23 BUITENLAND. De Oorlog. In 's levens maalstroom. 6e JAARGANG. No. 1557 leSou^o/nt BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt, bij vooruitbetaling, met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering i het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bjjonze pnten II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaaL Afzonderlijke nummers 2'/j cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent MAANDAG NOVEMBER. 1914. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Open brief. Aan het Anti-Tariefwetcomité. Geacht Comité, Proficiat! Er komt weor werk aan den winkel voor u. Ja, dat hadt ge niet gedacht, hè? Ge hebt zoo glunder uw eindrekening opgemaakt en daarbij met voldoening geconstateerd, dat dank zij den nederlaag van die dom me rechtschen tariefverhooging van de baan was. En ziet: daar neemt minister Treub, een der uwen nog wel, insgelijks het tarief te baat om 's lands inkomsten te verhoogen! 't Is waar, dat buitengewone omstandig heden Z.Exc. daartoe brachten, maar ge moet hem toch eens vragen, waarom hij die tariefbron niet onaangeboord kon la ten. Zou hij uw talrijke geschriften niet gelezen hebben, waarin den volke werd verkondigd, dat de linkerzijde best, heel best op andere wijze aan geld zou veten te komen? Of wordt de theorie van die drukwerken nu al door de practijk ge wraakt? Heusch, geacht Comité, ge moet den heer Treub wat opheldering verzoeken. Hij is een heel aardige man, die u graag te woord zal staan en zijn weetje wel weet. Nu weten we wel, dat een linksche tarief verhooging altijd louter fiscaal heet, ter wijl een rechtsche altijd voor beschermend wordt uitgemaakt, al verzekert de ïegee- ring beslist het tegendeel. Maar onder ons gezegd en gebleven: bij zoo'n redeneering kunt ge immers zelf uw lachen niet 1 ou den, want ge weet net zoo goed als wij, dat "iedere minister hij moge rechts staan of links natuurlijk zoo min mogelijk de belangen der ingezetenen zal trachten te schaden, als hij voor de onaangename noodzakelijkheid komt, geld te moeten op pompen. En nu is het gezien de huidige belas tingvoorstellen nog zeer de vraag, wie voorzichtiger pompt: mr. Kolkman of mr. Treub. Wij wedden op eerstgenoemde. Hoe 't intusschen wezen moge, geacht Comité, gij moet nu opnieuw aan 't pro testeeren gaan. Reorganiseer u zoo vin mogelijk en zie eens na of ge nog geschrif ten van '13 over hebt. Met een kleine ver andering kunnen zij nu weer dienen en zoo zijt ge dan spoedig ten strijde gereed. Wat speciaal dé Leidsche actie betreft, wat denkt u van een soortgelijke uitdra gerij als verleden jaar zoo smaakvol door u werd gearrangeerd op den hoek van de Haarlemmerstraat? Aan 't zelfde pand zal 't wel niet meer kunnen jammer, 't ligt er zoo mooi voor maar er zal hier of daar op goeden stand wel een linksch huis beschikbaar wezen. En vergeet dan vooral ook niet dien wagen met vastgespijkerde brooden. Dat was al een heel appetijtelijke vertooning! We zullen u met genoegen consequent aan 't werk zien. U verzoekend onze groeten wel te willen oveiJjjengen aan de vereeniging „Het vn uilverkeer," Hoogachtend, Redactie „L. Crt." Nog lang niet uit. In Engeland er is reeds meer op gewe zen doet men z'n best den oorlog zoo lang mogelijk te rekken. Dit blijkt nu weer uit een brief, waaruit men, helaas, mag besluiten, dat de oorlog nog lang niet uit is, menschelijkerwijs ge sproken. De brief geteekend door Asquith, Rose- btry, Balfour en anderen ten behoeve van liet centrale comité voor nationaal patriot t'isrhe