MAANDAG 12 OCTOBER. I9I4. BUITENLAND. D© Oorlog. DE VLIEGMACHINE. Be JAARGANG. No. 1521. 9e £cidóeli^(2ou/mit 'BUREAU: STEENSCHUUR 15, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN e ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het iEILLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 10 cent per week f 1.25 per kwartaal; bij onze jenlen II cent per week, fl.45 per kwartaal. Franco per post fl.65 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1-5 regels f0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1-5 regels fl.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Aanvragen om Dienstpersoneel van 1-5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Aanbiedingen van Dienstpersoneel, Huur- en Verhuur, Koop- en Verkoop (geen Handels-Advertentiën) van 1-5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Het donkere Zuiden. Ten gevolge der volksverhuizing in Noord- ibant bewegen zich thans, om er de hel- hand te bieden, meerdere personen boven den Moerdijk onder de bevolking i ons donkere zuiden, waarop men in 't oorden zoo gaarne uit de hoogte neerziet. En nu kan men uit de berichten gewaar lorden hoe 't ginds meevalt. Zoo schrijft rofessor H. Bonger aan 't ,libld.": i(llet zijn hier waarlijk beste, hartelijke i'enschen, arm zoowel als rijk. Ik was Dij n spoorwegmanetje ,dat veertien vluch- lingen in huis had en zelf op de steenen lep." Is 't niet alsof de prof. zeggen wil: je int 't gelooven, verlichte noorderlingen, is hier „waarlijk" zoo. Ja, ja, die Roomsche streken zijn zoo aad niet als men ze wel afschildert. Was it in Zuid-Limburg niet juist eender? En uit zich Brabant daar met waardig bij tn? Alom hartelijk medegevoel, gegunde stvrijheid, volop medewerking, niet het inst van de zijde der priesters en reli- wsen. We zeggen zulks niet om ook maar 't min- of geringste te willen afdingen op het- ien hier geschiedt. Integendeel: gansch iderland betoont thans schoone naasten- ifde. Slechts dit wilden we vragen: gij, rlichte geesten, herinnert u straks, hoe- n deze droeve tijden katholieken rgens en in niets achterstonden bij wie k. En dat zij hun plicht deden zonder hef, eenvoudig consequent handelend Igens hun beginselen. e toestand te Antwerpen. lller gedachten gaan nu uit naar de toone Scheldestad, die, vpor eenige da- i bijna een half millioen inwoners telde nu zoo goed als verlaten is. Hoe staat met Antwerpen? Een redacteur van „Msbd." geeft in een brief, den lOen tober uit Putten verzonden, een nauw- irige beschrijving van den toestand, too even aldus de ccrr. ben ik uit 'werpen teiuggekeerd. Toen wij heden- cht in Capelle kwamen .werden wij nog Dr een Belgische patrouille teruggehöu- ln den morgen echter liet men alle Bel- clte forten onder de Nederland serie ns springen en de Belgische troepen kken over de Nederlandsche grens af, paar zij su.-cessievelijk geïnterneerd rden. Ongeveer 1500 man zal hier ge- erneerd zijn. n den morgen was de weg dus vrij en kien wij naar Antwerpen rijden. Eerst Merxem, dat geheel ongedeerd is, waar fs geen pand beschadigd is, zagen wij itsche troepen. Zij stonden gereed om de verlaten forten te trekken, een korte ondervraging door den velvoerenden officier, ben ik zoo vrij eest om egnige vragen te stellen en daarbij vernamen wij van den Duitschen officier, dat de Duitschers de stad waren binnengetrokken. „Van den vorigen nacht af hadden on derhandelingen plaats gehad. Zij duur den vrij lang, wijl de militaire gouver neur nergens te vinden was. Ten slotte echter werd de stad overgegeven. „Zooals u kunt zien aan den Lieve Vrouwetoren, waarvan de Duitsche