18 Uit de Leidsche Vroedschap. BUITENLAND. De Oorlog. !ii 's levens maalstroom. 6e JAARGANG. No. 1579 BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN Ce ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/* cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. VRIJDAG DECEMBER. I9I4. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel ineer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Sluit men het voorstel om den prijs van het gas te verhoogen- uit, dan geeft de lange agenda geen stof tot bespreking. Alle andere voorstellen werden zonder dis cussie aangenomen. Een avondvergade ring was dus niet noodig, de zitting werd op den gewonen tijd gesloten. Mr. Fok ker is in Londen... dat wil iets zeggen! Het bekende adres van den Leidschen Bestuurdersbond betreffende het niet- erkennen van de vakvereenigingen door het Steuncomité werd voor ken nisgeving aangenomen. Het was te begrijpen. Een voorstel was moeilijk te doen; het lag noch op het terrein van B. en W. noch op dat van den raad. Een motie is door den heer S y-t s m a in het vooruitzicht gesteld. Misschien is het Steuncomité tegen dien tijd van meening veranderd. Het is te hopen! Over het aannemen van het voorstel van B. en W. kunnen wij kort zijn, na hetgeen in dit blad over deze quaestie - geschreven is, maar wij willen er aan stonds aan toevoegen, dat wij geen enkel woord terugnemen van hetgeen in die ar tikelen is betoogd. In een voortreffelijke rede heeft wethou der v. d. Lip het voorstel van de meerder heid van het Dag. Bestuur bestreden. Met juiste argumenten heeft deze verdediger van de belangen van den middenstand het voorstel van B. en W. tot zijn ware gedaante teruggebracht. Gij hebt geld noodig, heeft hij tot B. en W. gezegd, om het percentage van den H. O. kleiner te maken. Gij hebt naar een middel, gezocht. Het middel was de verhooging van den gasprijs. Gij laat vooral den kleineren winkelstand betalen voor de rijkeren en meergegoeden, die volgens uw oordeel misschien de stad zullen véttaten,- "cTen kleineren winkelstand, die in deze bui tengewone omstandigheden toch reeds zoo zwaar getroffen wordt. Aan een der gelijk voorstel kan ik mijn stem niet ge ven. Op alle andere argumenten voor of te gen de verhooging van den gasprijs zul len wij niet ingaan, na hetgeen wij over deze zaak reeds hebben geschreven. Maar wij zouden tot de middenstanders willen zeggen, „wordt toch epns wakker". Men weet heel goed, dat gif de stad niet kunt verlaten. Men weet heel goed, dat uw hebben en houen aan uw winkel, aan uw bedrijf vast zit. Men weet, dat gij wel blaft, maar niet bijt. Bijt eens, midden standers, toont uw kracht in een flink organisatie-leven. Wordt eens wakker, kleine winkeliers. Gij betaalt nu voor hen, die dubbel en dwars kunnen betalen, zoo als gisteren in den raad werd opgemerkt. Men paait u met de schoone gedachte, dat de gegoeden nu in de stad zullen blijven. Maar die gegoeden komen bij toch niet koopen. Op den 17den December van liet jaar 1914, het jaar der buitengewone tijds omstandigheden, werd door de meerder heid van den gemeenteraad te Leiden een voorstel aangenomen, wat, zooals o.a. Mr. v.. d. Lip zeer juist zeide, ten gevolge heeft, dat de middenstanders voor de rij ken en meer gegoeden een deel van de be lasting zullen betalen. Middenstanders, schrijft het op in uw dagboek, maar schrijft er bij: tot hier toe en niet verder. Wij vertrouwen en zijn er van overtuigd, dat B. en W. niet met hun voorstel zijn gekomen, omdat zij de belangen van den kleinen middenstand moedwillig over het hoofd zagen; dat ook vele, zoo niet