Staakt, zoodat ons land op eigen binnen-
landsche rogge was aancgwezén. Wel ver
scheen een offieieuse mededeeling van re
geringswege, dat de regeering rogge uit
Amerika zou laten komen, maar daar de
rogge-export uit Amerika gewoonlijk niet
veel beteekent, was niet te verwachten, dat
vandaar rogge van eenige beteekenis zou
worden ingevoerd. Wij hebben van dezen
Amerikaanschen rogge-invoer dan óok
niets meer gehoord.
Waar nu voor de broodverzorging van
ons land gebruik moest gemaakt worden
van inlandsche rogge en de boeren door
de hooge prijzen voor veevoederdie rogge
niet wilden verkoopen, was de regeering
genoodzaakt de rogge te onteigenen. De
boeren moesten dus in plaats van de rogge,
ander veevoeder koopen en dat nog wel
tegen hoogere prijzen. Dat dit tot verbit
tering aanleiding gaf, is te begrijpen. Was
nu de regeering spoedig gereed geweest
met den invoer van maïs, of had de regee
ring vóór de sluiting der Dardanellen rogge
in Roemenië opgekocht, de zaak- ware in
orde geweest. Maar we moeten helaas con-
stateeren, dat de regeering dit laatste heeft
verzuimd en met den eersten maatregel zeer
laat is gekomen. Vandaar, dat de rogge-
boeren-vareknsfokkers zeer veel schade
hebben geleden.
In een artikel „Gebrek aan veevoeder" in
,,De Tuinbouw" van 6 Nov. j.l. lezen wij
dan ook: In de laatste weken heeft zich
alom in den lande een nijpend gebrek aan
maïs doen gevoelen, vooral nu de rogge,
het meest gebruikte varkensvoeder, door de
Regeering voor menschelijk voedsel moest
worden opgevorderd. Een gevolg daarvan
was, dat de vareknsfokkerij en -mesterij
zeer ernstig bedreigd werden en dat me.i
zelfs op sommige plaatsen ér toe overging
de jonggeboren biggetjes te verdrinken.
Het zou ons, dus besluit de schrijver:
Het zou ons te ver voeren en we zouden
te veel in bijzonderheden van het landbouw
bedrijf moeten afdalen om aangaande an
dere categorieën landbouwers aan te too-
nen, dat ook zij zeer veel schade geleden
hebben in deze laatste maanden. Deze za
ken beliooren veeleer in de landbouv/vak-
pers thuis.
Echter meende ik, dat het gewenscht wa
eenigszins den indruk weg te nemen, alsof
de landbouwende bevolking dit jaar een
uintmend jaar gehad heeft. Ook zeer veel
boeren en nog wel hoofdzakelijk de min
der kapitaalkrachtigen, de boeren op net
zand, hebben evenveel, zoo niet meer, ge
leden als sommige iiidustrieelen, midden
standers, arbeiders, enz.
Dat veeboeren en tuinbouwers, die groo
tcndeels op export zijn aangewezen, geen
schitterende zaken gemaakt hebben, fa b?
kend.
Conclusie is derhalve, dat de min of
meer optimistische beschouwing over den
landbouw in deze. dagen van crisis niet
geheel juist is.
Weekpraatje.
Oorlogsteening of ocrlogsbefasting?
