BINNENLAND.
Uit Stad en Omgeving.
ALBERT RIEL
nauwkeurige beschrijving der feiten mede
deelde.
,,Weest er verzekerd van, dierbare broe
der, zoo zegt de Paus, dat wij levendig
aandeel nemen in uw diepe smart, die u
overmant bij den aanblik van al dit lij
den." Gedachtig aan de treurige gevolgen,
zoowel op godsdienstig, op kunst- of mate
rieel gebied en aan het beminde, zwaar
beproefde diocees, schenkt de Paus aan
Z. Em. den Apostolischen zegen.
Een nieuwe onderzeeboot. Naar de
„New York Times" verneemt, heeft het
Amerikaansche ministerie van marine de
voorbereidende maatregelen ten einde ge
bracht voor den bouw van een duikboot
van een nieuw type, die in grootte alle
thans bestaande zal overtreffen. De boot,
die drie millioen gulden zou kosten, zal 300
voet lang zijn, zich kunnen verplaatsen
over een afstand van 3500 mijl en een snel
heid hebben van 21 knoopen.
De Achelsche Kluis. De Achelsche
Kluis is wederom, naar de ,,N. Rott. Crt."
verneemt, door een groot getal Duitsche
militairen bezet. De paters zijn weer over
de Nederlandsche grens gevlucht.
In de Belgische gemeente Deurne waren
gisteren twee Duitsche soldaten bezig een
niet ontplofte granaat-kartets onschadelijk
te maken, terwijl een knaap van 10 jaar in
de nabijheid er naar stond te kijken. Plot
seling ontplofte het projectiel en alle- drie
werden op slag gedood.
Het schoonste schouwspel. Uittreksel
uit een brief, in de loopgraven geschreven
door een onder-officier, uit Dijon, en mede
gedeeld door de „Croix"
„Gisteren waren wij op een uitgestrekt
slagveld, overdekt met dooden. Het was
indrukwekkend. Alle dorpen stonden in
brand, men hoorde de granaten en kogels
fluiten, de mannen waren in de loopgra
ven. Eén schaduwbeeld slechts bewoog zich
in den dichten nevel over het slagveld: het
was de bisschop van Atrecht, die naar
iederen doode ging om er de gebeden voor
de overledenen te bidden. Nooit was ik zoo
onder den indruk; het was het schoonste
schouwspel, dat ik ooit aanschouwd had"...
Een slachtoffer der naastenliefde. De
ware heldinnen van het slagveld zijn de
liefdezusterkens. Uit de puurste christelijke
naastenliefde trotseeren zij den dood en
vallen vaak ten offer aan de gevolgen van
het bloedige spel der menschelijke harts
tochten, waaraan zij niet het minste deel
hadden. Ilun liefdedood zal in de bovenna
tuurlijke orde een zwaar gedeelte der oor
logsmisdaden terugkoopen.
Onlangs stierf zuster Maria Mathilde,
rijks-gravin von Wolff-Metternich, den hel
dendood, nauwelijks 35 jaren oud.
Geboren op het kasteel van Arcen in
Hollandsch-Limburg was zij op 23-jarigen
leeftijd in de orde van den H. Carolus Uor-
ïomeus getreden en had 12 jaar lang armen
en zieken verpleegd in Berlijn en te 's-Her-
togenbosch.
In 't begin van den oorlog trok zij mede
naar 't slagveld voor den lazaret-dienst
\an het 16e Duitsche legerkorps, werd mid
den in haar werkzaamheid door de typhus
aangetast en stierf na eenige dagen. Ver
leden Zaterdag is zij te Trier begraven met
militaire eer.
