bonenland.
r^rüisM. m smptofc j&fmuw
Een poos nadat 49 onderzeeërs weer ver
dwenen waren, stoomde met groote snel
heid uit de Eemsmonding een Duitsche
kruiser naar de plaats des onheils, die
booten uitzette, en verscheidene op en aan
wrakstukken ronddrijvende schipbreukelin
gen oppikte. Later stoomde de kruiser
terug naar den Eemsmond; gistermiddag
voeren echter nog verscheidene torpedo
booten rond op de bewuste plaats.
Verongelukte Engelschen. De namen
der verongelukten van de drie Engelsche
kruisers, Aboukir, Hogue en Cressy, zijn
thans gepubliceerd in de Engelsche bla
den; het zijn er in 't geheel 1472, van wie
60 officieren.
De Japanners bezetten een der Marshall
eilanden. Een Japansche afdeeling heeft
het eiland Jaluit, den zetel van het Duit-
sbhe bestuur op de Marshall-eilanden, be
zet. De Duitschers hebben geen tegenstand
geboden.
De Engelsche schepen, die in de haven
werden vastgehouden, zijn vrijgelaten.
Het departement van marine verklaart
dat de bezetting, door militaire noodzaak
geboden, niet blijvend zal zijn.
De Marshall-eilanden liggen in den groo-
ten Oceaan ,ten oosten van de Carolinen.
Tegen de woorden! Te Hamburg is
een vereeniging opgericht ter bestrijding
van het gebruik van Engelsche woorden
in Duitschland. Zij zendt gratis adviezen
aan de Pers. Gentleman, Shampoing enz.
moeten uit redactioneel gedeelte en adver
tenties verdwijnen.
Albert de Mun f.
Het Katholieke Frankrijk heeft verloren
een zijner edelste zonen, een zijner krach
tigste verdedigers, den katholieken afge
vaardigde graaf Albert de Mun.
Graaf Albert de Mun werd geboren in
1841, was tot 1875 officier in het Fransche
leger, en werd het' daarop volgende jaar
tol afgevaardigde gekozen.
"Wat "hij voor de belangen van het Katho
lieke Frankrijk heeft gestreden, geleden en
Graaf Albert de Mun was Katholiek in
zijn openbaar en in zijn intiem leven: een
katholiek van-de-daad!
Zwaar is het verlies, dat Frankrijk door
den dood van dezen man treft.
In zijn Brieven aan Waldeck-Rousseau,
in Les congrégations religieuses devant la
Chambre en in Contre la séparation vindt
men De Mun's staatkundige opvattingen
uiteengezet. De beide laatste werken bevat
ten redevoeringen, waarmede hij de wetten
tot scheiding van kerk en staat op onna
volgbaar welsprekende wijze heldhaftig be
streden heeft.
Mederlaïid cn de Oorlog.
Toelage aan de militaire gedurende
de mobilisatie,
in verband niet de zeer aanzienlijke geldelijke
offers, welke onder de. tegenwoordige omstan
digheden van de schatkist worden gevorderd,
de uitgaven tot het strikt noodige moeten
worden beperkt, heeft ter kennis van de land
macht gebracht, dat het bepaalde sub. 2o. b.
van de beschikking van 1 Augustus 1914 wordt
vervangen door een andere nopens dagelijksche
toelagen gedurende de mobilisatie, met dien
verstande, dat, wanneer onverhoopt ons land
in den huidigen oorlog mocht worden betrok
ken, liet eerstbepaalae weder in werking
treedt, van en met den dag, waarop den oor
logstoestand intreedt.
Bepaald is, dat le rekenen van en met den
len October tot en met den dag, waarop de
mobilisatie-toestand voor het betrokken onder
deel zal eindigen, de volgende dagelijksche
toelagen zullen worden toegekend.
Bij nachtverblijf in de woonplaats:
opperofficieren, hoofofficieren en subalterne-
officieren flonderofficieren boven den rang
van sergeant-majoor (opperwachtmeester) f0.75;
idem bij inkwartiering met voeding f 0.40; kor
poraals en minderen fO.10.
Bij nachtverblijf buiten de woonplaats:
gehuwde opperofficieren f5, id. hoofdofficie-
re ii f4, id. subalterne-offfcicren f3, iel. onder
officieren boven den rang van sergeant-majoor
(opperwachtmeester f 1.50id. id. bij inkwar
tiering met voeding f 1.15; idem overige onder
officieren f0.25, id. korporaals en minderen fO.10.