De lezers van dit blad weten, dat de
tegenwoordige regeering door de huidige
crisis en de mobilisatie behoefte heeft aan
geld en zich voorstelt dit geld te verkrij
gen door heffing eener geldleening. Het
bedrag der leening zal bedragen
275,000,000 en dit geld zal slechts tot 1
Mei in de behoefte voorzien. Is de mobili
satie voor dien tijd niet afgeloopen, dan
zal de regeering met nieuwe maatregelen
moeten komen om te voorzien in 's Rijks
kas. Wordt zij volteekend, dan wordt zij
uitgegeven a pari tegen 5 wordt van
de 275 millioen niet 150 miliioen onderge
bracht, dan moet het ontbrekende aange
vuld worden uit een gedwongen leening,
in dit geval tegen een rente van 4 Ver
plichting tot deelneming, indien de vrij
willige leening niet siagen mocht, zal
rusten op de grootere naamlooze ven
nootschappen en op hen die in de vermo
gensbelasting zijn aangeslagen naai- een
vermogen van 75,000 en hooger. Volgens
het regeeringsvoorstel wordt er afgelost
te beginnen 1916. Tot 1918 kan de Slaat
niet tot conversie van het geheel overgaan
Na dien tijd kan een andere wijze van
delging aangewend worden, b.v. een ver
mogenbelasting geheven worden. De re
geering heeft natuurlijk weer geld naodig
om rente en aflossing te betalen. I)it zal
gevonden worden uit 20 opcenten tp de
directe belastingen, 50 opcenten op de
zegelrechten van buitenlandsche effecten,
20 opcenten op de successierechten, 10 op
centen op de rechten en boeten van regis
tratie en hypotheek, 10 opcenten op de
invoerrechten, 10 opcenten op den gedistil-
leerdaccijns, 10 opcenten op den accijns
van al het vee, dat ter slachting wordt
aangegeven, 20 opcenten op den accijns op
suiker, 20 opcenten op den accijns geheven
van wijn. Vóór 1 Januari 1920 moet een
wetsvoorstel worden ingediend tot herzie
ning of bestendiging der bronnen van
inkomsten.
Ziehier in korte trekkeif de verschillende
artikelen weergegeven.
Wij kunnen niet zeggen, dat dit ont
werp ons toelacht en kunnen heelemaal
niet medegaan met hen, die een loflied
zingen, dat de lasten van de mobilisatie
en crisis door het geheele volk moeten
gedragen worden. In verband met die lof
liederen mag toch wel eens de nuchtere
vraag gesteld worden, of het niet billijk
is dat de kapitaalbezittenden, die lasten
van de mobilisatie betalen. Zij immers ge
ven zelf toe, dat er bij een oorlog alle kans
v. as geweest, dat zij het grootste geda?lte
van hun kapitaal misschien hun gan-
sche vermogen zouden verloren hebben.
Zullen zij jiu niet gaarne een betrekke] i;k
kleiu gedeelte van hun kapitaal afstaan,
blijde als zij zijn, dat zij er zoo
goedkoop afkomen? Men mag toch
wel eens dieper op het vraagstuk in
gaan in plaats van heerlijKe liederen
te zingen op en over dc eenheid van
het volk en alles in het werk te stellen,
dat toch maar poUjti§£ debat over fi
nancieele politiek vermeden wordt. Men
mag toch wel eens denken aan die duizen
den en duizenden kleine middenstanders,
teringdoenden en onvzogenden, die bij
deze of ntengeschiedenis een aardige duit
in het£Z*kje mogen doen en bedenker, b- e-
veel plaatselijke belasting er door deze
categorieën ook nog opgebracht moet wor
den. Wat er b.v. te Leiden te samen op
gebracht zal moeten worden loopt de spui
gaten uit. Om in den term te blijven^ die
dezer dagen nog al eens gebezigd wordt,
zijn wij van meening, dat in het oorlogs
budget moet worden voorzien door raid
del van een greep naar het kapitaal, dan
zijn wij er in eens af. Dat de bepaling is
opgenomen, dat de wet zal moeten wor
den herzien, gewijzigd of bestendigd, is
van weinig of geen waarde. Ieder kabinet,
dat na de verkiezingen van 1917, aan liet
bewind zal komen, zal wel met een" wets
ontwerp komen om de heffing voor een
jaar te bestendigen, tot betere tijden aan
komen; dit is tot nu toe nog altijd de wijze
van handelen geweest, wanneer in een
wet een tijdstip is opgenomen, wanneer
deze moet worden herzien, gewijzigd of
bestendigd.
