MAANDAG
7
DECEMBER.
1914.
BUITENLAND.
De Oorlog.
JAARGANG.
No. 1569
e £eicbelxe (Sowicmt
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
DeABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
tel GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bljonze
den II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaaL
Afzonderlijke nummers 2'/> cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
Ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
1 Vaste houding.
t Is merkwaardig, hoezeer de huidige
jeering steunen kan op onze loyale op-
iilie.
lit kwam weer aan 't licht nadat het
de jongste maanden reed3 herhaalde-
i bleek bij de na-geschiedenis van 't
longelukte wetsontwerp-Mendels.
ir kwam uit de linkerzijde een motie,
Ike geenszins sloeg op de gevoerde de
lten, omdat bij deze telkenreize ver-
uwen in de regeering was uitgespro-
i, terwijl de motie haar nu een ge-
igslijn wilde voorschrijven.
)oor rechtsche sprekers was op deze
enstrijdigheid gewezer^ maar de motie
ef gehandhaafd, hoewel eenig gcpluk-
ar de linker verlegenheid verried, ter
bij de stemming alleen de rechter-
onverdeeld vertrouwen in de link-
regeering bleef stellen,
ioogst merkwaardigi
Sn vanwaar dat verschijnsel?
Vel, de rechterzijde stoort zich niemen-
aan het geschreeuw der uiterste lin-
rzijde, de regeering k a n er zich niet
om bekommeren, maar de vrijzin-
[heid moet er voorzichtig naar lui6te-
anders verliest zij terrein en..., kie-
fandaar de vaste houding van rechts-
-enover het gewijfel van links.
,Ve zijn benieuwd, hoe een en ander
ir bij 't leeningsontwerp aan 't licht
treden*
Ie Duitschers hebben op het Westelijk
iogsterrein Vermelles moeten ontrui-
n. In het uiterste Zuiden van den
tas wordt meerdere actie ontwikkeld.
Op het Oostelijk oorlogsterrein hebben
Duitschers Lodz op de Russen ver-
erd. Min of meer gephantaseerde
orstellingen van de voorwaarden,
larop Duitschland den vrede zou willen
liten. Dat Italië zjch in den oorlog
mengen, blijkt lang niet onwaar-
hijnlijk te zijn.
De Duitschers in Frankrijk
en België.
Het gaat in dezen oorlog telkens om
roveringen van kleine plaatsjes, soms
ikcle kilometers gronds.
Misschien herinnert men zich nog, dat
ikele dagen geleden melding werd ge-
aakt van den verwoeden strijd om een
ïitentje met een tuin en twee huizen te
ermelles, ten Z.O. van het Fransche
Behune. In dat feit werd een klein
iderdeel gezien van het groote plan der
oitschers om bij Atrecht de Fransche
aies te doorbreken, ten einde van daar
oulogne en de kust te bereiken.
Nu echter meldt het Duitsche hoofd-
wartier, dat dit punt, welks bezit groo-
offers vorderde, omdat het was bloot
gesteld aan het vuur van de Fransche
artillerie, weer ontruimd is, nadat men
alles in de lucht had laten springen, dat
voor den vijand van eenige waarde kon
zijn.
Hoevelen hun Teven hebben gelaten voor
de verovering van dit punt en voor het
behoud daarvan gedurende eenige dagen,
dit meldt het verhaal niet.
In het uiterste Zuiden van den Elzas
valt meerdere actie te constateeren, n.l.
bij Altkirch. Het garnizoen van Belfort,
dat in het begin van den oorlog onder
scheidene Duitsche plaatsen veroverde,
maar deze later weer ontruimde, heeft nu
weer eens een onderneming tegen Altkirch
op touw gezet, die evenwel niet geslaagd
is.
De Russen.
Wat Polen aangaat, van de drie punten
waarop de Duitsche en Russische legers
elkander hier hebben ontmoet, wordt het
Noordelijkste deel, van de Weichsel tot
in de buurt van Lowitsch, niet genoemd,
waaruit men kan afleiden, dat de daar
gesignaleerende terugtrekkende beweging
der Duitschers langs den Weichsel wordt
voortgezet, merkt de overzichtschrijver
van het „Vad." op.