vlag waait, is Antwerpen in Duitsche handen. „Wij hadden", zoo vertelde de officier verder, „het bombardement Donderdag avond gestaakt, d.w.z. het kleine bom bardement. Want wij hebben onze 42 cM. kanonnen niet op de stad zelf gericht. Dat zouden wij eerst gedaan hebben wanneer gisteren de stad niet was overgegeven. Dan zou men hier met recht van een bom bardement kunnen spreken." Ik vertelde den officier, dat de heele be volking van Antwerpen in Nederland zat. Dat weten wij", antwoordde hij. „Van de omliggende gemeenten is alles wegge vlucht. Wij begrijpen niet, waarom de öienschen niet gebleven zijn. Nu hebben wij verschillende deuren moeten open- trappen om kwartier te vinden. Op ver schillende plaatsen vonden wij vee, dat in den stal stond te verhongeren. Wij hebben het losgemaakt en in de weiden gedreven. „Zeg aan de vluchtelingen jn Hol land, dat zij zoo spoedig mogelijk terugkeeren, Hun zal niets kwaads geschieden, maar zeker zal hun huis en goed geen schade lijden, wanneer zij weer teruggekomen. Zeg hun ook, dat wij verplicht zullen zijn hun hui- zen open te breken, wanneer zij zelf niet terugkeeren. Van de geruchten, dat wij de mannen gevangen zullen nemen, moet u niets gelooven." Wij vroegen verder, of er aan Duitsche zijde veel verliezen waren geleden. „Absoluut niet", was het antwoord. „De verliezen zijn zeer klein". Of er ook veel gevangenon waren ge maakt? „Wij hebben gisteren een paar duizend Engelschen, Franschen en Belgen gevan gen genomen. Zij waren blij bij ons te zijn". Daarop reden wij verder door Merxem naar de stad, langs de dokken, waar alles verlaten was, naar de Handelslei. Wij zijn in de stad Antwerpen. Langs den gehee- len boulevard is geen mensch te. zien. De stad lijkt uitgestorven. Hier en daar slechts loopen eenige honden, wier meesters ge vlucht zijn. Een Duitsch soldaat spreekt ons aan om ons den weg te vragen. Wij rijden door en zien, dat op de St. Janplaats, de Paar denmarkt niet is gebombardeerd. In deze geheele wijk is alleen in de Rotterdamsche- straat een bom gevallen. Verder doorrijdende komen wij op de kruising van de Keyzerlei en den grooten boulevard. Daar staan een 4-tal kanon nen opgesteld, alsmede enkele veldkeu kens. In hótel Wagner zitten de Duitsche offi cieren te dineeren. Het menu is echter zeer mager. Even verder op de Keyzerlei is men be zig het stroo op te ruimen, waarop de troepen gelegen hadden. Een marine-sol daat pakt een klein kindje, dat zonder ouders is, op, en brengt het kussende naar den cpmmandant. De Keyzerlei ligt geheel verlaten, maar er is niets gebeurd, evenals in de geheele stationswijk. Eén winkel slechts, namelijk van de •chocoladefirma v. d. Ende, is open. Wij hebben daar, na den geheelen dag niets gegeten te hebben, tegelijk met een paar Duitsche marine-soldaten voorraad ge kocht. Alles werd tot den laatsten cent be taald. Dan rijden wij de Meir op. Ook hier is geen enkel huis beschadigd. Duitsche troepen trekken naar de Grand Place, vaar op het stadhuis de commandant zijn intrek heeft genomen. Op de Kathelijnevest zoeken wij naar onze familie. Hun huizen zijn ongeschon den, maar niemand is er te vinden. In deze straat is slechts één bom gevallen. Verder doordringende op de Handschoen markt ziet het er heel anders uit. Hier zijn verschillende huizen vernield. De straat uitloopende komen wij op de Groenplaats, waar ook verschillende huizen in puin liggen, en het tweede huis van den hoek, het café Nationaal, nog te branden staat. De Onze Lieve Vrouwekerk is niet ge troffen. Alleen achter is een projectiel in geslagen, doch de schade is zeer gering. In