17
Oorlogs-gedachien.
BUITENLAND.
De Oorlog.
BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN.
Interc. Telefoon 935. Postbus 6.
DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN
De ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze
agenten II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post fl.65 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2Ve cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
5e JAARGANG.
No. 1526.
ZATERDAG
OCTOBER.
I9I4.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1-5 regels f1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen
Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Dit nummer bestaat uit twee
bladen met geïllustreerd Zon
dagsblad.
Nu wordt er gebeden...
Ontmaskerd is de bewering van hen, die
loochenden, dat het gebed voor den
!nien9ch een zielsbehoefte vormt.
Zij spraken in onoprechtheid of kenden
niet zichzelven noch de vooi het opper
vlakkige oog verborgen roerselen van het
menschelijk hart.
Beschouwt nu de met een biddende
menigte gevulde keken en bedenkt dat
er zijn onder die duizenden zoo velen, ach,
zoo velen, die in hunner, verdwazenden
hoogmoed en verstompende zinnelijkheid te
voren er niet aan wilden denken om de
handen te vouwen en de knieën te buigen
en den mond te openen voor een gebed tot
den Allerhoogste.
De mensch, die met zijn verstand het ge
schapene weet te omvatten en met zijn
taal zijn gedachten weet te uiten zijn
tong was stom en zijn mond was sprake
loos, als hij inbest uiten, in danken of
smeeken, zijn afhankelijkheid van den
Schepper. Zoovele katholieken zij kwa
men in de kerken, maar dachten daar? in
opbruischende begeerten, aan veel, aan
veel, doch niet aan Hem, den Goddelijken
Gastheer, of zaten daar neer in doffe on
verschilligheid, zich vervelend. En hun
leven werd leeg, hun verlangens werden
gekluisterd aan de aarde, de kracht van
hun geest verslapte en de adel van hun
ziel verarmde.
Maar nu, nu begrijpen zij, wat zij vroe
ger niet verstonden: Gelijk het hart hijgt
naar liefde en het verstand hunkert naar
waarheid, zoo staat de ziel gespannen in
verlangen om zich neer te werpen, om haar
innerlijk leven uit te storten voor haren
God, in een oprecht gebed. En door de
ademhaling van het gebed voelen zij zich
nieuw leven in de ziel stroomen, nieuwe
kracht en nieuwe vreugde een vreugde,
die het hart doet kloppen in sneller sla
gen, het oog doet tintelen in heller glan
sen en het bloed in krachtiger stroomen
door de aderen perst, de vreugde der
1 i e fd e, de vreugde van den Verloren
Zoon, die langen tijd sprakeloos rustte in
de armen van zijn goeden, goeden Vader...
Daar waren er, die beweren durfden hun
God te aanbidden, niet in bekrompen ge
bouwen, doch in den wijdschen tempel dei-
natuur.
Maar nu komen zij, gedreven door den
drang huns harten, naar een kerk om
daar God hun nood uit te klagen. De
katholieke kerken, die God zelf heeft ge
kozen voor zijn verblijf onder de men-
schen, de grootsche kathedralen en de ne
derige dorpskerken, zij. worden nu, door
duizenden meer, erkend engezocht en
gevierd als de kracht- en lichtcentralen van
het leven.
God-zelf onder de menschen.... Wie in de
verte tracht te benaderen de grootheid
van God en de nietigheid der menschen,
hem snijdt de koppeling dezer woorden
door het hart als een vlijmend verwijt.
Voor velen gingen er uren en uren, dagen
en dagen voorbij, zonder dat zij er aan
dachten te gaan naar het Huis van den
Heer hunnen God....
Maar nu, nu knielen zij weer neer in de
kerken om daar God hun nood uit te kla
gen. En 't is hun, alsof de torens dier
kerken den paradijs-vrede omlaag trekken
naar de aarde. En zij doorvoelen de waar
heid van Vondel's schoone poëzie:
Wel zalig, die in 't hijgende verdriet
ar dezen troost en vasten vrijburcht
vliedt,
^oo weet God de rampen, "door de zon
den over de aarde gestort, 'te keeren tot
neu der mensehheid. Velen, talloos velen
nebben jn hunnen pijnlijken nood de lang-
gesloten lippen geopend tot een gebed...
