OORLÖGS-VARIA.
i A
I m
A
Een Bomaanslag. Door de ontploffing
van een boni is bet gebouw van het gerechts
hof in Bronx (het noordelijk gedeelte van
Nieuw York) vernield. De aanslag was blijk
baar gericht tegen den rechter Gibbs en zijn
assistenten, die streng optraden tegen hande
laars in blanke slavinnen en hen voorbeeldig
straften.
De wonden in den modernen oorlog.
Bij de bezichtiging van een lazaret op
het westelijk oorlogsterrein heeft Payr, de
commandeerende oficier van gezondheid
van het Saksische leger, een lezing gehou
den voor de oorlogscorrespondenten, waar
in hij interessante mededeelingen deed
over het karakter der wohcten in dezen
oorlog, waarin met zoovele nieuwe wape
nen gestreden wordt. Vooraf werden eeni-
ge woorden gezegd over het nieuwste En-
gelsche infanterie-projectiel. Dit heeft
een dunnen, stalen mantel, een kern
van lood en een punt van alluminium.
Als dit projectiel treft, werken de verschil
lende, metalen zoo ongelukkig op elkaar,
dat men vaak de uitwerking als van een
dum-dum krijgt.
•Professor Payr- gaf een overzicht van de
projectielen, waarmee men thans rekening
te houden heeft. Deze zijn, de kogel van
het infanteriegeweer, van een shrapnell,
de splinter van de granaat en van de vlie-
gerbom, en dan nog de vliegerpijl. Vei dei-
komen verwondingen voor met allerlei in
directe projectielen doordat stukken van
de kleeding, geldstukken, en wat de sol
daat verder nog in den zak draagt in het
lichaam worden gedreven.
De moderne Fransche infanteriekogel is
uit betrekkelijk week materiaal vervaar
digd. De punt buigt reeds om als déze een
stof van eenig weerstandsvermogen treft.
Indien de kogel een steen raakt, slaat hij
zoo plat als een scheepsbout. De kartets
kogel is van lood en natuurlijk nog zachter
dan de Fransche geweerkogel met zijn al
liage aan koper, en wordt nog sterker
misvormd. Granaat- en bomsplinters heb
ben onberekenbare vormen. Iets heel
nieuws in dezen oorlog is de vliegerpijl.
Als deze pijlen uit vijftien honderd meter
hoogte loodrecht naar beneden vallen, be
reiken zij een snelheid van tweehonderd
meter m een seconde, dus ongeveer die
van een ouden geweerkogel. Daardoor zijn
de wonden zeer ernstig. Het is ..voorgeko
men, dat een pijl een man door oen
schouder drong, het geheelè lichaam door
boorde en er in de dij uit kwam.
Vroeger geloofde men, dat bloedvaten
voor den geweerkogel konden wijken. Het
moderne infanterieprojectiel schuift de
bloedvaten niet meer terzijde, maar gaat
er doorheen, zelfs door kleine aderen.
Daarom moet men met veel meer bloedin
gen rekenen. Deze zijn nog zooveel te ge
vaarlijker, omdat het schotkanaal in het
lichaam uiterst klein is.
Zeer belangrijk zijn de been- cn ge-
wrichtswonden door de moderne Wapens.
Op korten afstand - worden de beenderen
verbrijzeld. Hoe grooter de afstand, des
te eer is er kans, dat de kogel slechts een
gat maakt met een paar barsten er om
heen. De harde, lange pijpbeenderen ver
splinteren nog op korten afstand. Zelfs op
zestien- tot achttienhonderd meter, terwijl
de kogels door de meer sponsachtige been
deren, zooals bijvoorbeeld het kniegewricht
geen complicaties vooroorzaken. Daarom
hebben gewrichtsschoten een betrekkelijk
gunstig beloop. Schoten in het hoofd ko
men in dezen oorlog zeer veel voor, omdat
de soldaat bij het schieten uit de loopgraaf
dit lichaamsdeel vertoonen moet. liet
hoofd wordt doorschoten of de kogel maakt
een geul in den schedel. Dit laatste soort
van wonden veroorzaakt door de been
splinters' bijna zonder uitzondering he
vige infectie. Deze wonden worden behan
deld door de heele baan van het projectiel
op te maken.
