18
Uit de Leidsche
Vroedschap.
BUITENLAND.
De Oorlog.
!ii 's levens maalstroom.
6e JAARGANG.
No. 1579
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
Ce ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/* cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
VRIJDAG
DECEMBER.
I9I4.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel ineer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Sluit men het voorstel om den prijs van
het gas te verhoogen- uit, dan geeft de
lange agenda geen stof tot bespreking.
Alle andere voorstellen werden zonder dis
cussie aangenomen. Een avondvergade
ring was dus niet noodig, de zitting werd
op den gewonen tijd gesloten. Mr. Fok
ker is in Londen... dat wil iets zeggen!
Het bekende adres van den Leidschen
Bestuurdersbond betreffende het niet-
erkennen van de vakvereenigingen door
het Steuncomité werd voor ken
nisgeving aangenomen. Het was te
begrijpen. Een voorstel was moeilijk te
doen; het lag noch op het terrein van B.
en W. noch op dat van den raad. Een
motie is door den heer S y-t s m a in het
vooruitzicht gesteld. Misschien is het
Steuncomité tegen dien tijd van meening
veranderd. Het is te hopen!
Over het aannemen van het voorstel
van B. en W. kunnen wij kort zijn, na
hetgeen in dit blad over deze quaestie
- geschreven is, maar wij willen er aan
stonds aan toevoegen, dat wij geen enkel
woord terugnemen van hetgeen in die ar
tikelen is betoogd.
In een voortreffelijke rede heeft wethou
der v. d. Lip het voorstel van de meerder
heid van het Dag. Bestuur bestreden. Met
juiste argumenten heeft deze verdediger
van de belangen van den middenstand
het voorstel van B. en W. tot zijn ware
gedaante teruggebracht. Gij hebt geld
noodig, heeft hij tot B. en W. gezegd, om
het percentage van den H. O. kleiner te
maken. Gij hebt naar een middel, gezocht.
Het middel was de verhooging van den
gasprijs. Gij laat vooral den kleineren
winkelstand betalen voor de rijkeren en
meergegoeden, die volgens uw oordeel
misschien de stad zullen véttaten,- "cTen
kleineren winkelstand, die in deze bui
tengewone omstandigheden toch reeds
zoo zwaar getroffen wordt. Aan een der
gelijk voorstel kan ik mijn stem niet ge
ven.
Op alle andere argumenten voor of te
gen de verhooging van den gasprijs zul
len wij niet ingaan, na hetgeen wij over
deze zaak reeds hebben geschreven.
Maar wij zouden tot de middenstanders
willen zeggen, „wordt toch epns wakker".
Men weet heel goed, dat gif de stad niet
kunt verlaten. Men weet heel goed, dat
uw hebben en houen aan uw winkel, aan
uw bedrijf vast zit. Men weet, dat gij wel
blaft, maar niet bijt. Bijt eens, midden
standers, toont uw kracht in een flink
organisatie-leven. Wordt eens wakker,
kleine winkeliers. Gij betaalt nu voor hen,
die dubbel en dwars kunnen betalen, zoo
als gisteren in den raad werd opgemerkt.
Men paait u met de schoone gedachte, dat
de gegoeden nu in de stad zullen blijven.
Maar die gegoeden komen bij toch niet
koopen.
Op den 17den December van liet
jaar 1914, het jaar der buitengewone tijds
omstandigheden, werd door de meerder
heid van den gemeenteraad te Leiden een
voorstel aangenomen, wat, zooals o.a.
Mr. v.. d. Lip zeer juist zeide, ten gevolge
heeft, dat de middenstanders voor de rij
ken en meer gegoeden een deel van de be
lasting zullen betalen. Middenstanders,
schrijft het op in uw dagboek, maar
schrijft er bij: tot hier toe en niet verder.
Wij vertrouwen en zijn er van overtuigd,
dat B. en W. niet met hun voorstel zijn
gekomen, omdat zij de belangen van den
kleinen middenstand moedwillig over het
hoofd zagen; dat ook vele, zoo niet alle,
voorstemmers niet dén kleinen midden
stand wilden achterstellen maar ook dat
onmoedwillig verachtzamen van de kleine
middenstandsbelangen, mag in den ver
volge niet meer voorkomen! Dat te voor
komen ligt op den weg van den midden
stand zelf!