Bekeering van een vrijmetselaar. „In
den nacht voor het feest van O. L. Vrouwe
van den H. Rozenkrans", aldus inhaalt
de „Tijd" uit den brief van een Fransen
aalmoezenier, „moest ik een katholiek ge
wonde de II.II. Sacramenten der Sterven
den toedienen. Den volgenden dag maakte
ik gebruik van zijn beste oogenbiikken, om
vertrouwelijk met hem te spreken, en ik
heb niet zonder ontroering de schoonheid
gezien van deze roomsche ziel en de edel
moedigheid van zijn hart. Voortdurend
6prak hij slechts over den Heiland, Dien
I ij had ontvangen en Dien hij luide aan
liep om hulp voor Frankrijk. Het was zoo
treffend, dat een zijner gewonde mede-sol
daten, de eenige op de zaal, die zijn chris
telijke plichten niet had vervuld en die
vrijdenker en vrijmetselaar was, mij open
lijk vroeg, ook hem de H.H. Sacramenten
toe te dienen."
Een veldbrief van een pater Assomptio-
nist. Aan een brief van een Franschen
pater Assomptionist, die als zoovele geesio
lijken te velde staat, is het volgende om-
leend: „De Duitsche artillerie kwam in
actie en weldra hagelde het ijzer on vuur
iondom ons. Een kogel floot vlak boven mij
ei sloeg een paar meter verder in. Ik keer
de mij onwillekeurig orn, teneinde mijn
kameraden op te zoeken. Alle mannen van
n.ljn afdceling lagen op den grond cn
steunden. Ik liep hun te hulp, vijf waren
er gedood, elf gewond. De commandant,
die zwaar getroffen was, riep mij. Ik ging
r.aar hem toe, nam hem in mijn armen op
en bracht hem onder het springen der gra
naten weg. Hij vroeg een priester en aan
•den voet van een boom biechtte hij. Zijn
biechtvader was een eenvoudig foldaat.
Diie dagen geleden ben ik opnieuw aan
een groot gevaar ontsnapt. Ik was van
mijn compagnie afgeraakt en bij het 14de
regiment jagers aangekomen. Daar moes
ten wij terugtrekken. Ik stond aan rien
linkervleugel. We zouden naar een bo^ch
gaan op drie honderd mefer afstand. Drch
dAflr fluiten weer de kogels om me heen.
Ik ga op den grond liggen en wacht tot
cie kogelregen voorbij is, toen ben ik weg
gekropen en heb het bosch behouden be
reikt. Het was de Zaterdag, Maria-dag,
en ik draag altijd Haar medaille op mijn
borst. Alle dagen roep ik Haar aan. Ook
mijn professie-kruis heb ik nog."
Algemcene mobilisatie in China? De
„Tagliclie Rundschau" «verneemt uit Mi
laan, dat China de algemeene mobilisatie
bevolen heeft. De consulaten der Chinee-
sce republiek in Italië zouden reeds op
roepingsbevelen aan de Chineesche onder
danen gezonden hebben.
Een Japansche torpedobcot gezonken.
In de golf van Kiautsjau is gisteren een
Japansche torpedoboot gezonken, welke
bezig was om mijnen op te vissclien. Het
giootsts gedeelte der bemanning is gered.
Dc bruggen naar Westelijk Zeeuwsch-
Vlaanderen. De Duitschers hebben gis
teren en eergisteren alle bruggen in Bel
gië, welke toegang geven tot Westelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen, laten springen. Den
geheelen morgen werden hier hevige ont
ploffingen gehoord.
De Oostenrijkers In Servië. Over de
krijgsverrichtingen in Servië wordt offici
eel uit het groote Oostenrijksche hoofd
kwartier gemeld:
Den lOden dezer zijn 's ochtends de heu
vels van Misar, ten Zuiden van Sabats,
na een vierdaagschen bloedigen strijd,
stormenderhand genomen. Daardoor is de
Servische rechtervleugel ingedrukt. Wij
hebben vele gevangenen gemaakt. De Ser
viërs hebben de sterk verschanste linie Mi-
sarCap -Planina moeten ontruimen en
terugtrekken. De sterke vijandelijke ach
terhoede biedt in van te voren gereedge
maakte achteraarts gelegen stellingen nog
tegenstand.
