MAANDAG 7 DECEMBER. 1914. BUITENLAND. De Oorlog. JAARGANG. No. 1569 e £eicbelxe (Sowicmt BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering tel GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bljonze den II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaaL Afzonderlijke nummers 2'/> cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. 1 Vaste houding. t Is merkwaardig, hoezeer de huidige jeering steunen kan op onze loyale op- iilie. lit kwam weer aan 't licht nadat het de jongste maanden reed3 herhaalde- i bleek bij de na-geschiedenis van 't longelukte wetsontwerp-Mendels. ir kwam uit de linkerzijde een motie, Ike geenszins sloeg op de gevoerde de lten, omdat bij deze telkenreize ver- uwen in de regeering was uitgespro- i, terwijl de motie haar nu een ge- igslijn wilde voorschrijven. )oor rechtsche sprekers was op deze enstrijdigheid gewezer^ maar de motie ef gehandhaafd, hoewel eenig gcpluk- ar de linker verlegenheid verried, ter bij de stemming alleen de rechter- onverdeeld vertrouwen in de link- regeering bleef stellen, ioogst merkwaardigi Sn vanwaar dat verschijnsel? Vel, de rechterzijde stoort zich niemen- aan het geschreeuw der uiterste lin- rzijde, de regeering k a n er zich niet om bekommeren, maar de vrijzin- [heid moet er voorzichtig naar lui6te- anders verliest zij terrein en..., kie- fandaar de vaste houding van rechts- -enover het gewijfel van links. ,Ve zijn benieuwd, hoe een en ander ir bij 't leeningsontwerp aan 't licht treden* Ie Duitschers hebben op het Westelijk iogsterrein Vermelles moeten ontrui- n. In het uiterste Zuiden van den tas wordt meerdere actie ontwikkeld. Op het Oostelijk oorlogsterrein hebben Duitschers Lodz op de Russen ver- erd. Min of meer gephantaseerde orstellingen van de voorwaarden, larop Duitschland den vrede zou willen liten. Dat Italië zjch in den oorlog mengen, blijkt lang niet onwaar- hijnlijk te zijn. De Duitschers in Frankrijk en België. Het gaat in dezen oorlog telkens om roveringen van kleine plaatsjes, soms ikcle kilometers gronds. Misschien herinnert men zich nog, dat ikele dagen geleden melding werd ge- aakt van den verwoeden strijd om een ïitentje met een tuin en twee huizen te ermelles, ten Z.O. van het Fransche Behune. In dat feit werd een klein iderdeel gezien van het groote plan der oitschers om bij Atrecht de Fransche aies te doorbreken, ten einde van daar oulogne en de kust te bereiken. Nu echter meldt het Duitsche hoofd- wartier, dat dit punt, welks bezit groo- offers vorderde, omdat het was bloot gesteld aan het vuur van de Fransche artillerie, weer ontruimd is, nadat men alles in de lucht had laten springen, dat voor den vijand van eenige waarde kon zijn. Hoevelen hun Teven hebben gelaten voor de verovering van dit punt en voor het behoud daarvan gedurende eenige dagen, dit meldt het verhaal niet. In het uiterste Zuiden van den Elzas valt meerdere actie te constateeren, n.l. bij Altkirch. Het garnizoen van Belfort, dat in het begin van den oorlog onder scheidene Duitsche plaatsen veroverde, maar deze later weer ontruimde, heeft nu weer eens een onderneming tegen Altkirch op touw gezet, die evenwel niet geslaagd is. De Russen. Wat Polen aangaat, van de drie punten waarop de Duitsche en Russische legers elkander hier hebben ontmoet, wordt het Noordelijkste deel, van de Weichsel tot in de buurt van Lowitsch, niet genoemd, waaruit men kan afleiden, dat de daar gesignaleerende terugtrekkende