17 Oorlogs-gedachien. BUITENLAND. De Oorlog. BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze agenten II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post fl.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2Ve cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. 5e JAARGANG. No. 1526. ZATERDAG OCTOBER. I9I4. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Dit nummer bestaat uit twee bladen met geïllustreerd Zon dagsblad. Nu wordt er gebeden... Ontmaskerd is de bewering van hen, die loochenden, dat het gebed voor den !nien9ch een zielsbehoefte vormt. Zij spraken in onoprechtheid of kenden niet zichzelven noch de vooi het opper vlakkige oog verborgen roerselen van het menschelijk hart. Beschouwt nu de met een biddende menigte gevulde keken en bedenkt dat er zijn onder die duizenden zoo velen, ach, zoo velen, die in hunner, verdwazenden hoogmoed en verstompende zinnelijkheid te voren er niet aan wilden denken om de handen te vouwen en de knieën te buigen en den mond te openen voor een gebed tot den Allerhoogste. De mensch, die met zijn verstand het ge schapene weet te omvatten en met zijn taal zijn gedachten weet te uiten zijn tong was stom en zijn mond was sprake loos, als hij inbest uiten, in danken of smeeken, zijn afhankelijkheid van den Schepper. Zoovele katholieken zij kwa men in de kerken, maar dachten daar? in opbruischende begeerten, aan veel, aan veel, doch niet aan Hem, den Goddelijken Gastheer, of zaten daar neer in doffe on verschilligheid, zich vervelend. En hun leven werd leeg, hun verlangens werden gekluisterd aan de aarde, de kracht van hun geest verslapte en de adel van hun ziel verarmde. Maar nu, nu begrijpen zij, wat zij vroe ger niet verstonden: Gelijk het hart hijgt naar liefde en het verstand hunkert naar waarheid, zoo staat de ziel gespannen in verlangen om zich neer te werpen, om haar innerlijk leven uit te storten voor haren God, in een oprecht gebed. En door de ademhaling van het gebed voelen zij zich nieuw leven in de ziel stroomen, nieuwe kracht en nieuwe vreugde een vreugde, die het hart doet kloppen in sneller sla gen, het oog doet tintelen in heller glan sen en het bloed in krachtiger stroomen door de aderen perst, de vreugde der 1 i e fd e, de vreugde van den Verloren Zoon, die langen tijd sprakeloos rustte in de armen van zijn goeden, goeden Vader... Daar waren er, die beweren durfden hun God te aanbidden, niet in bekrompen ge bouwen, doch in den wijdschen tempel dei- natuur. Maar nu komen zij, gedreven door den drang huns harten, naar een kerk om daar God hun nood uit te klagen. De katholieke kerken, die God zelf heeft ge kozen voor zijn verblijf onder de men- schen, de grootsche kathedralen en de ne derige dorpskerken, zij. worden nu, door duizenden meer, erkend engezocht en gevierd als de kracht- en lichtcentralen van het leven. God-zelf onder de menschen.... Wie in de verte tracht te benaderen de grootheid van God en de nietigheid der menschen, hem snijdt de koppeling dezer woorden door het hart als een vlijmend verwijt. Voor velen gingen er uren en uren, dagen en dagen voorbij, zonder dat zij er aan dachten te gaan naar het Huis van den Heer hunnen God.... Maar nu, nu knielen zij weer neer in de kerken om daar God hun nood uit te kla gen. En 't is hun, alsof de torens dier kerken den paradijs-vrede omlaag trekken naar de aarde. En zij doorvoelen de waar heid van Vondel's schoone poëzie: Wel zalig, die in 't hijgende verdriet ar dezen troost en vasten vrijburcht vliedt, ^oo weet God de rampen, "door de zon den over de aarde gestort, 'te keeren tot neu der