19
BUITENLAND.
De Oorlog.
6s JAARGANü.
No. 1530
Se Êcld^clveSou^cm^
BUREAU:
STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. -- Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
cn het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 27a cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
ZATERDAG
DECEMBER.
I9I4.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regel3 f 1.50, elke regel meer 30 cent, mot gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Dit nummer bestaat uit twee
bladen en het geïllustreerd
Zondagsblad.
V Een algemeene biddag.
Waarlijk, het zou verheffend zijn in deze
drukkende tijden; als op éénzelfden dag
heel het Nederlandsche volk zich vereenig-
de in gebed om te bidden tot Hem, in
Wiens Hand ligt de dag van heden en van
morgen, aan Wiens goedheid wij hebben te
danken onze tot heden toe zoo bevoorrech
te positie. Het is niet de vrucht van eigen
voortreffelijkheid of van wijs beleid, dat
wij zijn gevrijwaard gebleven voor de gru
welen van den rondom ons woedenden oor
log,dat ons land niet is gedrenkt geworden
door het bloed zijner eigen zonen. Geen
menschelijke berekeningen kunnen met ze
kerheid of slechts met waarschijnlijkheid
het oorlogsgevaar van ons afwenden.
En daarom Aller harten tot den Wereld
bestierder in een eendrachtig denken en
smeeken!
Sympathiek was de gisteren in de Tweede
Kamer gestelde vraag van het antir. Ka
merlid den heer Brummelkamp, daarbij ge
steund door de heeren De Visser (Chr-.-H.)
en Nolens (R.-K.), of de regeering niet aan
de verschillende kerkgenootschappen zou
kunnen voorstellen,een algemeenen biddag,
'te houden. De Minister, die zeide niet de
meening te deelen van den heer Roodhuy-
zen, als zou n.l. een dergelijk voorstel in
strijd zij met de grondwet, gaf toch een
antwoord, dat begrijpelijk zou zijn bij een
liberaal van het echte ras, maar menig
een bij den heer Cort v. d. Linden niet zou
hebben venvacht.
Een dergelijke regeeringsbemoeiing, al
dus de minister zou een groot deel van de
bevolking tegen den borst stuiten.
Zou dit werkelijk waar zijn? Zou wezen
lijk een groot deel van ons volk zich er
aan ergeren als de overheid louter een
voorstel deed aan de verschillende kerkbe
sturen om tegelijkertijd een biddag te hou
den? Zou ons volk zoo diep in zijn denken
zijn verliberaliseerd, dat het niet wil, zelfs
n u niet, dat de overheid God erkent?
We hopen en we gelooven ook, dat de in
vloed der liberale leer niet* zulk een heil-
loozen invloed op de massa heeft uitge
oefend.
V Kracht en buigzaamheid.
't Is meer gebleken en kwam ook de
jongste dagen weder uit: een krachtig mi
nister krijgt in de Tweede Kamer licht zijn
zin.
Daar is eerstens de leeningsquaestie,
waarover zooveel stof is opgewaaid en
nog opwaaien zal. Zou het voorstel-Treub
er wel doorkomen, zoo werd gevraagd on
der verwijzing naar meetings en moties,
welke allesbehalve vriendelijk waren voor
den bewindsman, al was deze voorheen
nog zoo. bevriend met de vergaderden.
De heer Treub hield echter voet bij stuk,
ging met concessies niet verder, dan hem
behaagde en... won het pleit. Zijn voorstel
werd wel geen nationale wet", d. w. z.
het verwierf niet de algemeene stemmen,
maar het verkreeg toch een stevige meer-
derheid.
En hoe ging het nu weder met het wets
ontwerp tot overbrengen der afdeeling
Arbeidersverzekering van Landbouw naar
Financiën, 't Heeft de Kamer wel ruim
een halven dag bezig gehouden, maai- het
debat was van weinig beteekenis en nie
mand maakte zich heel druk over een
zaak waaraan toch niets meer te verande-
veranderen viel.