Schoten door den hals hebben, ondanks
de belangrijke orkanen, die daar liggen,
meestal een gunstig beloop. Schoten door
de borst hebben echter het gunstigste be
loop van alle wonden, die wij in den mo
dernen oorlog zien. Japaneezen zeiden,
dat lieden met eenvoudige borstschoten,
acht dagen later weer in de gevechtslijn
waren. Bij ons zijn de gewonden, zelfs als
de kogel door de long gegaan is, na tien
tot veertien dagen weer in staat om ver
voerd te worden. Als ze dan nog eenige da
gen bloed opgeven, is dit geen onrustba
rend verschijnsel.
Veel verschil van opvatting is er over
schoten in het onderlijf geweest. In vredes
tijd geldt het als regel om een buikschot
zoo spoedig mogelijk te opereeren. In den
Zuid-Afrikaanschen oorlog had men reeds
de ervaring opgedaan, dat de wond
minder gevaarlijk was als er niet geope
reerd werd. Ook wij hebben zeer gunstige
ondervindingen opgedaan met een behan
deling, die er zich toe bepaalt den gewon
de volstrekte rust te geven en hem alle
eten en drinken gedurende acht dagen te
onthouden. Als men zich niet aan dezen
termijn hield, traden complicaties op.
Het uitwasschen van de wonden is na-
deelig gebleken, Men legt er nu slechts
een stuk steriel gaas op. De soldaten zelf
weten bun verbandpakjes buitengewoon
handig te gebruiken.
Aan het verwijderen van de kogels uit
het lichaam hecht men geen bijzondere
waarde meer. Het Fransche projectiel ech
ter, dat uit een koperalliage is samenge
steld, veroorzaakt pijnen. Hoe dit te ver
klaren is, begrijpt spr. niet, maar het feit
staat vast. Bij verwondingen door kartets
kogels komen in zeventig of vijf en zeven
tig procent van de gevallen infecties voor.
Granaatsplinters moeten altijd verwijderd
worden. Zij vormen een bijzonder gevaar.
Veel gevallen van tetanus zijn daardoor
voorgekomen. In vele gevallen hebben-
wij daarom reeds het tetanus-serum toe
gepast. In het bègin van den oorlog heb
ben wij helaas een gedeelte van onze teta-
nus-lijders verloren. Het is echter door
onze ervaring veel beter geworden.
De uitwerking van de vliegerbom is zeer
verschillen^ van die van de barstende
granaat. Wonden, zelfs van kleine stukjes,
zijn zoo buitengewoon zwaar, als spr. ze
bij granaatsplinters niet heeft gezien. Een
tweede onaangename eigenschap van de
rondvliegende stukken van de bom is, dat
zij zoo scherp als een mes in de ledematen
dringen en de bloedvaten doorsnijden. Bij
een man, die getroffen was door een stuk,
niet grooter dan de na-gel van een ringvin
ger, was dit binnengedrongen in het kuil
tje boven het sleutelbeen en had alle arm
spieren doorgesneden. Ook komen vaak
brandwonden voor als de vliegerbom in
de nabijheid van den gewonde gebarsten
is. Zooiets ziet men nooit bij granaatwon-
den.
De toekomstige aanval op Londen.
Zal het er ooit van komen, dat Duitsch-
land Londen aanvalt uit de lucht? En zoo
ja, op welke wijze zal dit geschieden? Zie
daar een vraag, naar aanleiding waarvan
een aan het Meer van Constanz verblijf
houdende medewerker van „Daily Chro
nicle" het volgende schrijft:
„Er gebeurt iets bijzonders te Frie-
drichshaven. Uit mijn raam heb ik het
gezicht op de wit-roode-stad, gelegen aan
den voet van den lagen heuvel, die afglooit
naar het meer. Zij ziet er zoo vreedzaam
genoeg uit, doch ik weet, dat in het lange
drijvende gebouw welks zijkanten thans
glinsteren in de zonnestralen en dat oprijst
uit de donkere wateren van meer dan eenige
honderden meters voor de kleine haven
tal van bedreven werktuigkundigen dag
en nacht bezig zijn met het opbouwen van
een luchtmonster, dat, wat betreft zijn
kracht tot vernietiging, zijn weerga niet
heeft.