Voor hen die er soms belang in stellen,
zij gemeld, dat de verslaggevers in de
raadszaal verhuisd zijn. Zij zitten niet
meer bij de wethouders, maar aan de an
dere zijde. Zij zitten nu wel rustiger,maar
de acoustiek laat veel te wenschen over.
Een verslaggever moet toch kunnen 'ver
staan, hetgeen de vroedere vaderen der
gemeente verkondigen.
De Russen zijn over het geheele front
teruggetrokken. --- Uit Frankrijk en België,
geen nieuws. Een Russische stoom
boot beschoot in tie Zwarte Zee een
Duitsche stoomboot en deed die in de
lucht springen.
De beschieting van de
Engelsche kust.
öTfï5ïëU5 wordt ünrXbnden geméld cTSt
25 menschen zijn gedood te Scarborough,
48 te Hartlepool, in welke plaats er 130
werden gewond. Door de torpedojagers
zijn zeven gewonden aan land gezet.
Ter aanvulling van wat wij gisteren heb
ben gemeld betreffende het bombardement
der steden op de Engelsche kust, doen wij
hieronder nog eenige bijzonderheden vol
gen, ontleend aan een door de ,,hf. R. Ct,"
ontvangen bericht uit Londen.
Omtrent de stemming te Londen seint de
correspondent
Onnoodig te zeggen dat de aanval op de
Oostkust hier een diepen indruk heeft ge
maakt, hoewel de rustige aanblik van Lon
den heel niet is verstoord. De menschen
wachten verlangend de verdere ontwikke
ling der gebeurtenissen, waarvan de Admi.
raliteit mededeeling belooft.
In de buurt van de gebombardeerde
plaatsen heeft het oorlogsfeit groote ont
roering teweeggebracht.
De „Yorkshire Evening Post zegt dat de
beschieting van Scarborough er velen toe
gebracht heeft uitvoering te geven aan hun
van te voren reeds vastgesteld plan om
zich bij een inval te bergen. De treinen uit
Scarborough vervoerden veel meer men
schen dan het normale getal, terwijl de
wegen druk waren door het haastig be
werkstelligde vervoer van hen die niet ble-
\en wachten om de uitwerking van de be
schieting te zien, maar het eerst aan hun
veiligheid dachten.
Een ooggetuige van het gebeurde te
Scarborough heeft aan een verslaggever
van de „Porkshire Post" verteld dat dui
zenden menschen uit hun huizen de straat
opstroomden en weldra naar het station
holden en in de richting van de voornaam
ste wegen naar het binnenland. De meeste
vrouwen liepen in haar haast met loshan
gend haar en moeders hielden haar kin
deren tegen de borst geklemd. Maar wei
nigen hadden iets bij zicb. De meesten ver
lieten te York den trein. Van den trein uit
gezien was het op den hoofdweg een heele
optocht van menschen die verschrikt het
binnenland in trokken, met kinderen op
karren en alle mogelijke voertuigen gela
den."
Uit Scarborough wordt aan de „Star"
geseind
„Juist toen de dag aanbrak werd een vij
andelijk oorlogsschip van het kruiser-type
buiten de haven opgemerkt. liet naderde
tot zeer dichtbij en schoot een halfuur lang
voortdurend granaten op de stad, waardoor
aanzienlijke schade is aangericht. Een
vrouw, die achter een toonbank stond,
werd op de plaats gedood en haar man ge
kwetst. Ongeveer 40 granaten hebben de
stad getroffen. Zij waren blijkbaar gericht
op het stadhuis en hét station voor draad-
looz'e telegrafie. Dit laatste is onbeschadigd
gebleven, het stadhuis is slechts licht be
schadigd. Andere gebouwen in de nabij
heid hebben zeer geleden en vertoonen een
schouwspel van algelyele vernieling. De
ruiten zijn gesprongen, groote gaten zijn
in de muren geslagen.
Het oorlogsschip dat langzaam voorbij de
stad stoomde en onderwijl aldoor schoot,
verdween in Zuidelijke richting. Later werd
dof kanongebulder, blijkbaar op grooten
afstand, gehoord. Volgens sommige berich
ten hebben twee schepen Scarborough be
schoten."
