17 BUITENLAND. De Oorlog. BINNENLAND. 6e JAARGANG. No. 1578 ate (Sou/temt BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 27a cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent DONDERDAG DECEMBER. I9I4. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1--5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1--5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel moer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- on Verkoop (goen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere rogel moer 5 cont. V Ridderorden. In de Tweede Kamer is natuui'lijk weer van sociaal-democratische zijde de telken- jare bij de behandeling der Staatsbegroo- ting stereotyp terugkeerende klacht verno men over het uittrekken van een post voor de ridderorden, voor de .lintjes". Dit jaar sloot zich bij de socialistische sprekers aan ile „wilde" heer Bichon van IJsselmonde hij wilde de bezuiniging bij deze post in acht genomen zien. Nu daar kan niemand iels op tegen hebben. De sociaal-democra ten zeiden echter de gelieele instelling van de ridderorden in haar wezen te verfoeien, omdat het.... een speculatie is op de men- schelijke ijdelheid. Dat klinkt heel voor haam! Maar wie wat dieper de zaak be schouwt, ziet al spoedig, dat de heeran bc- tre deden hun afschuw voor afschuwelij ker zaken te bewaren. Laat het zijn, dat er ridderorden wor den geschonken aan personen, die zich al leen of tenminste hoofdzakelijk „verdien stelijk" hebben gemaakt om hun borst met een „lintje" te kunnen sieren. Laat het zijn, dat er velen worden „geridderd", die geen andere „verdienste" kunnen boe ken, dan het vervullen van de plichten van hun staat, genomen in den meest be perkten zin, om het geld, of om de eer. Doch meestal, gelukkig, is het „lintje" een belooning of, beter gezegd, een bekroning van uit edele motieven voor anderer wel zijn verrichte daden. Zoo beschouwd, be vat dus de moderne ridder-slag door de overheid een erkenning van het zedelijk- goede en kan hij niet anders dan de ge meenschap indirect ten voordeele strek ken! Aan deze kantteekening op het in de Tweede Kamer besprokene kunnen wij gevoegelijk een bemerking vastknoopen, üie wij later nog wel eens zullen herhalen. Een „lintjes-regen" heeft altijd een scha duwzijde. Door het officieele daarvan krij gen velen een onderscheiding, die het niet verdienen, en worden er weer anderen, die er aanspraak op mogen maken, over het hoofd gezien. En daarom: dat wij, als de vrede zal hersteld zijn, toch gespaard mo gen blijven voor zoo'n lintjes-regen. Het koud-officieele ^an zoo'n plechtigheid zou oök. schril afsteken tegen de spontane opwelling van onbaatzuchtige- naasten liefde, die men nu allerwege waarneemt .Wij zijn, helaas,' waarschijnlijk nog wel een tijdje van het herstel van den vrede verwijderd, maar deze opmerking moest ons toch van het hart, nu wij er zoo'n schoone gelegenheid voor vonden. Te Hartlepool werden 20 menschen gedood en 80 gewond. De historische abdij van Witby werd gedeeltelijk ver nield. Te Scarborough werden twee kerken beschadigd. ie Scarborough moeten twaalf personen zijn gedood en 24 gewond. Westeinde, N.