DONDERDAG 22 OCTOBER. 1914. BUITENLAND. De Oorlog. 6e JAARGANG. No. 1530. S)e Êcld^clveSou^omt BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, f 1.45 por kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1--5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 ant. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Een prachtbelasting. Bij den gemeenteraad van 's-Gravenhage is aanhangig gemaakt een voorstel tot het heffen eener belasting op de publieke ver makelijkheden, zooals b.v. te Amsterdam reeds lang bestaat. Die belasting zal bedragen: 15 der bruto-opbrengst voor bioscooptheaters; 10 der bruto opbrengst voor andere openbare vermakelijkheden; een vast recht naar gelang der terreinoppervlakte voor het maken van leven... pardon van mu ziek met een of ander instrument. De bios copen worden 't hoogst getroffen, omdat dezer exploitatiekosten niet op één lijn zijn te stellen met die der meeste andere ver makelijkheden. Prachtig! De exploitanten van vermakelijkheden zuilen wel moord en brand schreeuwen, maar natuurlijk ten onrechte, want zij ver verhalen de kosten natuurlijk vriendschap pelijk op hun bezoekers, 't zij in den vorm van verhoogde entreeprijzen, 't zij door wat duurder consumptie. Hier is niets tegen, terwijl wie geld heeft om pret te gaan maken en „zijn zinnen eens te ver zetten" ook best wat kan opdokken voor de gemeentekas, waartoe zoovelen moeten bijdragen, bij wie 't geld voor zulke uit spanningen er niet af kan. Rest de hinderpaal, welke zoo'n belasting aan de Kunst met 'n groote K, zetter in den weg legt.... Dat argument zal wel weer gehoord wor den. Zeker, de kunst wordt wel eens gediend door publieke vermakelijkheden, maar zit niet steeds het meeste volk in die lokalen, waar 't woord kunst slechts een bijzaakje of dekmanteltje is? En ontaarden de pu blieke vermakelijkheden niet meer en meer in ondernemingen, waarbij geldverdienen de hoofdzaak, bevordering der kunst slechts een toevalligheid is? Dat kunst-argument kunnen we dus ge rust tor zijde schuiven ook wijl degenen, wien het werkelijk om den dienst der schoonheid te doen is, zich daarbij door de belasting niet zullen laten afschrikken, terwijl het maken van een schifting in' de voorstellingen voor den fiscus natuurlijk een onmogelijkheid is. De houding der Katholieken in den Europeeschen Oorlog. Renigen tijd geleden hebben wij een ge deelte gepubliceerd van een artikel in r!e ..Osservatore Romano". Om de belangrijk heid van dit artikel, hetwelk naar d3 „Tijd" weet mede te deelen, zijdelings door de H. Stoel werd geïnspireerd, latei wij het hier in zijn geheel ïolgen: Van het begin af dezer vreeselijke crisis, waarin een zoo groot gedeelte der be schaafde wereld gewikkeld is, hebben wij ons den plicht opgelegd van onpartijdig heid en bezadigdheid. Deze gedragslijn volgend in de oordeelen er. waardeeringen, welke daarom nog niet konden worden uitgelegd als een geautoriseerde uitdruk king van het hoogste kerkelijk gezag, heeft de .Osservatore Romano" gehoor gegeven aan een gevoelen, dat, naar het schijnt, in het vervolg alle Katholieken van alle lan den in dit voor Europa zoo droevig uur moeten in acht nemen. Doch hetgeen de „Osservatore" in deze houding heeft ge sterkt en bemoedigd, is de gedachte, dat wij aldus het best beantwoorden aan de bedoelingen en aan de verlangens van den H. Stoel, welke in de geschillen der men- schen en de daaruit voortspruitende bloe dige conflicten steeds heeft gewenscht en nog wenscht te handhaven de meest vol komen en absolute onpartijdigheid. De houding, welke de H. Stoel heeft aan genomen en nauwkeurig heeft gehand haafd tijdens den jongsten oorlog, om het