BINNENLAND. Uit Stad en Omgeving. ALBERT RIEL Amerika echter is ook neutraal. Het neu traliteitsbegrip bestaat niet moer, wanneer elke aanslag van oorlogvoerende Mogend heden zwijgend geduld wordt. Antivari gebombardeerd. Naar uit Skoetari wordt geseind, is Antivari giste ren 10 minuten lang door drie Oosten- rijksch-IIongaarsche vliegeniers gebombar deerd. Door de bommen werd het gebouw van de Antivari-inaatschappij vernield en de pier beschadigd. De strijd om Tsingtau. Een telegram van Tsman .Shantoeng) meldt, dat de Ja panners voor Tsingtau 800 krijgsgevange nen gemaakt hebben en 26 kanonnen heb ben vernield. Minister Von Carlowiiz. De Saksische minister van Oorlog, Von Carlowitz, heelt op het Fransche oorlogsterrein een hart- aandoening gekregen en moet ter genezing met verlof naar Bad Nauheim. Nederland en de Oorlog. De oorlogsleening. Naar men meldt, wordt in particuliere kringen de oppositie tegen de plannen der regeering om een leening uit te schrijven over een vrij grooten termijn, tot dekking van de oorlogskosten, groóter. Niet alleen de socio al-democraten en de vrijzinnig democraten, doch ook de groote meerder heid van de Liberale Unie en van de Ka tholieke staatspartij voelen zich meer aan getrokken tot het door dr. Bos geopperde plan, cm door een oorlogsbelasting te hef fen, die over enkele jaren zou kunnen worden betaald, uit de financieele moei lijkheden tc geraken. Er zal, naar men meldt, door enkele Kamerleden in die richting worden gewerkt. Daar de plan nen der regeering nog niet geheel vast staan, acht men het niet onwaarschijn lijk, dat deze pogihgen eenigen invloed zullen hebben. Wittebrood. Uit Den Ilaag meldt men aan de „Dordt- sche Ct." dat, behoudens onvoorziene om standigheden, de regeering in het begin dei- volgende week aan de, meelmolens zal toe staan weer tarwebloem te fabriceeren. De bakkers zullen dan spoedig opnieuw in de gelegenheid zijn wittebrood te bakken. De meelmolens zouden van de helft van hun te vermalen tarwe bloem mogen ma ken, terwijl de andere helft der te verwel ken tarwe moet worden verkocht in den vorm van het thans bekende tarwemeel (kommies). Uitvoer van boter. De minister van landbouw, nijverheid en handel ad interim brengt ter algemeene kennis dat zij, die alsnog gebruik wenschen te maken van de gelegenlreid om een certi ficaat B te verkrijgen tot het uitvoeren van boter, die in hun magazijnen, opslag plaatsen of andere bewaarplaatsen opgesla- gen was Lij het in werking treden van net Koninklijk besluit \an 29 Oct. j.l., hun des- betrefiend verzoek, uiterlijk 7 November hebben in te dienen bij het Rijks Centraai bureau voor den uitvoer van boter, Buiten hof 42 A, 's-Gravenhage, of bij den Rijkszui- velinspecteur te Utrecht. Eieren. Men deelt aan het ,,Hbld." mede, dat sedert het uitbreken van den oorlog gis- teren de eerste wagon eieren uit Galicië per Hollandsche spoor te Amsterdam aan gevoerd is, en dat deze zending binnen kort door meer gevolgd zal worden. Uitvoervan paarden. De minister van landbouw, nijverheid en handel ad interim heeft bepaald, dat ge legenheid om voor uitvoer bestemde p?.«i.*- den, in verband met hot bepaalde in art. 1 van de beschikking van 28 Oct. j.l. aan de veelading van het spoorwegstation Olden- zaal te doen onderzoeken, ook zal bestaan op Dinsdag 10, 17 en 24 November, 1, 9, 15 en 22 December, telkens des namiddags te één uur. Doorvoerhandel. De regeering heeft aan de ambtenaren van de invoerrechten bekend gemaakt, dat doorvoerdocumenten voor goederen, die niet reeds dadelijk bij den invoer zijn aan gegeven in doorvoer, slechts mogen wor den afgegeven, voor zoover wordt aange toond, dat de bestemming dier goederen voor doorvoer reeds op het tijdstip van den invoer vaststond. Deze regeling ziet ook op goederen, opgeslagen in entrepóts. Veevoeder. De