8
BUITENLAND.
De Oorlog.
In 's levens maalstroom.
6e JAARGANG.
No. 1545
e SMdéMm Soti/fca/nt
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week fl.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, f 1.45 per kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 27° cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
MAANDAG
NOVEMBER.
1914.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handel8-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
De val van Tsingtau.
Dat Tsingtau vallen moest was duidelijk.
Afgesneden van het moederland, strijdend
tegen een veelvoudige overmacht, heeft de
kolonie het veel langer uitgehouden dan
men in Duitschland of zelfs bij zijn tegen
standers voor mogelijk hield. Nu is het ge
vallen.
Deze oorlog zaait onnoemlijk veel haat
en bitterheid, maar -bitterder haat dan die
door het lot van Tsingtau in het Duitsche
volk wordt geplant is welhaast niet dunk-
baar. En dat is, bij de manier waarop Ja
pan zonder een spoor van noodzaak ingreep
in dezen oorlog, dan óok begrijpelijk.
Tsingtau, de hoofdplaats van het Duit
sche pachtgebicd Kiautsjau, in de Chinee-
sche provincie Sjantoeng, was onder het
Duitsche bestuur een havenplaats van be-
teekenis geworden. Het vroegere Chineesche
plaatsje was een mooie, moderne stad ge
worden, met alle inrichtingen, die daartoe
behoorden. Men vond er een prachtig gou
vernementsgebouw, een station van de lijn.-
Tsingtau-Tsinanfóe, abattoir, electriciteits-
werken, hospitalen, kerken en scholen,
ambtenaarswoningen en sanitaire inrichtin
gen. De Duitschers waren wat trotsch op
hun mooie stad, en op de havenwerken,
waarin een drijvend dok voor schepen tot
15,000 ton, op de uitgestrekte kaden en de
beide pieren en de groote meteorologische
inrichting.
Nu is die stad, welke zij door een for
tenlinie uitnemend versterkt hadden, in
handen der Japanners gevallen, evenals
de Marshall-, de Carolinen- en de Samoa-
eilanden. Al deze verre buitenposten van
de Duitsche wereldmacht, die niet. vol-
jfèrTÓbst-Aziatischen bondgenoot van En
geland. Zij werden, volgens de Japansche
mededeeling, slechts tijdelijk bezet, om stra
tegische redenen. Maar prof. Kernkamp
stelt in de „Vragen des Tijds" de vraag: of
de Engelschen in Australië en de Vereenig-
de Staten het erg prettig zullen vinden de
Japansche vrienden zoo dicht bij hunne
landen in strategische polities te zien.
Tengevolge van den moord, in China ge
pleegd op twee Duitsche zendelingen, wa
ren in 1897 Duitsche oorlogsschepen naar de
Golf van Kiautsjau gezonden en was het
land om de baai bezet. Bij verdrag van den
6den Maart 1898 werd een klein gebied, om
de baai gelegen, door China voor 99 jaar
aan Duitschland verpacht. Geen 99 jaar,
doch slechts 16 jaar heeft die bezitstoestand
geduurd.
Wat de jongste gebeurtenissen aangaat,
zij er enkel aan herinnerd, dat Japan op 23
Augustus aan Duitschland den oorlog ver
klaarde. Op 2 September bezetten de Japan
ners 7 eilanden om Kiou-tsjao. Den 14den
October wordt Tsingtao door de noncombat
tanten ontruimd. Op den 17den boort de
Duitsche torpedoboot S 90 den Japanschen
kruiser Takasjiho in den grond bij Tsing
tao. De S 90 loopt in de Chineesche territo
riale wateren op de kust en blijft als wrak
aan den grond titten; de bemanning wordt
later door de Chineezen geïnterneerd. Den
30sten October wordt de algemeene aanval
op Tsingtao geopend, zoowel van de land-
als van de zeezijde. 7 November: Tsingtao
in handen der Japanners.
^De Duitschers in Frankrijk
en België.
Uit P.arijs wordt d.d. 7 Nov. gemeld:
Heden traden de Duitschers in actie op
het geheele front. Al hun aanvallen wer
den echter afgeslagen, o. a. bij Cambrin,
Aix, Noulette, Le Quesnoy en Santerre.