de Nitionalestraat zijn ook een paar huizen beschadigd, evenals in de Lombar- devc\t, waar nog brand woedt en de over gebleven Antvverpsche pompiers alle moeite doen om met de hulp van enkele dienstdoende agenten, het vuur weer te blusschen. Dan rijden wij weer terug naar den boulevard, waar hier en daar een enkel huis is getroffen. Het ergste is het gesteld in de Paleis straat bij het Palais de Justici, waar een 17-tal huizen in puin liggen. Ook het pa leis zelf is door een paar bommen getrof fen, doch de schade is klein. Op het Zuid heeft het bombardement jets grooter uit werking gehad. In de Verbondstraat bijvoorbeeld is een 10-tal huizen getroffen. Daar woedt nog brand Ook hier zijn enkele pompiers be zig, de vlammen te blusschen, doch er is haast geen water. De waterleiding en de gasfabriek func- tioneeren niet meer, doch de Duitschers zijn druk bezig om alles te herstellen en hopen daarmede hedenavond gereed te komen. In de Kloosterstraat brandt nog een Hol- landsche biscuitfabriek. In verschillende aangrenzende straten zijn ook enkele hui zen verbrand. I Wij rijden terug naar den Mechelschen Steenweg. Duitsche bommen hebben hier en daar schade aangericht, vooral in de zijstraten, bijvoorbeeld in de Bakkerstraat, waar vlak voor het klooster der Zusters een bom is ingeslagen. Het klooster is echter zeer weinig beschadigd. Vervolgens rijden wij terug over de Leopoldslei, waar 3 huizen getroffen zijn. Verder over de Plantinlei, waar hoegp- naamd niets van het bombardement te merken is. Het bombardement van Antwerpen heeft dan ook betrekkelijk zeer weinig schade aangericht. De verhalen van vluchtelin gen leken ons zeer overdreven te zijn. Weinig menschen zullen er bij omgekomen zijn. Geen enkel openbaar gebouw, kerk of kunstgewrocht is beschadigd. Als er in Antwerpen 150 huizen vernield zijn zal het Yeel zijn. De schade is gering. Met deze overtuiging zijn wij naar den commandant gereden. Wij kregen van hem ook de opdracht mede tedeelen, dat de vluchtelingen naar Antwerpen kunnen terugkeeren. Hij heeft een proclamatie doen aanplakken, waarin hun veiligheid van persoon verzekerd is en wordt mee gedeeld, dat de huizen des nachts moesten openblijven en licht voor de ramen moet gebrand warden. Aan dit laatste zal streng de hand gehouden worden. Wij raden dus aan, dat de vluchtelingen hunne huizen zullen openen, wijl zij an ders de strengheid der Duitschers te vree zen hebben. Wij mochten Antwerpen niet verlaten, doch ten slotte zijn wij langs een omweg de stad uitgeraakt. Dat wij Antwerpen niet mochten verlaten was toe te schrijven aan het fei,t dat er op onzen weg troepen bewegingen plaats hadden. Op onzen terugweg kwamen wij reeds vele vluch telingen tegemoet, die naar Antwerpen terugkeerden. Duitsche troepen hebben ondertusschen reeds alle forten op onze grens bezet. Morgen ga ik zoo mogelijk nog eens naar Antwerpen. Nog moeten wij melden, dat de entreóts niet zijn in brand geschoten, zooals eerst gemeld. De Duitschers in Frankrijk. Officieel wordt uit Parijs d.d. gisteren gemeld: „Op onzen linkervleugel strekt de Duitsche cavallerie, die ten oosten van de Aisne was tegèngeouden ,naar de streek van Armentieres terug. Tusschen Atrecht en de Oise zijn hevige aanvallen van den vij'and teruggeslagen. (Volgens de „Times" zou de teruggeslagen Duitsche troepenmacht 40.000 man sterk zijn geweest.) Wij hebben eenig terrein gewonnen ten noorden van de Aisne, vooral in de streek ten noordwesten van Soissons. Aprimont, dat eerst genomen was, werd heroverd en bleef in onze uanden na een hevig gevecht. Van den rechtervleugel in Lotharingen