 135.33,
aleoo een saldo aanwezig van f 122.92V£.
De Voorzitter deelde mee, dat op de
feestavond beslist geen kinderen beneden
den leeftijd van 15 jaar in de zaal worden
toegelaten. Ook deelde de voorzitter mee,
dat de besturen der verschillende onderaf-
deelingen geklaagd hebben, dat hun ver
gaderingen zoo slecht door de leden be
zocht werden. De voorzitter spoorde de
leden aan, toch vooral in deze benarde tij
den trouw de vergaderingen bij te wonen.
Daarna volgde verkiezing van een lid
van het bestuur, vacature J. Groen ;n 't
Woud.
Na een tweetal stemmingen werd met
62 stemmen gekozen de heer C. Noorder-
meer Nz., die zijn benoeming aannam.
Alsnu nam de Geest. Adviseur het
woord tot het houden cener bespreking
over het 100-jarig herstel van de Congre
gatie der Jesuiten.
De Eerw. spreker begon met de mede-
deeling, dat door velen, ja zelfs soms
door katholieken, de Jesuiten beschuldigd
worden van huichelarij; huichelarij en
Jesuitisme zijn volgens veler mee
ning zusje en broertje. Van alles krij
gen de Jesuiten de schuld, in alle staats
grepen zijn de Jesuiten de opstokers.
Hierna besprak ZijnEerw. het ontstaan
en de werking der Jesuiten orde; uitvoe
rig werd stil gestaan bij het vele goede
dat zij voor den godsdienst -tijdens de
hervorming gedaan hebben, zoowel op
geestelijk als wetenschappelijk gebied.
Wij hebben gehoord hoe noodgedwongen
door Paus Clemens XIII, den 21sten
Juli 1773, op aanstoken van Frankrijk en
Spanje, de Congregatie der Jesuiten werd
opgeheven; in Pruisen en Rusland bleef
zij echter bestaan. Den 7 Aug. 1814 werd
zij weder door Paus Pius VII in hare eer
hersteld. Op leerrijke en aangename wijze
heeft de Eerw. spreker het leven geschil
derd en het werken van de Nederland-
sche Paters Jesuiten Rothaan en den za
lige Petrus Canisius.
Deze leerrijke en nuttige bespreking
der Jesuiten-Congregatie werd door alle
aanwezigen hartelijk toegejuicht en de
voorzitter was zeker de tolk der aanwezi
gen, toen hij den Eerw. spreker dank zeg
de voor zijn gehouden rede.
Bij de rondvraag deelde de penning
meester van „Hulp in Nood" mede, dat
enkele leden reeds bij hem hadden aan
geklopt om betaling van contributie, daar
zij volgens hun zeggen niet bij machte
waren*
De voorzitter wees den vragers er op,
dat volgens het reglement alleen voor die
personen, die ziek öf werkloos waren, de
contributie door Hulp in Nood kon worden
betaald en dan alleen de contributie van
de afdeeling, niet die der verschillende on-
derafdeelingen. -q!"
WARMOND.
N. R. K. Volksbond. Voor den R. K.
Volksbond trad in Hotel „De Zon" de heer
Volstrekt niet, vader; zij heeft in
mijne tegenwoordigheid nooit anders dan
goed van u gezegd.
Maar zij dacht dan toch kwaad van
mij, beet Monfort, nog meer verstoord om
dat antwoord, zijn dochter toe.
Marcelle antwoordde niet.
Het was inderdaad weinig waarschijn
lijk, dat Rose in den grond van haar hart
Monfort met zegeningen overlaadde; was
het niet al heel wel, dat zij kwaad van
hem spraló Simon begreep het.
Ga haar vaarwel zeggen, zeide hij
met meerdere zachtheid. Zeg haar maar,
dat zij je altijd mag komen bezoeken als
zij wil, en dat ik haar bedank, voor wat
ze voor je gedaan heeft....
Marcelle verliet de^ kamer zonder een
woord te spreken; zij weende ditmaal.
Het vaarwel was teeder maar kort.
Rose had een zonderlinge philosophie,
die zij haar hulp noemde bij treurige ge
legenheden.
Bekommer je niet over mij, kleine,
zeide zij. Ik ga naar de Breault's. voor
zoover ik weet hebben zij sinds hun te
rugkomst al zes maal een andere keu
kenmeid gehad; het zal hun pleizier doen.