organisaties, hulp verzoekende voor het werk van opvoeding der openbare mee ning in Engeland, en voor het uitdeden \an literatuur over den oorlog aan neutra le staten. De onderteekenaars zeggen o.a. het vol gende: De openbare meening in Engeland kan in de laatste instantie blijken te zijn de be slissende factor in deze reusachtige worste ling. Gegeven de standvastige en vastberaden geesteskracht van de zijde van 't heele En- gelsch£ volk, gelooven wij, dat de over winning ons is, maar kome wat kome, er mag geen verslapping geen weifeling, geen overhaaste wapenstilstand zijn die onze kinderen zou blootstellen aan een herhaling van de Duitsche dreiging, waarschijnlijk dan nog onder omstandigheden die veel verschrikkelijker zijn voor het keizerrijk dan op heden. Met het oog op zijn vitale en fundamen- teele belangrijkheid is het duidelijk, dat deze groote drijvende kracht van de open bare.meening niet aan zich zelf moet wor den overgelaten, om te wisselen en te ver anderen naar gelang het temperament en do wisselvallige oorlogskansen dit gebie den. Uitbreiding van het opvoedingswerk tot ieder district van het Vereenigd Koninkrijk is noodwendig. Even belangrijk is de taak om den neu tralen staten een duidelijke uiteenzetting van het geval, voor zoover het Engeland be treft, voor te leggen, want het moreele ge wicht van de meening der neutralen zal een steeds toenemenden invloed uitoefene'n op het resultaat van 't conflict. Er moeten noodzakelijk stappen worden gedaan om volledige inlichtingen te geven, toonende waarop ons geval rust, ten einde de neutrale staten in de mogelijkheid te stel len tot een onpartijdig oordeel te geraken. De Engelsche vliegers boven Friedrichshafen. Twee Engelsche vliegeniers werden Za terdag tegen het middaguur boven Con- tanz gezien, vliegend in de richting van Friedrichshafen. De militaire overheid al daar werd er direct mede in kennis gesteld. Om halfeen verschenen de beide vliegen:ors er. beschreven eerst een regelmatigen cirkel om de stad. Dadelijk werd een vuur van kartetsen op de twee dubbeldekkers ge opend. De eerste vliegenier kwam boven do Zeppelin-hal tot op 300 meter in gestreken Viiiciit naar beneden 'en wierp met bommen zonder nochtans schade aan te richten. Zijn benzinèreservoir werd echter door kogels lekgeschoten en liep leeg. De vliegenier zag zich dus tot een onvrijwillige landing ge noodzaakt op het terrein der Zeppelin-werf, op nog geen honderd meter daar vandaan. Hij schoot eerst nóg met een pistool op de aanstormende mannen en móest met geweld uit zijn vliegtuig getrokken wórden. Hij werd in de portierswoning opgeborgen, waar hij bewusteloos ineenzakte. Toen hij weer bijkwam, werd hij per auto naar het hospitaal gebracht, waar de doctoren lichte kwetsuren aan het hoofd constateerden. De tweede vliegenier wierp eerst met bommen in de buurt van het station. Een werkman van de Zeppelin-Maatschappij kreeg een splinter door het hart en was op slag dood. Een jonge dame werd den lin kerarm afgeslagen en verder kregen nog een vrouw en een kind kwetsuren aan het hoofd. Drie huizen werden licht beschadigd. Toen naderde ook deze vliegenier de werf en wierp bommen naar beneden, zonder schade van beteekenis aan te richten. Hij ontkwam heelhuids aan het vuur en vloog in de richting van het Meer van Constanz weg. Het vliegtuig van den gevangen vliegenier werd afgetakeld en naar Manzell gebracht. Het toestel was aan den voorkant gemerkt met „Auro" en het staartstuur droeg het nummer 847, terwijl op den onderkant der draagvlakken