en de Vogezen valt niets mede te deelen. In het korty: wij hebben ons overal in onze stellin gen gehandhaafd. De Russen. Volgens het officieele Fransche comml- nikué van gistermiddag drie uur worden de hevige gevechten aan de Pruisische grens voortgezet. De Russen hebben op sommige plaatsen vorderingen gemaakt en Lyck .oe- zet. De staf van den Russischen opperbevel hebber deelt d.d. 9 dezer mede: De gevech ten aan het front van Oost-Pruisen duren met onverminderde hardnekkigheid voort. De yDuitsche troepen, die uit Lek terugtrek ken, blazen de bruggen op. Het doel der Russen, die op Lyck aan rukken, is blijkaar geweest met den over Augustowo oprukkenden linkervleugel der Njemen-armee samen te werken. Dit plan is echter mislukt, wijl de kolonne te laat te Lyck aankwam. De Russen konden Dij Augustowo worden geslagen, voordat de kolonne uit Lyck kon te hulp komen. Van waar de Duitschers een overwinning meld den bij Augustowo, cn toch de Russen Dij Lyck de Oost-Pruisische grens overtrokken en Lyck bezetten. Van Duitsche zijde worden krachtige maatregelen voorbereid, om de Russen dij Lyck aan te vallen. Maar het is niet meer Hindenberg, die daar zal optreden. Van oordeel zijnde, dat de beslissing in het Oosten niet vallen zal in Oost-Pruisen, doch in Zuid-Polen en Gal- licië, heeft de Duitsche generale staf een belangrijke troepenmacht naar het Zuiden gezonden, om naast de Oostenrijksche bond- genooten te strijden. En daarheen ging ook Hindenburg, de overwinnaar in Oost-Prui sen, of er de leiding der beweging op zich te nemen. De houding van Portugal. Geruchten, dat Portugal aan Duitschland den oorlog zou verklaren, zijn onmiddellijk langs officieelen weg tegengesproken. De „Kölnischc Volkszcitung" heeft echter nu weer een telegram uit Rome ontvangen, waarin wordt meegedeeld, dat de oorlogs verklaring van Portugal aan Duitschland onmiddellijk kan verwacht worden. De heer Baer, consul-generaal te Frank fort a/d. Main, heeft zijn ambt reeds neer gelegd. De ,Lokal-Anzeiger" bespreekt de zaak in dezer voege: Gedurende de laatste dagen is er sprake geweest van de mogelijkheid, dat Portugal zich zal voegen bij de schaar onzer tegenstanders, nadat Engeland zich krachtig heeft ingespannen oin de Portu- geezen over te halen zich tegen Duitsch land te verklaren. Inderdaad schijnt liet de Britsche diplomatie gelukt te zijn, om door middel van allerlei beloften Portugal tegen Duitschland op te zetten. Zodoende is net niet onmogelijk, dat de republiek binnen kort handelend optreedt. Hoewel natuurlijk de militaire hulp, die zij den verbondenen kan verleenen, slechts weinig gewicht in de schaal werpt en den voortgang van onze operaties te velde niet kan stuiten, bewijst deze bede om hulp van Groot-Brittannié aan Portugal toch opnieuw, dat men in Britsche en Fransche kringen niet bijster veel vertrouwen heeft in den staat van za ken voor de verbondenen.. Verschillende Oorlogs berichten. Bommen in Parijs. Twee Duitsche vlieg tuigen hebben 20 bommen nedergeworpen in verschillende wijken. Drie personen werden gedood en veertien gewond, het meerendeol in do Faubourg St. Antoine en de Ituo Lafayette. De aangerichte schade heeft weinig te be- teekenen. Eén bom is gevallen op het dak van de Notre Dame zonder te ontploffen. Verschillende Fransche aviateurs stegen op ter vervolging der vijanden. I)e paters Franciscanen nan het front. Honderd-twee-en-zestig paters Franciscanen uit Beieren staan te velde. Een hunner, pater Polycarpus, is reeds voorgedragen voor het IJzeren Kruis. Tot nu toe zijn er zeven gewond cn twee als gesneuveld opgegeven, twee zijn bij