alle, voorstemmers niet dén kleinen midden stand wilden achterstellen maar ook dat onmoedwillig verachtzamen van de kleine middenstandsbelangen, mag in den ver volge niet meer voorkomen! Dat te voor komen ligt op den weg van den midden stand zelf! Voor hen die er soms belang in stellen, zij gemeld, dat de verslaggevers in de raadszaal verhuisd zijn. Zij zitten niet meer bij de wethouders, maar aan de an dere zijde. Zij zitten nu wel rustiger,maar de acoustiek laat veel te wenschen over. Een verslaggever moet toch kunnen 'ver staan, hetgeen de vroedere vaderen der gemeente verkondigen. De Russen zijn over het geheele front teruggetrokken. --- Uit Frankrijk en België, geen nieuws. Een Russische stoom boot beschoot in tie Zwarte Zee een Duitsche stoomboot en deed die in de lucht springen. De beschieting van de Engelsche kust. öTfï5ïëU5 wordt ünrXbnden geméld cTSt 25 menschen zijn gedood te Scarborough, 48 te Hartlepool, in welke plaats er 130 werden gewond. Door de torpedojagers zijn zeven gewonden aan land gezet. Ter aanvulling van wat wij gisteren heb ben gemeld betreffende het bombardement der steden op de Engelsche kust, doen wij hieronder nog eenige bijzonderheden vol gen, ontleend aan een door de ,,hf. R. Ct," ontvangen bericht uit Londen. Omtrent de stemming te Londen seint de correspondent Onnoodig te zeggen dat de aanval op de Oostkust hier een diepen indruk heeft ge maakt, hoewel de rustige aanblik van Lon den heel niet is verstoord. De menschen wachten verlangend de verdere ontwikke ling der gebeurtenissen, waarvan de Admi. raliteit mededeeling belooft. In de buurt van de gebombardeerde plaatsen heeft het oorlogsfeit groote ont roering teweeggebracht. De „Yorkshire Evening Post zegt dat de beschieting van Scarborough er velen toe gebracht heeft uitvoering te geven aan hun van te voren reeds vastgesteld plan om zich bij een inval te bergen. De treinen uit Scarborough vervoerden veel meer men schen dan het normale getal, terwijl de wegen druk waren door het haastig be werkstelligde vervoer van hen die niet ble- \en wachten om de uitwerking van de be schieting te zien, maar het eerst aan hun veiligheid dachten. Een ooggetuige van het gebeurde te Scarborough heeft aan een verslaggever van de „Porkshire Post" verteld dat dui zenden menschen uit hun huizen de straat opstroomden en weldra naar het station holden en in de richting van de voornaam ste wegen naar het binnenland. De meeste vrouwen liepen in haar haast met loshan gend haar en moeders hielden haar kin deren tegen de borst geklemd. Maar wei nigen hadden iets bij zicb. De meesten ver lieten te York den trein. Van den trein uit gezien was het op den hoofdweg een heele optocht van menschen die verschrikt het binnenland in trokken, met kinderen op karren en alle mogelijke voertuigen gela den." Uit Scarborough wordt aan de „Star" geseind „Juist toen de dag aanbrak werd een vij andelijk oorlogsschip van het kruiser-type buiten de haven opgemerkt. liet naderde tot zeer dichtbij en schoot een halfuur lang voortdurend granaten op de stad, waardoor aanzienlijke schade is aangericht. Een vrouw, die achter een toonbank stond, werd op de plaats gedood en haar man ge kwetst. Ongeveer 40 granaten hebben de stad getroffen. Zij waren blijkbaar gericht op het stadhuis en hét station voor draad- looz'e telegrafie. Dit laatste is onbeschadigd gebleven, het stadhuis is slechts licht be schadigd. Andere gebouwen in de nabij heid hebben zeer geleden en vertoonen een schouwspel van algelyele vernieling. De ruiten zijn gesprongen, groote gaten zijn in de muren geslagen. Het