Aangenomen, dat dit laatste niet het
geval zal zijn en dat men ter wille van
den vrede met het regeeringsplan mede-
gaat, dan wordt het een uitstel van execu
tie tot over drie jaren. Dan zal weer de
vraag aan de orde komen wie moet beta
len. Maar in die jaren is door alle moge
lijke opcenten reeds een aardig kapitaaltje
opgebracht voor rente en aflossing. In
verband hiermede mag gevraagd «"orden
of het in dat geval niet beter ware dat de
kwesti? van aflossing een opens wc:cl en
enkel en alleen rente werd betaald.
Komt ten slotte dit leening-ontwerp,
waarvan wij absoluut tegenstander zijn,
tot stand, dan is het te hopen, dat de ren
testandaard gebracht wordt op Enge
land, dat zich in staat van oorlog bevindt,
gaat ook tegen 3V6 leenen. Wij zijn niet
eens in oorlog en willen, geld leenen tegen
5 Het verschil is te groot. Er zijn
daarenboven nog twee belastingen, die
uiterst onsympathiek zijn, echte kwelling
belastingen, de opcenten op den accijns op
het geslacht en op suiker. Met deze accijn
zen worden noodzakelijke levensbehoeften
getroffen.
Wij blijven tegen dït ontwerp ernstige
bedenkingen houden; onze sympathie heeft
het in het geheel niet. Komt het tot stand,
dan hopen wij, dat het in menig opzicht als
door ons aangegeven, zal gewijzigd zijn.
PEDROSER.
Gemeentezaken.
Opheffing der standenscholen.
Het gemeenteraadslid de heer J. S.
Vergouwen heeft destijds bij het college
van B. en W. een memorie ingediend, be
helzende een pleidooi voor de afschaffing
van de standenscholen,in de gemeente Lei
den. Deze memorie is in de gemeentestuk
ken opgenomerr alsmede het advies uitge
bracht door de Plaatselijke Schoolcommis
sie over deze aangelegenheid.
De Plaatselijke Schoolcommissie vat de
wenschen van den heer Vergouwen op dit
punt als volgt samen:
De heer Vergouwen wenscht, dat de ver
schillende openbare scholen in Leiden
worden saamgesmolten tot één algemeene
volksschool, waarop een schoolgeld gehe
ven wordt, berekend naar de financieele
draagkracht der ouders.
In de memorie vinden wij den volgenden
grond daarvoor aangehaald:
De overheid heeft hare burgers een ge
lijke behandeling te waarborgen. Wanneer
de Grondwet het haar niet zou voorschrij
ven, dan nog moest zij een richtsnoer vin
den in de natuur der ^menschen, die als tot
één geslacht behoorende, dezelfde gaven
en dezelfde behoeften hebben, of zij arm of
rijk geboren worden. De Overheid, die zich
aan de Heilige Schrift gebonden rekent,
zal daarin nog een bijzonderen leefregel
vinden. Zij ziet zich daarin 'voorgehouden,
dat armen en rijken elkaar ontmoeten en
zij de eersten niet achter mag stellen bij de
laatsten, daar God ze beiden geformuleerd
heeft. Waar trouwens zou de Overheid
terechtkomen, als zij de meer gegoede bur
gers anders bejegende dan de minder be
deelden. Welke maatstaf zou zij moeten
aanleggen? Zij zou dan haar houding moe
ten veranderen tegenover den burger, die
door tegenspoed verarmde, of een minder
gegoede, die bijv. door een erfenis rijk
werd.
Er zijn in Leiden 16 lagere scholen,
waarvan 2 tot de le klasse, 4 tot de 2e, 8
tot de 3e en 2 tot de 4e klasse behooren.
Wat is de grondslag dezer indeeling? De
verordening zegt het in dezen duidelijk.
Die een schoolgeld van f 60.kan en wil
betalen, vindt voor zijn kinders plaats op
de le klasse-school. Die van f 16.tot
f 24.— 's jaars betaalt, kan zijn kinders op
een 2e klasse-school doen plaatsen. Op een
3e klasse-school is het schoolgeld 6 cent
per week voor één kind, terwijl op de 4e
klasse-school die kinderen gaan, wier
ouders van het sobere weekloon geen
schoolgeld kunnen missen.