Nu wordt er gebeden...
Meer en meer worde er gebeden om Gods
Barmhartigheid af te smeeken en aan Zijn
Rechtvaardigheid voldoening te schenken.
Meer en meer zoeke de mersch, beladen
met zware zorgen en zuchtend onder schrij
nende smarten, zijn troost en zijn kracht
en zijn moed in het gebed.
Het gebed heffe de aan de duistere en
kille aarde gekluisterde mensehheid hoo-
ger en hooger in de lichtende en verwar
mende stralen-schittering van Gods genade
zon.
Het gebed, dat in deze droeve dagen uit
zoo vele zielen stijgt als een smachtend ver
langen naar hooger leven naar een
leven van gemeenschap met God worde
voor hen allen de ademhaling van een jn-
^iger en rijker en vruchtbaarder katho
liciteit.
Zoo wordt door de Macht ende Liefde
van den Wrochter der wereld-historie het
menschelijk geslacht herboren!
Voor de Vluchtelingen.
Volkomen vereenigen wij ons met de
meening van de „Tijd" om voorloopig de
Belgische vluchtelingen niet te dwingen
terug te keeren.
In edelmoedigheid moeten wij ons door
niemand ter wereld laten overtreffen!
Doch en hier wenschen wij met na
druk op te wijzen die edelmoedigheid
sta onder de contröle van het verstand,
onder de contröle van de Christelijke or-
zichtigheid.
Wij doelen er hier op, dat ailen, die zich,
in prijzenswaardige toewijding, met de
verzerging der arme uitgewekenen belas
ten, met de uiterste zorgvuldigheid toe
zien, dat noch in hun onderling veikeer,
noch in hun verkeer met de Hollanders een
gevaar ontsta voor afkeurenswaardige
practijken. Meer behoeven we hierover
niet te zeggen.
Ieder zij doortrokken vari het plichtsbesef
om naast en zelfs voor de stoffeiijke ver
zorging der beklagenswaardige Belgen te
behartigen hun geestelijke belangen, zoo
mogelijk zelfs hun godsdienstzin te ver
diepen en te verlevendigen.
De Duitschers in Frankrijk.
Sedert gisteren zijn er op het oorlogs
terrein in Frankrijk geen belangrijke wij
zigingen, maar toch één wijziging van be-
teekenis.
Nadat gisteren gemeld was dat de lin
keroever van de Lys door de Duitschers
was verlaten, lezen wij nu, dat het front
der Bondgenooten zich verlengd heeft van
IJperen tot de zee. Om verschillende rede
nen is dit belangrijk en wel vooreerst
omdat daardoor bevestigd wordt, dat
IJperen werkelijk in handen der Bondge
nooten is ,in de tweede plaats omdat
het verlengen van dien vleugel der Bond
genooten er op wijst, dat men nog voeling
houdt met België en zelfs dat de kust
streek beheerscht wordt door de geallieer
den, en in de d e rd e plaats dat de Duit
schers tot dusverre jn die «treek niet
krachtig genoeg zijn om het een en het
ander te verhinderen.
De Russen.
Wat het Oostelijk oorlogsterrein aan
gaat is sedert gisteren het volgende te ver
melden:
le. In Oost-Pruisen vorderen de Russen
niet veel. De terugtocht der Duitschers
heeft opgehouden, en het is den Russen
niet gelukt, hen verder achteruit te drin
gen. De lengte en de richting van het front
wordt aangegeven door de punten Lyck
(in het Z.) en Scherwindt (in het N.).
2e. In Polen staan de beide fronten niet
ieder aan één zijde van de Weichsel met
de rivier tusschen hen in, maar, blijkens
latere berichten, wordt de strijd gevoerd
op den linker (naar Pruisen gekeerden)
oever der rivier. Von Hindenburg heeft de
omstreken van Warschau blijkbaar reeds
bereikt, en zoowel dezevesting als het zui
delijker aan de Weichsel gelegen sterke
Iwangorod zullen de actie der Russen tot
steun kunnen verstrekken.
De toestand te Antwerpen.
Een corr. van de „Msbd." schrijft dato
gisteren uit Putte:
De poorten van Antwerpen waren gister
morgen streng bewaakt. Alleen langs
Merxem kon men binnen de stad komen.