oorlogsschip dat langzaam voorbij de stad stoomde en onderwijl aldoor schoot, verdween in Zuidelijke richting. Later werd dof kanongebulder, blijkbaar op grooten afstand, gehoord. Volgens sommige berich ten hebben twee schepen Scarborough be schoten." De Dultscliers TrTFrankrijk en België. De telegrammen geven ons een verwar de voorstelling van de feiten, die er de laatste dagen zijn voorgevallen. Liever laten wij hier eenige correspondenten aan het woord. Uit Duinkerken wordt aan de „Tijd" gemeld: De in samenwerking ondernomen aan vallende beweging van Belgen en Fran- schen. Noordwaarts van Nieuwpoort, waarbij zij de linie ten Westen van Lom- baertzijde konden bezetten, is natuurlijk volgens beraamd plan gegaan. Deze beweging ging uit van den gene- ralen staf der verbondenen en het En gelsche eskader was op de hoogte van de troepenbeweging te land, zoodat, evenals reeds vroeger geschied is, samenwerking werd gezocht en gevonden tusschen het Belgisch-Fransche voorwaarts en de oor logsschepen der Engelschen. Het Engelsche eskader hield de Duit sche kusttroepen bezig, zoodat deze niet tegen den landaanval uit het Zuiden kon den ter hulp komen. Heftig werd Westen- de beschoten, dat tusschen Ostende en Nieuwpoort aan zee ligt, even ver van Lombaertzijde af, als dit van Nieuwpoort. Om den aanval langs de zee der onzen te keeren, voerde de vijand een tegenbewe ging uit. meer landwaarts in, buiten het bereik van elk scheepsgeschut, in de om streken van Sint George, tusschen Nieuw poort en Mannekensveere. Algemeen is de aanval der verbonde nen van Hollebeke tot Wyksstaete nu in gang en op verschillende punten is ter rein gewonnen. Steeds schieten wij op. De Duitschers verloren een aantal krijgs gevangenen en bovendien enkele loopgra ven benevens vele dooden. Onzerzijds is het een breed opgezette mooie voorwaartsche beweging, die een schoon verschiet opent. De correspondent te Hulst van hetzelf de blad meldt: De herleving van Dendermonde js wreed gestuit. Het is ten slotte maar een schijn- verrijzenis geweest. Al de vluchtelingen, die naar hier terugkeeren, hadden zich vooraf niet afgevraagd of zij ginds den noodigen mondvoorraad zouden vinden, en de Duitschers hadden er zich evenmin om bekommerd. Het gebrek aan levens middelen was zóó groot, dat van de 4000 teruggekeerden, reeds meer dan 1000 zich genoodzaakt gevoeld hebben, hun stad voor de tweede maal te verlaten. Indien de toestand nog eenigen tijd onveranderd voortduurt, zullen talrijke instellingen van openbaar nut moeten sluiten. Tot «leze behoort ook het bisschoppelijk college, hetwelk daartoe ten tweeden male moet overgaan, indien de mondvoorraad aan leeraren en leerlingen zou ontbreken. Het is in elk geval te voorzien, dat er dezer dagen nog meer inwoners do stad zullen verlaten. Daarbij, het is al al een geheel iets, te kunnen onder dak komen te Dendermonde! Van heel de stad staan slechts nog enkele huizen recht, op de Markt. Het Begijnhof, 't Klooster van Sint Vincentius, de kerk von St. Gillis, 't militair hospitaal zijn het minst be schadigd. Twee zijvleugels van 't Weezen- huis staan nog overeind en daarin wor den de leerlingen van 't. College onder wezen. De menschen, die nog in Dender monde zijn, wonen voor het meest in een nog rechtstaand achterhuis of jn een stal.... Bijna zonder eten, zonder brand stof in een kill* woning, 't Zal vreeselijk zijn, als de winter huishoudt! De Russen. Volgens berichten uit Weenen en Ber lijn is de volkomen nederlaag der Russen in Polen nu een feit. Te Berlijn wappe ren de Duitsche en de Oostenrijksehe vlaggen in de