Bond van Nederlandsehe Graan- en Zaad-Importeurs te Rotterdam heeft van den minister van landbouw enz. de navol gende mededeeling ontvangen: De minister heeft goeue nota genomen van den inhoud van de missiven van den Bond, doch meent, dat het voorloopig niet mogelijk is, op andere wijze het aange voerde veevoeder in omloop te brengen, dan nu geschiedt. Echter bestaat de gelegenheid voor particuliere rekening veevoeder in te voeren en verleent de regeering daartoe haar medewerking door toe te staan, dat het ingevoerd wordende veevoeder aan haar wordt geadresseerd. Natuurlijk moet voor elke partij toestem ming tot adresseering van de regeering wor den gevraagd en behoudt de minister zich het recht voor, zoo noodig die toestemming te weigeren. M a i s. Het Nederlandsch Landbouw-Comité schrijft ons: Door de groote schaarschte aan mais, dio overal in ons land heerscht, nu de rogge, het meest geschikte varkensvoeder, door de Regeering voor menschelijk voed sel moest worden opgevorderd, is het ge vaar niet denkbeeldig dat aan de varkens fokkerij en -mesterij een zwaren slag zou worden toegebracht. Met groote voldoening kan thans worden medegedeeld, dat de Regeering besloten heeft de op dit oogenblik beschikbare mais af te geven aan het Centraal Bureau uit het Nederlandsch Landbouw-Comité, waar van het Bijkantoor gevestigd is te Rotter dam (Regentessehuis). Elke veehouder kan, door tusschenkomst van de plaatselijke landbouworganisatie en onverschillig of hij al of niet lid is van die organisatie, zijne bestellingen van mais doen. Hij zal echter moeten nemen, wat op het oogenblik door de Regeering wordt aangeboden, daar deze met een voorkeur voor een bepaalde maissoort geen reke ning kan houden. Door dit voor den landbouw zoo gewich tige en zeer te waardeeren besluit der Re geering bestaat er dus zekerheid, dat thans elke veehouder eene hoeveelheid mais bin nen betrekkelijk korten tijd zal kunnen verkrijgen, mits hij zich terstond met de landbouworganisatie uit zijn woonplaats in verbinding stelt. In verband hiermede moet nogmaals met kracht worden aangedrongen bij onze varkensfokkers en -mesters om zich niet door angst voor gebrek aan veevoeder te laten verleiden de fokkerij en mesterij in te krimpen. Naar wij vernemen, heeft de regeering de 3000 ton mais, jl. Maandag bij inschrij ving te Rotterdam ten verkoop aangebo den, maar toen niet gegund, ter distribu tie aan verbruikers direct in handen ge geven van het Centraal Landbouwbureau te Enschedé. Geestelijke verbijstering. Om bang van te worden luidde de vorige week een mededeeling, die van medische zijde het licht zag, schrijft „De Stan daard". „Ze wees op grond van de statistische gegevens aan, dat het aantal krankzinni gen de laatste jaren op zoo onrustbarende wijze toenam, dat de rassche en steeds snellere toeneming elke passende verkla ring weigerde. De toeneming was zoo verontrustend, dat de schrijver als uitkomst van zijn bere kening tot het schier ongelooflijke resultaat kwam, dat, ging het zoo door, over veert'g jaar, dus nog binnen een halve eeuw, de krankzinnigen in onze samenleving de meerderheid zouden vormen. Was dit nu door den oorlog gekomen zoo zou het nog minder bang zijn. Men kon dan aan de aangrijping van 't zenuw- en hersenleven door den oorlog de schuld van dit droef verschijnsel wijten. Na den vrede mocht dan weer op daling van 't cijfer hope worden gekoesterd. Doch zóó was het niet. De cijfers waren uit de eerste helft van dit jaar ,toen er nog van geen oorlog sprake was. Eer staat derhalve te duchten, dat ie zoo hooge cijfers een volgend jaar nog on gunstiger zullen komen te staan. Zelfs zou men de vraag kunnen oppe ren, of de oorlogsmanie, die zoo plotseling en onverwacht over tal van volken trok, niet mede haar oorzaak vond in die gees telijke verwildering, die