BINNENLAND. de benarde positie te komen, en waren blij, uit het gezicht van het gevecht te zijn." Nog hadden de bemanningen gezien, dat groote kolommen water opspatten en zij meenden, dat twee schepen zonken. Een van de opvarenden der Nelly Ge- ziena" zag een vaartuig van grooter type, vermoedelijk een kruiser, en hij vertelde voorts, dat er wel een tiental schepen waren. De beide vaartuigen wachtten den ver deren loop van het gevecht niet af, maar gingen full speel naar IJmuiden. De Duitschers in Frankrijk. Een bericht uit Parijs constateert belang rijke winsten van de verbondenen en geluk kig minder vaag dan uit Londen. Ziehier hoe het daarmee zit. Daar, waar de linie der Bondgenooten zich naar de Noordzee ombuigt, ligt La Bassée, van waar een kanaal loopt naar het riviertje de Aa (een riviernaam, die ook in Nederland veelvuldig voorkomt, maar men is hier dan ook in een Fransche streek waar nog altijd Vlaamsch gespro ken wordt). Dat riviertje komt uit de buurt van St. Omer en loopt tusschen Duinkerken en Calais in zee. Hier nemen de geallieerden nu een front in dat be langrijk vooruitgeschoven is, vergeleken met de vorige week. Recht ten Noorden van La Bassée ligt Armentières, waarvan nu gemeld wordt, dat het door de Bondgenooten op de Duit schers is heroverd. Voorts wordt melding gemaakt van een plaatsje Fronelles, ten Z.O. van Lille, dat door de geallieerden bezet werd, hetgeen belangrijk is, omdat een der vorige dagen een ander plaatsje, Fleurbaix, ten Westen van Rijssel, door hen werd genomen. In verband met de herovering van Armentières schijnt dus ook de positie van Rijssel onzeker te wor den. In elk geval zal het front belangrijke wijzigingen moeten ondergaan. Dat deze voor het meerendeel in het voordeel der Verbondenen zijn, weten wij echter alleen van één zijde. De Duitsche berichtgeving, die over het algemeen de laatste dagen weinig van zich doet hooren, is over dit gedeelte van het front al bijzon der sober. De Russen. Officieel werd te Weenen bekend ge maakt d.d. 17 October 's middags: Zoowel de in de linie Stary Sambor Medijka en aan dé San ontbrande slag als ook de Oostenrijksche operaties tegen de Djnesterrivier hebben een gunstig ver loop. Bij Synowoeiko forceerden de Oosten rijksche troepen de Stryrivier en bereikten de hoogten Noordelijk daarvan. Zij begon nen een vervolging van de Russen. Eveneens verkregen zij de hoogten Noordelijk van Podbuz en Z.O. van Stary Sambor na hardnekkige gevechten ln hun bezit. Ook Noordelijk van de Strwaisrivler vordert hun aanval. Noordelijk van Prze- mysl begonnen zii reeds op den Oostelij ken oever van de San vasten voet te krij gen. Met aantal bij het tegenwoordige offen sief gemaakte Russische gevangenen is natuurlijk nog niet bij benadering te be palen. Volgens de tot nu toe bekende berichten zijn het er thans reeds meer dan vijftien duizend. De houding van Turkije. Te Konstantinopel hebben buitengewone ministerieele besprekingen plaats, waaraan veji beteekenis wordt gehecht. Het archief van het Russische gezantschap te Konstan tinopel werd volgens de „Roeskoje Slow/' na.v Odessa overgebracht. F- 'i vereeniging te Konstantinopel, die was opgericht tot bevordering van e vriendschappelijke betrekkingen tusschen TuiHje, Rusland en Frankrijk is ontbon den. De politici, die bekend stonden als aai hangers van een Russisch Ixnksche toma- ('ering hebben Konstantinopel verlaten, daar vijandige betoogingen plaats hadde.i. Naai luid van berichten uit Sofia, zijn Ier hoogte van Constantza Turksche en Russi- sct e oorlogsschepen slaags geweest;. Z. H. de Paus en de oorlog. De bekende Duitsche prelaat Mgr. Dr. Paul Maria Baumgarten schrijft in het jongste nummer van het zeer geziene tijd schrift „Allgemeine Rundschau" een arti kel, waaraan wij het volgende ontleenen: ,,Een bittere en diepe bekommernis knaagt aan 's Pausen hart. Frankrijk en België zijn verbonden met een staat, die