Daartoe moest men eerst zijn papieren la
ten stempelen bij den Duitschen comman
dant van Merxem.
Ofschoon dit zeer gemakkelijk ging wa
ren er toch velen, wien het afschrikte, te
meer daar bepaald was, dat de jongeman
nen slechts tusschen 4 en 6 uur 's namid
dags in de stad konden komen.
Waarschijnlijk was de laatste bepaling
gemaakt door den nieuwen stads-
commandant, Frhr. von Bodenhausen.
Echter is deze bepaling vandaag reeds
ingetrokken.
In de stad is alles rustig. Volgens de ver
klaringen van verschillende burgerlijke
autoriteiten is tot nu toe geen enkel inci
dent voorgevallen. De Duitschers gedra
gen zich dan ook zeer correct tegenover
de burgers, die steeds talrijker worden.
In de straten, waar de huizen zijn in
puin geschoten, zijn reeds de werklieden
bezig om de puinhoopen weg te ruimen.
Sinds hedenmorgen is ook het treinver
keer met Esschen hersteld en reeds heden
morgen reden ledige goederentreinen.
Een correspondent van het „Berl. Ta-
gebl." schrijft uit de veroverde stad dato
10 Oct.:
De meeste menschen, die hier gebleven
zijn en zich nog verborgen hielden, ver
schenen hedenmiddag op straat^ vooral up
het plein voor het Gemeentehuis, waarin
voorloopig alle autoriteiten hun intrek ge
nomen' hebben. En hier ontwikkelde zich
zeer spoedig een levendig verkeer tusschen
Duitsche soldaten en kleine Vlaamsche bur
gers. Men vond, dat men elkaar wonder
baarlijk goed begrijpen kon en dat de ta
len zooveel op elkaar leken. De Antwerpe
naars konden tot gids dienen van de Duit
schers, die een krachtig glas bier en een
goede pijp tabak verlangden. En zoo ver
dween heel spoedig de vreemdigheid en ont
stond weldra een vertrouwen, dat in de
koffiehuizen nog zeer toenam. De café's hij
het Gemeentehuis waren alle weer open.
Tevreden genoot men den eersten rustdag
in Antwerpen na den intocht van gisteren.
De overgang van het Belgisch bestuur in
het Duitsche ging gemakkelijker en snel
ler en veel zachter dan men gevreesd had.
De Antwerpenaars die op het marktplein
kwamen, getuigden allen: God dank, wij
hebben rust. En zij vroegen: Kunnen wij
thans onze vrienden en familieleden terug
halen, die uit de stad gevlucht zijn? Wan
neer men hen antwoordt, dat deze niets te
vreezen hebben, zijn zij reeds lang niet
meer zoo ongeloovig.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Engelsche kruiser fn den grond geboord.
De Engelsche admiraliteit deelt mede,
dat de kruiser „Hawke" gisterenmiddag
in de Noordzee door een vijandelijken on
derzeeër is aangevallen eri tot zinken ge
bracht. Negen cn veertig officieren en
manschappen zijn gered. Ongeveer 350
man ontbreken.
Het bombardement van Tsingtau. In
den morgen van 14 dezer heeft een vloot-
divisie een deel der forten litis en Kaiser
te Tsingtau vernield. Tegelijkertijd wierpen
vliegtuigen bommen uit. De Engelsche
verliezen bedroegen één doode en twee ge
wonden. De Japanners" leden geen enkel
verlies.
Z. Em. kardinaal Mercier. Een bij
zonder corr. van de „Tijd" schrijft uit
Breda:
Wij brachten gisteren een kort bezoek
aan den vicaris-generaal van het aarts
bisdom Mechelen, Mgr. Lauwerijs, die zich
tijdelijk geïnstalleerd heeft op het bis
schoppelijk paleis alhier. Z.H.E. ontvangt
voortdurend bezoek van de tientallen
geestelijken uit Mechelen, die hier in den
omtrek verblijven. In Bergen-op-Zoom is
het aantal van dezen veel grooter. Z.H.E.
deelde ons mee, dat Z.Em. kardinaal Mer
cier na het Conclaaf via Londen en Ant
werpen in Mechelen was teruggekeerd en
tien dagen na dien terugkeer voor het'bom
bardement was gevlucht. Sinds dien ver
blijft de kardinaal te Antwerpen. Bijzon
derheden kon de H. E. heer Vicaris ons
niet geven, omdat hij sindsdien met Z. E.
niet meer in contact geweest was. Ter
loops deelde Z. H. E. ons nog mee, dat al
wat over 't bombardement van Mechelen
geschreven is, niet overdreven was. Meche
len was voor een goed deel verwoest.