door de krankzin- nigencijfers, reeds eer de oorlog uitbrak, aan het licht kwam." Een achtdaagsche fietstocht door België. De heeren P. van Ulden Jz. en L. Meys hebben een reisje door België achter den rug. Een interressant reisje, al ging liet niet overal even gemakkelijk. Zij vertellen er het volgende van: Onze reis begonnen wij op Donderdag morgen den 22sten October. Te ongeveer 7 uur 's morgens stapten wij in den trein te Leiden en te ongeveer 9 uur arriveerden wij te Roosendaal. Op het station aldaar waren honderden menschen vérzameld, meest Antwerpenaren, die naar hun huis terugkeerden, te zamen gekomen uit alle oerden van ons land. Ongeveer een half uur later konden alle aanwezige reizigers in stappen en vertrok de trein in de richting Antwerpen. Na heel langzaam rijden ei» dikwijls stoppen, kwamen wij te ongeveer twaalf uur aan het station Marxem, waar Duitsche matrozen de passagiers hiel pen bij het uitladen hunner bagage en zeer voorkomend waren. Langs een weg, bedekt met een tien cD. dikke modderlaag, bereikten wij na een half uur loopen Art- werpen, waar wij voor het eerst dien dag een nuttig gebruik konden maken va anze fietsen. De toestand in Antwerpen :'s, naar onze meening, niet bijzonder veel ver anderd. Men mist alleen dc drukte der slee perswagens en auto's, terwijl de stemming onder het publiek gedrukt is. Bijna alle winkels en café's zijn geopend, maar des avonds na negen uur mag niemand zich op straat begeven. Overigens gaat het le ven daar zijn gewonen gang. Veel is er niet vernield. Het meest geteisterde gedeel te is de Schoenmarkt, -waar een heel blok huizen het slachtoffer van den oorlog is geworden. Wij bleven die dag en nacht te Antwerpen en vertrokken den anderen dag gewapend met onze buitenlandsche passen, die niet eens bij het binnenkomen te Ant werpen waren nagezien, over Walhaem en Mechelen naar Brussel. Buiten Antwerpen werden wij onmiddellijk aan den oorlogs toestand herinnerd door de aanwezige loop graven en de prikkeldraadversperringen, welke door en over het land waren aange bracht, en weldra kregen wij ook de eerste vernielde boerenhoeven te zien. Het meest beschoten gedeelte bevond zich tusschen Walheam en Mechelen. Bijna geen huis of het heeft van den strijd, die daar gevoerd is, te lijden gehad. Treurig is echter de aan blik van Mechelen. Gansche rijen huizen liggen in puin geschoten. In de stad heerscht een droefgeestige stemming. In geen enkele plaats hebben wij dan ook zoo veel belangstelling gezien van de zijde der omwors als te Mechelen. Honderden en nogmaals honderden verlieten Brussel om Mechelen té gaan zien. Te een uur verlie ten wij per fiets Mechelen in de richting van Brussel, waar wij te drie uur aankwa men. Het verschil tusschen de bevolking van Antwerpen en Brussel trekt onmiddel lijk de aandacht. In eerstgenoemde stad heerscht kalme berusting, terwijl in Brus sel de bevolking iets uitdagends heeft. Die dag en nacht bleven wij te Brussel om ver volgens onze tocht voort te zetten over Leu venTienen naar Namen. Bij de voorposten van Leuven aangekomen mochten wij voor het eerst niet passeeren, omdat onze pas sen, volgens de daar gestationeerde posten, niet in orde waren. Op ons verlangen wer den wij bij den officier gebracht, die ons door liet gaan, doch op voorwaarde, dat wij onze passen zouden laten afstempelen door den commandant van Leuven, waartegen wij ons natuurlijk niet verzetten. Nu werd ons tot Namen niet de minste opmerking meer gemaakt. In Leuven hadden wij twee ontmoetingen, die de vermelding wel waard zijn. Van een onzer was de fiets defect ge raakt en daarom probeerden wij iemand te vinden, die deze voor ons wilde repareeren. Op onze vraag bij een fietsmaker, ver klaarde diens vrouw, denkende, dat wij Duitschers waren, dat de gewenschte repa ratie