er zelfs in oorlogstijd niet tegen opziet, om <<p de onbeschaamdste en brutaalste manier het Katholicisme te benadeelen. De zending van den schismatieken aarts bisschop Eulogius naar Lemberg, opdat hij daar in den katholieken kathedraal den schismatieken eeredienst invoere, en de ge meenschap der Roethenen met Rome uit- eenrukke, zoodat de Oostersche Katholie ken in Galicië gemoedsdwang lijden en de in Russische gevangenschap gebrachte aartsbisschop Graff von Szepticky door hem vervangen worde, die zending beschouwt men in de Romeinsche Curie als een daad van zoo zinnelooze haat tegen al wat Ka tholiek is, dat er niets mee te vergelijken is. Met de zoo ongelooflijk eenzijdige voor stelling van de zoogenaamde gruwelen, die door Duitschers heeten gepleegd en gelijk die door een officieele commissie onder voorzitterschap van den Belgischen Kamer president zijn beschreven, trachtte men van Belgische zijde in het Vaticaan stemming te maken tegen Duitschland en Oostenrijk. Dank zij de onvermoeibare en op waarheid berustende berichtendienst van Duitsche zijde is die poging geheel mislukt. Zonder ook maar op een of andere, wijze buiten de hem door zijn ambt en gijn hooge positie voorgeschreven grenzen te treden, neemt Paus Benedictus XV tegenover den strijd der groote mogendheden om haar bestaan, een welwillende terughouding in acht. Veel te ervaren, om zich aan de stemming van het oogenblik over te geven, veel te vérziend, om een eindoordeel te vellen, vóórdat hem alle materiaal voorgelegd is geworden, veel te voorzichtig, om den H. Stoel door woord of daad in een onbedacht oogenblik te binden, behoudt de Paus zich een onbe vangen en objectief oordeel voor over de voorvallen en menschen. De Heilige Vader is onafgebroken doende, om aanknoopingspunten te vinden voor zijn vredesarbeid. Hij vormt zich geen illusies, dat thans bij een der oorlogvoerende partij en de geneigdheid bestaat, om in vredeson derhandelingen te treden. Dat belet hem echter niet, alles in het werk te stellen, wat in zijn macht is, om een vredelievende tus- schenkomst voor te bereden. De Romeinsche Methodisten bespotten hem op alle mogelijke wijze, wijl het den Paus nog niet is gelukt, aan de wereld den vrede terug te schenken. In hun dwepers- haat staan zij geheel alleen en als enke lingen. Want de geheele Italiaansche pers erkent, dat Benedictus XV en ook Pius X alles hebben gedaan, wat, gezien de om standigheden, mogelijk was om hun vre- desapostolaat te vervullen. Scherp gekeerc^ tegenover het Italiaan sche sentimentarisme, gebruikt hij, in te genstelling daarmee, slechts zijn verstand, om in kalm overleg den weg van zijn plich ten te gaan en de juiste middelen ter be reiking van zijn doel te vinden. Met de geheele warmte van zijn hart echter bidt hij en laat hij bidden voor allen, die aan deze schrikkelijke worsteling dei- volkeren deelnemen. Hij bestormt den he mel, opdat er spoedig vrede komen, en lilj bidt ook, dat de vrede bewaard blijve on der hen, die dezen nog genieten." Verschillende Oorlogs berichten. De torpedeering van de Hawke. De te Aberdeen aan wal gekomen overlevenden van de Hawke vertellen, dat de kruiser midscheeps, vlak bij een van de magazij nen, getroffen werd. Een hevige ontplof fing had plaats en in den zijwand was een groot gat geslagen. Dadelijk helde het schip zwaar over. De meest aanschouwelijke beschrijving van het gebeurde is gegeven door een sto ker, die een oogenblik verdoofd was. Toen hij weer tot zichzelf kwam, was het een helsche toestand om hem heen, maar op het dek gekomen, zag hij, dat alles met de grootste orde geschiedde. De cdmmandant en de officieren waren op de brug. De be velen werden op kalme wijze gegeven cn even kalm opgevolgd, doch het zware over hellen van het schip maakte het onmoge lijk de sloepen te strijken. Het schip zonk in vijf minuten. Slechts een kleine pinas, een vlot en een kotter had men te water