23
BUITENLAND.
De Oorlog.
In 's levens maalstroom.
6e JAARGANG.
No. 1557
leSou^o/nt
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
i het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjjonze
pnten II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaaL
Afzonderlijke nummers 2'/j cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
MAANDAG
NOVEMBER.
1914.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Open brief.
Aan het Anti-Tariefwetcomité.
Geacht Comité,
Proficiat! Er komt weor werk aan den
winkel voor u.
Ja, dat hadt ge niet gedacht, hè? Ge hebt
zoo glunder uw eindrekening opgemaakt
en daarbij met voldoening geconstateerd,
dat dank zij den nederlaag van die dom
me rechtschen tariefverhooging van de
baan was.
En ziet: daar neemt minister Treub, een
der uwen nog wel, insgelijks het tarief te
baat om 's lands inkomsten te verhoogen!
't Is waar, dat buitengewone omstandig
heden Z.Exc. daartoe brachten, maar ge
moet hem toch eens vragen, waarom hij
die tariefbron niet onaangeboord kon la
ten. Zou hij uw talrijke geschriften niet
gelezen hebben, waarin den volke werd
verkondigd, dat de linkerzijde best, heel
best op andere wijze aan geld zou veten
te komen? Of wordt de theorie van die
drukwerken nu al door de practijk ge
wraakt? Heusch, geacht Comité, ge moet
den heer Treub wat opheldering verzoeken.
Hij is een heel aardige man, die u graag
te woord zal staan en zijn weetje wel weet.
Nu weten we wel, dat een linksche tarief
verhooging altijd louter fiscaal heet, ter
wijl een rechtsche altijd voor beschermend
wordt uitgemaakt, al verzekert de ïegee-
ring beslist het tegendeel. Maar onder ons
gezegd en gebleven: bij zoo'n redeneering
kunt ge immers zelf uw lachen niet 1 ou
den, want ge weet net zoo goed als wij,
dat "iedere minister hij moge rechts staan
of links natuurlijk zoo min mogelijk de
belangen der ingezetenen zal trachten te
schaden, als hij voor de onaangename
noodzakelijkheid komt, geld te moeten op
pompen.
En nu is het gezien de huidige belas
tingvoorstellen nog zeer de vraag, wie
voorzichtiger pompt: mr. Kolkman of mr.
Treub. Wij wedden op eerstgenoemde.
Hoe 't intusschen wezen moge, geacht
Comité, gij moet nu opnieuw aan 't pro
testeeren gaan. Reorganiseer u zoo vin
mogelijk en zie eens na of ge nog geschrif
ten van '13 over hebt. Met een kleine ver
andering kunnen zij nu weer dienen en zoo
zijt ge dan spoedig ten strijde gereed.
Wat speciaal dé Leidsche actie betreft,
wat denkt u van een soortgelijke uitdra
gerij als verleden jaar zoo smaakvol door
u werd gearrangeerd op den hoek van de
Haarlemmerstraat? Aan 't zelfde pand zal
't wel niet meer kunnen jammer, 't ligt
er zoo mooi voor maar er zal hier of
daar op goeden stand wel een linksch huis
beschikbaar wezen. En vergeet dan vooral
ook niet dien wagen met vastgespijkerde
brooden. Dat was al een heel appetijtelijke
vertooning!
We zullen u met genoegen consequent
aan 't werk zien.
U verzoekend onze groeten wel te willen
oveiJjjengen aan de vereeniging „Het
vn uilverkeer,"
Hoogachtend,
Redactie „L. Crt."
Nog lang niet uit.
In Engeland er is reeds meer op gewe
zen doet men z'n best den oorlog zoo
lang mogelijk te rekken.
Dit blijkt nu weer uit een brief, waaruit
men, helaas, mag besluiten, dat de oorlog
nog lang niet uit is, menschelijkerwijs ge
sproken.
De brief geteekend door Asquith, Rose-
btry, Balfour en anderen ten behoeve van
liet centrale comité voor nationaal patriot
t'isrhe organisaties, hulp verzoekende voor
het werk van opvoeding der openbare mee
ning in Engeland, en voor het uitdeden
\an literatuur over den oorlog aan neutra
le staten.
