I lit Stad en Oiwevinp. Gemengd Nieuws. niet van mij, ouden man, dat ik een voort- dracht u geve. Alleen een strenge plicht van dankbaarheid voert mij hier." Want Hugo Verriest, die bij den aan vang der vergadering, tegelijk met den heer v. d. Geldt, den Bosschen beeld)- houwer, tot eerelid van de Violier was „bevestigd" („geinstalleerd" kon toch niet gebezigd worden, niet waar, bij den Vlaming), zeide niets anders te willen doen dan zijn dank te spreken voor alle hulde door Violiers hein gebracht. Maar de pastor stelde toch zijn ge hoor niet te leur. Immers dit dankwoord was hem aanleiding een verklaring te zoeken van het „waarom" dezer hulde, die hij zeide niet verdiend te hebben, dit „waarom" lag in zijn levenstaak... en zie, daar sprak Hugo Verriest dan toch al- vanzelf over Hugo Verriest, niet over het eigen ik, maar over zijn levensarbeid in en voor Vlaanderenland. Heel even, terloops bleef een weinig goedmoedige spot den noordelingen niet gespaard, bij wie wel eens niet zoozeer de prachtige levensworsteling dier oer- krachtige zuiderlijke broeders, doch eer der een zekere modegril de belangsel- ling wekte. Er klonk_ iets ondeugends in de wijze waarop hij gewaagde, hoe men „den ouden man" in hem had willen eeren. „Dat is niet alleenlijk Roomsch, dat is zuiver menschel ijk, volgens de regelen der natuur, waarop God de wereld heeft gesteld." iMaar onmiddellijk erkende hij de die pere beteekenis: „ik weet ook wel, dat de eer, mij aangedaan, niet om mijn per soon wordt gegeven maar om iets an ders: Vlaanderen ligt in mijn naam. Gij hebt den ouden man willen eeren omdat hij zijn leven lang gegeven heeft aan het herleven van het skoone Vlaamsche volk, dat zich nu roert. Gij noemt dat de Vlaamsche bewegink, geloof ik. Bewe- gink... hm... het is zoo'n klein woorde- ke. Dat prachtig opleven, opbloeien, op- worstelen van een volksziel noemt ge bewegink... och, maar een „beweginkje." Verriest voelde iets pijnlijks in derie ;,,Ne- derlandsche benaming van het epos zij ner Vlamingen." „Ge en weet niet wat dat zeggen wil, gij die leeft tusschen Nederlanders, ademt in Hollandsche lucht, denkt in Hollandsche gedachten, u omringd "ziet door een heel volk, dat één met u is in wezen, en welks hooge heeren spre ken eenzelfde tale als de minderen. Doch bij ons.... Vlaanderen was dood. Er was geen Vlaanderen. Ik hebbe t u honderdmaal herhaald... ja... ja., maar als ge 't niet zelf hebt meegemaakt, draagt ge geen beeld in u ervan rond. Een menschenleeftijd geleden heb ik ge tracht mijn eigen leven te leven en Vla mink te worden. Zijt ge dan geen Vla mink? vraagt ge... nee nee., maar zijt ge niet in Vlaanderen geboren? Ja.... Uit Vlaamsche ouders? .Ja... Maar toen ik vier jaar oud was heb ik opge houden Vlamink te zijn. Toen moest ik leeren spreken in 't Fransch, denken in 't Fransch... En nu... een Vlamink? nee nee, dat benne ik niet... i l,,Wiant ik moette het eerelijk bekennen wat in mijn kop c*n mijn hart zit is Fransch.Ken ik geschiedenis in Vlaamsch?... nee... En ik ken geen ge schiedenis in 't Vlaamsch, geen meet kunde in 't Vlaamsch. Wiel geometrie... Zelfs onze Christelijke leering was Fransch. Ik ben geen Vlamink, maar*., ik denk 't wel te worden.