mensehheid. Velen, talloos velen nebben jn hunnen pijnlijken nood de lang- gesloten lippen geopend tot een gebed... Nu wordt er gebeden... Meer en meer worde er gebeden om Gods Barmhartigheid af te smeeken en aan Zijn Rechtvaardigheid voldoening te schenken. Meer en meer zoeke de mersch, beladen met zware zorgen en zuchtend onder schrij nende smarten, zijn troost en zijn kracht en zijn moed in het gebed. Het gebed heffe de aan de duistere en kille aarde gekluisterde mensehheid hoo- ger en hooger in de lichtende en verwar mende stralen-schittering van Gods genade zon. Het gebed, dat in deze droeve dagen uit zoo vele zielen stijgt als een smachtend ver langen naar hooger leven naar een leven van gemeenschap met God worde voor hen allen de ademhaling van een jn- ^iger en rijker en vruchtbaarder katho liciteit. Zoo wordt door de Macht ende Liefde van den Wrochter der wereld-historie het menschelijk geslacht herboren! Voor de Vluchtelingen. Volkomen vereenigen wij ons met de meening van de „Tijd" om voorloopig de Belgische vluchtelingen niet te dwingen terug te keeren. In edelmoedigheid moeten wij ons door niemand ter wereld laten overtreffen! Doch en hier wenschen wij met na druk op te wijzen die edelmoedigheid sta onder de contröle van het verstand, onder de contröle van de Christelijke or- zichtigheid. Wij doelen er hier op, dat ailen, die zich, in prijzenswaardige toewijding, met de verzerging der arme uitgewekenen belas ten, met de uiterste zorgvuldigheid toe zien, dat noch in hun onderling veikeer, noch in hun verkeer met de Hollanders een gevaar ontsta voor afkeurenswaardige practijken. Meer behoeven we hierover niet te zeggen. Ieder zij doortrokken vari het plichtsbesef om naast en zelfs voor de stoffeiijke ver zorging der beklagenswaardige Belgen te behartigen hun geestelijke belangen, zoo mogelijk zelfs hun godsdienstzin te ver diepen en te verlevendigen. De Duitschers in Frankrijk. Sedert gisteren zijn er op het oorlogs terrein in Frankrijk geen belangrijke wij zigingen, maar toch één wijziging van be- teekenis. Nadat gisteren gemeld was dat de lin keroever van de Lys door de Duitschers was verlaten, lezen wij nu, dat het front der Bondgenooten zich verlengd heeft van IJperen tot de zee. Om verschillende rede nen is dit belangrijk en wel vooreerst omdat daardoor bevestigd wordt, dat IJperen werkelijk in handen der Bondge nooten is ,in de tweede plaats omdat het verlengen van dien vleugel der Bond genooten er op wijst, dat men nog voeling houdt met België en zelfs dat de kust streek beheerscht wordt door de geallieer den, en in de d e rd e plaats dat de Duit schers tot dusverre jn die «treek niet krachtig genoeg zijn om het een en het ander te verhinderen. De Russen. Wat het Oostelijk oorlogsterrein aan gaat is sedert gisteren het volgende te ver melden: le. In Oost-Pruisen vorderen de Russen niet veel. De terugtocht der Duitschers heeft opgehouden, en het is den Russen niet gelukt, hen verder achteruit te drin gen. De lengte en de richting van het front wordt aangegeven door de punten Lyck (in het Z.) en Scherwindt (in het N.). 