OORLÖGS-VARIA. i A I m A Een Bomaanslag. Door de ontploffing van een boni is bet gebouw van het gerechts hof in Bronx (het noordelijk gedeelte van Nieuw York) vernield. De aanslag was blijk baar gericht tegen den rechter Gibbs en zijn assistenten, die streng optraden tegen hande laars in blanke slavinnen en hen voorbeeldig straften. De wonden in den modernen oorlog. Bij de bezichtiging van een lazaret op het westelijk oorlogsterrein heeft Payr, de commandeerende oficier van gezondheid van het Saksische leger, een lezing gehou den voor de oorlogscorrespondenten, waar in hij interessante mededeelingen deed over het karakter der wohcten in dezen oorlog, waarin met zoovele nieuwe wape nen gestreden wordt. Vooraf werden eeni- ge woorden gezegd over het nieuwste En- gelsche infanterie-projectiel. Dit heeft een dunnen, stalen mantel, een kern van lood en een punt van alluminium. Als dit projectiel treft, werken de verschil lende, metalen zoo ongelukkig op elkaar, dat men vaak de uitwerking als van een dum-dum krijgt. •Professor Payr- gaf een overzicht van de projectielen, waarmee men thans rekening te houden heeft. Deze zijn, de kogel van het infanteriegeweer, van een shrapnell, de splinter van de granaat en van de vlie- gerbom, en dan nog de vliegerpijl. Vei dei- komen verwondingen voor met allerlei in directe projectielen doordat stukken van de kleeding, geldstukken, en wat de sol daat verder nog in den zak draagt in het lichaam worden gedreven. De moderne Fransche infanteriekogel is uit betrekkelijk week materiaal vervaar digd. De punt buigt reeds om als déze een stof van eenig weerstandsvermogen treft. Indien de kogel een steen raakt, slaat hij zoo plat als een scheepsbout. De kartets kogel is van lood en natuurlijk nog zachter dan de Fransche geweerkogel met zijn al liage aan koper, en wordt nog sterker misvormd. Granaat- en bomsplinters heb ben onberekenbare vormen. Iets heel nieuws in dezen oorlog is de vliegerpijl. Als deze pijlen uit vijftien honderd meter hoogte loodrecht naar beneden vallen, be reiken zij een snelheid van tweehonderd meter m een seconde, dus ongeveer die van een ouden geweerkogel. Daardoor zijn de wonden zeer ernstig. Het is ..voorgeko men, dat een pijl een man door oen schouder drong, het geheelè lichaam door boorde en er in de dij uit kwam. Vroeger geloofde men, dat bloedvaten voor den geweerkogel konden wijken. Het moderne infanterieprojectiel schuift de bloedvaten niet meer terzijde, maar gaat er doorheen, zelfs door kleine aderen. Daarom moet men met veel meer bloedin gen rekenen. Deze zijn nog zooveel te ge vaarlijker, omdat het schotkanaal in het lichaam uiterst klein is. Zeer belangrijk zijn de been- cn ge- wrichtswonden door de moderne Wapens. Op korten afstand - worden de beenderen verbrijzeld. Hoe grooter de afstand, des te eer is er kans, dat de kogel slechts een gat maakt met een paar barsten er om heen. De harde, lange pijpbeenderen ver splinteren nog op korten afstand. Zelfs op zestien- tot achttienhonderd meter, terwijl de kogels door de meer sponsachtige been deren, zooals bijvoorbeeld het kniegewricht geen complicaties vooroorzaken. Daarom hebben gewrichtsschoten een betrekkelijk gunstig beloop. Schoten in het hoofd ko men in dezen oorlog zeer veel voor, omdat de soldaat bij het schieten uit de loopgraaf dit lichaamsdeel vertoonen moet. liet hoofd wordt doorschoten of de kogel maakt een geul in den schedel. Dit laatste soort van wonden veroorzaakt door de been splinters' bijna zonder uitzondering he vige infectie. Deze wonden worden behan deld door de heele baan van het projectiel op te maken. Schoten door den hals hebben, ondanks de belangrijke orkanen, die daar liggen, meestal