* I iVerriest zij 't lachend, maar in dien lach klonk weemoed. „Toen ik kind was leerde ik de vogelkens kennen, en als ik de namingen leerde, was 't mij zoo klaar een vogelke, wel dat vliegt, evenals dat vlugge vliegje, het vliegt met vleugel- kens en de vogelkens die bijna vliegen konden noemden wij „vluggen." Doch toen ik vier jaar, Fransch moest leeren, zeide me dat Fransch niets. Een vogel was oiseau, een vlieg: mouche, ze vlogen voler met vleugels: ailes. En een vlugge was ik en weet niet wat. Van de school ben ik naar 't „col lege" gegaan en sedert is alles Fransch in mij geworden. En als ik tot mijn volk ga moet ik Fransch spreken, behalve Godedank, als ik sta Qp mijn preekstoel voor mijne boeren." i Verriest heeft gepbo'gd een Vlaming te worden, een volgroeide Vlaming, maar volgens zijn zeggen is hij jiiet volgroeid, als de boom in de natuur. Hiij leeft nog steeds in de Framsche school. In die omstandigheden zich zelf te worden, zich zelf te Zijn, een (Flament te worden, jiiet alleen oin zich, maar óók en vooral voor ziijn volk, dat !was Zijn levenstaak. Zijn volk te onderwijzen, opi te voeden^ te leeren, „van bannen naar 'buiten", ditj was zijn groote arbeid. *3000 studenten heeft hij voor het leven opgeleid. Wie dat deed, kan e^n macht ontwikkelen. En die macht heeft Verriest ontwikkeld. Het geheim van zijn macht? Hij geeft dit zelf aan met zijn her haald „wij trachten de kinderen op te voeden van binnen |naar buiten." S-tille- kens-aan Geen beschaving van buiten-af,, maar van binnen~uit. De Vlaamsche aard werd naar voren gehaald, Vlaamsch ka rakter, Vlaamsch leven, Vlaamsch voelen^ Vlaamsch denken werd ontwikkeld. Iedere jonkman had zijfn eigen geaard heid" en eigen talent, dat gevonden en ontwikkeld moest worden. „Ja... ja...„ monkelde, als in gepeins, de pastor voor zich uit, daar zou ""ik u heel veel van vertellen kunnen. MU" kop zit vol histo riekens.." En dan, plots Jieel bewust, over tuigend, (met (nadruk sprek endy Willend Idat ieder hem 'jgeloove: „Ieder heeft zijn goeden "kant Er is geen slecht mensch." De moeilijkheid is slechts de goede kern te ontbolsteren: „Ik was bewaker op 't „college". Eén wilde niet; deugde niet Hij moest weg. Superior schreef naar huis, dat de knaap weggestuurd zou worden. Moeder werd ziek van schrik en. een zuster kwam zoo bitterlijk schreiend vragen, of broer niet blijven mocht tot het groot verlof." Zij kwam bij Hugo Verriest Waarom bij dezen Kende zij dezen? Neen, maar... hij had nog niets aan hem overgebriefd daarom zocht zij hulp bij hem, daar was misschien dan nog hulp te vinden. Des avonds mam pastoor Verriest den knaap afzonderlijk. q Weet ge, dat uw zuster er geweest is De knaap antwoordde niet „Wieet ge, dat uw moeder ziek is?" (Hiet koppig stilzwijgen duurde voort „Doet ge dat niet?" Niets roerde in hemjl Toch bleef Verriest pogen een aanra kingspunt in de iziel van den ,stjjfhoofd te vinden. „En wat zegt uw vader er van?" De mondhoeken trilden»,.-» „Daar had ik vast." „Schrijft uw vader er niet over.of» is vader.,.,» dood?" 1 En hij knikte... brak toen plotseling Los in bitterlijk schreien. „Vader.... en hebt ge hem (nog ge kend)?.»," Ja, hij had hem. gekend, en; vader was het lichtpunt in "het leven van dien weerbarstigen knaap: „Wiat zoudt ge vader verdriet hebben aangedaan wat zou vader zeggen als hij nu bij u Was'?." I 1 i I I tlTII Hl De weg tot het hart van den knaap was gevonden, Verriest had gewonnen, werd de vertrouweling, de steun van het kind. Jot het groot verlof mocht hij blijven, paste goed opM.» ma het verlof was hij dood. „Het kwaad van dien jon gen was zijn ziekelijkheid." Eenvoudig weg, kinderlijk-naief soms, door zijn zwakke stem moeilijk vaak te volgen, "bleef Hugo Verriest vertellen van het opkomen van Vlaanderen, en sprekend over Vlaanderen, sprak hij schoon niet over zichzelf tóch over zijne eigene beteekenis, oindat Vlaande- rens herworden en Hugo Verriest's