Zoo is het op 't Binnenhof al meerma
len gegaan. Een minister, die zich uit
slooft om het de Kamer naar den zin te
maken zal al gauw ervaren, dat hij 't
stuur kwijt raakt en hij van de eene toe
geeflijkheid in de andere moet veil/aL-
len om den vrede te bewaren, wat dan
vaak toch nog op een échec uitloopt: Er
zijn voorbeelden van, dat dergelijke lijd
zaamheid de positie van een minister der
mate verzwakt, dat hij tijdens een recès
dit Hollandsche woord beteekend: een
rusttijd der Kamer stilletjes van het
politieke tooneel verdween en vervangen
werd.
Een krachtig bewindsman echter wordt
ten Binnenhove steeds gaarne gewaar
deerd. Ifet parlement houdt ervan, de
teugels te voelen, al erkent het zulks na
tuurlijk niet, ja, al geeft het door stijgeren
het tegendeel te kennen. Het heet zich
dan ten slotte neer te leggen bij de aan
gevoerde argumenten, maar tien tegen
een, dat een slap minister met diezelfde
argumenten geenszins hetzelfde zou heb
ben bereikt.
Men lette op deze dingen en het parle
mentair steekspel wordt er te meer aan
trekkelijk door.
Vuurvast.
Deze aardigheid wierp het Kamerlid
Schaper in het debat, toen gisteren de heer
Van Vuuren tegenover de afgevaardigden,
die op herstel van eenige binnenlandsche
begrootingspostjes aandrongen, het schrap
pingsstelsel van minister Cort van der
Linden verdedigde. Het lid voor Zevenber
gen betreurde evenals ieder, dat de tijds
omstandigheden zoozeer tot zuinigheid
noopten, vooral waar het schrappen van
gelden voor meerdere belanghebbenden
hard was, doch ging men nu enkele
posten herstellen, dan zou men vervallen
tot groote onbillijkheden. Daarvan zouden
enkele besturen profiteeren, die in een Ka
merlid een pleitbezorger hebben gevonden,
terwijl besturen die, vertrouwende op de
standvastigheid der Regeering, geen po
ging hebben aangewend om nog eens een
goed woordje te laten doen voor hunne be
langen, daarvan de dupe zouden zijn.
Dit is inderdaad een „vuurvast" stand
punt, hetwelk ook werd ingenomen door
den minister. (Tusschen haakjes 't was
hier alweer van rechts, dat de regeering
steun vond; wij zijn zoo „vuurvast" dat we
ons deze standvastige houding kunnen ver-
oorlooven.) De heer Cort van der Linden
had waarlijk niet voor zijn genoegen zijn
begrooting besnoeid, doch hadden alle
'ministers steeds aldus gedacht! elke uit
gave van den staat moet worden gedekt
door inkomsten, anders komt men ten slotte
tot staatsbankroet. Voor een eerste schrede
op dien weg-dient gewaakt; niemand kan
voorspellen, hoe over 3 of 6 maanden het
draagvermogen van ons volk zal zijn. Over
spanning van het draagvermogen breekt de
kracht der belastingbetalers. Het ware geen
vooruitziende, maar een speculatieve poli
tiek, de goede kansen, die wij hebben,
thans te disconteeren. Menig speculant
werd daarvan het slachtoffer. Bovendien
dient voorzien in tal van andere belangen:
in de sociale heivormingen der verkeers
politie^, de defensie, de pacificatie van ons
onderwijs. Het is daarom gevaarlijk, thans
een voorgreep te doen in hetgeen in meer
normale omstandigheden ons zal toevloeien
en zonder vast systeem is van bezuiniging
geen sprake.
De Minister kon dan ook niet anders
doen dan absoluut vasthouden aan het be
ginsel geen nieuwe salarisverhoogingen;
geen nieuwe subsidies.
Dit standpunt kan niet anders dan juist
genoemd worden, terwijl de voor hun dis-
trictsbelangen pleitende afgevaardigden
van den minister ook deze duidelijke wenk
kregen, dat het hem in deze bange tijden
vreemd had aangedaan in de Kamer te
vinden een atmospheer, waarin men het
voorstelt, alsof alles weer zijn normalen
gang gaat. Het is alsof men, komend van
een dijk, waar men van nabij het huilen
van den storm en het kruien van het ijs
waarnam, terugkeert in het huiselijk gezin,
waar men slechts van verre het loeien van
den storm hoort. Men diende echter, lettend
op wat nog mogelijk is, zijn verwachtingen
minder hoog te spannen.