bezit van Lybië, waarbij groote belangen van het Italiaansche vaderland waren ge moeid, bewijst duidelijk en onbetwistbaar den ernst en de kracht van de beginselen, waardoor de H. Stoel zich laat leiden, welke elk ander belang ondergeschikt maakt aan zijn taak van vrede en liefde onder alle volkeren der aarde, zonder on derscheid van ras of godsdienst. En naar deze wijze en vaderlijke leiding moeten zich zooveel mogelijk de gelcovigeu voegen, hetzij door de billijkheid in hun oordeelen en waardeering, hetzij en overal door de gematigdheid in hun taal, gelijk het betaamt een geloovigen vol gens de wet der liefde en den godsdienst van den vrede. Hebben reeds. d.e zonen der Kerk zonder onderscheid tot plicht, om zelfs onder de n'eest hachelijke wederwaardigheden aldus te handelen, het is overbodig hieraan tce te voegen, dat dit te meer geldt voor hen, die het geluk hebben, hun leven te wijden aan de priesterlijke bediening. Zij moeten den geest en de zending des v red es der Kerk nog levendiger doorvoelen, met nog meer getrouwheid uitleggen en .verwezen lijken. Zelfs onder het wapengedruisch en de oorlogsverschrikkingen zullen zij nooit hunne zware verantwoordelijkheid uit het oog mogen verliezen, en nooit vergeten dat, hoe wettig ook de verlangens der va derlandsliefde zijn, deze ondergeschikt blijven aan het algemeen belang der Kerk en der menschheid. Zij zullen zich steeds herinneren, dat zij de dienaren zijn van Hem, die zelfs onder zijn vreesélijk lijden geen woorden van bitterheid en haat jegens zijn beulen sprak, doch stierf na zijn vij anden vergiffenis te hebben geschonken. Zij moeten dezen plicht allereerst in hun particulier leven volgen, doch hoven alles bij de uitoefening van hun heilig ambt, m in het bijzonder wanneer zij het woord Gods aan het volk verkondigen, dan vooral moeten zij den in zich wettigen wensch wensch van een overwinning voor hun eigen land ondergeschikt maken aan het verlangen naar een algemeenen mensche- 1 ijken en christelijken vrede. Zij moeten, zelfs ten opzichte van hunne vijanden, steeds spreken, bezield door de liefde en niet door afkeer of haat. De gebouwen, bestemd voor den gods- d'enst. de kerken, zijn oorden van den vrede. Men vergete dit toch niet. Op de geheiligde drempels der bedehuizen be- hooren de menschelijke hartstochten, de gp'-oelens van wraak en haat te zwij^n. Tusschen de heilige muren van het huis Gods zullen de vijanden zelve een veilige wijkplaats, een toevluchtsoord en bescher ming vinden, omdat dear slechts een taal mag klinken van vrede, vergeving en liefde. Door deze wet van liefde op te velgen, zullen de geestelijken van alle naties, i:U.t ulleer. getrouw de opvattingen der Kerk en van haar Opperhoofd weergeven, en niet alleen diens leiding volgen, doch zij zul len buitendien een nutig en verdienstelijk werk verrichten, hetgeen hun eerbied waardige bediening ten goede zal komen. Dit is inderdaad gemakkelijk te begrijpen: de wooroen van hartstocht, door priesters uitgesproken, zouden over de grenzen af keer kunnen wekken tegen den geheelen geestelijken stand, en deze zou gevaar loo- pen, ongetwijfeld ten onrechte, verant- wooidelijk te worden gesteld voor de bui tensporigheden van een enkeling, en dit tot grooter nadeel van het gezag en de waardigheid der geestelijkheid, en tot be perking van haar vrijheid en haar heilige zending. Mijn God, hoe wordt een groot gedeelte der menschheid door haat en woede als verstikt! Dat toch ten minste de gematigd heid en de liefde der Katholieken van alle landen en vooral der priesters alom do kalme gesteldheid mogen verwekken, warin ieder, zonder afstand te doen van zijn gewettigde