kunnen laten. De stoker werd door den kotter opgenomen, die over het tooneel van de ramp werd rondgeroeid en zoovele drenkelingen binnenhaalde als met het oog op de zeewaardigheid van het vaartuigje mogelijk was. De opvarenden wierpen daarop hun reddingsgordels, rie men en al het losse houtwerk aan de in het. water om hun leven worstelenden toe. En kelen waarvan bereikten den kotter en kon den aan touwen in het water blijven haa- gen. Toen het vlot het laatst gezien werd, was het volgepakt met zeventig man. De kotter had vijf uren rondgedreven, toen hij opge pikt werd door een Noorsch stoomschip, dat nog een uur naar andere overlevenden gezocht heeft, doch er geen vond. Later gaf de Noor de schipbreukelingen over aan een te Aberdeen thuis behoorenden treiler. Duitsche posterijen en telegrafie. Van het personeel van de Duitsche posterijen tn telegrafie staan niet minder dan 1/4 van ile ambtenaren en 2/5.van de beambten te vel de. De ledige plaatsen zijn aangevuld met werkeloozen uit andere bedrijven. Duitsch Roode Kruis convooi. „De Daily Telegraph" bevat een uitvoerig ver haal van een correspondent, dat hierop neerkomt: Buiten Amiens werd door de Franschen een Duitsch Roode Kruis con vooi genomen. Het trok de aandacht dat de convooi-voorraden uitsluitend uit wape nen, echter niet uit medische artikelen en verbandstoffen bestonden. Niettemin wer den de Duitsche doktoren door hun Fran sche confraters uitstekend behandeld, ook werd hun toegezegd, dat zij tegen gevan gen Fransche Roode Kruis-doktoren zou den worden uitgewisseld. Een gezellig diner vereenigde 's middags gastheeren en gevan genen. Aan tafel kwam men ook over de behandeling van wonden te spreken. Het viel op dat verscheiden Duitsche doktoren aan het gesprek niet deelnamen. Dit wekte argwaan; en nu werd aan allen op hun beurt een examentje in de algemeene wond- behandelingsleer afgenomen. Het bleek dat er van de 48 Roode Kruis-doktoren 37 bona fide geneesheeren en 11 quasi-doktoren wa ren. Deze laatste werden wegens het mis bruik maken van bet Roode Kruis-teeken gefusileerd. Nederland en de Oorlog. De „Noordam" op een m ij n gelóopen. De „Noordam" van de Holland-Amerika- lijn is eergisteren op een mijn gestooten. Van Falmouth naar Rotterdam koers zettend, werd het stoomschip in de Duins aangehouden door een Engelsch marine vaartuig. Twee officieren kwamen aan boord van de Noordam. Zij stelden vast, dat de uitklaring in orde was, en gaven toen vergunning om door te varen. Op de vraag van kapitein Krol, welke dq veiligste route naar Hoek van Holland was, teekende een der Engelsche officie ren, op verzoek van den heer Krol, op de zeekaart de Noordelijke grens van het mijnenveld aan. Hijmaakte daarbij de op merking, dat, als de Noordam ten Noorden van deze grens bleef, het schip veilig naar den Hoek kon varen. De gezagvoerder volgde die aanwijzing stiptelijk op, doch ongeveer 6 mijlen Noor delijk yan de limiet stoomende, stiet de Noordam plotseling op een mijn. Het was toen kwartier vóór twaalf voormiddags. Het schip kreeg een zeer hevigen schok; de passagiers schrikten geweldig op en dachten in de eerste oogenblikken, dat de Noordam er geweest was. Na de ontploffing en den schok bleek evenwel weldra, dat, ofschoon de schade, aan het schip toegebracht, zeer belangrijk is, het met het ongeval bijzonder goed was afgeloopen. Noch een van de bemanning, noch een van de passagiers had eenig let sel bekomen. Al dadelijk werd vastgesteld, dat de stoomstuurmachine, het stuurgerei en het roer totaal vernield waren. Het roer hangt nu dwars achter het schip. Het duikeronderzoek rapporteerde ern stige schade onder water. De gezr^,'voer der liet onmiddellijk na het ongeval alle ruimen peilen. Daaruit bleek, dat alleen de achterpiek van het schip was volgeloo- pen; al de overige ruimen hadden geen water gemaakt. Het achterpromenade-dek ïs opgezet; de lieren en stutten zijn gebroken. Verder