De onderteekenaars zeggen o.a. het vol
gende:
De openbare meening in Engeland kan
in de laatste instantie blijken te zijn de be
slissende factor in deze reusachtige worste
ling.
Gegeven de standvastige en vastberaden
geesteskracht van de zijde van 't heele En-
gelsch£ volk, gelooven wij, dat de over
winning ons is, maar kome wat kome, er
mag geen verslapping geen weifeling, geen
overhaaste wapenstilstand zijn die onze
kinderen zou blootstellen aan een herhaling
van de Duitsche dreiging, waarschijnlijk
dan nog onder omstandigheden die veel
verschrikkelijker zijn voor het keizerrijk
dan op heden.
Met het oog op zijn vitale en fundamen-
teele belangrijkheid is het duidelijk, dat
deze groote drijvende kracht van de open
bare.meening niet aan zich zelf moet wor
den overgelaten, om te wisselen en te ver
anderen naar gelang het temperament en
do wisselvallige oorlogskansen dit gebie
den.
Uitbreiding van het opvoedingswerk tot
ieder district van het Vereenigd Koninkrijk
is noodwendig.
Even belangrijk is de taak om den neu
tralen staten een duidelijke uiteenzetting
van het geval, voor zoover het Engeland be
treft, voor te leggen, want het moreele ge
wicht van de meening der neutralen zal een
steeds toenemenden invloed uitoefene'n op
het resultaat van 't conflict.
Er moeten noodzakelijk stappen worden
gedaan om volledige inlichtingen te geven,
toonende waarop ons geval rust, ten einde
de neutrale staten in de mogelijkheid te stel
len tot een onpartijdig oordeel te geraken.
De Engelsche vliegers boven
Friedrichshafen.
Twee Engelsche vliegeniers werden Za
terdag tegen het middaguur boven Con-
tanz gezien, vliegend in de richting van
Friedrichshafen. De militaire overheid al
daar werd er direct mede in kennis gesteld.
Om halfeen verschenen de beide vliegen:ors
er. beschreven eerst een regelmatigen cirkel
om de stad. Dadelijk werd een vuur van
kartetsen op de twee dubbeldekkers ge
opend. De eerste vliegenier kwam boven do
Zeppelin-hal tot op 300 meter in gestreken
Viiiciit naar beneden 'en wierp met bommen
zonder nochtans schade aan te richten. Zijn
benzinèreservoir werd echter door kogels
lekgeschoten en liep leeg. De vliegenier zag
zich dus tot een onvrijwillige landing ge
noodzaakt op het terrein der Zeppelin-werf,
op nog geen honderd meter daar vandaan.
Hij schoot eerst nóg met een pistool op de
aanstormende mannen en móest met geweld
uit zijn vliegtuig getrokken wórden. Hij
werd in de portierswoning opgeborgen,
waar hij bewusteloos ineenzakte. Toen hij
weer bijkwam, werd hij per auto naar het
hospitaal gebracht, waar de doctoren lichte
kwetsuren aan het hoofd constateerden.
De tweede vliegenier wierp eerst met
bommen in de buurt van het station. Een
werkman van de Zeppelin-Maatschappij
kreeg een splinter door het hart en was op
slag dood. Een jonge dame werd den lin
kerarm afgeslagen en verder kregen nog
een vrouw en een kind kwetsuren aan het
hoofd. Drie huizen werden licht beschadigd.
Toen naderde ook deze vliegenier de werf
en wierp bommen naar beneden, zonder
schade van beteekenis aan te richten. Hij
ontkwam heelhuids aan het vuur en vloog
in de richting van het Meer van Constanz
weg.
Het vliegtuig van den gevangen vliegenier
werd afgetakeld en naar Manzell gebracht.
Het toestel was aan den voorkant gemerkt
met „Auro" en het staartstuur droeg het
nummer 847, terwijl op den onderkant der
draagvlakken ro'ode cirkels waren aange
bracht.
Het „Vad." teekent bij dit bericht aan:
Friedrichshafen, het Würtembergsche
stadje aan den Noordelijken oever van het
meer van Constanz (Bodensee) is het werk
terrein van graaf Zeppelin, den genialen
grijsaard, die zich een eeiiwigdurenden
roem heeft verworven door de uitvinding
van den bestuurbaren luchtballon.