De Dultscliers TrTFrankrijk
en België.
De telegrammen geven ons een verwar
de voorstelling van de feiten, die er de
laatste dagen zijn voorgevallen. Liever
laten wij hier eenige correspondenten aan
het woord.
Uit Duinkerken wordt aan de „Tijd"
gemeld:
De in samenwerking ondernomen aan
vallende beweging van Belgen en Fran-
schen. Noordwaarts van Nieuwpoort,
waarbij zij de linie ten Westen van Lom-
baertzijde konden bezetten, is natuurlijk
volgens beraamd plan gegaan.
Deze beweging ging uit van den gene-
ralen staf der verbondenen en het En
gelsche eskader was op de hoogte van de
troepenbeweging te land, zoodat, evenals
reeds vroeger geschied is, samenwerking
werd gezocht en gevonden tusschen het
Belgisch-Fransche voorwaarts en de oor
logsschepen der Engelschen.
Het Engelsche eskader hield de Duit
sche kusttroepen bezig, zoodat deze niet
tegen den landaanval uit het Zuiden kon
den ter hulp komen. Heftig werd Westen-
de beschoten, dat tusschen Ostende en
Nieuwpoort aan zee ligt, even ver van
Lombaertzijde af, als dit van Nieuwpoort.
Om den aanval langs de zee der onzen te
keeren, voerde de vijand een tegenbewe
ging uit. meer landwaarts in, buiten het
bereik van elk scheepsgeschut, in de om
streken van Sint George, tusschen Nieuw
poort en Mannekensveere.
Algemeen is de aanval der verbonde
nen van Hollebeke tot Wyksstaete nu in
gang en op verschillende punten is ter
rein gewonnen. Steeds schieten wij op.
De Duitschers verloren een aantal krijgs
gevangenen en bovendien enkele loopgra
ven benevens vele dooden.
Onzerzijds is het een breed opgezette
mooie voorwaartsche beweging, die een
schoon verschiet opent.
De correspondent te Hulst van hetzelf
de blad meldt:
De herleving van Dendermonde js wreed
gestuit. Het is ten slotte maar een schijn-
verrijzenis geweest. Al de vluchtelingen,
die naar hier terugkeeren, hadden zich
vooraf niet afgevraagd of zij ginds den
noodigen mondvoorraad zouden vinden,
en de Duitschers hadden er zich evenmin
om bekommerd. Het gebrek aan levens
middelen was zóó groot, dat van de 4000
teruggekeerden, reeds meer dan 1000 zich
genoodzaakt gevoeld hebben, hun stad
voor de tweede maal te verlaten. Indien
de toestand nog eenigen tijd onveranderd
voortduurt, zullen talrijke instellingen van
openbaar nut moeten sluiten. Tot «leze
behoort ook het bisschoppelijk college,
hetwelk daartoe ten tweeden male moet
overgaan, indien de mondvoorraad aan
leeraren en leerlingen zou ontbreken.
Het is in elk geval te voorzien, dat er
dezer dagen nog meer inwoners do stad
zullen verlaten. Daarbij, het is al al een
geheel iets, te kunnen onder dak komen
te Dendermonde! Van heel de stad staan
slechts nog enkele huizen recht, op de
Markt. Het Begijnhof, 't Klooster van
Sint Vincentius, de kerk von St. Gillis,
't militair hospitaal zijn het minst be
schadigd. Twee zijvleugels van 't Weezen-
huis staan nog overeind en daarin wor
den de leerlingen van 't. College onder
wezen. De menschen, die nog in Dender
monde zijn, wonen voor het meest in een
nog rechtstaand achterhuis of jn een
stal.... Bijna zonder eten, zonder brand
stof in een kill* woning, 't Zal vreeselijk
zijn, als de winter huishoudt!
De Russen.
Volgens berichten uit Weenen en Ber
lijn is de volkomen nederlaag der Russen
in Polen nu een feit. Te Berlijn wappe
ren de Duitsche en de Oostenrijksehe
vlaggen in de straten, de kerkklokken
luien, van de couranten verschenen ex
tra-uitgaven met berichten en artikelen
over de zegepraal, Von Hindenburg's
naam is op aller lippen, de opperbevel
hebber gaf de schooljeugd mo'rgen vaean-
tie, en het Oostenrijksehe bericht over de
zegepraal deed de overwinningsvreugde
ten top stijgen.