Van Lowitsch over Lodz naar Lask,
waar hef centrum van het Duitsche leger
in .hevig gevecht was met het centrum
der Russen, en waar een vaij het Zuiden
ter hulp gesneld Duitsch leger door de
Russen van de hoofdmacht werd afgesne
den, duurt de strijd nog steeds met groote
heftigheid voort. Blijkbaar heeft deze
Zuidelijke vleugel van de Duitsche strijd
macht de hoop nog niet opgegeven, zich
met het centrum te vereenigen, hetgeen
de conditie van beide aanmerkelijk ver
beteren zou.
Een later ingekomen bericht meldt,
dat Lodz door de Duit
schers is genomen. De strijd
woedde tot dusverre op- korten afstand
(misschien 4 a 5 K.M.) ten W. van die
stad. Dit schijnt een ernstig verlies voor
de Russen, waaruit bovendien blijkt, dat
zij door de Duitschers achteruitgedron
gen zijn.
De Duitsche Vredes
voorwaarden
De correspondent van de „Times" te
New-York weet te vertellen dat de heer
Dernburg, de oud-minister, die thans
mede de Duitsche belangen in de Verce-
nigde Staten behartigt, een formuleering
zou hebben gegeven van de Duitsche vre
desvoorwaarden. Volgens een artikel in
de „Independent" zouden die voorwaar
den de volgende zijn:
I. Duitschland zou het niet verstandig
achten eenig Europeesch gebied te an-
nexeeren, maar zou alleen kleine grens-
verbeteringen willen aanbrengen met mi
litaire bedoelingen, door zulk grensge
bied te bezetten, dat getoond heeft een
zwakke plaats te vormen in Duitschlands
wapenrusting.
II. België behoort geographisch tot het
Duitsche Rijk. Het beheerscht de mon
ding van de grootste Duitsche rivieren;
Antwerpen is feitelijk een Duitsche ha
ven. Dat Antwerpen niet zou behooren
tot Duitschland is een even groote ano
malie als het zou zijn als Nieuw-Orleans
in de Mississippi-delta van Louisiana
zouden zijn uitgesloten, of indien New-
York Engelsch was gebleven na den on
afhankelijkheidsoorlog. Bovendien Bel-
gië's tegenwoordig lot is geheel eigen
schuld. Het was de vazal geworden van
Engeland en Frankrijk. Daarom, al zou
„waarschijnlijk" geen poging gedaan
worden om België op te nemen in het
Duitsche Rijk naast Beieren, Wurtem-
berg en Saksen, om zijn niet Duitsche
bevolking, zou het toch zeker evenals
Luxemburg, in de Duitsche tolance wor
den opgenomen.
III. De Belgische onzijdigheid, die een
onmogelijkheid is gebleken, moet worden
afgeschaft. De havens van België moeten
voor altijd beveiligd worden tegen Brit-
sche of Fransche invasie.
IV. Daar Groot-Britannië de Noordzee
hééft afgesloten, moet een mare liberum
worden ingesteld. Engeland's theorie dat
de zee zijn grens is en dat de geheele zee
tot de driemijlsgrens der andere mogend
heden, zijn gebied is, kan niet worden
geduld. Daarom moeten de Kanoalkusten
van Engeland, Nederland, België en
Frankrijk zelfs in tijden van oorlog on
zijdig zijn en de Amerikaansche en Duit
sche leer dat particulier eigendom in
volle zee evenals particulier eigendom te
land voor inbeslagneming gevrijwaard
moet zijn, moet door alle naties worden
aanvaard.
V. Alle kabels moeten onzijdig worden
verklaard.
VI. Alle Duitsche kolonies moeten wor
den teruggegeven. Aan Duitschland moet
met het oog op zijn toenemende bevol
king nieuw gebied worden gegeven, ge
schikt voor de vestiging van blanken. De
Monroeleer sluit het van Amerika uit,
daarom moet het Marokko verkrijgen,
„indien dit voor het doel geschikt is".