een gunstig beloop. Schoten door de borst hebben echter het gunstigste be loop van alle wonden, die wij in den mo dernen oorlog zien. Japaneezen zeiden, dat lieden met eenvoudige borstschoten, acht dagen later weer in de gevechtslijn waren. Bij ons zijn de gewonden, zelfs als de kogel door de long gegaan is, na tien tot veertien dagen weer in staat om ver voerd te worden. Als ze dan nog eenige da gen bloed opgeven, is dit geen onrustba rend verschijnsel. Veel verschil van opvatting is er over schoten in het onderlijf geweest. In vredes tijd geldt het als regel om een buikschot zoo spoedig mogelijk te opereeren. In den Zuid-Afrikaanschen oorlog had men reeds de ervaring opgedaan, dat de wond minder gevaarlijk was als er niet geope reerd werd. Ook wij hebben zeer gunstige ondervindingen opgedaan met een behan deling, die er zich toe bepaalt den gewon de volstrekte rust te geven en hem alle eten en drinken gedurende acht dagen te onthouden. Als men zich niet aan dezen termijn hield, traden complicaties op. Het uitwasschen van de wonden is na- deelig gebleken, Men legt er nu slechts een stuk steriel gaas op. De soldaten zelf weten bun verbandpakjes buitengewoon handig te gebruiken. Aan het verwijderen van de kogels uit het lichaam hecht men geen bijzondere waarde meer. Het Fransche projectiel ech ter, dat uit een koperalliage is samenge steld, veroorzaakt pijnen. Hoe dit te ver klaren is, begrijpt spr. niet, maar het feit staat vast. Bij verwondingen door kartets kogels komen in zeventig of vijf en zeven tig procent van de gevallen infecties voor. Granaatsplinters moeten altijd verwijderd worden. Zij vormen een bijzonder gevaar. Veel gevallen van tetanus zijn daardoor voorgekomen. In vele gevallen hebben- wij daarom reeds het tetanus-serum toe gepast. In het bègin van den oorlog heb ben wij helaas een gedeelte van onze teta- nus-lijders verloren. Het is echter door onze ervaring veel beter geworden. De uitwerking van de vliegerbom is zeer verschillen^ van die van de barstende granaat. Wonden, zelfs van kleine stukjes, zijn zoo buitengewoon zwaar, als spr. ze bij granaatsplinters niet heeft gezien. Een tweede onaangename eigenschap van de rondvliegende stukken van de bom is, dat zij zoo scherp als een mes in de ledematen dringen en de bloedvaten doorsnijden. Bij een man, die getroffen was door een stuk, niet grooter dan de na-gel van een ringvin ger, was dit binnengedrongen in het kuil tje boven het sleutelbeen en had alle arm spieren doorgesneden. Ook komen vaak brandwonden voor als de vliegerbom in de nabijheid van den gewonde gebarsten is. Zooiets ziet men nooit bij granaatwon- den. De toekomstige aanval op Londen. Zal het er ooit van komen, dat Duitsch- land Londen aanvalt uit de lucht? En zoo ja, op welke wijze zal dit geschieden? Zie daar een vraag, naar aanleiding waarvan een aan het Meer van Constanz verblijf houdende medewerker van „Daily Chro nicle" het volgende schrijft: „Er gebeurt iets bijzonders te Frie- drichshaven. Uit mijn raam heb ik het gezicht op de wit-roode-stad, gelegen aan den voet van den lagen heuvel, die afglooit naar het meer. Zij ziet er zoo vreedzaam genoeg uit, doch ik weet, dat in het lange drijvende gebouw welks zijkanten thans glinsteren in de zonnestralen en dat oprijst uit de donkere wateren van meer dan eenige honderden meters voor de kleine haven tal van bedreven werktuigkundigen dag en nacht bezig zijn met het opbouwen van een luchtmonster, dat, wat betreft zijn kracht tot vernietiging, zijn weerga niet heeft. „Het moet in het begin van November gereed zijn en de vervaardigers verhoo vaardigen er zich op, dat zijn eerste ern stig werk zal zijn een aanval op Londen. Als dat gebeurt zeggen