gevoelens, het heilige werk van eendracht en vrede moge beginnen, in het hoogste belang der menschheid! De strijd in Frankrijk en België. Het groote hoofdkwartier meldt van gistermorgen: Bij het IJser-kanaal staan onze troepen nog in feilen stiijd. De vijand ondersteunt zijn artillerie van de zee, ten N.W. van Nieuwpoort. Een Enge.lsche torpedoboot werd door onze artillerie buiten gevecht gesteld. De strijd westelijk van Rijssel duurt voort. Onze troepen gingen ook daar tot den aanval over en wierpen den vijand op verschillende plaatsen terug. Ongeveer 2000 Engelschen werden gevangen geno men, verschillende mitrailleurs genomen. Het laatste Fransche communiqué luidt: Den dag van gisteren zijn de aanvallen van den vijand bijzonder hevig geweest op de linie NieuwpoortDixmuiden—La Bassée. Zij werden alle met uiterste ener gie afgeslagen door de geallieerden. Overal elders is de toestand zonder ver meldenswaardige wijziging. Volgens neg niet bevestigde berichten, ontvangen door te Dover verschijnende bladen, hebben Engelsche oorlogsbodems Zondag bij het aanbreken van den dag de Duitsche stellingen op de Belgische kust krachtig gebombardeerd en een Duitsche aeroplane neergeschoten. Ook zouden zij erin geslaagd zijn een „Zeppelin" neer te schieten en zes Duitsche batterijen te ver nietigen. Ü3 verliezen van den vijand zou den 1600 dooden en gewonden bedragen. De Russen. Een te Londen bekend gemaakt officieel bericlu uit Petrograd luidt: De Duitsche troepen die op Warschau oprukten zijn teruggedrongen naar de stre ken ten noorden van de rivier Poulitga. Zij bevinden zich thans in volkomen terugtocht; zij lieten hun gewonden achter, evenals de stellingen, die zij voorheen hadden verstrekt. De Russen trekken krachtig voorwaarts over het geheele front. De vijand biedt nog tegenstand aan den linkeroever van de Weichsel, ten zuiden van het district Piltsga tot Sandomir. Ofschoon de Russen aan een hevig artil lerievuur zijn blootgesteld en het terrein zeer ongunstig is, houden zij dapper stand in het district Kosenitze. Op 20 October behaalden de Russen een belangrijk succes; hun positie aan den lin keroever van de Weichsel is thans verze kerd. De pogingen der Oostenrijkers om de San beneden Przemysl over te trekken zijn verijdeld. De Russen hernemen op dit punt het offensief. In de streken ten zuiden van Prezemysl vindt men overblijfselen van alle Oostenrijksche legerkorpsen, die vroe ger in Galicië verslagen werden. De opmarsch van talrijke vijandelijke afdeelingen is belet door de krachtige aan vallen der Russen. In Oost-Pruisen valt geen enkele veran dering te constateeren. Volgens een telegram uit Berlijn wordt uit Boedapest gemeld, dat de laatste over blijfselen van de Russische troepen, die een inval deden, gisteren opnieuw een ne derlaag hebben geleden en over de grens van Galicië vluchtten. Hiermede, aldus het telegram, is het Hongaarsch grondgebied van Russen bevrijd. Verschillende Oorlogs berichten. De Belgische koningin bij het leger. De bladen hebben bericht, dat de koningin zich met hare kinderen in Engeland zou be vinden. De Matin" deelt thans mede, dat volgens verklaring van den heer Iluysmans de vor stin zich bij haar echtgenoot in het hoofd kwartier bevindt. De „Indépendance Beige". De „Indé- pendance Beige" zal voortaan te Londen verschijnen. Hedenmiddag komt het blad voor het eerst aldaar uit. Spanjaarden voor het Fransche Vreemde lingenlegioen. Uit Perpignan wordt aan de „Temps" bericht, dat aldaar zeshonderd Spanjaarden zjjn aangekomen om dienst te nemen in het Fransche Vreemdelingenlegi oen gedurende den duur van den oorlog Er worden er nog meer verwacht. De rozenkrans