I lit Stad en Oiwevinp.
Gemengd Nieuws.
niet van mij, ouden man, dat ik een voort-
dracht u geve. Alleen een strenge plicht
van dankbaarheid voert mij hier."
Want Hugo Verriest, die bij den aan
vang der vergadering, tegelijk met den
heer v. d. Geldt, den Bosschen beeld)-
houwer, tot eerelid van de Violier was
„bevestigd" („geinstalleerd" kon toch
niet gebezigd worden, niet waar, bij den
Vlaming), zeide niets anders te willen
doen dan zijn dank te spreken voor alle
hulde door Violiers hein gebracht.
Maar de pastor stelde toch zijn ge
hoor niet te leur. Immers dit dankwoord
was hem aanleiding een verklaring te
zoeken van het „waarom" dezer hulde,
die hij zeide niet verdiend te hebben, dit
„waarom" lag in zijn levenstaak... en zie,
daar sprak Hugo Verriest dan toch al-
vanzelf over Hugo Verriest, niet over
het eigen ik, maar over zijn levensarbeid
in en voor Vlaanderenland.
Heel even, terloops bleef een weinig
goedmoedige spot den noordelingen niet
gespaard, bij wie wel eens niet zoozeer
de prachtige levensworsteling dier oer-
krachtige zuiderlijke broeders, doch eer
der een zekere modegril de belangsel-
ling wekte.
Er klonk_ iets ondeugends in de wijze
waarop hij gewaagde, hoe men „den
ouden man" in hem had willen eeren.
„Dat is niet alleenlijk Roomsch, dat is
zuiver menschel ijk, volgens de regelen
der natuur, waarop God de wereld heeft
gesteld."
iMaar onmiddellijk erkende hij de die
pere beteekenis: „ik weet ook wel, dat
de eer, mij aangedaan, niet om mijn per
soon wordt gegeven maar om iets an
ders: Vlaanderen ligt in mijn naam. Gij
hebt den ouden man willen eeren omdat
hij zijn leven lang gegeven heeft aan
het herleven van het skoone Vlaamsche
volk, dat zich nu roert. Gij noemt dat de
Vlaamsche bewegink, geloof ik. Bewe-
gink... hm... het is zoo'n klein woorde-
ke. Dat prachtig opleven, opbloeien, op-
worstelen van een volksziel noemt ge
bewegink... och, maar een „beweginkje."
Verriest voelde iets pijnlijks in derie ;,,Ne-
derlandsche benaming van het epos zij
ner Vlamingen."
„Ge en weet niet wat dat zeggen wil,
gij die leeft tusschen Nederlanders,
ademt in Hollandsche lucht, denkt in
Hollandsche gedachten, u omringd "ziet
door een heel volk, dat één met u is
in wezen, en welks hooge heeren spre
ken eenzelfde tale als de minderen.
Doch bij ons.... Vlaanderen was dood.
Er was geen Vlaanderen. Ik hebbe t u
honderdmaal herhaald... ja... ja., maar
als ge 't niet zelf hebt meegemaakt,
draagt ge geen beeld in u ervan rond.
Een menschenleeftijd geleden heb ik ge
tracht mijn eigen leven te leven en Vla
mink te worden. Zijt ge dan geen Vla
mink? vraagt ge... nee nee., maar zijt
ge niet in Vlaanderen geboren? Ja....
Uit Vlaamsche ouders? .Ja... Maar
toen ik vier jaar oud was heb ik opge
houden Vlamink te zijn. Toen moest ik
leeren spreken in 't Fransch, denken in
't Fransch... En nu... een Vlamink? nee
nee, dat benne ik niet... i
l,,Wiant ik moette het eerelijk bekennen
wat in mijn kop c*n mijn hart zit is
Fransch.Ken ik geschiedenis in
Vlaamsch?... nee... En ik ken geen ge
schiedenis in 't Vlaamsch, geen meet
kunde in 't Vlaamsch. Wiel geometrie...