-0. van Lombard- zyde, wordt gebombardeerd door een Britsch eskader Een Turksch comm: - niqué maakt melding van Turksche over winningen in den Kaukasue en in Perzië. Een succes voor de Duiische vloot. Het feit van den dag is de beschieting van Hartlepool en Scarborough op de Engelsche kust door een Duitsch eskader. Sedert onze De Ruyter de Theems op voer, is dit waarschijnlijk de eerste maal dat een bombardement onder Engelands kustbewoners een paniek veroorzaakt. Zoo erg als toen is het ditmaal, naar de berich ten te oordeelen, niet geweest. Maar welk Engelsch kustbewoner zal in het vervolg nog rustig slapen? Mag een bericht uit Middlesborough, bij Hartlepool, als juist worden aangeno men, dan zouden twee van de drie krui sers. die deze tocht ondernamen, gezon ken zijn. Hartlepool schijnt een versterkte stad te zijn (althans in een der berichten wordt van een fort aldaar gesproken). Van Scar borough is ons in dit opzicht niets bekend. Zijn dit en het kleine stadje Whitby, dat óók beschoten werd, open steden, dan is deze aanval wellicht te beschouwen als een antwoord van de Duitsche marine op het bombardeeren van Freiburg in Breis- gau door Engelsche vliegeniers. Want Freiburg is eveneens een open stad, «n onmiddellijk na dat bombardement is daartegen van Duitsche zijde, op dien grond, en omdat die stad niet aan het gevechtsfront lag, geprotesteerd. Hier volgen enkele telegrammen. Een telegram uit Londen deelt betref fende het bombardement van Scarborough mede, dat het mistig weder was toen het bombardement begon. Vele vrouwen en kinderen snelden in nachtgewaad de straat op. Naar gemeld wordt, zijn ongeveer 50 granaten afgeschoten en werden 2 kerken beschadigd, terwijL van talrijke huizen het dak werd weggeslagen. Een telegram uit Darlington aan de Star meldt, dat er in Hartlepool door de Duit sche granaten 20 personen gedood en 80 gewond werden. Een andere telegram uit Londen ver meldt Tegen 8 uur in den morgen werd een Duitsche kruiser in volle zee nabij Scarborough gesignaleerd; de kruiser na derde Villa Lanca; in een half uur tijds werden omstreeks 40 granaten afgevuurd; de Duitschers schenen de bedoeling te heb ben het stadhuis te vernielen, dat echter niet ernstig beschadigd werd. Daarentegen is de materieele schade aan andere gebou wen toegebracht aanzienlijk. Nabij het sta tion ziet men allerweg huizen met verbrij zelde vensters en met doorboorde muren; een vrouw werd gedood toen zij zich in haar winkel bevond, terwijl haar echtge noot werd gewond. De kruiser vertrok in Zuidelijke x'ichting en later kon men ka nongebulder van verren' afstand hocx-en. Bij het bombai-dement van Scarborough zijn 18 personen gedood. Uit Middleborough wordt geseind: twee Duitsche schepen die aan de beschieting \an de Oostkust deelnamen zijn ernstig be schadigd en vermoedelijk gezonken. Een officieel telegram uit Berlijn luidt Gedeelten van onze hoogzeevloot deden een uitval naar de Engelsche Oostkust. Zij be schoten hedenmorgen de twee versterkte kustplaatsen Scax-borough en Hartlepool. Over het verder verloop van de onderne ming kunnen op het oogenblik nog geen mededeelingen gedaan worden. De Duitschers in Frankrijk en België. Van het Westelijk front geeft het „Vad." het volgende overzicht. Betreffende ver schillende punten valt eenige actie te vex-- melden. De Yser komt daarbij de eerepahn der roerigheid toe. Zondag kwam het bex-icht, dat een groot gedeelte van den Westelijken oever, waar de Duitschers nog stellingen hadden, door hen ontruimd en door de Bondgenooten bezet was. Hevige aanvallen vaix de Duitschers ten N.W. en ten Z.O. van Yperen wei-den met gx-oote verliezen afgeslagen. Den 15en nemen de Bondgenooten zelf het offensief en tx-achten op de lijn Wijt- schaeteHollebeke (dus Z. en Z.O. van Yperen) vorderingen te maken. Als een memorabel feit wordt daarbij genoemd een aanval der Engelschen op een bogch bij Wijtschaete, en het gelukken van hun stormaanval. In de berichten der Bondge nooten worden deze