Onze opmarsch ten Oosten van de lijn
Losnitsa-Kroepanj vordert goed, ondanks
den heftigen tegenstand van de Servische
achterhoede. De heuvels ten Oosten van
Jawlaka zijn reeds in ons bezit.
Voor zoover thans bekend is, zijn in de
gevechten van 610 November ongeveer
4300 Serviërs gevangen genomen, 16 machi
negeweren, 28 kanonnen (waaronder een
van zwaar kaliber), een vaandel, verschei
dene munitiewagens en zeer veel munitie
buit gemaakt.
Het testament van Graaf de Mun.
De „Osservatore Romano" zegt, dat graaf
Bertrand de Mun, zoon van wijlen graaf
Albert de Mun, om aan den wensch zijns
vaders te voldoen, aan den Paus het vol
gend uittreksel uit het testament van den
overledene heeft doen toekomen:
„Ik draag Bertrand op om, na mijn
dood, aan de voeten van den Opperherder
de vurige betuiging mijner volstrekte toe
wijding aan de Katholieke, Apostolische en
Roomsche Kerk; mijner volslagen gehoor
zaamheid aan hare uitspraken, geuit door
het onfeilbaar woord van haren Opperher
der; mijner liefde voor den Paus en mijner
onbegrensde toewijding aan zijne zaak,
re er te leggen."
Nederland en de Oorlog.
Kon. Nat. Steuncomité 1914.
De twaalfde lijst van ontvangen bijdra
gen van 1 t/m. 7 November 1914 wijst een
totaal aan van f 27,827.34.
Het totaal der ontvangen bijdragen en
toezeggingen is thans gestegen tot
f 741,592.34.
Bovendien is telegrafisch van eenige zeer
belangrijke bijdragen uit Ned.-Indië be
richt ontvangen, waarvan de verantwoor
ding geschieden zal, zoodra dienaangaan
de nadere bijzonderheden zullen zijn be
kend géworden.
Bijdragen van de zijde van leger en
vloot zullen «voortaan verantwoord wor
den, zonder vermelding der tijdelijke
adressen van de schenkers.
Uitvoerrechten.
Het bestuur der .Yereeniging van Zuivel-
fabrikauten in Nederland heeft naar aanlei
ding van het wetsontwerp-tot tijdelijke hef
fing van uitvoerrechten een adres tot de
Tweede Kamer gericht, waarin het zegt, dat
oorlogswinsten niet zijn af te leiden int een
vergelijking der prijzen van twee verschillende
perioden, vooral niet, wanneer de basisperiode
2 zomers en 2 winters omvat. De win ter-
prijzen moeten noodwendig liooger zijn dan
dc zomerprijzen. Een uitvoerrecht op boter
en kaas is bovendien onbillijk daar door de
toepassing van een ccrtifieatensysteem op den
uitvoer ervan in werkelijkheid "reeds een be
lasting is gelegd ter compenseering der door
de regeering kunstmatig lang gehouden prijzen
voor de binncnlandsche consumptie. Voorts
kan Nederland's plaats op de wereldmarkt
voor gecondenseerde melk alleen worden ge
handhaafd door grooten omzet tegen lage
prijzen, zoodat een belasting ook niet op de
buitenlandsche consumenten kan worden af
gewenteld. Het adres eindigt met de uiting
der hoop, dat de wet niet op zuivelproducten
zal worden toegepast.
Een waar woord.
De „Times" had 29 October een hoofdartikel
over „Gastvrij Nederland" en ontving naar
aanleiding daarvan het volgend briclje van
een Nederlander:
„De Britsche pers is eenstemmig in haar
lof over de Nederlandsche regeering in deze
moeilijke tijden en vol waardecring voor het
geen ons volk voor de Belgen doet.
In vele uwer bladen lezen wij het hoofdje:
„Wat doen wij om Nederland te helpen?"
