DONDERDAG
22
OCTOBER.
1914.
BUITENLAND.
De Oorlog.
6e JAARGANG.
No. 1530.
S)e Êcld^clveSou^omt
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, f 1.45 por kwartaal. Franco per post f 1.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1--5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 ant.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Een prachtbelasting.
Bij den gemeenteraad van 's-Gravenhage
is aanhangig gemaakt een voorstel tot het
heffen eener belasting op de publieke ver
makelijkheden, zooals b.v. te Amsterdam
reeds lang bestaat.
Die belasting zal bedragen: 15 der
bruto-opbrengst voor bioscooptheaters;
10 der bruto opbrengst voor andere
openbare vermakelijkheden; een vast recht
naar gelang der terreinoppervlakte voor
het maken van leven... pardon van mu
ziek met een of ander instrument. De bios
copen worden 't hoogst getroffen, omdat
dezer exploitatiekosten niet op één lijn zijn
te stellen met die der meeste andere ver
makelijkheden.
Prachtig!
De exploitanten van vermakelijkheden
zuilen wel moord en brand schreeuwen,
maar natuurlijk ten onrechte, want zij ver
verhalen de kosten natuurlijk vriendschap
pelijk op hun bezoekers, 't zij in den vorm
van verhoogde entreeprijzen, 't zij door
wat duurder consumptie. Hier is niets
tegen, terwijl wie geld heeft om pret te
gaan maken en „zijn zinnen eens te ver
zetten" ook best wat kan opdokken voor
de gemeentekas, waartoe zoovelen moeten
bijdragen, bij wie 't geld voor zulke uit
spanningen er niet af kan.
Rest de hinderpaal, welke zoo'n belasting
aan de Kunst met 'n groote K, zetter
in den weg legt....
Dat argument zal wel weer gehoord wor
den.
Zeker, de kunst wordt wel eens gediend
door publieke vermakelijkheden, maar zit
niet steeds het meeste volk in die lokalen,
waar 't woord kunst slechts een bijzaakje
of dekmanteltje is? En ontaarden de pu
blieke vermakelijkheden niet meer en meer
in ondernemingen, waarbij geldverdienen
de hoofdzaak, bevordering der kunst
slechts een toevalligheid is?
Dat kunst-argument kunnen we dus ge
rust tor zijde schuiven ook wijl degenen,
wien het werkelijk om den dienst der
schoonheid te doen is, zich daarbij door de
belasting niet zullen laten afschrikken,
terwijl het maken van een schifting in' de
voorstellingen voor den fiscus natuurlijk
een onmogelijkheid is.
De houding der Katholieken
in den Europeeschen Oorlog.
Renigen tijd geleden hebben wij een ge
deelte gepubliceerd van een artikel in r!e
..Osservatore Romano". Om de belangrijk
heid van dit artikel, hetwelk naar d3
„Tijd" weet mede te deelen, zijdelings door
de H. Stoel werd geïnspireerd, latei wij
het hier in zijn geheel ïolgen:
Van het begin af dezer vreeselijke crisis,
waarin een zoo groot gedeelte der be
schaafde wereld gewikkeld is, hebben wij
ons den plicht opgelegd van onpartijdig
heid en bezadigdheid. Deze gedragslijn
volgend in de oordeelen er. waardeeringen,
welke daarom nog niet konden worden
uitgelegd als een geautoriseerde uitdruk
king van het hoogste kerkelijk gezag, heeft
de .Osservatore Romano" gehoor gegeven
aan een gevoelen, dat, naar het schijnt, in
het vervolg alle Katholieken van alle lan
den in dit voor Europa zoo droevig uur
moeten in acht nemen. Doch hetgeen de
„Osservatore" in deze houding heeft ge
sterkt en bemoedigd, is de gedachte, dat
wij aldus het best beantwoorden aan de
bedoelingen en aan de verlangens van den
H. Stoel, welke in de geschillen der men-
schen en de daaruit voortspruitende bloe
dige conflicten steeds heeft gewenscht en
nog wenscht te handhaven de meest vol
komen en absolute onpartijdigheid.