Voor ongehuwden zijn deze toelngen resp. f 4,
fS, f2.50, f125, f0,90, f0.26 en f0,10.
Officieren en onderofficieren boven den rang
van sergeant-majoor, (opperwachtmeester), die
aan de soldatenmenage wenschcn deel te
nemen betalen daarvoor de vergoeding ad
f0.35 per dag.
Overige onderofficieren, korporaals en min
deren nemen voor rijksrekening deel aan de
Boldateimienago of worden voor rijksrekening
met voeding ingekwartierd. Gehuwden in de
woonplaats verblijvende, genieten een vergoe-
ding_ wegens gemis van levensmiddelen van
f0.35, wanneer zij desgewenscht, niet aan de
soldaten menage deelnemen.
Alleenreizencle officieren en onderofficieren
boven den rang van sergeantmajobr (opper
wachtmeester), die na 12 uur 's-middags langer
dan 6 uur uit hun woonplaats afwezig zijn,
genieten de toelage voor nachtverblijf buiten
de woonplaats vastgesteld,
De overige onderofficieren en minderen, in
wier voeding (buiten hun woonplaats) niet
door deelneming aan de soldatenmenage of
door inkwartiering niet voeding kan worden
voorzien, ontvaugen boven liiui dagelijksche
toelage een vergoeding wegens gemis van
levensmiddelen van f0.75 voor een onderoffi
cier en van f0.50 voor een korporaal of min
dere.
Bij ziekte, verlof of andere redenen tot
verhindering, worden de toelagen niet langer
dan vier dagen genoten.
De militairen, behoorende tot het remonte-
depot de luchtvaartafdeeling, blijven de toelagen
behouden, vastgesteld bij de beschikking van
1 Augustus 1914, met dien verstande, dat
korporaals en minderen een toelage van f 0.20
in plaats van f 0.10 genieten en gehuwde onder-
officiereu beneden den rang van adjudant-on
derofficier, die in hun woonplaats niet aan de
soldaten-menage wensclien deel te nemen, de
vergoeding voor levensmiddelen ad f 0.35 kun
nen ontvangen.
M ij n e n.
Men schrijft d.d. gisteren uit Katwijk aan
Zee aan de „N.Crt."
De K.W. 148, Wilhelmina IV, (lie de 17
geredden heeft opgenomen van de .Nieuw-
lantt", bevond zich op 2 mijlen afstand van
dit schip, toen het op een Engelsche mijn
liep. De ontploffing was zóó hevig, dat de
visschers van den Katwijkschen logger dachten,
dat zijzelf op een mijn waren geloopen. Toen
zij echter eenigszins tot bezinning waren ge
komen, ontdekten zij wat er geschied was
met de kolenboot. Met den logger durfden
zij er niet heengaan, daarom zetten zij hun
boot uit en roeiden naar de zinkende boot.
Intusschen was de bemanning van de „Nieuw-
land" in haar eigen boot op weg naar de
„K.W. 148 gegaan. Deze nam ze op en brak
onmiddellijk de visscherij af, om de geredde
equipage naar LJmuiden te brengen, waar zij
Zondagavond aankwam.
De ontploffing van de mijn was zóó hevig,
dat de luiken van de laadruimen werden
afgerukt en in de lucht geslingerd, terwijl
ook de kolen werden weggezogen. Een for
nuis werd door het dek heen weggeslagen.
Schipper Van der Boon, van de „K.W." 148,
die nog maar 3 last haring aan boord had en
zijn reis afbrak, terwijl juist de visscherij goed
was, zou hedenmorgen weder uitgaan.
Gisteravond kwam binnen de K.W. 175
„Cornelia" van de reederij C. Ouwehand te
Katwijk aau Zee, die, terwijl zij haar vleet
van 60 netten haalde, ook een mijn ophaalde,
die op 4 M. afstand vóór den boeg sprong.
Eerst een sissen en vervolgens een zeer hevige
slag. Om bet schip niets als schuim, terwijl
de K.W. schudde en slingerde van belang.
Het water vloog boven den masttop uit. Een
twintigtal netten is zoekgeraakt De Katwijk-
scbe logger bevond zich op het door (le Engel
sche regecring verboden gedeelte der zee. Dit
was echter geen opzet, want de K.W. was al
4 weken weg, en was niet gewaarschuwd. Er
moeten nog veel meer vaartuigen op 20 mijlen
uit de Engelsche kust varen, terwijl eerst 35
a 40 mijlen volkomen veiligheid waarborgt.