in het leger. Een Fran sche soldaat van het 106e, in een gevecht bij Longuyon gewond, vertelde het volgende: In onze compagnie hadden wij een pries tersoldaat. lederen morgen las hij te 3 uur den II. Mis in de dichtstbijzijnde dorpskerk, en onze kapitein diende hem daarbij als misdienaar. Zondags werd de II. Mis wat later opgedragen, en de kerk was dan stampvol met soldaten. Allen droegen hun medaille en scapulier, en alvorens 's avonds in te slapen, baden zij hun rozenkrans. Met twee kameraden waren wij aan het werk voor hen, die niet konden schrijven, om ook aan deze door hen gevraagde akte van overgeving aan den Goddelijken Wil en van een christelijke berusting te bezorgen. Mijn adjudant, een ongeloovige die ons daarbij bezig zag, begon te lachen over deze „malligheid". Maar ten laatste vroeg ook hij ons naar „ons paspoort" hij ;s gaan nadenken en thans bekeerd. Men spreekt onder den marsch zijn biecht t-'t den pastoor in kapotjas en roode pantalon. En er is niemand, die zich daarover vroolljk maakt. Echter, zoo zeggen de meeste scep tici, men moet ten slotte wel terugkeeren tot den godsdienst, omdat achter de loop graven de eeuwigheid staat. 63.000 Priesters aan het front. Men ver zekert in welingelichte kringen te Rome, dat meer dan 63.000 geestelijken van verschil lenden rang aan den strijd deelnemen, vooral in het Belgische leger, het Fransche en het Oostenrijksche. Het grootste deel ver toeft in de hospitalen, en onder hen bevin den zich zeven bisschoppen. Een protest van Mgr. Amette. De Parij- sche katholieken zijn zeer verontwaardigd over den bomaanslag op de Notre Damo. Den 12den October heeft, gelijk men weet, een Duitsche vlieger getracht, de hoofdkeik hetzelfde te doen ondergaan als de kathe draal van Reims. Vier bommen zijn gewor pen, en de vierde heeft doel getroffen. Deze bom barstte op het dak der Notre Daine uit een en richtte daar aanmerkelijke scha le aan. Men kan, schreef de „Croix", niet genoeg de heiiigschennende en domme vernielzucht brandmerken van deze vandalen, die, nadat zij God hebben aangeroepen en hoog opge geven van hun „beschaving", hun woede koelen aan schoone monumenten van geloof en kunst als onze kathedralen. De Aartsbisschop van Parijs, Z. Em, Kar dinaal Amette, heeft het volgende protest uitgevaardigd: „Zondag 11 October, om half een 's middags, hebben Duitsche vliegtui gen op Parijs twintig bommen geworpeu, welke vier ongewapende personen hebben gedood en een groot aantal gewond. Drie dezer bommen zijn met blijkbare bedoelii.g neergeworpen op de metropolitaan-kerk :it* Notre Dame; een ervan heeft aanzienlijke schade aangericht en had een ernstig.ui brand kunnen veroorzaken. Wij zijn ver plicht, te protesteeren tegen deze bar- baarschheid, welke een misdaad beteekent, die door geen militaire noodzakelijkheid kan verontschuldigd worden. De aanslag, ge richt tegen de eerwaardige basiliek, is jen heiligschennis, welke wij aan de afkeuring van de christelijke wereld overlaten. Torpedo's op oen Deensche duikboot. - Dinsdagmiddag heeft in dé internationale wateren tusschen Nakkehoved en het vuur baken van Kullen een tevoren niet opge merkte duikboot twee torpedo's afgevuurd op de Deensche duikboot Havmanden, die met een vaart van 5 knoopen aan de opper vlakte van liet water voer. Beide schoten misten. De Deensche duikboot voerde de Deensche vlag. Hedenochtend vroeg is aan het strand van Nakken Iiaved een torpedo aangedreven, welke daar ontplofte. De oorlogvoerende mogendheden, die bij dit voorval betrokken konden zijn, zijn van het voorval in kennis gesteld met het ver zoek in den vervolge grooter voorzichtig heid te betrachten. De Noordzee