19 BUITENLAND. De Oorlog. 6s JAARGANü. No. 1530 Se Êcld^clveSou^cm^ BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. -- Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering cn het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 27a cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent ZATERDAG DECEMBER. I9I4. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regel3 f 1.50, elke regel meer 30 cent, mot gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Dit nummer bestaat uit twee bladen en het geïllustreerd Zondagsblad. V Een algemeene biddag. Waarlijk, het zou verheffend zijn in deze drukkende tijden; als op éénzelfden dag heel het Nederlandsche volk zich vereenig- de in gebed om te bidden tot Hem, in Wiens Hand ligt de dag van heden en van morgen, aan Wiens goedheid wij hebben te danken onze tot heden toe zoo bevoorrech te positie. Het is niet de vrucht van eigen voortreffelijkheid of van wijs beleid, dat wij zijn gevrijwaard gebleven voor de gru welen van den rondom ons woedenden oor log,dat ons land niet is gedrenkt geworden door het bloed zijner eigen zonen. Geen menschelijke berekeningen kunnen met ze kerheid of slechts met waarschijnlijkheid het oorlogsgevaar van ons afwenden. En daarom Aller harten tot den Wereld bestierder in een eendrachtig denken en smeeken! Sympathiek was de gisteren in de Tweede Kamer gestelde vraag van het antir. Ka merlid den heer Brummelkamp, daarbij ge steund door de heeren De Visser (Chr-.-H.) en Nolens (R.-K.), of de regeering niet aan de verschillende kerkgenootschappen zou kunnen voorstellen,een algemeenen biddag, 'te houden. De Minister, die zeide niet de meening te deelen van den heer Roodhuy- zen, als zou n.l. een dergelijk voorstel in strijd zij met de grondwet, gaf toch een antwoord, dat begrijpelijk zou zijn bij een liberaal van het echte ras, maar menig een bij den heer Cort v. d. Linden niet zou hebben venvacht. Een dergelijke regeeringsbemoeiing, al dus de minister zou een groot deel van de bevolking tegen den borst stuiten. Zou dit werkelijk waar zijn? Zou wezen lijk een groot deel van ons volk zich er aan ergeren als de overheid louter een voorstel deed aan de verschillende kerkbe sturen om tegelijkertijd een biddag te hou den? Zou ons volk zoo diep in zijn denken zijn verliberaliseerd, dat het niet wil, zelfs n u niet, dat de overheid God erkent? We hopen en we gelooven ook, dat de in vloed der liberale leer niet* zulk een heil- loozen invloed op de massa heeft uitge oefend. V Kracht en buigzaamheid. 't Is meer gebleken en kwam ook de jongste dagen weder uit: een krachtig mi nister krijgt in de Tweede Kamer licht zijn zin. Daar is eerstens de leeningsquaestie, waarover zooveel stof is opgewaaid en nog opwaaien zal. Zou het voorstel-Treub er wel doorkomen, zoo werd gevraagd on der verwijzing naar meetings en moties, welke allesbehalve vriendelijk waren voor den bewindsman, al was deze voorheen nog zoo. bevriend met de vergaderden. De heer Treub hield echter voet bij stuk, ging met concessies niet verder, dan hem behaagde en... won het pleit. Zijn voorstel werd wel geen nationale wet", d. w. z. het verwierf niet de algemeene stemmen, maar het verkreeg toch een stevige meer- derheid. En hoe ging het nu weder met het wets ontwerp tot overbrengen der afdeeling Arbeidersverzekering van Landbouw naar Financiën, 't Heeft de Kamer wel ruim een halven dag bezig gehouden, maai- het debat was van weinig beteekenis en nie mand maakte zich heel druk over een zaak waaraan toch niets meer te verande- veranderen viel. Zoo is het op 't Binnenhof al meerma len gegaan. Een