straten, de kerkklokken luien, van de couranten verschenen ex tra-uitgaven met berichten en artikelen over de zegepraal, Von Hindenburg's naam is op aller lippen, de opperbevel hebber gaf de schooljeugd mo'rgen vaean- tie, en het Oostenrijksehe bericht over de zegepraal deed de overwinningsvreugde ten top stijgen. Een officieel Oostenrljksch communi qué meldt: De jongste berichten laten geen twijfel meer, dat het verzet der Rus sische hoofdmacht is gebroken. Aan den zuidvleugel werden zij in den slag van Limanowa, die eenige dagen duurde, bij Lods door de Duitschers en thans ook aan de Bzoera volkomen ver slagen. Door den Oostenrijkschen op- marsch over de Karpathen ook van het zuiden bedreigd begonnen de Russen een algemeenen terugtocht, die zij in het ge bied voor de Karpathen, hardnekkig strij dend beproeven te dekken. Hier vielen de Oostenrijksehe troepen hen aan op de linie KrósnoTsaklietsin. Op het overige front worden zij overal vervolgd. Vanuit Berlijn seint men: Uit de komi- taten Saros en Zemplen zijn de Russen verdrongen. Thans bevinden zich nog slechts in de komitaten jferey en Marma- ros Russische troepen. Verschillende Oorlogs berichten. In de loopgraven. Een luitenant uit Hamburg schrijft aan zijn ouders: Wij pappen nu zoo'n beetje met de Franschen aan. Onze compagnie zond den Franschen door een patrouille 's nachts een krant en een brief in het Frunsch, waarin stónd: „"Wij zydlen u, als ge het wenscht, lederen morgen oin tien uur het etappenblad (de officieele berichten van het groote hoofdkwartier) zenden". In onberispelijk Duitsch kregen wij den volgenden nacht liet antwoord, dat het hun welkom zou zijn. Ze hadden er drie sigaren voor onze patrouille en het Jong ste nummer van de Petit Parisien" bij gevoegd. Zoo gaat het nu lederen dag. over en weer en wel precies cm tien uur, waarna wij verder den geheelen dag schieten. Om tien uur echter is liet vrede. Wij wenken met een wit papier en leg gen dit midden tusschen ons en den vij and. Dan komen twee Franschen, halen het papier weg, leggen hun goede gaven daar neer, die wij dan weer afhalen. Het Belgische leger. Volgens de „Cor- rière dellu Sera", zal België een nieuw leger oprichten. De regeering nr.et n.l. in samenwerking met de Fraiusche overh ml bezig zijn, onder de Belgische luehtelin- gen in Frankrijk een telling te houden en liet plan bestaat om het bevel uit te vaar digen, dat alle Belgen tusschen 18 en 30 jaar. die niet aan den spoorwegdienst zijn verbonden, zich moeten aanmelden bij een recruteerings-bureau. Zij, die goedgekeurd worden, zullen bij liet leger worden ingedeeld of bij de militaire wer ken in Calais gebruikt worden. De beschieting van kerktorens. In de „Times" schrijft een officier van de ar tillerie: „De beschieting van kerktorens en alle hooge gebouwen is vaak noodza kelijk. Het is dwaas, over de verwoesting van groote gebouwen te klagen, onver schillig of liet raadhuizen, kerken of fa brieken betreft. Wij beschieten ze even goed als de Duitschers. De officieren van beide partijen gebruiken ze voor waar nemingsposten. Thans geschiedt het in Frankrijk, later kan het met den Keul- schen Dom evenzoo gebeuren. Wij moe ten liever onze klachten staken, om niet later als scheinheiligen te gelden." Twintig duizend Weihnachts-stollen. Onder dc „Liebesgaben" welke Berlijn naar liet front zendt, om den soldaten een vroolijk Kerstfeest te bezorgen, be hoort ook het bekende Duitsche gebak, de Weihnachts-stollen. Uit alle wijken van Berlijn werden groote en kleine transpor ten gezonden naar de algemeene opslag plaats in de Andreas-strasse, waar een FEUILLETON. (Het auteursrecht van deze vertaling is voorbehouden). 