den terugkeer in het vaderland to Marseille gevangen genomen. Do pater provinciaal heeft de diensten van alle paters aangeboden aan het ministerie van Oorlog in Beieren, zoowel voor do zielzorg te velde als voor den gezond- FEUILLETON. ■angs deze trap was het meisje, met ;stig voorgevoel, gegaan op den dag, men de vergaarbakken ledig vond. irlangs was hij weer met haar naar 'en gegaan, toen haar vader tot zijn offi- ren, die bezorgd waren in het vooruit- it geen water meer te zullen hebben, egd had: „Mijne heeren, wij zullen allen .en plicht doen!" In deze ruïnen bewijzen, in hun woeste sprekendheid, dat die Franschman van 'en stam toen geen holle phrase sprak, ijn plicht, zijn geheelen plicht heeft hij laan! 'eze herinneringen schijnen den jongen a reeds van langen tijd her. En toch Rekenen ze slechts van veertien dagen Qg, maar sedert de ramp met de c k e n z i e hebben er zich zooveel ge- irtenissen en drama's afgespeeld, zijn er veel vreugdevolle en wanhoopwekkende gen geschied, dat alles, in zijn herinne- l is vervaagd, alles, behalve datgene l van haar spreekt. lij beklimt de trap, met hijgenden boe- en knikkende knieën; hij moet wach- tot zijn manschappen bij hem zijn en it dan verder. Hij komt bij de deur, srop hij verscheidene malen met bon- <1 hart geklopt heeft, toen hij nog aan bouw van zijn aeroplaan bèzig was, tienmaal daags andere voorwendsels d om naar boven te gaan. Het bordje „Commantling-Ofiice" zit er nog op; de deur houdt nog slechts aan een van haar scharnieren. Maurice Rimbaut heeft haar opengestoo- ten en treedt binnen. Het schijnt hem toe, dat hij Kate naar zich toe ziet komen, zooals ze zoo dikwijls naar hem toekwam, op de teenen loopende, om den gewonde, die daar op het bed links tegen den muur lag uitgestrekt, niet wak ker te maken. Rechts stond toen een tafel eïT 5an den muur hing een wandkaart; daarboven een scheurkalender. Het l^ed is er niet meer. Het gewelf is over zijn gêheele lengte gescheurd en de muur aan den zeekant is bijna geheel weg- be morgenstond verlicht het vertrek; de eerste strélen der zon beschijnen de tafel, waarop eenige papieren zijn blijven liggen. De scheurkalender aan den 'muur wijst den datum van het vertrek van de aero plaan aan; 13 Juni. Heeft men met opzet geen blad er meer afgescheurd? En Maurice Rimbaut denkt bij zich zelf na; welke datum hebben we vandaag? Hij weet het niet meer; hoe moet hij zich moeite geven om het zich te herinneren. Een dag en een nacht om den vulkaan te bereiken; zes dagen aan boord van de Colorado om terug te keeren: dat is samen negen dagen. Had hij dit niet beloofd?.... 't Is vandaag 22 Juni. Hij is op den juisten tijd op de afgespro ken plaats .Maar zij?... Blijbaar is de kamer vrijwillig ontruimd, omdat men wist, dat ze direct door de ont ploffing zou getroffen worden. En zeker heeft Kate het kruisbeeld afge haald en meegenomen, dat boven het bed hing. Waar is zij? Kate! Kate! Nu is hij bij de trap, die naar de torens voert. Hij klimt naar boven, Hierlangs heeft hij het meisje naar beneden gedragen, toen ze bewusteloos in zijn armen was geval len, op den dag dat haar vader door een granaatscherf in de borst werd gewond; daar heeft hij haar tegen den muur doen steunen om haar weer bij te laten komen, daar heeft hij haar voor de eerste maal toen zij zich nog van zijne en hare Heide onbewust was, zachtjes bij haar naam durven roepen. Hij komt vervolgens op het platform en het eerste, was hij bemerkt, is de vlag van Kate! De Japanners hebben dus geen vasten voet gekregen boven ophet fort, anders had den zij deze trophee wel meegenomen. Zij ligt