Uit de Pers. MAGNA. zoo au serieuz genomen te worden als bovengenoemde sprekers deden. 'tBilijkt, hoe langer zoo meer, [dat de heer Van (Wijnbergen de juiste tactiek toepiaste, toen hij op een avond te Leiden weigerde verder met dezen professor te de- batteeren. En de Maasbode merkt oL.m;. op: iHet schijnt, dat aan anti-revoliuitionairen kant de malle aanval van den heer Eerd mans bijzonder kwaad bloed heeft gezet. iHjij heeft (den anti-revolutionairen .namelijk verweten, dat zij lOods iWioord (wat zou deze ultra-vrijzinnige professor houden omtrent „Gods :Wioord"?), hadden ver waarloosd, hun licht alleen hadden ge zocht bij de menschelijke rede en thans zoover kwamen om den Zondags arbeid te ^villen regelen, ldj.wj.z. het kwaad te re gelen, Icf.i. te 'erkennen). Ofschoon we niet vermogen te begrijpen, waarom aan de zeer middelmatige praatjes van den heer Eerdmans nog Zooveel waarde werd ge hecht, nu het eenmaal' geschiedde .moet ons een enkel woord over het theologisch debat, door hem ontketend,, van het hart. iBij het aanhalen van de (Heilige Schrift, bij het noemen alleen reeds van. de na men van Nieuw- of Oud-Testament, ge droeg zich het verreweg grootste deel der linkerzijde waarlijk .ergerlijk. Gezich ten, die in ernstige plooi zouden staan, wanneer de Koran werd aangehaald of de Veda's, glunderjdien spottend, nu het ging over "het ,Boek der |B|oeken. Het re gende hoonende opimerkingen.. Daarbij had de nestor der Kamer (I), idls;. Lief- tinck, de leiding met warey onbeteeke- nende grolden. Heel Nederland moest zulk een droe vig tooneeltje eens bijwonen,. (Het wist dan eens voorali, wat het van de Christe lijkheid van het grootste deel der lin kerzijde te denken heeft. Strijdvragen, De Standaard geeft de volgende driestar „,'In ons opkomen hoorde men telkens van strijdvragen, die thans bijna geheel worden doodgezwegen. Zoo raakt Idle pjit er uit. En dat deed Idie Coalitie. Denk nu slechts aan idrie altoos 'pletil- 'liante strijdvragen van voorheen: le. de (Theologische Faculteit; ,2e. de Dood straf, en 3e. Ide gedwongen vaccinatie. Vóór deze eeuw intrad, leefden deze vraagstukken onder ons,. Ieder voelde hoe voor on Si in imeer dan één opzicht,, schier ales aan de Theologische Facujlteitsi- kwestie hing. Inzake de Doodstraf, erken de men onzerzijds steeds*, 'dat het hier een beginsel gold*, dat we niet in den steek mochten laten. En wat de Vacci natie aanging, lijverden .we steeds als één man tegen dwang. Zoo 4\varen er meer kwesties. Neem blijv. de Staatsloterij, de Opium-kwestie in Indië, de eedskwestie en zooveel moei; En wat is nu 'i gevoilg der Coalitie? Dit immers, dat onze bede inzake deze problemen geheel opzij is geschoven. Als drie saam moeten J open, zoo oordeelde |m:en, (moeten (de :twee (snellere loopiers fzich .schikken naar de imaat van wie 't minst hard loopt. 'Zelfs ging 't nu zoover, dat onder het vorig Kabinet de Staatsloterij onverholen bepleit werd en de groote kwestie van Groen werd opzij gezet |Men achtte zich naar de .Bondgenooten te (moeten schikken en wij kregen den deksel op den neus.. iNu iloopt dit o;> 'zijn eind. Komt de Evenredige Vertegen woordigingl, dan krijgt Links voor jaren gedaan en is de stembus vrij. Ook vrij kunnen dan weer met onze problemen komen. Eerst in de Kamer Zal 't dan op een accoooird' moeten gaan,. Doch dan juist kan 't accoord zoo heel anders worden gesiloten. Niet zooals nu, dat