minister, die zich uit slooft om het de Kamer naar den zin te maken zal al gauw ervaren, dat hij 't stuur kwijt raakt en hij van de eene toe geeflijkheid in de andere moet veil/aL- len om den vrede te bewaren, wat dan vaak toch nog op een échec uitloopt: Er zijn voorbeelden van, dat dergelijke lijd zaamheid de positie van een minister der mate verzwakt, dat hij tijdens een recès dit Hollandsche woord beteekend: een rusttijd der Kamer stilletjes van het politieke tooneel verdween en vervangen werd. Een krachtig bewindsman echter wordt ten Binnenhove steeds gaarne gewaar deerd. Ifet parlement houdt ervan, de teugels te voelen, al erkent het zulks na tuurlijk niet, ja, al geeft het door stijgeren het tegendeel te kennen. Het heet zich dan ten slotte neer te leggen bij de aan gevoerde argumenten, maar tien tegen een, dat een slap minister met diezelfde argumenten geenszins hetzelfde zou heb ben bereikt. Men lette op deze dingen en het parle mentair steekspel wordt er te meer aan trekkelijk door. Vuurvast. Deze aardigheid wierp het Kamerlid Schaper in het debat, toen gisteren de heer Van Vuuren tegenover de afgevaardigden, die op herstel van eenige binnenlandsche begrootingspostjes aandrongen, het schrap pingsstelsel van minister Cort van der Linden verdedigde. Het lid voor Zevenber gen betreurde evenals ieder, dat de tijds omstandigheden zoozeer tot zuinigheid noopten, vooral waar het schrappen van gelden voor meerdere belanghebbenden hard was, doch ging men nu enkele posten herstellen, dan zou men vervallen tot groote onbillijkheden. Daarvan zouden enkele besturen profiteeren, die in een Ka merlid een pleitbezorger hebben gevonden, terwijl besturen die, vertrouwende op de standvastigheid der Regeering, geen po ging hebben aangewend om nog eens een goed woordje te laten doen voor hunne be langen, daarvan de dupe zouden zijn. Dit is inderdaad een „vuurvast" stand punt, hetwelk ook werd ingenomen door den minister. (Tusschen haakjes 't was hier alweer van rechts, dat de regeering steun vond; wij zijn zoo „vuurvast" dat we ons deze standvastige houding kunnen ver- oorlooven.) De heer Cort van der Linden had waarlijk niet voor zijn genoegen zijn begrooting besnoeid, doch hadden alle 'ministers steeds aldus gedacht! elke uit gave van den staat moet worden gedekt door inkomsten, anders komt men ten slotte tot staatsbankroet. Voor een eerste schrede op dien weg-dient gewaakt; niemand kan voorspellen, hoe over 3 of 6 maanden het draagvermogen van ons volk zal zijn. Over spanning van het draagvermogen breekt de kracht der belastingbetalers. Het ware geen vooruitziende, maar een speculatieve poli tiek, de goede kansen, die wij hebben, thans te disconteeren. Menig speculant werd daarvan het slachtoffer. Bovendien dient voorzien in tal van andere belangen: in de sociale heivormingen der verkeers politie^, de defensie, de pacificatie van ons onderwijs. Het is daarom gevaarlijk, thans een voorgreep te doen in hetgeen in meer normale omstandigheden ons zal toevloeien en zonder vast systeem is van bezuiniging geen sprake. De Minister kon dan ook niet anders doen dan absoluut vasthouden aan het be ginsel geen nieuwe salarisverhoogingen; geen nieuwe subsidies. Dit standpunt kan niet anders dan juist genoemd worden, terwijl de voor hun dis- trictsbelangen pleitende afgevaardigden van den minister ook deze duidelijke wenk kregen, dat het hem in deze bange tijden vreemd had aangedaan in de Kamer te vinden een atmospheer, waarin men het voorstelt, alsof alles weer zijn normalen gang gaat. Het is alsof men, komend van een dijk, waar men van nabij het huilen van den storm en het kruien van het ijs waarnam, terugkeert in het huiselijk gezin, waar men slechts van verre het loeien van den storm hoort. Men diende echter, lettend op wat nog mogelijk is, zijn verwachtingen minder hoog te spannen. Daar konden de heeren het mede doen. 