De houding, welke de H. Stoel heeft aan
genomen en nauwkeurig heeft gehand
haafd tijdens den jongsten oorlog, om het
bezit van Lybië, waarbij groote belangen
van het Italiaansche vaderland waren ge
moeid, bewijst duidelijk en onbetwistbaar
den ernst en de kracht van de beginselen,
waardoor de H. Stoel zich laat leiden,
welke elk ander belang ondergeschikt
maakt aan zijn taak van vrede en liefde
onder alle volkeren der aarde, zonder on
derscheid van ras of godsdienst.
En naar deze wijze en vaderlijke leiding
moeten zich zooveel mogelijk de gelcovigeu
voegen, hetzij door de billijkheid in hun
oordeelen en waardeering, hetzij en
overal door de gematigdheid in hun
taal, gelijk het betaamt een geloovigen vol
gens de wet der liefde en den godsdienst
van den vrede.
Hebben reeds. d.e zonen der Kerk zonder
onderscheid tot plicht, om zelfs onder de
n'eest hachelijke wederwaardigheden aldus
te handelen, het is overbodig hieraan tce
te voegen, dat dit te meer geldt voor hen,
die het geluk hebben, hun leven te wijden
aan de priesterlijke bediening. Zij moeten
den geest en de zending des v red es der
Kerk nog levendiger doorvoelen, met nog
meer getrouwheid uitleggen en .verwezen
lijken. Zelfs onder het wapengedruisch en
de oorlogsverschrikkingen zullen zij nooit
hunne zware verantwoordelijkheid uit het
oog mogen verliezen, en nooit vergeten
dat, hoe wettig ook de verlangens der va
derlandsliefde zijn, deze ondergeschikt
blijven aan het algemeen belang der Kerk
en der menschheid. Zij zullen zich steeds
herinneren, dat zij de dienaren zijn van
Hem, die zelfs onder zijn vreesélijk lijden
geen woorden van bitterheid en haat jegens
zijn beulen sprak, doch stierf na zijn vij
anden vergiffenis te hebben geschonken.
Zij moeten dezen plicht allereerst in hun
particulier leven volgen, doch hoven alles
bij de uitoefening van hun heilig ambt, m
in het bijzonder wanneer zij het woord
Gods aan het volk verkondigen, dan vooral
moeten zij den in zich wettigen wensch
wensch van een overwinning voor hun
eigen land ondergeschikt maken aan het
verlangen naar een algemeenen mensche-
1 ijken en christelijken vrede. Zij moeten,
zelfs ten opzichte van hunne vijanden,
steeds spreken, bezield door de liefde en
niet door afkeer of haat.
De gebouwen, bestemd voor den gods-
d'enst. de kerken, zijn oorden van den
vrede. Men vergete dit toch niet. Op de
geheiligde drempels der bedehuizen be-
hooren de menschelijke hartstochten, de
gp'-oelens van wraak en haat te zwij^n.
Tusschen de heilige muren van het huis
Gods zullen de vijanden zelve een veilige
wijkplaats, een toevluchtsoord en bescher
ming vinden, omdat dear slechts een taal
mag klinken van vrede, vergeving en
liefde.
Door deze wet van liefde op te velgen,
zullen de geestelijken van alle naties, i:U.t
ulleer. getrouw de opvattingen der Kerk en
van haar Opperhoofd weergeven, en niet
alleen diens leiding volgen, doch zij zul
len buitendien een nutig en verdienstelijk
werk verrichten, hetgeen hun eerbied
waardige bediening ten goede zal komen.
Dit is inderdaad gemakkelijk te begrijpen:
de wooroen van hartstocht, door priesters
uitgesproken, zouden over de grenzen af
keer kunnen wekken tegen den geheelen
geestelijken stand, en deze zou gevaar loo-
pen, ongetwijfeld ten onrechte, verant-
wooidelijk te worden gesteld voor de bui
tensporigheden van een enkeling, en dit
tot grooter nadeel van het gezag en de
waardigheid der geestelijkheid, en tot be
perking van haar vrijheid en haar heilige
zending.
Mijn God, hoe wordt een groot gedeelte
der menschheid door haat en woede als
verstikt! Dat toch ten minste de gematigd
heid en de liefde der Katholieken van alle
landen en vooral der priesters alom do
kalme gesteldheid mogen verwekken,
warin ieder, zonder afstand te doen van
zijn gewettigde gevoelens, het heilige werk
van eendracht en vrede moge beginnen, in
het hoogste belang der menschheid!