De kruiser „Wodan" kan alle vaartuigen niet
waarschuwen, omdat ook dit vaartuig de mijnen
niet weet te liggen.
Sigaren en tabak voor militairen.
De commissie voor de inzameling van gelden
tot verstrekking van sigaren en tabak aan
militairen te velde en in versterkt plaatsen
heeft van I-I. M. (le Koningen-Moeder ten
tweeden mal een bijdrage van f 100 ontvangen,
ten behoeve van en als hernieuwd blijk van
belangstelling in het door de commissie be
oogde doel.
Bloembollen Syndicaat.
Naar het Haarl. Dbld. meldt, zijn (1e in
schrijvingen voor het garantiefonds voor het
aangevraagde voorschot door (le commissie
tot oprichting van het Bloembollensyndicaat
niet voldoende, om te beantwoorden aan de
eischen, door den minister gesteld.
Kosteloos vervoer van militairen.
Met intrekking eener desbetreffende vroegere
beschikking heeft de minister van oorlog
bepaald
1. om een bewijs van kosteloos vervoer voor
spoorweg, tramweg of stoomboot c. q. veer
te kunnen verkrijgen, moeten met verlof
gaande militairen beneden den rang van
officier daarvoor een verzoek richten tot hun
onmiddellijken chef, onder verklaring, dat hun
beperkte geldmiddelen hun niet toestaan zelf
(resp. telkenmale zelf) hun reis te bekostigen.
Geenerlei bewijsstukken mogen tot staving
dezer verklaring worden gevraagd.
Een bewijs van kosteloos vervoer kan worden
afgegeven
aan gezinshoofden telkenmale, dat aan
hen op grond van (le door den opperbevel-
oepanngen venox worm veneenci
aan ni et-gezinshoofd en hoogstens één
maal in de veertien dagen, wanneer hun op
grond van vorenaangehaalde bepalingen verlof
wordt verleend.
De bedoelde vervoerbewijzen kunnen voor
de heen- en terugreis uitsluitend worden ge
geven naar de woonplaats of tijdelijke verblijf
plaats van het gezin van den verlofganger of
naar het daar nabijgelegen station, dan wel
naar de plaats, waar de aanwezigheid van
den verlofganger dringend noodzakelijk is.
De aanhouding van onze
schepen. De Londensche correspon
dent van het „Hbld." seint:
Naar ik verneem heeft de Britsche re
geering thans verklaard Nederlandsche
schepen met voedingsmiddelen, ook cacao,
koffie en tropische vruchten, te zullen
doorlaten, mits het cognossement niet aan
order maar op naam van een bepaald per
soon staat.
Herlevend bedrijf. Op een
tweetal groote sigarenfabrieken te Nijme
gen is de werktijd verlengd en wordt ont
slagen personeel weder in 't werk gesteld.
Uit de Tweede Kamer.
De Tweede Kamer heeft gisteren een
wetsontwerp aangenomen, waardoor een
geheel nieuwe regeling wordt ingevoerd
voor den dienst van schepelingen bij de
marine. Daartoe waren ook twee supple-
toire begrootingsposten voorgesteld, van,
f 17.000 subsidie aan de Kweekschool te
Leiden (eigenlijk als maximum uitge
trokken) en een verhooging van f 28.500(7
voor de inrichtingen te Hellevoetsluis en te
Willemsoord.
Tot nu toe is de dienst bij de marine van
6 tot 8 jaar lang, (waarbij voor sommigen
dan nog 3 jaren bij de reserve kan komen).
Vrijwillig kan voorts de dienst worden ver
lengd door reëngagement (telkens voor niet
meer dan 5 jaren) waarop men recht heeft
en dat het voordeel meebrengt van de re-
engagementspremie. Dit stelsel heeft ver
scheidene nadeelen getoond, p.a. dit: da*
slechts betrekkelijk weinigen onderofficier
konden worden en die weinigen dan jaren
bezig moesten worden gehouden met het
op. den langen duur vervelende werk aan
boord van een modern oorlogsschip. Minis
ter Rambonnet nu heeft, ten einde dit na
deel (en andere) op te heffen, het voorstel
gedaan, (hetwelk gisteren door de Tweede
Kamer is aangenomen) de schepelingen in
twee categorieën te splitsen, waarvan de
eene zich zal blijven verbinden voor be
trekkelijk langen tijd (S jaren) ten einde
goed te kunnen worden opgeleid tot on
derofficier wat ze dan echter ook allen
kunnen worden, terwijl de andere zich
voor slechts 5 jaren zal verbinden, waar
van dan nog 6 maanden in de reserve
vallen, zoodat de actieve dienst slechts
4 1/2 jaar zal wezen. De reëngagements-
bevoegdhtid als cn recht wordt afge
schaft en ook de reëngagementspremie en
in plaats daarvan treedt iets dat eigenlijk,
wat de 'te verwachten werking belangt,
haast het tegendeel is te noemen, nl. een
„spaarpremie" die tot 600 kan stijgen en
den man bij het einde van zijn diensttijd
wordt uitgekeerd om hem makkelijker in
de burgermaatschappij te doen terugkee-
ren. Met dit laatste doel zal ook het aan-
leeren van ambachten tijdens den dienst
werden ter hand genomen.