zij, zullen de Lon- denaars hebben te rekenen op meer dan eenige bommen, zooals die, welke gewor pen zijn op Parijs en andere Fransche steden. „En wanneer inderdaad die aanval ge schiedt, zal hun voorspelling waarschijn lijk juist zijn. De nieuwe Zeppelin zal om zijn kanten bijzondere gaanderijen heb ben voor machine-kanonnen en lichte ar tillerie-stukken. Al de plannen der ontwerpers zijn blijk baar gebaseerd op berekeningen in ver band met den zooveel besproken aanval op Londen. Een der grootste moeilijkheden voor de lucht-commandant van zulk een waagstuk moet zijn de tijd, gedurende wel ken het schip drijvende zou moeten blij ven. Om het gevaar van aanslagen er op te verminderen zou een rond-reis heen en weer noodig zijn naar Antwerpen of naar welke plaats ook, die als basis moet gebruikt worden. Er wordt beweerd, dat de nieuwe super-Zeppelin tegen dit be zwaar zal zijn opgewassen, omdat hét voor onbeperkt langen tijd in de lucht, zal kun nen blijven dooi* het groot aantal gallons in zijn reusachtig omhulsel.' Door middel van een bijzónder apparaat zaLde beman ning in staat zijn die ballons te vulden een voor een, zonder dat men zal behoeven te dalen. Een ander voordeel Van het heb ben van zoovele ballons zal wezen, dat. bijaldien slechts een deel van het lucht schip getroffen wordt, er gas genoeg zal wezen in de andere ballons, om het drij vende te houden. „Er loopen in de, buurt allerlei verhalen over de andere bijzonderheden van het gevaarte. Een er van is, dat het zal voor zien zijn van een nieuw-uitgevonden ge- uischbreker, waardoor het schip zal kun nen reizen, zonder dat iemand het opmerkt als het slechts hoog genoeg blijft. Een ander gerucht is, dat het omhulsel erg donkergrijs zal worden geverfd, zoo dat het 's nachts moeilijk te onderscheiden zal wezen. Er is ook sprake van een bij zonder 'licht kanon, om daarmede af te vuren een bijzonder soort granaten, be vattende een nieuw soort ontploffings middel. Ook wordt verteld, dat een dei- ingenieurs heeft gevonden een projector, bestaande uit een ijzeren koker, waardoor, door middel van een ingewikkeld miktoe- stel, waarbij rekening is gehouden met den wind en de snelheid, van groote hoog te met de grootste zekerheid projectielen kunnen geworpen worden. „Het is onmogelijk na te gaan wat er van al die geruchten waar is, als men geen Duitscher is, doch zooveel staat vast, dat er te Friedrichshafen iets zeer bijzon ders gebeurt." De berichtgever merkt terecht op, dat tot dusverre de Zeppelins in dezen oorlog geen schitterend werk hebben verricht en de Duitschers hopen nu maar op de uit werking der verbeterde Zeppelins. „Het zou zeker hoogst merkwaardig zijn", merkt de Londensche correspondent van het „Hbld." op, „die nieuwste uitvinding van graaf Zeppelin boven Londen te zien, als we daarbij dan ook maar de zekerheid hadden, dan hij geen dood en verderf zou aanrichten in deze stad. Waar echter de zekerheid niet bestaat, dat die reusachtige Zeppelin ook geen mislukking zal wezen, moeten we hier maar wenschen, dat het aanschouwen er van den Londenaars be spaard zal blijven. Dergelijk „hoog" be zoek boven een vijandige stad is thans alles behalve aangenaam. De Turk op het oorlogspad. Het „Huisgezin" schrijft: Het tegenwoordig geslacht heeft Turkije riet anders gekend dan als den Zieken Man. Gladstone, die, met zijn gezicht-van- goede-oude-man, fel kon zijn, noemde eens sultan Abdoel Hamid den greoten moor denaar. Het christelijke Europa heeft altijd vij andig gestaan tegenover den Turk, wiens naam identiek was met wreedheid en on derdrukking. Eeuwen heeft de Balkan onder zijn despot iek juk gezucht. De Janitsaren waren berucht, en nog in den oorlog van 1877 en 