Een officieel Oostenrljksch communi
qué meldt: De jongste berichten laten
geen twijfel meer, dat het verzet der Rus
sische hoofdmacht is gebroken.
Aan den zuidvleugel werden zij in den
slag van Limanowa, die eenige dagen
duurde, bij Lods door de Duitschers en
thans ook aan de Bzoera volkomen ver
slagen. Door den Oostenrijkschen op-
marsch over de Karpathen ook van het
zuiden bedreigd begonnen de Russen een
algemeenen terugtocht, die zij in het ge
bied voor de Karpathen, hardnekkig strij
dend beproeven te dekken.
Hier vielen de Oostenrijksehe troepen
hen aan op de linie KrósnoTsaklietsin.
Op het overige front worden zij overal
vervolgd.
Vanuit Berlijn seint men: Uit de komi-
taten Saros en Zemplen zijn de Russen
verdrongen. Thans bevinden zich nog
slechts in de komitaten jferey en Marma-
ros Russische troepen.
Verschillende Oorlogs
berichten.
In de loopgraven. Een luitenant uit
Hamburg schrijft aan zijn ouders:
Wij pappen nu zoo'n beetje met de
Franschen aan. Onze compagnie zond den
Franschen door een patrouille 's nachts
een krant en een brief in het Frunsch,
waarin stónd: „"Wij zydlen u, als ge het
wenscht, lederen morgen oin tien uur het
etappenblad (de officieele berichten van
het groote hoofdkwartier) zenden".
In onberispelijk Duitsch kregen wij den
volgenden nacht liet antwoord, dat het
hun welkom zou zijn. Ze hadden er drie
sigaren voor onze patrouille en het Jong
ste nummer van de Petit Parisien" bij
gevoegd. Zoo gaat het nu lederen dag.
over en weer en wel precies cm tien uur,
waarna wij verder den geheelen dag
schieten. Om tien uur echter is liet vrede.
Wij wenken met een wit papier en leg
gen dit midden tusschen ons en den vij
and. Dan komen twee Franschen, halen
het papier weg, leggen hun goede gaven
daar neer, die wij dan weer afhalen.
Het Belgische leger. Volgens de „Cor-
rière dellu Sera", zal België een nieuw
leger oprichten. De regeering nr.et n.l. in
samenwerking met de Fraiusche overh ml
bezig zijn, onder de Belgische luehtelin-
gen in Frankrijk een telling te houden en
liet plan bestaat om het bevel uit te vaar
digen, dat alle Belgen tusschen 18 en 30
jaar. die niet aan den spoorwegdienst
zijn verbonden, zich moeten aanmelden
bij een recruteerings-bureau. Zij, die
goedgekeurd worden, zullen bij liet leger
worden ingedeeld of bij de militaire wer
ken in Calais gebruikt worden.
De beschieting van kerktorens. In de
„Times" schrijft een officier van de ar
tillerie: „De beschieting van kerktorens
en alle hooge gebouwen is vaak noodza
kelijk. Het is dwaas, over de verwoesting
van groote gebouwen te klagen, onver
schillig of liet raadhuizen, kerken of fa
brieken betreft. Wij beschieten ze even
goed als de Duitschers. De officieren van
beide partijen gebruiken ze voor waar
nemingsposten. Thans geschiedt het in
Frankrijk, later kan het met den Keul-
schen Dom evenzoo gebeuren. Wij moe
ten liever onze klachten staken, om niet
later als scheinheiligen te gelden."
Twintig duizend Weihnachts-stollen.
Onder dc „Liebesgaben" welke Berlijn
naar liet front zendt, om den soldaten
een vroolijk Kerstfeest te bezorgen, be
hoort ook het bekende Duitsche gebak, de
Weihnachts-stollen. Uit alle wijken van
Berlijn werden groote en kleine transpor
ten gezonden naar de algemeene opslag
plaats in de Andreas-strasse, waar een
FEUILLETON.
(Het auteursrecht van deze vertaling is
voorbehouden).