Rapporteurs Tweede Kamer.
De afdeelingen der Tweede Kamer heb
ben benoemd tot rapporteurs over de wets
ontwerpen betreffende: bestendiging van
den staat van oorlog, toekenning van een
renteloos voorschot uit 's Rijks schatkist
ten behoeve van den aanleg en het in ex
ploitatie brengen van den spoorweg van
Roermond naar Vlodrop en tijdelijk na
dere regeling betreffende de militaire
rechtsmacht in gedeelten van het grondge
bied des Rijks, welke in staat van beleg
zijn verklaard, alsmede over het voorste)
Mendels ter voorkoming van in de huidige
buitengewone tijdsomstandigheden ge.
dwongen ontruiming van woningen, do
heeren Ankerman, Ter Spill. Van Veen,
Van Hamel en San-nes.
Algemeene NederlandsclieCentrale
Middenstands Credietbank.
Met dc Stct. no. 234 zijn verzonden de statuten
der Algemeene Nederlandsche Centrale Midden
stands Credietbank, te Amsterdam.
Het doel van de vennootschap is:
A. het verleenen van krediet aan in Neder
land gevestigde middenstandskredietbanken,
spaar- en voorschotbanken, coöperatieve mid-
(lenstandsvereenigingen en verdere midden
standsinstellingen en wel uitsluitend ten
behoeve van het bedrijfskrediet van den
middenstand;
B. het beleggen van de beschikbare gelden
en van de door aandeelhouders bij haar ge
deponeerde gelden. Van den werkkring der
vennootschap is uitdrukkelijk uitgesloten de
handel in effecten, waaronder begrepen aan
koop van effecten, ook voor tijdelijke geld
belegging.
Kredieten worden alleen verleend aan instel
lingen als bovenbedoeld, mits de instelling
aandeelhoudster der Vennootschap is, hare
statuten en huishoudelijke reglementen (indien
zoodanige reglementen bestaan), zijn goed
gekeurd door het bestuur der vennootschap
en mits het krediet wordt verleend met inacht
neming van de hierna vermelde bepalingen.
Het totaal bedrag der door de vennootschap
verleende kredieten mag niet hooger zijn dan
het tienvoud van haar geplaatst kapitaal,
vermeerderd met het tienvoud harer reserve.
Het maximum krediet dat eed instelling
kan genieten bedraagt:
a. zoo de instelling een naamlooze vennoot
schap is, het vijfvoud van het geplaatste
maatschappelijk kapitaal vermeerderd met het
vijfvoud de reserve;
b. zoo de instelling een coöperatie of andere
vereeniging met beperkte aansprakelijkheid
der leden voor de verbintenissen der ver
eeniging is, het vijfvoud van het gestorte
kapitaal vermeerderd met het vijfvoud der
reserve en met het vijfvoud van het bedrag,
waarvoor de leden jegens de vereeniging voor
haar verbinten s-en aansprakelijk zijn;
c. zoo de instelling een coöperatieve of
andere vereeniging is, met onbeperkte aan
sprakelijkheid voor de verbintenissen der
vereeniging, liet bedritg door het bestuur der
vennootschap voor elke instelling, afzonderlijk
te bepalen
d. in alle andere gevallen het bedrag van
liet kapitaal vermeerderd met dat der reserve.