beweging der Duitschers langs den Weichsel wordt voortgezet, merkt de overzichtschrijver van het „Vad." op. Van Lowitsch over Lodz naar Lask, waar hef centrum van het Duitsche leger in .hevig gevecht was met het centrum der Russen, en waar een vaij het Zuiden ter hulp gesneld Duitsch leger door de Russen van de hoofdmacht werd afgesne den, duurt de strijd nog steeds met groote heftigheid voort. Blijkbaar heeft deze Zuidelijke vleugel van de Duitsche strijd macht de hoop nog niet opgegeven, zich met het centrum te vereenigen, hetgeen de conditie van beide aanmerkelijk ver beteren zou. Een later ingekomen bericht meldt, dat Lodz door de Duit schers is genomen. De strijd woedde tot dusverre op- korten afstand (misschien 4 a 5 K.M.) ten W. van die stad. Dit schijnt een ernstig verlies voor de Russen, waaruit bovendien blijkt, dat zij door de Duitschers achteruitgedron gen zijn. De Duitsche Vredes voorwaarden De correspondent van de „Times" te New-York weet te vertellen dat de heer Dernburg, de oud-minister, die thans mede de Duitsche belangen in de Verce- nigde Staten behartigt, een formuleering zou hebben gegeven van de Duitsche vre desvoorwaarden. Volgens een artikel in de „Independent" zouden die voorwaar den de volgende zijn: I. Duitschland zou het niet verstandig achten eenig Europeesch gebied te an- nexeeren, maar zou alleen kleine grens- verbeteringen willen aanbrengen met mi litaire bedoelingen, door zulk grensge bied te bezetten, dat getoond heeft een zwakke plaats te vormen in Duitschlands wapenrusting. II. België behoort geographisch tot het Duitsche Rijk. Het beheerscht de mon ding van de grootste Duitsche rivieren; Antwerpen is feitelijk een Duitsche ha ven. Dat Antwerpen niet zou behooren tot Duitschland is een even groote ano malie als het zou zijn als Nieuw-Orleans in de Mississippi-delta van Louisiana zouden zijn uitgesloten, of indien New- York Engelsch was gebleven na den on afhankelijkheidsoorlog. Bovendien Bel- gië's tegenwoordig lot is geheel eigen schuld. Het was de vazal geworden van Engeland en Frankrijk. Daarom, al zou „waarschijnlijk" geen poging gedaan worden om België op te nemen in het Duitsche Rijk naast Beieren, Wurtem- berg en Saksen, om zijn niet Duitsche bevolking, zou het toch zeker evenals Luxemburg, in de Duitsche tolance wor den opgenomen. III. De Belgische onzijdigheid, die een onmogelijkheid is gebleken, moet worden afgeschaft. De havens van België moeten voor altijd beveiligd worden tegen Brit- sche of Fransche invasie. IV. Daar Groot-Britannië de Noordzee hééft afgesloten, moet een mare liberum worden ingesteld. Engeland's theorie dat de zee zijn grens is en dat de geheele zee tot de driemijlsgrens der andere mogend heden, zijn gebied is, kan niet worden geduld. Daarom moeten de Kanoalkusten van Engeland, Nederland, België en Frankrijk zelfs in tijden van oorlog on zijdig zijn en de Amerikaansche en Duit sche leer dat particulier eigendom in volle zee evenals particulier eigendom te land voor inbeslagneming gevrijwaard moet zijn, moet door alle naties worden aanvaard. V. Alle kabels moeten onzijdig worden verklaard. VI. Alle Duitsche kolonies moeten wor den teruggegeven. Aan Duitschland moet met het oog op zijn toenemende bevol king nieuw gebied worden gegeven, ge schikt voor de vestiging van blanken. De Monroeleer sluit het van Amerika uit, daarom moet het Marokko verkrijgen, „indien dit voor het doel geschikt is". VII. Aan