't Was tevens een mooie vingerwijzing voor die afgevaardigden, welke bij Waterstaat op het klavier der districtsbela'ngen moch ten willen gaan spelen alsof er geen vuiltje meer aan de lucht was. „Vuurvast" zij men thans op 't Binnen hof, opdat we onverlet dezen tijd van crisis doorkomen. Zijn we hierin geslaagd, dan kan alles weer terecht komen. De verbondenen maken op het Westelijk oorlogsterrein verschillende vorderingen. De Russen zijn niet over de geheele linie van het Oostelijk oorlogsterrein teruggedrongen. Het officieele blad de Times over den uitvoer van levens middelen naar neutrale staten. De beschieting van de Engelsche kust. - Het aantal slachtoffers van het bom bardement der Engelsche kust, is, meldt een telegram uit Londen aan de „Tel.", twee keer zoo groot als oorspronkelijk gedacTït werd. Er zijn minstens 98 gedood, nl. te Hartlepool 77, te Scarborough 19 en te Whitby 2. het aantal gewonden, van welke velen ernstig, bed j aagt ongeveer 250. Behalve zeven vrijwilligers, die ge dood en veertien die gewond werden, wa ren alle slachtoffers burgers en voorna melijk vrouwen en kinderen. Te Hartle pool doodde een. granaat vijftien school jongens, een andere een baby van vier maanden. Roerende verhalen worden ge daan van een scheepseigenaar te Hartle pool, in wiens huis een granaat ontplof te. De familie was juist aan tafel geze ten, toen een granaat, die door de zolde ring ging, de dochter op staanden voet doodde. In een ander huis een vrouw. Verder werden nog een vrouw en twee kinderen dood onder de puinhoopen ge vonden. Naar verluidt, zijn er ook vier koop vaardijschepen gezonken en zijn hierbij eenige menschenlevens verloren gegaan. Uit Berlijn wordt gemeld: Volgens betrouwbare berichten hebben aan den aanval op Hartlepool, Scarbo rough en Whitby ook Duïlsche slagsche pen meegedaan. Alle schepen zijn onge deerd in de Duitsche havens teruggekeerd. Een telegram uit Londen spreekt het bericht tegen, dat er bij de beschieting ook twee Engelsche kruisers zouden ver loren zijn geraakt. De drie Koningenbijeen komst. Gisteren zijn de Koningen van Dene marken, Noorwegen en Zweden op uit- noodiging van dezen laatste te Malmö bij een gekomen. Zij werden vergezeld door hun ministers van Buitenlandsche Zaken Scavenius. Ihlen en dr. Wallenberg. Hun voornaamste doel is, naar onlangs officieel werd medegedeeld, te beraadsla gen over de vraag, welke middelen kun nen worden aangewend, teneinde de eco nomische moeilijkheden, welke de oorlog voor de drie landen teweegbrengt, te be perken en te stuiten. De belangstelling in de drie Scandinavische landen en daar buiten is groot en men schijnt onwille keurig geneigd een nog verder strekken de beteekenis aan deze samenkomst te hechten. Wanneer wij ons bepalen tot het econo misch deel er van, dat op zichzelf, ook voor ons, belangwekkend genoeg is, moe ten wij ook melding maken van. een hoofd artikel uit de „Tinvs" van Woensdag, dat deze gebeurtenis in een zeer vi'iende- lijken toon bespreekt. De „Times' haast zich te verklaren: „Wij zijn op den bes ten voet met ieder der onzijdigen, die van den strijd nadeel ondervinden. Een na deel, dat, naar de „Times" inziet, aan el- ken grooten oorlog niet alleen inliaerent is. doch dat in een oorlog waarvan En geland een van de voornaamste partijen is, al buitengewoon groot moet zijn. Het blad