In de overeenkomst van kredietverleening
jegeha 1 uc' velinboisCiicqj toc1 oiêxi ~bt?0rrag vah
20 pet. van het haar ter beschikking gestelde
krediet aansprakelijk stellen voor Verliezen
door de vennootschap te lijden, voor zoover
die niet uit de, winsten, de reserves of het
kapitaal kunnen worden bestreden. Deze aan
sprakelijkheid blijft bestaan totdat de overeen
komst van kredietverleening is beëindigd, het
eventueel nog verschuldigde ter zake van ge
noten kredieten is terugbetaald, en door den
kredietnemer is betaald zijn aandeel in de
verliezen door de vennootschap geleden in de
boekjaren, gedurende welke de overeenkomst
tot kredietverleening heeft bestaan, alsmede
in het boekjaar, volgende op dat waarin deze
overeenkomst is beëindigd, .alles voor zoover
deze verliezen niet uit de winst en de reserves
zijn gedekt. Bij liquidatie der vennootschap
worden de verliezen, voor zoover zij niet uit
het kapitaal en de reserves kunnen worden
bestreden, omgeslagen over de kredietnemers.
Iedere kredietnemer zal naar mate van het
bovenbedoelde bedrag zijner daar bedoelde
aansprakelijkheid en tot dat bedrag zoodanige
verliezen hebben op te brengen en op eerste
aanmaning hebben te voldoen, terwijl een
tekort, ontstaande door het in gebreke blijven
van een of meer kredietnemers om aan eene
vordering als hier bedoeld te voldoen zonder
dat voorafgaande uitwinning van dezen zal
kunnen worden gevorderd weder zal worden
omgeslagen over de andere kredietnemers
naar mate van hun aansprakelijkheid.
Geen statuten van bovenbedoelde instel
lingen worden goedgekeurd, tenzij daarin
voorkomen de volgende bepalingen:
1. dat wijziging noch van de statuten der
instelling, noch van die der bij haar aange
sloten kredietinstellingen kan plaats hebben
zonder goedkeuring van het bestuur der
Algemeene Nederlandsche Centrale Midden
stands Credietbank
2. dat de instelling geen kredieten zal ver
leenen dan onder voorwaarde van aansprake
lijkheid jegens de instelling tot een bedrag
van 20 pet. van het verleende krediet;
3. dat alleen bedrijfskredieten mogen wor
den verleend;
4. -dat indien de kredietnemer niet zelf
is een kredietinstelling geen kredieten zul
len worden verleend dan die gedekt zijn door
bijzondere persoonlijke of zakelijke zekerheid,
en tot geen hooger bedrag dan f 25,000 aan
een kredietnemer;
5. dat geen kredieten zullen worden ver
leend aan kredietnemers die zelf kredietinstel
lingen zijn, tenzij tot de bovengemelde maxima,
en tenzij dc statuten ten aanzien van door
haar te verleenen kredieten bepalingen inhou
den als boven genoemd.
Voor de eerste maal treden a]s commissa
rissen op de heeren dr. D. Bos en mr. P. J.
M. Aalberse, beiden lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, C. J. K. van Aalst, pre
sident van de Ned. Handel Mij., M. van Hout,
burgemeester te Helmond, dr. Ph. Kohnstamm,
hoogleeraar, te Amsterdam, J. S. Meuwsen,
winkelier, te Amsterdam, mr. F. S. van Nierop,
directeur van de Amsterdamsche Bank, D. W.
Stork, fabrikant, te Hengelo (O.) en mr. S.
de Vries, wethouder der gemeente Amsterdam.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van 6 October.
(Vervolg).
De heer Duymaer van Twist betreurt
tegen dit ontwerp als strijdig met de belan
gen van het lager marinepersoneel, te moeten
opkomen, doch betoogt, dat de verantwoor
delijkheid berust bij de Regeering.
Vooral voor de thans in dienst zijnde ma
trozen wordt door het ontwerp de toestand
slechter, en door hun vooruitzicht wordt een
voudig een streep gehaald. Uok wordt geen
waarborg gegeven voor de rechtspositie van
het lager marine-personeel als voor de officie
ren. Een nadere regeling wordt overgelaten
aan een koninklijk besluit, zoodat een vol
gende Minister het besluit weder ongedaan
zou kunnen maken.
De heer Hugenholtz meende daaren
tegen, dat de thans dienende matrozen wel
degelijk hun recht op den onderofficiersrang
behouden. Plij drong voorts aan op verbete
ring van de rechtspositie van de schepelingen.
Van bereiking van het doel van het wets
ontwerp, nl. de vloot, te herbevolken, ver
wacht spreker niets. De aard toch van de
werkzaamheden die worden opgedragen zal
er niet toe leiden veel ambitie in het dienst
nemen te verwekken.
Een aanvankelijke toeloop moge misschien
verwacht kunnen worden, maar het opnieuw
oprijzen van eene gisting zal met uitblijven.