Gij behoort ons te helpen om dezen last
minder drukkend te maken. Wij vragen
geenerlei gunst. Wij vragen enkel wat billijk
is. Wij wenschcn voor gereed geld en zelfs
tegen hoogen prijs onze levensmiddelen te
koopen, ouder eiken gewenschten waarborg
dat het voor binnenlandsch gebruik geschiedt
en zij Nederland niet meer uitgaan. Dat gij
van uw machthebbenden gedaan krijgt, dat
zij, onder voldoenden waarborg, daartoe ver
lof geven dat is het wat gij kunt doen
voor Nederland, voor „Gastvrij Nederland".
Maïs.
Naar aanleiding van het protest van de
graanhandelaren en molenaars tegen den
maatregel der Regeering om alle beschik
bare mixed maïs toe te wijzen aan het Cen
traal Bureau van het Nederlandsclu)
Landbouwcomité, vernemen wij van zeer
bevoegde zijde dat de Regeering, hoezeer
erkennende, dat de veehouders nog be
langrijke bedragen aan den graanhandel
schuldig zijn, daarin geen aanleiding kon
vinden om een deel van haar maïs-voor-
raad aan de graanhandelaren toe te wij
zen. Er heerschte immers een buitenge
wone voedernood, waarin voorzien moest
worden, om te voorkomen, dat de kleine
varkens nog langer tout prix ver
kocht werden, hetgeen voor de landarbei
ders en de kleine boeren die varkens fok
ken een groot verlies beteekende. Ook de
mesters, die gedwongen werden hun var
kens te verkoopen, rijp ol niet, hadden
groote schade. Had deze toestand nog
eenigen tijd voortgeduurd, dan zou het
einde zijn geweest, dat er geen varkens-
vleesch of spek meer te krijgen was.
D&érvoor diende in de eerste plaats te
worden gewaakt, zoowel in het belang van
den boerenstand als van de verbruikers
van varkensvleesch en spek. Zoodra er
echter weer voldoende voorraad maïs
komt, zal de zaak ook voor de graanhan
delaren in orde komen. Hun klacht, dat
de veehouders hun nog millioenen schul
dig zijn, gaat feitelijk geheel om buiten
de door de Regeering genomen maatrege
len. ^Zij zijn dat geld trouwens niet kwijt,
daar de veehouders die het hun schuldig
zijn, het evengoed moeten betalen, nu zij
tijdelijk geen maïs van hen betrekken. Al
leen blijkt uit deze klacht, dat het gevolgd
systeem van leveren op crediet niet deugt.
Hadden zij contant geleverd, gelijk zulks
door coöperatieve vereenigingen pleegt te
geschieden, dan hadden zij thans niet mil
lioenen te vorderen die niet binnenkomen.
Deuitvoervan sp c k.
Nadet door het antwoord van den Mi
nister van Landbouw enz. op een vraag
van den heer Schaper bekend was gewor
den, dat een uitvoerverbod van spek werd
voorbereid, werden groote partijen spek
uitgevoerd.
Om dien uitvoer te beletten, heeft de op
perbevelhebber, op verzoek van de reges-
ring een verbod uitgevaardigd, om ge
rookt, gedroogd cn gezouten spek uit 4e
voerer^
Dit verbod is reeds 1.1. Zaterdagavond in
werking getreden in afwachting van het
Kon. besluit, waarbij bedeelde uitvoer zal
worden verboden.
Een uitzondering is bij overgangsbepa
ling gemaakt voor pai'tijen, waarvoor
reeds contracten waren afgesloten en die
reeds ter verzending waren ingeladen.,
Boter.
Men meldt uit Oldenzaal aan de „Mshd."
De roomboterprijs is hier door den bur
gemeester vastgesteld op f 1.45 per kilo. De
Coöp. Roomboterfabriek „Ons Belang"
weigerde daarop boter in de stad te leve-
len, weshalve de territoriaal bevelhebber
den uitvoer van roomboter van uit deze
naar andere gemeenten heeft verboden.
Op de naleving van dit verbod wordt nauw
lettend door de politie toegezien, daar de
boterfabriek juist op de grens der gemeente
ligt.
Opgebrachte schepen.