wapenfeiten voorge steld als goede vorderingen ten gevolge hebbend. De Duitsche berichten echter zeg gen: zij mislukten alle. Deze beweging ten Z. en Z.O. van Yperen schijnt door de Duitschers beantwoord te zijn met een stormaanval uit het Noox-den op Yperen, die hun op zware verliezen te staan kwam. Dit wijst er op, dat de aan vallen der Bondgenooten bij Wijtschaete Hollebeke toch niet zoo heel onschuldig werden geacht. Hoe dit zij, de bestorming van Yperen, die drie dagen aanhield, mis lukte volgens de Fransche berichten ge heel, kostte den Duitschers 24,000 man, en eindigde ten slotte nug met het verlies hunner eigen, Noord uurts"van Ypex*en gelegen, stellingen; „waardoor de weg naar Rousselaere nu vrij'is", voegt een Engel sche berichtgever er bij. Dat is echter al meer gezegd, en wij zullen nu maar liever afwachten tot de Bondgenooten te Rousse laere van het hoofdkwartier van den Duit- schen rechtervleugel bezit hebben genomen. Inmiddels was ook van uit Nieuwpoort een actie op touw gezet, en wel in samen- werking met het Engelsch smaldeel, dat voor de kust lag. Van Nieuwpoox-t uit vie len de Belgisch-Fransche troepen het duin dorp Lombaertzijde, vlak ten N. van Nieuwpoort aan, terwijl een andere afdee- ling St. Geoi'ges, het eerste dorp aan den Yser (van Nieuwpoort af gerekend) met succes bestookte. De beschieting door de vloot strekte zich nog een uur ten N. van Lombaertzijde uit, n.l. tot het dorp West- eride. Volgens het Fransche bericht zijn de te- gen-aanvallen der Duitschers tegen de op rukkende troepen der Bondgenooten afge slagen. Volgens het Duitsche bericht haal de de geheele ondex-neming niets uit, wer den zelfs 450 Franschen gevangen geno men, en had het vuur der Engelsche vloot geen effect. De Russen. De ..Univei-sul" uit Boekarest vernoemt uit Petrograd, dat het offensief der Rus sen in Polen volkomen is mislukt. De Russische troepen zouden in zeer kritie ke omstandigheden verkeeren, dank zij de geweldige stuwkracht van Hinden- burg's opmarsch. De verpleging der Rus sische tx-oepen ondervindt groote, bijna onoverkomelijke moeilijkheden, daar die troepen door de Duitschex-s uit het Oos ten en het Westen worden bedreigd en de Russen slechts door wanhopige, boven verwachting stex-ke inspanning van al hun krachten of door een volkomen en al- gemeenen terugtocht zich uit dien toe stand kunnen redden. In elk geval zal het hun echter groote offers kosten. De oorlogscorrespondent van de „N. Freie Presse". Roda Roda, seint, dat de Russen in West-Galicië aan twee zijden worden aangevallen en dat de Oostem-ij- lcers en Hongaren in de Karpathen, on danks sneeuw en ijs, In snelle marschen vooruit rukken. Er worden veel Russen gevangen geno men; 2000 zijn er reeds weggezonden. De ruiterij der Oostenrijkers heeft een aan tal passen in de Karpathen genomen en zit de Russen na op de hielen. Vandaag gaat het perskwartier naar het front in West-Gallicië, het eerst naar het slagveld van Limaixowa. Naar de „Nordd. Allg. Ztg uit Boeka rest verneemt, is aan de „Universul" uit St. Petex-sburg gemeld dat de oorlogscor respondent van de „Nowojo Wrernja" In Russisch Polen zegt, dat het Russisch offensief volkomen is mislukt. De Russi sche troepen zouden zich in een uiterst kritieke positie bevinden. De verpleging en proviandeering van de Russische troe pen stuiten op bijna oixoverkomenlijke moeilijkheden, aangezien de Duitschers hen zoowel van uit het Oosten als uit het Westen in het nauw brengen. Slechts door vertwijfelde, ongekend stci'ke pogingen dan wel door een algemecnen terugtocht kunnen de