8 BUITENLAND. De Oorlog. In 's levens maalstroom. 6e JAARGANG. No. 1545 e SMdéMm Soti/fca/nt BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week fl.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 27° cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent MAANDAG NOVEMBER. 1914. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handel8-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. De val van Tsingtau. Dat Tsingtau vallen moest was duidelijk. Afgesneden van het moederland, strijdend tegen een veelvoudige overmacht, heeft de kolonie het veel langer uitgehouden dan men in Duitschland of zelfs bij zijn tegen standers voor mogelijk hield. Nu is het ge vallen. Deze oorlog zaait onnoemlijk veel haat en bitterheid, maar -bitterder haat dan die door het lot van Tsingtau in het Duitsche volk wordt geplant is welhaast niet dunk- baar. En dat is, bij de manier waarop Ja pan zonder een spoor van noodzaak ingreep in dezen oorlog, dan óok begrijpelijk. Tsingtau, de hoofdplaats van het Duit sche pachtgebicd Kiautsjau, in de Chinee- sche provincie Sjantoeng, was onder het Duitsche bestuur een havenplaats van be- teekenis geworden. Het vroegere Chineesche plaatsje was een mooie, moderne stad ge worden, met alle inrichtingen, die daartoe behoorden. Men vond er een prachtig gou vernementsgebouw, een station van de lijn.- Tsingtau-Tsinanfóe, abattoir, electriciteits- werken, hospitalen, kerken en scholen, ambtenaarswoningen en sanitaire inrichtin gen. De Duitschers waren wat trotsch op hun mooie stad, en op de havenwerken, waarin een drijvend dok voor schepen tot 15,000 ton, op de uitgestrekte kaden en de beide pieren en de groote meteorologische inrichting. Nu is die stad, welke zij door een for tenlinie uitnemend versterkt hadden, in handen der Japanners gevallen, evenals de Marshall-, de Carolinen- en de Samoa- eilanden. Al deze verre buitenposten van de Duitsche wereldmacht, die niet. vol- jfèrTÓbst-Aziatischen bondgenoot van En geland. Zij werden, volgens de Japansche mededeeling, slechts tijdelijk bezet, om stra tegische redenen. Maar prof. Kernkamp stelt in de „Vragen des Tijds" de vraag: of de Engelschen in Australië en de Vereenig- de Staten het erg prettig zullen vinden de Japansche vrienden zoo dicht bij hunne landen in strategische polities te zien. Tengevolge van den moord, in China ge pleegd op twee Duitsche zendelingen, wa ren in 1897 Duitsche oorlogsschepen naar de Golf van Kiautsjau gezonden en was het land om de baai bezet. Bij verdrag van den 6den Maart 1898 werd een klein gebied, om de baai gelegen, door China voor 99 jaar aan Duitschland verpacht. Geen 99 jaar, doch slechts 16 jaar heeft die bezitstoestand geduurd. Wat de jongste gebeurtenissen aangaat, zij er enkel aan herinnerd, dat Japan op 23 Augustus aan Duitschland den oorlog ver klaarde. Op 2 September bezetten de Japan ners 7 eilanden om Kiou-tsjao. Den 14den October wordt Tsingtao door de noncombat tanten ontruimd. Op den 17den boort de Duitsche torpedoboot S 90 den Japanschen kruiser Takasjiho in den grond bij Tsing tao. De S 90 loopt in de Chineesche territo riale wateren op de kust en blijft als wrak aan den grond titten; de bemanning wordt later door de Chineezen geïnterneerd. Den 30sten October wordt de algemeene aanval op Tsingtao geopend, zoowel van de land- als van de zeezijde. 