„Het moet in het begin van November
gereed zijn en de vervaardigers verhoo
vaardigen er zich op, dat zijn eerste ern
stig werk zal zijn een aanval op Londen.
Als dat gebeurt zeggen zij, zullen de Lon-
denaars hebben te rekenen op meer dan
eenige bommen, zooals die, welke gewor
pen zijn op Parijs en andere Fransche
steden.
„En wanneer inderdaad die aanval ge
schiedt, zal hun voorspelling waarschijn
lijk juist zijn. De nieuwe Zeppelin zal om
zijn kanten bijzondere gaanderijen heb
ben voor machine-kanonnen en lichte ar
tillerie-stukken.
Al de plannen der ontwerpers zijn blijk
baar gebaseerd op berekeningen in ver
band met den zooveel besproken aanval op
Londen. Een der grootste moeilijkheden
voor de lucht-commandant van zulk een
waagstuk moet zijn de tijd, gedurende wel
ken het schip drijvende zou moeten blij
ven. Om het gevaar van aanslagen er op
te verminderen zou een rond-reis heen
en weer noodig zijn naar Antwerpen of
naar welke plaats ook, die als basis moet
gebruikt worden. Er wordt beweerd, dat
de nieuwe super-Zeppelin tegen dit be
zwaar zal zijn opgewassen, omdat hét voor
onbeperkt langen tijd in de lucht, zal kun
nen blijven dooi* het groot aantal gallons
in zijn reusachtig omhulsel.' Door middel
van een bijzónder apparaat zaLde beman
ning in staat zijn die ballons te vulden een
voor een, zonder dat men zal behoeven te
dalen. Een ander voordeel Van het heb
ben van zoovele ballons zal wezen, dat.
bijaldien slechts een deel van het lucht
schip getroffen wordt, er gas genoeg zal
wezen in de andere ballons, om het drij
vende te houden.
„Er loopen in de, buurt allerlei verhalen
over de andere bijzonderheden van het
gevaarte. Een er van is, dat het zal voor
zien zijn van een nieuw-uitgevonden ge-
uischbreker, waardoor het schip zal kun
nen reizen, zonder dat iemand het opmerkt
als het slechts hoog genoeg blijft. Een
ander gerucht is, dat het omhulsel
erg donkergrijs zal worden geverfd, zoo
dat het 's nachts moeilijk te onderscheiden
zal wezen. Er is ook sprake van een bij
zonder 'licht kanon, om daarmede af te
vuren een bijzonder soort granaten, be
vattende een nieuw soort ontploffings
middel. Ook wordt verteld, dat een dei-
ingenieurs heeft gevonden een projector,
bestaande uit een ijzeren koker, waardoor,
door middel van een ingewikkeld miktoe-
stel, waarbij rekening is gehouden met
den wind en de snelheid, van groote hoog
te met de grootste zekerheid projectielen
kunnen geworpen worden.
„Het is onmogelijk na te gaan wat er
van al die geruchten waar is, als men
geen Duitscher is, doch zooveel staat vast,
dat er te Friedrichshafen iets zeer bijzon
ders gebeurt."
De berichtgever merkt terecht op, dat
tot dusverre de Zeppelins in dezen oorlog
geen schitterend werk hebben verricht en
de Duitschers hopen nu maar op de uit
werking der verbeterde Zeppelins. „Het
zou zeker hoogst merkwaardig zijn",
merkt de Londensche correspondent van
het „Hbld." op, „die nieuwste uitvinding
van graaf Zeppelin boven Londen te zien,
als we daarbij dan ook maar de zekerheid
hadden, dan hij geen dood en verderf zou
aanrichten in deze stad. Waar echter de
zekerheid niet bestaat, dat die reusachtige
Zeppelin ook geen mislukking zal wezen,
moeten we hier maar wenschen, dat het
aanschouwen er van den Londenaars be
spaard zal blijven. Dergelijk „hoog" be
zoek boven een vijandige stad is thans
alles behalve aangenaam.