Duitschland' moet de vrije heid worden gegeven in de optwikkeling van zijn commercieele en indostflëëTe -be trekkingen met Turkije „zonder inmen ging van buiten". Dat zou beteeken en dat Duitschland een invloedsspheer kreeg van de Perzische Golf tot de Dardanelles VIII. De Japansche invloed in Mant- sjoerije moet niet verder gaan. IX. Alle kleine natiën, zooals Finland, Polen en de Boeren in Zuid-Afrika, indien ze Duitschland ondersteunen, moeten het recht hebben over haar eigen lot te be schikken, terwijl Egypte desgewenscht aan Turkije moet worden teruggegeven. Deze voorwaarden, aldus zou de heer Dernburg hierbij hebben gevoegd, zouden „de vredelievende bedoelingen vervullen, door Duitschland in de laatste 44 jaren gekoesterd". Zij toonen, naar hij meent, dat Duitschland niet streeft naar de we reldheerschappij, noch naar eenige over- heersching in Europa, niet in overeen stemming met de rechten van de 122 inil- lioen Duitschers en Oostenrijkers. De houding van Italië. Merkwaardig is, wat minister Salandra Donderdag bij de opening van de Kamer zeide over Italië's houding. Uit de pas sage die wij hier laten volgen, blijkt, dat het lang niet denkbeeldig is, dat ook Ita lië zich in den wereldstrijd zal mengen. En of het dan de zijde van de bondge- nooten, Duitschland en Oostenrijk, zal kiezen, is op z'n minst genomen zeer twij felachtig. In de landen en zeeën van het oude we relddeel, welks politieke toestand mis schien bezig is zich belangrijk te wijzi gen, heeft Italië veel levensbelangen, die het beschermen en gerechtvaardigde aan spraken, die het verdedigen moet. Het moet zijtt positie als groote mogendheid handhaven en ze niet alleen onverkort behouden, maar ook zoodanig, dat ze niet door eventueele uitbreiding van andere staten relatief verminderd wordt. Daarom moet en zal onze neutraliteit geen werke- looze en laksche zijn, maar een krachti ge en waakzame, geen machtelooze.m&ar een krachtig gewapende, die op elke eventualiteit voorbereid is. Wel is Italië niet van plan iemand, te onderdrukken, doch het moet zich toch zelf zoo goed mogelijk en met de grootste kracht organiseeren en toerusten, opdat het niet vroeg of laat zelf onderdrukt .worde. Verschillende Oorlogs berichten. Petroleum. In eenige Ilessische dor pen wordt de heerschende petroleumnood op eigenaardige en practische wijze be streden. Nadat een voorstel, onlangs ge daan, om het pijnhout der voorvaderen als verlichtingsmiddel weder in eere te her stellen, blijkbaar weinig weerklank ge vonden had, hielp men zich op een an dere manier. Gezinnen, die dicht bij elkaar wonen, brengen de avonduren gemeen schappelijk onder één lamp door, om de verspilling van petroleum te vermijden. Dit geschiedt beurt om beurt in elk huis. Voor de Belgische kinderen. „Der Tag" heeft een briefkaart ontvangen van het front in België met het verzoek om Kerst geschenken, als reclame-prenten en lees boekjes voor de arme "Belgisclïi kinderen. „Niets zal ons gelukkiger maken dan wan neer wij op deze arme, vreesachtige ge zichtjes een glimlach kunnen tooveren", zegt de schrijver. Het blad beveelt dit verzoek met warmte bij zijn lezers aan. In Servië. Officieel wordt uit Weenen gemeld Ten zuiden van Belgrado winnen onze troepen terrein. Ten westen van Arandsjlovatsj, Dorny en Milanowatsj heeft de vijand, na versterkingen te hebben gekregen, zijn hevige aanvallen in weste lijke richting voortgezet. In de door onze troepen bezette deelen