BINNENLAND.
Nederland en de Oorlog.
ingezonden Mededeelingen
ALBERT RIEL
IV!ARE 36.
Uit Stad en Omgeving,
den, uit de wereld te helpen. Z. Em,
schrijft:
,,In uw blad van gisteren komt een
schrijven voor van zekeren heer Fournicr,
die zeer veel vriendelijks zegt van en
veel goeds toewenscht aun België en
mijne geringe persoonlijkheid, doch die
mij tevens een houding toedicht, die ik
moet afwijzen.
..Uw geachte correspondent zegt, dat hij
mij te Havre heeft „zien weenen".
„Twee weken geleden beschreef het blad
„Havre-Eclair", op zeer vriendschappe
lijke wijze, de geestdriftige genegenheid
der inwoners van Havre voor ons land,
een genegenheid, waarvan ik trouwens,
evenals te Marseille, aan de stations der
P. L. M. te Parijs, te Havre, verder te
Southampton en te Londen de dankbare
getuige was. In de inleiding tot zijn arti
kel zeide de „Havre-Eclair", dat „kardi
naal Mercier het bewustzijn verloor, toen
Z. Em. het bericht der Belgische regee
ring had gelezen, waarin deze hem de
verwoesting van Mechelen en Leuven
meldde.
„Een Parijsch blad, „Le Journal", laat
mij bijna in opstand komen tegen de
Voorzienigheid. Het legt mij woorden als
deze in den mond: ,Ik weet niet, waar
om God mij nog den last van het bestaan
oplegt". Het schrijft, dat ik sedert den
2Uen Augustus, den dag, waarop ik België
verliet, om het Conclave te gaan bijwo
nen, „een millioen dooden beweende",
dat ik mij in de verbeelding reeds als „gij
zelaar", vervolgens als „martelaar" zag.
Ik zou hebben aanschouwd 20 Augus
tus „de wegen bedekt met de onbegra
ven lijken der Christenen, tusschen de ca
davers van paarden", „den Belgischen
bodem veranderd in een meer van bloed'*.
En ten slotte zou de journalist hebben
gezien, hoe „de grijsaard stokte, zich de
cogcn wisehte, wier oogleden rooder wa
ren dan de zoom van zijn gewaad". En
hij zou mij hebben hooren zeggen: „doch
late ik nog hopen... ik, zal de herrijzenis
van België aanschouwen uit de diepte
van het graf, waarin ik weldra zal rus
ten naast de mijnen...."
„Ik vlei'mij met de hoop, dat geen mij
ner diocesanen het slachtoffer is gewor
den van deze fantasieën.
„De crisis, welke wij beleven, beklemt
het hart, maar doet niet weenen. Gee"--,
traan van droefheid heb ik gestort. Mis
schien waren mijn oogen vochtig te Ha
vre, te Londen, te Antwerpen, en te
Mechelen, vooral te Mechelen, maar dat
was, toen ik de hand drukte van onze
dappere gewonden, toen ik -hen dankte,
omdat zij hun kostbaar leven voor ons in
gevaar hebben gesteld; het was, toen ik
de gespierde maar sidderende armen zag
van onze arbeiders zonder werk, die mij
hun smart toevertrouwden, wijl zij niets
hadden, om hun vrouw en hun kinderen
te voeden; het was, toen ik zweeg van
bewondering voor die dapperen, die in
hunne ellende, in hun rouw nog te veel
trots gevoelden, om den vrede te wenschen
met afstand van hun rechten en die met
heldenvertrouwen het uur verbeiden der
TnTTr-Hjnf-L l fffl. dfe ld- welke
straffen. —Idiger zal
„Neen, flc heb niet geweend, ik heb het
bewustzijn niet verloren en jk hoop, dat
de goede God mij de genade zal schenken,
te blijven leven te midden mijner kudde
tot den dag van herstel.
„Toen ik te Rome vernam, dat onze
wetenschappelijke instellingen en onze
boekerij waren vernield, vervloekte ik
(je maudis) die misdaad van beschavings
schennis maar ik voegde er bij. sprekend
tot een kardinaal en oud-nuntius te Brus
sel, wien ik mijn spontane gevoelens uit
drukte: „W ij zullen alles weer
o p b o u w e n."
„Het is nu de tijd niet om zijn krachten
te verspillen in onvruchtbaar gekiaag.