50)
Simon Montfort had willen antwoor
den, dat de jonge man zich volstrekt niet
zoo delicaat jegens hem behoefde te betoo-
nen, en dat zijne pogingen, om hem van
de tegenwoordigheid van Rose te beroo-
ven, niet anders dan loffelijk waren,
maar zijn dochtertje voorkwam door te
zeggen:
Ge zult gemakkelijker iemand anders
vinden dan ik, Robert. Ik ben zoo aan
Rose gewoon.
En toen zweeg Monfort maar.
Hoe zal 't nu met je studies gaan,
Marcelle? vroeg Robert.
Marcelle zuchtte. De studies dreigden
zonder den leermeester veel minder aan
trekkelijk te worden dan voorheen; intus-
schen, er was niets aan te doen.
Montfort stond op.
Nu reeds? vroeg de jonge man. Wilt
ge niet met mijn vader kennis maken?
Marcelle had wel lust, maar haar va
der, eenzelvig van nature en nog daarin
gestijfd door zijn stroomeloos verblijf in
den vreemde, gevoelde, bij deze uitnoodi-
ging, een zoodanige schroom, dat hij kort
maar duidelijk zeide, dat hij nu werkelijk
heen moest.
Robert, ontevreden op zijn beurt, ant
woordde slechts
Een volgenden keer dan.
Simon en zijn dochtertje gingen naar
hun voorloopig huis, dat bestond uit
eenige kleine gemeubileerde kamers. Zij
gebruikten er het middagmaal met de
beide vriendinnen van Marcelle.
Het diner werd dien dag stilzwijgend ge
nuttigd; 't was bijna treurig. Marcelle zou
gaarne aan Rose haar indrukken van
den dag medegedeeld hebben, maar zij
gevoelde, dat het haar vader weinig be
lang zou inboezemen. Als zij gedurfd had,
zou zij het zich wel bekend hebben, dat de
herinnering aan hetgeen zij dien dag te
zamen hadden gezien, voor Montfort min
of meer onaangenaam moest zijn.
Zij ging slapen in het groote ongezellige
ledikant van die kamer, waar niets ge
meenzaam of aangenaam was voor het
oog; zij maakte zich diets, dat het de her
innering aan haar eigen aardig slaap
kamertje was, dat haar dit groote vertrek
zoo onaangenaam maakte.
Haar vader was in de andere kamer en
was er bezig met papieren, die hij lang
zaam doorlas; hij had haar omhelsd en
haar goeden nacht gewenscht en toch ge
voelde zij zich dezen avond treuriger, bijna
wanhopiger dan toen zij haar biljet voor
Phalempin genomen had.
Vanwaar toch die vreemde droefheid?
Waarom deed haar ondankbaar, ontevre
den hart haar zoo verdrietig zijn? En welk
een verdriet? Moest zij zich integendeel
vol vreugde en dankbaarheid toonen, nu
zij haar vader terug had gevonden juist
op het oogenblik, dat zij het meeste zijn
steun en bescherming noodig had?
Marcelle deed zich honderderlei verwij
ten, beschuldigde zich van de 9lechte ge
voelens en eindigde met heete tranen te
schreien, dat zij zoo slecht was en het haar
niet mogelijk was anders te denken. Zij
sliep op haar van tranen doorweekt kus
sen, terwijl haar vader voortging, in zijn
oude papieren te bladeren.
HOOFDSTUK XXXIII.
Een eigen tehuis.
Wat zal ik met het kind beginnen? vroeg
Simon zich af, terwijl zijn dochter bedroefd
te bed lag. Ik kan toch geen gouvernante
worden en haar bij mij houden; heb ik
al geld genoeg om alleen rond te komen,
ik ben te arm om er met ons tweeën van
te leven en er niets bij te doen...
Rose had het kleine huishouden haar
diensten aangeboden. Zij vroeg geen loon;
zij wilde uit louter toewijding het aange
nomen kind van juffrouw Hermine bij
staan; door aldus te handelen meende het
goede schepsel het werk van haar mees
teres voort te zetten; maar Simon wilde
er niet van hooren. Zijn zwartgallige in
borst weigerde alle niet betaalde diensten,
voorgevend waar hij wel ten dcele ge
lijk in had dat men door aan te nemen,
wat men niet vergoeden kan, zich een
zekere dienstbaarheid oplegt. Dit axioma,
hoe waar ook in andere gevallen, bedroef
de het hart van Marcelle in de hoogste
mate. Zij wist er intusschen Rose, met
wien zij lange gesprekken had als haar
vader voor zaken uit was, toe te bewegen,
het loon, dat haar vader geven wilde, aan
te nemen. Zij zou dan bij hun komen zoo
dra zij een eigen woning hadden.