De strijd in Frankrijk en
België.
Het groote hoofdkwartier meldt van
gistermorgen:
Bij het IJser-kanaal staan onze troepen
nog in feilen stiijd. De vijand ondersteunt
zijn artillerie van de zee, ten N.W. van
Nieuwpoort. Een Enge.lsche torpedoboot
werd door onze artillerie buiten gevecht
gesteld.
De strijd westelijk van Rijssel duurt
voort. Onze troepen gingen ook daar tot
den aanval over en wierpen den vijand op
verschillende plaatsen terug. Ongeveer
2000 Engelschen werden gevangen geno
men, verschillende mitrailleurs genomen.
Het laatste Fransche communiqué luidt:
Den dag van gisteren zijn de aanvallen
van den vijand bijzonder hevig geweest
op de linie NieuwpoortDixmuiden—La
Bassée. Zij werden alle met uiterste ener
gie afgeslagen door de geallieerden.
Overal elders is de toestand zonder ver
meldenswaardige wijziging.
Volgens neg niet bevestigde berichten,
ontvangen door te Dover verschijnende
bladen, hebben Engelsche oorlogsbodems
Zondag bij het aanbreken van den dag de
Duitsche stellingen op de Belgische kust
krachtig gebombardeerd en een Duitsche
aeroplane neergeschoten. Ook zouden zij
erin geslaagd zijn een „Zeppelin" neer te
schieten en zes Duitsche batterijen te ver
nietigen. Ü3 verliezen van den vijand zou
den 1600 dooden en gewonden bedragen.
De Russen.
Een te Londen bekend gemaakt officieel
bericlu uit Petrograd luidt:
De Duitsche troepen die op Warschau
oprukten zijn teruggedrongen naar de stre
ken ten noorden van de rivier Poulitga.
Zij bevinden zich thans in volkomen
terugtocht; zij lieten hun gewonden achter,
evenals de stellingen, die zij voorheen
hadden verstrekt.
De Russen trekken krachtig voorwaarts
over het geheele front.
De vijand biedt nog tegenstand aan den
linkeroever van de Weichsel, ten zuiden
van het district Piltsga tot Sandomir.
Ofschoon de Russen aan een hevig artil
lerievuur zijn blootgesteld en het terrein
zeer ongunstig is, houden zij dapper
stand in het district Kosenitze.
Op 20 October behaalden de Russen een
belangrijk succes; hun positie aan den lin
keroever van de Weichsel is thans verze
kerd.
De pogingen der Oostenrijkers om de
San beneden Przemysl over te trekken zijn
verijdeld. De Russen hernemen op dit punt
het offensief. In de streken ten zuiden van
Prezemysl vindt men overblijfselen van
alle Oostenrijksche legerkorpsen, die vroe
ger in Galicië verslagen werden.
De opmarsch van talrijke vijandelijke
afdeelingen is belet door de krachtige aan
vallen der Russen.
In Oost-Pruisen valt geen enkele veran
dering te constateeren.
Volgens een telegram uit Berlijn wordt
uit Boedapest gemeld, dat de laatste over
blijfselen van de Russische troepen, die
een inval deden, gisteren opnieuw een ne
derlaag hebben geleden en over de grens
van Galicië vluchtten. Hiermede, aldus het
telegram, is het Hongaarsch grondgebied
van Russen bevrijd.
Verschillende Oorlogs
berichten.
De Belgische koningin bij het leger. De
bladen hebben bericht, dat de koningin
zich met hare kinderen in Engeland zou be
vinden.
De Matin" deelt thans mede, dat volgens
verklaring van den heer Iluysmans de vor
stin zich bij haar echtgenoot in het hoofd
kwartier bevindt.
De „Indépendance Beige". De „Indé-
pendance Beige" zal voortaan te Londen
verschijnen. Hedenmiddag komt het blad
voor het eerst aldaar uit.
Spanjaarden voor het Fransche Vreemde
lingenlegioen. Uit Perpignan wordt aan
de „Temps" bericht, dat aldaar zeshonderd
Spanjaarden zjjn aangekomen om dienst te
nemen in het Fransche Vreemdelingenlegi
oen gedurende den duur van den oorlog
Er worden er nog meer verwacht.