De „N. R. Crt." meldt, dat de Neder
landsche stoomschepen Randwijk en Bruns-
wijk, beiden van de reederlj Erhardt Dek
kers, te Rotterdam, en het stoomschip
Noordwijk van dé Reederijmaatschappij
Noordwijk aldaar, alle gecharterd door de
Holland-Amerikalijn en 7 November resp.
van Rotterdam naar New-York en Balti
more vertrokken, naar Weymouth zijn op
gebracht.
Een drijvende m ij n vóór
IJ m u i d e n.
Naar men aan het „Hbld." mededeelt,
werd gisteren vóór IJmuiden een losge
raakte mijn gesignaleerd. De autoriteiten
werden gewaarschuwd, om het gevaarlijke
werktuig onschadelijk te maken„
M. de Jong. f
De heer Melchert de Jong, oud-lid van
de Eerste Kamer, is Dinsdagavond te
Hoorn overleden.
De heer De Jong was 16 Februari 1840
te Hoogkarspel geboren. Voor den handel
opgeleid, was hij tot 1869 in zijn geboor
teplaats werkzaam, in welk jaar hij zijn
firma naar Hoorn overbracht. In 1892
werd hij in deze gemeente tot wethouder
benoemd.
De Provinciale Staten van Noörd-Hol-
Iand, waarvan hij sedert 1891 lid was, heb
ben hem in 1893 voor de eerste maal be
noemd tot lid van de Eerste Kamer en se
dert zijn mandaat hernieuwd, tot hij in
1913 zich niet meer herkiesbaar stelde. De
heer De Jong behoorde tot de liberale
partij.,
Waakzaam.
Onder dit opschrift antwoordt de heer
Duymaer van Twist in de N. Crt. op den
aanval van den gep. luitenant-generaal
W. G. F. Snijders, waarvan wij gisteren
melding maakten.
„De heer W. G. F. Snijders, luitenant-
generaal b. d., heeft de vrijheid genomen
een hoeveelheid hatelijkheden aan mijn
adres In uw blad te schrijven.
Daarin heeft die opperofficier getoond
nog steeds de oude te zijn en niets te heb
ben geleerd.
In zijn militaire carrière heeft zijn ruw
en onoordeelkundig optreden aan velen in
het leger heel wat leed veroorzaakt. Onze
onvergetelijke kameraad Thomson, die de
harde hand van den generaal duchtig ge
voeld heeft, heeft de edele karaktereigen
schappen van den heer Snijders goed lee-
ren onderscheiden.
Maar ook de oud-Minister Colijn is niet
vrij gebleven van de vriendelijkheden van
den oud-inspecteur van de infanterie. In
het nummer van 13 December 1911 van de
N. Courant kon rnen van de hand van de
heer W. G. F. Snijders, gep. luitenant-
generaal, -een artikel aantreffen, waarin
een vocabulaire van allerlei grofheden
was te vinden, die die opperofficier zich
destijds tegen den toenmaligen Minister
van Oorlog durfde veroorloven.
Terecht heeft de heer Colijn den gene
raal in het openbaar een flinke afstraffing
toegediend. Helaas zonder ander resultaat
dan dat de verhouding nog verergerde.
Tot soortgelijke verergering zou ik door
een tegenschrift mijnerzijds niet gaarne
aanleiding geven. Ik doe er daarom het
zwijgen toe, te meer, waar ook nu weer
blijkt op wat lichtvaardige en verdacht-
makende wijze de generaal gewoon in zijn
meening uit te spreken. De heer W. G. F.
Snijders blijkt noch den inhoud noch de
bedoeling van mijn vraag aan den Minis
ter van oorlog begrepen te hebben."
Het verweer is heel wat waardiger dan
de aanvaL
„Het Vaderland" noemt het geschrijf
van den gep. luitenant-generaal „onbe
schaafd." Deze uitdrukking is o. i. niets te
kras.
Alleen de „N. Rotterdemsehe Courant"
neemt het blijkbaar met instemming over.
Aan dat liberale persorgaan is a 11 e *s
welkom, als rechts maar een hak wordt ge
zet!