Russen zich uit dezen toe stand redden. In ieder geval echter zou den zeer groote offex-s gevorderd worden. Deze mededeel.ing van het Russische blad, welke voor het verschijnen, niet aan de censuur was voorgelegd, heeft de in Pe tersburg heei'schende vertwijfelde stem ming nog vex-meerderd. De „Nowoje Wxemja" werd op bevel van den Gouverneur door de politie in beslag genomen. Verschillende Oorlogs berichten. Turken en Russen. De gevechten, die verscheidene dagen op dc Oostgrens van het Vilaiet Wan duurden, aldus wordt uit Constantinopel geseind, zijn in ons voor deel geëindigd. De stelling bij Sarai, die door den vijand hardnekkig vei-dedigd werd. viel na een omtrekkende beweging van onze troepen, in onze handen. De vij and' trok zich in de richting naar Kotoer tex-ug en werd door onze cavalerie ach- tei-volgd. Onze troepen zijn Sarai binnen gerukt- Een Engelsche kruiser beschoot, zonder gevolg, onzen observatietoren tussclxen Jaffa en Gaza. De Russische kruiser „As- kold" boorde 2 kleine schepen voor Bei- i-oet in den grond. Het verlies van het oude wachtschip „Messidye" is volgens een nauwkeux-ig onderzoek, hetzij aan een afgedreven mijn of aan een op dit schip afgeschoten torpedo toe te schrijven., Een nieuwe aanslag op Friedrichsha- fen? De „Morning Post" verneemt uit Bern, dat geschutvuur eix het werken met zoeklichten bij Friedrichtshafen het er- moeden hebben gewekt, dat opnieuw een aanslag is gedaan op de Zeppelinloodsen. De ondergang van de „Bulwark". De Admiraliteit maakt bekend, dat uit het onderzoek in zake het vergaan van het slagschip „Bulwaik" door de „Court of Inquiry" is gebleken, dat de ontplof fing het gevolg was van toevallige ontste king van de ammunitie en dat er geen enkele aanwijzing is voor de vex-onder- stelling, dat de ontploffing te wijten was aan verraad aan booi'd van het schip of door een daad van den vijand. Inhechtenisnemingen op groote schaal. Volgens een bericht uit Boechax-est aan de „Pol. Korrespondenz" vertellen aldaar uit Rusland aangekomen reizigers, dat niet alleen de leiders der socialisten, maar alle radicale leden van de Doema in hechtenis zijn genomen. Frankrijk. Naar de Matin" bere kent houden de Duitschein in Frankrijk slechts een zes-en-twintigste deel van het land bezet. Ellende in Polen. Miss Laurence Alma Tudema richt zich in Engelsche bladen tot de mildheid van het Engelsche volk om de inwoners van Polen te hel pen, waar, naar zij schrijft, veel ellende geleden wordt. De lucht-oorlog. Naar een Fransch blad meldt, heeft een Italiaansch inge nieur te Rome een vliegtuig vervaardigd, dat met drie van elkaar onafhankelijke motoren van 101) P.K. elk een etmaal lang een vaart van nagenoeg 120 K.M. in het uur kan volhouden. Het vliegtuig is zwaar gepantserd en draagt een mitrail leur. Nog twee zulke vliegtuigen moeten in de maak zijn, de een met motors van 000, de ander van 1000 P.K. De St. Pieterspenning. De Paus heeft, naar het „Centr." meldt, den St. Pieterspenning voor het lenigen van den nood der Belgen bestemd. Nederland en de Oorlog. Minister Itelleputte in Nederland. Z. E. dc heer J. Helleputte, Belgisch minister van Openbare Werken en Land bouw, bracht gistervoormiddag een be zoek aan verschillende inrichtingen voor Belgische vluchtelingen te Amsterdam. Hij was vergezeld door den heer Fr. van Cauwelaert. volksvertegenwoordiger, en den heer Dierckx, arrondissemenls-com- missaris van Antwerpen. Z. E. werd hij zijn bezoek rondgeleid door den heer Th. Stuart, voorzitter, en verschillende leden van het Alg. Ned. Steuncomité voor Bel gische en andere slachtoffers. Van Amsterdam vertrok Zijne Excel lentie naar Amersfoort en Zeist. Zijn be- FEUILLETON. In 's levens maalstroom. (Het auteursrecht van «leze vertaling is voorbehouden). 