Zelfs onze Christelijke leering was
Fransch. Ik ben geen Vlamink, maar*.,
ik denk 't wel te worden.* I
iVerriest zij 't lachend, maar in dien
lach klonk weemoed. „Toen ik kind was
leerde ik de vogelkens kennen, en als ik
de namingen leerde, was 't mij zoo klaar
een vogelke, wel dat vliegt, evenals dat
vlugge vliegje, het vliegt met vleugel-
kens en de vogelkens die bijna vliegen
konden noemden wij „vluggen." Doch
toen ik vier jaar, Fransch moest leeren,
zeide me dat Fransch niets. Een vogel
was oiseau, een vlieg: mouche, ze vlogen
voler met vleugels: ailes.
En een vlugge was ik en weet niet
wat. Van de school ben ik naar 't „col
lege" gegaan en sedert is alles Fransch
in mij geworden. En als ik tot mijn volk
ga moet ik Fransch spreken, behalve
Godedank, als ik sta Qp mijn preekstoel
voor mijne boeren." i
Verriest heeft gepbo'gd een Vlaming
te worden, een volgroeide Vlaming, maar
volgens zijn zeggen is hij jiiet volgroeid,
als de boom in de natuur. Hiij leeft nog
steeds in de Framsche school. In die
omstandigheden zich zelf te worden, zich
zelf te Zijn, een (Flament te worden, jiiet
alleen oin zich, maar óók en vooral voor
ziijn volk, dat !was Zijn levenstaak. Zijn
volk te onderwijzen, opi te voeden^ te
leeren, „van bannen naar 'buiten", ditj
was zijn groote arbeid. *3000 studenten
heeft hij voor het leven opgeleid. Wie dat
deed, kan e^n macht ontwikkelen. En
die macht heeft Verriest ontwikkeld. Het
geheim van zijn macht?
Hij geeft dit zelf aan met zijn her
haald „wij trachten de kinderen op te
voeden van binnen |naar buiten." S-tille-
kens-aan Geen beschaving van buiten-af,,
maar van binnen~uit. De Vlaamsche aard
werd naar voren gehaald, Vlaamsch ka
rakter, Vlaamsch leven, Vlaamsch voelen^
Vlaamsch denken werd ontwikkeld.
Iedere jonkman had zijfn eigen geaard
heid" en eigen talent, dat gevonden en
ontwikkeld moest worden. „Ja... ja...„
monkelde, als in gepeins, de pastor voor
zich uit, daar zou ""ik u heel veel van
vertellen kunnen. MU" kop zit vol histo
riekens.." En dan, plots Jieel bewust, over
tuigend, (met (nadruk sprek endy Willend Idat
ieder hem 'jgeloove: „Ieder heeft zijn
goeden "kant Er is geen slecht mensch."
De moeilijkheid is slechts de goede
kern te ontbolsteren:
„Ik was bewaker op 't „college". Eén
wilde niet; deugde niet Hij moest weg.
Superior schreef naar huis, dat de knaap
weggestuurd zou worden. Moeder werd
ziek van schrik en. een zuster kwam zoo
bitterlijk schreiend vragen, of broer niet
blijven mocht tot het groot verlof." Zij
kwam bij Hugo Verriest Waarom bij
dezen
Kende zij dezen? Neen, maar... hij
had nog niets aan hem overgebriefd
daarom zocht zij hulp bij hem, daar was
misschien dan nog hulp te vinden. Des
avonds mam pastoor Verriest den knaap
afzonderlijk. q
Weet ge, dat uw zuster er geweest is
De knaap antwoordde niet
„Wieet ge, dat uw moeder ziek is?"
(Hiet koppig stilzwijgen duurde voort
„Doet ge dat niet?"
Niets roerde in hemjl
Toch bleef Verriest pogen een aanra
kingspunt in de iziel van den ,stjjfhoofd
te vinden.
„En wat zegt uw vader er van?"
De mondhoeken trilden»,.-» „Daar had
ik vast."
„Schrijft uw vader er niet over.of»
is vader.,.,» dood?" 1
En hij knikte... brak toen plotseling
Los in bitterlijk schreien.