2e. In Polen staan de beide fronten niet ieder aan één zijde van de Weichsel met de rivier tusschen hen in, maar, blijkens latere berichten, wordt de strijd gevoerd op den linker (naar Pruisen gekeerden) oever der rivier. Von Hindenburg heeft de omstreken van Warschau blijkbaar reeds bereikt, en zoowel dezevesting als het zui delijker aan de Weichsel gelegen sterke Iwangorod zullen de actie der Russen tot steun kunnen verstrekken. De toestand te Antwerpen. Een corr. van de „Msbd." schrijft dato gisteren uit Putte: De poorten van Antwerpen waren gister morgen streng bewaakt. Alleen langs Merxem kon men binnen de stad komen. Daartoe moest men eerst zijn papieren la ten stempelen bij den Duitschen comman dant van Merxem. Ofschoon dit zeer gemakkelijk ging wa ren er toch velen, wien het afschrikte, te meer daar bepaald was, dat de jongeman nen slechts tusschen 4 en 6 uur 's namid dags in de stad konden komen. Waarschijnlijk was de laatste bepaling gemaakt door den nieuwen stads- commandant, Frhr. von Bodenhausen. Echter is deze bepaling vandaag reeds ingetrokken. In de stad is alles rustig. Volgens de ver klaringen van verschillende burgerlijke autoriteiten is tot nu toe geen enkel inci dent voorgevallen. De Duitschers gedra gen zich dan ook zeer correct tegenover de burgers, die steeds talrijker worden. In de straten, waar de huizen zijn in puin geschoten, zijn reeds de werklieden bezig om de puinhoopen weg te ruimen. Sinds hedenmorgen is ook het treinver keer met Esschen hersteld en reeds heden morgen reden ledige goederentreinen. Een correspondent van het „Berl. Ta- gebl." schrijft uit de veroverde stad dato 10 Oct.: De meeste menschen, die hier gebleven zijn en zich nog verborgen hielden, ver schenen hedenmiddag op straat^ vooral up het plein voor het Gemeentehuis, waarin voorloopig alle autoriteiten hun intrek ge nomen' hebben. En hier ontwikkelde zich zeer spoedig een levendig verkeer tusschen Duitsche soldaten en kleine Vlaamsche bur gers. Men vond, dat men elkaar wonder baarlijk goed begrijpen kon en dat de ta len zooveel op elkaar leken. De Antwerpe naars konden tot gids dienen van de Duit schers, die een krachtig glas bier en een goede pijp tabak verlangden. En zoo ver dween heel spoedig de vreemdigheid en ont stond weldra een vertrouwen, dat in de koffiehuizen nog zeer toenam. De café's hij het Gemeentehuis waren alle weer open. Tevreden genoot men den eersten rustdag in Antwerpen na den intocht van gisteren. De overgang van het Belgisch bestuur in het Duitsche ging gemakkelijker en snel ler en veel zachter dan men gevreesd had. De Antwerpenaars die op het marktplein kwamen, getuigden allen: God dank, wij hebben rust. En zij vroegen: Kunnen wij thans onze vrienden en familieleden terug halen, die uit de stad gevlucht zijn? Wan neer men hen antwoordt, dat deze niets te vreezen hebben, zijn zij reeds lang niet meer zoo ongeloovig. Verschillende Oorlogs berichten. Engelsche kruiser fn den grond geboord. De Engelsche admiraliteit deelt mede, dat de kruiser „Hawke" gisterenmiddag in de Noordzee door een vijandelijken on derzeeër is aangevallen eri tot zinken ge bracht. Negen cn veertig officieren en manschappen zijn gered. Ongeveer 350 man ontbreken. Het bombardement van Tsingtau. In den morgen van 14 dezer heeft een vloot- divisie een deel der forten litis en Kaiser te Tsingtau vernield. Tegelijkertijd wierpen vliegtuigen bommen uit. De Engelsche verliezen bedroegen één doode en twee ge wonden. De Japanners" leden geen enkel verlies. Z. Em. kardinaal Mercier. Een bij zonder corr. van de „Tijd" schrijft uit Breda: Wij brachten gisteren een kort bezoek aan den vicaris-generaal van het aarts bisdom Mechelen, Mgr. Lauwerijs, die zich tijdelijk geïnstalleerd heeft op het bis schoppelijk paleis alhier. Z.H.E. ontvangt voortdurend bezoek van de tientallen geestelijken uit Mechelen, die hier in den omtrek verblijven. In Bergen-op-Zoom is het aantal van dezen veel grooter. Z.H.E. deelde ons mee, dat Z.Em. kardinaal Mer cier na het Conclaaf via Londen en Ant werpen in Mechelen was teruggekeerd en tien dagen na dien terugkeer voor