Deze indeeling heeft Volgens den heer
Vergouwen een zuiver mammonistischen
grondslag. De kinderen worden geschei
den volgens de verschillende standen. Deze
afscheiding werkt natuurlijk later in het
leven door, Er is ook sprake van bevoor
rechting op een andere wijze.
Het jaarverslag onzer gemeente over het
jaar 1911 leert, dat op de le klasse-scholen
voor 13 leerlingen een onderwijskracht
was; op de 2e klasse-scholen voor elke 21
kinderen, op de 3e en 4e klasse-scholen voor
elke 33.
Waar daarenboven het onderwijzend
personeel aan de le en 2e klasse-scholen
in het bezit is van meerdere diploma's,
waarvoor een toelage wordt Verstrekt, zal
het de vraag zijn, welke leerlingen de ge
meente het meeste kosten.
In 1911 paste de gemeente voor eiken
leerling 25 bij; hoeveel voor elk der vier
klagsen afzonderlijk voor eiken leerling
werd bijgepast wórgt niet ^angegèvejfi.
^Ook in de verdeeling van leerstof en in
aoel is geen gelijkheid.
Komende tot de financieele zijde, zegt
de heer Vergouwen, dat in 1911 juist 1/3
van het bedrag der plaatselijke belasting
over dat jaar aan het lager onderwijs ten
koste werd gelegd. Dit is te veel en een der
eerste redenen waarom wij met de finan
ciën sukkelen. Naar apnlgjdipg daarvan
bepleit de inleider de invoering van een
evenredige schoolgeld-heffing; het school
geld wordt dan progressjef en in overeen
stemming met de draagkracht der ge
bruikers.
En wat de inrichting van het onderwijs
zelve betreft, moet de Overheid haar bur
gers op gelijken voet_behandelen. Eén
soort school, éénzelfde onderwijs voor al
len. Wegvallen moet de verdeeling in
kringen. Al de kinderen onzes volks moe
ten van overheidswege eenzelfde behande
ling wedervaren.
Na er op gewezen te hebben dat daar
door de standen zullen toenaderen, het
geen aan de eendracht der bevolking zal
bevorderlijk zijn, besluit de heer Vergou
wen als volgt:
„Laat de Overheid van Leiden de hand
der barmhartigheid uitsteken naar het
minder bedeelde kind en recht doen over
al de kinderen, die zich aan hare zorg toe
vertrouwen."
In het antwoord van de Plaatselijke
Schoolcommissie bemerkt men aanstonds
wat het adres zal zijn.
De commissie adviseert aan B. en W.
de wenschen van den heer Vergouwen
niet in voorstellen aan den Gemeenteraad
te belichamen.
Omdat zij het niet eens is met den heer
Vergouwen, dat kinderen van rijken en
armen dezelfde behoefte hebben. Niet de
overheid vormt de standen maar vindt ze.
In Leiden zijn twee soorten van lagere
scholen: „Scholen, die eindonderwijs ge
ven, scholen waar 't onderwijs voorberei
dend is." Dat de leerstof niet dezelfde kan
zijn in duidelijk. Verder zijn de levens
omstandigheden der leerlingen van groo-
ten invloed op hun lichamelijke, geestelijke
en zedelijke ontwikkeling.
De heer Vergouwen wil alle scholen
samensmelten Tot één algemeene volks
school, waar van de leerlingen evenredig
schoolgeld geheven wordt." Het school
systeem zou mammonistisch blijven en bij
het duifrder onderwijs zouden de meerge-
goeden zelf scholen stichten. Wil men de
volksschool verplichtend stellen, dan be
teekent dit, zegt de commissie, afschaffing
van het geheele bijzonder onderwijs. Ver
der zou een ieder zijn best doen om op
die algemeene school zoo weinig mogelijk
te betalen. Wie op de grens van min- en
onvermogend staat, zou in dat geval Vrij
dom van schoolgeld Vragen, het schoolgeld
zou zeker niet meer opbrengen dan thans.