is aan het schip op verschillende plaatsen lichte schade toegebracht. Zoo zijn de marmeren schoorsteenmantel van de le klasse rookkamer en de spiegels van de waschtafels van de lavabo's gebroken. De draagblokken van de assen van de tunnel zijn erg beschadigd. De volledige schade zal eerst kunnen worden vastgesteld in het droogdok, waarheen de Noordam na lossing gaat. Het voorloopige onderzoek bracht voorts aan het licht, dat met de beide hoofdma chines kan worden gemanoeuvreerd. Kapi tein Krol besloot toen, de reis met afwis selend werken van de beide schroeven voort te zetten naar Hoek van Holland, waarvan de Noordam bij de ontploffing ongeveer 80 mijlen verwijderd was. De Westerdijk werd na het ongeval opgeroe pen, die onmiddellijk naar de Noordam stoomde en het schip veiligheidshalve es corteerde naar den Hoe. Daar kwam het te half-een gisternacht aan. De lading van de Noordam heeft hoogst waarschijnlijk niet geleden. Het regeerings- graan, dat het schip heeft medegebracht, is in elk geval niet beschadigd. Aan boord waren 20 passagiers eerste klasse, 29 passagiers tweede en 64 passa giers derde klasse. Van een paniek onder hen, was absoluut geen sprake, al waren allen in de eerste oogenblikken na de ont ploffing zeer onder den indruk van het gebeurde. Doch de bemanning hield zich flink en stelde alle reizigers zeer spoedig gerust. De Noordam, die zoo gauw mogelijk ge dokt zal worden, zal ten minste twee rond reizen aan den dienst onttrokken moeten worden. De terugtocht derBelg-en. Louis Franck, voorzitter van de .inter communale commissie te Antwerpen, heeft op verschillende grensplaatsen zijn land- genooten aangespoord om terug te keeren. Zoo wordt uit Breda d.d. 17 October aan de „Msbd." gemeld: Hedenmiddag werd onze stad bezocht door den heer Louis Franck, voorzitter der intercommunale commissie te Antwerpen. De hier aanwezige Belgen waren daarvan verwittigd en eenige duizenden hunner stt der dicht opeen voor het stadhuis, van welks bordes de heer Franck zijn land- genooten zou toespreken. Even had -een korte voorstelling plaats van de heeren mr. Van Lamschot, burgemeester, Ch. van Pelt, Belgisch consul, en Franz Smits, voorzitter van het Belgisch steuncomité. Onmiddellijk daarop sprak de Antwerp- sche volksvertegenwoordiger de menigte ongeveer als volgt toe: Dank zij de burgerlijke en militaire over heden kan ik u thans van deze plaats toe spreken; we zijn hier op neutralen grond: verwacht daarom van mij geen algemeene beschouwingen. Diep ongelukkig zijn we, maar zelfs de vijand heeft eerbied voor den hedenmoed onzer dappere soldaten! De eer onzer vlag blijft ongeschonden voortduren, onze hoop leeft nog. Dank aan het Nederlandsche volk en zijn regeering! Dank aan zijn geëerbiedig de Koningin en den Prins Gemaal. We we ten nog niet, hoe we moeten danken voor die offervaardigheid zonder mate! Dank aan allen, die ons geholpen hebben. Hoe waar gevoelt men nu het spreekwoord: In den riood leert men zijn vrienden kennen. Als officieel persoon komt spreker hier het woord richten tot vrije mannen, die weten, hoe bitter het met hun land gesteld is; die zullen weten, wat hun te doen staat'. Welnu dan, Antwerpen is veilig. Jonge mannen, die niet dienstplichtig zijn, onge wapende burgerwachten kunnen gerust terugkeeren. De toestana is dezelfde als nu al eenige maanden heerscht in Brussel. De mondvoorraad is voldoende; beter dan in Brussel, Namen of Charleroi of andere deelen van het land. Het College van Sche penen is als één man op zijn post geble ven. Spr. zelf heeft een eervolle opdracht naar het buitenland geweigerd: Gij hebt mij gekozen in dagen van welvaart; in da gen van ellende blijf ik bij u. Groote scha de is geleden; maar deze kan hersteld worden. Erger zou het zijn, indien een lang verblijf in ballingschap ook meer een gedeelte van ons volkskarakter' deed ver loren gaan. Denkt er toch aan: bitter is het