De „Standaard" noemt den uitval een
uiting van militairisme cn vraagt:
„Is het wel ooit voorgekomen, dat een
militair van hoogen rang aldus allen eer
bied voor de Staten-Generaal te grabbel
wierp?
Onwillekeurig rijst zelfs de vraag, of de
redactie van de „Nieuwe Courant" wel op
goeden voet roet de eischen van het con-
stitutioneele leven bleef, toen ze zulk een
militaire hakzetterij tegen een lid der Sta
ten-Generaal zelfs zonder een enkel woord
van critiek opnam."
In de Vereenigde Staten, en zelfs in En
geland, ware zoo iets ondenkbaar geweest.
Rusland was er het iand voor!"
De Tuchtunie.
Het bestuur van de Tuchtunie heeft zich
met een adres tot de Tweede Kamer ge
wend met verzoek om in het aanhangig
voorstel tot vaststelling van een nieuw
Wetboek "van Strafvordering zoodanige wij
zigingen aan te brengen, dat een vlugge,
eenvoudige berechting van kleine zaken,
snelle oplegging en spoedige tenuitvoerleg
ging van straf voor overtredingen inder
daad worde bereikt.
Een ander adres aan de gemeenteraden
heeft tot strekking te verzoeken dat de
onderwijzers de leerlingen van tijd tot tijd
onderhouden over het groote zedelijke en
economische belang van het vreemdelin
genverkeer voor ons land, de verplichtin
gen ^an ons ivolk als gastvrije beschaafde
natie en de houding, die vooral kinderen
tegenover vreemdelingen hebben aan te
nemen.
Ten slotte heeft de Tuchtunie in een
afzonderlijk adres aan de gemeenteraden
verzocht bij de vaststelling van uitbrei-
dings- en bebouwingsplannen terreinen
van voldoende grootte in voldoende mate
als sport- en speelterreinen aan te Wijzen.
Alle drie heele mooie voorstellen. Bekend
zijn de wenschen, die daarin tet uitdruk
king komen, maar om ze doorgevoerd te
krijgen zal er nog wel eens meer aan her
innerd moeten worden.
De Haagsche Tramweg-Maatschappij.
Naar het „Vad." verneemt heeft de di
recteur der Haagsche Tramweg-Maatschap
pij, de heer H. A. J. van Stipriaan Luïs-
cius, opnieuw zijn ontslagaanvrage inge
diend als gevolg van verschil van inzicht
met den president-commissaris nir. D. van
Houten.
Dante's Hemelvisie.
De afdeeling Leiden «van den R.K. Dioc.
Vrouwenbond hield gisteravond een le
denvergadering in de bovenzaal van „In
den Vergulden Turk". Bij afwezigheid van
de presidente mevr. Wyers Smeets, open
de mej. D. Coebergh de vergadering met den
christelijken groet, heette allen welkom en
gaf het woord aan de secretaresse ter voor
lezing der notulen, welke onveranderd
goedgekeurd werden. Na eenige mededee
lingen van huishoudelijken aard beklom
mevr. J. Sterck Proot het spreekgestoelte
om haar onderwerp te behandelen:
Dante's Hemelvisie".
Na een heerlijke inleiding, waarin de
begaafde spreekster de grootheid en de
harmonie van het scheppingswerk schil
dert, krijgen wij in het kort een uiteen
zetting der meening, welke de Middel
eeuwers omtrent het heelal hadden. Ver
volgens komt mevr. Sterck tot haar eigen
lijk onderwerp: „Dante en zijn hemelvi
sie", welke door lichtbeelden van Gustaaf
Doré verduidelijkt wordt.
Daar het voor ons onmogelijk was een
geregeld verslag van deze inderdaad kunst
rijke beschouwing te geven het was
door de lichtbeelden donker in de zaal
zullen wij trachten een overzicht van het
verhandelde te geven.