daar, neergeworpen door de ont ploffing; de stof, waaruit ze bestaat, is ge scheurd en geheel zwart geworden door het schuren langs een van de torenkoepels. Daar beneden is het kruitmagazijn, dat ont ploft is. De twee torens, verderdp, vertoonen hun vernielde koepeldaken. Het ïs duidelijk te zien, dat de Japansche kahonnen hét zwaar geschut van het fort reeds sinds verscheide ne dagen hebben doen zwijgen en dat de vijandelijke schepen toen naderbij heooen kunnen komen. Hun bombardement, dat nu juister gericht kon worden, heeft het garni zoen genoodzaakt zich in de meest afgelegen vertrekken van het fort terug te trekken en de bezetting gescheiden van den water bak, die den laatsten voorraad water be vatte, en zoodoende heeft men niet zoolang tegenstand kunnen bieden als de majoor had gemeend. Maar waar zijn de laatste overlevenden? Er moeten er toch zijn? Waar is Kate, die kapitein Broadway ot zijn opvolger in veiligheid heeft moeten trachten te brengen op het oogenblik, dat men de kruitkamer in de lucht wilde doen vliegen? Alvorens het antwoord op deze vraag er gens anders te zoeken, licht Maurice Rim baut de vlag van Kate op. Een oogenblik bedenkt hij zich, of hij ze mee zal nemen. Maar de plaats van dit zin nebeeld is boven op de rots, die door de dap perheid van een handjevol menschen voor Amerika is behouden gebleven. Geholpen door twee matrozen, die tiem zijn gevolgd, bevestigt hij aan den van on deren afgebroken paal de vlag van Kate, waarvan de sterren schitteren onder de gou den stralen van een zonnigen morgen; dan wordt de paal op een der torens overeind gezet en nu wappert de vlag weer onder de bries van den Stillen Oceaan. Van beneden af heeft men ze gezien. De Colorado is daar op enkele kabel lengten afstand van de rotsknppen. ijeest- driftige hoera's stijgen op bij het zien van de vlag met sterren, zonder dat de beman ning vermoedt, dat de hand van een Franschman haar daar weer heeft geplant. Een sloep met landingstroepen wordt in zee gelaten. In de verte worden in het tintelend zonne licht schepen zichtbaar: het zijn de M o n a- n a en de torpedovernielers, die met vouen stoom aan komen varen. Amerika neemt thans weer bezit van net verst gelegen eiland, vindt zijn kolen-dep - en zijn vaandel ongeschonden terug. Plotseling worden aan den anderen aant van het eiland nieuwe hoera's gehoord. Ze komen van den kant der grot, die tot lig plaats diende voor den bestuurbaren ualion en van waaruit de aeroplaan vertrokken is. En Maurice Rimbaut, die juist naar bene den wilde gaan, loopt naar den anderen rand van het smalle vlak en ziet soldaten uniformen temidden van die der matrozen van de Colorado. Ha! daar zijn de overlevenuenl... Kate is zeker bij hen. En het hart vol vreugde, stormt hij de steenen trap af en komt acmer.de grol, waar matrozen en soldaten zich overgeven aan hartstochtelijke ontboezemingen. De soldaten zijn 22 in getal; alles, wat van een bezetting van 140 man is overgebleven. Geen officieren zijn er meer bij: alle zijn gedood, de een na den ander, in de torens, waar zij het voorbeeld moesten geven om hun minderen stand te doen blijven houden te midden van een regen van ontploflings- stoffen, die hen den ganschen dag over stelpte. Alleen kapitein Broadway, die gewond werd, was den vorigen dag nog in leven.... Maar hij heeft de lont in het kruit moeten steken, zegt een artillerist. Hij is niet teruggekomen. Bij stukjes en beetjes komt Maurice Rim baut nu deze bijzonderheden te weten en juist alleen di waarom hij niet vraagt, deo- lenzijl.ru „V vnr-vnlgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 1