En wat je zelve betreft, ge krijgt een on
aangenamer! tijd te doorleven, maar het
zal je vader spoedig genoeg gaan verve
len. zich met je bezig te houden. Je vader,
ziet ge, is een beste man, en hij houdt
wel van ie ook; maar een dochter opvoe
den kan hij evenmin als eten koken.
Daarop omhelsde zij Marcelle, opende
de deur van Montfort's kamer, zeide even
eenvoudig: „Dag, mijnheer", of zij maar
even naar de markt ging, en vertrok.
Op straat gekomen, voelde zij iets
Kellenaers op met een rede „Charitas" ge
titeld.
De voorzitter, de heer Th. v. d. Maat,
opende met Christel, groet de vergadering,
daarna het woord gevende aan den spre
ker.
Spreker begon met te wijzen op een zeer
lijvig boekdeel, „Belgique Charitable"
(Liefdadig België) voor eenigen tijd ver
schenen en geschreven door Madame Vloe-
berghs. In dat boek staan alle werken van
liefdadigheid in België opgeteekend.
Wanneer Madame Vloeberghs echter
nog eens 'n boek over de Charitas zou schrij
ven, dan gelooft spr., dat zij daaraan ze-
zer den titel geven zou van „La Hollande
Charitable" (Liefdadig Nederland), dat zoo
veel voor de meer dan 700.000 Belgische
vluchtelingen deed.
Na deze inleiding gaat spr. na, wat de
R. K. Kerk, in den loop der eeuwen voor
de Charitas gedaan heeft..
De charitas is zoo oud als de kerk zelf.
Toen onder de vervolging een heidensch
stadsprefect van den diaken Laurentius
de schatten der Kerk opvorderde, ver-
eenigde Laurentius de armen, zieken kreu
pelen en blinden en voerde ze voor den
prefect met de historisch geworden woor
den: „Gij verlangt van mij de schatten der
kerk, hier zijn ze"l
En als dan de stormen der vervolgingen
bedaarden, werden alom liefdegestichten
gebouwd, en zóó veelvuldig waren deze in
richtingen, dat naar nieuwe woorden
moest worden gezocht, om haar een doel-
treffenden naam te geven.
En zoo is 't nu gebleven tot op den hul
digen dag.,
Zelfs in Protestantsche streken verhef
fen zich de katholieke liefdegestichten als
monumenten der echte christelijke chari
tas. In Leiden werkte eenige jaren gele
den een niet katholiek chirurg met de ka
tholieke liefdezusters samen, om er een
Katholiek ziekenhuis te scheppen, dat niet
alleen eenig is in Nederland, maar vol
gens de verklaring van deskundigen onder
de beste inrichtingen van Europa behoort
Na gewezen te hebben op het werk der
St. Elisabeths-vereenigingen, weeshuizen,
oude mannen- en vrouwenhuizen staat
spreker eenigszins uitvoerig stil bij het
werk der St. Vincentiusvereenigingen. Tot
dat doel geeft hij eerst een korten levens
schets van den stichter dezer vereeniging
den Parijschen student Ozanam.
Thans telt dit werk 7500 conferentie's
over de geheele wereld.
In ons land bestaan slechts eenige jaren
de kinderwetten en de St. Vincentiusver-
eeniging voert reeds voogdij over meer
dan 2200 voogdijkinderen.
Terecht mocht dan ook de groote Paus
Leo XIII eens zeggen: ,,De Vincentiusver-
eeniging is en zal blijven een machtig
redmiddel in den socialen nood".
Daar zijn er, ook onder de Katholieken,
die en niet geheel ten onrechte dwe
pen met het werk van het Heilsleger.,
Maar hoeveel schooner staat daartegen
over het werk onzer Vincentianen, die 't
niet zoeken in de grooten trom met mu
ziek en zang, maar in stillen, zelfopoffe-
renden arbeid.
Hier houdt spreker een pauze om dan te
komen, tot het tweede deel zijner rede,
waar hij meer speciaal, om het zoo maar
eens uit te drukken, de „oorlogs-Charitas"
behandelen zal..
Hij wijst er op, hoe heerlijk, de charitas
op het slagveld, in de loopgraven en ook
in ons land als het toevluchtsoord der
"Belgische vluchtelingen beoefend wordt.