Ons bewonderenswaardig Belgisch volk
is vol moed, het moet ook volharden en
op den dag van herstel met onversaagd
heid optreden. Wij moeten gereed staan,
om, zoodra de vernielingsplaag voorhij
is, uit de puinen de gebouwen te doen
herrijzen, aan de vluchtelingen hun wo
ningen terug te geven, aan de arbeiders
met den geest hun wetenschappelijke in-
ttellingen en boekerij terug te schenken
en de pastorieën tn kerken aan de gees
telijkheid en ons godsdienstig volk."
„Gisteravond warem de zeven beuken
van Onze Lieve Vrouwekerk te Antwer
pen overvol met biddende geloovigen; in
hun harten leefde nog de hoop! Vive
Dieu! Vive la Belgique!
D. J. Kardinaal MERCIER.
Aartsbisschop van Mechelen.
Verschillende Oorlogs
berichten.
Oproer in Egypte. De „Osmaansche
Lloyd" verneemt, dat er in Alexandrië en
Kaïro bloedige gevechten plaats vinden
tusschen de troepen en de bevolking. De
Egptenaren weigerden, zich naar Europa
te laten overbrengen, om aan den oorlog
deel te nemen.
Belgische stoomboot gezonken. Be
richt wordt, dat de Belgische stoomboot
„Belgian King" bij kaap Kureni geduren
de de reis van Trebizonde naar Konstan-
tinopel gezonken is.
Engelsch schip gezonken. Het stoom
schip „Ardmount", dat met een lading
graan uit Dover was vertrokken naar
Zeebrugge, is op een mijn gestooten in
de Noordzee, n.l. ten westen van het licht
schip Wandelaar. De bemanning be
staande uit 40 personen is gered.
Het antwoord van president Wilson aan
keizer Wilhelm. De Norddeutsche All-
gemeine Zeitung bevat het antwoord van
Wilson, president der Ver. Staten, op het
bekende telegram van keizer Wilhelm. Het
luidt
Uwe belangrijke mededeeling van den
7den Sept. heb ik ontvangen en er met de
grootste belangstelling kennis van geno
men. Ik gevoel mij als vertegenwoordiger
van een volk dat aan den huidigen oorlog
In geen enkel opzicht deelneemi, maar dat
den wensch koestert de waarheid te leeren
kennen. Dit moet in aanmerking worden
genomen. U zult, daarvan ben ik zeker,
niet verwachten, dat ik meer zeg.
Ik bid God, dat deze oorlog zeer spoedig
moge eindigen. Dan zal de dag van afre
kening komen. Ik ben zeker dat de volken
van Europa zich zullen vereenigen om
hun twisten bij te leggen. Waar onrecht
is begaan, zulen de gevolgen niet uitblij
ven en de verantwóórdelijkheid zal den
schuldigen worden opgelegd. De volken
der aarde hebben zich gelukkig vereenigd
jn de overtuiging dat zulk een afrekening
en bijlegging van geschillen moet geschie
den. Voor zoover een dei gelijke overeen
komst echter ontoereikend is, zal de mee
ring der menschheid in laatsten aanleg
in al dergelijke aangelegenheden aanvul
lend ingrijpen. Het zou onverstandig en
voorbarig zijn van een regeering, zelfs van
een land dat gelukkigerwijze buiten den
huidigen strijd is gebleven, liet zou zelfs
onvereenigbaar zijn met de neutrale hou
ding van een zoodanige regeering, zich
thans reeds een defintief oordeel te vor
men of tot uiting te brengen.
Ik spreek zoo vrijuit, omdat ik weet dat
u verwacht en wenscht, dat ik als vriend
tot een vriend zal spreken, en omdat ik ze
ker ben, dat een opschorten van mijn
oordeel tot na het einde van den oorlog,
als alle gebeurtenissen en omstandigheden
in onderling verband kunnen worden
overzien, bij u als waarachtige uiting van
oprechte onzijdigheid waardeering zal'
vinden.
De Antwerpsche Dierentuin. 1Een
naar Amsterdam uitgeweken Antwerp
sche vrouw, de echtgenoote van een der
oppassers in den Antwerpschen dieren
tuin, heeft aan het N. v. d. D. medege
deeld, dat men in dien tuin de hokken
der wilde dieren van bepantseringen voor
zien heeft en dat alle slangen ter dood zijn
gebracht, vermoedelijk uit vrees voor het
losbreken der dieren, ingeval de stad be
schoten mocht worden.