De heer Lohman bestrijdt dat er onbil
lijkheid zou zijn begaan tegenover, den sche
peling in vergelijking met de positie der
officieren. - -
De Minister van M ar ine betoogt dat
de indiening van het wetsontwerp noodzakelijk
was en niemand in den Ministerraad oordeelde
dat er politieke hartstochten door zouden
worden opgewekt. Spoed was noodig omdat
het niet aanging van de tegenwoordige
omstandigheden gebruik te maken om de
de menschen te brengen onder een wervings
stelsel dat algemeen veroordeeld was. Practisch
kon men menschen genoeg krijgen, maar
daarom moest voorkomen worden dat het
verkeerde systeem bleef doorwerken. Spreker
verdedigde hierop nader het ontwerp en sloot
zich aan bij het betoog van den heer Lohman.
Verder deelde de Minister mede dat de op
vatting van den heer Hugenholtz dat de
tegenwoordige matrozen hun recht op promotie
tot den onderofficiersrang behouden juist is.
Zij zullen dan niet in ongunstiger positie
komen.
De heer Duymaer van Tw ist repliceert,
daarna de heer Hugenholtz.
De Minister van Marine, de heer
Rambonnet, beantwoordt nog nader de
beide sprekers.
De beraadslaging wordt hierna gesloten, en
de artikelen worden z. h. st. aangenomen.
De heer Duymaer van Twist' vraagt
stemming over het wetsontwerp.
Het wetsontwerp wordt met 46 tegen 19
stemmen aangenomen.
Tegen stemden met de soc.-dem. de heeren
v. d. Voort van Zijp, Beumer, Fleskens, Arts,
De Monté Verloren en Duymaer van Twist.
De vergadering wordt verdaagd tot Don
derdag a. s. halftwaalf.
Waterstaatsbegrooting'.
(Werkverschaffing).
Verschenen is de Memorie van Antwoord
betreffende het wetsontwerp tot aanvulling en
verhooging van de Waterstaatsbegrooting voor
1914.
De minister deelt daarin mede, dat werk
verschaffing in sommige gedeelten van Noord
brabant en Zeeland in de eerste plaats nood
zakelijk is te achten.
Behoudens onvoorziene, omstandigheden zal
de minister geen voorstellen doen tot vermin
dering, voor zooveel betreft de waterstaats
werken, van de ontwerp-begrooting voor 1915.
De loonregeling bij. werken, waarbij niet
uitsluitend vakarbeiders te werk zullen worden
wejfrrig- nvA''-
Hij heeft doen bepalen, dat indien ten be
hoeve van de uitvoering van het werk een
voldoend aantal vaklieden niet beschikbaar is
en dan een deel van het werk zal worden
uitgevoerd door personen die gewoonlijk niet
de soort 'arbeid verrichten welke hun zal wor
den opgedragen, de gebruikelijke loonbepalin-
en voor die personen niet zullen gelden,
och dat aan hen, zoolang zij werkzaam zijn,
een in overleg met de directie vast te stellen
geldelijke uitkeering, door den aannemer, of
op andere wijze zal worden gegeven.
Met deze bepaling wordt beoogd om ingeval
een voldoend aantal vakarbeiders beschikbaar
is, het werk niet, zelfs niet gedeeltelijk aan
andere werkloozen te doen opdragen. Er is
dan ook geen reden om op de gebruikelijke
bepalingen omtrent loon eenige inbreuk te
maken.
DiC zal ook niet geschieden, indien dit werk
wordt verricht door werkloozen niet bepaal
delijk vakarbeiders zijnde, doch die niettemin
de geschiktheid blijken te hebben voor de
uitvoering Van hetgeen waarvoor zij worden
aangenomen. Het is billijk, dat door den aan
nemer, in overleg met de directie aan deze
{jersonen eene uitkeering worde gegeven ge-
ijkstaande met of althans niet veel lager dan
het loon, hetwelk aan vakarbeiders wordt uit
gekeerd.
De uitkeering eventueel aan de personen,
die in mindere mate geschikt zijn voor het
uittevoeren werk, zal niet alleen in overleg
met (1e directie, maar ook met de gemeente
besturen, de arbeidsbeurzen en de plaatselijke
comité's tot werkverschaffing en ondersteu-
ning van werkloozen kunnen worden geregeld.
Er oestaat in verband hiermede geen bezwaar
tegen om deze personen niet den vollen ar
beidsdag te doen werken, waartoe zij waar
schijnlijk, behoudens een enkele uitzondering,
physiek ook niet in staat zouden zijn.