En na hulde gebracht te hebben aan
onze Katholieke liefdezusters, die ook hier
weer niet ontbreken, wijst spr^ op het
„Roode Kruis."
Hij gaat de stichting en ontwikkeling
van het Roode Kruis na en brengt eerbie
dige hulde aan de nagedachtenis van den
Zwitserschen reiziger Dunant, die in 1859
warms op haar vingers druppelen; ver
wonderd ging zij na, vanwaar dat kwam
en bemerkte toen, dat de tranen haar over
de wangen rolden.
Dat moet er ook nog bijkomen, zeide
zij verontwaardigd.
Zij veegde met den rug van haar hand
langs de oogen, die haar plicht vergeten
hadden, en ging toen rustig naar de r u e
de la Pompe.
Mijnheer Breault was alleen thuis; hij
ontving haar met vreugde en deed aller
lei mededeelingen omtrent de nalatighe
den der tegenwoordige keukenmeid. Rose
hoorde hem eerbiedig aan en toen hij ge
ëindigd had, begaf zij zich naar de keu
ken, waar zij de schuldige verraste bij
een roman, die haastig onder een brei
werk werd geschoven, toen zij binnentrad.
Zeer goed, meisje, zeide Rose, Doe
je schort maar af en ga maar wat wan
delen. Om zes uur kunt ge terug komen
en dan zal mijnheer Robert met je afre
kenen.
De verbaasde keukenmeid staarde haar
sprakeloos aan.
't Is zooals ik je gezegd heb. En vlug
watKijk... je vergeet je boek.
Met stalen voorhoofd stelde zij het hoek
ter hand aan haar ontrouwe collega, die
verdween, zonder een woord te hebben
geuit.
Ha, ha, zeide Rose, over zich zelve
glimlachend. Dat is goed gegaan. En du
een beetje schoonmaken; dat is wel noo
dig hier.
Zonder een oogenblik te verliezen begon
zij te vegen, dweilen en schuren en haar
potten en pannen behandelde zij zoo hard-'
op de bloedige slagvelden van Solferino,
de grondslagen voor deze de wereldver-
overende organisatie gelegd heeft
Dan wijst spr. er op, wat Nederland
voor de vluchtelingen deed. Vooral het
Katholieke Noord-Brabant en het. groo-
tendeels katholieke Zeeuwsch-Vlaanderen,
waar het volgens de meening van sommi
ge Hollanders nog steeds „zoo duister is"
hebben zich in die dagen wel van him
heerlijkste lichtzijde laten zien.,
Zelfs prof. Eerdmans uit Leiden, die
anders met zijn nachtpitje in deze „don
kere streken" nog al eens wat licht I
bracht, heeft er voor dezen keer geen duis
ternis kunnen ontdekken
Want we zijn thans verschoond geble
ven van de hooge eert, de meening van
Zijn HoogGeleerde over 't Zuiden te ver
nemen.,
Vervolgens gaat spr. na, wat ook Boven
den Moerdijk voor de vluchtelingen ge
daan werd, het werk van het Leidsche
Comité en van het R. K. Huisvestingsco
mité, dat reeds honderden Belgische kin
deren in katholieke gezinnen, en wel
meestal gezinnen van arbeiders en kleine
ambachten, onderbracht. Spreker verhaalt
dan eenige treffende bijzonderheden over
zijn reizen voor het R. K. Huisvesting Co
mité door België; hoe hij vooral te Ant
werpen en omgeving kinderen in den el-
lendigsten toestand aantrof en deze mede
naar Holland nam, waar nu ten minste
het Kerstkühdje nog eenige vreugde in
hun kleine harten brengen zal; om
dat er in Holland zoovele groote har
ten zijnl
Maar daar is nog een andere charitas
en die bestaat hierin, hoe men den nood
voorkomen kan.
Dit kan door de Katholieke Sociale actie
en zeker niet liet minst door den R. K.
Volksbond, die zich toch ten dogl stelt,
naast de godsdienstige ontwikkeling den
stoffelijken welstand van den arbeider te
bevorderen.