„Vader.... en hebt ge hem (nog ge
kend)?.»," Ja, hij had hem. gekend, en;
vader was het lichtpunt in "het leven van
dien weerbarstigen knaap: „Wiat zoudt
ge vader verdriet hebben aangedaan
wat zou vader zeggen als hij nu bij u
Was'?." I 1 i I I tlTII Hl
De weg tot het hart van den knaap
was gevonden, Verriest had gewonnen,
werd de vertrouweling, de steun van het
kind. Jot het groot verlof mocht hij
blijven, paste goed opM.» ma het verlof
was hij dood. „Het kwaad van dien jon
gen was zijn ziekelijkheid."
Eenvoudig weg, kinderlijk-naief soms,
door zijn zwakke stem moeilijk vaak te
volgen, "bleef Hugo Verriest vertellen
van het opkomen van Vlaanderen, en
sprekend over Vlaanderen, sprak hij
schoon niet over zichzelf tóch over
zijne eigene beteekenis, oindat Vlaande-
rens herworden en Hugo Verriest's le
ven één zijn: „Wiat ik gedaan hebbe:
Mijn bijzonder werk is niet dit of dab
boek, is niet de 20 Vlaamsche Koppen"
„Neen, Verriest's beteekenis is zijn
geven van eigene bewustwording aan
zijn volk, dat van kindsbeen af in zijn
eigene tale moet opgevoed „van binnen
naar, buiten." i
jH'et kindeke stamelt klanken, zegt
woordekens na; begrip en woorden wor
den één geheel, de mond zet zich naar
de taal „zoto imoet de Vlamink Vla
mink worden." I I 1 I
Zijn „kop zit vol historiekens", ten
veel „historiekens" heeft hij dan ook
nog verteld, eindigend met zijn herhaald
dankwoord voor de eer hem ten deel
gevallen, al had ook de heer Ed. Brom
met nadruk verklaard, bij 't begin der
vergadering: dat het. eerelidmaatschap
Hugo Verriest aangeboden, niet een eer
was voor hem, maar voor de Violier.
STATEN-GENERAAL.
EERSTE KAMER.
■Vergadering, van Vrijdag tO f/iti
Over het in de eerste plaats in be
handeling tomende wetsontwerp, hou
dende naderende bepalingen omtrent den
accijns op den wijn, maak;t de heer Ho-
v y enk de opmerkingen, er o.a. pp wij
zende dat sedert de indiening ruim U/a
jaar geleden van dit ontwerp, dat een
einde wil maken aan knoeierijen in den
wijnhandel, de staat een schade van on
geveer f 15000 per maand, dus circa
f250.000 totaal is blijven lijden.. Men
moest met dergelijke ontwerpen dus een
beetje meer spoed maken voortaan. Ove
rigens oordeelt spreker dat de misstan
den zullen blijven bestaan, omdat de
buitenlandsche tractafen ons beletten
hoogeren accijns te heffen Van natuur
wijn, ook al bevat deze een hoogier al
coholgehalte.
iWïjzende op het bekende adres van de
wijnhandellaren Mispelblom Bvijer te Zui
len vroeg spreker den .Minister lo. of
het niet mogelijk zou zijn handelaren
in de provincie in de gelegenheid te
stellen tot het hebben voor rijksreke
ning yan een klein entrepot, b.vf voor
11O0 H.Li. eg alleen bestemd voor wijn
voor den uitvoerhandel; 2a of de r«-
geering niet ernstig zou willen over
wegen om niet alleen aangezetten wijn,
maar „ook natuurwjjn te belasten paai
evenredigheid van hert alcoholgehalten
De Min. van Financiën verdedig)
de late behandeling van het .ontwerp
met een beroep op nader oVerleg, ge
pleegd met de vereeniging van wijnhan
delaren en tengevolge waarvan nog wij
zigingen in het ontwerp moesten wor
den aangebracht
De Minister Wijst af het verzoek van
den heer Hovy om natuurwijn naar even
redigheid van het altohol gehalte te be
lasten, omdat inderdaad de buitenland
sche tractaten zich daartegen verzetrtlen.