de zwakste partij allies wint, en de beide andere alles toegeven moeten.maar heeli anders, en wel zooy dat men gelijk oversteekt en over en weer elkanders pretentiën bevredigt." De Week in het Buitenland!. In de afgeloopen week heeft weder 'de (Fransche republiek haar zes-en-vijftigste •Ministerie gekregen; het vierde tevens (onder het Presidentschap van P'oincaré. Deze beide getallen doen zien, Frank rijk zeer veel ministeries aan kan. Ook het Kabinet Ribot wordt een kort leven voorspeld, daar intusschen de geimifieer- de socialisten besloten tegen de regee ring tie stemmen, waardoor de kansen van de regeering duis uiterst twijfelachtig geworden zijn,. Z|ij hebben gevolg gege ven aan dit besluit, en daarmede een •.'inde gemaakt aan het zes en vijftigste ministerie. Zie hierover het Budteiilajidscb Overzicht. Twijfelachtig is ook de houding dier 'mogendheden tegenover Albanië,. Eind'e- lllijk zijln zij1 overeen gekomen een vloot- demonstratie te houden te Durazzo, dbch geen troepen ter beschikking te stelen van den Mbret, om diens opstandige on- (derdanen tot rede te brengen; hij zal' dit alleen moeten klaar spelen. Direct een opstand is er in Ierland nog wel iniet, doch het heeft er allen schijn van, dat het op een burgeroorlog zal uitloopen. Was Redmond, de leider der lersche nationalisten, nog enkele .maanr den geleden vrij sterk gekant- tegen de beweging, om tegenover 'de vrijwilligers in filister nationalistische vrijwilligers te istellen, thans blijkt dat hij van gevoelen Veranderd is, en vindt rdiat ideze beweging van p'ractisch nut kan zijn voor de na tionalistische zaak. De lersche partij heeft dan ook haren vrienden medegedëeld, dat de vrijwilligersbeweging gesteund moest worden en dit heeft ten gevolge gehad, dat zij zich heeft uitgebreid als een prai- riebrand, zoodat binnenkort alle natio nalisten van Ierland daaraan deel zullen nemen. Er staan dus in Ierland twee Vijandige Vrijwilligerscorpsen tegenover elkander. Beider positie vat de Daily Mail aldus jsanHen. De Uilstersche vrijwilligers tel den 100.000 man, waarvan 38.000 mor derne Mausergeweren hebben, 'teirwijl de andere voorzien zijn van budere wapens,. De nationalistische vrijwilligers, naar het heet 1;20,.00,0 man, zijn op het oogen- bllik "hog grootendeels zonder moderne wapens en alleen voorzien van revolvers en oude geweren. Zij Zijn nog niet ge organiseerd en met hun oefening is eerst in den l'aatsten tijd begonnen,. De Keizer van Duitschland is een be zoek gaan brengen aan den Oostenrijk- schen troonopvolger op diens landgoed Konopischt, en dit geeft aanleiding tof meer of minder sensationeele berichten. Men wil weten, dat deze ontmoeting in vetband staat met de Middellandsche zee- lovereenko'rnjst vaz het Drievoudig Ver bond, welke Frankrijk ingeval van oor log moet beletten, de 80.000 man Afri- kaansche troepen naar het vaderland te rug te brengen. In verband daarmede .loopt het gerucht, dat in November of pecember een nieuw vliootontwerp den Rijksdag Zou bereiken, waarin sprake zou zijn van den bouw van een .nieuwen krui ser jaarlijks en versnelling van het tem po van aanbouw der oorlogsschepen. In elk gevalj, nu de politieke toestand van'Europa zoo ingewikkeld is als thansy zal keizer Wilhelm de laatste niet zijn, om zich deze gelegenheid te laten ont gaan om met den bondgenoot ide poli tieke aangelegenheden te behandelen. Dan komen, het lligt voor de hand, het Balkan-thema, en in het bijzonder Alba nië, op den voorgrond. Want op dit oogenblik is, zooals reeds zoovele jaren, dén Balkan het brandpunt van Europa, en ofschoon het in de laatste jaren daar genoeg gebrand heeft, er bestaat daar nog steeds een smeulend vuurtje, dial weinig noodig heeft om weder in lichte laaie uit te barsten,. W eekpraatj e. 