7 November: Tsingtao in handen der Japanners. ^De Duitschers in Frankrijk en België. Uit P.arijs wordt d.d. 7 Nov. gemeld: Heden traden de Duitschers in actie op het geheele front. Al hun aanvallen wer den echter afgeslagen, o. a. bij Cambrin, Aix, Noulette, Le Quesnoy en Santerre. Wij hebben eenige loopgraven genomen in de buurt van Thierval ten Noorden van Albert, onze oude loopgraven ten Noord- Oosten van Vailly weder bezet en ons van het dorp St. Remy aan de hoogte van de Maas met de bajonet meester gemaakt. Op den linkervleugel blijft de toestand goed. Een aanval der Duitschers bij Dix- muiden is door mariniers afgeslagen. Ten Oosten van Yperen is geen verande ring gekomen. Ten Noord-Oosten van Ype ren hebben Franschen en Engelschen sa men een zeer hevigen aanval afgeslagen van eeji actief legerkorps, dat eerst on langs naar die streek was overgebracht. Verder werden gedurende den dag en den jacht noch aanvallen afgeslagen. De ge allieerden gaan eenigszins vooruit. Op het centrum zijn de geallieerden op verschillende punten vooruitgekomen en hebben zij eenige dorpen ingenomen. Een onverhoedsche aanval van de Duit schers op de hoogten, die de pas van St. Marie beheerschen, is totaal mislukt. Uit Havre meldt men d.d. 7 Nov.: De toestand aan de Yser is niet gewijzigd. De vijand heeft nog altijd posten op den lin keroever van de rivier, maar bepaalt zich tot een zwakke beschieting van den spoor weg jn de buurt van Ramscapelle. Wegens den tegenspoed van het Duit sche leger in Polen schijnt een gedeelte van de vijandelijke troenen. di® -- Men bericht, dat troepen naar het Oos ten zijn getrokken en dat zij gezien zijn op weg van Brugge naar Gent, Brussel en Leuven. Een officieel Fransch bericht van gis termiddag 3 uur meldt: Aanvallen van den vijand bij Dixmuiden en Noordweste lijk van Yperen werden afgeslagen. Over bijna heel dit front zijn wij aanvallend opgetreden en maakten vordéringen, voor namelijk in de buurt noordelijk van Mes- sines. Over geheel het front is de stand van het oogenblik bevredigend. Een ambtelijk bericht uit het Duitsche Groot-Hoofdkwartier, dato 8 November voormiddags, luidt: Onze aanvallen bij Yperen en westelijk van Rijssel werden gisteren voortgezet. Aan den westrand van het Argonnen- woud werden gewichtige hoogten bij het Vienne le Chateau, waarom wekenlang gestreden was, genomen, daarbij werden twee stukken geschut en twee machine geweren buitgemaakt. Overigens verliep de nevelige dag op het Westelijk oorlogstooneel kalm. Van het Oostelijk strijdtooneel kwamen geen nieuwe berichten in. Het Belgisch communiqué van gisteren luidt: De brug bij Nieuwpoort werd weder bezot, ten gevolge van het offensief der verbondenen. De vijand houdt St. Georges nog bezet, alsmede sommige boerderijen. Die punten worden op het oogenblik be* schoten door onze zware artillerie. Dix muiden werd vandaag hevig gebombar deerd. Een ernstige aanval, welke op dit punt werd gedaan, is met goed gevolg af geslagen. In de streek van Yperen deed de vijand hevige aanvallen op Bixschoote, Klein-Zillebeke en West-Wijkschaete. Alle aanvallen werden door een tegenaanval der verbondenen afgeslagen. De rechteroever van den Yser, dit beves tigen de berichten, is nog steeds in de handen der Bondgenooten, behalve enkele daar gelegen punten: een brughoofd bij een platgeschoten dorp, een paar boerde rijen, enz. In Dixmuiden zelf hebben zij zich eveneens weten te handhaven, on danks de herhaalde en hevige aanvallen der Duitschers en het zooveelste bombar dement van het stadje. Of Leke, het voor uitgeschoven punt ten N. van de Yser, nog door de Bondgenooten