Dit was alvast een punt, waarin Mont
fort zijn zin had, maar 't overige kostte
hem nog heel wat hoofdbreken. Hij gaf er
zich rekenschap van, wat aan de opvoe
ding van Marcelle zou kunnen ontbreken...
Wie zou die voltooien? Een dagschool
vond hij bij slot van rekening maar het
best. Ook op dit punt gerustgesteld, begon
hij ernstig aan zijn verhuizing te denken.
Rue Bleue, zesde verdieping, twee
kamers, die op de binnenplaats uitzagen,
een eetkamer en een keuken, ziedaar wat
Marcelle's vader huurde. Dit verblijf
werd karig voorzien van gehuurde meu
belen, gehuurde, want Montfort had, ten
gevolge van zijn voortdurend heen en weer
trekken, een afkeer van definitieve aan-
koopen. Voorzien van bet hoognoodige
vaatwerk en keukengerij installeerde Rose
zich in haar leelijke, kleine keuken, die
zoo breed was als twee stoelen en op 't
middaguur nog donker was, hoe dicht zij
ook bij het dak lag.
De goede vrouw was spaarzaam en het
kleine "huishouden kostte dan ook niet
veel meer dan het noodzakelijke. Geen
fijne schotels meer, geen, hoewel eenvou
dige, toch overvloedige diners, 't Dient in
tusschen gezegd, dat Rose van ieder mid
dagmaal toch een goeden dunk wist te
verschaffen, al was het maar door een
gebakken ei.
Desondanks voelde zij zich toch een
weinig in haar eigenliefde getast en 't
was aan Marcelle, dat zij haar leedwezen
vertolkte. Deze hoorde haar geduldig aan,
doch wachtte zich wel haar te spreken
van Robert's aanvankelijk plan om haar
als keukenmeid aan te stellen. Zij vreesde
haar nederige- vriendin bloot te stellen
aan een invvecidigen strijd, waarbij noch
de rede noch het belang van grooten .dienst
zouden zijn.
Een veertien dagen ging alles goed.
Rose toonde een groot geduld tegenover
hem, dien zij heimelijk: een beer noemde.
Dat het zwaarmoedig en eigenzinnig ka
rakter van Simon herhaaldelijk over zijn
beleefde onverschilligheid gleed, als regen
langs de ruiten, had op haar geen uit
werking; zij had zich voorgenomen er niet
in het minst acht op te slaan. Maar als
het welzijn van Marcelle Jn het spel kwam,
verdwenen al die schoone voornemens als
bij tooverslag.
Op zekeren avond na het diner nader
de Marcelle haar vader op die tegelijk
vreesachtige en vleiende wijze, welke een
kind, dat zich wel bemind weet, doch niet
alle rechten des huizes deelt, eigen zijn.
Die terughoudende manier van doen lmd
zij zich aangewend bij juffrouw Tarrot,
in den lijd toen zij nog genoeg ontzien
werd om zich liefkozingen te kunnen ver
oorloven en oud genoeg om te boselfen,
dat zij er voor zich geen te kunnen ver
gen. Bij juffrouw Hermine had zij, hoe
wel ze het er honderdmaal beter bad,
nooit de werkelijkheid geheel uit het oog
kunnen verliezen; als zij soms op 't punt
stond deze te vergeten, was do eenvoudi
ge herinnering aan haar zonderlinge
komst in de gastvrije woning voldoende
om haar weder haar ware toestand dui
delijk voor oogen te stellen.
Vader, zeide Marcelle, haar beide
handen op zijn schouder leggend, zou ik
morgen mijn vrienden Breault eens mo
gen bezoeken.
Montfort zag plotseling op, alsof hij ge
stoken werd.
Je vrienden Breault? vroeg hij. Om
wat te doen.
- (Wordt vervolgd.)