van het Servische gebied, die wij bijna ge heel verlaten vonden, beginnen de gevluch te bewoners langzamerhand terug te kee- ien. Te Belgrado zijn ongeveer 15,000 bewo ners gebleven. Het nieuw ingestelde stads bestuur heeft zijn functie reeds aanvaard. Geen afzonderlijke vrede met Servië. De katholieke „Reichspost" te Weenen, die als een der voornaamste regeerinsgorga nen geldt, maakt een diplomatieke nota openbaar, waarin het gerucht voorbarig wordt verklaard, als zoude Servië een af zonderlijke vrede met Oostenrijk sluiten, nu Belgrado gevallen en de voornaamste te genstand van Servië gebroken is. Servische invloedrijke kringen zouden dit wel verlan gen, maar de Servische regeering is afhan kelijk van Sint Petersburg, en „alleen wat Rusland wil zal in den vazalstaat gebeu ren". Russen en Turken. In den Kaukasus hebben de Russen, naar uit Petersburg wordt gemeld, zich van Serai en Kashkal meester gemaakt. De Turken vluchtten na wanhopigen tegenstand in de richting Van, verscheidene, gevangenen en gewonden achterlatend. Koning Albert ridder van den Kouseband. De „Times" meldt, dat koning George van Engeland bij zijn bezoek aan Z. M. koning Albert van België, j.l. Vrijdag, de zen heeft verheven tot Ridder in de orde van den Kouseband. Een onderscheiding voor French. Do koning van Engeland heeft aan maar schalk French de „Orde voor Verdienste" verleend. De vlieger aanval op de Krupp-fabrieken. Uit Essen zijn te Berlijn berichten ont vangen, volgens welke de fabrieken van Krupp hoegenaamd niet werden bescha digd door een vreemden vlieger. De fabrie ken werken met alle personeel en de bevol king van Essen voelt zich volkomen veilig en heeft van vreemde vliegers hoegenaamd niets gemerkt. De gevangenneming van De Wet. Toen De Wet te Johannesburg aan kwam rookte hïf kalm een pijp, maar hij zag er verwilderd en eenigszins neer slachtig uit. Na afscheid te hebben ge nomen van kolonel Swemmcr en kolonel- kommandant Jordaan, die hem eigenlijk heeft gevangen, werd De Wet snel naar het fort gebracht. Aan een verslaggever heeft Swemmer gezegd, dat De Wet zijn gevangenneming kalm en mannelijk opneemt. Op de reis naar Johannesburg was niets bizonders gebeurd, behalve dat in Mafeking een groote menigte de gevangenen uitjouwde. Het schijnt dat De Wet bij verrassing gepakt is. Toen hij den Unie-troep zag naderen, trachtte hij nog te paard te vluchten, maar zijn vervolgers omsingel den hem en toen zag De Wet, dat het spel verloren was. Do merkwaardigheid van de gevangen neming van De Wet *was de aanhouden de vervolging in automobielen. Brits wil de den vijand uitputten om hem te dwin gen zich over te geven zonder dat het menschenlevens kostte. Al kwamen de vervolgden dikwijls onder schot, liet hij niet schieten. Anders had hij ze al eerder, schoon dan met verlies van menschen aan weerskanten, kunnen vangen. Verscheiden opstandelingen zag men in het zand liggen slapen, waar zij zich van hun paard hadden laten vallen. An deren wierpen steeds meer van hun uit rusting weg om de paarden te ontlasten. Na zes dagen uitputting waren de op standelingen een gemakkelijke prooi. Toen de auto's op een kleine tweehonderd meter waren genaderd staken de rebellen de witw vlag op. Sommigen gooiden het geweer op den grond, anderen vielen uit pure vermoeienis uit het zadel; De Wet zelf stak de handen op, maar de meerder heid wa£ zoo dood op, dat zij zich niets schenen aan te trekken van wat er ge beurde. FEUILLETON. li 