le ven één zijn: „Wiat ik gedaan hebbe: Mijn bijzonder werk is niet dit of dab boek, is niet de 20 Vlaamsche Koppen" „Neen, Verriest's beteekenis is zijn geven van eigene bewustwording aan zijn volk, dat van kindsbeen af in zijn eigene tale moet opgevoed „van binnen naar, buiten." i jH'et kindeke stamelt klanken, zegt woordekens na; begrip en woorden wor den één geheel, de mond zet zich naar de taal „zoto imoet de Vlamink Vla mink worden." I I 1 I Zijn „kop zit vol historiekens", ten veel „historiekens" heeft hij dan ook nog verteld, eindigend met zijn herhaald dankwoord voor de eer hem ten deel gevallen, al had ook de heer Ed. Brom met nadruk verklaard, bij 't begin der vergadering: dat het. eerelidmaatschap Hugo Verriest aangeboden, niet een eer was voor hem, maar voor de Violier. STATEN-GENERAAL. EERSTE KAMER. ■Vergadering, van Vrijdag tO f/iti Over het in de eerste plaats in be handeling tomende wetsontwerp, hou dende naderende bepalingen omtrent den accijns op den wijn, maak;t de heer Ho- v y enk de opmerkingen, er o.a. pp wij zende dat sedert de indiening ruim U/a jaar geleden van dit ontwerp, dat een einde wil maken aan knoeierijen in den wijnhandel, de staat een schade van on geveer f 15000 per maand, dus circa f250.000 totaal is blijven lijden.. Men moest met dergelijke ontwerpen dus een beetje meer spoed maken voortaan. Ove rigens oordeelt spreker dat de misstan den zullen blijven bestaan, omdat de buitenlandsche tractafen ons beletten hoogeren accijns te heffen Van natuur wijn, ook al bevat deze een hoogier al coholgehalte. iWïjzende op het bekende adres van de wijnhandellaren Mispelblom Bvijer te Zui len vroeg spreker den .Minister lo. of het niet mogelijk zou zijn handelaren in de provincie in de gelegenheid te stellen tot het hebben voor rijksreke ning yan een klein entrepot, b.vf voor 11O0 H.Li. eg alleen bestemd voor wijn voor den uitvoerhandel; 2a of de r«- geering niet ernstig zou willen over wegen om niet alleen aangezetten wijn, maar „ook natuurwjjn te belasten paai evenredigheid van hert alcoholgehalten De Min. van Financiën verdedig) de late behandeling van het .ontwerp met een beroep op nader oVerleg, ge pleegd met de vereeniging van wijnhan delaren en tengevolge waarvan nog wij zigingen in het ontwerp moesten wor den aangebracht De Minister Wijst af het verzoek van den heer Hovy om natuurwijn naar even redigheid van het altohol gehalte te be lasten, omdat inderdaad de buitenland sche tractaten zich daartegen verzetrtlen. Vooral Portugal heeft er yoor zijn wij nen groot bezwaar tegen. Tegen het hebben van een entrepot voor handelaren in de provincie bestaat natuurlijk geen bezwaar, doch dan zul len de handelaren de tosten daarvian zelf hebben te dragen. De staat 'kan die tosten niet voor zijn rekening ne men. Het wetsontwerp Wordt aangeno men. I De Minister had te voren nog in zijn repliek zich bereid verklaard te over wegen om voor de provinciale wijnhan delaren een a 1 g em een entrepot te ope nen voor aHeen voor uitvoer bestemde wijnen. De Kamer gaat tot nadere bijeenroe- ping uiteen. LEIDEN, tO Juli. C. Q. Frentzen. Te Schevenin- gen overleed in den afgeloopen nacht in Villa Elisabeth, den heer C. Q. Frent zen van alhier. De heer Frentzen was, nadat hij uit Berlijn zich hier te lande had gevestigd, sedert 1885 administrateur van A. Wl. Sijthoff's Uitgevers-Maatschappij en sinds verleden jaar mede-directeur. Hij Was lid van de Nederl. Maatschappij v. Letterkunde. Vergiftiging. Er hebben zich geen nieuwe gevallen van vergiftiging voor gedaan. Het paardenvleesch, dat in be slag is genomen, was van gewone kwa liteit en er viel niets op af te keuren. Men kan dan ook gerust aannemen, dat er 'geen sprake is van het frauduleus invoeren van paardenvleesch. 