ro'ode cirkels waren aange bracht. Het „Vad." teekent bij dit bericht aan: Friedrichshafen, het Würtembergsche stadje aan den Noordelijken oever van het meer van Constanz (Bodensee) is het werk terrein van graaf Zeppelin, den genialen grijsaard, die zich een eeiiwigdurenden roem heeft verworven door de uitvinding van den bestuurbaren luchtballon. Aan het meer, ten Westen Van de stad,- staat de groote loods, waarin de ballons geborgen zijn. van waar .syi opstijgen en waarheen zij terugkeeren. In de onmid dellijke omgeving zijn de fabrieken en werkplaatsen. De stad zelf is vol-van Zep pelin's roem en eer. Hij kreeg er bij zijn leven een gedenkteeken op het aardige marktje. De stad dankt aan hem dan ook haar opkomst; zij heeft dus alle reden tot erkentelijkheid. Vóór het slagen der be stuurbare ballons wat het een ville mort, die alleen merkwaardig was, doordat er een zekeren half toerekenbare Duitschen edelman woonde zoo redeneerde men toen, die... zich in zijn hoofd gezet had over de Bodensee te vliegen. Hoeveel ma len hij er al met zijn machine in had gele gen, ja, daarvan was men den tel kwijt.... Zeppelin slaagde ten slotte. Hij werd met roem en eer overladen, de geheele wereld kent zijn naam, in Duitschland is hij een der meest geziene en populairste personen. Dank zij zijn uitvinding steeg de welvaart van Friedrichshafen in één jaar meer dan vroeger in tien. Geheele nieuwe wijken werden er bijgebouwd. De stad waar Zep pelin dacht en werkte, was op eenmaal in trek gekomen als woonplaats. De brave Friedrichshavenaars lachten ook nu,maar ditmaal uit tevredenheid en voldoening over de welvaart, hun verschaft door den man dien zij eenmaal gek hadden ver klaard. In de werkplaatsen te Friedrichshafen worden, volgens de geruchten, de reuzen- Zeppelins gebouwd, die draagkracht ge noeg hebben, om met geschut bewapend, als kruisers, die de zee verlaten hebben, door de lucht te manoeuvreeren, zoowel door hun artillerie als door hun werpbom- ir.en dood en verderf neerstrooiend op het front van den vijand, of in zijn vreedzame steden. Misschien bestaat de aanmaak dezer monsters alleen in de verbeelding der En- gelschen, die Westminster Abbey reeds door Zeppelin gebombardeerd zien. Maar ook indien zij er niet zijn en niet eens ge maakt worden, dan zou het voor Zeppelin reeds resultaat genoeg zijn, deze vrees voor het werk, dat zijn handen niet bou wen, onder den vijand te hebben verwekt. En zijn zij inderdaad in de maak, dan zal, óls zij komen, de schrik des te erger iijn. Van het Oorlogsterrein. Het hierboven beschreven wapenfeit is zoo ongeveer het eenige van belang. Een telegram uit Parijs, gedateerd van giste ren, meldt: Het was heden rustig op het geheele front, d.w.z. op het geheele weste lijk oorlogsterrein. Van het oostelijk en zuidelijk (het Turk- sche) oorlogsterrein is ook niet veel te ver melden. Men leze hierover de „Verschillen de oorlogsberichten." Verschillende Oorlogs berichten. In Servië. Officieel wordt uit Weenen bericht: Onze strijdmacht is in grooten ge tale reeds over de Koloebara getrokken; de vijand biedt echter nog tegenstand in verschillende goed gekozen versterkte stel lingen. Sterke patrouilles hebben in de jongste twee dagen wederom 2440 man krijgsge vangen gemaakt. Het totale aantal van de in de gevechten vanaf 6 dezer gevangen^ genomen vijan den bedraagt thans 13.000. Bommen in Amiens. Aan de „Times" wordt bericht, dat de vijand Woensdag j.l. uit aeroplanes een groot aantal bommen in Amiens heeft geworpen. Het eerste doel was