betoogt dat de vriendschap van Groot-Britannië met de onzijdige landen al zeer oud is en dat voor de nabuurschap en hartelijkheid van jaren haar oprecht heid is bewezen; zij hebben door hun hee- le houding getoond, dat dit wederkeerig het geval is. Na nog eenige vriendelijk heden over de vorstenhuizen, waarbij jook niet vergeten wordt, dat het Huis van Oranje altijd een buitengewone populari teit heeft genoten „in het land, dat de grootste prins uit dat Huis door zijn wijs heid en zijn moed er voor heeft bewaard, afhankelijk te worden van Frankrijk", zegt de „Times" dan, dat men in Enge land zeer goed weet en het ook betreurt, dat men ,de onzijdigen, om redenen van zelfverdediging, nadeel moet berokkenen. „Wij begrijpen volkomen", zegt het blad. „dat zij er ongeduldig onder worden en wij vergeven hun dit bij voorbaat; wij zijn bereid aan redelijke protesten hunner zijds dc grootste en vriendelijkste aan dacht te schenken. Maar wij kunnen niet ons voornaamste wapen tegen den vij and bot maken, uit bezorgheid voor der den, die daarvan ongemak ondervinden of zelfs er van te lijden hebben. Wij kun nen er, om der wille van onze onzijdige vrienden, niet van afzien, de levensmid delentoevoer af te snijden van onze vij anden." De Duitschers in Frankrijk en België. Het begint er nu op te gelijken, alsof over een vrij groot front, nl. van Nieuw- poort tot aan de Sorame, een afstand van 160 4 180 K.M., een groote samenwei konde actie aan den gang is, die door de onder neming tegen Lombaertszijde en St. Joris, beide vlak bij Nieuwpoort is ingeleid. In de Duitsche berichten wordt dit we der ontwaakt offensief der Bondgenooten zooals reeds gisteren werd opgemerkt vrijwel genegeerd, of maakt men er zich af met woorden die den indruk be doelen te geven, dat het niet veel om het lijf heeft. Op het slagveld echter is dat niet het geval, want er is hardnekkig ge streden. De aandacht vei-dient ook het feit, dat in sommige berichten van de zijde der Bondgenooten deze gevechten worden aangeduid als een slag. De keuze van het woord geeft reden om te vermoeden, dat zoowel de omvang als de hevigheid van het samentreffen de maat van het gewone overtreffen en dat er met voorbedacht overleg wordt samengewei'kt tusschen verschillende militaire onderdeden op verschillende deelen van dit front, althans aan de zijde der Bondgenooten. Er schijnt pootig gevochten te worden. Waar het niet met aanvallen gaat, ge woonlijk in de duisternis van den nacht of onder bescherming van den mist, om den vijand te verrassen, daar duurt onaf gebroken, dag en nacht, het artillerievuur voort. Zelfs de vraag om een korten wa penstilstand. ten einde de vele dooden te begraven, wordt geweigerd of beantwoord met een nog moorddadiger beschieting. Een merkwaardig staaltje van dezen ge moedstoestand is de volgende dagorder, uitgevaardigd door den commandant \an het Fransche reserve-regiment no. 346: „Een Duitsch parlementair kwam gis teren voor onze linies om een wapenstil stand van 24 uur vragen, naar hij zeide om de dooden te kunnen begraven. Ons antwoord was dat, hetwelk gegeven moet worden aan wilden, die de oorlogsregels minachten, nl. het beschieten door onze artillerie van den boschrand van Mont Mare en het zenden van eenige honderden kilogrammen melinietbommen naar Thain- court, het verblijf van den Duitschen ge- neralen staf. Die heeren hebben hun kof fie gesuikerd gedronken, zooals het ons ook reeds herhaaldelijk is overkomen." Gelukkig staan tegenover zulke oninen- sclielijkheden ook gevallen van ridderlijk heid en vriendelijkheid, waarvan wij nu en dan ^gelegenheid hadden melding