Ook de minister is van oordeel, dat, wil
men zonder de kosten van het werk te ver-
hoogen meer personen te werk stellen, het
de voorkeur verdient den dagelijkschen ar
beidstijd op een kleiner aantal uren te bepa
len, in verband waarmede het 'ïvee^loon aan
zekeren limiet is te binden. In dien zin zal
bij een te IJmuiden te verrichten zandafgra-
ving van terreinen voor havenaanleg e. a.
worden gehandeld.
Schriftelijk beantwoorde vragen.
De heer Fleskens heeft betreffende het
uitstellen van de examens voor de lagere
akten land- en tuinbouw tot de regeering
de volgende vragen gericht:
a. Is het waar, dat besloten is, dat vóór
Augustus 1915 geen gelegenheid zal worden
geboden tot het afleggen van het examen
voor de lagere akten land- den tuinbouw
b. Zoo ja, zou het an niet mogelijk zijn,
dat alsnog op dit besluit werd teruggekomen,
ten einde aan de vele personen, die zich voor
het ondenverpelijk examen hebben voorbe
reid, geen teleurstellingen te bereiden?
De minister van binnenlandsche zaken, de
heer Cort van der Linden, antwoordt:
a. dat tot dusver omtrent het tijdstip,
waarop de, met het oog op de mobilisatie
uitgestelde examens zullen worden gehouden
nog geen beslissing is genomen.
b. De mogelijkheid wordt overwogen om
de examens voor de akte tuinbouwkunde
lager onderwys af te nemen in de aanstaande
Kerstvacantie. Tijdens die vacantie ook de
examens voor ae akte landbouwkunde lager
onderwijs te doen houden, zal wegens het
groot aantal candidaten voor deze akte
ondoenlijk zijn. Daarmede zal moeten worden
gewacht tot de eerstvolgende groote vacantlo
Werden deze examens builen de vacantio r
gohouden dan zouden de examinatorenleeraren g
aan de Rijks- hoogere land-, tuin- en bosck- i
bouwschool, aan landbouwscholen, landbouw- j
winterscholen en hoogere burgerscholen ge
durende geruimen tijd aan hun schooltaar-
moeten worden onttrokken, waartegen ovek u
wegend bezwaar bestaat. B1
Uit Stad en Omgeving.
Er wordt toch wittebrood gegeten. n:
Onze. lezers weten, dat officieel is afgekon- ti
digd, dat tengevolge van de tijdsomstan- .c
digheden, te beginnen Maandag 5 Oct. d
door de bakkers te dezer stede geen witte- p
brood meer zou verkocht noch geleverd zi
worden tot nadere aankondiging. Maan- ei
dagmorgen, Dinsdagmorgen, Woensdag- tc
morgen zijn op kantoren en werkplaatsen,
in winkels, in de naai- en modeateliers c<
heele boomen opgezet over mr., prof., win- p
keiier, timmerman, juffrouw X en IJ, die D
nog maar geregeld hun sneetje witte ver- vi
orberen. Hoe dat mogelijk was. Ja d*
je moet den weg maar weten. Lelden
is nu eenmaal die gelukkige stad, li|
die dik in de dorp'en zit. Je behoeft maar
eventjes de stad in te gaan eji je ben er
al uit. Je profiteert van alles in Leiden cn
daarenboven heb je maar 1/3 belasting te
betalen. Daar wonen ook bakkers. Bakkefs g'
die wel wittebrood bakken. En nu Reeft fU
er geregeld een uittocht* plaats van Leide- le
naars naar die bakkers om toch maar een pe
wittebroodje machtig te worden. Zoo is het 'r
hedenmorgen nog gegaan tot ergernis van ki
hen, die zich moesten behelpen met een
snede tarwebrood, tot ergernis van juffrou-
wen die kamers verhuren. Student X. 1c
kreeg iederen dag wittebrood. Waarom hij,
student IJ, 't nu niet kreeg? Juffrouw zeide ói
dat zij er niets van begreep, de burgemees
ter had het toch in de courant laten zetten, Se
dat er Maandag geen wittebrood meer le re
krijgen was. Het was een schandaal, dat er i<
zoo gesmokkeld werd. De juffruwen kun- re
nen gerust zijn. Zij weten nu den weg Is
waar zij wittebrood kunnen krijgen. Als v<
ze er tenminste nog vlug bij zijn. Want '1<
de burgemeester is er achter gekomen, dat be
er raadsleden zijn, die ook wittebrood eten. to
En wederom heeft hij ten stadhuize een re
vergadering belegd en nu met den dlrec- a;
teur van den keuringsdienst, dr. J. J. v. (e.