Wij hebben eenige loopgraven genomen
in de buurt van Thierval ten Noorden van
Albert, onze oude loopgraven ten Noord-
Oosten van Vailly weder bezet en ons van
het dorp St. Remy aan de hoogte van de
Maas met de bajonet meester gemaakt.
Op den linkervleugel blijft de toestand
goed. Een aanval der Duitschers bij Dix-
muiden is door mariniers afgeslagen.
Ten Oosten van Yperen is geen verande
ring gekomen. Ten Noord-Oosten van Ype
ren hebben Franschen en Engelschen sa
men een zeer hevigen aanval afgeslagen
van eeji actief legerkorps, dat eerst on
langs naar die streek was overgebracht.
Verder werden gedurende den dag en den
jacht noch aanvallen afgeslagen. De ge
allieerden gaan eenigszins vooruit.
Op het centrum zijn de geallieerden op
verschillende punten vooruitgekomen en
hebben zij eenige dorpen ingenomen.
Een onverhoedsche aanval van de Duit
schers op de hoogten, die de pas van St.
Marie beheerschen, is totaal mislukt.
Uit Havre meldt men d.d. 7 Nov.: De
toestand aan de Yser is niet gewijzigd. De
vijand heeft nog altijd posten op den lin
keroever van de rivier, maar bepaalt zich
tot een zwakke beschieting van den spoor
weg jn de buurt van Ramscapelle.
Wegens den tegenspoed van het Duit
sche leger in Polen schijnt een gedeelte
van de vijandelijke troenen. di® --
Men bericht, dat troepen naar het Oos
ten zijn getrokken en dat zij gezien zijn
op weg van Brugge naar Gent, Brussel en
Leuven.
Een officieel Fransch bericht van gis
termiddag 3 uur meldt: Aanvallen van
den vijand bij Dixmuiden en Noordweste
lijk van Yperen werden afgeslagen. Over
bijna heel dit front zijn wij aanvallend
opgetreden en maakten vordéringen, voor
namelijk in de buurt noordelijk van Mes-
sines. Over geheel het front is de stand
van het oogenblik bevredigend.
Een ambtelijk bericht uit het Duitsche
Groot-Hoofdkwartier, dato 8 November
voormiddags, luidt: Onze aanvallen bij
Yperen en westelijk van Rijssel werden
gisteren voortgezet.
Aan den westrand van het Argonnen-
woud werden gewichtige hoogten bij het
Vienne le Chateau, waarom wekenlang
gestreden was, genomen, daarbij werden
twee stukken geschut en twee machine
geweren buitgemaakt.
Overigens verliep de nevelige dag op
het Westelijk oorlogstooneel kalm.
Van het Oostelijk strijdtooneel kwamen
geen nieuwe berichten in.
Het Belgisch communiqué van gisteren
luidt: De brug bij Nieuwpoort werd weder
bezot, ten gevolge van het offensief der
verbondenen. De vijand houdt St. Georges
nog bezet, alsmede sommige boerderijen.
Die punten worden op het oogenblik be*
schoten door onze zware artillerie. Dix
muiden werd vandaag hevig gebombar
deerd. Een ernstige aanval, welke op dit
punt werd gedaan, is met goed gevolg af
geslagen. In de streek van Yperen deed
de vijand hevige aanvallen op Bixschoote,
Klein-Zillebeke en West-Wijkschaete. Alle
aanvallen werden door een tegenaanval
der verbondenen afgeslagen.
De rechteroever van den Yser, dit beves
tigen de berichten, is nog steeds in de
handen der Bondgenooten, behalve enkele
daar gelegen punten: een brughoofd bij
een platgeschoten dorp, een paar boerde
rijen, enz. In Dixmuiden zelf hebben zij
zich eveneens weten te handhaven, on
danks de herhaalde en hevige aanvallen
der Duitschers en het zooveelste bombar
dement van het stadje. Of Leke, het voor
uitgeschoven punt ten N. van de Yser, nog
door de Bondgenooten bezet wordt gehou
den, melden de berichten niet.