50) Simon Montfort had willen antwoor den, dat de jonge man zich volstrekt niet zoo delicaat jegens hem behoefde te betoo- nen, en dat zijne pogingen, om hem van de tegenwoordigheid van Rose te beroo- ven, niet anders dan loffelijk waren, maar zijn dochtertje voorkwam door te zeggen: Ge zult gemakkelijker iemand anders vinden dan ik, Robert. Ik ben zoo aan Rose gewoon. En toen zweeg Monfort maar. Hoe zal 't nu met je studies gaan, Marcelle? vroeg Robert. Marcelle zuchtte. De studies dreigden zonder den leermeester veel minder aan trekkelijk te worden dan voorheen; intus- schen, er was niets aan te doen. Montfort stond op. Nu reeds? vroeg de jonge man. Wilt ge niet met mijn vader kennis maken? Marcelle had wel lust, maar haar va der, eenzelvig van nature en nog daarin gestijfd door zijn stroomeloos verblijf in den vreemde, gevoelde, bij deze uitnoodi- ging, een zoodanige schroom, dat hij kort maar duidelijk zeide, dat hij nu werkelijk heen moest. Robert, ontevreden op zijn beurt, ant woordde slechts Een volgenden keer dan. Simon en zijn dochtertje gingen naar hun voorloopig huis, dat bestond uit eenige kleine gemeubileerde kamers. Zij gebruikten er het middagmaal met de beide vriendinnen van Marcelle. Het diner werd dien dag stilzwijgend ge nuttigd; 't was bijna treurig. Marcelle zou gaarne aan Rose haar indrukken van den dag medegedeeld hebben, maar zij gevoelde, dat het haar vader weinig be lang zou inboezemen. Als zij gedurfd had, zou zij het zich wel bekend hebben, dat de herinnering aan hetgeen zij dien dag te zamen hadden gezien, voor Montfort min of meer onaangenaam moest zijn. Zij ging slapen in het groote ongezellige ledikant van die kamer, waar niets ge meenzaam of aangenaam was voor het oog; zij maakte zich diets, dat het de her innering aan haar eigen aardig slaap kamertje was, dat haar dit groote vertrek zoo onaangenaam maakte. Haar vader was in de andere kamer en was er bezig met papieren, die hij lang zaam doorlas; hij had haar omhelsd en haar goeden nacht gewenscht en toch ge voelde zij zich dezen avond treuriger, bijna wanhopiger dan toen zij haar biljet voor Phalempin genomen had. Vanwaar toch die vreemde droefheid? Waarom deed haar ondankbaar, ontevre den hart haar zoo verdrietig zijn? En welk een verdriet? Moest zij zich integendeel vol vreugde en dankbaarheid toonen, nu zij haar vader terug had gevonden juist op het oogenblik, dat zij het meeste zijn steun en bescherming noodig had? Marcelle deed zich honderderlei verwij ten, beschuldigde zich van de 9lechte ge voelens en eindigde met heete tranen te schreien, dat zij zoo slecht was en het haar niet mogelijk was anders te denken. Zij sliep op haar van tranen doorweekt kus sen, terwijl haar vader voortging, in zijn oude papieren te bladeren. HOOFDSTUK XXXIII. Een eigen tehuis. Wat zal ik met het kind beginnen? vroeg Simon zich af, terwijl zijn dochter bedroefd te bed lag. Ik kan toch geen gouvernante worden en haar bij mij houden; heb ik al geld genoeg om alleen rond te komen, ik ben te arm om er met ons tweeën van te leven en er niets bij te doen... Rose had het kleine huishouden haar diensten aangeboden. Zij vroeg geen loon; zij wilde uit louter toewijding het aange nomen kind van juffrouw Hermine bij staan; door aldus te handelen meende het goede schepsel het werk van haar mees teres voort te zetten; maar Simon wilde er niet van hooren. Zijn zwartgallige in borst weigerde alle niet betaalde diensten, voorgevend waar hij wel ten dcele ge lijk in had dat men door