genadebrood, hoe liefdevol het wordt toegereikt. Wat zou er yan ons moeten worden, in dien die vele honderden Belgische mannen moesten komen tot een toestand van ont zenuwing? Uw dure plicht is terug te kee ren; als echte Sinjoren van Antwerpen naast ons te komen werken tot heil der ons zoo dierbare Scheldestad! Nog eens dank aan Noord-Nederland en een driewerf hoera! voor Koning en Va derland! Deze korte rede werd uitgesproken in 'schier onberispelijk Nederlandsch; hoewel de 'stem des sprekers van ontroering beef de, was ze toch ver over de Groote Markt duidelijk verstaanbaar. Enkele toejuichin gen stegen op uit de toegesproken me nigte, toen de dankbetuigingen gebracht werden en aan 't slot. Of de redenaar zijn overtuiging aan zijn landgenooten heeft kunnen mede deelen? De naaste dagen zul len het moeten leeren, we zullen die niet vooruitloopen. Nadat in de Wethouderskamer eenige be groetingen hadden plaats gehad, vertrok de heer Franck, die vergezeld was van zijn echtgenoote, dadelijk weer per auto naar Antwerpen. Men meldt uit Roosendaal aan dc Msbd.: Niettegenstaande de proclamatie, die aangeplakt is, is de terugkeer der vluchte lingen nog gering. Totaal vertrokken nog geen 3000 personen. Allen meest oude men schen en kinderen. Naar het „Dagbl. v. Noord-Brabant" meldt zijn Mgr. Lauwerijs en Mgr. van Roey, vicarissen-generaal van het aarts bisdom Mechelen, gisterenmorgen .wederom van Breda naar Antwerpen vertrokken. Engeland en Nederland. De Engelsche legatie deelt het volgende mede: Een zeer betreurenswaardig artikel is ver schenen in de „Saturday Review" van den lOden dezer van de hand van Vieille Mousta che", warr.n de aankoop van Zeeland en de overdracht daarvan aan België aangeraden wordt. De Hollandsche Ni^qwsbladen namen het met ongunstige commentaren over. De Engelsche gezant vestigde de aandacht van zijne regeering op dit artikel en hem wordt thans door Sir Edward Grey verzocht met den meesten nadruk te verklaren, dat de dwaze, denkbeelden in bedoeld artikel vervat in gee- nerrlei opzicht de inzichten van de Britsrhe regeering weergeven. Den gezant is opgedragen hier aan toe te voegen, dat vertrouwd wordt, dat het volk van Nederland goed zal begrijpen, dat geen artike len in Engeland gepubliceerd de bedoelingen van Z. M.'s regeering weergeven, tenzij uit drukkelijk en beslist is vastgesteld, dat zij van officieelen aard zijn. De gezant vertrouwt, dat de Hollanders zullen gelooven, dat Groot-Bri tannic de onzijdige houding van Nederland ten volle waardeert en warme erkentelijkheid koestert voor zijn belangelooze en liefderijke hulp aan alle vreemdelingen, Engelschen zoo wel als anderen, die door omstandigheden verplicht zijn een beroep op zijne gastvrijheid te doen. Ontwikkeling en ontspan ning van werkloozen. Het bestuur van de Nationale Vereeni ging tegen de Werkloosheid, overtuigd vart de schaduwzijden, die de wakrkloosheid ook in geestelijk en moreel opzicht heeft, acht het van groot belang, dat in die gemeenten waar de werkloosheid grooteren omvang heeft aangenomen en voorzoover daaraan niet door het verschaffen van werk kan worden tegemoet gekomen, maatregelen worden genomen, ten einde voor de werk loozen de gelegenheid tot het verkrijgen van ontwikkeling en ontspanning te ope nen. Op deze wijze zal aan den nood der werkloosheid althans ten deele kunnen worden ontkomen. Voor de militairen is de groote moreele beteekenis van zulke ontwik keling en ontspanning alreeds gevoeld, zoo als blijkt uit de instelling van een Centrale Commissie voor ontwikkeling en ontspan ning van de gemobiliseerde troepen te 's-Gravenhage. Van niet minder belang mag, naar het bestuur der vereeni ging meent, het brengen van verlich ting in den last der werloosheid worden geacht. Het bestuur heeft met het oog hierop aan de voorzitters van de steuncomité's in een veertigtal gemeenten, waar de werkloos heid van meer beteekenis is, een brief