De rozenkrans in het leger. Een Fran
sche soldaat van het 106e, in een gevecht bij
Longuyon gewond, vertelde het volgende:
In onze compagnie hadden wij een pries
tersoldaat. lederen morgen las hij te 3 uur
den II. Mis in de dichtstbijzijnde dorpskerk,
en onze kapitein diende hem daarbij als
misdienaar. Zondags werd de II. Mis wat
later opgedragen, en de kerk was dan
stampvol met soldaten. Allen droegen hun
medaille en scapulier, en alvorens 's avonds
in te slapen, baden zij hun rozenkrans.
Met twee kameraden waren wij aan het
werk voor hen, die niet konden schrijven,
om ook aan deze door hen gevraagde akte
van overgeving aan den Goddelijken Wil en
van een christelijke berusting te bezorgen.
Mijn adjudant, een ongeloovige die
ons daarbij bezig zag, begon te lachen over
deze „malligheid". Maar ten laatste vroeg
ook hij ons naar „ons paspoort" hij ;s
gaan nadenken en thans bekeerd. Men
spreekt onder den marsch zijn biecht t-'t
den pastoor in kapotjas en roode pantalon.
En er is niemand, die zich daarover vroolljk
maakt. Echter, zoo zeggen de meeste scep
tici, men moet ten slotte wel terugkeeren
tot den godsdienst, omdat achter de loop
graven de eeuwigheid staat.
63.000 Priesters aan het front. Men ver
zekert in welingelichte kringen te Rome, dat
meer dan 63.000 geestelijken van verschil
lenden rang aan den strijd deelnemen,
vooral in het Belgische leger, het Fransche
en het Oostenrijksche. Het grootste deel ver
toeft in de hospitalen, en onder hen bevin
den zich zeven bisschoppen.
Een protest van Mgr. Amette. De Parij-
sche katholieken zijn zeer verontwaardigd
over den bomaanslag op de Notre Damo.
Den 12den October heeft, gelijk men weet,
een Duitsche vlieger getracht, de hoofdkeik
hetzelfde te doen ondergaan als de kathe
draal van Reims. Vier bommen zijn gewor
pen, en de vierde heeft doel getroffen. Deze
bom barstte op het dak der Notre Daine uit
een en richtte daar aanmerkelijke scha le
aan.
Men kan, schreef de „Croix", niet genoeg
de heiiigschennende en domme vernielzucht
brandmerken van deze vandalen, die, nadat
zij God hebben aangeroepen en hoog opge
geven van hun „beschaving", hun woede
koelen aan schoone monumenten van geloof
en kunst als onze kathedralen.
De Aartsbisschop van Parijs, Z. Em, Kar
dinaal Amette, heeft het volgende protest
uitgevaardigd: „Zondag 11 October, om half
een 's middags, hebben Duitsche vliegtui
gen op Parijs twintig bommen geworpeu,
welke vier ongewapende personen hebben
gedood en een groot aantal gewond. Drie
dezer bommen zijn met blijkbare bedoelii.g
neergeworpen op de metropolitaan-kerk :it*
Notre Dame; een ervan heeft aanzienlijke
schade aangericht en had een ernstig.ui
brand kunnen veroorzaken. Wij zijn ver
plicht, te protesteeren tegen deze bar-
baarschheid, welke een misdaad beteekent,
die door geen militaire noodzakelijkheid kan
verontschuldigd worden. De aanslag, ge
richt tegen de eerwaardige basiliek, is jen
heiligschennis, welke wij aan de afkeuring
van de christelijke wereld overlaten.
Torpedo's op oen Deensche duikboot. -
Dinsdagmiddag heeft in dé internationale
wateren tusschen Nakkehoved en het vuur
baken van Kullen een tevoren niet opge
merkte duikboot twee torpedo's afgevuurd
op de Deensche duikboot Havmanden, die
met een vaart van 5 knoopen aan de opper
vlakte van liet water voer. Beide schoten
misten. De Deensche duikboot voerde de
Deensche vlag. Hedenochtend vroeg is aan
het strand van Nakken Iiaved een torpedo
aangedreven, welke daar ontplofte.
De oorlogvoerende mogendheden, die bij
dit voorval betrokken konden zijn, zijn van
het voorval in kennis gesteld met het ver
zoek in den vervolge grooter voorzichtig
heid te betrachten.