De Turk op het oorlogspad.
Het „Huisgezin" schrijft:
Het tegenwoordig geslacht heeft Turkije
riet anders gekend dan als den Zieken
Man.
Gladstone, die, met zijn gezicht-van-
goede-oude-man, fel kon zijn, noemde eens
sultan Abdoel Hamid den greoten moor
denaar.
Het christelijke Europa heeft altijd vij
andig gestaan tegenover den Turk, wiens
naam identiek was met wreedheid en on
derdrukking.
Eeuwen heeft de Balkan onder zijn
despot iek juk gezucht.
De Janitsaren waren berucht, en nog in
den oorlog van 1877 en 1878 deden de
wreedheden der basji bazoeks een kreet
van afgrijzen in Europa opgaan.
Het terugdrijven van den Turk leek een
verlossing voor Europa.
In de laatste jaren intusschen is de
geestdrift voor de vernietiging van den
Turk in Europa bekoeld.
Het drijven van het Panslavisme deed
de vraag stellen, wat grooter gevaar voor
Europa opleverde: de aanwezigheid van
den Turk in den zuidoosthoek, of de over-
heersching van het Slavendom aan den
Gouden Hoorn.
In den laatsten Balkan-oorlog werd wel
gepoogd door het stellen der antithese:
Christendom tegenover Islam, op het
christelijk gemoed te werken, maar dit
reageerde niet gemakkelijk, zeker niet
geestdriftig, daar het Christendom van
Belgrado en Sofia weinig sympathie
wekte.
Het Christendom der kruisvaarders was
van een ander maaksel en niet zoo verpo
litiekt.
Op zich zelf stelt niemand er prijs op,
de heerschappij van den Turk aan den
Bosporus verlengd te zien 'en zal een ne
derlaag van de Halve Maan geen deer
nis wekken; maar de overheersching
van Oost- en Zuid-, straks ook Midden-
Europa door het Slavisme, is evenmin
zonder bedenking.
Zeker, voor het gevoel heeft het iets on
behagelijks, Oostenrijk, in vroeger eeuwen
het machtige bolwerk tegen den Turk,
thans met dezen te zien samengaan; maar
het gevoel is in de politiek geen goede
mentor.
Bovendien is zulk een bondgenootschap
ook voor het gevoel" stellig niet meer stui
tend dan dat door Engeland met het hei-
densche Japan gesloten.
De gevoelsmenschen kunnen op dat ter
rein de partijen dus quitte rekenen.
Buitenkansjes voor postzegelverzamelaars.
Een Belgisch medewerker schrijft aan
de „N. R. Ct.":
Dit is de gulden tijd voor postzegielver
zamelaars. Het postverkeer is in onze da
gen, zonder het kleurig kleefzegeltje niet
meer denkbaar en bij de algemeen inge
voerde rijksexploitatie zijn die papieren
merkjes niet alleen een eigenaardig soort
van betalingsbiljetten, maar ook minia
tuurvlaggetjes, welke de souvereine staat
op iedere geschreven mededeeling binnen
de grenzen van zijn gezagsgebied, plaatst.
Uit een goede postzegelverzamelingi kan
men heel wat geschiedenis lezen, en het
zal voor de echte liefhebbers eens een joy
for ever worden in hunne collecties de
groote machtsverschuivingen na te slaan,
waarvan deze oorlog reeds ongeziene ge
vallen heeft geschapén.
Het meest bekend en zeer gezocht' zijn
hjer in Nederland de Duitsche postzegels
uit het bezette België. Zeldzamer en een
maal zeker tot hoogere waarde bestemd,
zijn de Belgische postzegels, welke op du
öogenblik worden afgeleverd en afgestem
peld te Havre in Frankrijk.