Vooral Portugal heeft er yoor zijn wij
nen groot bezwaar tegen.
Tegen het hebben van een entrepot
voor handelaren in de provincie bestaat
natuurlijk geen bezwaar, doch dan zul
len de handelaren de tosten daarvian
zelf hebben te dragen. De staat 'kan
die tosten niet voor zijn rekening ne
men.
Het wetsontwerp Wordt aangeno
men. I
De Minister had te voren nog in zijn
repliek zich bereid verklaard te over
wegen om voor de provinciale wijnhan
delaren een a 1 g em een entrepot te ope
nen voor aHeen voor uitvoer bestemde
wijnen.
De Kamer gaat tot nadere bijeenroe-
ping uiteen.
LEIDEN, tO Juli.
C. Q. Frentzen. Te Schevenin-
gen overleed in den afgeloopen nacht
in Villa Elisabeth, den heer C. Q. Frent
zen van alhier.
De heer Frentzen was, nadat hij uit
Berlijn zich hier te lande had gevestigd,
sedert 1885 administrateur van A. Wl.
Sijthoff's Uitgevers-Maatschappij en
sinds verleden jaar mede-directeur. Hij
Was lid van de Nederl. Maatschappij v.
Letterkunde.
Vergiftiging. Er hebben zich geen
nieuwe gevallen van vergiftiging voor
gedaan. Het paardenvleesch, dat in be
slag is genomen, was van gewone kwa
liteit en er viel niets op af te keuren.
Men kan dan ook gerust aannemen, dat
er 'geen sprake is van het frauduleus
invoeren van paardenvleesch. 'tVleesch
dat verkocht is, was goedgekeurd. Een
andere vraag is, of het kookproces oor
zaak kan zijn van vergiftiging. Een
moeilijk uit te maken geval. Wiel is de
ketel in beslag genomen, waarin het
vleesch gekookt is. Maar of de kok nu
de vergiftiging op zijn geweten heeft,
ja, ziedaar een vraag, die wij voorlooi-
pig ter beantwoording overlaten aan
scheikundigen.
HAZERSWOUDE, Woensdag a.s. 10 u.
vergadert de raad dezer gemeente. On
derwerpen ter Behandeling zijn: Inge
komen stukken. Benoeming van eene on
derwijzeres. Overlegging Rekening 1913,
Aanbieding Begroeting 1915. Kohier
Schoolgeld.
DE KAAO. Omtrent de Maandagmop
£en bij Uuagsloot in de rietberm der
ringvaart gevonden fiets is gebleken, dat
een 27-jange schilder uit Haarlem, welke
zich van daar naar Roelofarendsveen naar
Zijn werk had begeven, niet op "zijn be
stemming is aangekomen. Tevergeefs is
tot Donderdagavond naar den schilder
gezocht Men zegt, dat ntt een gedeelte
der ringvaart door visschers met de
zegen zal worden afgevischt Mogelijk
is, dat de Schilder te water is geraakt
en verdronken.
NIEUWKOOP. Door B. en W. is be
noemd tot onderwijzeres in de nuttige
handwerken aan de O. L. school mej.
A. J. de Bruin, te Aarlanderveen.
Op 1 Augustus a.s. gaan de na
volgende verlofgangers over naar. Me
Landweer: C. N. Rietveld, P. O. Val-
kenet, A. Vergeer, A. Wansinck, P. Ver-
looij, J. Ahles. 1
WARMOND. Op ',1e opeipluchtmeeting
Welke door de Volksbondpropagandaunie
gehouden wordt, zuilen als sprekers op
treden Pater Borromeus de Grecve Bh
De Lobel uit Haarlem1.
Burgerlijke Stand.
TER AAR. Geboren: Z. van Verwer
en Dudink. Z. van Markwat en Huigsloot.
D. van Aalting en Struiving. D. van Kem
penaar en Donker. D. van van Tol en
Versteeg.