De Noordzee sluiten! Deze radikala
maatreg.el stelt de inarinernedewerker van
de „Times" voor. Waardoor zijn de „Haw-
ke" en de kruisers van het „Hogue-type in
gevaar gekomen? Zij werden gebruikt als
FEUILLETON.
In 's levens maalstroom.
(liet auteursrecht van deze vertaling is
voorbehouden).
II HOOFDSTUK.
Plotseling wees.
De straten waren weinig bevolkt; de grijze
mist van een herfstavond van Augustus
maakte de omgeving somber. Wandelend in
de richting van het eenvoudige hotel, waar
zij haar verblijf hadl kwam Marie voorbij
een tuin, omgeven door een hek. Men kon
er vrij binnentreden; kinderen speelden er
en uitten kreten van vreugde, 't Was het
park Monthalon.
O, moeder, wat een mooie bloemen,
riep het meisje.
Gehoor gevend aan den zachten drang-
van het kind, trad Marie binnen. Zij zette
zich op een ledige bank neder, het kind
naast haar.
Gij moogt w el wat gaan spelen, zeide
de moeder.
De kleine liet zich weder van de bank glij
den en begon met haar handje in het zand
te wroeten. Speelgoed was haar blijkbaar
weinig bekend, want zij zag met nieuws
gierigheid naar twee kinderen, die een wei
nig verder met een emmertje en een schopje
tal van zandvormpjes maakten.
„Wilt gij met ons meedoen?" vroeg »Je
oudste, een aanvallig meisje.
Het kind verlangde niets liever. Zij
wendde even het hoofd naar haar moeder,
om verlof te vragen, maar Marie zag haar
fcant niet uit; het meisje verwijderde zich
toen met haar nieuwe kameraadjes tot op
eenigen afstand.
Het geratel der rijtuigen was een weinig
verminderd, de omnibussen kwamen min
der vaak voorbij en de controleur van het
bureau aan den overkant van den tuin
kon aan zijn schorre keel wat rust gunnen.
Parijs dineerde en gedurende dien tijd
voerde de trein Simon Montfort, die, hoe
zeer hij een man was, grooten .aandrang
had om te wonen, verre weg van zijn ge
boorteplaats en van zijn familie.
Marie dacht aan den echtgenoot, die
zich iedere seconde meer van haar ver
wijderde en zij peinsde over de vervloger:
jaren. De handen vielen haar langs het
lichaam, slap en lusteloos, als alles wat in
haar was; haar hoofd boog langzaam voor
over op de borst en zij smaakte, na zoo
lang gearbeid te hebben, na zoovele ang
sten te hebben doorstaan, eindelijk de zoet
heid, eenige oogenblikken werkeloos ta
kunnen zijn.
Er zijn wezens, voor wie het leven ge
heel ontbloot schijnt van genoegens; we
zens, voor wie de kindsheid geen glimlach
had, de jeugd geen vreugde.
Marie was vroeg wees geworden,
niet vroeg genoeg intusschen, dat het
medelijden van buren en vrienden zich
harer had kunnen ontfermen. Haar vader
was een stijfhoofdig en hardvochtig man
geweest, die noch de luidruchtige vreugde
der kinderspelen, noch de tranen van het
verdriet verduren wilde; als jong meisje
had zij geen vriendinnen gehad: de vader
stootte deze door zijn knorrig karakter af.
Op zekeren dag vroeg Simon Montfort
haar ten huwelijk. Toen had zij een wei
nig vreugde gekend, maar het huwelijk
had haar weder in nieuwe droefheid en
ellende gebracht. Montfort, achterdochtig
van natuur, schonk, als om zich daar
tegen in te zetten, te spoedig vertrouwen;
wat hem moest waarschuwen tegen het
gevaar, deed het hem integendeel zoeken.
Hij liet zich medesleepen in gevaarlijke
speculatiën, waarin hij alleen zijn geld
verloor, terwijl zijn vrienden zich verrijk
ten; zijn van nature onaangenaam humeur
verergederde daardoor; hij wilde terug
winnen wat hij verloren had, maar rui
neerde zich daardoor geheel.
Hij was spoedig besloten, wat te doen.