Van meer belang is, dat de berichten
steeds grooter zekerheid geven, dat de be
raamde poging der Duitsdiers om bij
Yperen het front der Bondgenooten te ver
breken, mislukt is. Het Duitsche bericnt
spreekt er niet van; de Fransche en En-
gelsche berichten daarentegen geven ver
schillende bijzonderheden, waaruit dat
blijkt. Zoo b.v. dat de Bondgenooten vorde
ringen maakten bij Meenen (Messines),
tusschen Yperen en Armentières, en dat de
hevige aanvallen der Duitschers op Bix
schoote (aan het Kanaal van Yperen), op
Wytschaete, ten Z., en op Klein-Zillebeke,
ten O. van Yperen, tot dusver mislukt
zijn. De aangegeven dorpen en gehuchten
zijn vooral daarom van belang, omdat zij
als het ware rondom Yperen liggen, zoo
dat het afslaan van de Duitschers op die
verschillende punten een vrij stellige aan-
- v.'v"1' l0e nergens
geslaagd is.
Hoe het onder dezen strijd met Yperen
zelf gaat, welk lot dit juweel van oude Bel
gische architectuur getroffen heeft, wij
weten het niet. Maar genoegelijk moet het
niet wezen in een stad waar rondom ge
vochten wordt, en veilig evenmin.
Brief van Mgr. Rutten.
Z. D. H. Mgr. Rutten, Bisschop van
Luik, heeft den volgenden brief in de
Fransche taal gezonden aan Z. D. H. Mgr.
Schrijnen, Bisschop van Roermond:
Monseigneur,
Allen zijn wij bewogen door erkentelijk
heid bij ie go I lót te aan henre-.n de Hol
landers en in 't bijzonder de Limburgers
hebben gedaan voor onze ongelukkige
vluchtelingen.
Ofschoon de oorlog niet geëindigd is, en
wij nog niet gevrijwaard zijn tegen nieuwe
ra», pen, i.eersci-t op dit oogenblik een
minder verwarde toestand, welke aan de
vluchtelingen veroorlooft, naar hunne
haardsteden terug te keeren, en vooral aan
de priesters om hun bediening te hervat
ten.
Nadcinaal ik het acnes niet ken van de
meeste mijner gevluchte priesters en bo
vendien ri'et v/eet, hoe aan hen mijn schrij-
\en te doen geworden, neem ik de vrijheid
Uwe Dooi'luchtige Hoogwaardigheid te
verzoeken om aan de priesters uit het
diocees Luik, welke naar het bisdom Roer
mond gevlucht zijn, ipede te deelen, dal
2ii naai mijne meening moeten terugkee-
ren naar t unne parochianen of naar den
p ;-t. welken zij moesten verlaten.
Thans bestaat er, naar mijn meening,
geen persoonlijk gevaar meer voor de
priester?- on het is van belang, dat zij te
midden der geloovigen vertoeven, om hen
te troosten en te ondersteunen in hunne
svreede hc.proe\ingen.
Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid zal
Mij ten zeerste verplichten, door Mij den
gevraagden dienst te willen bewijzen,
waarvoor ik Uwe Doorl. Hoogwaardigheid
van gansclier harte dank zeg.
Aanvaard, Monseigneur, de verzekering
Mijner toegenegen gevoelens in O. H.
J. Chr.
t M. H., RUTTEN,
Bisschop van Luik.
Luik, -26 October 1914.
De zeeslag op de kust van
Chili.
Een officieel-Duitsch communiqué meldt
dat de overwinning ter zee aan de Chileen-
sche kust blijkt belangrijk grooter te zijn
dan aanvankelijk gemeld wordt. Het es
kader van admiraal Craddock is geheel
vernietigd. Behalve de „Monmouth" is ook
zijn vlagschip, de gepantserde kruiser
„Good Hope", gezonken. Van de „Glas
gow" is nog geen bericht ingekomen. Waar
schijnlijk is zij ontwapend. De Duitsche
schepen hebben slecht3 eenige licht ge
wonden. De materieele schade is onbedui
dend.
De Weener bladen steken alle de lof
trompet over de zegepraal der Duitsche
vloot. Het „Fremdenblatt" zegt o. a.:
,De eerste zeeslag in dezen oorlog ein
de )SneflT£thf'en vreeselijke nederlaag van
een nieuwe fègefcnUniIFi- is xtygtertrfi, -me
verderfelijk voor haar dreigt te worden.