Met nadruk wijst spreker er dan nog
op, dat wij bij onze zorg voor de arme
Belgische slachtoffers onze eigen noodlij
dende landgenooten niet moeten vergeten,
en daarom beveelt hij vooral het Nationaal
Steuncomité ten zeerste aan, en brengt
hulde aan H. M. de Koningin, die f 100,000
aan het comité schonk:
Na te hebben aangetoond, dat de chari
tas voor onze sociale actie onontbeerlijk
is, sluit spreker met een treffende perora
tie zijn leerrijke rede, die meermaals door
bijval onderbroken, ten slotte met een
warm applaus werd besloten.
Bij monde van den Voorzitter werd den
spreker dank betuigd namens de toehoor
ders.
Met christelijken groet werd de vergade-
dering gesloten.
ZOETERWOUDE.
Sociale cursus. Het onderwerp van
dezen keer was Socialisme en Eigen
domsrecht.
Het afschaffen van privaatbezit der
productiemiddelen is jn strijd met het
natuurrechtelijk karakter van den privaat
eigendom.
De mensch, die een redelijk wezen is,
mag zijn leven volgens zijn natuur in
richten. Welnu, die redelijke natuur zegt,
dat hij ook voor de toekomst moet zor
gen.
De mensch, met verstand begaafd, ziet
in de toekomst; ongerustheid ten opzichte
van de toekomst noodzaakt hem te zor
gen; de mensch kan en moet zorgen voor
de toekomst.
De mensch heeft dan ook recht op de
vrucht van dien arbeid.
Als maatschappelijk wezen, moet de
mensch ook voor anderen zorgen. Een va
der is verplicht te zorgen voor zijn kinde
ren en kan zich daarom de middelen toe
eigenen welke voor de toekomst en het
heden van de kinderen noodzakelijk zijn.
handig, dat Robert bij zijn.thuiskomst niet
wist wat hij hoorde.
Nu, zeide hij, de deur openend, zoo'n
schoonmaak was eindelijk wel sens....
Daar bemerkte hij Rose, die druk bezig
was aan 't reinigen van ccn waterketel.
Zijt gij het? vroeg hij. Wat beteekent
dat?
Ik ben het, mijnheer Robert. En voor
goed ook. Ik wil hier mijn eindje wel ha
len. als u ten minste morgen maar een
besteller om mijn koffer wilt zenden.
En Marcelle? vroeg de jongeman, die
't gebeurde nog niet doorzag.
De voorgewende vroolijkheid van Rose
was terstond verdwenen.
Marcelle is ginds gebleven. IIaar va
der is niet slecht, maar 't is een beer, een
ongelikte beer. Geduld maar, mijnheer
Robert. Zij zal ook wel hier komen.
En zij knipoogde, als had zij 't boste
vrtrouwen in de zaak; haar oogen wa
ren echter vochtig.
Arm kind, zeide Robert, de trap af
gaande, wat moet jij toch al een verdriet
verduren.
En dan, mijnheer Robert, riep Rose
hem snikkende achterna, zij heeft in ieder
geval vrouw Galin ook nog....
De keukendeur werd met zooveel kracht
toegeworpen, dat al het keukengerij stond
te dansen.
Arme vrouw, dacht de jonge man.
Zij heeft ook verdriet.... De wereld is loch
vol ramoen....
Maar zijn vader vond hij zoo verheugd
over de komst van Rose en het vertrek
der andere dienstbode, dat hij zich ook
maar vroolijk toonde, om hem niet te be
droeven.
Nu zeggen de socialisten God heeft de
aarde gegeven aan alle menschen, doch
heeft geen privaateigendom ingesteld.
Daartegenover zegt spr. dat God toch het
privaatbezit niet verboden heeft, en laat
de dwaasheid zien van de rerondorslel-
ling, dat God elk mensch een stukje van
de aarde zou hebben moeten geven, om
privaatbezit vast te stellen.
De natuurwet door God in den mensch
gelegd drijft hern tot privaatbezit. I'et
privaatbezit is dus niet togen, maar over
eenkomstig do natuur van den mensch.