Daar konden de heeren het mede doen.
't Was tevens een mooie vingerwijzing voor
die afgevaardigden, welke bij Waterstaat
op het klavier der districtsbela'ngen moch
ten willen gaan spelen alsof er geen vuiltje
meer aan de lucht was.
„Vuurvast" zij men thans op 't Binnen
hof, opdat we onverlet dezen tijd van crisis
doorkomen. Zijn we hierin geslaagd, dan
kan alles weer terecht komen.
De verbondenen maken op het Westelijk
oorlogsterrein verschillende vorderingen.
De Russen zijn niet over de geheele
linie van het Oostelijk oorlogsterrein
teruggedrongen. Het officieele blad
de Times over den uitvoer van levens
middelen naar neutrale staten.
De beschieting van de
Engelsche kust.
- Het aantal slachtoffers van het bom
bardement der Engelsche kust, is, meldt
een telegram uit Londen aan de „Tel.",
twee keer zoo groot als oorspronkelijk
gedacTït werd. Er zijn minstens 98 gedood,
nl. te Hartlepool 77, te Scarborough 19 en
te Whitby 2. het aantal gewonden, van
welke velen ernstig, bed j aagt ongeveer
250. Behalve zeven vrijwilligers, die ge
dood en veertien die gewond werden, wa
ren alle slachtoffers burgers en voorna
melijk vrouwen en kinderen. Te Hartle
pool doodde een. granaat vijftien school
jongens, een andere een baby van vier
maanden. Roerende verhalen worden ge
daan van een scheepseigenaar te Hartle
pool, in wiens huis een granaat ontplof
te. De familie was juist aan tafel geze
ten, toen een granaat, die door de zolde
ring ging, de dochter op staanden voet
doodde. In een ander huis een vrouw.
Verder werden nog een vrouw en twee
kinderen dood onder de puinhoopen ge
vonden.
Naar verluidt, zijn er ook vier koop
vaardijschepen gezonken en zijn hierbij
eenige menschenlevens verloren gegaan.
Uit Berlijn wordt gemeld:
Volgens betrouwbare berichten hebben
aan den aanval op Hartlepool, Scarbo
rough en Whitby ook Duïlsche slagsche
pen meegedaan. Alle schepen zijn onge
deerd in de Duitsche havens teruggekeerd.
Een telegram uit Londen spreekt het
bericht tegen, dat er bij de beschieting
ook twee Engelsche kruisers zouden ver
loren zijn geraakt.
De drie Koningenbijeen
komst.
Gisteren zijn de Koningen van Dene
marken, Noorwegen en Zweden op uit-
noodiging van dezen laatste te Malmö bij
een gekomen. Zij werden vergezeld door
hun ministers van Buitenlandsche Zaken
Scavenius. Ihlen en dr. Wallenberg.
Hun voornaamste doel is, naar onlangs
officieel werd medegedeeld, te beraadsla
gen over de vraag, welke middelen kun
nen worden aangewend, teneinde de eco
nomische moeilijkheden, welke de oorlog
voor de drie landen teweegbrengt, te be
perken en te stuiten. De belangstelling in
de drie Scandinavische landen en daar
buiten is groot en men schijnt onwille
keurig geneigd een nog verder strekken
de beteekenis aan deze samenkomst te
hechten.
Wanneer wij ons bepalen tot het econo
misch deel er van, dat op zichzelf, ook
voor ons, belangwekkend genoeg is, moe
ten wij ook melding maken van. een hoofd
artikel uit de „Tinvs" van Woensdag,
dat deze gebeurtenis in een zeer vi'iende-
lijken toon bespreekt. De „Times' haast
zich te verklaren: „Wij zijn op den bes
ten voet met ieder der onzijdigen, die van
den strijd nadeel ondervinden. Een na
deel, dat, naar de „Times" inziet, aan el-
ken grooten oorlog niet alleen inliaerent
is. doch dat in een oorlog waarvan En
geland een van de voornaamste partijen
is, al buitengewoon groot moet zijn. Het
blad betoogt dat de vriendschap van
Groot-Britannië met de onzijdige landen
al zeer oud is en dat voor de nabuurschap
en hartelijkheid van jaren haar oprecht
heid is bewezen; zij hebben door hun hee-
le houding getoond, dat dit wederkeerig
het geval is. Na nog eenige vriendelijk
heden over de vorstenhuizen, waarbij
jook niet vergeten wordt, dat het Huis van
Oranje altijd een buitengewone populari
teit heeft genoten „in het land, dat de
grootste prins uit dat Huis door zijn wijs
heid en zijn moed er voor heeft bewaard,
afhankelijk te worden van Frankrijk",
zegt de „Times" dan, dat men in Enge
land zeer goed weet en het ook betreurt,
dat men ,de onzijdigen, om redenen van
zelfverdediging, nadeel moet berokkenen.