de gasfabriek. Daar viel een bom op een muur en sprong daar uiteen. Op der tig verschillende plaatsen werd de gas houder door kogels doorboord, het uitstroo- mende gas vatte vuur, de brandweer slaag de er echter met levensgevaar in de vlam men te stuiten en de gaten te stoppen, zoo dat een ontploffing van den gashouder ver hoed werd. In een andere wijk werd een werkman gedood en een ander zwaar gewond. F.en derde bom viel in een paardenstal en doodde vijftien paarden. Het Duitsch—Turksche Verbond. Te Brussel is Vrijdagavond een diner gegeven ter eere van de drie Turksche prinsen, die ook in het Duitsche hoofdkwartier zijn ont vangen. Veldmaarschalk von der Goltz, de gouverneur-generaal van Belgie, heeft een geestdriftige rede gehouden op het Duitsch- Turksche verbond. Te Maubeuge. Ook Maubeuge krijgt een Duitsch buregrlijk bestuur, dat onderge schikt zal zijn aan den gouverneur-generaal van België. Het betreft hier een gebied met 100,000 inwoners, waaronder 15,000 fa brieksarbeiders. Samenzwering in Rusland. De politie deed bij Petersburg een inval in een socia listische bijeenkomst, waaraan ook vijf le den der Doema deelnamen. Alle deelnemers werden gearresteerd, beschuldigd van sa menzwering tegen de Regeering. Aan het Suez-Kanaal. Uit het Turk sche hoofdkwartier wordt officieel medege deeld: De Turksche troepen zijn aangeko men bij het Suez-Kanaal. In een gevecht bij Kantara werden de Engelsche verslagen en op de vlucht gejaagd. Zij leden zware verliezen. Andere Turkche gevechten. Uit het Turksche hoofdkwartier wordt bericht: De kruiser „Hamidie" bombardeerde en ver nielde Zaterdag de Russische petroleum- depöts en de stations voor draadlooze tele- graphie te Toeapse, een plaatsje bij Nowo- rossysk (aan de Zwarte Zee). In Sjat al Arab hadden op 18 dezer ge vechten plaats tusschen Engelschen en onze troepen. De Engelschen leden groote ver liezen. Gevangen genomen Engelschen ver klaarden, dat de opperbevelhebber der En gelsche troepen gewond is. Een schot van de kanonneerboot „Mar- maris" trof een Engelsche kanonneerboot en veroorzaakte een ontploffing. Nadere bijz.onderheden van het gevecht ontbreken nog. Ongeduldig. Generaal Bonnal, die da gelijks in de „Matin" den toestand van den oorlog bespreekt, wordt ongeduldig. Hij vindt het afslaan deraanvallen kranig maar „oorlogen is heeft Napo leon gezegd; hetgeeruB^pekent, dat, naar zijn meening, de aan™ alleen de overwin ning kan verzekeren"!® De Pruisische landstorm. In Pruisen moet volgens bevel van ^.generaal com mando de ongeoefende landstorm tusschen 20 en 25 jaar zich voor 5 Decembe'r melden. Gebrek aan lucifers. In Groot-Berlijn heerscht gebrek aan lucifers. Zelfs de groot ste firma's zijn, naar gemeld wordt, op het oogenblik niet in staat om aan alle bestel lingen te voldoen. Het ontbreekt ten deele aan de leveranties van de buitenlandsche fabrikanten. Dezen vorklaren, dat er een tijdelijk gebrek aan geschikt hout ingetre den is, zoodat de lucifers niet in dezelfde hoeveelheden vervaardigd kunnen worden. Binnen eenige weken zal hierin echter ver andering komen. Overigens is gebleken, dat de behoefte van het publiek aan lucifers te genwoordig bijna dubbel zoo groot is als in vredestijd. De oorzaak daarvan zal wel gezocht moeten worden in het feit, dat men een verdere prijsverhooging voor lucifers vreest en zich daarom een grooter voorraad aan schaft. Zending van rijst voor de Britsch-lndi- sche troepen. De Engelsche Minister van Koloniën heeft met dankbaarheid het aanbod aanvaard van de bevolking van Britsch-Guyana, om 500/100 pond rijst te zenden voor de Britsch-Indische troepen aan het front. FEUILLETON. (Het auteursrecht van deze vertaling is voorbehouden). 