bezet wordt gehou den, melden de berichten niet. Van meer belang is, dat de berichten steeds grooter zekerheid geven, dat de be raamde poging der Duitsdiers om bij Yperen het front der Bondgenooten te ver breken, mislukt is. Het Duitsche bericnt spreekt er niet van; de Fransche en En- gelsche berichten daarentegen geven ver schillende bijzonderheden, waaruit dat blijkt. Zoo b.v. dat de Bondgenooten vorde ringen maakten bij Meenen (Messines), tusschen Yperen en Armentières, en dat de hevige aanvallen der Duitschers op Bix schoote (aan het Kanaal van Yperen), op Wytschaete, ten Z., en op Klein-Zillebeke, ten O. van Yperen, tot dusver mislukt zijn. De aangegeven dorpen en gehuchten zijn vooral daarom van belang, omdat zij als het ware rondom Yperen liggen, zoo dat het afslaan van de Duitschers op die verschillende punten een vrij stellige aan- - v.'v"1' l0e nergens geslaagd is. Hoe het onder dezen strijd met Yperen zelf gaat, welk lot dit juweel van oude Bel gische architectuur getroffen heeft, wij weten het niet. Maar genoegelijk moet het niet wezen in een stad waar rondom ge vochten wordt, en veilig evenmin. Brief van Mgr. Rutten. Z. D. H. Mgr. Rutten, Bisschop van Luik, heeft den volgenden brief in de Fransche taal gezonden aan Z. D. H. Mgr. Schrijnen, Bisschop van Roermond: Monseigneur, Allen zijn wij bewogen door erkentelijk heid bij ie go I lót te aan henre-.n de Hol landers en in 't bijzonder de Limburgers hebben gedaan voor onze ongelukkige vluchtelingen. Ofschoon de oorlog niet geëindigd is, en wij nog niet gevrijwaard zijn tegen nieuwe ra», pen, i.eersci-t op dit oogenblik een minder verwarde toestand, welke aan de vluchtelingen veroorlooft, naar hunne haardsteden terug te keeren, en vooral aan de priesters om hun bediening te hervat ten. Nadcinaal ik het acnes niet ken van de meeste mijner gevluchte priesters en bo vendien ri'et v/eet, hoe aan hen mijn schrij- \en te doen geworden, neem ik de vrijheid Uwe Dooi'luchtige Hoogwaardigheid te verzoeken om aan de priesters uit het diocees Luik, welke naar het bisdom Roer mond gevlucht zijn, ipede te deelen, dal 2ii naai mijne meening moeten terugkee- ren naar t unne parochianen of naar den p ;-t. welken zij moesten verlaten. Thans bestaat er, naar mijn meening, geen persoonlijk gevaar meer voor de priester?- on het is van belang, dat zij te midden der geloovigen vertoeven, om hen te troosten en te ondersteunen in hunne svreede hc.proe\ingen. Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid zal Mij ten zeerste verplichten, door Mij den gevraagden dienst te willen bewijzen, waarvoor ik Uwe Doorl. Hoogwaardigheid van gansclier harte dank zeg. Aanvaard, Monseigneur, de verzekering Mijner toegenegen gevoelens in O. H. J. Chr. t M. H., RUTTEN, Bisschop van Luik. Luik, -26 October 1914. De zeeslag op de kust van Chili. Een officieel-Duitsch communiqué meldt dat de overwinning ter zee aan de Chileen- sche kust blijkt belangrijk grooter te zijn dan aanvankelijk gemeld wordt. Het es kader van admiraal Craddock is geheel vernietigd. Behalve de „Monmouth" is ook zijn vlagschip, de gepantserde kruiser „Good Hope", gezonken. Van de „Glas gow" is nog geen bericht ingekomen. Waar schijnlijk is zij ontwapend. De Duitsche schepen hebben slecht3 eenige licht ge wonden. De materieele schade is onbedui dend. De Weener bladen steken alle de lof trompet over de zegepraal der Duitsche vloot. Het „Fremdenblatt" zegt o. a.: ,De eerste zeeslag in dezen oorlog ein de )SneflT£thf'en vreeselijke nederlaag van een nieuwe fègefcnUniIFi- is xtygtertrfi, -me verderfelijk voor haar dreigt te worden. De slag bij het eiland Santa Maria opent een nieuw tijdperk in de geschiedenis van de heerschappij ter zee. „De legende van de onoverwinnenlijk- heid van de Engelsche vloot is in Zuid- Amerika te niet gedaan. De Britsche staatslieden kunnen zich nu, wanneer het gedonder van het Duitsche scheepsge schut tot jn Londen dreunt, afvragen of net niet beter zou zijn geweest, wanneer Engeland zich buiten schot had gehou den." De Russen. De Russen zijn nu op twee ver van el kaar gelegen punten Pruisen binnenge drongen, nl. in de Pruisische provincies Oost-Pruisen en Posen. In Oost-Pruisen hebben zij Stalluponen (op onze tweede kaart in liet hokje 6 v.) aan den spoorweg van Petrograd naar Berlijn weder ingenomen. In Posen hebben zij Pleschen (op onzè tweede kaart in het hokje 17 m.) aan den spoorweg naar de hoofdstad Posen, bezet. Over de overwinning van de Russen in Posen, welke nu bekroond schijnt te zijn door het terugwerpen van de Oostenrijk- sche legers aan den San, die een poging deden om Oostelijk Galicië te heroveren, wacht men nog steeds op nadere bijzonder*- heden. Do Russen verzekeren voorloopig, dat ook de Oostenrijkers langs het heele Galicische front in aftocht zijn. Volgens do Russische lezing, is de overwinning in het Oosten behaald over een millioen Duitschers en een half millioen Oosten rijkers. In den Ivaukasus richt het Russische of fensief zich tegen Erzeroem, de op een hoogte—van 1900 M. gelegen hoofdstad en voornaamste handelsstad van het wilajet van denzelfde naam, dat een groot deel van Armenië beslaat Verschillende Oorlogs berichten. Geen Eau-de-Cologne meer. To Parijs wox*dt de „Eau-de-Colognc" (water van Keulen) thans in „Eau-de-Louvain" (wa ter van Leuven) herdoopt. Volgens de „Fi- ro" hebben x'eeds 837 chemici, 1114 bar biers en 121 verkoopers van toilet-artike len zich vóór den nieuwen naam uitge sproken, „als bewijs van een gevoel van afkeer voor de Duitsche en van sympa thie voor de verwoeste Belgische stad." Verzekering teg.en Zeppelins. De Guildhall te Londen werd voor 100,000 pd.st. verzekerd tegen schade, veroorzaakt door bommen. De Guildhall, het stadhuis van Londen, stamt uit de 15e eeuw. De „Voss. Ztg." teekent bij dit bericht aan, dat de Duitsche keizer op een banket in deze Guildhall den 13en Nov. 1907 de volgqjide woorden sprak: „Toen ik op deze zelfde plaats, nu 16 jaren geleden, sir Jo seph Savoxy toesprak, zeide ik, dat mijn streven vooral daarop gericht was, den vrede te bewaren. De geschiedenis zal mij, hoop ik, recht doen door te erkennen, dat ik dit doel sedert dien tijd onverflauwd hebt nagestreefd". wagen van ee«n straathandelaar in de Kö- niggratzersstrasse te Berlijn staat met groote letters „Oorlogssouvenirs". Het is een nieuwe manier van straathandel. Echtheid gewaarborgd! Zoowel van het Westelijke als van het Oostelijke oorlogs terrein. Stukken uit Longwy, Antwerpen, Tannenberg, Przemys, en Belgrado, roept de slimme koopman. Nieuwsgierigen en koopers verdringen zich om den wagen. Ziet hier, dames en heeren ziet de don kere vlekken op deze stukken, het zijn nog sporen van bloed. Voor deze hoofdnum mers van den inventaris schijnt zich ech ter nog geen kooper te willen aanmelden. Anders vindt de koopman wel de noodige koopers voor zijn souvenirs. België in oorlog met Turkije. Volgens een Reuter-bericht uit Havre heeft do Belgische regeering aan den Turkschen ge zant zijn paspoort gegeven. België is dus ook met Turkije in ooi'log. Oorlogsschatting van Antwerpen. Wij vernemen dat de Duitschers van de stad Antwerpen een oorlogsschatting van 50,000,000 frs. eischen. De rebellie in Zuid-Afrika. Uit Jo hannesburg wordt d.d. 7 Nov. geseind: De minister van landsverdediging Smuts liet FEUILLETON. (Het auteursrecht van deze vertaling is voorbehouden). 