Z. H. E. was enthusiast over de ontvangst
der vluchtelingen in Holland.
Zoodra hij in contact is geweest met
Z. E. kardinaal Mercier zou hij ons gaarne
verdere inlichtingen verstrekken.
Markies Di San Giuliano. De Italiaan-
sche minister van Buitenlandsche Zaken,
markies di San Giuliano, is gistermiddag
om 2 uur 20 overleden.
BINNENLAND.
Nederland en de Oorlog.
Een goed denkbeeld.
In het „Ctr." schrijft H. v. d. Burgt:
Van een jongen, die het Canisius-Col-
lege te Nijmegen bezoekt, verneem ik, dat
aan de leerlingen is gevraagd een oud,
doch nog goed kerkboek af te staan of mede
te brengen ten behoeve van de Belgische
uitwijkelingen.
De jongelui, meest inwonenden, hadden
al dadelijk een kist vol bij elkaar weten
te brengen.
Mij lijkt dit een goede gedachte.
Hier in Arnhem b.v. hebben velen kun
nen zien, dat slechts weinigen in 't bezit
yan een kerkboek waren. De meesten zul
len er niet aan gedacht hebben dit op hun
vlucht mede te nemen, doch er zijn onge
twijfeld ook velen bij die het bidden ver
leerd hebben.
De Belgen die over de ontvangst in Ne
derland niet te klagen hebben, zullen, als
zij binnenkort naar hun beproefde vader
land terugkeeren, dit stoffelijk bewijs, dat
er ook aan hun geestelijk welzijn hier ge
dacht werd, zeker gaarne als aandenken
willen medenemen.
Honderd millioen.
Honderd millioen voor ed mobilisatie.
Een reuzensom, die het budget van uitga
ven in de volgende jaren aanmerkelijk zal
doen stijgen .Gelukkig evenwel zoo merkt
de ,,ld." terecht op zal door de uitgave
van deze millioenen de draagkwacht van
het Nederlandsche volk niet worden vermin
derd .Al dit geld toch wordt in Nederland
uitgegeven, blijft dus in Nederland, veran
dert eenvoudig van eigenaar; maar de
nieuwe bezitter van een gedeelte dier mil
lioenen zal ook meer belasting moeten op
brengen dan vóód dat hij die honderden of
duizenden aan de mobilisatie verdiende.
Heel anders zouden wij er voor staan,
wanneer deze som besteed was b.v. aan het
bouwen van dreadnoughts, of tot het aan-
koopen van Krupp- of Creusot-artikelen.
Dan zouden die millioenen over de gren
zen zijn gegaan en de draagkracht van het
Nederlandsche volk zou met evenveel mil
lioenen zijn verminderd. Geld, dat in het
land blijft, is niet verloren, vermindert
den rijkdom van het land niet.
Misplaatste vrees.
In sommige kringen, aldus de „Tijd", uit
men de vrees, die ook in enkele bladen
naar voren komt, dat het ons land weldra
aan voedingsmiddelen zal ontbreken, als
het verblijf van een groot millioen mede
eters uit België eens lang mocht duren, en
men vraagt of onze eigen armen niet zul
len tekort komen, als wij zooveel wegge
ven aan de vreemde gasten.
De vrees is even begrijpelijk als de
vraag. Ons volk is wel welvarend, maar
niet rijk en het aantal millionairs, die het
geld met ruime gaven verschaffen kunnen,
is niet zoo groot als in andere landen.
Armen heben wij genoeg en de werkloos
heid en de stilstand in handel en fabrieken
berokkenen ons groot nadeel. Al deze be
zwaren tegen de tegenwoordige gulheid en
onbekrompenheid behoeft men geenszins
licht te tellen. Het zou ook een geringe
verdienste zijn,- als ons volk alleen gaf van
zijn overvloed, en er zich niets om te be
krimpen had.