Het stukje Fransch grondgebied, dat
de Belgische regeering voorloopig tot zetèl
dient, is "bij öfhcieef besluit geëxterrito-
rialiseerd geworden en staat onder Bel
gische vlag. Belgische gendarmes houden
er de wacht in schuilhuisjes, welke in de
Belgische kleuren zijri geschilderd. En het
Belgische postkantoor levert er Belgische
postzegels af. Wie ze gebruikt moet zijn
brieven volgens het gewoon Belgisch ta
rief frankeoren: 10 centimes voor brieven
naar Nederland en 25 centimes voor brie
ven van 't verbelgischte Havre naar het
Fransche Parijs. Den eersten dag reeds
werden er voor 500 fr. van deze zegeltjes
in Havre verkocht.. De Fransche bevolking
van Havre is er begrijpelijkerwijze op ver
zot om zoo'n liefhebberijtje aan haar bin-
nenlandsche vrienden over te sturen, al
denkt ze ook niet in de verste verte aan
het complex van zeer ingewikkelde pro
blemen van openbaar recht, welke met
dat eigenaardig zegelgebruik vasthangen.
Ook herinneringen van lange ballingschap
en een onmetelijk volkslijden....
Het nieuwe Duitsche ontploffingsmiddel.
De Berlijnsche correspondent van het
Madrileensche dagblad ,,A. B. C.", de
mijningenieur Otto Schützer, schreef in
een artikel over de a.s. invasie van Enge
land door de Duitschers aan zijn blad,
dat dit artikel in het nummer van 23 Oc
tober opnam, dat het in Berlijn een pu
bliek geheim was, dat het oogmerk van
het Duitsche leger was de geheele kust van
Antwerpen tot Calais te vermeesteren, ten
einde daarna onmiddellijk met onderzeeërs,
Zeppelins en vliegmachines Engeland en
de Engelsche vloot aan te vallen.
Na herinnerd te hebben aan de armada
van Philips II, die door de elementen'meer
nog dan door de zwakkere tegenstanders
vernietigd werd, gaat Je Duitsche mijn
ingenieur verder:
Doch ook wij zullen met behulp der ele
menten vechten; met behulp van elementen
van vernuft en wetenschap. Onneembaar
was, volgens de technici van de geheele
wereld, de vesting Antwerpen en toch
moest deze zich voor de schoten uit de 42
c.M. mortieren overgeven.
Waarom nu gelooven, dat het Duitsche
vernuft uitgeput zou zijn met die 42-mor-
tieren? Hoort een geheim, dat in Berlijn
reeds voor niemand meer een geheim is:
Wij hebben juist, met een overweldigend
succes, een ontzettend ontploffingsmiddel
beproefd. Vraagt niet waarin het bestaat:
dat weet niemand. Ik kan u slechts ver:
zekeren, dat het een chemisch preparaat is,
dat uit Zeppelins of vliegmachines in zee
geworpen wordt en dat, wanneer het in
aanraking komt met het water, een dusda
nige expansiekracht ontwikkelt, dat het gol
ven opwerpt als bergen zoo hoog, waarin
opgezwolgen worden al de schepen, die
zich in de buurt bevinden.
Binnenkort, heel kort, zal de oorlog be
perkt zijn tot Engeland en Duitschland. De
Fransche regeering, die zoo overhaast Pa
rijs verliet, kan gerust daarheen terugkee-
ren. Voor ditmaal zullen de Duitsche solda
ten zijn straten niet betreden: doch het
is mogelijk, ofschoon de bewering aan velen
absurd en ongelooflik moge tpeschijne^
dat zij eerstvolgend Kerstfeest in de stad
Londen vieren.
Men is na de lezing van deze voorspelling
geneigd te vragen of de schrijver een naïef
geloovige is, of Duitschlands tegenstanders
schrik wil aanjagen.
Land en Tuinbouw.
llollandsche Maatseliappjj van Landbonw.