Een Duitsche torpedoboot vernield.
De Engelsche admiraliteit bericht, dat de
onderzeeër ,,E 9" behouden is terugge
keerd na en Duitschen torpedojager door
middel van een torpedo ter hoogte van de
/ivier de Eems in den grond te hebben ga
koord.
Nog meer Duitsche schepen in den grond
geboord? De Japansche minister van
oorlog sprak het vermoeden uit, dat de
Duitsche kruiser „Cormoran" en twee
Duitsche kanonneerbooten in de Golf van
Kiautsjau in den grond zijn geboord.
Het Allerheiligste in veiligheid. De
zeereenv. heer pastoor van Yeldweselt, een
klein Belgisch plaatsje ten W. van en gren
zende aan Maastricht, heeft Zondag het Al
lerheiligste Sacrament alhier in de parochie
kerk van den H. Lambertus (nieuwe parochie)
in veiligheid gebracht. Toen de Duitschers
met geschut en al door Yeldweselt trokken
in de richting Lanaekcn, achtte het de pastoor
noodig, het Allerheiligste elders een veiliger
rustplaats te bezorgen. Daar de pastoor al
oud is en slecht ter been, nam hij het H.
Sacrament in een rijtuig mede. Het rust
UlOps.Jn de parochiekerk ZöJtfti'g
het H. Misoffer opgedragen.
Enkele weken geleden heeft de grijze her
der van Veldweselt, toen de Duitsche troepen
door zijn parochie trokken, op een avond
laat het Allerheiligste eveneens naar de Sint
Lambertuskerk alhier overgebracht. Toen stond
den pastoor met zijn kostbaren schat slechts
eene (honden)lcar ten dienste.
Gebleken onsclmld. In het naburig
Senne-Lager aldus vertalen we uit de
„Köln. Volksz." bevonden zich twintig
Pelgische geestelijken, die" beschuldigd werden
van misdadige handelingen gepleegd te heb
ben tegen de Duitsche troepen. Men beweerde
zelfs, aat eenigen van hen reeds op bevel
van den krijgsraad waren gefusilleerd, daar
de beschuldigingen bleken waar te zijn. Doch
wat is de waarheid? Het krijgsrechtelijk on
derzoek heeft aangetoond, dat alle twintig
onschuldig zijn.
Bisschoppen in het Franschc leger. Ge
lijk wij reeds berichtten, staan twee Fransche
bisschoppen onder de wapenen. Het zijn de
wijbisschoppen van Nantes, Mgr. Fer de la
Motte en de bisschop-missionaris Mgr. Florian
Demange van Korea. Een derde prelaat, de
bisschop-missionaris Mgr. René JPeiros uit
Bangkok (Siam) strijdt naast Turco's en Indiërs.
Wanneer de laatsten aldus de „Koln.
Volksz." zien of hooren, dat in een katholiek
land zelfs bisschoppen als soldaten moeten
meevechten, dan wordt daardoor de missie-
arbeid zeker niet bevorderd. De huidige Euro-
peesche beschaving, welke zonder de leer des
Christendoms geheel onbestaanbaar is, zal voor
de Islamieten en aanbidders van Buddha in een
eigenaardig licht verschijnen en de missies nog
meer moeilijkheden berokkenen.
Heldhaftige Kloosterling. De Duitsche
Franciscaner Bern. Ritzerfeld uit Düsseldorf
stierf in Frankrijk den heldendood, nadat hij
enkele dagen tevoren het IJzeren Kruis voor
zijn dapper gedrag had gekregen.
Frans Brandts
De „Köln. Volksztg." meldt den dood
van den bekenden afbrik^nt Franz
Brandts, den oorsten voorzitter van den
Volksverein für das Katholische Deutsoh-
land en voorzitter van den Verband für
soziale Kultur und Wohlfartspflege.
Brandts werd den 12en Nov. 1834 te
München-Gladbach geboren; hij werd dus
80 jaren oud. „Zijn leven", aldus do
„Köln. Volksztg.", „was rijk en van een
rustelooze activiteit; actief was hij nog tot
op de allerlaatste dagen, ondanks ziekte
en zwakheid." „In onze herinnering",
zoo zegt het genoemde blad op een andere
plaats, „en in de geschiedenis van de
laatste vijftig jaren zal hij voortleven als
de invloedrijkste sociaal-actieve indus
trieel, als de baanbreker, stichter en tij
dens een menschenleeftijd lang de leider
van den Volksverein."