Zonder de algemeene invoering van ver
plichte schoolbaden, schoolvoeding en
schoolkleeding, kan deze school niet tot
stand komen.
Ten slotte wordt de Vraag gesteld:
„Zijn burgerkinderen, die naast kinde
ren van deftigen huize zaten, daardoor
persoonlijk maatschappelijk dichter bij de
deftige standen gekomen; ja, hebben ze
daaraan ooit behoefte gevoeld, al waren
de kinderen ook goed bevriend op school?"
De commissie zqu aarzelen hierop een
beslist bevestigend antwoord te geven en
besluit aldus:
Waar nu geen voldoende feiten voor
handen zijn, waaxaan de vraag kan wor
den getoetst, of we met den heer Vergou
wen de sociale- zegeningen door hem ge
noemd van de algemeene volkschool mo
gen verwachten en waar zoovele geachte
mannen op onderwijsgebied geen enkele
dier zegeningen van de samensmelting der
standenscholen te gemoet zien,"3aar zal
men het ons zeker ten goede houden, dat
we sceptisch staan tegenover de bewerin
gen van genoemd raadslid.
Land en Tuinbouw.
Mond- en Klauwzeer.
De Min. v. Landb. heeft met ing. v. 20
Nov. verboden het vervoer van herkau»-
wende dieren en varkens uit, naar of bin
nen de gem. Groesbeek.
Afwijking van dit verbod kan worden
toegestaan door den burgemeester van
Groesbeek onder de door den districts
veearts te Arnhem aan te geven voorwaar
de.
Letteren en Kunst.
Jacques Perk en Willem Kloos.
Voor de vereeniging Geloof en Weten
schap te Amsterdam hield dr. A. Greebe
Maandagavond een lezing over Jacques
Perk en zijn sonettenkrans „Mathilde".'
Dr. Greebe zette in deze lezing, een ge
beurtenis in de letterkundige wereld, uit
een, hoe de bekende uitgave door Willem
Kloos bezorgd, ter wille der waarheid niet
kan gehandhaafd blijven. Dr. Greebe, die in
de gelegenheid was alle nagelaten hand
schriften van J. Perk te raadplegen, gaf al
lereerst een schets van de wijze, waarop de
„Mathilde" door een reis in de Ardennen,
is tot stand gekomen.
Uit Perk's brieven blijkt, hoe de verzen
door Kloos bezorgd, niet alle de juiste zijn.
Wel kloppen passages uit die brieven met
een handschrift (een bundel der Mathilde)
in het tijdelijk bezit van dr. Greebe. Uit
correspondentie tusschen Kloos en Vosmaer
en aanteekeningen van Kloos, door dr.
Greebe van prof. Vosmaer ontvangen, is het
duidelijk, dat de rangschikking eerst ge
schiedde volgens dit bestaande handschrift
en later toch anders werd gemaakt.
Kloos, de vader van Perk, en prof. Vos
maer hebben erkend, dat geen ander hand
schrift bestond.
Dit blijkt bovendien uit een inventaris
door Jacques Perk's vader, na diens dood
van de handschriften opgemaakt, en aan
prof. Vosmaer gezonden*
Tpen Willem I^oos Jacques Perk leerde
kennen, was de „Mathilde" reeds tot $tand
gekomen. Kloos heeft }?erk hierin niet be-
invloed. Toch heêft Kloos wijzigingen in de
verben aangebracht en er drie ingevoegd,
die er heel niet in thuis behooren. Hpt zijn
„Sahctissime Virgo", ^Hemelvaart" en
„Deine Theos".
Deze ;zijn door Perk geschreven, toen in
dieijs levensbeschouwing eene kentering
k\vam, doch behooren in den cyclus niet.
Kloos voegde ze er in, waardoor in.de „Ma
thilde" geheel andere ethische gedachten
komen. De eenige verontschuldiging voor
Kloos zou kunnen zijn, dat hij Perk leerde
kennen, toen Pei k's levensbeschouwing aan
het kenteren was. Dit was echter na het
schrijven der „Mathilde".