De slag bij het eiland Santa Maria opent
een nieuw tijdperk in de geschiedenis van
de heerschappij ter zee.
„De legende van de onoverwinnenlijk-
heid van de Engelsche vloot is in Zuid-
Amerika te niet gedaan. De Britsche
staatslieden kunnen zich nu, wanneer het
gedonder van het Duitsche scheepsge
schut tot jn Londen dreunt, afvragen of
net niet beter zou zijn geweest, wanneer
Engeland zich buiten schot had gehou
den."
De Russen.
De Russen zijn nu op twee ver van el
kaar gelegen punten Pruisen binnenge
drongen, nl. in de Pruisische provincies
Oost-Pruisen en Posen.
In Oost-Pruisen hebben zij Stalluponen
(op onze tweede kaart in liet hokje 6 v.)
aan den spoorweg van Petrograd naar
Berlijn weder ingenomen.
In Posen hebben zij Pleschen (op onzè
tweede kaart in het hokje 17 m.) aan den
spoorweg naar de hoofdstad Posen, bezet.
Over de overwinning van de Russen in
Posen, welke nu bekroond schijnt te zijn
door het terugwerpen van de Oostenrijk-
sche legers aan den San, die een poging
deden om Oostelijk Galicië te heroveren,
wacht men nog steeds op nadere bijzonder*-
heden. Do Russen verzekeren voorloopig,
dat ook de Oostenrijkers langs het heele
Galicische front in aftocht zijn. Volgens
do Russische lezing, is de overwinning in
het Oosten behaald over een millioen
Duitschers en een half millioen Oosten
rijkers.
In den Ivaukasus richt het Russische of
fensief zich tegen Erzeroem, de op een
hoogte—van 1900 M. gelegen hoofdstad en
voornaamste handelsstad van het wilajet
van denzelfde naam, dat een groot deel
van Armenië beslaat
Verschillende Oorlogs
berichten.
Geen Eau-de-Cologne meer. To Parijs
wox*dt de „Eau-de-Colognc" (water van
Keulen) thans in „Eau-de-Louvain" (wa
ter van Leuven) herdoopt. Volgens de „Fi-
ro" hebben x'eeds 837 chemici, 1114 bar
biers en 121 verkoopers van toilet-artike
len zich vóór den nieuwen naam uitge
sproken, „als bewijs van een gevoel van
afkeer voor de Duitsche en van sympa
thie voor de verwoeste Belgische stad."
Verzekering teg.en Zeppelins. De
Guildhall te Londen werd voor 100,000
pd.st. verzekerd tegen schade, veroorzaakt
door bommen. De Guildhall, het stadhuis
van Londen, stamt uit de 15e eeuw.
De „Voss. Ztg." teekent bij dit bericht
aan, dat de Duitsche keizer op een banket
in deze Guildhall den 13en Nov. 1907 de
volgqjide woorden sprak: „Toen ik op deze
zelfde plaats, nu 16 jaren geleden, sir Jo
seph Savoxy toesprak, zeide ik, dat mijn
streven vooral daarop gericht was, den
vrede te bewaren. De geschiedenis zal mij,
hoop ik, recht doen door te erkennen, dat
ik dit doel sedert dien tijd onverflauwd
hebt nagestreefd".
wagen van ee«n straathandelaar in de Kö-
niggratzersstrasse te Berlijn staat met
groote letters „Oorlogssouvenirs". Het is
een nieuwe manier van straathandel.
Echtheid gewaarborgd! Zoowel van het
Westelijke als van het Oostelijke oorlogs
terrein. Stukken uit Longwy, Antwerpen,
Tannenberg, Przemys, en Belgrado, roept
de slimme koopman. Nieuwsgierigen en
koopers verdringen zich om den wagen.
Ziet hier, dames en heeren ziet de don
kere vlekken op deze stukken, het zijn nog
sporen van bloed. Voor deze hoofdnum
mers van den inventaris schijnt zich ech
ter nog geen kooper te willen aanmelden.
Anders vindt de koopman wel de noodige
koopers voor zijn souvenirs.
België in oorlog met Turkije. Volgens
een Reuter-bericht uit Havre heeft do
Belgische regeering aan den Turkschen ge
zant zijn paspoort gegeven. België is dus
ook met Turkije in ooi'log.