onmogelijk kon geschieden, omdat de Duitschers alles hadden weggenomen. Er op wijzende, dat wij Hollanders waren, dui geen vijanden, gelukte het ons ten slotte den heer des huizes te zien verschijnen, die ons verzocht hem naar zijn werkplaats te volgen, waar aan de fiets de noodige repa raties werden aangebracht. De fietsmaker gevoelde zich erg gelukkig nog in het bezit le zijn van alles wat hij had. Al zijn mede fietshandelaren waren van alles beroofd, werd ons verteld. Hij zelf zou er het leven bij ingeschoten zijn, zoo hij niet over de schutting achter zijn huis had kunnen vluchten. Na nog lang en breed over den toestand te hebben gesproken, verlieten w.j dankbaar onzen helper in den nood om den commandant op te zoeken. Onderweg maakten wij kennis met de moeder van een geïnterneerden soldaat in Holland, die ons een boodschap voor haar zoon meegaf. Na eenig vragen bereikten wij de commando,- tur, die als herkenningsteeken de Duitsche vlag droeg. Voor dat wij het gebouw bin nentraden werden wij aangesproken dooi' een Duitschen officier, die op onze mede deeling, dat wij Hollanders waren, precies- wist te vertellen, hoe wij gereisd hadder. Hier mag, voegde hij ons toe, onder geen enkel voorwendsel worden gefietst. Ik zal u de fietsen afnemen, maar gaat u eerst naar de commandatur, waar ik ook spoe dig zal komen. Toen wij op de commanda tur waren aangekomen, werden onze pas sen door een klerk onmiddellijk gestempeld. Nadat wij vervolgens een poosje door Leu ven gewandeld hadden, bestegen wij weder onze stalen rossen, den weg inslaande naar Namen. Indien een der lezers den weg Leu venTienenNamen wil gaan fietsen, ra den wij hem aan te probeeren dezen af leggen per auto of rijtuig want te fietsen- is hij bijna niet. Geen tien minuten achter een heeft men een vlakken weg, het is alles berg en dal, dus zeer vermoeiend. Na een fietstocht van ongeveer vijf uur bereikten wij eindelijk ons logement. Onderweg li- den wij in een cafétje langs den weg iets gebruikt. De broeder van den waard was door de Duitschers bij de inname van Luik krijgsgevangen gemaakt. En men vertelde hem nu, dat deze gevangenen ten velde moesten trekken tegen Rusland. Wij ver klaarden, dat, voor zoover wij wisten, hier van niets waar was. Hij was blij deze mede deeling van Hollanders te hooren en nu kwam er aan vragen bijna geen einde. Toen wij de rekening vroegen verklaarde hij ons, dat hij blij was Hollanders van dienst te hebben kunnen zijn. Hij gaf ons een boodschap mede voor bekenden in Hol land. Bij de voorposten van Namen werd ons weder om onze passen gévraagd en deze werden in orde bevonden. Het was reeds donker, toen wij het Hotel Hollande tegen over het station betraden. Toen wij gedi neerd hadden, wandelden wij een poosje door Namen, maar, omdat daar iedereen om acht uur in huis moet zijn, waren wi; genoodzaakt in de omgeving van ons hotel te blijven. In de stad Namen is ook niet veel verwoest. Slechts een klein gedeelte heeft te lijden gehad; naar onze schatting zijn er ongeveer 50 huizen verbrand. Den volgen den dag was het Zondag en na eerst de U. Mis te hebben bijgewoond in een kapelletje bij ons hotel, begaven wij ons naar de cita del. Hier was niet veel te zien. Niet één schot was hierop gelost, zoodat wij beslo ten, op aanraden van een officier, onzen tocht voort te zetten naar het fort Duar- lee, welk fort volgens hem veel te lijden had gehad. Genoemd fort ligt ongeveer een uur loopen van Namen. Daar aan gekomen, werd ons door den wachtmees ter, die onze passen in orde had bevon den, het geheele fort van binnen en van buiten getoond. Vreeselijk is de vernieling- welke het vuur der 42 c.M. kanonnen aan dit fort heeft veroorzaakt. Men moet zoo iets hebben gezien om het te kunnen ge- looven. Betonstukken van 3 a 4 kubieke meters waren weggeslagen, de