26) Ge hadt zeker wel eens eer mogen komen. Zeg mij nu eens, wat bij u beiden, 'eenloopende jongelui, de pot vandaag schaft. Een kip, geloof ik, en salade... Rose, riep juffrouw Hermine", ga eens de kip en de salade van de jongeheerén Breault halen; zij blijven hier dineeren. Als ik uw bezoek voorzien had, mijn waar de Robert, zou ik er wel op gerekend heb ben. Maar nu zullen wij toch wel gezellig aan tafel zitten, denk ik. Kom, Marcelle, nog twee couverts. Het kleine meisje gehoorzaamde en na eenige oogenblikken zat de kleine vrien dengroep vereenigd om de tafel, waar de soepterrine reeds een heerlijke geur ver spreidde. Marcelle verloor den broeder van haar vriend niet uit het oog; Jules kon ook nooit over iets spreken, of zijn broeder moest er bij te pas komen. Dezo was voor hem de alpha en o m e g a in alle zaken. Kin deren van een ziekelijke moeder, die niet aan het Parijsche klimaat kon gewennen, Waren zij vaak samen thuis. Hun vader, geslingerd tusschen den weerzin, om zijn echtgenoote den ganschen zomer alleen te laten in het zuiden, en het verlangen, om toij zijn zoons te zijn, had dit jaar einde lijk den raad van den dokter gevolgd, om steeds bij mevrouw de Breault te blijven, wier krachten voortdurend afnamen. Zijn oudste zoon Robert bereidde zich voor zijn examens aan de universiteit; de moedige jongen was door zijn rijpen geest zooweb in staat op eigen wieken té drijven, zon der den tijd te verbeuzelen, als toezicht op zijn jongeren broeder te houden. Het begrip zijner verantwoordelijkheid en het droevige vooruitzicht van het vroeg tijdig overlijden der moeder, die hij teer beminde, maakten den grooteren broeder stil en een weinig afgetrokken. Maar als iedereen was hij zeer gevoelig voor de ge noegens van het familieleven en het gezel lig samenzijn bij juffrouw Hermine, opge- vroolijkt door het vroolijk gelaat van Mar celle, herinnerde hem plotseling de betere dagen van zijn kindsheid, in den tijd, toen het huis vroolijk en steeds 'vol gasten was, toen zijn moeder nog gezond was en toen Jules nog een klein bedorven kindje was, dat ieder oogenblik een andere dwaasheid verzon. Deze indrukken vertolkten zich in de vol gende woorden, die hij tot juffrouw Her mine richtte, toen het tafelkleed was afge nomen. Ik had u vroeger moeten komen bezoe ken. Mijn afgetrokkenheid berooft mij van vele genoegens, maar ik ben bang onbe scheiden te wezen. Zeg de waarheid, onderbrak de goede dame, die hem zeventien jaar geleden had zien geboren worden, zeg, dat gij vreesdet u bij mij te vervelen. Een jaar geleden was ik dan ook weinig onderhoudend, maar sinds ik een klein meisje bij mij heb, ben ik geheel verjongd. Robert's oogen vestigden zich met belang stelling op Marcelle, die kleurde en plot seling zeer ernstig keek. Een bloedverwante? vroeg hij. Neen, ik zal u dat wel eens vertellen. Jules had zich nooit om de afkomst van zijn kleine vriendin bekommerd. Een ge heim vermoedend zag hij haar nu, sinds het avontuur met den volant, voor het eerst belangstellend aan. Zij is aardig, die kleine met haar grooten mond, zeide hij met het gewichtig air van een gymnasiast. Zij gelijkt anders niet op u, juffrouw Hermine, allerminst wat haar figuur betreft. Maar uw stem heeft zij afgeluisterd, dat is zefter.... Dat komt wijl zij veel van mij houdt, zeide de oude dame, die zich eigenlijk ge vleid gevoelde om