Oorlogsschatting van Antwerpen. Wij
vernemen dat de Duitschers van de stad
Antwerpen een oorlogsschatting van
50,000,000 frs. eischen.
De rebellie in Zuid-Afrika. Uit Jo
hannesburg wordt d.d. 7 Nov. geseind: De
minister van landsverdediging Smuts liet
FEUILLETON.
(Het auteursrecht van deze vertaling is
voorbehouden).
17)
HOOFDSTUK XIV.
Nieuwe foltering.
Het tijdstip der vacantie was gekomen
en jongejuffrouw Louise Tarrot, in al de
trots van haar 15 jaren, in de moederlijke
woning weergekeerd. Zij was altijd ma
ger geweest, maar haar gelaat beloofde
aangenaanTTe worden, hoezeer zij ook nu
nog geen welgevormde gestalte had be
komen.
Marcelle had die terugkeer met vreug
de begroet. Haar blanke ziel vermoedde
geen onaangenaamheden en Louise was
haar eei-ste beschermster geweest.
Toen het aangenomen kind aan vrouw
Tarrot den naam juffrouw had gegeven,
die deze zoo boos had gemaakt, was zij
daartoe noch door wrok, noch door slecht
humeur gedreven. Zij had het eenvoudig
gedaan omdat de drogiste haar moeder
niet was en zij haar dus ook niet zoo be
hoefde te noemen. Marcelle was oprecht;
liegen kon en wilde zij niet, en evenmin
veronderstelde zij, dat anderen haar be
drogen.
Zooals vrouw Galin wel voorzien had,
vond Louise het- huis weldra te klein.
Bet bed van Marcelle, dat tot dusverre de
.oenige slaapkamer gedeeld had, werd ver
wezen naai; een Hein, dopker kabinetje
om plaats te maken voor een sierlijk junge
damesledikant, een geschenk, der moeder
na eindelooze vleierijen afgedwongen. Het
kleine meisje zeide niets; een gevoel van
diepe nederigheid maakte zich langzamer
hand van haa# meester; de nietswaardig
heid van haar jeugdig hopeloos leven nam
dagelijks duidelijker vormen voor haar
aan.
Louise behield haar overdenkingen niet
voor zich; de kostschool had haar slechts
met een vernis van goede manieren over-
togen en de onaangename zijden van haar
karakter ontwikkeld. Op het pensionaat
had zij slechts voor zich zelve te zorgen
gehad, slechts acht behoeven te geven op
haar eigen daden, indien deze maar niet
tegen de regelen van het instituut in-
druischten, en daardoor alles met haar
eigen persoon in verband leeren brengen.
Voor Louise was dit al van zeer nadeeli-
gen invloed geweest en daar zij zich wei
nig om haar naaste bekommerde, spaar-
zij onderen haar aanmerkingen niet.
Hierdoor kwam Marcelle te vernemen:
dat zij een grooten mond had, dat haar
handen rood waren, dat zij leclijk was,
enz. Die uitwendige onvolmaaktheden de
den haar wel een zucht slaken, maar zij
maakte er zich niet verdrietig om. Weldra
echter werd zij getroffen in het innerlijke
gesteltenis en een geest van verzet ont
waakte daardoor in haar, die nog ver
borgen was, maar gereed stond zich te
uiten bij de eerste heftige uitdaging de
beste.
Ik verkies niet, dat je meer jij tegen
me zegt, vermaande Louise haar op ze
keren ochtend. Gisteren hebt je het nog
gedaan, waar de vrouw, van dien marsch-
kramer bij was. Dat moet niet meer ge
beuren.
't Is goed, jongejuffrouw, antwooi-d-
de Marcelle rood van schaamte.
Waarom zeg ge jongejuffrouw? Zijt ge
er kwaad om. Dat moest er nog bij ko
men.
Louise fronste de wenkbrauwen en nam
een streng uiterlijk aan. Daarna wat be
darend, zeide zij:
Eigenlijk is het ook maar beter. Noem
mij jonge juf Rouw; dat is meer passend.