ZEVENHOVEN. Geboren: Z. van Koot
en Janmaat D. van Rietkerk en van Peet
BODEGRAVEN. Geboren: Helena
Pieternella d. van L. J. Kroon en M. C. Ne
lemans. Johanna d. van F. van Wensveen
en G. Muyt. Jan z. van H. van Winkel en
J. Griffieren. Cornelis Dirk z. van C. van
Gangelen en G. van Bruggen. Getrouwd:
D. Kluis 28 j. en P. T. Spijker 29 j. Over
leden: H. van Straalen wed. van D. Eike
lenboom 54 j. J. C. Boer 2 j.
Laatste (berichten.
(Gedeeltelijk gecorrigeerd.)
De Minister vfetn Oorlog (ging heden
te Haarlem,1 de demonstratie bijwonen
Van Echaanijsloefe'ningien in de openlucht
voor leerlingen der Rijkfifkweekschool
Vloor onderwijzers!.
i 1Militair Vliegongeluk.
Op het vliegterrein Gatsjina in Rus
land zijn twee militaire vliegmachines
met elkander in botsing gekomen, met
het gevolg dat de le luitenant Nagornof
en Sjensjin zijn gevallen.
Sjensnin was direct dood en Nagor
nof ernstig gewond, j
TELEGRAFISCH WEERBERICHT
naar waarnemingen verricht in den morgen van
10 Juli 1914, medegedeeld door het Kon.
Nederl. Meteorologisch Instituut te De Blldl.
Hoogste barometerstand 769.0 Aberdeen.
Laagste barometerstand 759.9 Biarritz.
Verwachting tot den avond van 11 Juli:
Zwakke wind uit Oostelijke richtingen, licht-
bewolkt, droog weer, iets warmer.
Maiktberichten.
LEIDEN, 10 Juli. Veemarkt: Aan
gevoerd 0 paarden f O-afO-, 0 Veulens
0- a f0.—, 33 stieren f 125 a f395,214 kalf-
enmelkkoeicn f 17u a t 35U, per kilo f a
43 varekoeiin f 140 a f 270, 161 velte ossen en
koeien t 19U a f 390 per kilo f 0.70 a f 0.82
97 kalveren fveite) f 45 a f120, perkilo 0.95a
f 1.10, 90 kalveren (magere) f 7.— a 19.
223 schapen (v.) f 2** a-f34** P- kilo 62 a 7" c.
320 schapen(weide) t 19** a 32**. 606 Lammen n
magere) f 13— a f 18, 0 dito vette Jarige f a f
347 varkens (magere) f 15 a f 38, per kilo
37 a 40 ct. 0 varkens (vette) f 0— a f 0—.
298 biggen f5 a f 10—. 7 hokken of gelten f2a
f 5. Ter markt aangevoerd: Runderen 451,
Kalveren 187; Schapen 543; Lammeren
Ka a 8. Aangevoerd 200 partijen. Besteed
werd voor: 1ste soort Goudsche kaasf 31.— a
1 33.50, 2e srt. f27.— a f30—; lesrt. Leldsche
f30.— ,i f32H, 2e srt. f25.- a f 29.—.
Aan de st. dwaag gewogen 0- partijen,
stuks kaas, wegende0 kg. Handel matig.
HO» >1 DDORIV Juli. Graanmarkt. Witte
tarwe le S"«irt f 8 .25, 2e soort f 7.— a
8.haver f 7.50 8.rogge f 5.50 6.—,
paardeboonen f7.— 5 7.40, dulvenboonen f0.—
A karwijza-id f 15.25 15.50. Groene
erwten fp._ a f 8.50.
katwijk aan den rijn, 9 juli. veiling
Tuinn0Uwveree jejng „Katwijk en Omstreken".
Halen aardap. Due of Y< rk f 2.45 a f0. dito
ronden f 2.10—f2.25. manden dito f 1.85—f2.10
dito kleine f 0.80—f 0.95, manden ronden
f 0—f o.—, dito kleinen f 0.00—f 0.00. Bloem-
koof f 7.50 a f 9—, dito II f 2.75 af 4.00,peen
f2.50 a f3.25 per 100 bos.