Eek, enkele meelhandelaren, het bestuur oi
der Leidsche Bakkerspatroonsvereeniging, ;e:
de administrateur'van de coöperatie Voor- f"
uit en andere. te
Naar aanleiding van de motie van de* 1
bakkerspatroonsvergadering van Zaterdag nc
j.l. heeft de burgemeester toegezegd, dal le
hij, nu blijkt dat de Leidsche bakkers en iel
fabrieken schade ondervonden doordat vele io
Leidsche burgers zich slechts buiten Lel- ia
den hebben te begeven om witbrood te be
komen, de burgemeesters der omliggende i<-
gen, ten einde teverkrijgen, dat de maat- ll;
gemeenten tot een conferentie zal uitnoocli- ne
regel inzake het verbod van het verkoopen
en afleveren van wittebrood niet behoeft tc
strekken tot schade der Leidsche bakkers. 'n
welke zich zal belasten met de uit dee ling 5el
van meel onder de bakkers, voor zoover 2.
daartoe termen bestaan. 2
Juffrouwen, die kamers verhuren, of
heeren en dames in de kost hebben,' of he-
talende logé's te logeeren hebben, meestérs, [ei
professoren, winkeliers, kaïitoorlieeren en
-dames, arbeiders, naastertjes en modis- ln-
ten, enz. enz., wees er bij, voor het te laat
is. Gij weet nu den weg. In Den Haag zal r'
men nog 14 dagen wittebrood eten en can
verwacht men het graan van de regee- na
ring. Spoedt u dus naar Den Haag. Zoo ver
is niet eens noodig. Spnedt u buiten Lel- 1
den, koopt de ingrediënten en gaat zelf aan 2
den trog staan. 'èl
Terwijl wij onze huismoeders nog een ''c
kansje wilden geven ontvingen wij het vol- in
gende schrijven: eP
,,De burgemeester van Leiden brengt
ter kennis van de bakkers en verdere ïe'
ingezetenen, dat ter bevordering van en
een gelijkmatige toepassing van het 1011
voorschrift omtrsent het wittebrood, '0!
dit voorschrift in dien zin is aange- !e'
vuld, dat in deze gemeente geen wit
brood, in welken vorm ook, mag wor- Prc
den gebakken, verkocht, afgeleverd of
vervoerd, en dat in het bruin brood
(zoogenaamd tarwebrood) ten hoogste
20 tarwebloem mag worden ver
bakken.
In- en uitvoer van wit brood of van
bruin brood, dat meer dan 20 tarwe- t
bloem bevat, is derhalve eveneens niet e
toegelaten'e
J«
Dienst Ned.-!ndië. Bij res. van den Je
minister van Kol. is gesteld ter beschik- 5e
king van den gouverneui'-generaal Mr. N.
C. Kist alhier om te worden geplaatst bij
den bureau-dienst w.o. begrepen de dienst
ter griffie van het Hooggerechtshof en van
Europeesche of Ind. rechtbanken.
Prof. J. H. Zaaijer. Gelijk wij reeds j!oc
mededeelden is als hoogleeraar in de heel-
kunde aan de universiteit benoemd Dr.
J. H. Zaaijer. Dr. J. H. Zaaijer, oud-leerling
en 1ste assistent van prof. Korte weg, is een
zoon van wijlen den bekenden professor
Dr. F. Zaaijer ,die het hoogleeraarambt in lc
d eanatomie bekleedde. aI
Geboren den 29sten Mei 1876 alhier, ge-
noot hij zijn voor-acaclemische opleiding jan
aan het gymnasium. In 1894 'werd
hij als student aan de Leidsche universiteit
ingeschreven. In 1901 tot arts bevorderd, #e
promoveerde hij in 1903 tot doctor in de ge- n
neeskunde op een proefschrift getiteld:
over naevuscellen en naevotumoren, waar
bij hij den hoogstcn graad cum laude ver
wierf.
Achtereenvolgens werd hij na assistent
voor pathologische anatomie hij prof. van
Walsem te Leiden, voor de heelkunde hij g
prof. Lanz te Amsterdam en bij. zijn voor-
ganger, prof. Korteweg te Leiden. In 1909 4 'j-,
benoemd tot privaat docent in de chirur- 5 sl
gische urologie aan de Leidsche universi- 1
teit, aanvaardde hij dit ambt den 12den 11 si
Juni van dat jaar met een rede over: een
en ander over chirurgische urologie.
Ook in het buitenland heeft Dr. Zaaijer