1878 deden de wreedheden der basji bazoeks een kreet van afgrijzen in Europa opgaan. Het terugdrijven van den Turk leek een verlossing voor Europa. In de laatste jaren intusschen is de geestdrift voor de vernietiging van den Turk in Europa bekoeld. Het drijven van het Panslavisme deed de vraag stellen, wat grooter gevaar voor Europa opleverde: de aanwezigheid van den Turk in den zuidoosthoek, of de over- heersching van het Slavendom aan den Gouden Hoorn. In den laatsten Balkan-oorlog werd wel gepoogd door het stellen der antithese: Christendom tegenover Islam, op het christelijk gemoed te werken, maar dit reageerde niet gemakkelijk, zeker niet geestdriftig, daar het Christendom van Belgrado en Sofia weinig sympathie wekte. Het Christendom der kruisvaarders was van een ander maaksel en niet zoo verpo litiekt. Op zich zelf stelt niemand er prijs op, de heerschappij van den Turk aan den Bosporus verlengd te zien 'en zal een ne derlaag van de Halve Maan geen deer nis wekken; maar de overheersching van Oost- en Zuid-, straks ook Midden- Europa door het Slavisme, is evenmin zonder bedenking. Zeker, voor het gevoel heeft het iets on behagelijks, Oostenrijk, in vroeger eeuwen het machtige bolwerk tegen den Turk, thans met dezen te zien samengaan; maar het gevoel is in de politiek geen goede mentor. Bovendien is zulk een bondgenootschap ook voor het gevoel" stellig niet meer stui tend dan dat door Engeland met het hei- densche Japan gesloten. De gevoelsmenschen kunnen op dat ter rein de partijen dus quitte rekenen. Buitenkansjes voor postzegelverzamelaars. Een Belgisch medewerker schrijft aan de „N. R. Ct.": Dit is de gulden tijd voor postzegielver zamelaars. Het postverkeer is in onze da gen, zonder het kleurig kleefzegeltje niet meer denkbaar en bij de algemeen inge voerde rijksexploitatie zijn die papieren merkjes niet alleen een eigenaardig soort van betalingsbiljetten, maar ook minia tuurvlaggetjes, welke de souvereine staat op iedere geschreven mededeeling binnen de grenzen van zijn gezagsgebied, plaatst. Uit een goede postzegelverzamelingi kan men heel wat geschiedenis lezen, en het zal voor de echte liefhebbers eens een joy for ever worden in hunne collecties de groote machtsverschuivingen na te slaan, waarvan deze oorlog reeds ongeziene ge vallen heeft geschapén. Het meest bekend en zeer gezocht' zijn hjer in Nederland de Duitsche postzegels uit het bezette België. Zeldzamer en een maal zeker tot hoogere waarde bestemd, zijn de Belgische postzegels, welke op du öogenblik worden afgeleverd en afgestem peld te Havre in Frankrijk. Het stukje Fransch grondgebied, dat de Belgische regeering voorloopig tot zetèl dient, is "bij öfhcieef besluit geëxterrito- rialiseerd geworden en staat onder Bel gische vlag. Belgische gendarmes houden er de wacht in schuilhuisjes, welke in de Belgische kleuren zijri geschilderd. En het Belgische postkantoor levert er Belgische postzegels af. Wie ze gebruikt moet zijn brieven volgens het gewoon Belgisch ta rief frankeoren: 10 centimes voor brieven naar Nederland en 25 centimes voor brie ven van 't verbelgischte Havre naar het Fransche Parijs. Den eersten dag reeds werden er voor 500 fr. van deze zegeltjes in Havre verkocht.. De Fransche bevolking van Havre is er begrijpelijkerwijze op ver zot om zoo'n liefhebberijtje aan haar bin- nenlandsche vrienden over te sturen, al denkt ze ook niet in de verste verte aan het complex van zeer ingewikkelde pro blemen van openbaar recht, welke met dat eigenaardig zegelgebruik vasthangen. Ook herinneringen van lange ballingschap en een onmetelijk volkslijden.... Het nieuwe Duitsche ontploffingsmiddel. De Berlijnsche correspondent van het Madrileensche dagblad ,,A. B. C.", de mijningenieur Otto Schützer, schreef in een artikel over de a.s. invasie van Enge land door de Duitschers aan zijn blad, dat dit artikel in het nummer van 23 Oc tober opnam, dat het in Berlijn een pu bliek geheim was, dat het oogmerk van het Duitsche leger was de geheele kust van Antwerpen tot Calais te vermeesteren, ten einde daarna onmiddellijk met onderzeeërs, Zeppelins en vliegmachines Engeland en de Engelsche vloot aan te vallen. Na herinnerd te hebben aan de armada van Philips II, die door de elementen'meer nog dan door de zwakkere tegenstanders vernietigd werd, gaat Je Duitsche mijn ingenieur verder: Doch ook wij zullen met behulp der ele menten vechten; met behulp van elementen van vernuft en wetenschap. Onneembaar was, volgens de technici van de geheele wereld, de vesting Antwerpen en toch moest deze zich voor de schoten uit de 42 c.M. mortieren overgeven. Waarom nu gelooven, dat het Duitsche vernuft uitgeput zou zijn met die 42-mor- tieren? Hoort een geheim, dat in Berlijn reeds voor niemand meer een geheim is: Wij hebben juist, met een overweldigend succes, een ontzettend ontploffingsmiddel beproefd. Vraagt niet waarin het bestaat: dat weet niemand. Ik kan u slechts ver: zekeren, dat het een chemisch preparaat is, dat uit Zeppelins of vliegmachines in zee geworpen wordt en dat, wanneer het in aanraking komt met het water, een dusda nige expansiekracht ontwikkelt, dat het gol ven opwerpt als bergen zoo hoog, waarin opgezwolgen worden al de schepen, die zich in de buurt bevinden. Binnenkort, heel kort, zal de oorlog be perkt zijn tot Engeland en Duitschland. De Fransche regeering, die zoo overhaast Pa rijs verliet, kan gerust daarheen terugkee- ren. Voor ditmaal zullen de Duitsche solda ten zijn straten niet betreden: doch het is mogelijk, ofschoon de bewering aan velen absurd en ongelooflik moge tpeschijne^ dat zij eerstvolgend Kerstfeest in de stad Londen vieren. Men is na de lezing van deze voorspelling geneigd te vragen of de schrijver een naïef geloovige is, of Duitschlands tegenstanders schrik wil aanjagen. Land en Tuinbouw. llollandsche Maatseliappjj van Landbonw. Blijkens het' kort verslag der jongste ver gadering van het Hoofdbestuur der Holland- sche Maatschappij van Landbouw, heeft bij opening de voorzitter, de heer P. van Forcest, het gelukkig geacht, dat de heer Treub zich geroepen heeft gevoeld, over te gaan naar het Ministerie van Financiën, zoo juist de man voor dezen talc van landsbelang, en dat hij als Minister van Landbouw, Nijverheid en handel zal opgevolgd worden door een zno -bekwaam en energiek man als de heer F. E. Postuma. We mogen ons verheugen, zeidc de voor zitter, over de benoeming van den heer Pos- thuma. Moge het den landbouw onder zijn leiding goed gaan en mogen de donkere dagen Van thans goed doorstaan worden. Besloten werd, dat het hoofdbestuur bij de Regeering zal steunen het- adres van den Minister van Landbouw, Niyverhekl cn Handel, waarbij verzocht werd het uitvoerverbod van schokkcrerwten op te heffen. De gronden, waarop het adres steunde, zijn o.a., dat, als uitvoer wordt toegestaan, dit tot gevolg zal hebbenle dat een ver beneden de waarde gedaald artikel aan den werke- lijkcn prijs komt; 2e dat een hoeveelheid veevoer van 20 a 30 duizend H.L. beschikbaar blijft en, daar het lezen van erwten meest te Rotterdam geschiedt, eene bron van werk verschaffing in het leven wordt geroepen in het centrum van werkloosheid. In deze vergadering was ook ingekomen een schrijven van de Rijkslandbouwleeraren voor Noord-Holland en Zuid-Holland, waarin zij, namens den Inspecteur van den Landbouw, verzoeken, de centrale commissie voor de zaaizaadkeuringen der Maatschappij