Aan het meer, ten Westen Van de stad,-
staat de groote loods, waarin de ballons
geborgen zijn. van waar .syi opstijgen en
waarheen zij terugkeeren. In de onmid
dellijke omgeving zijn de fabrieken en
werkplaatsen. De stad zelf is vol-van Zep
pelin's roem en eer. Hij kreeg er bij zijn
leven een gedenkteeken op het aardige
marktje. De stad dankt aan hem dan ook
haar opkomst; zij heeft dus alle reden tot
erkentelijkheid. Vóór het slagen der be
stuurbare ballons wat het een ville mort,
die alleen merkwaardig was, doordat er
een zekeren half toerekenbare Duitschen
edelman woonde zoo redeneerde men
toen, die... zich in zijn hoofd gezet had
over de Bodensee te vliegen. Hoeveel ma
len hij er al met zijn machine in had gele
gen, ja, daarvan was men den tel kwijt....
Zeppelin slaagde ten slotte. Hij werd met
roem en eer overladen, de geheele wereld
kent zijn naam, in Duitschland is hij een
der meest geziene en populairste personen.
Dank zij zijn uitvinding steeg de welvaart
van Friedrichshafen in één jaar meer dan
vroeger in tien. Geheele nieuwe wijken
werden er bijgebouwd. De stad waar Zep
pelin dacht en werkte, was op eenmaal in
trek gekomen als woonplaats. De brave
Friedrichshavenaars lachten ook nu,maar
ditmaal uit tevredenheid en voldoening
over de welvaart, hun verschaft door den
man dien zij eenmaal gek hadden ver
klaard.
In de werkplaatsen te Friedrichshafen
worden, volgens de geruchten, de reuzen-
Zeppelins gebouwd, die draagkracht ge
noeg hebben, om met geschut bewapend,
als kruisers, die de zee verlaten hebben,
door de lucht te manoeuvreeren, zoowel
door hun artillerie als door hun werpbom-
ir.en dood en verderf neerstrooiend op het
front van den vijand, of in zijn vreedzame
steden.
Misschien bestaat de aanmaak dezer
monsters alleen in de verbeelding der En-
gelschen, die Westminster Abbey reeds
door Zeppelin gebombardeerd zien. Maar
ook indien zij er niet zijn en niet eens ge
maakt worden, dan zou het voor Zeppelin
reeds resultaat genoeg zijn, deze vrees
voor het werk, dat zijn handen niet bou
wen, onder den vijand te hebben verwekt.
En zijn zij inderdaad in de maak, dan zal,
óls zij komen, de schrik des te erger iijn.
Van het Oorlogsterrein.
Het hierboven beschreven wapenfeit is
zoo ongeveer het eenige van belang. Een
telegram uit Parijs, gedateerd van giste
ren, meldt: Het was heden rustig op het
geheele front, d.w.z. op het geheele weste
lijk oorlogsterrein.
Van het oostelijk en zuidelijk (het Turk-
sche) oorlogsterrein is ook niet veel te ver
melden. Men leze hierover de „Verschillen
de oorlogsberichten."
Verschillende Oorlogs
berichten.
In Servië. Officieel wordt uit Weenen
bericht: Onze strijdmacht is in grooten ge
tale reeds over de Koloebara getrokken;
de vijand biedt echter nog tegenstand in
verschillende goed gekozen versterkte stel
lingen.
Sterke patrouilles hebben in de jongste
twee dagen wederom 2440 man krijgsge
vangen gemaakt.
Het totale aantal van de in de gevechten
vanaf 6 dezer gevangen^ genomen vijan
den bedraagt thans 13.000.
Bommen in Amiens. Aan de „Times"
wordt bericht, dat de vijand Woensdag j.l.
uit aeroplanes een groot aantal bommen
in Amiens heeft geworpen. Het eerste doel
was de gasfabriek. Daar viel een bom op
een muur en sprong daar uiteen. Op der
tig verschillende plaatsen werd de gas
houder door kogels doorboord, het uitstroo-
mende gas vatte vuur, de brandweer slaag
de er echter met levensgevaar in de vlam
men te stuiten en de gaten te stoppen, zoo
dat een ontploffing van den gashouder ver
hoed werd.