49) Men kan een oogenblik van inborst ver anderen, dank zij een gelukkige omstan digheid, maar niets kan op dezelfde wijze een wijziging brengen in liet wezen, in de beweging der handen, in de manier zich te kleeden, den hoed op te zetten. De oogen mogen stralen, de mond glimlacht, maar als de eigenaar van die oogen en dien mond langen tijd een eenzelvig, droe vig persoon is geweest, protesteeren de kleederen, weigert de hoed, de handen hebben wrevelige bewegingen, die afstoo- ten, ondanks de aanmoediging van blik en glimlach. Simon deed zijn best om beminnelijk te zijn en slaagde er vrijwel in, maar zijn gansche wezen verzette zich blijkbaar daartegen; na de eerste begroeting richtte de dokter zich dan ook tot Marcelle, die altijd gaax-ne met hem gesproken had. Hij .was ten hoogste verwonderd bij het ionge meisje een verandering op te merken wel ke hij niet voorzien had en die toch niet anders was dan een noodwendig gevolg der beproevingen, die zij verduurd had. Zij sprak meer afgemeten, wik en woog de beteekenis van haar woorden en legde «en ongewone beslistheid aan den dag ge- P.aai'd met eenige bitterheid. Nu zijt gij gelukkig, sprak de dokter. Nu, na zooveel verdriet hebt gij het waar lijk wel verdiend. Gij zijt altijd een goed klein meisje geweest, kindlief, en ik stel er prijs op, dat aan uw vader te zeggen. Gedurende de korte ongesteldheid van juffrouw Hermine, heeft uw dochter, mijn heer, een voorbeeld gegeven van etn te genwoordigheid van geest en een moed, die mén op haar jaren niet zou verwacht hebben. Montfort wiei-p op zijn dochter een blik van vaderlijken trots. Het streelde hem zijn kind te hooren prijzen, hoewel het aandeel, dat hij aan hare opvoeding ge had had, op niets neerkwam. Zonder nu onbescheiden te willen zijn, wat zijn uwe plannen? vroeg de dokter. Wij zullen een klein huisje huren, antwoordde het meisje, haar vader aan ziende, en zullen daar zeker heel gezellig wonen. Ik zal papa's huishoudster wezen. Wij zullen er samen wat gelukkig j i jn. Dat w ij was voor Marcelle blijkbaar een vreugdevol woord~dat zij dan ook telkens herhaalde. Na gedurende een zoo lange reeks van jaren betrekkelijk op zich- zelve te hebben gestaan, hooit van een eigen tehuis te hebben kunnen, spreken, was dat w ij, of ook b ij ons voor haar een bekoring.' Niets zou haar te veel zijn geweest om dat vaderlijke, dat vaste te huis te verwerven. De dokter glimlachte en schudde het hoofd. Hij had van Montfort genoeg on dervinding, dat zijn karakter niet ge makkelijk, noch standvastig was en hij geloofde dat Marcelle, ondanks haar goe de plannen, nog niet aan het eind van haar beproevingen was. Zijt gij al bij de Breault's gwoest, vroeg de geneesheer. Nog niet, antwoordde Marcelle. Wij gaan e? zoo aanstonds heen, niet waar vader? Dat woord vader klonk tusschen haar witte tandjes door als muziek. Zeker, antwoordde Montfort, eenigs- zins gejaagd zijn hoed door de handen draaiende. Die visites verveelden hem eigenlijk zeer en hij zou er wat gaarne van ontslagen zijn. De dokter begreep dit en schonk hem de vrijheid met eenige welwillende woor den. Op den drempel der kamer wendde Montfort zich nogmaals om, drukte den dokter.hartelijk de hand en zeide op zijn somberen toon Gij zijt een braaf man. Marcelle zag haar ouden vriend, die deze loftuiting ontving en bewaarde de woorden in haar hart, zooals men een kostbare