VII. Aan Duitschland' moet de vrije
heid worden gegeven in de optwikkeling
van zijn commercieele en indostflëëTe -be
trekkingen met Turkije „zonder inmen
ging van buiten". Dat zou beteeken en dat
Duitschland een invloedsspheer kreeg
van de Perzische Golf tot de Dardanelles
VIII. De Japansche invloed in Mant-
sjoerije moet niet verder gaan.
IX. Alle kleine natiën, zooals Finland,
Polen en de Boeren in Zuid-Afrika, indien
ze Duitschland ondersteunen, moeten het
recht hebben over haar eigen lot te be
schikken, terwijl Egypte desgewenscht
aan Turkije moet worden teruggegeven.
Deze voorwaarden, aldus zou de heer
Dernburg hierbij hebben gevoegd, zouden
„de vredelievende bedoelingen vervullen,
door Duitschland in de laatste 44 jaren
gekoesterd". Zij toonen, naar hij meent,
dat Duitschland niet streeft naar de we
reldheerschappij, noch naar eenige over-
heersching in Europa, niet in overeen
stemming met de rechten van de 122 inil-
lioen Duitschers en Oostenrijkers.
De houding van Italië.
Merkwaardig is, wat minister Salandra
Donderdag bij de opening van de Kamer
zeide over Italië's houding. Uit de pas
sage die wij hier laten volgen, blijkt, dat
het lang niet denkbeeldig is, dat ook Ita
lië zich in den wereldstrijd zal mengen.
En of het dan de zijde van de bondge-
nooten, Duitschland en Oostenrijk, zal
kiezen, is op z'n minst genomen zeer twij
felachtig.
In de landen en zeeën van het oude we
relddeel, welks politieke toestand mis
schien bezig is zich belangrijk te wijzi
gen, heeft Italië veel levensbelangen, die
het beschermen en gerechtvaardigde aan
spraken, die het verdedigen moet. Het
moet zijtt positie als groote mogendheid
handhaven en ze niet alleen onverkort
behouden, maar ook zoodanig, dat ze niet
door eventueele uitbreiding van andere
staten relatief verminderd wordt. Daarom
moet en zal onze neutraliteit geen werke-
looze en laksche zijn, maar een krachti
ge en waakzame, geen machtelooze.m&ar
een krachtig gewapende, die op elke
eventualiteit voorbereid is.
Wel is Italië niet van plan iemand, te
onderdrukken, doch het moet zich toch
zelf zoo goed mogelijk en met de grootste
kracht organiseeren en toerusten, opdat
het niet vroeg of laat zelf onderdrukt
.worde.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Petroleum. In eenige Ilessische dor
pen wordt de heerschende petroleumnood
op eigenaardige en practische wijze be
streden. Nadat een voorstel, onlangs ge
daan, om het pijnhout der voorvaderen als
verlichtingsmiddel weder in eere te her
stellen, blijkbaar weinig weerklank ge
vonden had, hielp men zich op een an
dere manier. Gezinnen, die dicht bij elkaar
wonen, brengen de avonduren gemeen
schappelijk onder één lamp door, om de
verspilling van petroleum te vermijden.
Dit geschiedt beurt om beurt in elk huis.
Voor de Belgische kinderen. „Der Tag"
heeft een briefkaart ontvangen van het
front in België met het verzoek om Kerst
geschenken, als reclame-prenten en lees
boekjes voor de arme "Belgisclïi kinderen.
„Niets zal ons gelukkiger maken dan wan
neer wij op deze arme, vreesachtige ge
zichtjes een glimlach kunnen tooveren",
zegt de schrijver.
Het blad beveelt dit verzoek met warmte
bij zijn lezers aan.
In Servië. Officieel wordt uit Weenen
gemeld Ten zuiden van Belgrado winnen
onze troepen terrein. Ten westen van
Arandsjlovatsj, Dorny en Milanowatsj
heeft de vijand, na versterkingen te hebben
gekregen, zijn hevige aanvallen in weste
lijke richting voortgezet.
In de door onze troepen bezette deelen
van het Servische gebied, die wij bijna ge
heel verlaten vonden, beginnen de gevluch
te bewoners langzamerhand terug te kee-
ien.