het'bom bardement was gevlucht. Sinds dien ver blijft de kardinaal te Antwerpen. Bijzon derheden kon de H. E. heer Vicaris ons niet geven, omdat hij sindsdien met Z. E. niet meer in contact geweest was. Ter loops deelde Z. H. E. ons nog mee, dat al wat over 't bombardement van Mechelen geschreven is, niet overdreven was. Meche len was voor een goed deel verwoest. Z. H. E. was enthusiast over de ontvangst der vluchtelingen in Holland. Zoodra hij in contact is geweest met Z. E. kardinaal Mercier zou hij ons gaarne verdere inlichtingen verstrekken. Markies Di San Giuliano. De Italiaan- sche minister van Buitenlandsche Zaken, markies di San Giuliano, is gistermiddag om 2 uur 20 overleden. BINNENLAND. Nederland en de Oorlog. Een goed denkbeeld. In het „Ctr." schrijft H. v. d. Burgt: Van een jongen, die het Canisius-Col- lege te Nijmegen bezoekt, verneem ik, dat aan de leerlingen is gevraagd een oud, doch nog goed kerkboek af te staan of mede te brengen ten behoeve van de Belgische uitwijkelingen. De jongelui, meest inwonenden, hadden al dadelijk een kist vol bij elkaar weten te brengen. Mij lijkt dit een goede gedachte. Hier in Arnhem b.v. hebben velen kun nen zien, dat slechts weinigen in 't bezit yan een kerkboek waren. De meesten zul len er niet aan gedacht hebben dit op hun vlucht mede te nemen, doch er zijn onge twijfeld ook velen bij die het bidden ver leerd hebben. De Belgen die over de ontvangst in Ne derland niet te klagen hebben, zullen, als zij binnenkort naar hun beproefde vader land terugkeeren, dit stoffelijk bewijs, dat er ook aan hun geestelijk welzijn hier ge dacht werd, zeker gaarne als aandenken willen medenemen. Honderd millioen. Honderd millioen voor ed mobilisatie. Een reuzensom, die het budget van uitga ven in de volgende jaren aanmerkelijk zal doen stijgen .Gelukkig evenwel zoo merkt de ,,ld." terecht op zal door de uitgave van deze millioenen de draagkwacht van het Nederlandsche volk niet worden vermin derd .Al dit geld toch wordt in Nederland uitgegeven, blijft dus in Nederland, veran dert eenvoudig van eigenaar; maar de nieuwe bezitter van een gedeelte dier mil lioenen zal ook meer belasting moeten op brengen dan vóód dat hij die honderden of duizenden aan de mobilisatie verdiende. Heel anders zouden wij er voor staan, wanneer deze som besteed was b.v. aan het bouwen van dreadnoughts, of tot het aan- koopen van Krupp- of Creusot-artikelen. Dan zouden die millioenen over de gren zen zijn gegaan en de draagkracht van het Nederlandsche volk zou met evenveel mil lioenen zijn verminderd. Geld, dat in het land blijft, is niet verloren, vermindert den rijkdom van het land niet. Misplaatste vrees. In sommige kringen, aldus de „Tijd", uit men de vrees, die ook in enkele bladen naar voren komt, dat het ons land weldra aan voedingsmiddelen zal ontbreken, als het verblijf van een groot millioen mede eters uit België eens lang mocht duren, en men vraagt of onze eigen armen niet zul len tekort komen, als wij zooveel wegge ven aan de vreemde gasten. De vrees is even begrijpelijk als de vraag. Ons volk is wel welvarend, maar niet rijk en het aantal millionairs, die het geld met ruime gaven verschaffen kunnen, is niet zoo groot als in andere landen. Armen heben wij genoeg en de werkloos heid en de stilstand in handel en fabrieken berokkenen ons groot nadeel. Al deze be zwaren tegen de tegenwoordige gulheid en onbekrompenheid behoeft men geenszins licht te tellen. Het zou ook een geringe verdienste zijn,- als ons volk alleen gaf van zijn overvloed, en er zich niets om te be krimpen had. Toch zijn veelal de vreesachtigen, de