„Wij begrijpen volkomen", zegt het blad.
„dat zij er ongeduldig onder worden en
wij vergeven hun dit bij voorbaat; wij zijn
bereid aan redelijke protesten hunner
zijds dc grootste en vriendelijkste aan
dacht te schenken. Maar wij kunnen niet
ons voornaamste wapen tegen den vij
and bot maken, uit bezorgheid voor der
den, die daarvan ongemak ondervinden
of zelfs er van te lijden hebben. Wij kun
nen er, om der wille van onze onzijdige
vrienden, niet van afzien, de levensmid
delentoevoer af te snijden van onze vij
anden."
De Duitschers in Frankrijk
en België.
Het begint er nu op te gelijken, alsof
over een vrij groot front, nl. van Nieuw-
poort tot aan de Sorame, een afstand van
160 4 180 K.M., een groote samenwei konde
actie aan den gang is, die door de onder
neming tegen Lombaertszijde en St. Joris,
beide vlak bij Nieuwpoort is ingeleid.
In de Duitsche berichten wordt dit we
der ontwaakt offensief der Bondgenooten
zooals reeds gisteren werd opgemerkt
vrijwel genegeerd, of maakt men er
zich af met woorden die den indruk be
doelen te geven, dat het niet veel om het
lijf heeft. Op het slagveld echter is dat
niet het geval, want er is hardnekkig ge
streden. De aandacht vei-dient ook het
feit, dat in sommige berichten van de zijde
der Bondgenooten deze gevechten worden
aangeduid als een slag. De keuze van het
woord geeft reden om te vermoeden, dat
zoowel de omvang als de hevigheid van
het samentreffen de maat van het gewone
overtreffen en dat er met voorbedacht
overleg wordt samengewei'kt tusschen
verschillende militaire onderdeden op
verschillende deelen van dit front, althans
aan de zijde der Bondgenooten.
Er schijnt pootig gevochten te worden.
Waar het niet met aanvallen gaat, ge
woonlijk in de duisternis van den nacht
of onder bescherming van den mist, om
den vijand te verrassen, daar duurt onaf
gebroken, dag en nacht, het artillerievuur
voort. Zelfs de vraag om een korten wa
penstilstand. ten einde de vele dooden te
begraven, wordt geweigerd of beantwoord
met een nog moorddadiger beschieting.
Een merkwaardig staaltje van dezen ge
moedstoestand is de volgende dagorder,
uitgevaardigd door den commandant \an
het Fransche reserve-regiment no. 346:
„Een Duitsch parlementair kwam gis
teren voor onze linies om een wapenstil
stand van 24 uur vragen, naar hij zeide
om de dooden te kunnen begraven. Ons
antwoord was dat, hetwelk gegeven moet
worden aan wilden, die de oorlogsregels
minachten, nl. het beschieten door onze
artillerie van den boschrand van Mont
Mare en het zenden van eenige honderden
kilogrammen melinietbommen naar Thain-
court, het verblijf van den Duitschen ge-
neralen staf. Die heeren hebben hun kof
fie gesuikerd gedronken, zooals het ons
ook reeds herhaaldelijk is overkomen."
Gelukkig staan tegenover zulke oninen-
sclielijkheden ook gevallen van ridderlijk
heid en vriendelijkheid, waarvan wij nu
en dan ^gelegenheid hadden melding te
maken, en die dan ook dankbaar worden
erkend. Want waarlijk, de strijd is al ern
stig en wreed genoeg; het is onnoodig
dien nog onmenschelijker te maken door
maatregelen, die de bereiking van het
doel van den oorlog niet nader brengen,
dóch slechts strekken kunnen om dien op
enkele plaatsen en tegenover enkele per
sonen meer dan ondragelijk te maken.