aan te nemen, wat men niet vergoeden kan, zich een zekere dienstbaarheid oplegt. Dit axioma, hoe waar ook in andere gevallen, bedroef de het hart van Marcelle in de hoogste mate. Zij wist er intusschen Rose, met wien zij lange gesprekken had als haar vader voor zaken uit was, toe te bewegen, het loon, dat haar vader geven wilde, aan te nemen. Zij zou dan bij hun komen zoo dra zij een eigen woning hadden. Dit was alvast een punt, waarin Mont fort zijn zin had, maar 't overige kostte hem nog heel wat hoofdbreken. Hij gaf er zich rekenschap van, wat aan de opvoe ding van Marcelle zou kunnen ontbreken... Wie zou die voltooien? Een dagschool vond hij bij slot van rekening maar het best. Ook op dit punt gerustgesteld, begon hij ernstig aan zijn verhuizing te denken. Rue Bleue, zesde verdieping, twee kamers, die op de binnenplaats uitzagen, een eetkamer en een keuken, ziedaar wat Marcelle's vader huurde. Dit verblijf werd karig voorzien van gehuurde meu belen, gehuurde, want Montfort had, ten gevolge van zijn voortdurend heen en weer trekken, een afkeer van definitieve aan- koopen. Voorzien van bet hoognoodige vaatwerk en keukengerij installeerde Rose zich in haar leelijke, kleine keuken, die zoo breed was als twee stoelen en op 't middaguur nog donker was, hoe dicht zij ook bij het dak lag. De goede vrouw was spaarzaam en het kleine "huishouden kostte dan ook niet veel meer dan het noodzakelijke. Geen fijne schotels meer, geen, hoewel eenvou dige, toch overvloedige diners, 't Dient in tusschen gezegd, dat Rose van ieder mid dagmaal toch een goeden dunk wist te verschaffen, al was het maar door een gebakken ei. Desondanks voelde zij zich toch een weinig in haar eigenliefde getast en 't was aan Marcelle, dat zij haar leedwezen vertolkte. Deze hoorde haar geduldig aan, doch wachtte zich wel haar te spreken van Robert's aanvankelijk plan om haar als keukenmeid aan te stellen. Zij vreesde haar nederige- vriendin bloot te stellen aan een invvecidigen strijd, waarbij noch de rede noch het belang van grooten .dienst zouden zijn. Een veertien dagen ging alles goed. Rose toonde een groot geduld tegenover hem, dien zij heimelijk: een beer noemde. Dat het zwaarmoedig en eigenzinnig ka rakter van Simon herhaaldelijk over zijn beleefde onverschilligheid gleed, als regen langs de ruiten, had op haar geen uit werking; zij had zich voorgenomen er niet in het minst acht op te slaan. Maar als het welzijn van Marcelle Jn het spel kwam, verdwenen al die schoone voornemens als bij tooverslag. Op zekeren avond na het diner nader de Marcelle haar vader op die tegelijk vreesachtige en vleiende wijze, welke een kind, dat zich wel bemind weet, doch niet alle rechten des huizes deelt, eigen zijn. Die terughoudende manier van doen lmd zij zich aangewend bij juffrouw Tarrot, in den lijd toen zij nog genoeg ontzien werd om zich liefkozingen te kunnen ver oorloven en oud genoeg om te boselfen, dat zij er voor zich geen te kunnen ver gen. Bij juffrouw Hermine had zij, hoe wel ze het er honderdmaal beter bad, nooit de werkelijkheid geheel uit het oog kunnen verliezen; als zij soms op 't punt stond deze te vergeten, was do eenvoudi ge herinnering aan haar zonderlinge komst in de gastvrije woning voldoende om haar weder haar ware toestand dui delijk voor oogen te stellen. Vader, zeide Marcelle, haar beide handen op zijn schouder leggend, zou ik morgen mijn vrienden Breault eens mo gen bezoeken. Montfort zag plotseling op, alsof hij ge stoken werd. Je vrienden Breault? vroeg hij. Om wat te doen. - (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1