pantserto rens waren geheel vernield of volkomn on bruikbaar gemaakt. IJzer ter dikte van 50 c.M. lag in alle richtingen gebarsten. Kortom, het was hier een ruïne, die nooit uit onze verbeelding zal gaan. Zooals wij reeds zeiden, hebben wij dit fort ook van binnen gezien. Tot in de onderste lagen had het fort getrild van de schokken der daarop neervallende projectielen. Alle muren en kolommen lagen gescheurd, stukken waren er uit gevallen en op som mige plaatsen waren de scheuren zoo breed, dat men er de hand kon tusschen steken. Doch alles werd weder hersteld. Dit fori was voor herstelling aangenomen, vertel de men ons, door een Duitsche firma en er werkten dagelijks 300 werklieden. Mer krijgt een aangenaam gevoel als men, na eerst de vernieling gezien te hebben, het binnenste gedeelte in oogenschouw neemt. Naar alle kanten onder den grond loopen gangen, welke dienen voor verblijfplaats der bezetting, die op dat fort bestond ub 2500 man. Men vindt er in machines vooo licht en verwarming, benevens een ma chine die het drinkwater oppompt en het in alle gewenschte richtingen perst. Wij bezagen ook de automatisch werkende pantsertorens, welke, naar men ons zeide, weder zoo goed en zoo kwaad als het ging hersteld zouden worden. In de groote kel ders waren nog honderden projectielen aanwezig. Na alles en alles gezien te heb ben, namen wij afscheid van onzen vrien delijken gids en sloegen weder den weg in naar Namen. (Wordt vervolgd.) Liturgische cursus. Gisterenavond heeft de WelEerw. heer L. Willenborg, kapelaan aan de „St. Bravo" te Haarlem, een aanvang gemaakt met de liturgischen cursus, die hij op initiatief van de afd. Leiden van den R.K. D. Vrouwen bond zal geven. De Eerw. spreker bracht den Vrouwen bond hulde voor dat initiatief. Hij herin nerde aan het woord van Pius X, dat de eerste en onmisbare bron voor een in CChristus hernieuwd leven is de daadwer kelijke deelneming aan de openbare plech tigheden van onzen eeredienst. Hèt mid denpunt van dien eeredienst is het heilig Offer der Mis en de plechtigheden van de heilige Mis zijn het schoonst, rijkst en ver- hevendst. Het is spr. daarom een bijzon der voorrecht dezen winter een liturgische verklaring van de heilige Mis te mogen geven. Als inleiding beantwoord spr. de vraag: Wat is liturgie? Liturgie is de uitwendige eeredienst', welken de Kerk aan God be wijst. De liturgie bestaat uit drie deelen: de Lof-liturgie, de Offe-liturgie en de Sacraments-liturgie. De Offer-liturgie be- heerscht heel den godsdienst. De Lof-litur gie is het voorbereidend gebed en gezang tot het Offer en de echo van de dank-hym- nen. De Sacraments-liturgie zuivert den geloovigc voor het Offer of past de vruch ten daarvan od hem toe. Spr. Toont aan, dat Christus in de liturgie het middelpunt is. Zoo wij een liturgisch leven leiden, beheerscht Christus ons leven van eiken dag. De Heilige Mis is, als het Offer van het Nieuw Verbond, de voltooiing van de li turgie. Een offer is de verhevendste uit drukking van de hulde, welke het schep sel aan den Schepper brengt. Een offer moet zijn een uitwendige aanbieding van een waarnemende zaak, van nature ge schikt om de erkenning van Gods opper heerschappij over de schepselen aan te duiden. De wijze van offeren moet door God gewild zijn en Hem aangenaam we zen. Het offer moet aan God alleen wor den gebracht door een wettigen bedienaar. Spr. ging na, dat ieder dier wezenlijke elementen van en voorwaarden voor het offer aanwezig is in de heilige Mis. De eerw. spreker toonde vervolgens aan, welke plaats bij het heilig Mis-offer de priester, diaken en subdiaken innemen. Het latijnsche woord voor priester, sa- cerdos, beteekent: gever van het heilige. De priester is dus een tusschenpersoon, een middelaar tusschen God en de men schen. De priester treedt op in de pladts van