Blijkens het' kort verslag der jongste ver
gadering van het Hoofdbestuur der Holland-
sche Maatschappij van Landbouw, heeft bij
opening de voorzitter, de heer P. van Forcest,
het gelukkig geacht, dat de heer Treub zich
geroepen heeft gevoeld, over te gaan naar
het Ministerie van Financiën, zoo juist de
man voor dezen talc van landsbelang, en dat
hij als Minister van Landbouw, Nijverheid
en handel zal opgevolgd worden door een zno
-bekwaam en energiek man als de heer F. E.
Postuma.
We mogen ons verheugen, zeidc de voor
zitter, over de benoeming van den heer Pos-
thuma. Moge het den landbouw onder zijn
leiding goed gaan en mogen de donkere dagen
Van thans goed doorstaan worden.
Besloten werd, dat het hoofdbestuur bij de
Regeering zal steunen het- adres van den
Minister van Landbouw, Niyverhekl cn Handel,
waarbij verzocht werd het uitvoerverbod van
schokkcrerwten op te heffen.
De gronden, waarop het adres steunde, zijn
o.a., dat, als uitvoer wordt toegestaan, dit tot
gevolg zal hebbenle dat een ver beneden
de waarde gedaald artikel aan den werke-
lijkcn prijs komt; 2e dat een hoeveelheid
veevoer van 20 a 30 duizend H.L. beschikbaar
blijft en, daar het lezen van erwten meest te
Rotterdam geschiedt, eene bron van werk
verschaffing in het leven wordt geroepen in
het centrum van werkloosheid.
In deze vergadering was ook ingekomen
een schrijven van de Rijkslandbouwleeraren
voor Noord-Holland en Zuid-Holland, waarin
zij, namens den Inspecteur van den Landbouw,
verzoeken, de centrale commissie voor de
zaaizaadkeuringen der Maatschappij in kennis
te stellen met cenc handeling van een Over-
ijeclsehe firma, die geplombeerde rogge als
origineelc Potküser rogge heeft afgeleverd en
doen betalen als origineelc, terwijl bleek dat
de rogge dit niet was.
Bij de bespreking dezer zaak werd ook nog
medegedeeld, dat er deelnemers zijn aan de ge
controleerde zaaizadenkeuring der Holl. Maat
schappij van Landbouw, die hun zaaizaad
hebben doen keuren en in zakken laten plom-
beeren, doch op bestelling zaad afleveren in
niet geplombeerde zakken, terwijl anderen
hun goedgekeurd zaaizaad aanbieden in ge
plombeerde zakken voor een bedaalden prijs,
in niet geplombeerde zakken voor 50 cent lager.
Dergelijke praktijken worden ten sterkste
gegispt.
Uit vroeger dagen.
„De Vischbrug".
Men schrijft ons uit W o u b r u g g e:
Bij het lezen in „Uit vroeger dagen"
over „De Leidsche Vischbrug" deden en
kele lezers hier de vraag, waór liggen de
plaatsen, waarachter vraagteekens staan?
Bij Vjöshoi staat ook zoo'n teeken. Waar
ligt Voshol. Nooit van gehoord! Vergun
mij daarop een antwóord te geven.
De tegenwoordige gemeente Ter Aar
maakte in de 16e eeuw een deel van dat
balluwschap uit, doch nadat Willebrord,
de ijverige apostel der heidenen, uit En
geland hier overgekomen was, had „Ter
Aar" nog een anderen naam die nog min
der bekend is, n.m.l. „Harago".
De heerlijkheid Ter Aar toch was oor
spronkelijk een woud. Hierop doelt de
naam „Harago", welke heiligdom betee-
kent. De heidensche bevolking had n.l.
hare heiligdommen in bosschen en wou
den. De overlevering vertelt nog, dat Wil
lebrord gebeden zou hebben, dat dit woud
mocht neergeveld worden, wijl er zooveel
afgoderij gepleegd werd.