's levens maaistroom. (Het auteursrecht van deze Tertaling is voorbehouden). Hoeveel verdiende Rose? Kwamen er veel bezoekers? Had juffrouw Hermine haar geld be- sgd? Bezat zij veel zilverwerk? Werden de leveranciers prompt betaald? Waren haar, Marcelle, beloften gedaan oor de toekomst? Had zij mooie geschenken gekregen? Hoe lang was zij al in huis? Ja, neen ik weet het niet.... De arme kleine kende op al die vragen iechts deze antwoorden en gaT ze naar «He weten, onbewust of zij goed of kwaad tondelde met te antwoorden. Haar gevoel van bescheidenheid, dat zij hn nature bezat en door haar opvoeding in haar ontwikkeld was, smeekte in fcar ziel om genade; haar reine kinder ogen, niet meer beschroomd neergesla- maar op haar wreede ondervragers spraken duidelijk de weerzin haar gekrenkt gemoed uit jegens de ïrofheid der onkiesche bezoekers. En de notaris? zoo ging mijnheer Per- len.Y voort, zijn lorgnet weder opzettend, die hier dikwijls? Ik weet niet wat een notaris is, zeide wrcelle, bij zichzelven overleggend, hoe 9 ontsnappen zou. En haar testament? Weet gij iets van een testament? Zoo kwam de nicht met haar scherp geluid tusschenbeide., Er moet tocoh een testament Erfgenamen, zoo sprak plotseling ach ter de zuster, men vraagt uw meening omtrent de begrafenis. Zij wendden zich onTèn Marcelle, verlost van hun blikken, herademde. Wel, waar is zij nu gebleven? vroeg mevrouw Grenardon. De religieuze was verdwenen; de deur van juffrouw Hermine's kamer, die zacht - kens gesloten werd, toonde aan, dat zij naar haar fort was teruggekeerd. Ongerust, elkaar steeds bewakend, daal den zij af naar de eetzaal, waar zij een on dernemer van begrafenissen vonden. Alleen gebleven, haastte Marcelle zich, om zoo spoedig mogelijk gekleed te wezen. Haar handen beefden bij het strikken der banden en het zoeken der knoopen... Toch wilde zij gauw gekleed zijn, om te ver trekken.... maar waarheen? Zij wist het niet. Maar om de blikken te ontwijken der lieden, die haar zoo onbarmhartig hadden ondervraagd, was zij bereid overal heen te gaan. Zij verliet de kamer en sloot behoedzaam de deur. Daarna stormde zij de trap af, snelde voorbij de twee vrouwen, die haar op den drempel der eetzaal afwachtten, en ver dween als een sylphide achter het hek in de straat. Hoe onbeschaamd, zeide mevrouw Grenardon. Zij heeft ons niet eens gegroet! Wat zal ik zeggen, antwoordde de oude dame. Zij zal vreeselijk yerwend zijn. HOOFDSTUK XXIX. Marcelle stapte met vluggen tred door en richtte zich naar het centrum van Pa rijs. Haar verwarde denkbeelden volgden een natuurlijken weg. Zij zocht naar vrouw Galin. 't Zou ongetwijfeld beter zijn geweest, den raad van den geneesheer in te win nen, maar zij had altijd zekere vrees voor hem gekoesterd, wat vaak kinderen eigen is, zelfs al zijn zij hun dokter genegen. Daarenboven, zij wist -niet, wat hij haar zeggen zou; hij was goed voor haar, maar zij kende hem zoo weinig; hij had geen vrouw; hij had geen kinderen.... Zij wilde maar liever dè goede vrouw Galin terug zien, de vriendin van haar treurige dagen, haar eerste beschermster.... Wie weet?.... Misschien was zij al terug! En dan zou zij Rose en haar tegelijk terug zien.... Bij dat denkbeeld begon het Hart van Marcelle zoo hevig te kloppen, dat zij den pas vertragen moest.... Rose terug te vin den, dat was bijna het huis van juffrouw Hermine terugzien. Hoe verder zij ging, hoe meer haar ech ter den moed begon te ontzinken, 't Was zoo ver, en als zij nu eens niemand vond, wat zou zij dan doen? Haar zak scheen haar zwaar toe; o, ja, dat was de doos met papieren. Zij had grooten lust, den inhoud eens na te kijken. Hoeveel jaren waren al vervlogen sinds zij, bij vrouw Tarrot staande, deze de pa pieren had zien rangschikken met het kleine pakje waarin de vijftig francs van haar moeder. 