Christus, in Zijn naam,met Zijn macht en Zijn kracht. Als op aanschouwelijke wijze stelt spr. voor oogen de heerlijke verhevenheid van de heilige priester-wijding en geeft de be- teekenis aan van de handelingen en ge beden van den Bisschop. De diaken en subdiaken zijn de dienaar en onder-dienaar van den priester. Be diaken staat den priester bij, de subdiaken den diaken. De waardigheidsteekenen van den diaken zijn stool en dalmatiek, van den subdiaken manipel en tuniek. Bij een plechtige heilige mis treden diaken en sub diaken op in naam van het volk. Bij de beurtgebeden antwoorden zij den priester. Ten slotte besprak kapelaan Willenborg de kleeding van priester, diaken en sub diaken: bonnet, amict, alb, koord, .mani pel, stool, kazuifel, dalmatiek en tuniek. De bisschop kleedt zich eerst met den tu niek van den subdiaken, dan met de dal matiek van den diaken en daarna met het kazuifel van den priester. De meeste dezer kleederen dateeren uit de oydheid en va ren oorspronkelijk bij dc leeken in gebruik. De Kerk heeft deze kleederen voor hare priesters overgenomen en er een symboli sche heteekenis aan gegeven, welke wordt aangeduid in de gebeden door den bis schop bij de heilige wijdingen uitgespro ken. Als wij de symbolische heteekenis dier gewaden overwegen, worden wij getroffen door de heiligheid, die uitstraalt van den priester, staande aan het altaar. Over de kleuren der priesterlijke gewa den, het altaar en andere zaken, die met het heilig Misoffer in betrekking staan, zal de eerw. spreker den volgenden avond over veertien dagen handelen. Deze eerste cursus-avond was door velen bezocht. Met gespannen aandacht werden door alle aanwezigen de uiteenzettingen gevolgd, die boeiden door den streng-logi- schen betoogtrant en door de diepe over tuiging, waarmede zij werden voorgedra gen. Mogen door nog meerderen van de volgende cursus-avonden worden gebruik gemaakt. Zij schenken een vermeerdering van kennis in zaken, die de belangstelling aller katholieken moeten trekken, en dat dank zij ook de behandeling van den eerw. spreker op een genótvolle wijze. De Belgische Vluchtelingen. Frans Germanus te Voorschoten vraagt inlichtingen betreffende de verblijfplaats van mr. Theoville Huygen. R.-K. Huisvestings-Comité. Gister avond met den trein 5.08 arriveerden hier wederom uit Roozendaal 13 kinderen vaa Belgische ouders, wier bezittingen totaal verwoest zijn,om tijdelijk door bemiddeling van bovengenoemd Comité in Ned. gezin nen te worden geplaatst. De kinderen wer den deels in 't reeds overvolle St. Elisa- bethgesticht op de Hooigracht, deels in 't gesticht „Voorzienigheid" Hoogewoerd voorloopig ondergebracht. De kleinen wa ren te Roosendaal bij den consul Laane af gehaald door de vice-presidente van het R.-K. Huisvestingscomité en de propagan diste Mej. Janse alhier. m—svggwi i m1 b-b arrzveeajii^agaag Ingezonden Mededeelingen a 30 cent per regel. DENKT OM MEUBELMAGAZIJN WARE 36. Universiteit. Prof dr. W. de Sitter, hoogleeraar in de sterrenkunde aan de Leidsche universiteit, die tengevolge van een operatie geruimen tijd geen colleges heeft gegeven, zal deze Vrijdag a. s. her vatten. Universiteit. Bij beschikking van den minister van Binnenlandsche Zaken is dr. K. H. Roessingh, predikant bij de Remon- j strantsche Gereformeerde Gemeente te Boskoop, tot wederopzegging toegelaten als privaatdocent bij de faculteit van god geleerdheid aan de Rijksuniversiteit te Leiden, om onderwijs te geven in de ge schiedenis van de protestantsche theologie en ethiek in de 19e eeuw. Statuten. Met de „Stct." zijn verzon den de koninkl. goedgekeurde statuten van de Vereeniging voor Vrouwelijke Studen ten en de Indologen-vereeniging alhier. In kokend water. Gistermiddag viel op het Fokkersplein een 2% jarig meisje 'r. een pot koeknd water. Met brandwonden