Zijn wisselvallige opvoeding, toevertrouwd
aan de zorgen der omstandigheden
sinds zijn achttiende jaar had hij geheel
op zichzelven gestaan, blootgesteld aan
alerlei wederwaardigheden der wereld
had hem voor vele ondernemingen geschikt
gemaakt. Hij nam zich dus voor naar
Amerika te vertrekken, overtuigd als hij
zich hield, daar wel een of andere betrek
king te zullen vinden, waaraan hij zijn tot
dusverre ongebruikt gebleven krachten
zou kunnen wijden.
IIij maakte zijn besluit aan zijne echt-
genoote bekend, 't Was voor Marie de
zwaarste harer beproevingen. Haar vader
was overleden sinds haar huwelijk, andere
verwanten had zij niet, zoodat niets haar
hechtte aan ha*ar geboortegrond. Maar
juist die afwezigheid van familiebanden
maakte liaar Frankrijk's bodem te dier
baarder. Zij beproefde eenige tegenwer
pingen, welke dadelijk werlegd werden, en
onderwierp zich toen, daar haar niets
anders overbleef.
Een klein meisje was uit het vreugde
loos huwelijk geboren, een lief kind, dat
nu drie en een half jaar telde; het was
het licht en de vroolijkheid van het ouder
lijk huis en haar zilveren lach verjoeg bij
wijlen de gedrukte stemming, die bij ;le
ouders heerschte.
Marie maakte voor de kleine Marcelle
een groote reismantel met een kap en
daarmede was alles voor den aftocht ge
reed.
Zij waren dienzelfden morgen te Parijs
aangekomen, na een lange dag en een nog
langeren nacht in den trein te hebben
doorgebracht. Bij het verlaten van den
den wagon was de koude ochtendlucht i.e
arme vrouw in merg en been doorge
drongen en den genschen dag was zij hui
verig gebleven.
Een behoefte aan rust, die alle andere
indrukken en gevoelens overheerschte,
had zich van haar meester gemaakt en
haar doen smeeken om een nacht rust als
het hoogste van alle goed.
In dat park gezeten, waar de geluiden
der-wereld met het vorderen van dén avond
verzwakten, bevond zij zich wel te moede.
Een vreemde verdooving overmeesterde
haar en belette haar de geringste beweging.
Tweemaal bedacht zij, dat het laat
werd, dat zij naar huis moest gaan, want
de trein vertrok vroeg; maar de rust was
zoo zoet. Zoo aanstonds zou zij wel ver
trekken. De stem van Marcelle bereikte
af en toe in vroolijke klanken haar ooren
en zij gaf zich weer over aan gepeinzen.
Haar echtgenoot beminde haar, dat was
zeker. Hij was stilzwijgend von aard, maar
zij zelve was ook nog al niet erg mededeel
zaam. Die verkeerde gewoonte, om ieder
voor zich met zijn eigen gedachten bezig te
zijn, had hun al heel wat verveling bezorgd;
zij zou zich verbeteren, zij zou in hem een
vertrouweling, een vertrooster zoeken.
Meer dan eens had hij baar gezegd: „Gij
zij', mij moede, niet Marie?"
Dat was echter niet waar. Nog nooit was
du gedachte bij haar opgekomen. Er over
nadenkend, vond zij integendeel een moge
lijke scheiding een der grootste ongelukken,
dij hen ooit zou kunnen overkomen.
Daar, die wel knorrige, maar in zijn hart
goede en rechtvaardige man, zoo iets va"
haar kon denken, moest zij zeker, zonder
het te weten of te willen, ernstige fouten
hebben... Maai zij was nog jong, zes-cri-
twintig jaar; zij had nog een lang leven
voor zich; zij zou al hare fouten herstellen
om hein zoo aangenaam mogelijk te zijn.
Een gevoel van teederheid en medelijden
kwam nu over haar bij de gedachte aan
haar echtvrienu, <lie daar wegijlde naar
H&vre, zeer bedroefd ongetwijfeld en onte
vreden, dat zij geweigerd had hem te vol
gen. Zij betreurde nu die weigering; de ka
mer van het hotel zou haar wel treurig tn
verlaten zijn. Hoe had zij dat kunnen ver
geten?
Maar er moesten die navond nog treinen
voor Havre zijn! Zij zou dadelijk kunnen
vertrekken. Dat oogenblik van rust op die
bank had haar de frischheid harer jeug l
hergeven; zij gevoelde zelfs de behoefte om
op te staan en te loopen....
(Wordt vervolgd).