Over eenige weken zullen de resultaten
van dr. Greebe's studie bij Mart. Nijhoff in
Den Haag in druk verschijnen. Een geheel
nieuwe Mathilde in andere volgorde, zoo
als het handschrift aangeeft zal dan ge
volgd worden.
Kathleen Parlow.
Deze- beroemde violiste werd geboren in
Canada in het jaar 1890 en ontving haar
muzikale opleiding eerst in San Francisco,
later van Leopold Auer te St.Petersburk,
debuteerde in Berlijn met goed gevolg en
behaalde sedert voortdurend succes op
hare kunstreizen.
Is 't wonder dat waar haar optreden
overal met verbazend enthusiasme wordt
begroet, de faam haar voorging en Don
derdagavond tal van kunstliefhebbers
in den Leidscben Schouwburg bracht,
die met onverdroten aandacht de heer
lijke kunstprestaties van de jonge
violiste hebben gevolgd. En we moe
ten dankbaar zijn, dat ook wij dat phe-
nomenaal talent hebben mogen bewonde-
en wonderbaarlijk is het wat Kathleen Par-
analyseeren?
Mochten ons bijzonder treffen de onge
ëvenaarde intonatie-reinheid en ue feil-
looze techniek of wel de groote muzikali
teit die sprankelt uit eiken toon, in zingen
of bidden, die voortglijdt met duizeling
wekkende vlugheid of zich breed uitzingt
in de rustige motieven; of wel, boeit ons
meer de teedere flageolettoon en de heer
lijk tintelende triller?
We zouden nog kunnen wijzen rp tal
*.an noemenswaardige eigenschappen doch
het zou banaal klinken het spel van Kath
leen Parlow in details te gaan bespreken.
Het hoog en rein artistiek kunstgenot
staat verre boven critiek.
Met prachtige voorname stokvoering.
steeds rustig toovert de violiste ons de to
nen voor en zingt haar innig fijn besnaar
de kunstenaarsziel op heur prachtig klin
kend instrument uit. Het publiek onder
den indruk van het genotene schonk de
kunstenares de volheid van een dankbaar
applaus en spontaan klonken de toejuichin
gen toen zij haar dank betoonde met de
toegave van een bravourstukje.
Charlton Keith, die aan den mollig
klinkenden Bechstein-vleugel de begelei
ding verzorgde, deed dit op een wijze bo
ven onzen lof verheven; zijn aanpassings
vermogen was van zeldzame voornaam
heid en de eenheid alzoo de meest volko-
roene.
manden die haar voorzeker een bewijs
De violiste ontving twee reuzenbloemec-
van den innigen dank zullen zijn, a oor .le
heerlijke uren den Leidschen Kunstlief
hebbers met haar heerlijk spel geschon
ken.
Gemengde berichten.
Meineed op groote schaal. Men meldt
d.d. 17 Nov. uit Tilburg aan de „Tel.":
In aansluiting aan ons bericht over de
meineed-zaak, waarvoor reeds vier ver
dachten gearresteerd en aan de justitie
overgeleverd zijn, kunnen wij mededeelen,
dat nog te dezer zake twee getuigen a de
charge gearresteerd en heden gevankelijk
naar Breda getransporteerd werden.
Deze, hier veel geruchtmakende zaak,
heeft zich als volgt toegedragen, luidend
het relaas der jachtopzieners.
Een viertal maanden geleden bevonden
zich vier personen, genaamd van H., M., K.
en C., in het jachtveld te Tilburg en wel v.
H., met een jachtgeweer. Nadat zij wild
hadden opgespoord, en v. H. met zijn
jechtgewcer een schot gelost had, zagen
zij zich ontdekt door twee onbezoldigd rijks
.veldwachters-] achtopzieners. De vier
jachtliefhebbers zetten het op een loopen,
waarbij v. H., volgens de jachtopzie
ners, zijn klompen uitwierp en op z'n
sokken het hazenpad koos. De klompen
werden door de politie in beslag genomen.