17) HOOFDSTUK XIV. Nieuwe foltering. Het tijdstip der vacantie was gekomen en jongejuffrouw Louise Tarrot, in al de trots van haar 15 jaren, in de moederlijke woning weergekeerd. Zij was altijd ma ger geweest, maar haar gelaat beloofde aangenaanTTe worden, hoezeer zij ook nu nog geen welgevormde gestalte had be komen. Marcelle had die terugkeer met vreug de begroet. Haar blanke ziel vermoedde geen onaangenaamheden en Louise was haar eei-ste beschermster geweest. Toen het aangenomen kind aan vrouw Tarrot den naam juffrouw had gegeven, die deze zoo boos had gemaakt, was zij daartoe noch door wrok, noch door slecht humeur gedreven. Zij had het eenvoudig gedaan omdat de drogiste haar moeder niet was en zij haar dus ook niet zoo be hoefde te noemen. Marcelle was oprecht; liegen kon en wilde zij niet, en evenmin veronderstelde zij, dat anderen haar be drogen. Zooals vrouw Galin wel voorzien had, vond Louise het- huis weldra te klein. Bet bed van Marcelle, dat tot dusverre de .oenige slaapkamer gedeeld had, werd ver wezen naai; een Hein, dopker kabinetje om plaats te maken voor een sierlijk junge damesledikant, een geschenk, der moeder na eindelooze vleierijen afgedwongen. Het kleine meisje zeide niets; een gevoel van diepe nederigheid maakte zich langzamer hand van haa# meester; de nietswaardig heid van haar jeugdig hopeloos leven nam dagelijks duidelijker vormen voor haar aan. Louise behield haar overdenkingen niet voor zich; de kostschool had haar slechts met een vernis van goede manieren over- togen en de onaangename zijden van haar karakter ontwikkeld. Op het pensionaat had zij slechts voor zich zelve te zorgen gehad, slechts acht behoeven te geven op haar eigen daden, indien deze maar niet tegen de regelen van het instituut in- druischten, en daardoor alles met haar eigen persoon in verband leeren brengen. Voor Louise was dit al van zeer nadeeli- gen invloed geweest en daar zij zich wei nig om haar naaste bekommerde, spaar- zij onderen haar aanmerkingen niet. Hierdoor kwam Marcelle te vernemen: dat zij een grooten mond had, dat haar handen rood waren, dat zij leclijk was, enz. Die uitwendige onvolmaaktheden de den haar wel een zucht slaken, maar zij maakte er zich niet verdrietig om. Weldra echter werd zij getroffen in het innerlijke gesteltenis en een geest van verzet ont waakte daardoor in haar, die nog ver borgen was, maar gereed stond zich te uiten bij de eerste heftige uitdaging de beste. Ik verkies niet, dat je meer jij tegen me zegt, vermaande Louise haar op ze keren ochtend. Gisteren hebt je het nog gedaan, waar de vrouw, van dien marsch- kramer bij was. Dat moet niet meer ge beuren. 