't Zijn sterke beenen, die de weelde kunnen dragen, maar de weelde van het zomersch weer zal tot hiertoe niemand te dartel hebben gemaakt. Is er eigen lijk wel een afgezaagder onderwerp dan het weer? Wanneer men heelemaal niets anders weet, dan begint men over het.weer, en gewoonlijk wordt er dan op het weer gescholden. Het is een feit, dat de menschen zelden over het( weer tevreden zijn, en wanneer het mis schien een naar den zin is, zijn er da delijk twee, wien het niet past. Het is' ook merkwaardig, hoe snel de men schen het weder weer leed worden, wan neer het eenmaal zoo is geworden, als ze dit zich gewenscht hadden. Juist toen ik van de week op 'n avond tegen m ezel ven zat te jeremiaden dat het van het jaar nooit weer schijnt te worden voor een heerlijke zomer avondwandeling, viel mijn aandacht op een hoofdstuk van een der mooiste boe ken, die mij de laatste maanden in han den zijn gekomen, nl. „Het boek van de Vier bronnen", van Augustin iWjbibettl, uit het Duitsch vertaald door Anton van iWelisem, |Pr.. En dat hoofdstuk heet „Het juiste weer." Ik kan me werke lijk niet weerhouden iets van de be schouwingen, die de schrijver in dat hoofdstuk ten beste geeft, aan u voor te zetten. Ik vind ze zoo ongewoon mooi en passend juist. De schrijver zegt dan, dat de onbestendige wisseling van het weer, die met gunst en ongunst speelt, een school voor ons is, een school voor het lichaam en voor den geest, maar ook voor het karakter. En op dit laatste stramien voortbordurend, maakt hij de vo;Igende opmerkingen, die ik voor mij heel graag wensch te ont houden. Het weer, zoo zegt hij, leert ons deemoedig te zijn, wijl wij zoo klein en zoo zwak zijn, en dankbaör te wezen, wijl wij den zegen van God [ontvangen moeten, en tevreden te zijn, daar we nemen moe'tên, wat komt. Is het weer goed en vriendelijk, zoo doorlich te en doorwarm e het onze ziel m et vreugde. Maakt het een streep door on ze rekening en door onze schoonste plan1- nen, dan leere het ons zelfbeheersching, gemoedsrust en gelatenheid. Oefent het een drukke invloed op onze zenuwen en daardoor op onze gezondheid en stem ming, dan roept het ons tot den gees telijken strijd om onze energie te ster ken en heerschappij en vrijheid te ge winnen,. Dat is nu eens een leerzaam praatje over het weer, en, nu wij er de laatste dagen zoo over hebben geklaagd, up-to- aate ook. 't Zou ook up-to-date zijn den roem- ruchtigen professor Eerdmans eens in het zonnetje te zetten, nu hij deze week in de Tweede Kamer weer zoo'n flater heeft gemaakt, met zijn „theologische" „wijsheid" over den Zondagsarbeid! Maar al zet je dien professor een jaar lang in de zon, de microben van dommen haat brandt je toch niet uit zijn hoofd. „Al is de leugen nog zoo snel, de waarheid achterhaalt ze wel". De juist heid van dit oude rijmpje gevoelt de heer Eerdmans aan den lijve. Och, mocht zoo iemand toch eens. inzien ,dat alle be strijding -van de Christelijjke waarheid is versplinterd in den loofp (der eeuwen, 'en alleen de waarheid in volle schittering over de wereld