on- gerusten te vinden onder hen, die zich nog niets hebben te ontzeggen gehad en onder degenen, die bang zijn, dat ze zelf bij het. geven tekort zullen komen. Tot heden heb ben de Steuncomité's voor de werkloozen door den oorlog nog niets minder uit te deelen gehad, en van geen gewoon bedeel de is nog iets ingehouden. Maar over het algemeen schijnt ons de angst voor de eigen boterham overdreven. De economische toestand van ons volk is zeer sterk, indien slechts wordt voorzien in de behoefte aan tarwe en meel en aan veevoeder, misschien ook aan kunstmest en brandstoffen. Hebben we die genoeg of kunnen wij 7C koopen ,ook al is onze handel gedeeltelijk belemmerd ,dan levert ons land voedig op in overvloed. Aan vee en zuivelproducten hebben we geen gebrek ,en als ze hier te lande worden gekocht en betaald, dan be hoeven ze niet te worden uitgevoerd. De Regeering kan dat desnoods beletten. Aardappelen, groenten en fruit hebben we meer dan genoeg en de boeren en de kwee kers leveren ze aan wie ze vragen. Het mag, naar hetgeen reeds in som mige Engelsche bladen verluidt, verwacht worden, dat het Britsche gouvernement, hetwelk de Belgen heeft willep helpen, begrijpen zal, dat het nu zware verplich tingen heeft tegenover de vluchtelingen en tegenover het volk, aan welks hoede ze zijn overgeleverd. Meer nog: als de mare van hetgeen hier te lande gebeurt doordringt in Amerika, dan zal deze groote en rijke natie wel verstaan, dat haar neutraliteit haar mede een duren plicht oplegt, die van mild heid en mededeelzaamheid en de Carnegies en de van der Bilts en hoe ze heeten mo gen zulen wel begrijpen, dat ze schoone za ken kunnen maken met hun geld; de Ame- rikaansche gezant Van Dijke, die zelf zoo hartelijk meeleeft met ons volk in zijn te genwoordige gesteltenis, zal zijn rapport wel reeds verzonden hebben aan de Ameri- kaansche graanleveranciers, die nu een menschlievenden handel kunnen drijven met de Nederlandsche, Regeering. Natuurlijk moeten wij in ons land niet overmoedig zijn maar een weinig vertrou wen op God en op de hulp van elders is niet misplaatst. Er worden thans andere handelsrekeningen gemaakt dan gewoonlijk en in elk geval, waar anders voor tien de boterhammen gesneden werden, snijdt men ze nu ook wel voor twaalf. Veevoeder. Van het Nederlandsch Landbouw-Comité vernemen wij: Naar wij uit de ons verstrekte inlichtin gen met zekerheid mogen afleiden, bestaat er onvoorziene omstandigheden voorbe houden alleszins gegrond ereden, om aan te nemen, dat in den komenden winter als gevolg van de dien opzichtens Regeerings- maatregelen, een voldoende hoeveelheid veevoedsel beschikbaar zal komen. Vrees voor het tegendeel behoeft derhalve niet oorzaak te zijn, dat de landbouwers meer dan met de belangen der fokkerij penerzijds en met de. belangen van het vleeschetende publiek anderzijds vereenig- baar is, voor de fokkerij geschikte varkens voor export verkoopen. W- meenen derhalve goed te doen èn met het oog op de fokkerij, èn om zooveel moge lijk te voorkomen, dat er vrees voor een te kort voor varkensvleesch ontstaat, de land bouwers op te wekken in geenendeele de varkensfokkerij te verwaarloozen, doch daarmede door te gaan alsof wij in nor male omstandigheden verkeerden. Suiker. De Minister van Landbouw enz. heeft een circulaire gericht aan de burgemeesters d.d. 16 October 1914, van den volgenden inhoud. Ik heb de eer u mede te deelen, dat de vraag, op welke wijze gezorgd kan worden, dat voldoende voorraad suiker voor de consumptie hierte lande aanwezig blijve, door mij nader onder de oogen is gezien. Daax-bij werd tevens overwogen