De Russen.
De berichten uit Weenen aangaande
den toestand in Polen brengen gedeelte
lijk een herhaling en uitbreiding van wat
ons cisteren van daar werd gemeld.
Przedborz, dat door de Hongaren werd
bezet, liet ten Z. van Petrokow. Zoorals
wij gister.en voorspelden neemt het gar
nizoen van Przemysl reeds deel aan den
striid. Dit wordt zoowel van Russische
als van Oostenrijksche zijde gemeld.
De berichten bevestigen den indruk dien
zij 'gisteren gaven, nl. dat de terugtocht
der Russen hun geheele front ten Z. van
den Weichsel omvat.
In de telegrammen uit Weenen en Ber
lijn wordt echter stelselmatig gezwegen
van hetgeen ten N. van den Weichsel is
voorcevallen. Daar hebben de Russen
nog altijd ide overhand; zij trokken zelfs
met een gedeelte hunner troepen de Prui
sische crens over.
Zii handhaven zich ook nog in het Oos
ten van Oost-Pruisen.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Duitsche Kruiser gezonken. De Duit
sche eerste klasse-kruiser „Friedrich. Karl"
is, terwijl hij de Oostzee wilde uitstoomen,-
gezonken. Twee derde van de equipage
verdronk. Men is er in geslaagd bijna 200
man te redden.
Japansch zwaard voor Koning Albert.
De redacteur van het Japansche blad
Asaki heeft verlof gekregen een zwaard te
schenken aan Koning Albert ter erkenning
van diens dapperheid. Het wapen, dat uit
de provincie Bizen komt, moet een mees
terstuk van oude kunst zijn. Het behoorde
aan een beroemd provinciaal gouverneur.
In Januari zal de aanbieding vermoede
lijk geschieden, daar het wapen, dat het
persoonlijk eigendom is van den gever nog
niet is aangekomen. Dc correspondent van
de Asaki, de heer Soegimoera, zal het wa
pen aanbieden.
Scherp toezicht. Hoe scherp dc Duit-
schers aan de Belgische grens toezien,
blijkt uit het volgende. Personen die te
Eysden de grens passeeren, werden van
top tot teen gefouilleerd. Tot zelfs hun
beurs toe moesten ze toonen. Toen de
Duitschers bemei-kten, dat ze zilvergeld bij
zich hadden werd hun dit afgenomen cn
kregen zij papiergeld er voor terug. Daar
na konden ze gaan.
1600 zwaargewonden. Te Luik kwa
men gisteren 1600 zwaargewonde militai
ren van de Yserlinie aan. Zij werden in 2
lazarettrcinen naar Duitschland vervoerd
Een bom. Te Luik heeft een Fransche
of Engelsche vliegenier een bom gegooid
op een kazerne waarin Duitsche infante
rie ligt, doch zonder schade aan te rich
ten. Hij sloeg op de binnenplaats der ka
zerne een groot gat in den grond.
Nationale garde. De I.ondensche City
gaat een nationale garde samenstellen van
mannen van ten minste 40 jaar. Ieder zal
een pond sterling storton en zijn eigen
geweer en uniform betalen, en wie dat
niet kan, krijgt er een uit eer. fonds. Men
hoopt in groote steden dergelijke troeDen
I te vormen.
Koper uit België. Het vervoer van ko
per uit België naar Duitschland neemt
groote afmetingen aan. Uit verschillendo
Belgische plaatsen ontvangen wij berich
ten aangaande het passeeren van treinen
vol koper, dat door de Duitschers in
België is opgeëischt. Zij gaan naar Essen
en zijn bestemd voor de fabrieken van
Krupp.
Oproeping Duitsche Landstorm. Do
correspondent van het „Hbl." te Winters
wijk meldt: De ongeoefende manschappen
van den landstorm van den 2den ban, per-
in geboren tusschen 26 Nov. 1869 en 1
Jan. 1876, worden thans in Duitschland
opgeroepen, om zich aan te melden. Niet
voldoening aan dezen oproep wordt ge
straft met een gevangenisstraf van 6
maanden tot hoogstens 5 jaar.