is blijven schijnen. Dat zulke menschen als de heer Eerdmans toch niet langer ziende blind mochten blijven! JAN. STATEN-GENERAAL™ TWEEDE KA MEE'. Vergadering \van Vrijdag 12 Jmi. De behandeling van art. 11 wordt Voorlbopig aangehouden, omdat dit ver band' houdt met het amendement op art. 1|0, waarover straks nog moet worden gestemd'. Op artikel1 12 zijln ingediend eenige amendementen-van 'Idsinga, .bedoelende in het algemeen de macht der ambtena ren inzake het geven van „nadere! voor schriften", waaraan de stuwadoorsonder nemingen mbeten voldoen, meer te be perken. Die voorschriften will de voor steller zooveel mogelijk' zien opgenomen in een algemeenen bestuursmaatregel en hij wenscht, dat het betrokken disiridts- hoofd of een anaer door den Minister aangewezen ambtenaar slecht^ in be paalde gevallen zelfstandig voorschrif ten zal kunnen uitvaardigen. Voorts schrijVen de amendementen voor, dat de betrokken patroons tegen een naderen eisch van het districtshoofd of een an deren ambtenaar binnen twee dagen be roep kunnen instellen bij aeq voorzitter der havencommissie, of, zoo zulk ecu commissie er niet is, bij den burgemees ter, tegen wiens beslissing dan weer beroep kan worden ingesteld bijl den Minister. (Het regeerings,artikel' kent niet het beroep op de plaatselijke auto riteiten). De Minister neemt het amende ment betreffende het opnemen der voor schriften in een algemeenen bestuurs maatregel over, maar tegen het tweede heeft hij het bezwaar dat hij in een kl'eine gemeente den burgemeester niet de aangewezen persoon acht om be roep, bijl in te stellen. Indien de heer Van Idsinga dit amendement will Wijlzigen in dien zin dat het beroep worde in gesteld bij een daartoe door den Mi nister aan te wijzen persoon, die in gezetene is der gemeente, waartoe de haven behoort, zal de Minister ook dit amendement overnemen. De heer v,. I d sin g a (G-Hi.) geeft aan dien wenk gevolg, waarna het amende ment wordt overgenomen. Bjij het verdere debat worden door den Minister eenige amendementen en wijzigingen van ondergeschikten aard overgenomen, waarna op art. 19 de heer Spiekman (S.D.) een amendement ver dedigt, bedoelende zoowel den arbeiders als den weikgevers meer invloed te ver zekeren op de samenstelling van deComu missie van advies voor den havenarbeid). Daartoe wil hij de leden en plaatsMer- vangende leden der havencommissie! niet door de Kroon, in overleg met de belanghebbenden benoemd zien, maar ze direct doen kiezen door den werk gever en arbeiders zelf. De heer Nierstrasz (V„L.) verdedigt ieen umentiJelment om in de havencommissie ook op, te nemen twee onpartijdige, bui ten het stjuwadoors,bedrijf staande per sonen. De M i n i s t e r verklaarde sympathiek gestemd' te zijn voor het amendement- Spiekman. Het verdere debat over dit artikell 19 werd daarna op verzoek' van den heer Spiekman aangehouden, ten einde de Viereischte wijlzigingen te kunnen aan brengen. De heer Spiekman ($.D„) vraagt aanhouding van het artikel opdat hij de redactie van, het amendement verander^. Aan de orde is art. 19bist. Dat artikel regelt ide schrapping van een stuwadoorsonderneming van de lijst, waarop zij imoet zijn ingeschreven, en het hooger beroep en cassatie van de beslissing. Het artikel wordt aangenomen, nadat de Minister §enige door den heer Rutgers (A.R.) ingegeven wijzigingen heeft overgenomen. Men gaat dan na eenïge discussie over tot 'de stemming over het aangehouden am.endement-ISpiekman, dat wordt aange nomen met 41 tegen 39 stemmen.. 