Toch zijn veelal de vreesachtigen, de on-
gerusten te vinden onder hen, die zich nog
niets hebben te ontzeggen gehad en onder
degenen, die bang zijn, dat ze zelf bij het.
geven tekort zullen komen. Tot heden heb
ben de Steuncomité's voor de werkloozen
door den oorlog nog niets minder uit te
deelen gehad, en van geen gewoon bedeel
de is nog iets ingehouden.
Maar over het algemeen schijnt ons de
angst voor de eigen boterham overdreven.
De economische toestand van ons volk is
zeer sterk, indien slechts wordt voorzien
in de behoefte aan tarwe en meel en aan
veevoeder, misschien ook aan kunstmest
en brandstoffen.
Hebben we die genoeg of kunnen wij 7C
koopen ,ook al is onze handel gedeeltelijk
belemmerd ,dan levert ons land voedig op
in overvloed. Aan vee en zuivelproducten
hebben we geen gebrek ,en als ze hier te
lande worden gekocht en betaald, dan be
hoeven ze niet te worden uitgevoerd. De
Regeering kan dat desnoods beletten.
Aardappelen, groenten en fruit hebben we
meer dan genoeg en de boeren en de kwee
kers leveren ze aan wie ze vragen.
Het mag, naar hetgeen reeds in som
mige Engelsche bladen verluidt, verwacht
worden, dat het Britsche gouvernement,
hetwelk de Belgen heeft willep helpen,
begrijpen zal, dat het nu zware verplich
tingen heeft tegenover de vluchtelingen en
tegenover het volk, aan welks hoede ze zijn
overgeleverd. Meer nog: als de mare van
hetgeen hier te lande gebeurt doordringt in
Amerika, dan zal deze groote en rijke natie
wel verstaan, dat haar neutraliteit haar
mede een duren plicht oplegt, die van mild
heid en mededeelzaamheid en de Carnegies
en de van der Bilts en hoe ze heeten mo
gen zulen wel begrijpen, dat ze schoone za
ken kunnen maken met hun geld; de Ame-
rikaansche gezant Van Dijke, die zelf zoo
hartelijk meeleeft met ons volk in zijn te
genwoordige gesteltenis, zal zijn rapport
wel reeds verzonden hebben aan de Ameri-
kaansche graanleveranciers, die nu een
menschlievenden handel kunnen drijven
met de Nederlandsche, Regeering.
Natuurlijk moeten wij in ons land niet
overmoedig zijn maar een weinig vertrou
wen op God en op de hulp van elders is
niet misplaatst. Er worden thans andere
handelsrekeningen gemaakt dan gewoonlijk
en in elk geval, waar anders voor tien de
boterhammen gesneden werden, snijdt men
ze nu ook wel voor twaalf.
Veevoeder.
Van het Nederlandsch Landbouw-Comité
vernemen wij:
Naar wij uit de ons verstrekte inlichtin
gen met zekerheid mogen afleiden, bestaat
er onvoorziene omstandigheden voorbe
houden alleszins gegrond ereden, om aan
te nemen, dat in den komenden winter als
gevolg van de dien opzichtens Regeerings-
maatregelen, een voldoende hoeveelheid
veevoedsel beschikbaar zal komen.
Vrees voor het tegendeel behoeft derhalve
niet oorzaak te zijn, dat de landbouwers
meer dan met de belangen der fokkerij
penerzijds en met de. belangen van het
vleeschetende publiek anderzijds vereenig-
baar is, voor de fokkerij geschikte varkens
voor export verkoopen.
W- meenen derhalve goed te doen èn met
het oog op de fokkerij, èn om zooveel moge
lijk te voorkomen, dat er vrees voor een te
kort voor varkensvleesch ontstaat, de land
bouwers op te wekken in geenendeele de
varkensfokkerij te verwaarloozen, doch
daarmede door te gaan alsof wij in nor
male omstandigheden verkeerden.
Suiker.
De Minister van Landbouw enz. heeft een
circulaire gericht aan de burgemeesters
d.d. 16 October 1914, van den volgenden
inhoud.
Ik heb de eer u mede te deelen, dat de
vraag, op welke wijze gezorgd kan worden,
dat voldoende voorraad suiker voor de
consumptie hierte lande aanwezig blijve,
door mij nader onder de oogen is gezien.