Op de verschillende Duitsche Katholie
kendagen trad Franz Brandts als rede
naar op; steeds was hij dan ook de ziel
van de jaarvergaderingen van den Volks
verein tijdens de Katholiekendagen ge-<
houden. Keizer "Wilhelm verleende hem
de Wilhelm-orde; Paus Leo XIII het com
mandeurschap in de orde van den H.
Gregasius den Grootë*
Nederland en de Schelde.
Men seint aan de „N. Rotterd." uit Parijs:
De Temps bevat een artikel getiteld „Ant
werpen en de Schelde", waarin het blad zegt:
„De vraag dringt zich op, of de verplich
tingen die voor Nederland voortvloeien uit
de noodzakelijkheid om zijn onzijdigheid te
handhaven, het eventueel zouden voorschrijven
zich te verzetten tegen het vervoer langs de
Schelde van hulp voor Antwerpen in verschil
lende vormen.
De Temps haalt dan de stelling, die in
België is verdedigd door prof. Ernest Nys en
die voorkomt in het werk van baron Guillaume,
getiteld „De Schelde sedert 1830 aan en trekt
er de volgende slotsom uit:
Naar het schijnt zal Nederland de mogend
heden die de onzijdigheid van België hebben
gewaarborgd, niet belemmeren in de uitoefe
ning van de plichten, uit deze waarborgen
voortvloeiend, plichten die Nederland in be
ginsel heeft erkend door mede-onderteekening
van het verdrag van 1839."
De Temps besluit: „Wij stellen volkomen
vertrouwen in de officieele verklaringen van
onzijdigheid van Nederland en betwisten niet
dat de positie van Nederland delicaat is.
Daarom hebben wij de overtuiging uitge
sproken, dat indien de kwestie der Schelde
op het tapijt komt naar aanleiding van de
verdediging van Antwerpen, Nederland ze zal
hebben op te lossen met alle loyauteit en
allen eerbied voor het recht, die in de politieke
tradite van Nederland liggen.
Uit Eindhoven.
De corr. van het Hbld. te Einhoven seint:
116 Belgische soldaten zijn gisteren te Eind
hoven binnengebracht, die uit de richting
Hamont door een paar duizend Duitschers
naar onze grens waren opgedreven. Zij zijn in
Apollo's Lust ondergebracht en worden heden
ter interneering naar het Noorden gevoerd.
De Duitschers rukken verder op Neerpelt
en Achel aan, vlak aan onze grens.
Alle bewoners van die dorpen vluchten.
Belgische vluchtelingen.
Uit Esschen werd gisteren geseind:
De toestand hier wordt wanhopig. Gedreven
door niet-redeneerendc ulanenvrees bestormen
duizenden menschen de enkele treinen tus
schen Esschen en Roosendaal, niets ontziende
in hun wilde vlucht.
Het is uiterst gewenscht voortdurend extra-
treinen te laten loopen.
De beambten te Roosendaal werken met
grooten opofferenden ijver, maar meer mate
rieel is dringend noodig.
Men seint uit Vlissingen:
Gisteren kwamen hier weer stampvolle
booten vluchtelingen aan. Velen gingen door
naar Engeland, doch honderden werden weder
op Walcheren ondergebracht.
Ook passeerden booten di.e .'t van Antwerpen
naar Engeland.
Koninklijk,, Nationaal Steuncomité.
Het Koninklijk Nationaal Steuncomité heeft
totaal aan bijdragen en toezeggingen ontvangen,
f 522.966.80.
Wat de mobilisatie kost.
Ter naoviJüne van het ^bericht over het
9Sn l>XT millioen gulden, waardoor, bij aan
neming, het buitengewoon krediet tot 100
millioen zal rijzen het volgende:
In de Memorie van Toelichting deelt de
Minister van Oorlog o.a. mede, dat de som,
die ter bestrijding van do uitgaven over
Augustus, September en October ter be
schikking van de korpsen en onderdeelen van
het op oorlogsvoet gebrachte leger moest
worden gesteld, in rond cijfer f 2S.500.000
beliep, waarvan een niet onbelangrijk gedeelte
voor uitgaven in ééns, zooals voor het in
staat van vardediging brengen van stellingen
en liniën en afzonderlijke forten en het doen
van noodzakelijke aanschaffingen van allerlei
aard. De betalingen, die rechtstreeks-door de
korpsen geschieden en in gewone tijden in
den regel nog geen anderhalf millioen per
maand beloopen, zullen voor den verderen
duur der mobilisatie allicht 7 a 8 millioen
's maands bedragen.