te maken, en die dan ook dankbaar worden erkend. Want waarlijk, de strijd is al ern stig en wreed genoeg; het is onnoodig dien nog onmenschelijker te maken door maatregelen, die de bereiking van het doel van den oorlog niet nader brengen, dóch slechts strekken kunnen om dien op enkele plaatsen en tegenover enkele per sonen meer dan ondragelijk te maken. De Russen. De berichten uit Weenen aangaande den toestand in Polen brengen gedeelte lijk een herhaling en uitbreiding van wat ons cisteren van daar werd gemeld. Przedborz, dat door de Hongaren werd bezet, liet ten Z. van Petrokow. Zoorals wij gister.en voorspelden neemt het gar nizoen van Przemysl reeds deel aan den striid. Dit wordt zoowel van Russische als van Oostenrijksche zijde gemeld. De berichten bevestigen den indruk dien zij 'gisteren gaven, nl. dat de terugtocht der Russen hun geheele front ten Z. van den Weichsel omvat. In de telegrammen uit Weenen en Ber lijn wordt echter stelselmatig gezwegen van hetgeen ten N. van den Weichsel is voorcevallen. Daar hebben de Russen nog altijd ide overhand; zij trokken zelfs met een gedeelte hunner troepen de Prui sische crens over. Zii handhaven zich ook nog in het Oos ten van Oost-Pruisen. Verschillende Oorlogs berichten. Duitsche Kruiser gezonken. De Duit sche eerste klasse-kruiser „Friedrich. Karl" is, terwijl hij de Oostzee wilde uitstoomen,- gezonken. Twee derde van de equipage verdronk. Men is er in geslaagd bijna 200 man te redden. Japansch zwaard voor Koning Albert. De redacteur van het Japansche blad Asaki heeft verlof gekregen een zwaard te schenken aan Koning Albert ter erkenning van diens dapperheid. Het wapen, dat uit de provincie Bizen komt, moet een mees terstuk van oude kunst zijn. Het behoorde aan een beroemd provinciaal gouverneur. In Januari zal de aanbieding vermoede lijk geschieden, daar het wapen, dat het persoonlijk eigendom is van den gever nog niet is aangekomen. Dc correspondent van de Asaki, de heer Soegimoera, zal het wa pen aanbieden. Scherp toezicht. Hoe scherp dc Duit- schers aan de Belgische grens toezien, blijkt uit het volgende. Personen die te Eysden de grens passeeren, werden van top tot teen gefouilleerd. Tot zelfs hun beurs toe moesten ze toonen. Toen de Duitschers bemei-kten, dat ze zilvergeld bij zich hadden werd hun dit afgenomen cn kregen zij papiergeld er voor terug. Daar na konden ze gaan. 1600 zwaargewonden. Te Luik kwa men gisteren 1600 zwaargewonde militai ren van de Yserlinie aan. Zij werden in 2 lazarettrcinen naar Duitschland vervoerd Een bom. Te Luik heeft een Fransche of Engelsche vliegenier een bom gegooid op een kazerne waarin Duitsche infante rie ligt, doch zonder schade aan te rich ten. Hij sloeg op de binnenplaats der ka zerne een groot gat in den grond. Nationale garde. De I.ondensche City gaat een nationale garde samenstellen van mannen van ten minste 40 jaar. Ieder zal een pond sterling storton en zijn eigen geweer en uniform betalen, en wie dat niet kan, krijgt er een uit eer. fonds. Men hoopt in groote steden dergelijke troeDen I te vormen. Koper uit België. Het vervoer van ko per uit België naar Duitschland neemt groote afmetingen aan. Uit verschillendo Belgische plaatsen ontvangen wij berich ten aangaande het passeeren van treinen vol koper, dat door de Duitschers in België is opgeëischt. Zij gaan naar Essen en zijn bestemd voor de fabrieken van Krupp. Oproeping Duitsche Landstorm. Do correspondent van het „Hbl." te Winters wijk meldt: De ongeoefende manschappen van den landstorm van den 2den ban, per- in geboren tusschen 26 Nov. 1869 en 1 Jan. 1876, worden thans in