't Is waar ook, zij bezat vijftig francs, eenige en arme nalatenschap van haar lieve moeder. Die gedachte schonk haar weder moed. De som scheen haar zeer o on zienlijk, want zij kende slechts de huishou delijke uitgaven, en voor vijftig francs koopt men heel wat brood, eieren en cote- letten. In ieder geval zou zij eenigen tijd kunnen leven, lang genoeg om Rose terug te vinden.... Het kwam niet bij haar op te vragen, waar zij dien nacht slapen zou. Zij liep snel en toch namen de c h a m p s E1 y s e s maar geen einde. Hoe dikwijls had zij zich al niet voorgenomen Rose te vragen haar eens op haar gemak al die kleine winkels met de honderderlei voor werpen te laten zien, die zij slechts in het voorbijgaan kon bekijken op de snelle wan delingen met de goede dienstbode: deze gevoelde zich buitenshuis nooit op haar gemak. De winkels en de honderderlei voorwer pen stonden alle op hun plaats, maar Mar celle schonk er nu zelfs geen blik aan: zij liep er snel voorbij, die plaatsen uitkie zend, waar 't minst wandelaars waren, langs de grasperken gaande en zich rep pend, alsof een vijand haar achtervolgde. Op de place de la Concorde aangekomen gevoelde zij eenige aarzeling om zich door de elkaar kruizende rijen equipages heen te werken; héblhuids be reikte zij een der trottoirs rond de fontei nen en daar hield zij stil om wat op adem te komen. Zij was zeer vermoeid; de nacht vol angst, haar korte slaap, het gebrek aan voedsel, want sinds den vorigen dag had zij niets gegeten, haar verhaaste vlucht want een vlucht was hetl al die zor gen en vermoeienissen hadden haar uit geput. Zij gevoelde dat zij honger had en dacht er aan een broodje te koopen bij een bak ker. Daarvoor had zij geld noodig. Zij na derde de fontein, welke dien dag niet spoot, ging op den rand van het bassin zitten en stak de hand in den zak. Een vaag denkbeeld van voorzichtig heid waarschuwde haar, de doos niet ie voorschijn te halen; men kon haar wel eens vragen wat zij daar deed; incn kon haar papieren wel eens willen zien.... het silhouet van een agent van politie tce- kende zich op een afstand af.... Marcelle schoof de deksel behoedzaam ter zijde, heel behoedzaam om de papieren niet in de war to doen geraken, en zocht naar het pakje met de vijftig francs. Plotseling voelden zij verschillende geldstukken door haar vingers glijden. Verwonderd haaldd zij er een uit den zak.... 't Was goud! Zij nam een tweede stuk... ook goud. Verbijsterd vroeg zij zich af, of het geen zinsbegoocheling was, of niet de ver moeienis en de honger haar denkvermo gen verwarden, toen zij zich de laatste verstandige woorden van juffrouw Her» mine herinnerde: Neem do doos; verberg die; ze be hoort u.... O, mijn weldoenster, mompelde het kind, de lippen op voor haar bespaarde Louis d'o r drukkende. Gij hebt ge dacht aan het oogenblik, dat ik zou ver dreven worden uit uw huis, gij hebt mij voor honger en armede willen behoeden. Haar zak was nu vol goudstukken, die uit de geopende doos vloeiden.... (Wordt vervolgd.}

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1