In de Divina Comedia begint het ver
haal met 's Dichters tocht door de Hel, ver
volgens handelt het van zijn tocht langs
den Louteringsberg en eindigt met 's Dich
ters tocht door den Hemel.
Het belangrijke feit uit zijn leven is de
liefde voor Beatrice, welke hij op twaalf
jarige leeftijd ontmoet in Florence, zijn
geboortestad. Hij ontmoet Beatrice nog
slechts enkele malen in zijn leven. Zijn
grootsche en zuivere liefde voor zijn geleid
ster door het tranendal heeft hij zelf be
schreven in zijn boek „Vita Nuova."
Beatrice sterft en wij vinden Dante te
rug in het donkere woud, waarin wij hem
in de eerste verzen van zijn groot gedicht
over „De Hel" verdwaald zien. Beatrice
daalt af in de Limben, om Vergilius uit te
noodigen haar geliefde te begeleiden in
„Het Donkere Woud". Vergilius zending
eindigt op de top van „Den Louterings
berg" en nu verschijnt Beatrice zelf om
met de macht van haar liefdeblik den dich
ter van sfeer tot sfeer op te te neffen naar
het Paradijs. De stijging begint van
Dante door de vcrschmtnde regionen. Pijl
snel verheft hij zich naar den Maran-he-
me'l. Hier ziet de dichter de eerste zielen
in het Paradijs, de zielen dïe' geloften niet
volbracht hadden. Beatrice voert Dante
hooger op naar den tweeden hemel, de
planeet Mercurius, de plaats van hen, die
groote dingen tot stand brachten: o.a. ont
moet de dichter hier Karei Martel. Naar
mate Beatrice stijgt, neemt haar schoon
heid toe in schittering. Zij zijn nu in den
„Zonnehemel" bestemt voor de theologen
en kerkvaders. Dante bemerkt hier St. Tho
mas van Aquino en Bonaventura die Fran-
ciscus van Asshië en den II. Dominicus
verheerlijken. In den hemel Mars zijn de
martelaren, in den hemel Jupiter de recht
vaardige vorsten, in den hemel van Sa-
Ingezonden Mededeelingen
a 30 cent per regel.
DENKT OM T
MEUBELMAGAZIJN
MARE 36.
f
turnus verschijnt de heilige Petrus Da-
mianus. In het teeken der Tweelingen
voert Beatrice Dante naar den sterrenhe
mel. Hier een speling van licht en een
heerlijke zang. Op Beatrice's bede onder
vragen de II. Petrus, de II. Jacobus en
de H. Johannes den dichter over het geloof,
de hoop, d'e liefde. Van hier uit aanschouwt
Dante de aarde en staat verbaasd over den
kleinen aardbol.
Nn heeft de overtocht plaats van Dante
naar den Kristalhemel. Beatrice heeft haar
plaats weder ingenomen in den hoogsten
hemel, nadat de dichter de hemelroos aan
schouwd heeft en een rivier van licht en
oevers met bloemen getooid. De II. Bernar-
dus heeft de plaats van Beatrice ingeno
men. tin een verheven gebed roept hij
de hulp van Maria in, opdat zij haar Zoon
smeeke, dat Dante's vurige wensch moge
verwezenlijkt worden „God onmiddellijk
te aanschouwen". Dante's blik neemt in
scherpte toe, hij aanschouwt het lichtpunt
en in het lichtpunt de eenheid der Drie
Goddelijke Personen en het wezen van
Christus.
Ziehier in korte trekken de heerlijke
voordracht van Mevr. SterckProot. In
een rijkdom van woorden en een pracht
taal heeft zij ons den weg gewezen in den
hemel van Dante. Met juistheid heeft zij
de geniale verzen van den scnepper der
Divina Comedia geciteerd en hen, die be
kend waren met Dante's meesterwerk, ge
prikkeld het boek wederom ter hand te
nemen om na haar kunstvolle voordracht
en heerlijke opvatting den Hemel van Dan
te in een beter en juister"]icht te zien. De
voorzitster was dan ook de tolk van allen
toen zij deze begaafde spreekster een har
telijk en spoedig weerzien toeriep.