Daax-bij werd tevens overwogen in hoe
ver het mogelijk zou zijn orn, met hand
having overigens van het uitvoerverbod
voor suiker, aan suikerfabrikanten en raf-
finadeurs den uitvoer van dat gedeelto
hunner productie, dat niet voor binnen-
landsche behoefte benoodigd is, toe te
staan. Te dezer zake werd door mij met
belanghebbenden bij de suikernijvorheid
overleg gepleegd, welk overleg, zooals u
eeds uit de dagbladen zal zijn gebleken,
geleid heeft tot een regeling, waardoor
40 van de productie der thans begonnen
nieuwe suikercampagne voor binncn-
landsch gebruik zal worden gereserveerd,
terwijl het resteerende gedeelte zal mogen
worden uitgevoerd.
Werd op deze wijze zekerheid verkre
gen, dat van dit onmisbaar genotmiddel
steeds voldoende voorraad voor de bin-
nenlandsche consumptie aanwezig zal
blijven, het bleek tevens wenschelijk ook
maatregelen te treffen om tegen prijsop
drijving van suiker te waken cn voor dat
artikel, behalve een maximumprijs voor
len kleinhandel, óók een maximumprijs
voor den groothandel vast te stellen. Hot
laatste bleek noodig ten einde te verzeke
ren, dat vexkoop tegen den vastgcslelden
maximum kleinhandelsprijs niet door op
drijving van den gx-oothandelsprijs onmo
gelijk zou worden gemaakt.
Na overleg met de door mij ingestelde
commissie van advies inzake de suiker heb
k derhalve besloten om voor den groot
handel (raffinadeurs) een maximumprijs
va nsuiker qualiteit melis no. 1 vast te
stellen van 48.50 per 100 K.G., andere
suiker n'aar evenredigheid terwijl voor
fien kleinhandel de maximumprijs voor
alle soorten gehandhaafd blijft op 55 cents
per K.G.
Uitvoerverbod van
aardappelen.
Een buitengewone Ned_. Staatscourant,
gisteravond verschenen, bevat het Kon.
Besluit van 15 October, waai'bij met ingang
van 16 October de uitvoer van aardappelen
wordt vei'boden.
De Kroon behoudt zich voor dit verbod
tijdelijk op te heffen of in bijzondere ge
vallen daarvan ontheffing te doen verlee-
nen.
Een Nederlandsch dienst
plichtige aangehouden.
Een jongeling uit Nijkerk, zekere De
Ruijter, die in Amerika vertoefde en op weg
toog, om in ons leger zijn dienstplicht \e
gaan vervullen, is op de zeereis door Engel-
schen gevangen genomen en wordt nu se
dert 6 weken gevangen gehouden.
Zijn vader, die hiervan door een vriend
van zijn zoon kennis kreeg, heeft z.ich tot
den minister gewend, die een spoedig on
derzoek te Londen heeft toegezegd.
Kaashandelaren.
De Nederlandsche Vereeniging van Kaas
handelaren ontving van den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel, naar
aanleiding van iiaar missive beti-effende het
importeeren van lijnkoeken, bericht, dat er
bij de distributie van het door de Regec-
ring aangekochte veevoeder zooveel moge
lijk naar wordt gestreefd, den in den han
del gebruikelijken weg te volgen.
De omstandigheden maken echter uit
zonderingen op dezen regel soms onvermij
delijk.
Voorts deelde de Minister mede, dat van
wege het Departement reeds voor een twee
tal maanden bij de Zuid-Afrikaansche Re
geering stappen zijn gedaan ten einde een
nadere verklaring nopens het vetgehalte
van als „volvet" beschouwde kaas uit te
lokken. Tot heden is te dier zake van ge
noemde Regeering nog geen antwoord ont
vangen.
Nopens de in Zuid-Afrika gevolgde me
thode van kaasonderzoek, zullen te Preto
ria inlichtingen worden ingewonnen.
Het Bestuur der Vereeniging had een con
ferentie met den Minister van Landbouw.
Nijverheid en Handel.
Naar aanleiding daarvan heeft liet Be
stuur Donderdag een conferentie te Am
sterdam gehouden, om aan den Minister op
zijn verzoek voorstellen te doen, die zullan