'tVleesch dat verkocht is, was goedgekeurd. Een andere vraag is, of het kookproces oor zaak kan zijn van vergiftiging. Een moeilijk uit te maken geval. Wiel is de ketel in beslag genomen, waarin het vleesch gekookt is. Maar of de kok nu de vergiftiging op zijn geweten heeft, ja, ziedaar een vraag, die wij voorlooi- pig ter beantwoording overlaten aan scheikundigen. HAZERSWOUDE, Woensdag a.s. 10 u. vergadert de raad dezer gemeente. On derwerpen ter Behandeling zijn: Inge komen stukken. Benoeming van eene on derwijzeres. Overlegging Rekening 1913, Aanbieding Begroeting 1915. Kohier Schoolgeld. DE KAAO. Omtrent de Maandagmop £en bij Uuagsloot in de rietberm der ringvaart gevonden fiets is gebleken, dat een 27-jange schilder uit Haarlem, welke zich van daar naar Roelofarendsveen naar Zijn werk had begeven, niet op "zijn be stemming is aangekomen. Tevergeefs is tot Donderdagavond naar den schilder gezocht Men zegt, dat ntt een gedeelte der ringvaart door visschers met de zegen zal worden afgevischt Mogelijk is, dat de Schilder te water is geraakt en verdronken. NIEUWKOOP. Door B. en W. is be noemd tot onderwijzeres in de nuttige handwerken aan de O. L. school mej. A. J. de Bruin, te Aarlanderveen. Op 1 Augustus a.s. gaan de na volgende verlofgangers over naar. Me Landweer: C. N. Rietveld, P. O. Val- kenet, A. Vergeer, A. Wansinck, P. Ver- looij, J. Ahles. 1 WARMOND. Op ',1e opeipluchtmeeting Welke door de Volksbondpropagandaunie gehouden wordt, zuilen als sprekers op treden Pater Borromeus de Grecve Bh De Lobel uit Haarlem1. Burgerlijke Stand. TER AAR. Geboren: Z. van Verwer en Dudink. Z. van Markwat en Huigsloot. D. van Aalting en Struiving. D. van Kem penaar en Donker. D. van van Tol en Versteeg. ZEVENHOVEN. Geboren: Z. van Koot en Janmaat D. van Rietkerk en van Peet BODEGRAVEN. Geboren: Helena Pieternella d. van L. J. Kroon en M. C. Ne lemans. Johanna d. van F. van Wensveen en G. Muyt. Jan z. van H. van Winkel en J. Griffieren. Cornelis Dirk z. van C. van Gangelen en G. van Bruggen. Getrouwd: D. Kluis 28 j. en P. T. Spijker 29 j. Over leden: H. van Straalen wed. van D. Eike lenboom 54 j. J. C. Boer 2 j. Laatste (berichten. (Gedeeltelijk gecorrigeerd.) De Minister vfetn Oorlog (ging heden te Haarlem,1 de demonstratie bijwonen Van Echaanijsloefe'ningien in de openlucht voor leerlingen der Rijkfifkweekschool Vloor onderwijzers!. i 1Militair Vliegongeluk. Op het vliegterrein Gatsjina in Rus land zijn twee militaire vliegmachines met elkander in botsing gekomen, met het gevolg dat de le luitenant Nagornof en Sjensjin zijn gevallen. Sjensnin was direct dood en Nagor nof ernstig gewond, j TELEGRAFISCH WEERBERICHT naar waarnemingen verricht in den morgen van 10 Juli 1914, medegedeeld door het Kon. Nederl. Meteorologisch Instituut te De Blldl. Hoogste barometerstand 769.0 Aberdeen. Laagste barometerstand 759.9 Biarritz. Verwachting tot den avond van 11 Juli: Zwakke wind uit Oostelijke richtingen, licht- bewolkt, droog weer, iets warmer. Maiktberichten. LEIDEN, 10 Juli. Veemarkt: Aan gevoerd 0 paarden f O-afO-, 0 Veulens 0- a f0.—, 33 stieren f 125 a f395,214 kalf- enmelkkoeicn f 17u a t 35U, per kilo f a 43 varekoeiin f 140 a f 270, 161 velte ossen en koeien t 19U a f 390 per kilo f 0.70 a f 0.82 97 kalveren fveite) f 45 a f120, perkilo 0.95a f 1.10, 90 kalveren (magere) f 7.— a 19. 