GOUDA, 9 Juli. Vee. Vette varkens met
redelijken aanvoer, handel gewoon, 21 a 24 c.
per half kilo.. Biggen voor Engeland met rede
lijken aanvoer, handel beter 19 a 20 c. per
kio, Magere biggen met goeden aanvoer, han
del traag f 1.40 a f 1.60 per week. Nuch
tere kalveren met redelijken aanvoer, handel
matig 18a 15. Fokkalveren f 16 a 34.
Kaas. le qual. f 32.- a f 34.-, 2e qual.
f 29.— a f31.—, zwaardere f34-3C.OO. Aange
voerd 191 partijen. Handel matig.
Boter. Met weinig aanvoer, prijs der goe-
f 1.40 a f 1.50 wel- f 1.20 a f 1.30. Handel vlug.
MEPPEL, 9 Juli. Boter. Aanvoer 1100kilo,
lste soort per Vi vat f 23.—, 2de soort *22.—
3de soort f 21.—. Stukken van IV* kilo f 1.85
a f 2.10.
LEEUWARDEN, 10 Juli. - Botermarkt.
Fabrieksboter f 49.— a 50**, boerenboter f 47**
Aanvoer 0/0 0/—. Noteering van de Com.
missie le kw. Fabrieksboter f 1.27 per kilo.
Noteering van de vereeniging van boter- en
kaashandelaren in Friesland, le soort fabrieks
boter t 50.— Boerenboter le kw. f
Kaas. Aanvoer 49745 Kg. Nagel- f 14 a 39.
Handel flauw.
LEEUWARDEN, 10 Juli. Vee. Ter markt zijn
heden aangevoerd: 285 stieren f 70 a 110 ossen
f —o a 201 vette koeien f 180 a 300, per
Kg. 34 a 37c.,649 melk- en kalfkoeien f180
a f 270, 15 pinken f 60 a f 110, 145 vette kal
veren f 40 a f 60, per V* kg. 40—a 43 c. 134
graskalvercn f 37 53,275 nuchtere dito f 8 a 15
415 vette schnnen f 26 a 28, 180 weide-
schapen f 16 a 20, 92 lammeren f 12 a If 18,
185 vette varkens f 37 a f 57, per half
a 22— c. 133 magere varkens f 30 a 35, 941
vette biggen f 39 a 42, idem voor de Lon-
densche markt per half kilo 18— a 19— ct. 461
kleine biggen f8— af 11, paarden f a
Totaal aangevoerd 4111 stuks vee.
Epn 'gent leinan-zw endelaar.
Voor de provinciale rechtbank te Mid-
dlcssex werd Zaterdag het krasse doop
ceel Igelicht van den welopgevoeden
zwendelaar, wiens misdadige loopbaan
die van Raffles ver in de schaduw stelt
aldus schrijft de Londensche corres
pondent van de ,Tel."
De man is 34 jaar en architect Van
beroep, (hij heet Rudof Marjoribank faaar
pleegde zijn talrijke oplichterijen onder
verdichte aanzienlijke namen, wat zijn
deftig voorkomen hem mogelijk maakte.
Hij behoort tot een voorname en welge
stelde familie, Werd op de Vermaarde
school Van Harrow opgevoed, maar ging
alras den slechten weg op. Pas 16 jaar
oud maakte hij ach reeds schuldig aan
oplichterij. Zijne ouders zonden hem
naar Canada, van Waar hij echter terug
keerde. Sindsdien kwam hij hier te lande
aanhoudend met den strafrechter in aan-
pïdnjg, Werd veroordeeld tot 5, '3V2 €p
4 jaren zware tuchthuisstraf en was nooit
langer dan een maand op Vrije voeten.
Hij nam dienst bij de Vloot, maar deser
teerde en deed hetzelfde bij het leger.