't Is goed, jongejuffrouw, antwooi-d- de Marcelle rood van schaamte. Waarom zeg ge jongejuffrouw? Zijt ge er kwaad om. Dat moest er nog bij ko men. Louise fronste de wenkbrauwen en nam een streng uiterlijk aan. Daarna wat be darend, zeide zij: Eigenlijk is het ook maar beter. Noem mij jonge juf Rouw; dat is meer passend. Jongejuffrouw Tarrot ging njhar be neden, een nieuw liedje neuriend; de klei ne wees zag haar met droevige verwonde ring na, maar zeide niets. Zij schudde slechts haar klein hoofdje en zette haar arbeid voort. Zij moest de kamer oprui men, nadat Louise en haar moeder de bedden hadden opgemaakt. Deze dag, zoo ongelukkig begonnen, zou voor Marcelle niet erg voorspoedig zijn, want bij het ontbijt had zij het ongeluk een bordje te breken. Men kan wel zien, dat gij ze niet be hoeft te betalen, zeide vrouw Tarrot bit ter. Kost het duur? vroeg Marcelle on schuldig. Soms als zij boodschoppen deed, ontving zij wel eens eenige stuivers en zij dacht nu met spaarzaamheid het gebroken voor werp wel door een ander te kunnen ver vangen. Dat gaat je niet aan, antwoordde de drogiste bits, want zij wilde niet beken nen, dat het aarden bord maar een luttel bedrag waard was. Wat 'n onbeschaamdheid, zeide Loui se op haar beurt 't Is niet uit onbeschaamdheid, ant woordde Marcelle, maar enkel om het te weten. Zij had nauwelijks uitgesproken of Louise gaf haar een slag in het gelaat. Brutaal nest, voegde zij er bij. Sla mij niet, riep Marcelle, zich in haar volle lengte oprichtend. O, sla mij niet. 't Was geen smeeken, dat uit haar sten sprak, 't was een formeele verdediging, bijna een bedreiging. Zij is ondeugend, zeide Louise. Ik ge loof, dat zij ons wel zou willen slaan, als zij maar durfde. Gij hebt ongelijk, Louise, zeide haar moeder zachtkens. Als gij haar toestaat, brutaal te zijn tegenover mij, voerde de dochter aan, zal zij het ook spoedig tegenover u wezen. Zij heeft een lesje noodig. Kom, asschepoester, ga-je droog brood maar in de keuken op eten; dat is goed genoeg voor een ondank bare als gij. Zonder een woord te spreken legde Mar celle het stuk brood, dat zij in de hand had, op de tafel en ging naar de triestige keu ken, waarvan zij de deur achter zich sloot. Zij pruilt, ging Louise voort. Zoo n nest! Laat haar met rust, zeide moeder Tarrot verdrietig. Maar Louise was de sterkere partij. Zij bezat die strijdvaardige volharding, welke zwakke naturen zoodanig vermeestert, dat deze zich terugtrekken, om ten minste ru»t en vrede te hebben. In minder dan vijf minuten had zij haar moeder aangetooni, dat Marcelle een stortvloed van rampen zou veroorzaken, indien haar karakter niet ge drild werd in zijn eerste wederspannieheid. 't Is goed, laten wij er nu niet meer over spreken, zeide de drogistvrouw, om dezen stortvloed van argumenten te stuiten. Maar Louise wilde spreken en zij sprat; dan ook voort, hoewel haar moeder niet meer luisterde. Marcelle echter verloor geen woord, daar het dunne beschot tusschen de keuken en de huiskamer een te'slechte afsluiting wa\ Al de uitleggingen van Louise troffen haar rechtstreeks in 't hart en wondden het al-3 even zoovele pijlen. Hoe is het mogelijk, dat ik zoo slecbt ben, dacht zij. O, konden zij maar eens n mijn hart lezen. Hoewel algemat door de tranen, die zij in stilte had verkopt, verzamelde zij haar krachten en begon een en ander op *e ruimen. Na eenige oogenblikkcn geer. stem /tien meer hoorend, waagde ?ij het de de'it te openen, de kamer was ledig. Met haot gewone zorgen bracht zij er alles in orde, veegde de kruimels op en begaf zich weder naar de keuken om haar dagelijkschcn ar beid af te maken. Daarna zocht zij haar verstexweiK, dat haat vn„ dor. ocntui i tot den avond bezighield, maar in plaats van naar beneden te gaan, zooala anders, bleef zij boven, overgelaten aan haar overpein zingen. (Wordt vervolgd.;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1