De paardenvordering, die grootendeels in
de eerste dagèn der mobilisatie heeft plaats
gehad, eischt een uitgaaf, die op f7.000.000
kan worden gesteld, behalve de nog aan die
vordering verbonden kosten van reis- en ver
blijfkosten en vacantiegelden voor de vorde
ringscommissarissen en taxateurs, enz.
Het bedrag van de vergoedingen ten behoeve
van de gezinnen van militie- en landweer-
plichtigen uit te betalen, zal weinig minder
dan f3.000.000 per maand beloopen. Aan de
oproeping zelve waren bovendien belangrijke
uitgaven verbonden, inzonderheid wegens de
telegraphische oproeping en reiskosten van
in het buitenland vertoevende dienstplichtigen.
De Minister wijst dan nog op de uitgaven
voor aanvulling van den voorraad kleeding
en uitrustingsstukken, aanschaffing van levens
middelen, enz.
Uitgaande van de veronderstelling, dat de
aanvankelijk toegestane som voldoende zal
zijn tot dekking van de uitgaven over het
tijdvak van he; begin der mobilisatie tot het
einde van September en dat in den loop van
dit jaar nog niet tot demobilisatie zal kunnen
worden overgegaan, wordt daarom bij dit
wetsontwerp andermaal een buitengewoon
crediet van vijftig millioen gulden aangevraagd.
In hoeverre het mogelijk zal blijken, hieruit
ook de schadevergoedingen te betalen, die
zullen moeten worden uitgekeerd ingevolge
de Onteigeningswet, de wet op den staat van
oorlog en van beleg,.de militaire Inundatie-
wet en de z.g. Kringenwet van 21 Dec. 1853,
valt nog niet te zeggen: het beloop dier ver
goedingen kan triuwens nu nog niet geraamd
worden, ook omdat de werkzaamheden, die
aanleiding geven tot de schadevergoedingen,
nog voortduren.
Tegenover enkele van de hiervoren vermelde
uitgaven zullen, zij het dan ook tot een lager
bedrag, buitengewone ontvangsten kunnen
worden gesteld. Zoo zullen, tenzij onverhoopt
de oorlogstoestand mocht intreden, de gevor
derde paarden grootendeels. weder kunnen
worden verkocht hetzij aan de vorige eigenaars,
hetzij aan derden, en zal ook een deel van de
opgelegde verplegingsmiddelen voor zooveel
zij niet in Rijksinrichtingen verbruikt kunnen
worden, ten verkoop worden bestemd.
Graan.
Het gisterochtend om kwart over zes van
Philadelphia in den Nieuwen Waterweg aan
gekomen stoomschip Soestdijk, van de Hol
landAmerika-lijn, heeft 6000 ton graan aan
boord voor rekening van de Nederlandsche
regeering.
Dit graan zal voor de helft met handarbeid
en voor de andere helft met elevators worden
gelost
Rechten van hypotheekhouders.
De minister van oorlog heeft bepaald, ter
voorkoming, dat de rechten van schuldeischers,
wier vorderingen door hypotheek of scheeps-
verband gedekt zijn, benadeeld worden door:
onteigening krachtens de Onteigeningswet,
opruiming krachtens de Kringenwet, in-eigen-
dom-neming krachtens de Inkwartieringswet,
onbruikbaarmaking of vernietiging van eigen
dom krachtens de Inundatiewet, en opruiming
krachtens de Wét op den Staat van oorlog
en van beleg, dat geen rechtstreeksche uitbe
taling van schadevergoedingen of van voor
schotten daarop aan eigenaars zal plaats hebben
dan nadat zij hebben aangetoond, dat hun
eigendom onbezwaard is. Kan dit bewijs niet
geleverd worden, dan dient het bedrag der
schadevergoeding te worden geconsigneerd.
Het voorgaande geldt niet voor vergoedingen
wegens ingebruikneming van eigendommen.
Verboden van uitvoer.
Het St.bl. no. 473 bevat het Kon. besluit
van 6 dezer, houdende verbod van uitvoer
van manskleedingstukkenwollen borstrokken,
wollen truien, wollen sokken en wollen hand
schoenen.