Te Belgrado zijn ongeveer 15,000 bewo
ners gebleven. Het nieuw ingestelde stads
bestuur heeft zijn functie reeds aanvaard.
Geen afzonderlijke vrede met Servië.
De katholieke „Reichspost" te Weenen, die
als een der voornaamste regeerinsgorga
nen geldt, maakt een diplomatieke nota
openbaar, waarin het gerucht voorbarig
wordt verklaard, als zoude Servië een af
zonderlijke vrede met Oostenrijk sluiten, nu
Belgrado gevallen en de voornaamste te
genstand van Servië gebroken is. Servische
invloedrijke kringen zouden dit wel verlan
gen, maar de Servische regeering is afhan
kelijk van Sint Petersburg, en „alleen wat
Rusland wil zal in den vazalstaat gebeu
ren".
Russen en Turken. In den Kaukasus
hebben de Russen, naar uit Petersburg
wordt gemeld, zich van Serai en Kashkal
meester gemaakt. De Turken vluchtten na
wanhopigen tegenstand in de richting Van,
verscheidene, gevangenen en gewonden
achterlatend.
Koning Albert ridder van den Kouseband.
De „Times" meldt, dat koning George
van Engeland bij zijn bezoek aan Z. M.
koning Albert van België, j.l. Vrijdag, de
zen heeft verheven tot Ridder in de orde
van den Kouseband.
Een onderscheiding voor French. Do
koning van Engeland heeft aan maar
schalk French de „Orde voor Verdienste"
verleend.
De vlieger aanval op de Krupp-fabrieken.
Uit Essen zijn te Berlijn berichten ont
vangen, volgens welke de fabrieken van
Krupp hoegenaamd niet werden bescha
digd door een vreemden vlieger. De fabrie
ken werken met alle personeel en de bevol
king van Essen voelt zich volkomen veilig
en heeft van vreemde vliegers hoegenaamd
niets gemerkt.
De gevangenneming van De Wet.
Toen De Wet te Johannesburg aan
kwam rookte hïf kalm een pijp, maar hij
zag er verwilderd en eenigszins neer
slachtig uit. Na afscheid te hebben ge
nomen van kolonel Swemmcr en kolonel-
kommandant Jordaan, die hem eigenlijk
heeft gevangen, werd De Wet snel naar
het fort gebracht.
Aan een verslaggever heeft Swemmer
gezegd, dat De Wet zijn gevangenneming
kalm en mannelijk opneemt. Op de reis
naar Johannesburg was niets bizonders
gebeurd, behalve dat in Mafeking een
groote menigte de gevangenen uitjouwde.
Het schijnt dat De Wet bij verrassing
gepakt is. Toen hij den Unie-troep zag
naderen, trachtte hij nog te paard te
vluchten, maar zijn vervolgers omsingel
den hem en toen zag De Wet, dat het
spel verloren was.
Do merkwaardigheid van de gevangen
neming van De Wet *was de aanhouden
de vervolging in automobielen. Brits wil
de den vijand uitputten om hem te dwin
gen zich over te geven zonder dat het
menschenlevens kostte. Al kwamen de
vervolgden dikwijls onder schot, liet hij
niet schieten. Anders had hij ze al eerder,
schoon dan met verlies van menschen aan
weerskanten, kunnen vangen.
Verscheiden opstandelingen zag men
in het zand liggen slapen, waar zij zich
van hun paard hadden laten vallen. An
deren wierpen steeds meer van hun uit
rusting weg om de paarden te ontlasten.
Na zes dagen uitputting waren de op
standelingen een gemakkelijke prooi.
Toen de auto's op een kleine tweehonderd
meter waren genaderd staken de rebellen
de witw vlag op. Sommigen gooiden het
geweer op den grond, anderen vielen uit
pure vermoeienis uit het zadel; De Wet
zelf stak de handen op, maar de meerder
heid wa£ zoo dood op, dat zij zich niets
schenen aan te trekken van wat er ge
beurde.
FEUILLETON.
li 's levens maaistroom.
(Het auteursrecht van deze Tertaling is
voorbehouden).