in kennis te stellen met cenc handeling van een Over- ijeclsehe firma, die geplombeerde rogge als origineelc Potküser rogge heeft afgeleverd en doen betalen als origineelc, terwijl bleek dat de rogge dit niet was. Bij de bespreking dezer zaak werd ook nog medegedeeld, dat er deelnemers zijn aan de ge controleerde zaaizadenkeuring der Holl. Maat schappij van Landbouw, die hun zaaizaad hebben doen keuren en in zakken laten plom- beeren, doch op bestelling zaad afleveren in niet geplombeerde zakken, terwijl anderen hun goedgekeurd zaaizaad aanbieden in ge plombeerde zakken voor een bedaalden prijs, in niet geplombeerde zakken voor 50 cent lager. Dergelijke praktijken worden ten sterkste gegispt. Uit vroeger dagen. „De Vischbrug". Men schrijft ons uit W o u b r u g g e: Bij het lezen in „Uit vroeger dagen" over „De Leidsche Vischbrug" deden en kele lezers hier de vraag, waór liggen de plaatsen, waarachter vraagteekens staan? Bij Vjöshoi staat ook zoo'n teeken. Waar ligt Voshol. Nooit van gehoord! Vergun mij daarop een antwóord te geven. De tegenwoordige gemeente Ter Aar maakte in de 16e eeuw een deel van dat balluwschap uit, doch nadat Willebrord, de ijverige apostel der heidenen, uit En geland hier overgekomen was, had „Ter Aar" nog een anderen naam die nog min der bekend is, n.m.l. „Harago". De heerlijkheid Ter Aar toch was oor spronkelijk een woud. Hierop doelt de naam „Harago", welke heiligdom betee- kent. De heidensche bevolking had n.l. hare heiligdommen in bosschen en wou den. De overlevering vertelt nog, dat Wil lebrord gebeden zou hebben, dat dit woud mocht neergeveld worden, wijl er zooveel afgoderij gepleegd werd. Een tweede plaatsnaam, waarbij „Kees" een vraagteeken plaatst, is „Esselijker- woude". In een verdrag omtrent de ker ken dezer landen tusschen Willem I, bis schop van Utrecht, en den abt Regunber- tus van Echternach wordt die plaats „Aschekerwalt" genoemd, dit is het te genwoordige Woubrugge, of juister, het kruispunt midden in den polder „Vier- ambacht", ook wel „Jacobswoude" gehee- ten. (Dit dorp is verdwenen.) Eigenaardig dat in bedoeld nummer der „L. Crt." het actueele stuk van „beroeps- visschers en vischhandelaren" vlak naast de historische „Vischbrug" was geplaatst. Oudtijds was er dan ook een nauw ver band tusschen die personen en die brug. Ziehier een voorbeeld uit velen. Wou brugge had iri het bizonder belang bij de „Leidsche Vischbrug". Hier woonden aan de tegenwoordige Woudschendijk de „Vroners" (visschers) die de vroonwateren van Leiden (Brasemermeer) bevischten; ziehier hunne verplichtingen: „verhuu- ringhs voorwaerde van de groote seghen van de jaere 1539": a. al de visch moest te Leiden aan de Vischbrug gebracht wor den (juist iets wat de Visscherij-Inspec- tie thans afkeurt); b. de visschers mochten geen ander vischwater huren, en c. zij moesten zelfs voor de nakoming dezer ver plichting beëedigd worden. Het vischwater bracht toen per jaar op „58 pont van 40 grooten". Den 16en Juni 1554 vergunde de Vroon- meester den pachter, dat hij een deel der visscherij „in de Aer, Braessemmermeer en in 't Griet", aan een ander mocht over doen. Niet alleen hielpen de Woubruggers in 1532 de „Vischbrug" vernieuwen, doch be taalden reeds in 1324 hun deel aan het onderhoud dier brug. Voor ditmaal genoeg. Later eens de ge schiedenis van het Brasemermeer met haar schoone waterpartijen. In deze streken wil men wel wat meer weten van „die Mere van Rinsaterwald". Burgerlijke Stand. LEIDEN. Geboren: Gerrit, zn. van G. van Stra- ter en L. E. Berenfinger; Paulus, zn. van J. .Verplancke en M. C. Pik^ar; ChrisUna Apolonia Maria, dr. van A. Bernard cn J. J. Geenjaar; Nceltje, ar. van A. Immink en