In een andere wijk werd een werkman
gedood en een ander zwaar gewond.
F.en derde bom viel in een paardenstal
en doodde vijftien paarden.
Het Duitsch—Turksche Verbond. Te
Brussel is Vrijdagavond een diner gegeven
ter eere van de drie Turksche prinsen, die
ook in het Duitsche hoofdkwartier zijn ont
vangen. Veldmaarschalk von der Goltz, de
gouverneur-generaal van Belgie, heeft een
geestdriftige rede gehouden op het Duitsch-
Turksche verbond.
Te Maubeuge. Ook Maubeuge krijgt een
Duitsch buregrlijk bestuur, dat onderge
schikt zal zijn aan den gouverneur-generaal
van België. Het betreft hier een gebied met
100,000 inwoners, waaronder 15,000 fa
brieksarbeiders.
Samenzwering in Rusland. De politie
deed bij Petersburg een inval in een socia
listische bijeenkomst, waaraan ook vijf le
den der Doema deelnamen. Alle deelnemers
werden gearresteerd, beschuldigd van sa
menzwering tegen de Regeering.
Aan het Suez-Kanaal. Uit het Turk
sche hoofdkwartier wordt officieel medege
deeld: De Turksche troepen zijn aangeko
men bij het Suez-Kanaal. In een gevecht
bij Kantara werden de Engelsche verslagen
en op de vlucht gejaagd. Zij leden zware
verliezen.
Andere Turkche gevechten. Uit het
Turksche hoofdkwartier wordt bericht: De
kruiser „Hamidie" bombardeerde en ver
nielde Zaterdag de Russische petroleum-
depöts en de stations voor draadlooze tele-
graphie te Toeapse, een plaatsje bij Nowo-
rossysk (aan de Zwarte Zee).
In Sjat al Arab hadden op 18 dezer ge
vechten plaats tusschen Engelschen en onze
troepen. De Engelschen leden groote ver
liezen. Gevangen genomen Engelschen ver
klaarden, dat de opperbevelhebber der En
gelsche troepen gewond is.
Een schot van de kanonneerboot „Mar-
maris" trof een Engelsche kanonneerboot en
veroorzaakte een ontploffing.
Nadere bijz.onderheden van het gevecht
ontbreken nog.
Ongeduldig. Generaal Bonnal, die da
gelijks in de „Matin" den toestand van den
oorlog bespreekt, wordt ongeduldig. Hij
vindt het afslaan deraanvallen kranig
maar „oorlogen is heeft Napo
leon gezegd; hetgeeruB^pekent, dat, naar
zijn meening, de aan™ alleen de overwin
ning kan verzekeren"!®
De Pruisische landstorm. In Pruisen
moet volgens bevel van ^.generaal com
mando de ongeoefende landstorm tusschen
20 en 25 jaar zich voor 5 Decembe'r melden.
Gebrek aan lucifers. In Groot-Berlijn
heerscht gebrek aan lucifers. Zelfs de groot
ste firma's zijn, naar gemeld wordt, op het
oogenblik niet in staat om aan alle bestel
lingen te voldoen. Het ontbreekt ten deele
aan de leveranties van de buitenlandsche
fabrikanten. Dezen vorklaren, dat er een
tijdelijk gebrek aan geschikt hout ingetre
den is, zoodat de lucifers niet in dezelfde
hoeveelheden vervaardigd kunnen worden.
Binnen eenige weken zal hierin echter ver
andering komen. Overigens is gebleken, dat
de behoefte van het publiek aan lucifers te
genwoordig bijna dubbel zoo groot is als in
vredestijd.
De oorzaak daarvan zal wel gezocht
moeten worden in het feit, dat men een
verdere prijsverhooging voor lucifers vreest
en zich daarom een grooter voorraad aan
schaft.
Zending van rijst voor de Britsch-lndi-
sche troepen. De Engelsche Minister
van Koloniën heeft met dankbaarheid het
aanbod aanvaard van de bevolking van
Britsch-Guyana, om 500/100 pond rijst te
zenden voor de Britsch-Indische troepen
aan het front.
FEUILLETON.