sluiten! Deze radikala maatreg.el stelt de inarinernedewerker van de „Times" voor. Waardoor zijn de „Haw- ke" en de kruisers van het „Hogue-type in gevaar gekomen? Zij werden gebruikt als FEUILLETON. In 's levens maalstroom. (liet auteursrecht van deze vertaling is voorbehouden). II HOOFDSTUK. Plotseling wees. De straten waren weinig bevolkt; de grijze mist van een herfstavond van Augustus maakte de omgeving somber. Wandelend in de richting van het eenvoudige hotel, waar zij haar verblijf hadl kwam Marie voorbij een tuin, omgeven door een hek. Men kon er vrij binnentreden; kinderen speelden er en uitten kreten van vreugde, 't Was het park Monthalon. O, moeder, wat een mooie bloemen, riep het meisje. Gehoor gevend aan den zachten drang- van het kind, trad Marie binnen. Zij zette zich op een ledige bank neder, het kind naast haar. Gij moogt w el wat gaan spelen, zeide de moeder. De kleine liet zich weder van de bank glij den en begon met haar handje in het zand te wroeten. Speelgoed was haar blijkbaar weinig bekend, want zij zag met nieuws gierigheid naar twee kinderen, die een wei nig verder met een emmertje en een schopje tal van zandvormpjes maakten. „Wilt gij met ons meedoen?" vroeg »Je oudste, een aanvallig meisje. Het kind verlangde niets liever. Zij wendde even het hoofd naar haar moeder, om verlof te vragen, maar Marie zag haar fcant niet uit; het meisje verwijderde zich toen met haar nieuwe kameraadjes tot op eenigen afstand. Het geratel der rijtuigen was een weinig verminderd, de omnibussen kwamen min der vaak voorbij en de controleur van het bureau aan den overkant van den tuin kon aan zijn schorre keel wat rust gunnen. Parijs dineerde en gedurende dien tijd voerde de trein Simon Montfort, die, hoe zeer hij een man was, grooten .aandrang had om te wonen, verre weg van zijn ge boorteplaats en van zijn familie. Marie dacht aan den echtgenoot, die zich iedere seconde meer van haar ver wijderde en zij peinsde over de vervloger: jaren. De handen vielen haar langs het lichaam, slap en lusteloos, als alles wat in haar was; haar hoofd boog langzaam voor over op de borst en zij smaakte, na zoo lang gearbeid te hebben, na zoovele ang sten te hebben doorstaan, eindelijk de zoet heid, eenige oogenblikken werkeloos ta kunnen zijn. Er zijn wezens, voor wie het leven ge heel ontbloot schijnt van genoegens; we zens, voor wie de kindsheid geen glimlach had, de jeugd geen vreugde. Marie was vroeg wees geworden, niet vroeg genoeg intusschen, dat het medelijden van buren en vrienden zich harer had kunnen ontfermen. Haar vader was een stijfhoofdig en hardvochtig man geweest, die noch de luidruchtige vreugde der kinderspelen, noch de tranen van het verdriet verduren wilde; als jong meisje had zij geen vriendinnen gehad: de vader stootte deze door zijn knorrig karakter af. Op zekeren dag vroeg Simon Montfort haar ten huwelijk. Toen had zij een wei nig vreugde gekend, maar het huwelijk had haar weder in nieuwe droefheid en ellende gebracht. Montfort, achterdochtig van natuur, schonk, als om zich daar tegen in te zetten, te spoedig vertrouwen; wat hem moest waarschuwen tegen het gevaar, deed het hem integendeel zoeken. Hij liet zich medesleepen in gevaarlijke speculatiën, waarin hij alleen zijn geld verloor, terwijl zijn vrienden zich verrijk ten; zijn van nature onaangenaam humeur verergederde daardoor; hij wilde terug winnen wat hij verloren had, maar rui neerde zich daardoor geheel. Hij was spoedig besloten, wat te doen. Zijn wisselvallige opvoeding, toevertrouwd aan de zorgen der omstandigheden sinds zijn achttiende jaar had hij geheel op zichzelven gestaan, blootgesteld aan alerlei