De zaak werd eerst behandeld voor het
Kantongerecht te Tilburg, waar de bekl.
v. H. beweerde, geen geweer te hebben
gehad en geen klompen te hebben achter
gelaten.
De politie werd echter geloofd en be
klaagde veroordeeld.
Van H. kwam in appèl tegen dit vonnis
en zoo werd de zaak in 't laatst der vorige
maand door dc Bredasche rechtbank be
handeld, beklaagde v. H., bijgestaan door
'n advocaat-procureur met 6 getuigen a dé
charge. M., K. en C. verklaarden daar,
na eedsaflegging, allen woordelijk het
zelfde, dat v. H. geen geweer maar 'n stok
had gehad en dat niet v. H., maar M. zijn
klompen had uitgeworpen en achtergela
ten. De drie andere getuigen verklaarden
het' viertal- op het tijdsbestek der bekeu
ring gezien te hebben en getuigden onge
veer hetzelfde als de vorige drie, met het
gevolg, dat de politie, die krachtig beweer
de, zich niet te hebben vergist, het onder
spit moest delven. Voor beklaagde werd
vrijspraak geëischt. Evenwel kwam de
zaak in handen van den Tilburgsch'en Po
litiecommissaris. Een scherp onderzoek
werd ingesteld, waarbij eerst de arresta
tie van M., en daarna die der ander m
volgde. Er werden, naar wij uit goeden
bron vernemen, volledige bekentenissen
gedaan. Na afspraak hadden zij voor Ie
rechtbank valsche getuigenissen afgilegd.
Bij de gearresteerden :ijn vaders van
talrijke huisgezinnen, die nu treuren en
gebrek lijden dooi\ het bedreven onrecht
van hun echtgenoot en vader.
Een gegronde reclame. Door het be
stuur der gemeente Gennep werd de hon
denbelasting verhoogd van f 2 op f 4 per
jaar/Or^der de bewoners van de Heide cir
culeert hu een request, houdende het ver
zoek, de hondenbelasting te laten zooals
deze was of de ingeleverde vuurwapenen
weder in het bezit der éigenareij te stel
len, of nachtwachten te benoemen, die ook
geregeld in de afgelegen, uitgestrekte Hei
de patrouilleeren, aangezien de bewoners
meest arbeiders en kleine keuterboertjes
de verhoogde belasting niet kunnen
diagen ;-h dus nunne honden zonden moe
ten afschaffen en zij zich dan geheel onbe-
\eilig achten tegen dieven en ander gespuis
dat tegenwoordig de afgelegen hoeven en
woningen onveilig maakt.
Getroffen door een revolverschot. In
een woning in de Delistraat te Katendrecht
ontstond Woensdagavond twist tusschen
L. K. en J. M. over een vrouw. J. M. loste
een revolverschot op K. en trof dezen in
het achterhoofd. De gekwetste werd naar
het ziekenhuis gebracht, waar de verwon
ding niet levensgevaarlijk bleek. De dader
was inmiddels op de vlucht gegaan.
Boffers. Te Groningen heeft wijlen de
heer H. J. van der Meer, zadelmaker, aan
zijn knecht J. J. Sterenberg, die gedurende
29 jaar bij hem werkzaam was, f 2000 en
den inventaris der zaak en aan de huis
houdster mej. K. Schreuder, eveneens
f 2000 vermaakt, beide vrij van successie
rechten.
Knoeierijen met spoorkaartjes. Door
het krachtig en scherp controleerend optre
den der militaire autoriteit is het euvel
van de knoeierijen in de vrijbiljetten der
met de Staatsspoor van hier met verlof
terugkeerende militairen in de laatste da
gen sterk verminderd, maar geheel voor
komen kon het, ondanks alle getroffen
maatregelen, nog niet worden. Zelfs is gis
teren een onderofficier betrapt op derge
lijke onregelmatigheid.
Toch wijst alles er op dat de militaire
overheid het kwaad binnen korten tijd ge
heel den kop zal hebben ingedrukt.