(Het auteursrecht van deze vertaling is
voorbehouden).
26)
Ge hadt zeker wel eens eer mogen
komen. Zeg mij nu eens, wat bij u beiden,
'eenloopende jongelui, de pot vandaag
schaft.
Een kip, geloof ik, en salade...
Rose, riep juffrouw Hermine", ga eens
de kip en de salade van de jongeheerén
Breault halen; zij blijven hier dineeren.
Als ik uw bezoek voorzien had, mijn waar
de Robert, zou ik er wel op gerekend heb
ben. Maar nu zullen wij toch wel gezellig
aan tafel zitten, denk ik. Kom, Marcelle,
nog twee couverts.
Het kleine meisje gehoorzaamde en na
eenige oogenblikken zat de kleine vrien
dengroep vereenigd om de tafel, waar de
soepterrine reeds een heerlijke geur ver
spreidde.
Marcelle verloor den broeder van haar
vriend niet uit het oog; Jules kon ook nooit
over iets spreken, of zijn broeder moest
er bij te pas komen. Dezo was voor hem de
alpha en o m e g a in alle zaken. Kin
deren van een ziekelijke moeder, die niet
aan het Parijsche klimaat kon gewennen,
Waren zij vaak samen thuis. Hun vader,
geslingerd tusschen den weerzin, om zijn
echtgenoote den ganschen zomer alleen te
laten in het zuiden, en het verlangen, om
toij zijn zoons te zijn, had dit jaar einde
lijk den raad van den dokter gevolgd, om
steeds bij mevrouw de Breault te blijven,
wier krachten voortdurend afnamen. Zijn
oudste zoon Robert bereidde zich voor zijn
examens aan de universiteit; de moedige
jongen was door zijn rijpen geest zooweb
in staat op eigen wieken té drijven, zon
der den tijd te verbeuzelen, als toezicht op
zijn jongeren broeder te houden.
Het begrip zijner verantwoordelijkheid
en het droevige vooruitzicht van het vroeg
tijdig overlijden der moeder, die hij teer
beminde, maakten den grooteren broeder
stil en een weinig afgetrokken. Maar als
iedereen was hij zeer gevoelig voor de ge
noegens van het familieleven en het gezel
lig samenzijn bij juffrouw Hermine, opge-
vroolijkt door het vroolijk gelaat van Mar
celle, herinnerde hem plotseling de betere
dagen van zijn kindsheid, in den tijd, toen
het huis vroolijk en steeds 'vol gasten was,
toen zijn moeder nog gezond was en toen
Jules nog een klein bedorven kindje was,
dat ieder oogenblik een andere dwaasheid
verzon.
Deze indrukken vertolkten zich in de vol
gende woorden, die hij tot juffrouw Her
mine richtte, toen het tafelkleed was afge
nomen.
Ik had u vroeger moeten komen bezoe
ken. Mijn afgetrokkenheid berooft mij van
vele genoegens, maar ik ben bang onbe
scheiden te wezen.
Zeg de waarheid, onderbrak de goede
dame, die hem zeventien jaar geleden had
zien geboren worden, zeg, dat gij vreesdet
u bij mij te vervelen. Een jaar geleden was
ik dan ook weinig onderhoudend, maar
sinds ik een klein meisje bij mij heb, ben
ik geheel verjongd.
Robert's oogen vestigden zich met belang
stelling op Marcelle, die kleurde en plot
seling zeer ernstig keek.
Een bloedverwante? vroeg hij.
Neen, ik zal u dat wel eens vertellen.
Jules had zich nooit om de afkomst van
zijn kleine vriendin bekommerd. Een ge
heim vermoedend zag hij haar nu, sinds
het avontuur met den volant, voor het eerst
belangstellend aan.
Zij is aardig, die kleine met haar
grooten mond, zeide hij met het gewichtig
air van een gymnasiast. Zij gelijkt anders
niet op u, juffrouw Hermine, allerminst
wat haar figuur betreft. Maar uw stem
heeft zij afgeluisterd, dat is zefter....
Dat komt wijl zij veel van mij houdt,
zeide de oude dame, die zich eigenlijk ge
vleid gevoelde om deze opmerking.