schat bewaart. Toen zij op straat waren, vx-oeg het kind: Gaan wij nu naar de Breault's? Hij knikte toestemmend en volgde haar gewillig. Deze man, gewoon aan een viij leven, en die, altijd alleen, zich om nie mand bekommerde, schepte er behagen in, zich door zijn kind te laten leiden. Zij bereikten het huis van mijnheer Breault. Max-celle schelde aan, terwijl zij zuchtte; de villa van juffrouw Hei-mine, nog altijd gesloten, scheen haar, een voor goed vei'loren Eden. De keukenmeid kwam open doen on \sist niet hoe zich te houden, toen zij Marcelle zag; maar deze koesterde geenszins wrok, zooals de dienstbode haar toedroeg; zij groette haar zelfs met een glimlach: alles, wat haar aan heur dagen van vreugde hex-innerde, was haar welkom. Robert verscheen op den drempel: hem ziende voelde Marcelle al de tx-anen, die zij gestort had, haar Kart besproeien als een warme regen. Tot dusverre was haar zoet verleden, het diex-bare beeld van juf frouw Hex-mine, de herinnering aan de uren van studie, haar als een droom ge weest en haar verschenen als in een ne vel; had dat alles wel ooit bestaan? Was zij niet de speelbal van een leugen? Wat had waarlijk bestaan: de kleine vertrek ken van vrouw Galin, altijd gevuld met op lijnen gehangen waschgoed, de tegen woordigheid van Rose en de reis naar Phalempin, of wel de groote eetzaal, de studie met Robert en de angstige uren, doorgebracht met haar weldoenster? Be stond er niet in dat kleine, gekwelde le ven iets, wat een leugen was? Het gezicht van Robert herinnerde Mar celle plotseling weder de werkelijkheid Alles was waar, alles was gebeurd: Ro bert was haar meester, haar vriend, de vriend van juffrouw Hermine geweest.... Alles was dan nog niet verloren. In het nieuwe leven, dat het jonge meisje met haar vader zou gaan lijden, zou dat de draad wezen, die haar met het verledenc verbond? Bij deze gedachte vervulde een vreugde, even groot als zij smartelijk was, de ziel van het arme kind en haar oogen vulde zich met tranen. Robert' ontving vader en dochter met een vreemd gevoel van verbitterde texug- houdendheid. Alleen met Marcelle zou hij gedurende uren openhartig gesproken heb ben over hun ovex-leden vriendin, de be proevingen van het kind, de smart, wel ke hij zelf te lijden had.... de tegenwoor digheid van Montfort deed hem dat alles verzwijgeix. Zonder zijn gast vijandelijk gezind te achten, geloofde hij hem toch onverschillig te zijn en dat was genoeg om hem alle verlangen, om over de zaken van zijn bedroefd hart te spreken, te ontnemen. Wat gaat gij met Rose beginnen? vroeg hij eindelijk, nadat het gesprek, on danks al zijn pogingen, om het gaande te houden, voor de vierde maal was blij ven steken. Ik hoop, dat zij bij ons zal blijven, zeide Marcelle. Nietwaar, vader? Zij kan niet bij anderen gaan? Wat moest ik zon der haar aanvangen? Montfort mompelde ceiï toestemming. Eigenlijk had hij 't niet erg op Rose, 't Weinigje, dat hij van haar krachtig, vastberaden karakter had opgemerkt, boezemde hem een levendige antipathie in. Bovendien was hij vol ijverzucht over de vriendschap, die Marcelle haar toe droeg; maar dat alles kon hij niet hardop zeggen. Hoe jammer, zeide Robert met een glimlach... jammer voor ons, niet voor u.... Ik had gedacht, dat gij Rose niet noodig zoudt liebben en dan zouden wij haar gevraagd hebben hier te komen; zij zou ons huishouden hebben bestierd cn wij zouden heel gelukkig met haar ge weest zijn.... Maar behoud haar, ik be nijd ze u niet; ik zal wel iemand andors vinden.... (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1