Het St.bl. 110. 474 bevat het Kon. besluit
van 6 dezer, houdende verbod 'van uitvoer
van prikkeldraad, ledige zakken, ruwe jute,
jute doek, jute garens en linnen garens.
Militaire bakkerijen.
De Algemeene Nederlandsche Bond van
Arbeiders(sters) in het Bakkers-, Chocolade
en Suikerbewerkingsbedrijf, heeft zich tot den
minister van oorlog gewend met het volgende
verzoek, dat voor de productie in de
militaire bakker ij en slechts die bakkers
worden gebezigd, die reeds vóór de mobilisatie
daarvoor aangewezen waren en nu uitsluitend
worden aangevuld met burger-bakkersdat in
burgerbakkerijen of fabrieken geen militairen
meer aan de productie deelnemen;'dat in de
plaatsen, waar tot nog toe slechts in enkele
bakkerijen het brood voor de militairen wordt
gebakken, dit aantal bakgelegenheden wordt
uitgebreid, waardoor meer regel in de productie
wordt gebracht, hetwelk tevens zal voorkomen
dat. naast werkloosheid van den één, een onge
hoord lange arbeidsdag van den ander staat
en ook 7 dagen en nacht en per week worden
gewerkt.
Van de Bloembollen.
Wij hebben gewezen op het gevaar in deze
tijden voor onze suikercultuur, wanneer niet
met de uiterste zorgvuldigheid gewaakt wordt
tegen het verhandelen van Duitsche zendingen
op Engeland, daar het Britsche gouvernement
aan onzen zeehandel zeer gevoelige belemme
ringen in den weg legt. Vandaag komt het
bericht, dat voor ladingen uit Amerika naar
Nederland zal worden gevorderd, dat zij aan
de" Nederlandsche Regeering zijn geconsig
neerd; wat zeggen wil, dat ons gouvernement
dan voor de bestemming der goederen aan
sprakelijk is en te zorgen heeft, dat ze 'niet
over de Duitsche grenzen trekken. Dit is een
gevolg der consequente toepassing van het
Engelsche oorlogssysteem, tot welks uitvoering
wij willens of willens worden verplicht, maar
die de Regeering langzamerhand liet heft in
handen geeft over ons geheele bedrijfsleven.
Wij laten nu in het midden, in hoever het
algemeen belang hiermede gediend is; voors
hands zit er niets anders op dan dat wij ons
er in schikken en de gevolgen dragen van de
gebrekkige organisatie en de egoïstische con
currentie in de verschillende takken van
bedrijf.
Thans willen wij eens doen uitkomen, .hoe
"gcuicK aan- sonttarrcrert en noe~oftuerTinge
naijver een andere bron van inkomsten dreigen
te zullen verstoppen, n.l. het bloembollenvak.
Men weet reeds, dat dit bedrijf door den
oorlog zeer heeft geleden. Het ongezonde
credietstelsel in dat luxe-vak wreekt zich nu
wel allerverschrikkelijkst. Voor een groot deel
zijn de leveranties van 1913 nog niet betaald
en is daarop, zooals gebruikelijk, hetnoodige
voorschot opgenomen. Ook op den oogst van
1914 is reeds door de banken geld verstrekt,
maar van de gekweekte bollen is natuurlijk
zeer weinig verzondenwij vernamen boven
dien, dat er heel wat partijen naar het buiten
land zijn gegaan op goed geluk, of ze ooit
ter bestemder plaatse, zullen komen en of
er ooit wel één cent voor betaald zal worden.
Tal van kleine kweekers zitten daardoor totaal
aan den grond en zelfs menigen grooten
ondernemer is het water reeds aan de lippen
gestegen, ook omdat niemand zeggen kan, of
er van de bollen, die men nu heeft uitgezet,
in 1915 wel een voldoende hoeveelheid zal
worden verkocht, zoodat het uit te betalen
loon weer terugkomt; velen zijn van meening,
dat het voordeeliger is, de bollen te gebruiken
om er slooten of greppels mee te dempen.