deze opmerking. Marcelle bloosde en glimlachte; haar mond was er niet kleiner om, maar de be koring van haar aangezicht en haar ge heele wezen lag niet in haar trekken. Gij moest mij helpen, zeide juffrouw Hermine tot Robert; ik ben niet sterk in het rekenen en mijn droge uitleggingen vervelen dat arme kind verschrikkelijk. Als gij het haar een beetje duidelijk wilde maken. Zoo af en toe des avonds eens? Met plezier, antwoordde de jonge man. Dat zal mij de groote kunst leeren duide lijk te zijn, een kunst, waarmede boeken en professoren slechts zelden op de hoogte zijn. HOOFDSTUK XXII. Nieuwe tegenspoed. Over haar schrijfboek gebogen, luisterde Marcelle naar de lessen van Robert Breault de ernstige voordracht van den jeugdigen leermeester sprak tot haar verstand en opende haar een nieuwen gezichteinder. De wel wat verouderde wijze van onder richt van juffrouw Hermine werd gaan deweg vervangen door een nieuwere me thode; zonder stoornis, onmerkbaar schier, werd de geest der kleine gerijpt voor nieu we denkbeelden en nieuwe kundigheden. Zij is heel verstandig voor haar leef tijd, zeide op zekeren dag de oude dame tot vrouw Galin, toen deze eens over Mar celle kwam praten. Verbeeld u, rlat zij vele dingen beter kent dan ik. Vrouw Galin zette groote oogen op. Tot dusverre was juffrouw Hermine haar een wonder van geleerdheid geweest; en zou Marcelle nu meer weten dan die goede dame.... Maar dit moest inbeelding van die goedige ziel zijn. Volstrekt niet, volstrekt nietl ant woordde juffrouw de Beaurenom op deze bescheidenlijk geuite meening. 't Is heusch waar; ik merk het wel! Het is sinds ik de gelukkige gedachte heb gehad Robert Breault te verzoeken haar rekenles te ge ven. Hij vond dat dit niet voldoende was en nu onderricht hij haar in nog veel meer.... Zij heeft geluk, die kleine, hernam vrouw Galin na een stilzwijgen, gewijd aan vele gedachten. Dat mocht toch ook wel na al het ver driet, dat zij gehad had, antwoordde juf frouw Hermine, terwijl haar oogen schit terden alsof zij een tegenwerping had te ontzenuwen. O, ja, zuchtte de waschvrouw. Het heeft aan vrouw Tarrot geen geluk ge bracht. Hoezoo? Zij heeft slechte zaken gemaakt; 't was haast een failliet. Toen herinnerden zij zich een oude tante, die in de provin cie woont, ergens in Picardië, geloof ik, en die hebben zij geschreven. Zij heeft al haar zaken beredderd, op voorwaarde, dat zij en haar dochter bij haar zouden koinen wonen. Weinig vrijheid, zooals u begrijpt, bij zoo'n oude mikkige vrouw.... Maar zij zullen aan 't erven komen, geen groote er fenis, doch groot genoeg om van te leven... 't Is wonderbaar, maar ik heb altijd go- dacht, dat het haar straf was voor de slechte behandeling van dat arme kind. Zij is als de zwaluwen, zeide juffrouw Herraine niet zonder bedoeling, zij brengt geluk aan de woning, die haar huisvest. Effecten, die nooit iets hadden opgeleverd, zijn plotseling dividend gaan uitkeeren.... Ik heb gedeeld met Marcelle: zij de helft en ik. Zij heeft dan ook al een aardige beurs. De oogen van vrouw Galin drukten haar hooge bewondering uit voor dat denkbeeld; daarna vestigde zij haar blik op Marcelle, wier slanke figuur zich in den tuin tegen het grasveld afteekende. Met een boek in de hand liep zij langzaam rond, zich voor bereidend voor de les van den avond. 't Is het verlangen van den dokter, zeide juffrouw Hermine. Zij moet zooveel mogelijk in de open lucht zijn; wij zouden haar slechts naar binnen roepen als het regende. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1