overdekt werd zij naar het Acad. Zieken huis vervoerd. ROELOFSARENDSVEEN. Tuinbouwcursus. De tuinbouwcursus alhier onder leiding van den heer Zwartele heeft haar arbed aangevangen met niet minder dan 27 leerlingen. Een ongewoon groot aantal als nimmer werd bereikt. Tooneelclub. Naar men meedeelt, zal ten gevolge van de tijdsomstandigneden de 1 St. Pancratius tooneelclub dezen winter geen voorstellingen geven. VOORHOUT. Gemeenteraad. Vergadering van heden morgen. Voorzitter de heer J. G. M. van Griethuyzen. Aanwezig alle leden. De notulen der vorige vergadering wor den onveranderd goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat in gekomen zijn missives van Ged. Staten, J welke voor kennisgeving aangenomen wor den. Een mededeeling van den commissa- i ris der Koningin, dat de heeren Warmer- dam en v. Belt herbenoemd zijn in het col lege van zetters. Voorts is ingekomen een schrijven van P. Kleyne burgemeester van Woubrugge met verzoek om concessie voor vijf jaren tot het leveren van water in de gemeente. Besloten wordt het stuk te stel len in handen van B. en W.. Een schrijven van den N. R. V. B. van Bloemistknechts- en tuinarbeiders met het verzoek hun fonds van werkloosheid te steunen. De voo r- zitter zegt, dat B. en W. geen gronl aanwezig achten om op het verzoek in te gaan, daar er een steuncomité is. De heer v. d. L a a n deelt de meening v. B. en W. niet. Waar de arbeiders een fonds gesticht hebben en dus op eigen initiatief elkander >vlllen steunen, daar moet de gemeente ook krachtens het bekende adres van mi nister Treub steunen, wanneer het fonds te kort schiet. Flinke arbeiders, die door deze omstandigheden zonder werk komen moet men niet aan het Steuncomité overlaten. De Voorzitter zegt, dat het Steun comité hier voornamelijk in het leven is geroepen om werk te verschaffen. Van be deeling is dus geen sprake. De heer V. d. L a a n zegt, dat het steun comité met dat doel in 't leven is geroepen, maar zal het steuncomité werk kunnen verschaffen? Indien het geen werk kan ve> schaffen op wie zijn de arbeiders dan aan gewezen. De Voorzitter vindt, dat de heer v d. L a a n te breed op de zaak ingaat. B. en W. hebben het adres eerst kort ontvangen. Feitelijk zouden B. en \V« praeadvies moeten geven. De heer v. d. Laan zegt, dat de voor zitter dan de zaak niet aan de orde had moeten stellen. B. en W. komen toch met oen voorstel en wel om afwijzend te be schikken. Spreker wil wel wachten, in dien B. en W. met praeadvies willen ko men, dan kan de zaak nog eens grondig be- studeei'd worden. Na nog eenige discussie wordt op voor- stel van B. en W. besloten afwijzend te be beschikken. De heer v. d. Laan stemde tegen. Een adres van „Plicht en Recht" in zake werkverschaffing bij mogelijke werkeloos heid werd voor kennisgeving aangenomen ook al met verwijzing naar het steuncomité. Voorgesteld werd vervolgens door B. en W. om de verordening onderwijzers in dien geest te wijzigen, dat bij mobilisatie enz. onderwijzers die onder de wapenen zijQ recht hebben op de helft van hun salaris. De heer v. d. Laan zegt, dat hij geen tegenvoorstel wil doen, maar toch moet op merken, dat onderwijzers op deze wijze wel eens meer dan hun salaris konden ver dienen. Na een opmerking van den voorzitter, dat het moeilijk is een grens te trekken, wordt het voorstel aangenomen. Bij het verzoek om verbetering van den Rijnsburgerweg, zegt de Voorzitter, dat hoewel B. en W. in principe voor de verbetering zijn, zij huiveren met het oog op de kosten in de tegenwoordige tijdsom standigheden bij den raad om een crediet te komen. Met het oog op het verzwaren van de financieele lasten stellen zij daarom \oor om op het oogenblik op het verzoek niet..in te gaan. De heer C o 1 ij n is het met den voorzit-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 2