Een tweede plaatsnaam, waarbij „Kees"
een vraagteeken plaatst, is „Esselijker-
woude". In een verdrag omtrent de ker
ken dezer landen tusschen Willem I, bis
schop van Utrecht, en den abt Regunber-
tus van Echternach wordt die plaats
„Aschekerwalt" genoemd, dit is het te
genwoordige Woubrugge, of juister, het
kruispunt midden in den polder „Vier-
ambacht", ook wel „Jacobswoude" gehee-
ten. (Dit dorp is verdwenen.)
Eigenaardig dat in bedoeld nummer der
„L. Crt." het actueele stuk van „beroeps-
visschers en vischhandelaren" vlak naast
de historische „Vischbrug" was geplaatst.
Oudtijds was er dan ook een nauw ver
band tusschen die personen en die brug.
Ziehier een voorbeeld uit velen. Wou
brugge had iri het bizonder belang bij de
„Leidsche Vischbrug". Hier woonden aan
de tegenwoordige Woudschendijk de
„Vroners" (visschers) die de vroonwateren
van Leiden (Brasemermeer) bevischten;
ziehier hunne verplichtingen: „verhuu-
ringhs voorwaerde van de groote seghen
van de jaere 1539": a. al de visch moest
te Leiden aan de Vischbrug gebracht wor
den (juist iets wat de Visscherij-Inspec-
tie thans afkeurt); b. de visschers mochten
geen ander vischwater huren, en c. zij
moesten zelfs voor de nakoming dezer ver
plichting beëedigd worden.
Het vischwater bracht toen per jaar op
„58 pont van 40 grooten".
Den 16en Juni 1554 vergunde de Vroon-
meester den pachter, dat hij een deel der
visscherij „in de Aer, Braessemmermeer
en in 't Griet", aan een ander mocht over
doen.
Niet alleen hielpen de Woubruggers in
1532 de „Vischbrug" vernieuwen, doch be
taalden reeds in 1324 hun deel aan het
onderhoud dier brug.
Voor ditmaal genoeg. Later eens de ge
schiedenis van het Brasemermeer met
haar schoone waterpartijen.
In deze streken wil men wel wat meer
weten van „die Mere van Rinsaterwald".
Burgerlijke Stand.
LEIDEN.
Geboren: Gerrit, zn. van G. van Stra-
ter en L. E. Berenfinger; Paulus, zn. van
J. .Verplancke en M. C. Pik^ar; ChrisUna
Apolonia Maria, dr. van A. Bernard cn J.
J. Geenjaar; Nceltje, ar. van A. Immink en
G. yeiinond; Abraham, zn. van G. L. J<:
Kloos en T. Gaastra; Wouter, zn. van W.'
van Egmond en C. van den Berg; Poulus,
Jacobus, zn van C. de Laaf en J. Wetselaar;
Johunna, dr. van L. Menken cn A. Blom-
rnestein; Johannes Theodorus Hendricus/
zn. van J. Th. Bousie en A. M. Ooijcndijk;
Alida, dr. van J. Cobtemiurp en W. F.
Hessen; Marictje, dr. van Tl. van der Reep
en A. Veldhoven; Theodora Hendrica, dr.
van J. Nobel en E. M. J. van Gils; Lena,
dr. van P. J. van der Voord ta D. Schroef;
Johannes Jacobus, zn. van C. van der Biom
en J. Bun; Ba>tiana, di. van G. van Leeu
wen en A. Schanp.
Overleden: J. H. Borier, m. 22 j.;
C. de Jong, jm. 22 j.; A. F. Lm assen, ongeh.
v. 83 j F. A. Shalhmann, w. 72 j.; S. Zirk-
zre, weduwe van J. Imaris, 82 j.; A. M. van
Tlees, on^ch. v. 58 j.,' C. J. van Velsen,
d. 12 m.
ALKEMADE.
Geboren: Johanna Maria, d. v. J.
van der Zon en A. Wegbrands; Everardus
Johannes Maria, d. v. Th. Bakker en B. J.
Rodewijk.
Overleden: J. M. van den Haak, 5
mnd.; G. J. l'Ami, 23 mnd.; A. A. Goede-
mans, 34 jaar; J. P. N. Cozijn, 9 mnd.