223 schapen (v.) f 2** a-f34** P- kilo 62 a 7" c. 320 schapen(weide) t 19** a 32**. 606 Lammen n magere) f 13— a f 18, 0 dito vette Jarige f a f 347 varkens (magere) f 15 a f 38, per kilo 37 a 40 ct. 0 varkens (vette) f 0— a f 0—. 298 biggen f5 a f 10—. 7 hokken of gelten f2a f 5. Ter markt aangevoerd: Runderen 451, Kalveren 187; Schapen 543; Lammeren Ka a 8. Aangevoerd 200 partijen. Besteed werd voor: 1ste soort Goudsche kaasf 31.— a 1 33.50, 2e srt. f27.— a f30—; lesrt. Leldsche f30.— ,i f32H, 2e srt. f25.- a f 29.—. Aan de st. dwaag gewogen 0- partijen, stuks kaas, wegende0 kg. Handel matig. HO» >1 DDORIV Juli. Graanmarkt. Witte tarwe le S"«irt f 8 .25, 2e soort f 7.— a 8.haver f 7.50 8.rogge f 5.50 6.—, paardeboonen f7.— 5 7.40, dulvenboonen f0.— A karwijza-id f 15.25 15.50. Groene erwten fp._ a f 8.50. katwijk aan den rijn, 9 juli. veiling Tuinn0Uwveree jejng „Katwijk en Omstreken". Halen aardap. Due of Y< rk f 2.45 a f0. dito ronden f 2.10—f2.25. manden dito f 1.85—f2.10 dito kleine f 0.80—f 0.95, manden ronden f 0—f o.—, dito kleinen f 0.00—f 0.00. Bloem- koof f 7.50 a f 9—, dito II f 2.75 af 4.00,peen f2.50 a f3.25 per 100 bos. GOUDA, 9 Juli. Vee. Vette varkens met redelijken aanvoer, handel gewoon, 21 a 24 c. per half kilo.. Biggen voor Engeland met rede lijken aanvoer, handel beter 19 a 20 c. per kio, Magere biggen met goeden aanvoer, han del traag f 1.40 a f 1.60 per week. Nuch tere kalveren met redelijken aanvoer, handel matig 18a 15. Fokkalveren f 16 a 34. Kaas. le qual. f 32.- a f 34.-, 2e qual. f 29.— a f31.—, zwaardere f34-3C.OO. Aange voerd 191 partijen. Handel matig. Boter. Met weinig aanvoer, prijs der goe- f 1.40 a f 1.50 wel- f 1.20 a f 1.30. Handel vlug. MEPPEL, 9 Juli. Boter. Aanvoer 1100kilo, lste soort per Vi vat f 23.—, 2de soort *22.— 3de soort f 21.—. Stukken van IV* kilo f 1.85 a f 2.10. LEEUWARDEN, 10 Juli. - Botermarkt. Fabrieksboter f 49.— a 50**, boerenboter f 47** Aanvoer 0/0 0/—. Noteering van de Com. missie le kw. Fabrieksboter f 1.27 per kilo. Noteering van de vereeniging van boter- en kaashandelaren in Friesland, le soort fabrieks boter t 50.— Boerenboter le kw. f Kaas. Aanvoer 49745 Kg. Nagel- f 14 a 39. Handel flauw. LEEUWARDEN, 10 Juli. Vee. Ter markt zijn heden aangevoerd: 285 stieren f 70 a 110 ossen f —o a 201 vette koeien f 180 a 300, per Kg. 34 a 37c.,649 melk- en kalfkoeien f180 a f 270, 15 pinken f 60 a f 110, 145 vette kal veren f 40 a f 60, per V* kg. 40—a 43 c. 134 graskalvercn f 37 53,275 nuchtere dito f 8 a 15 415 vette schnnen f 26 a 28, 180 weide- schapen f 16 a 20, 92 lammeren f 12 a If 18, 185 vette varkens f 37 a f 57, per half a 22— c. 133 magere varkens f 30 a 35, 941 vette biggen f 39 a 42, idem voor de Lon- densche markt per half kilo 18— a 19— ct. 461 kleine biggen f8— af 11, paarden f a Totaal aangevoerd 4111 stuks vee. Epn 'gent leinan-zw endelaar. Voor de provinciale rechtbank te Mid- dlcssex werd Zaterdag het krasse doop ceel Igelicht van den welopgevoeden zwendelaar, wiens misdadige loopbaan die van Raffles ver in de schaduw stelt aldus schrijft de Londensche corres pondent van de ,Tel." De man is 34 jaar en architect Van beroep, (hij heet Rudof Marjoribank faaar pleegde zijn talrijke oplichterijen onder verdichte aanzienlijke namen, wat zijn deftig voorkomen hem mogelijk maakte. Hij behoort tot een voorname en welge stelde familie, Werd op de Vermaarde school Van Harrow opgevoed, maar ging alras den slechten weg op. Pas 16 jaar oud maakte hij ach reeds schuldig aan oplichterij. Zijne ouders zonden hem naar Canada, van Waar hij echter terug keerde. Sindsdien