Hoeveel verdiende Rose?
Kwamen er veel bezoekers?
Had juffrouw Hermine haar geld be-
sgd?
Bezat zij veel zilverwerk?
Werden de leveranciers prompt betaald?
Waren haar, Marcelle, beloften gedaan
oor de toekomst?
Had zij mooie geschenken gekregen?
Hoe lang was zij al in huis?
Ja, neen ik weet het niet....
De arme kleine kende op al die vragen
iechts deze antwoorden en gaT ze naar
«He weten, onbewust of zij goed of kwaad
tondelde met te antwoorden.
Haar gevoel van bescheidenheid, dat zij
hn nature bezat en door haar opvoeding
in haar ontwikkeld was, smeekte in
fcar ziel om genade; haar reine kinder
ogen, niet meer beschroomd neergesla-
maar op haar wreede ondervragers
spraken duidelijk de weerzin
haar gekrenkt gemoed uit jegens de
ïrofheid der onkiesche bezoekers.
En de notaris? zoo ging mijnheer Per-
len.Y voort, zijn lorgnet weder opzettend,
die hier dikwijls?
Ik weet niet wat een notaris is, zeide
wrcelle, bij zichzelven overleggend, hoe
9 ontsnappen zou.
En haar testament? Weet gij iets van
een testament? Zoo kwam de nicht met
haar scherp geluid tusschenbeide., Er
moet tocoh een testament
Erfgenamen, zoo sprak plotseling ach
ter de zuster, men vraagt uw meening
omtrent de begrafenis.
Zij wendden zich onTèn Marcelle, verlost
van hun blikken, herademde.
Wel, waar is zij nu gebleven? vroeg
mevrouw Grenardon.
De religieuze was verdwenen; de deur
van juffrouw Hermine's kamer, die zacht -
kens gesloten werd, toonde aan, dat zij
naar haar fort was teruggekeerd.
Ongerust, elkaar steeds bewakend, daal
den zij af naar de eetzaal, waar zij een on
dernemer van begrafenissen vonden.
Alleen gebleven, haastte Marcelle zich,
om zoo spoedig mogelijk gekleed te wezen.
Haar handen beefden bij het strikken der
banden en het zoeken der knoopen... Toch
wilde zij gauw gekleed zijn, om te ver
trekken.... maar waarheen? Zij wist het
niet. Maar om de blikken te ontwijken der
lieden, die haar zoo onbarmhartig hadden
ondervraagd, was zij bereid overal heen
te gaan.
Zij verliet de kamer en sloot behoedzaam
de deur.
Daarna stormde zij de trap af, snelde
voorbij de twee vrouwen, die haar op den
drempel der eetzaal afwachtten, en ver
dween als een sylphide achter het hek in
de straat.
Hoe onbeschaamd, zeide mevrouw
Grenardon. Zij heeft ons niet eens gegroet!
Wat zal ik zeggen, antwoordde de
oude dame. Zij zal vreeselijk yerwend zijn.
HOOFDSTUK XXIX.
Marcelle stapte met vluggen tred door
en richtte zich naar het centrum van Pa
rijs. Haar verwarde denkbeelden volgden
een natuurlijken weg. Zij zocht naar vrouw
Galin.
't Zou ongetwijfeld beter zijn geweest,
den raad van den geneesheer in te win
nen, maar zij had altijd zekere vrees voor
hem gekoesterd, wat vaak kinderen eigen
is, zelfs al zijn zij hun dokter genegen.
Daarenboven, zij wist -niet, wat hij haar
zeggen zou; hij was goed voor haar, maar
zij kende hem zoo weinig; hij had geen
vrouw; hij had geen kinderen.... Zij wilde
maar liever dè goede vrouw Galin terug
zien, de vriendin van haar treurige dagen,
haar eerste beschermster....
Wie weet?.... Misschien was zij al terug!
En dan zou zij Rose en haar tegelijk terug
zien....
Bij dat denkbeeld begon het Hart van
Marcelle zoo hevig te kloppen, dat zij den
pas vertragen moest.... Rose terug te vin
den, dat was bijna het huis van juffrouw
Hermine terugzien.