Drijvende mijnen. Te Loosduinen zijn
opnieuw twee zeemijnen op de kust komen
aandrijven. De schildwachten houden het
publiek op minstens 50 meter afstand, vuur
of licht mag in de nabijheid niet gemaakt
worden en 's' avonds is het geheel verbo
den het strand te betreden. Van de vorige
heeft men er een door geweerschoten laten
springen; de andere lag te dicht bij het
ziekenhuis en badhotel.
Besmettelijke ziekte. In het Concert
gebouw te 's Bosch is onder de Belgische
vluchtelingen de besmettelijke ziekte rood
vonk uitgebrokSn. Een kind, dat aange
tast is, werd naar het Groot-Ziekengast-
huis gebracht ter verdere verpleging. Door
de dokteren is den vluchtelingen verboden
het Concertgebouw te verlaten.
Tcrmist. Geruimen tijd reeds werden
bussen geconserveerd vleesch bij de militairen
te Eindhoven vermist.
Vele der ledige bussen zijn door dc politie
in beslag genomen ten huize van het meisje
van den huzaar W., thans te Weert in garni
zoen.
Laatstgenoemde is gisteren naar Eindhoven
overgebracht.
Moord.. Bij een gevecht met messen,
Donderdag onder boeren bij gelegenheid
van- den marktdag te Meppel gehouden,
werd de 19-jarige Waanders, boerenknecht
te Ruinerwold, doodgestoken. Ook werden
nog drie boeren vreeselijk verwond. De
vermoedelijke dader van den doodslag,
iemand uit Ruinen, werd aangehouden.
Burgerlijke Stand.
BODEGRAVEN.
Geboren: Cornelis Theodorus An-
thonius, zn. van C. van Veldhuizen en
G. E. van Rhijn.
Ondertrouwd: P. G. Bergers, 22
j., en J. G. van Noort, 23 j.
Getrouwd: H. Meerloo 24 j. en N.
Schouten 28 j.
HAZERSWOUDE.
Geboren: Johan Cornelis Z. van Teu-
nis Wezelenburg en Hendrika Johanna
Verhoeff, Leendert, Z. van Cornelis La-
ban en Maatje van Beveren. Cornelia
Maria, D. van Arnoldus Johannes Adria-
nus Pannebakker en Petronella Maria
Theodora van der Meer.
2 levenloos aangegeven kinderen van
het inanl. geslacht van Lodewikus Ver
haar en Johanna Martina van Amsterdam.
Overleden: Jacobus Cornelis Heems
kerk, gehuwd met Cornelia Kuipers, oud
23 jaar, wonende te Rotterdam.
LISSE.
Geboren: Jan Cornelis, z. van M.,
Lijs en van P. van Haveren. Martinus z.
van P. S. van Wave ren en van D. van
Tol. Gerrigje d. van P. Gardenier en W.
Meerkerken. Anthonia Alphona Maria, d.,
van H. Möller en van H. J. Crand.
Gehuwd: G. Volbeda en II. Spaarga
ren.
VOORHOUT.
Geboren: Anna Maria, d. v. Petrus
Bernardus Zeestraten en Adriana Wil-
helmina van der Post. Gerrit Jacob z. v.
Maria Knoppert. Antonius Petrus z. v.
Cornelis Boere en Cornelia van der Lans..
Gerrit Jacob van Rheenen en Wilhelmina
WARMOND.
Geboren: Hermanus Joannes Willi-
brordus z. van Math, van Seggelen en
Anna C. de Vogel. Cornelis Andreas z. van
A. Th. Bader en Joanna M. v. Leeuwen.
Adriana Barbara Elisabeth d. van Justus
Vooys en Jacoba Zuiderduyn. Maria Jaco-
ba d. van Hendricus"Van Dam en Cath.
Deters. Jan, z. van Dirk Gerritse Uit. den
Boogaard en Ingetje van de Bah.#Henrietta
Antonia Wilhelmina Maria, d. van Henri
A. Osendorp en Wilhelmina M. de Mon.