Ook het privaatbezit der productiemidde
len is een eisch van het natuurrecht. Spr.
verhaalt van den H. Thomas van Aquino,
die zoo dikwijls donr de socialisten wordt
aangehaald tot bestrijding van het pri
vaatbezit. Die groote geleerde Heilige geeft
drie redenen aan waarom de productie
middelen tot het privaatbezit moeten bc-
hooren. Slechts bij privaatbezit heeft de
mensch 'een voldoende prikkel om te ar
beiden. De mensch zoekt van nature niet
naar arbeid. Dat komt omdat arbeid voor
hem een straf is. „In hot zweet uws aan-
schijns zult gij uw brood verdienen",
sprak God, bestraffend. Waarom spant
de mensch zich echter in? Omdat hij de
winst, de verdienste van zijn arbeid kan
behouden en daarmede zich en zijn gezin
beter vooruitzicht, betere positie kan ver
schaffen. Veronderstelt, zégt spr., dat
privaatbezit verviel, dan was de groote
spoorslag tot arbeid vervallen; de aroeid
zou verslappen.
Zonder privaateigendom kan van ee*
ordelijke samenleving geen sprake meer
zijn. Wie zou geloove'n dat in een maat
schappij waar geen privaatbezit bestaat,
even gemakkelijk een rioolreiniger als een
dokte i; zou gevonden worden.
Bebel neemt tot radicale oplossing, lo
gisch en consequent, dwang. Wat blijft
er over van de gelijkheid? En van de
vrijheid?
Doch niet alleen de keuze van het vak,
ook de plaatskeuze zou moeilijkheden
brengen die niet te overbruggen zijn.
Tot het behoud van vrede in de
maatschappij is privaateigendom dus
noodzakelijk.
Overal waar kleine „proef"-toekomst
staten zijn opgericht, hebben de pogingen
schipbreuk geleden op de klip „ruzie".
De diepste grond van het privaatbezit is
echter gelegen in den eisch van de men-
schelijke natuur, bewezen door het ge
schiedkundig feit, dat men bij alle volko
ren en alle tijden privaateigendom heeft
aangetroffen.
In de vroegste tijden is privaateigendom
een heerschende vorm van bezit geweest.
Burgerlijke Stand.
AARLANDERVEEN.
Geboren: D. van Ziegelaar en Groe
nendijk. D. van Hoogendoorn en Ca-
sant. Z. van Reumenman en Dahracn.
D. van Van Roon en Broer. D. van
Van den Berg en Plomp.
ALPHEN.
Geboren: Z. van Vermeulen en llou-
dijk. Z. van BrandUïi Vermeulen. Z.
van De Jager en Domburg. Z. van
Eichhorn en Stavast. Z. van Den Heten
en Lagerweij.
BOSKOOP.
Geboren: Pieter, z. v. J. Broer en
G. A. D. Boogaard, Maria Hendrika,
d. v. Th. Vergeer en J. M. van der VlugL
Aaltje, d. v. J. Ravenhorst en A. Sna-
terse. Grietje, d. v. J. Zaal en C. J.
Plomp. Jacomina Teuntje, d. v. C. van
Bemmel en W. van Ooijen. Naatje Ca-
tharina, d. v. G. H. Spec en J. van Zoo-
meren.
HOOFDSTUK XXXVI.
Marcelle als huishoudster.
Marcelle deed haar best, zooals zij be
loofd had. Na haar klein huishouden aan
kant te hebben gebracht, was zij dikwijls
alleen; zij nam dan een of ander verstel
werk ter hand, ging hij een venster zitten
en bewoog haar naald evenregelmatig
als de beste naaister.
't Was in die oogenblikken, dat haar
gedachten heenvlogen naar he; vreed
zame huis in de rue de la Pompe; naar
die goede mijnheer Breault, altijd in zijn
fauteuil gezeten, met dat treurige en
zachte gelaat; naar Rose, tronend te mid
den van haar zindelijke keuken; naar
Jules, die zijn laatste gymnasium-jaar
doormaakte; naar den grooten hond, dis
nu wel oud moest geworden zijn en z«-
ker geen gaten meer zou maken in d«
grasperEërf; en naar Robert, altijd zoo
goed, zoo geduldig, zoo ernstig, Robert,
die de gansche verantwoordelijkheid van
het huishouden droeg, zonder dat iemand
hem hielp of ook maar opmerkte, dat die
taak hem zwaar viel.
Ik zou hem wel geholpen hebben,
dacht Marcelle, ik zou een goede zieken-
oppasseres geweest zijn en mijnheer
Breault voorgelezen hebben....
Haar verbeelding voerde haar ook vaak
onwederstaanbaar naar het verlaten huis
naast de woning der Breaults, en zij werd
dan zoo droef te moode, dat zij haar werk
moest nederleggen.
(Wordt vervolgd.)