In de (gevangenis was hij de aanvoerder»
eener muiterij yan gevangenen, die door
militairen moest Worden onderdrukt. De
laatste maal (gearresteerd en onder gelei
de van een enkel politieman vervoerd,
sprong hij uit den in beweging zijndeh
trein en bleef eenige dagen zoek. De
agent, die hem uit den trein nasprong
bezeerde zich daardoor ernstig.
•Een inspecteur van politie gaf het Vol
gende verhaal van zijn misdadige avon
turen:
Hij bekende, ongeveer honderd oplich
terijen te hebben gepleegd, en daarbij
Voederen ter waarde Van f9500 te heb
ben ingepalmd. De laatste maal uit de
gevangenis ontslagen gaf een broeder
hem! geld, pmi hem in staat te stellen
naar het buitenland te Vertrekken. Hij
ging ,echter naar Brighton, verwierf daar
goederen door oplichterij en keerde Ver-
Volgens naar Londen terug. Hij nam (hier
zijn intrek in een deftig hotel bij Hyde-
park en verliet het zonder betaling.
Daarop huurde hij een dure auto, reed
naar een winkel in de Bondstreet, bestel
de er eenige goederen, liet ze naar zijn
hotel brengen, maar bqtaalde niet; ook
de huur van de auto niet.
In een hotel in Richmond gaf hij Voor
commandant Crichtin te heeten, huurde
weer pen auto, vdVdween zonder betaling.
Daarop noemde hij zich commandant
Herbert, huurde weer een auto, betaalde
daarvoor een valsche chèque leende
f4.50 Van den chauffeur en gaf hem1 een
valsche chèque er voor in ruil. Onder
den naam; van lord Reginald Herbert,
bestelde hij ergens een bouquet bloemen,
betaalde imiet een waardelooze chèque en
liet zich f24 teruggeven. Onder den
naam1 van Charles Warren kocht hij in
Oxfordstreet op dezelfde manier een
reisdeken.
Daar zijn voorraad gestolen blanco-
chèque's uitgeput raakte, bezocht hij te
Dealing een predikant, een vriend van
zijn stiefvader, en stal in diens woning
een chèque-boekje, waarmee hij zijn op
lichterijen Voortzette. Hij huurde een au
to, reed naar Slough, kocht daar een
(gouden sigarettendoos en betaalde met
een valsche chèque, op naam van sir
Fjrancis Ford. Aldus kocht hij hier in
Régentstreet een gouden armband en
onderteekende de chèque daarvoor met
den haam ftan kapitein Hillier. 1
Daarop werd hij gevat, ontvluchtte Uit
den trein, ging naar Hampton Coiyt,
huurde er een rijtuig met twee paarden
en nam een jonge dame mee. Na een
tochtje op de rivier gingen zij samen
naar een hotel. Hij vroeg haar om haar
beurs, hetgeen zij weigerde. Daarop ver
dween hij en liet haar de hotel-rekening
met de rijtuighuur incluis, betalen.
Hij bestelde ook in verschillende win
kels goederen, liet ze door knapen be
zorgen en ham hun de 'artikelen op straat
af. En als hij erg verlegen Iwas, ging hij,
quasi om1 te hUren, kamers zien en sleep
te er het een of ander in de wacht. De
meeste gestolen goederen werden echtelr
op zijn aanwijzingen teruggevonden. Het
oplichten was hem tot tweede natuur
geworden.
Thans is hij vOor langen tijd onscha-
delijk rgemlaalct. (Wegens zijn laatste Avon
turen werd hij tot drie jaar dwangarbeid
veroordeeld, plus zeven jaren preventievö
opsluiting»
Het Alphabet.
Reeds menige geleerde heeft er een
studie van gemaakt om het raadsel op
te lossen, hoe het alphabet, het eerste,
is ontstaan en tevens welken vorm de
eerste letters hadden. Maar het heeft
lang geduurd eer men daarvoer defini
tief iets kon vaststellen. Een professor
in het Grieksch aan de universiteit te
Oxford, Gilbert Murray, heeft zich ook
de moeite gegeven een uitgebreid en
degelijk onderzoek naar deze belangwek
kende zaak in te stellen en hij heèft
het reeds een heel eind op het goede
pad gebracht. Althans, zijn beweringen
klinken zeer aannemelijk en rusten niet
op lossen grondslag, zegt de Qelderl.