Marcelle bloosde en glimlachte; haar
mond was er niet kleiner om, maar de be
koring van haar aangezicht en haar ge
heele wezen lag niet in haar trekken.
Gij moest mij helpen, zeide juffrouw
Hermine tot Robert; ik ben niet sterk in
het rekenen en mijn droge uitleggingen
vervelen dat arme kind verschrikkelijk.
Als gij het haar een beetje duidelijk wilde
maken. Zoo af en toe des avonds eens?
Met plezier, antwoordde de jonge man.
Dat zal mij de groote kunst leeren duide
lijk te zijn, een kunst, waarmede boeken
en professoren slechts zelden op de hoogte
zijn.
HOOFDSTUK XXII.
Nieuwe tegenspoed.
Over haar schrijfboek gebogen, luisterde
Marcelle naar de lessen van Robert Breault
de ernstige voordracht van den jeugdigen
leermeester sprak tot haar verstand en
opende haar een nieuwen gezichteinder.
De wel wat verouderde wijze van onder
richt van juffrouw Hermine werd gaan
deweg vervangen door een nieuwere me
thode; zonder stoornis, onmerkbaar schier,
werd de geest der kleine gerijpt voor nieu
we denkbeelden en nieuwe kundigheden.
Zij is heel verstandig voor haar leef
tijd, zeide op zekeren dag de oude dame
tot vrouw Galin, toen deze eens over Mar
celle kwam praten. Verbeeld u, rlat zij
vele dingen beter kent dan ik.
Vrouw Galin zette groote oogen op. Tot
dusverre was juffrouw Hermine haar een
wonder van geleerdheid geweest; en zou
Marcelle nu meer weten dan die goede
dame.... Maar dit moest inbeelding van
die goedige ziel zijn.
Volstrekt niet, volstrekt nietl ant
woordde juffrouw de Beaurenom op deze
bescheidenlijk geuite meening. 't Is heusch
waar; ik merk het wel! Het is sinds ik de
gelukkige gedachte heb gehad Robert
Breault te verzoeken haar rekenles te ge
ven. Hij vond dat dit niet voldoende
was en nu onderricht hij haar in nog veel
meer....
Zij heeft geluk, die kleine, hernam
vrouw Galin na een stilzwijgen, gewijd
aan vele gedachten.
Dat mocht toch ook wel na al het ver
driet, dat zij gehad had, antwoordde juf
frouw Hermine, terwijl haar oogen schit
terden alsof zij een tegenwerping had te
ontzenuwen.
O, ja, zuchtte de waschvrouw. Het
heeft aan vrouw Tarrot geen geluk ge
bracht.
Hoezoo?
Zij heeft slechte zaken gemaakt; 't
was haast een failliet. Toen herinnerden
zij zich een oude tante, die in de provin
cie woont, ergens in Picardië, geloof ik,
en die hebben zij geschreven. Zij heeft al
haar zaken beredderd, op voorwaarde, dat
zij en haar dochter bij haar zouden koinen
wonen. Weinig vrijheid, zooals u begrijpt,
bij zoo'n oude mikkige vrouw.... Maar zij
zullen aan 't erven komen, geen groote er
fenis, doch groot genoeg om van te leven...
't Is wonderbaar, maar ik heb altijd go-
dacht, dat het haar straf was voor de
slechte behandeling van dat arme kind.
Zij is als de zwaluwen, zeide juffrouw
Herraine niet zonder bedoeling, zij brengt
geluk aan de woning, die haar huisvest.
Effecten, die nooit iets hadden opgeleverd,
zijn plotseling dividend gaan uitkeeren....
Ik heb gedeeld met Marcelle: zij de helft
en ik. Zij heeft dan ook al een aardige
beurs.
De oogen van vrouw Galin drukten haar
hooge bewondering uit voor dat denkbeeld;
daarna vestigde zij haar blik op Marcelle,
wier slanke figuur zich in den tuin tegen
het grasveld afteekende. Met een boek in
de hand liep zij langzaam rond, zich voor
bereidend voor de les van den avond.
't Is het verlangen van den dokter,
zeide juffrouw Hermine. Zij moet zooveel
mogelijk in de open lucht zijn; wij zouden
haar slechts naar binnen roepen als het
regende.
(Wordt vervolgd.)