Hoe verder zij ging, hoe meer haar ech
ter den moed begon te ontzinken, 't Was
zoo ver, en als zij nu eens niemand vond,
wat zou zij dan doen?
Haar zak scheen haar zwaar toe; o, ja,
dat was de doos met papieren. Zij had
grooten lust, den inhoud eens na te kijken.
Hoeveel jaren waren al vervlogen sinds
zij, bij vrouw Tarrot staande, deze de pa
pieren had zien rangschikken met het
kleine pakje waarin de vijftig francs van
haar moeder.
't Is waar ook, zij bezat vijftig francs,
eenige en arme nalatenschap van haar
lieve moeder. Die gedachte schonk haar
weder moed. De som scheen haar zeer o on
zienlijk, want zij kende slechts de huishou
delijke uitgaven, en voor vijftig francs
koopt men heel wat brood, eieren en cote-
letten. In ieder geval zou zij eenigen tijd
kunnen leven, lang genoeg om Rose terug
te vinden.... Het kwam niet bij haar op te
vragen, waar zij dien nacht slapen zou.
Zij liep snel en toch namen de c h a m p s
E1 y s e s maar geen einde. Hoe dikwijls
had zij zich al niet voorgenomen Rose te
vragen haar eens op haar gemak al die
kleine winkels met de honderderlei voor
werpen te laten zien, die zij slechts in het
voorbijgaan kon bekijken op de snelle wan
delingen met de goede dienstbode: deze
gevoelde zich buitenshuis nooit op haar
gemak.
De winkels en de honderderlei voorwer
pen stonden alle op hun plaats, maar Mar
celle schonk er nu zelfs geen blik aan: zij
liep er snel voorbij, die plaatsen uitkie
zend, waar 't minst wandelaars waren,
langs de grasperken gaande en zich rep
pend, alsof een vijand haar achtervolgde.
Op de place de la Concorde
aangekomen gevoelde zij eenige aarzeling
om zich door de elkaar kruizende rijen
equipages heen te werken; héblhuids be
reikte zij een der trottoirs rond de fontei
nen en daar hield zij stil om wat op adem
te komen.
Zij was zeer vermoeid; de nacht vol
angst, haar korte slaap, het gebrek aan
voedsel, want sinds den vorigen dag had
zij niets gegeten, haar verhaaste vlucht
want een vlucht was hetl al die zor
gen en vermoeienissen hadden haar uit
geput.
Zij gevoelde dat zij honger had en dacht
er aan een broodje te koopen bij een bak
ker. Daarvoor had zij geld noodig. Zij na
derde de fontein, welke dien dag niet
spoot, ging op den rand van het bassin
zitten en stak de hand in den zak.
Een vaag denkbeeld van voorzichtig
heid waarschuwde haar, de doos niet ie
voorschijn te halen; men kon haar wel
eens vragen wat zij daar deed; incn kon
haar papieren wel eens willen zien.... het
silhouet van een agent van politie tce-
kende zich op een afstand af.... Marcelle
schoof de deksel behoedzaam ter zijde,
heel behoedzaam om de papieren niet in
de war to doen geraken, en zocht naar
het pakje met de vijftig francs. Plotseling
voelden zij verschillende geldstukken door
haar vingers glijden. Verwonderd haaldd
zij er een uit den zak.... 't Was goud!
Zij nam een tweede stuk... ook goud.
Verbijsterd vroeg zij zich af, of het geen
zinsbegoocheling was, of niet de ver
moeienis en de honger haar denkvermo
gen verwarden, toen zij zich de laatste
verstandige woorden van juffrouw Her»
mine herinnerde:
Neem do doos; verberg die; ze be
hoort u....
O, mijn weldoenster, mompelde het
kind, de lippen op voor haar bespaarde
Louis d'o r drukkende. Gij hebt ge
dacht aan het oogenblik, dat ik zou ver
dreven worden uit uw huis, gij hebt mij
voor honger en armede willen behoeden.
Haar zak was nu vol goudstukken, die
uit de geopende doos vloeiden....
(Wordt vervolgd.}