Jongejuffrouw Tarrot ging njhar be
neden, een nieuw liedje neuriend; de klei
ne wees zag haar met droevige verwonde
ring na, maar zeide niets. Zij schudde
slechts haar klein hoofdje en zette haar
arbeid voort. Zij moest de kamer oprui
men, nadat Louise en haar moeder de
bedden hadden opgemaakt.
Deze dag, zoo ongelukkig begonnen, zou
voor Marcelle niet erg voorspoedig zijn,
want bij het ontbijt had zij het ongeluk
een bordje te breken.
Men kan wel zien, dat gij ze niet be
hoeft te betalen, zeide vrouw Tarrot bit
ter.
Kost het duur? vroeg Marcelle on
schuldig.
Soms als zij boodschoppen deed, ontving
zij wel eens eenige stuivers en zij dacht
nu met spaarzaamheid het gebroken voor
werp wel door een ander te kunnen ver
vangen.
Dat gaat je niet aan, antwoordde de
drogiste bits, want zij wilde niet beken
nen, dat het aarden bord maar een luttel
bedrag waard was.
Wat 'n onbeschaamdheid, zeide Loui
se op haar beurt
't Is niet uit onbeschaamdheid, ant
woordde Marcelle, maar enkel om het te
weten.
Zij had nauwelijks uitgesproken of Louise
gaf haar een slag in het gelaat.
Brutaal nest, voegde zij er bij.
Sla mij niet, riep Marcelle, zich in haar
volle lengte oprichtend. O, sla mij niet.
't Was geen smeeken, dat uit haar sten
sprak, 't was een formeele verdediging,
bijna een bedreiging.
Zij is ondeugend, zeide Louise. Ik ge
loof, dat zij ons wel zou willen slaan, als
zij maar durfde.
Gij hebt ongelijk, Louise, zeide haar
moeder zachtkens.
Als gij haar toestaat, brutaal te zijn
tegenover mij, voerde de dochter aan, zal
zij het ook spoedig tegenover u wezen. Zij
heeft een lesje noodig. Kom, asschepoester,
ga-je droog brood maar in de keuken op
eten; dat is goed genoeg voor een ondank
bare als gij.
Zonder een woord te spreken legde Mar
celle het stuk brood, dat zij in de hand had,
op de tafel en ging naar de triestige keu
ken, waarvan zij de deur achter zich sloot.
Zij pruilt, ging Louise voort. Zoo n
nest!
Laat haar met rust, zeide moeder
Tarrot verdrietig.
Maar Louise was de sterkere partij. Zij
bezat die strijdvaardige volharding, welke
zwakke naturen zoodanig vermeestert, dat
deze zich terugtrekken, om ten minste ru»t
en vrede te hebben. In minder dan vijf
minuten had zij haar moeder aangetooni,
dat Marcelle een stortvloed van rampen zou
veroorzaken, indien haar karakter niet ge
drild werd in zijn eerste wederspannieheid.
't Is goed, laten wij er nu niet meer
over spreken, zeide de drogistvrouw, om
dezen stortvloed van argumenten te stuiten.
Maar Louise wilde spreken en zij sprat;
dan ook voort, hoewel haar moeder niet
meer luisterde.
Marcelle echter verloor geen woord, daar
het dunne beschot tusschen de keuken en
de huiskamer een te'slechte afsluiting wa\
Al de uitleggingen van Louise troffen haar
rechtstreeks in 't hart en wondden het al-3
even zoovele pijlen.
Hoe is het mogelijk, dat ik zoo slecbt
ben, dacht zij. O, konden zij maar eens n
mijn hart lezen.
Hoewel algemat door de tranen, die zij
in stilte had verkopt, verzamelde zij haar
krachten en begon een en ander op *e
ruimen. Na eenige oogenblikkcn geer. stem
/tien meer hoorend, waagde ?ij het de de'it
te openen, de kamer was ledig. Met haot
gewone zorgen bracht zij er alles in orde,
veegde de kruimels op en begaf zich weder
naar de keuken om haar dagelijkschcn ar
beid af te maken. Daarna zocht zij haar
verstexweiK, dat haat vn„ dor. ocntui i tot
den avond bezighield, maar in plaats van
naar beneden te gaan, zooala anders, bleef
zij boven, overgelaten aan haar overpein
zingen.
(Wordt vervolgd.;