Duitschland opgeroepen, om zich aan te melden. Niet voldoening aan dezen oproep wordt ge straft met een gevangenisstraf van 6 maanden tot hoogstens 5 jaar. Veel-schrijvende verloofden. In Duit sche bladen wordt er op gewezen, dat ve le verwanten en familieleden van te veld staande militaii-en een wreed misbruik ma ken van de veldpost, dooi dien zij zoo on matig veel brieven schrijven Zoo schreef een jong meisje in een maand niet minder dan 250 brieven en pa- ketten aan haar verloofde; een andore bruid schreef haar bruid-gom 184 Imieven in hetzelfde tijdsverloop. Deze -1 i- i njvo- rij van sommigen benadeelt natuurlijk de kansen van de anderen om hun brieven tijdig te krijgen. Duitsche verliezen. De laatste offici/iele Duitsche veilies- lijst no. 90 en 91, bevat de namen van 13,721 officieren en manschappen, liet) totaal is dus nu 658,483, ongerekend 69 Würtembergsche, 67 Saksische en 88 Beiersche lijsten. Dc zware verliezen «Ier Beieren vallen in het bijzonder op. De lijst an 4 December bevat 9385 Beieren ge dood, gewond of vermist. Een der lijsten bevat alleen verliezen van het zesde, ne gende en elfde Beiersche infanterie-regi- ment, die ieder meer dan duizend man hebben verionen. Het tiende regiment,t 3000 man sterk, verloor meer dan 1600 man in de gevochten tegen de Engelschen in Nooiti-Vlaanderen. Onder de dooden zijn dirie generaals Von Oswald, Von Grumbkow en Ilenning. De gezamenlijke verliezen der Duit schers en Oostenrijkers gedurende de laatste vier maanden, kunnen worden geschat op 20,000 per dag. BINNENLAND. Nederland en de Oorlog. De Kerstvrede. De „Avondpost" meldt Een Hagenaar heeft 30 Nov. dus vóór het verzoek van den Paus bekend was den volgenden brief gericht tot de hoofden van alle oorlogvoci-ende Staten „Binnen enkele dagen zal het Kerstavond zijn. Mijne moeder leerde mij reeds als kind) het Kerstlied der Christenen, dat aanvangt: „Vrede op aurde." Een eenvoudig Hollander vraagt u eerbiedig, maar duizenden vragen dit m e t hem: Maakt Gij voor de Kerstdagen de woor den van dezen Kerstzang waar?" De Hagenaar heeft daarop namens pre sident Poincaré het antwoord gekregen dat „Frankrijk, dat het voorwerp van een brutale en van te voren bei aamde aanran ding is geweest, in het belang van de hu maniteit zelf, een definitief hei-stel voor zich en zijn bondgenooten moet verkrijgen, al eer het de wapenen ncdcrlegt." Ooorlog en middenstand. De heer J. S. Mcuwscn, voorzitter vnn den Middenstandsbond, schrijft in het gis teravond verschenen bondsorgaan Blijkens een officieel rondschrijven van het Nationaal Steuncomité, onderlcckend door den heer Van IJsclstein, directeur- generaal van den Arbeid, cn gci'icht aan alle sub-sleun-comité's, wordt deze plaat selijke comité's aangeraden, niet alleen do tc verleenen steun in geld te doen bestaan, doch ook in natura, zooals b.v. met erwten, boonen, enz., hulp te verleenen. En natuurlijk zonder eenige bijbedoeling, evenmin als bij den gepriviligeerden ver koop aan landbouw-coöperaties van rcgec- rings-maïs, wordt door het Nationaal Steun-Comité aanbevolen, gebruik te ma ken van het aanbod van een firma in grut terswaren, die tientallen van filialen in Nedeiland bezit en die zich bereid ver klaarde tot een bedrag van f 200,000 grut terswaren, enz., tegen fabrieksprijs aan dc comité's te leveien. Blijkbaar bestaan voor het Nationaal Steun-Comité kleine winkeliers in de be doelde artikelen in het geheel niet, on be hoeft dat comité zich ook niet dc vraag to stellen of het aantal slachtoffers door der gelijke maatregelen van bevoorrechting,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1