in hoe ver het mogelijk zou zijn orn, met hand having overigens van het uitvoerverbod voor suiker, aan suikerfabrikanten en raf- finadeurs den uitvoer van dat gedeelto hunner productie, dat niet voor binnen- landsche behoefte benoodigd is, toe te staan. Te dezer zake werd door mij met belanghebbenden bij de suikernijvorheid overleg gepleegd, welk overleg, zooals u eeds uit de dagbladen zal zijn gebleken, geleid heeft tot een regeling, waardoor 40 van de productie der thans begonnen nieuwe suikercampagne voor binncn- landsch gebruik zal worden gereserveerd, terwijl het resteerende gedeelte zal mogen worden uitgevoerd. Werd op deze wijze zekerheid verkre gen, dat van dit onmisbaar genotmiddel steeds voldoende voorraad voor de bin- nenlandsche consumptie aanwezig zal blijven, het bleek tevens wenschelijk ook maatregelen te treffen om tegen prijsop drijving van suiker te waken cn voor dat artikel, behalve een maximumprijs voor len kleinhandel, óók een maximumprijs voor den groothandel vast te stellen. Hot laatste bleek noodig ten einde te verzeke ren, dat vexkoop tegen den vastgcslelden maximum kleinhandelsprijs niet door op drijving van den gx-oothandelsprijs onmo gelijk zou worden gemaakt. Na overleg met de door mij ingestelde commissie van advies inzake de suiker heb k derhalve besloten om voor den groot handel (raffinadeurs) een maximumprijs va nsuiker qualiteit melis no. 1 vast te stellen van 48.50 per 100 K.G., andere suiker n'aar evenredigheid terwijl voor fien kleinhandel de maximumprijs voor alle soorten gehandhaafd blijft op 55 cents per K.G. Uitvoerverbod van aardappelen. Een buitengewone Ned_. Staatscourant, gisteravond verschenen, bevat het Kon. Besluit van 15 October, waai'bij met ingang van 16 October de uitvoer van aardappelen wordt vei'boden. De Kroon behoudt zich voor dit verbod tijdelijk op te heffen of in bijzondere ge vallen daarvan ontheffing te doen verlee- nen. Een Nederlandsch dienst plichtige aangehouden. Een jongeling uit Nijkerk, zekere De Ruijter, die in Amerika vertoefde en op weg toog, om in ons leger zijn dienstplicht \e gaan vervullen, is op de zeereis door Engel- schen gevangen genomen en wordt nu se dert 6 weken gevangen gehouden. Zijn vader, die hiervan door een vriend van zijn zoon kennis kreeg, heeft z.ich tot den minister gewend, die een spoedig on derzoek te Londen heeft toegezegd. Kaashandelaren. De Nederlandsche Vereeniging van Kaas handelaren ontving van den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, naar aanleiding van iiaar missive beti-effende het importeeren van lijnkoeken, bericht, dat er bij de distributie van het door de Regec- ring aangekochte veevoeder zooveel moge lijk naar wordt gestreefd, den in den han del gebruikelijken weg te volgen. De omstandigheden maken echter uit zonderingen op dezen regel soms onvermij delijk. Voorts deelde de Minister mede, dat van wege het Departement reeds voor een twee tal maanden bij de Zuid-Afrikaansche Re geering stappen zijn gedaan ten einde een nadere verklaring nopens het vetgehalte van als „volvet" beschouwde kaas uit te lokken. Tot heden is te dier zake van ge noemde Regeering nog geen antwoord ont vangen. Nopens de in Zuid-Afrika gevolgde me thode van kaasonderzoek, zullen te Preto ria inlichtingen worden ingewonnen. Het Bestuur der Vereeniging had een con ferentie met den Minister van Landbouw. Nijverheid en Handel. Naar aanleiding daarvan heeft liet Be stuur Donderdag een conferentie te Am sterdam gehouden, om aan den Minister op zijn verzoek voorstellen te doen, die zullan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1