kwam hij hier te lande aanhoudend met den strafrechter in aan- pïdnjg, Werd veroordeeld tot 5, '3V2 €p 4 jaren zware tuchthuisstraf en was nooit langer dan een maand op Vrije voeten. Hij nam dienst bij de Vloot, maar deser teerde en deed hetzelfde bij het leger. In de (gevangenis was hij de aanvoerder» eener muiterij yan gevangenen, die door militairen moest Worden onderdrukt. De laatste maal (gearresteerd en onder gelei de van een enkel politieman vervoerd, sprong hij uit den in beweging zijndeh trein en bleef eenige dagen zoek. De agent, die hem uit den trein nasprong bezeerde zich daardoor ernstig. •Een inspecteur van politie gaf het Vol gende verhaal van zijn misdadige avon turen: Hij bekende, ongeveer honderd oplich terijen te hebben gepleegd, en daarbij Voederen ter waarde Van f9500 te heb ben ingepalmd. De laatste maal uit de gevangenis ontslagen gaf een broeder hem! geld, pmi hem in staat te stellen naar het buitenland te Vertrekken. Hij ging ,echter naar Brighton, verwierf daar goederen door oplichterij en keerde Ver- Volgens naar Londen terug. Hij nam (hier zijn intrek in een deftig hotel bij Hyde- park en verliet het zonder betaling. Daarop huurde hij een dure auto, reed naar een winkel in de Bondstreet, bestel de er eenige goederen, liet ze naar zijn hotel brengen, maar bqtaalde niet; ook de huur van de auto niet. In een hotel in Richmond gaf hij Voor commandant Crichtin te heeten, huurde weer pen auto, vdVdween zonder betaling. Daarop noemde hij zich commandant Herbert, huurde weer een auto, betaalde daarvoor een valsche chèque leende f4.50 Van den chauffeur en gaf hem1 een valsche chèque er voor in ruil. Onder den naam; van lord Reginald Herbert, bestelde hij ergens een bouquet bloemen, betaalde imiet een waardelooze chèque en liet zich f24 teruggeven. Onder den naam1 van Charles Warren kocht hij in Oxfordstreet op dezelfde manier een reisdeken. Daar zijn voorraad gestolen blanco- chèque's uitgeput raakte, bezocht hij te Dealing een predikant, een vriend van zijn stiefvader, en stal in diens woning een chèque-boekje, waarmee hij zijn op lichterijen Voortzette. Hij huurde een au to, reed naar Slough, kocht daar een (gouden sigarettendoos en betaalde met een valsche chèque, op naam van sir Fjrancis Ford. Aldus kocht hij hier in Régentstreet een gouden armband en onderteekende de chèque daarvoor met den haam ftan kapitein Hillier. 1 Daarop werd hij gevat, ontvluchtte Uit den trein, ging naar Hampton Coiyt, huurde er een rijtuig met twee paarden en nam een jonge dame mee. Na een tochtje op de rivier gingen zij samen naar een hotel. Hij vroeg haar om haar beurs, hetgeen zij weigerde. Daarop ver dween hij en liet haar de hotel-rekening met de rijtuighuur incluis, betalen. Hij bestelde ook in verschillende win kels goederen, liet ze door knapen be zorgen en ham hun de 'artikelen op straat af. En als hij erg verlegen Iwas, ging hij, quasi om1 te hUren, kamers zien en sleep te er het een of ander in de wacht. De meeste gestolen goederen werden echtelr op zijn aanwijzingen teruggevonden. Het oplichten was hem tot tweede natuur geworden. Thans is hij vOor langen tijd onscha- delijk rgemlaalct. (Wegens zijn laatste Avon turen werd hij tot drie jaar dwangarbeid veroordeeld, plus zeven jaren preventievö opsluiting» Het Alphabet. Reeds menige geleerde heeft er een studie van gemaakt om het raadsel op te lossen, hoe het alphabet, het eerste, is ontstaan en tevens welken vorm de eerste letters hadden. Maar het heeft lang geduurd eer men daarvoer defini tief iets kon vaststellen. Een