Er heeft zich nu, zooals men weet, een
Bloembollensyndicaat gevormd, dat aan de
Regeering steun verzocht in den vorm van
een leening, daar het crediet bij de banken
uitgeput is en velen dezer reeds ver overliet
schreefje zijn gegaan. Minister Treub heeft
daarvoor eenige voorwaarden gesteld, die het
syndicaat niet kan vervullen, daar één daar
van niet voor nakoming vatbaar was. De
Minister eischte n. 1. voor het verschaffen van
10 millioen, die noodig worden geacht., een
behoorlijke garantie van de zijde der belang
hebbenden voor de terugbetaling van hoofd
som en rente. Hij wilde aanvankelijk, dat
alle exporteurs en kweekers lid zouden zijn
van 't syndicaat en dat allen zich tot een
voor ieder te bepalen bedrag, in verband met
hun belang bij de bloembollenkweekerij en
denbloembollenhandel, hoofdelijk aanspra
kelijk zouden stellen voor de rentebetaling
en aflossing der geleende gelden.
Toen het syndicaat hiertegen bezwaar
maakte, maar in het vooruitzicht stelde, dat
het aanvankelijk benoodigde bedrag zou kun
nen verminderd worden, omdat van de ver
zending in Augustus nog meer was terecht
gekomen, dan men aanvankelijk had durven
hopen, bond de Minister wat in, maar bleef
toch in beginsel vasthouden aan de nood
zakelijkheid van hoofdelijlcen waarborg. Alleen
stond hij toe, dat, zoo dan niet al 1 e, dan
toch te zijner beoordeeling een voldoend
aantal kapitaalkrachtige kweekers borg zou
den blijven voor de betaling van rente en
aflossing van het voorgeschoten staatskapitaal.
Maai- ook hierop is al zeer weinig kans. De
eiscb komt hierop neer, dat de groote kwee
kers en handelaars borg zullen spreken voor
de kleine en financieel zwak-staande vakge-
nooten en daar hebben ze geen belang bij
en zijn, wellicht terecht, bevreesd, dat zij hun
eigen positie zullen verzwakken.
Gaan dan de kleinen te gronde, moeten ze
hun eigen of gepachte velden verlaten en het
getal thans reeds overtollige arbeiders ver-
grooten, dan krijgt men in dat vak hetzelfde
als op de geldmarkt en worden de bedryfs-
zaken meer en meer geconcentreerd in han
den van enkelen. Men kan noch behoeft
hierbij nog niet te spreken van een ten
gronde gaan van het bedrijf, dat ook op die
wijze, zij het ook na eenige jaren, weer kan
opfleuren, maar uit een algemeen sociaal
oogpunt beschouwd is het verminderen van
kleine, zelfstandige werkers altijd te betreuren.
Zoo staat men nu voor de sociale vraag
a 30 cent per regel.
DENKT OM
MEUBELMAGAZIJN
in de duinstreek tusschen Alkmaar en Leiden.
Zullen de grondeigenaars daarbij geen belang
hebben? En zullen er geen anderen, die met
het bedrijf in betrekking staan, tot steun en
waarborg bereid zijn? Wij behoeven niet te
zeggen, dat duizenden in Kennemerland met
spanning de toekomst tegemoet zien en af
wachten of en wat er uit de gebrekkige
organisatie van het bollenbedi'ijf groeien zal
en hoevelen er in den val der kleine kwee
kers en handelaars zullen worden medgcsleurd.
„Tijd."
Rapporteurs Tweede Kamer.
De afdeelingen dar Tweede Kamer heb
ben benoemd tot rapporteurs: over de
wetsontwerpen tot wijziging van de wet
tot regeling van dienst en het gebruik
der spoorwegen en tot wijziging van de
veiligheidswet, de heeren Beumer, Drion,
Van de Velde, Jannink en Albarda; over
het wetsontwerp tot nadere regeling van
het eedsvraagstuk, de heeren Rutgers, de
Visser, Van Wijnbergen, Rink en Ger
hard; en over het wetsontwerp tot ver
hooging der Oorlogsbegiooting voor 1914
(buitengewoon crediet), de heeren Bichon
van IJsselmonde, Troelstra, Juten, Eland
en Nierstrasz.
Ons Geïllustreerd Zondagsblad.
In het Geïllustreerd Zondagsblad, dat
deze week alweer een geheele reeks van
prachtige foto's over den oorlog en de
oorlogsellende bevat, begint Zaterdag a.s.
een nieuwe vervolgroman onder den titel:
Een hardnekkige vervolgi n'g.
De zeer spannende avonturen van den
hoofdpersoon van dit boeiende verhaal
zullen ongetwijfeld onze lezers telkens
weer doen grijpen naar het volgende num
mer, en het aan den dag komen der on
schuld van den aanvankelijk verdachte
vormt een ontknooping, die het lezen in
derdaad dubbel waard is.