De lichtbeelden waren mooi en v<üdeden
uitstekend. Het ware alleen gewenscht,
dat wanneer bij een volgende gelegenheid
weer lichtbeelden vertoond worden, de da
mes zoo goed wilden zijn de hoeden af te
zetten. Dan kunnen allen zien en wordt de
aandacht niet afgeleid door krakende sloe-
len en dames die opstaan en gaan zitten.
Een Mid-zomernacht-droom.
Zeer talrijk was gisteravond het publiek
op alle rangen van den schouwburg.
Het was er een weelde voor de ooren
de zuivere mpziek van Felix-Mendelssohn-
Bartoldy, op onberispelijke wijze uitge-
voerd door de Arnhemsche orkest-vereoni-
ging onder leiding van Peter van Anrooy;
de teere solo's «van mevr. Alida Loman en
mevr. Phien de Flines.
Het was er ook een weelde voor de oogen
de in hoog-artistieken zin ontworpen
decors en costumes (niet alle costumes
konden onze bewondering verwerven,
maar die van de elfen b.v. waren èn ieder
op zichzelve èn in hare combinatie van een,
wij zouden haast zeggen, betooverende
schoonheid); de van edelen en kinschen
smaak getuigende rythme in de dansen
der elfen.
Dit wat betreft de omlijsting van het
tooneelspel.
Het tooneelspel zelf van William Sha
kespeare in de vertaling >van dr. L. A. J.
Burgersdijk werd onder directie van
Willem Royaards uitmuntend opgevoerd.
Het spel van Oberon, koning der Elfen,
(Willem Rooyaards), en van Puck, een
kabouter, (Jan Musch), die door koning
Oberon wordt uitgezonden eerst om ver
liefden tijdens den slaap zand in de oogen
te strooien, waardoor zij bij het ontwa
ken verliefd worden op het eerste levend
wezen, dat zij aanschouwen, en vervolgens
om door middel van een ander zaad hun
gedachten weer op den eerst-beminde te
richten het spel van deze beide was
voortreffelijk; door hun dictie kwamen tot
haar recht de fijnheid der uitdrukking en
de diepte der gedachte in Shakespeare's
tooneelspel, zoo meesterlijk door Burgers-
dijk vertaald.
Veel bijval oogstten ook, zeer terecht, de
Atheensche landswerklieden, die ter eerc
van koning Theseus' huwelijk een come-
die opvoerden.
Theseus, koning van Athene (Gerard
Vrolik) had, ons inziens, vooral in den
aanvang, wel wat krachtiger betooning in
zijn oordracht kunnen leggen. Het spel
van Hcrmia (Henriette Demmink) noemen
we nog afzonderlijk, om te besluiten, dat
Willem Rooyaards weer eer heeft verwor
ven met zijn gezelschip.
Het spel zelf, in schijn loutcr-oppervlak-
kig en luchtig-vroolijk (het is als een
droom), b<*» e st, naar den trant der klas
sieke tooneelspelen, de moraal, dat de ver
liefdheid slechts in naam stamverwant met
de liefde, grillig en onbeciuidind is.
Willem Rooyaards werd aan het eindo
een krans aangeboden. I et was een deli
cate gedachte van hem om in die hulde tc
doen declen Peter van Anrooy, den cmi-
nenten directeur van de Arnhemsche Or
kest v ere Qr.i ging.
Dc Belgische vluchtelingen.
Het Vluchtelingen-Comité alhier deelt
ons mede:
Het Antwerpsch Centra al-bureel voor in
lichtingen aan Vluchtelingen (Kunstlei 64)e
schrijft ons d.d. 10 Nov. '14:
1. Onbemiddelde Vluchtelingen kunnen
gerust terug, zij worden voldoende onder
steund;
2. Jonge Mannen kunnen gerust in crt
uit Antwerpen.
Met 't oog op dit schrijven kunnen wij
den vluchtelingen met vertrouwen aanra
den naar Antwerpen terug te gaan,.