professor in het Grieksch aan de universiteit te Oxford, Gilbert Murray, heeft zich ook de moeite gegeven een uitgebreid en degelijk onderzoek naar deze belangwek kende zaak in te stellen en hij heèft het reeds een heel eind op het goede pad gebracht. Althans, zijn beweringen klinken zeer aannemelijk en rusten niet op lossen grondslag, zegt de Qelderl. Het was natuurlijk bij deze studie noodzakelijk dat de geleerde afdaalde tot de oudste tijden der beschaving, tot de oudste schrijfwijzen, de hieroglyph en, het beelden schrift, de gebarentaal en wat al meer daarvan bekend is. Maar hoe omvangrijk zijn werk en zijn studie ook mogen zijn geweest, de professor heeft het niet verder gebracht, dan de zeer waarschijnlijke afkomst te bepalen van de eerste lettere van het alphabet, De letter a heeft in den ouden tijd een zeer uitgebreide toepassing gevonden. Haar glorie gaat reeds terug tot voor de Griekschen tijd en ze werd in verschil lende semietische talen teruggevonden, Waarschijnlijk is ook daar de oor sprong van deze letter te vinden, zij is afgeleid van een semietisch teeken dat een os aanduidde en dat ook door een ossenkop werd voorgesteld. De geschie denis van de a is evenwel reeds zeer oud en dateert zeker wel al van een tijd van meer dan honderdtallen jaren voor Christus. Er zijn reeds voorbeel den van deze Ietter gevonden in de holen van Frankrijk en Spanje, welike door óer- menschen werden bewoond. Ook daar werd het teeken van den ossenkop ge vonden. Naar alle waarschijnlijkheid was de os voor die menschen het heiligste en belangrijkste voorwerp dat er op aar de bestond. Het is reeds Veel vroeger uitgemaakt, dat de oermenschen deze dieren op zeldzame wijze vereerden en dat hun zelfs menschenoffers werden ge bracht. Men kan dan ook gerust zeggen, dat de geschiedenis van deze letter met bloed is geschreven. De letter b staat in elk geval in verband met een teeken dat op een behuizing en woning staat. Daar de woningen onzer voorvaderen uit ten ten bestonden, verkreeg dit teeken den vorm van twee naast elkaar opgestelde tenten. De letter c kwam voort uit een symbool, dat op den kameel betrekking had, terwijl de letter d oorspronkelijk een deur moet hebben aangeduid. In den tegenwoordigen vorm kunnen wij van die overeenstemmingen niets meer merken, hoewel niettemin onze en ook Gotische letters er mede in vrij nauw verband moeten staan. Prof. Murray meent, dat hij uit deze letters kan aflei den welke de levenswijze was van de menschen door wie ze werden uitgevon den. De os, de tent, de kameel en de deur moeten 'in den ouden tijd heel ge wichtige voorwerpen zijn geweest. Daar uit gelooft hij te kunnen afleiden, dat de menschen, die dat deden, in of nabij een woestijn woonden, dat ze in tenten woonden. Verder maakten ze jacht op ossen, of wellicht hielden ze die reeds als huisdieren, terwijl zij evenwel de kameel als middel van vervoer gebruik- tden. De gezamenlijke klinkers a, e, i, o, u en ij, werden eerst later door de Grieken samengesteld. Vroeger werden in de plaats daarvan keelklanken en spe ciale letterteekens aan de andere letters aangebracht, om op een verschil in klank te wijzen. Men kan zich een taal zónder klinkers moeilijk voorstellen: de mede klinkers werden daarbij met een bijzon dere kracht door de keel uitgestooten en zulk een taal moet wel heel bar- baarsch hebben geklonken. Waarschijn lijk is het verder, dat /de pienschen bij het spreken een veelvuldig gebruik maakten van gebaren, nog meer dan 'tegenwoor dig het geval is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 3