HAZERSWOUDE.
Geboren: Boudewijn Herman, Zoon
van Frans Vermeulen en Maria Hendrika
van den Bosch. Pieter, Z. van Pieter van
der Werf en Alida Elisabeth van Meurs.
Cornelia Wilhelmina, D. van TIendrikus
Gijsbertus Verbij en Johanna van den
Akker. Jacob, Z. van Jacobus Kapaan en
Jannetje van Weeren. Petronella Julia, D.
van Johannes Hendrikus Fase en Hendrika
Jacoba Kerkvliet, Adriana Cornelia, D.i
van Johannes Olierook en Pieternella Vol-
kuil, Johanna Izabella, D. van Jan Fase
en Maatje Maria Vroegop. Marijtje D. v.
Albcrtus van der Lede en Ermpje Hoo-
gendoorn.
O v e r le d e n; Hugo Zintel, j. m. oud
26 jaren.
NIEUWKOOP.
Geboren: levenl. zoon van A. Vink en
M. van Trigt.
Overleden: J. Zwanenburg, 64 j. te
Delft; A. van den Haak, wed. van TI.
Knaap, 86 j.
G e h u w d: P. G. van Vliet, 32 j. onlangs
te Waarden en P. C. Hellingerwerf, 29 j.
te Zegveld.
TER-AAR.
Geboren: Wijntje d .v. J. Vis en H.
A. van Pronsen.
Gehuwd: J. van der Hoorn 27 jm. met
D. M. Vermeulen jd. 22 j. Th. Kiekens jm„
27 j. en J. Nieuwendijk jd. 33 j.
Ondertrouwd: C. G. van Vliet en
N. van Vliet.
Geboren: Margaretha Jannetje, d. v.,
W. Hoogendoorn en A. Zaal, Heintje d. v.
A. van de Pol en G. Meerlo; Petrus Joannes
z. v. J. A. Jacobi en M. W. de Rijk; Daan,
z. van G. de Jong en J. Bakker; Jacob, z.
van J. P. Veerman en N. van der Boon;
Pahasia Theodora d. v. G. de Jong en B.
Spijker; Elisabeth Pietertje en Pieter Dirk
d. en z. van T. Verboom en P. de Jong.
O v e r 1 o d e n: I. M. van Zuijlen, wed.,
van TI. Bekker 89 jaren.
ZOETERWOUOE.
Geboren: Antonia, dr. van D. Planje
en G. Lit; Arie Jacobus, zn. van R. v. Leeu
wen en M. Ouwersloot; Jan, zn. van J.
Naber en A. M. Tjeertes; Cornelis Johannes
en Jan Johannes (tweelingen) zn. van I. J.
Klaver en M. A. Leurs.
Getrouwd: L. Visscher, 36 j., en Pe
tronella Hoogeveen, 29 j.
Overleden: Maria Louise Beullens,
45 j., echtgenoote«van C. Cijpers, van Ant
werpen.
S chaakrubriek.
Oplossing van probleem 201 van:
H. F. W. Lane, te Bradford.
F. e. 2.
Correcte oplossing ontvangen van E. de
Ruiter, te Oegstgeest; W. van Kins, te
Boskoop; P. van Velzen, Q. Doeswjjk, P.
Reeuwijk en Jac. van Stein, te Zoeterwou-
de; J. Heemskerk, te Roelofarendsveen; R.
Paulides, te Leiden; Th. Smit en J. Brug
man, te Hazerswoude.
Probleem 204 van W. A. SHINKMAN.
ZWART.
- i
WIT.
Mat in 2 zetten:
Stand der s-t ukken.
Wit: K. d. 8. D. b. 4; T. f. 6; P, e. 3; P, f 8
L. g. 8;
Zwart: K. e. 5; T. h. 4; L. a. 1; L. c. 6
P. e. 8; P. g. 3; pionnen b. 5; b. 6. e. 4;
Oplossingen worden ingewacht tot Zater
dag 28 November, Motto Schaak, Leidsche
Courant, Leiden.
n