ge richt, waarin het dezen verzoekt het initia tief te nemen tot het oprichten van een plaatselijke commissie, die zich met deze werkzaamheden zal bemoeien, en eenerzij ris ten doel zal hebben de bestaande- instellin gen van ontwikekling en ontspanning ertoe te bewegen, hun werkzaamheid ook aan de werkloozen ten goede te doen komen en or ganisatie in die werkzaamheden te brengen, anderzijds zelfstandig zulke werkzaamhe den zal aanvaarden. Ten einde zich te doen voorlichten over de beste wijze, waarop het doel is te bereiken, heeft het bestuur een commissie van advies ingesteld, waarin het verschillende perso nen, die op dit gebied als deskundig kun nen worden beschouwd, bereid heeft gevon den zitting te nemen. In de commissie hebben o. m. zitting H. A. J. Engels, directeur van de afdeeling Lichtbeelden van het Centraal Bureau voor de Katholieke Sociale Actie te Leiden, mej. E. C. Knappert, directrice van het Leidsche Volkshuis te Leiden. Met den Centrale Commissie voor ont wikkeling en ontspanning van de gemobili seerde troepen te 's-Gravenhage is samen werking verkregen. De minister van Bin- nenlandsche Zaken heeft zich bereid ver klaard, de onder zijn departement ressortee- rende instellingen van onderwijs, die voor het verleenen van hulp in aanmerking ko men, aan te sporen om hun medewerking te verleenen. Een verplichte leening? De „Arnh. Courant" zegt, uit goed in gelichte kringen te vernemen, dat de re geering de uitschrijving van een verplichte leening tot een bedrag van 250 millioen overweegt. Comité van Nederlandsche uitgewekenen uit België. Alle in Nederland aanwezige Belgen, die te Antwerpen en omstreken woonachtig zijn en woningen aan Hollanders verhuurd hebben en huishuur van uitgeweken Ne derlanders te vorderen hebben, worden dringend verzocht zich ten spoedigste bij het Comité te Antwerpen te vervoegen aan het bureau de Kayserlei 53, waar dage lijks van 9 tot 12 en van 2tot 6 uur zitting zal gehouden worden. Belanghebbenden worden in hun eigen belang aangeraden aan dezen oproep te voldoen, daar, indien hieraan niet voldaan wordt, men zal moeten overgaan tot het nemen van die maatregelen, welke de tijds omstandigheden gebiedend voorschrijven. Daar het zeer rustig cn kalm in de stad is, en het leven er weernormaal gaat wor den, doet men verstandig zich bij het co mité te vervoegen. Gemeld kan nog wor- den, dat de treinenloop naar Antwerpen weer intact is. De toestand is er goed, de levensmiddelen zijn voldoende en de vluch telingen kunnen zonder de minste gevaren terugkeeren. Voordevluchtelingen. Bij het Nederlandsch Comité tot steun van Belgische en andere vluchtelingen is nu ingekomen de som van 169.204.53 gld. Diptheritis Te Delft is diptheritis geconstateerd on der de ruim 200 Belgische vluchtelingen, ondergebracht in het gebouw der Tech nische Hoogeschool aan de Nieuwe Laan. De patiënten worden verpleegd in het gasthuis. Te Hansweert heeft zich, naar de ,,N. R. Ct." meldt, bij een caféhouder, waar de laatste dagen zich bijzonder veel vluch telingen hebben opgehouden, een geval van diptheritis voorgedaan. Huurschuld.' Op dc schriftelijke vraag van den heer Rut gers, betreffende maatregelen der voorkoming van het ontruimen van woningen wegens huur schuld „Is dc Minister bereid mede te deelen, welke maatregelen door hem, of in overleg ol' samen werking met hem door het Koninklijk Na tionaal Steuncomité, genomen «ijn ter tege moetkoming aan bezwaren, ontstaan door de onmogelijkheid waarin personen zich bevinden om huur te betalen, en ter voorkoming van een buitengewone toeneming van het aantal ontruimingen Is bij de Tweede Kamer bet volgende ant woord ingekomon van den lieer Treub,Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel: Naar aanleiding van het terzijde vermeld schrijven heb ik de eer U. H. E. G., ter be antwoording van de door het lid der Tweede Kamer den heer Rutgers gestelde vraag, het volgende