G. yeiinond; Abraham, zn. van G. L. J<: Kloos en T. Gaastra; Wouter, zn. van W.' van Egmond en C. van den Berg; Poulus, Jacobus, zn van C. de Laaf en J. Wetselaar; Johunna, dr. van L. Menken cn A. Blom- rnestein; Johannes Theodorus Hendricus/ zn. van J. Th. Bousie en A. M. Ooijcndijk; Alida, dr. van J. Cobtemiurp en W. F. Hessen; Marictje, dr. van Tl. van der Reep en A. Veldhoven; Theodora Hendrica, dr. van J. Nobel en E. M. J. van Gils; Lena, dr. van P. J. van der Voord ta D. Schroef; Johannes Jacobus, zn. van C. van der Biom en J. Bun; Ba>tiana, di. van G. van Leeu wen en A. Schanp. Overleden: J. H. Borier, m. 22 j.; C. de Jong, jm. 22 j.; A. F. Lm assen, ongeh. v. 83 j F. A. Shalhmann, w. 72 j.; S. Zirk- zre, weduwe van J. Imaris, 82 j.; A. M. van Tlees, on^ch. v. 58 j.,' C. J. van Velsen, d. 12 m. ALKEMADE. Geboren: Johanna Maria, d. v. J. van der Zon en A. Wegbrands; Everardus Johannes Maria, d. v. Th. Bakker en B. J. Rodewijk. Overleden: J. M. van den Haak, 5 mnd.; G. J. l'Ami, 23 mnd.; A. A. Goede- mans, 34 jaar; J. P. N. Cozijn, 9 mnd. HAZERSWOUDE. Geboren: Boudewijn Herman, Zoon van Frans Vermeulen en Maria Hendrika van den Bosch. Pieter, Z. van Pieter van der Werf en Alida Elisabeth van Meurs. Cornelia Wilhelmina, D. van TIendrikus Gijsbertus Verbij en Johanna van den Akker. Jacob, Z. van Jacobus Kapaan en Jannetje van Weeren. Petronella Julia, D. van Johannes Hendrikus Fase en Hendrika Jacoba Kerkvliet, Adriana Cornelia, D.i van Johannes Olierook en Pieternella Vol- kuil, Johanna Izabella, D. van Jan Fase en Maatje Maria Vroegop. Marijtje D. v. Albcrtus van der Lede en Ermpje Hoo- gendoorn. O v e r le d e n; Hugo Zintel, j. m. oud 26 jaren. NIEUWKOOP. Geboren: levenl. zoon van A. Vink en M. van Trigt. Overleden: J. Zwanenburg, 64 j. te Delft; A. van den Haak, wed. van TI. Knaap, 86 j. G e h u w d: P. G. van Vliet, 32 j. onlangs te Waarden en P. C. Hellingerwerf, 29 j. te Zegveld. TER-AAR. Geboren: Wijntje d .v. J. Vis en H. A. van Pronsen. Gehuwd: J. van der Hoorn 27 jm. met D. M. Vermeulen jd. 22 j. Th. Kiekens jm„ 27 j. en J. Nieuwendijk jd. 33 j. Ondertrouwd: C. G. van Vliet en N. van Vliet. Geboren: Margaretha Jannetje, d. v., W. Hoogendoorn en A. Zaal, Heintje d. v. A. van de Pol en G. Meerlo; Petrus Joannes z. v. J. A. Jacobi en M. W. de Rijk; Daan, z. van G. de Jong en J. Bakker; Jacob, z. van J. P. Veerman en N. van der Boon; Pahasia Theodora d. v. G. de Jong en B. Spijker; Elisabeth Pietertje en Pieter Dirk d. en z. van T. Verboom en P. de Jong. O v e r 1 o d e n: I. M. van Zuijlen, wed., van TI. Bekker 89 jaren. ZOETERWOUOE. Geboren: Antonia, dr. van D. Planje en G. Lit; Arie Jacobus, zn. van R. v. Leeu wen en M. Ouwersloot; Jan, zn. van J. Naber en A. M. Tjeertes; Cornelis Johannes en Jan Johannes (tweelingen) zn. van I. J. Klaver en M. A. Leurs. Getrouwd: L. Visscher, 36 j., en Pe tronella Hoogeveen, 29 j. Overleden: Maria Louise Beullens, 45 j., echtgenoote«van C. Cijpers, van Ant werpen. S chaakrubriek. Oplossing van probleem 201 van: H. F. W. Lane, te Bradford. F. e. 2. Correcte oplossing ontvangen van E. de Ruiter, te Oegstgeest; W. van Kins, te Boskoop; P. van Velzen, Q. Doeswjjk, P. Reeuwijk en Jac. van Stein, te Zoeterwou- de; J. Heemskerk, te Roelofarendsveen; R. Paulides, te Leiden; Th. Smit en J. Brug man, te Hazerswoude. Probleem 204 van W. A. SHINKMAN. ZWART. - i WIT. Mat in 2 zetten: Stand der s-t ukken. Wit: K. d. 8. D. b. 4; T. f. 6; P, e. 3; P, f 8 L. g. 8; Zwart: K. e. 5; T. h. 4; L. a. 1; L. c. 6 P. e. 8; P. g. 3; pionnen b. 5; b. 6. e. 4; Oplossingen worden ingewacht tot Zater dag 28 November, Motto Schaak, Leidsche Courant, Leiden. n

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 3