Het was natuurlijk bij deze studie
noodzakelijk dat de geleerde afdaalde
tot de oudste tijden der beschaving, tot
de oudste schrijfwijzen, de hieroglyph en,
het beelden schrift, de gebarentaal en
wat al meer daarvan bekend is. Maar
hoe omvangrijk zijn werk en zijn studie
ook mogen zijn geweest, de professor
heeft het niet verder gebracht, dan de
zeer waarschijnlijke afkomst te bepalen
van de eerste lettere van het alphabet,
De letter a heeft in den ouden tijd een
zeer uitgebreide toepassing gevonden.
Haar glorie gaat reeds terug tot voor de
Griekschen tijd en ze werd in verschil
lende semietische talen teruggevonden,
Waarschijnlijk is ook daar de oor
sprong van deze letter te vinden, zij is
afgeleid van een semietisch teeken dat
een os aanduidde en dat ook door een
ossenkop werd voorgesteld. De geschie
denis van de a is evenwel reeds zeer
oud en dateert zeker wel al van een
tijd van meer dan honderdtallen jaren
voor Christus. Er zijn reeds voorbeel
den van deze Ietter gevonden in de holen
van Frankrijk en Spanje, welike door óer-
menschen werden bewoond. Ook daar
werd het teeken van den ossenkop ge
vonden. Naar alle waarschijnlijkheid was
de os voor die menschen het heiligste
en belangrijkste voorwerp dat er op aar
de bestond. Het is reeds Veel vroeger
uitgemaakt, dat de oermenschen deze
dieren op zeldzame wijze vereerden en
dat hun zelfs menschenoffers werden ge
bracht. Men kan dan ook gerust zeggen,
dat de geschiedenis van deze letter met
bloed is geschreven. De letter b staat in
elk geval in verband met een teeken dat
op een behuizing en woning staat. Daar
de woningen onzer voorvaderen uit ten
ten bestonden, verkreeg dit teeken den
vorm van twee naast elkaar opgestelde
tenten. De letter c kwam voort uit een
symbool, dat op den kameel betrekking
had, terwijl de letter d oorspronkelijk
een deur moet hebben aangeduid. In
den tegenwoordigen vorm kunnen wij
van die overeenstemmingen niets meer
merken, hoewel niettemin onze en ook
Gotische letters er mede in vrij nauw
verband moeten staan. Prof. Murray
meent, dat hij uit deze letters kan aflei
den welke de levenswijze was van de
menschen door wie ze werden uitgevon
den. De os, de tent, de kameel en de
deur moeten 'in den ouden tijd heel ge
wichtige voorwerpen zijn geweest. Daar
uit gelooft hij te kunnen afleiden, dat
de menschen, die dat deden, in of nabij
een woestijn woonden, dat ze in tenten
woonden. Verder maakten ze jacht op
ossen, of wellicht hielden ze die reeds
als huisdieren, terwijl zij evenwel de
kameel als middel van vervoer gebruik-
tden. De gezamenlijke klinkers a, e, i,
o, u en ij, werden eerst later door de
Grieken samengesteld. Vroeger werden
in de plaats daarvan keelklanken en spe
ciale letterteekens aan de andere letters
aangebracht, om op een verschil in klank
te wijzen. Men kan zich een taal zónder
klinkers moeilijk voorstellen: de mede
klinkers werden daarbij met een bijzon
dere kracht door de keel uitgestooten
en zulk een taal moet wel heel bar-
baarsch hebben geklonken. Waarschijn
lijk is het verder, dat /de pienschen bij het
spreken een veelvuldig gebruik maakten
van gebaren, nog meer dan 'tegenwoor
dig het geval is.