wederwaardigheden der wereld had hem voor vele ondernemingen geschikt gemaakt. Hij nam zich dus voor naar Amerika te vertrekken, overtuigd als hij zich hield, daar wel een of andere betrek king te zullen vinden, waaraan hij zijn tot dusverre ongebruikt gebleven krachten zou kunnen wijden. IIij maakte zijn besluit aan zijne echt- genoote bekend, 't Was voor Marie de zwaarste harer beproevingen. Haar vader was overleden sinds haar huwelijk, andere verwanten had zij niet, zoodat niets haar hechtte aan ha*ar geboortegrond. Maar juist die afwezigheid van familiebanden maakte liaar Frankrijk's bodem te dier baarder. Zij beproefde eenige tegenwer pingen, welke dadelijk werlegd werden, en onderwierp zich toen, daar haar niets anders overbleef. Een klein meisje was uit het vreugde loos huwelijk geboren, een lief kind, dat nu drie en een half jaar telde; het was het licht en de vroolijkheid van het ouder lijk huis en haar zilveren lach verjoeg bij wijlen de gedrukte stemming, die bij ;le ouders heerschte. Marie maakte voor de kleine Marcelle een groote reismantel met een kap en daarmede was alles voor den aftocht ge reed. Zij waren dienzelfden morgen te Parijs aangekomen, na een lange dag en een nog langeren nacht in den trein te hebben doorgebracht. Bij het verlaten van den den wagon was de koude ochtendlucht i.e arme vrouw in merg en been doorge drongen en den genschen dag was zij hui verig gebleven. Een behoefte aan rust, die alle andere indrukken en gevoelens overheerschte, had zich van haar meester gemaakt en haar doen smeeken om een nacht rust als het hoogste van alle goed. In dat park gezeten, waar de geluiden der-wereld met het vorderen van dén avond verzwakten, bevond zij zich wel te moede. Een vreemde verdooving overmeesterde haar en belette haar de geringste beweging. Tweemaal bedacht zij, dat het laat werd, dat zij naar huis moest gaan, want de trein vertrok vroeg; maar de rust was zoo zoet. Zoo aanstonds zou zij wel ver trekken. De stem van Marcelle bereikte af en toe in vroolijke klanken haar ooren en zij gaf zich weer over aan gepeinzen. Haar echtgenoot beminde haar, dat was zeker. Hij was stilzwijgend von aard, maar zij zelve was ook nog al niet erg mededeel zaam. Die verkeerde gewoonte, om ieder voor zich met zijn eigen gedachten bezig te zijn, had hun al heel wat verveling bezorgd; zij zou zich verbeteren, zij zou in hem een vertrouweling, een vertrooster zoeken. Meer dan eens had hij baar gezegd: „Gij zij', mij moede, niet Marie?" Dat was echter niet waar. Nog nooit was du gedachte bij haar opgekomen. Er over nadenkend, vond zij integendeel een moge lijke scheiding een der grootste ongelukken, dij hen ooit zou kunnen overkomen. Daar, die wel knorrige, maar in zijn hart goede en rechtvaardige man, zoo iets va" haar kon denken, moest zij zeker, zonder het te weten of te willen, ernstige fouten hebben... Maai zij was nog jong, zes-cri- twintig jaar; zij had nog een lang leven voor zich; zij zou al hare fouten herstellen om hein zoo aangenaam mogelijk te zijn. Een gevoel van teederheid en medelijden kwam nu over haar bij de gedachte aan haar echtvrienu, <lie daar wegijlde naar H&vre, zeer bedroefd ongetwijfeld en onte vreden, dat zij geweigerd had hem te vol gen. Zij betreurde nu die weigering; de ka mer van het hotel zou haar wel treurig tn verlaten zijn. Hoe had zij dat kunnen ver geten? Maar er moesten die navond nog treinen voor Havre zijn! Zij zou dadelijk kunnen vertrekken. Dat oogenblik van rust op die bank had haar de frischheid harer jeug l hergeven; zij gevoelde zelfs de behoefte om op te staan en te loopen.... (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1