mede te deelen. In overleg met mijn ambtgenoot van Justitie is bij het Koninklijk Nationaal Steuncomité door mij aangedrongen met medewerking van het Rijk te bevorderen, dat ook in andere steden het stelsel worde gevolgd van tegemoet koming aan hen, die tengevolge van de buiten gewone toestonden moeilijk hun huur kunnen betalen dat te Rotterdam door het Plaatselijk Steuncomité met goed gevolg wordt toegepast. Het door mijn ambtgenoot van Justitie en mij met het Koninklijk Nationaal Steuncomité gepleegd overleg heeft geleid tot het zenden door dit comité van velschillende plaatselijke steuncomité's van onderstaande circulaire, welke reeds door de pers algemeen bekend is gemaakt. (Volgt de circulaire van 5 October 1914, be treffende voorkoming van uitzettingen wegens huurschuld). Bericht. Wij vestigen de aandacht van onze le zers er op, dat wij in ons nummer van Woensdag een begin zullen maken met de prachtige roman „In 's levens maal stroom", welke wij als feuilleton in ons blad hopen af te drukken. Deze Fransche roman van den bekenden schrijver Henri Gréville, heeft zeer veel opgang gemaakt en wij vertrouwen dan ook, dat de Holland sche vertaling, waaraan zeer veel zorg be steed is, bij onze lezers een welkome gast moge zijn in de lange winteravonden, welke wij thans tegemoet gaan. Actie teg.en de onzedige mode. Door de Vereeniging „Vrouwenader, te Nijmegen, is dezer dagen aan alle mode magazijnen en ateliers daar ter plaatse de volgende circulaire verzonden: Het kan u reeds hekend zijn, dat te dezer stede is opgericht de Vereeniging „Vrouwenadel", die ten doel heeft, de christelijke beginselen, betreffende de vrouwelijke kleeding in beoefening te brengen en ook bij anderen te versprei den. De leden dezer vereeniging verbinden zich, de buitensporigheden en ergernissen der huidige mode tegen te gaan, in 't bij zonder de uitgesneden, doorschijnende of opengewerkte, en de te nauw aanpassen de kleedingstukken te vermijden en dit alles ook te verbieden aan haar kinderen en onderhoorigen. Zeker is de christelijke zedeleer de on veranderlijke grondwet, waarnaar de mode zich in alles regelen moet, indien zij door de christelijke vrouw aanvaard zal kun nen worden. Nu kan niemand ontkennen of betwisten, dat de wijze waarop heden ten dage de modieuze vrouw zich kleedt en zegt men zich kleeden moet, lijn recht met de christelijke zedeleer en met de eer en waardigheid der vrouw in strijd is. Alle weidenkenden zijn het daarover eens, en de meest hoogstaande en gezag hebbende personen hebben in het open baar, herhaaldlijk en duidelijk, hun oor deel, dat een scherpe veroordeeling in hield, over de huidige mode uitgesproken. In de statuten der Vereeniging „Vrou wenadel", staat o.m. ook het volgende te lezen: „De leden zullen haar invloed ge- biuiken, opdat in de winjtels, waar zij koopen, de mode-étalage niet onzedig of lichtzinnig zij, en haar naaisters geen ar tikelen vervaardigen, die de grenzen der christelijke eerbaarheid en zedigheid te buiten gaan." In de laatste ledenvergadering is, na gehouden bespreking, met algemeene slem- men besloten, Uw bijzondere aandacht op dit artikel der statuten te vestigen en dienovereenkomstig de volgende wensclien uit te spreken: 1. dat in uw étalagekasten geen model len worden uitgestald en in uw paska mers zoo min mogelijk modeplaten ter in zage liggen, welke voor een vrouw, die zich zelf respecteert, beleedigend en kwet send moeten zijn; 2. dat er steeds modellen en platen voor handen zijn ten gerieve van de leden onzer Vereeniging en anderen, die zich uit chris telijke overtuiging niet met de onzedige eischen der mode kunnen vereenigen. 3. dat door uw bedienden personeel aan haar, die wenschen in uw winkels te koo pen of in uw ateliers te laten werken, steeds algeheele vrijheid van keuze wordt gelaten, en niet als iets \an zelf sprekends

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 2