"Verordening op de' winkelsluiting.
In den Amsterdamschen Raad kwam giste
ren aan de orde het voorstel van de Com-
missie voor de Strafverordeningen, dd. 11 1
Juni 1914, tot herziening van de Veror- i
dening op de Winkelsluiting met het
voorstel van de raadsleden Vliegen en Smit
om de verordening ongewijzigd te handhaveu
en het voorstel van de raadsleden Ter Haar,
Zwart, Sutorius en Ruys, dd. 21 Juli 1913, -
om de Verordening op de Winkelsluiting in 1
te trekken.
De beraadslagingen werden tot een volgende
vergadering: uitgesteld.
Gemeentelijke Arbeidsbeurs, i
Stads timmerwerf. Telefoon no. 127.
Geopend van 912 uren des morgens I
en van 25 uren des middags.
Aanvragen van werkzoekenden.
5 klerken, 2 klerken (vrouwelijke), 2 rei
zigers, 40 timmerlieden, 14metselaars, 3 voegers.
4 behangers, 16 schilders, 18 meubelmakers, i
5 stokers, 1 bakker, 14 smeden, 2 blikslagers, 1
4 loodgieters, 20 typografen, 7 kleermakers, 1
11 sigarenmakers,2schippers,2motor-schippers i
4 bloemisten, 4 warmoeziers, 12 grondwerkers,
15 loopknechts, 20 jongens (allerlei), 3 rijwiel
reparateurs, 1 mach. monteur, 1 typogr. mach,
zetter. 10 voorslaanders, 1 babbelaarskoker,
110 losse werklieden, 150 mannen allerlei
3 waschvrouwen, 33 naaisters, 26 werksters
23 dienstboden, 1 winkeljuffrouw, 4 strijksters
164 vrouwen allerlei.
Het invoeren van Wittebrood. Als ge vol?
van de Zaterdagavond in de Leidsche bak-
kerspatroons-vereeniging aangenomen en tei 1
kennis van den Burgemeester van Leiden I
gebrachte motie, heeft deze zich in verbinding
gesteld met de Burgemeesters der omliggende 1
dorpen.
Als gevolg daarvan hebben de Burgemces
ters van Oegstgeest, Zoeterwoude, Rijnsburg j
Valkenburg en Alkemade, het verlcoopen
afleveren en invoeren van Wittebrood en
Tarwebrood, met meer dan 20 pCt. bloem 1
verboden. Van den Burgemeester van Leider
dorp is toezegging verkregen, dat met ingang 1
van 9 October eenzelfde maatregel zal worden
toegepast. Van de Burgemeesters van de
andere dorpen was nog geen antwoord inge- 1
komen, doch er is geen reden om te twijfelen
of ook in die gemeenten zal men tot het ge
wenschte resultaat komen.
Maatschappij van Nederlandscho Letter-
kimde. Tot Voorzitter van de Maatschappij y
van Nederlandsche Letterkunde, ter vervulling
van de plaats opengevallen door de periodiekf
aftreding van Dr. G. J. Boekenoogen, is be
noemd Dr. J. F. M. Sterck, Schoolopzienei j
te Haarlem.
Octrooirnad. Met ingang van 29 Sepi j
zijn voor den tijd van vijf jaren benoemd tol
litengewone leden van den Octrooiraad dr
1'. Kuenen en dr. W. P. Jorissen resp
In logleeraar en lector van de Rijks-universi teil 1
al hiei
Statuten. De Staats-Crt. bevat de Statuten j
van den bond van Roomseh Katholiek!
meisjes-patronaten en meisjes-vereeniginga
in bet bisdom Haarlem, alhier gevestigd. 1
Besmettelijke ziekten. In de week var
30 Sept. tot en met 6 Oct. zijn ter kenni
gekomen van den centralen Gezondheidsrad
de volgende gevallen van besmettelijke ziekt® 1
in de provincie Zuid-IIolland. Leiden twf
gevallen van typhus, zes gevallen van rood
vonk. Boskoop zes gevallen van roodvonk
Hillegom twee gevallen van diphtheritus
Katwijk een geval van diphtheritis. Leider
dorp een geval van diphtheritis. Oegstgees
een geval van roodvonk. Warmond twee g»
vallen van diphtheritis. Zwammerdam
geval van typhus.