Veel-schrijvende verloofden. In Duit
sche bladen wordt er op gewezen, dat ve
le verwanten en familieleden van te veld
staande militaii-en een wreed misbruik ma
ken van de veldpost, dooi dien zij zoo on
matig veel brieven schrijven
Zoo schreef een jong meisje in een
maand niet minder dan 250 brieven en pa-
ketten aan haar verloofde; een andore
bruid schreef haar bruid-gom 184 Imieven
in hetzelfde tijdsverloop. Deze -1 i- i njvo-
rij van sommigen benadeelt natuurlijk
de kansen van de anderen om hun brieven
tijdig te krijgen.
Duitsche verliezen.
De laatste offici/iele Duitsche veilies-
lijst no. 90 en 91, bevat de namen van
13,721 officieren en manschappen, liet)
totaal is dus nu 658,483, ongerekend 69
Würtembergsche, 67 Saksische en 88
Beiersche lijsten. Dc zware verliezen «Ier
Beieren vallen in het bijzonder op. De lijst
an 4 December bevat 9385 Beieren ge
dood, gewond of vermist. Een der lijsten
bevat alleen verliezen van het zesde, ne
gende en elfde Beiersche infanterie-regi-
ment, die ieder meer dan duizend man
hebben verionen. Het tiende regiment,t
3000 man sterk, verloor meer dan 1600
man in de gevochten tegen de Engelschen
in Nooiti-Vlaanderen. Onder de dooden
zijn dirie generaals Von Oswald, Von
Grumbkow en Ilenning.
De gezamenlijke verliezen der Duit
schers en Oostenrijkers gedurende de
laatste vier maanden, kunnen worden
geschat op 20,000 per dag.
BINNENLAND.
Nederland en de Oorlog.
De Kerstvrede.
De „Avondpost" meldt
Een Hagenaar heeft 30 Nov. dus vóór
het verzoek van den Paus bekend was
den volgenden brief gericht tot de hoofden
van alle oorlogvoci-ende Staten
„Binnen enkele dagen zal het Kerstavond
zijn.
Mijne moeder leerde mij reeds als kind)
het Kerstlied der Christenen, dat aanvangt:
„Vrede op aurde."
Een eenvoudig Hollander vraagt u
eerbiedig, maar duizenden vragen dit m e t
hem:
Maakt Gij voor de Kerstdagen de woor
den van dezen Kerstzang waar?"
De Hagenaar heeft daarop namens pre
sident Poincaré het antwoord gekregen
dat „Frankrijk, dat het voorwerp van een
brutale en van te voren bei aamde aanran
ding is geweest, in het belang van de hu
maniteit zelf, een definitief hei-stel voor zich
en zijn bondgenooten moet verkrijgen, al
eer het de wapenen ncdcrlegt."
Ooorlog en middenstand.
De heer J. S. Mcuwscn, voorzitter vnn
den Middenstandsbond, schrijft in het gis
teravond verschenen bondsorgaan
Blijkens een officieel rondschrijven van
het Nationaal Steuncomité, onderlcckend
door den heer Van IJsclstein, directeur-
generaal van den Arbeid, cn gci'icht aan
alle sub-sleun-comité's, wordt deze plaat
selijke comité's aangeraden, niet alleen do
tc verleenen steun in geld te doen bestaan,
doch ook in natura, zooals b.v. met erwten,
boonen, enz., hulp te verleenen.
En natuurlijk zonder eenige bijbedoeling,
evenmin als bij den gepriviligeerden ver
koop aan landbouw-coöperaties van rcgec-
rings-maïs, wordt door het Nationaal
Steun-Comité aanbevolen, gebruik te ma
ken van het aanbod van een firma in grut
terswaren, die tientallen van filialen in
Nedeiland bezit en die zich bereid ver
klaarde tot een bedrag van f 200,000 grut
terswaren, enz., tegen fabrieksprijs aan dc
comité's te leveien.
Blijkbaar bestaan voor het Nationaal
Steun-Comité kleine winkeliers in de be
doelde artikelen in het geheel niet, on be
hoeft dat comité zich ook niet dc vraag to
stellen of het aantal slachtoffers door der
gelijke maatregelen van bevoorrechting,