'Het amendement-Nierstrasz'is. door den voor steller ingetrokken.. Volgt de stemming over 'het aange houden amerideimient-y. d,. 'Voort vw Zijp op art. 1 (b 'Het wordt verworpen met 50 tegen 30 stemmen. Na rege'ing van werkzaamheden en de behandeling van een rapport over eenige verzoekschriften, worden de aangehouden artt. 10 en 1(1 aangenomen, iBiiJ arj. 21 'neemt de .Minister een amen dement van den beer Nierstrasz over. ;De artt. 2127 worden aangenomen. iBjij art. 28 verdedigt de heer N ie ri stras z een amendement, om tot de werkzaamheden, buiten de wet vallende, ook te brengen die, welke vereiseht wor den in dienst "Van een publiekrechtelijk lichaam. De heer 'Sm een ge (U.L.) bespreekt Tweede Blad, behoorende by De Leidsche Courant van Zaterdag 13 Juni no. 1419. KAMEROVERZICHT. TWEEDE KAMER. iDe Brxoiwerkerswet. iHet gisteren over de Bootwericerswet verhandelde is in korte woortden saam, te vattei,. Met 41 tegen 39 stemmen (inks tegen rechts imiet at.wijlking alleen van de (heeren Nierstrasz en Van Voütenhovcro) werd een door Tden minister welwillend ontvangen amendemeiit-Spiekman. aange nomen, dat beoogde, ide havencommissie niet door den minister te doen benoe men, doch door de belanghebbenden te doen kiezen. 't Belangrijkst was de Donderdag uit gestelde stemming over het amendement Van der Voort van Zijp betreffende een Verpachten loonbijslag voor Zondagsar beid. Tegen dit door flen [minister onaannemelijk verklaarde amendement stemde de gansche linkerzijde, benevens (7 Jeden van rechts, nj. de cbristelijk- ihistorischen Van idsinga en De Geer, de wild-christelijk-historische ,Bichon van ijsselmonde en de Katholieken Van ;den Berch van [Heemstede, Q. van Nispjen, J, |W|. van Nispen en Artsa Siamen 50. De groote (meerderheid der rechterzijde, 30 leden, stemde v&ór het amendement. Op een nader aan te wijzen dag' zal de eindstemming plaats hebben, die reeds nu ten gunste van het w-etsontweip is beslist. Zonder discussie werden verder een aantal kleine wetsontwerpen afgehandeld. Een nre professor. Naar aanleiding van wat de heer Eerd mans Donderdag in de ,1 weedie Kamer heeft gesproken, schrijft ide ,Tijd: De heer Eerdmians schijjnt voorbestemd te zijn, om telkens, als hij optreedt, eeo zonderling figuur te slaan,. Dat was eerst bij de gelegenheid, dat hij [betrapt wend jop onjuiste voorstellingen in een ver kiezing,sspieech dat was later, toen hij over de Leidsche UniversiteitspJjanniejni sprak; dat was nu vandaag vyeer. De heer Eerdmans schijnt "met zich zelf een wedstrijd aan te- gaan in ongeh lUkkige debuten,. (Hij zwalkte er vandaag lustig op los opi de theollogis ch-so cial e en scripturale golven,. Zijn liberale vrienden keken hem angstig na. (H|ij kwam aandragen met de spiksplinternieuwe ontdekking, dat irien eigenlijk niet van ide Zondagsrust, maar van de Sabb'athsiruist moest spreken. Ook moest men maar geen bepalingen maken, want dan „regelt men het kwaad maar",, 't iWas fraai, want 't was den heer Eerd mans alleen er om te doen, aan te too- Inen, dat nu van rechts, op dergelijke, vroeger .afgekeurde ireglemienteerdng werd aangedrongeni. Overigens sp'rak hij zalvend, ja, dier baar over Zondagsrust. Zij is immers „volgens Gods woord". En, zei de heer Eerdmans, „zie nu eens, hoe dicht wij bij elkaar staan",. [Men verwacht natuurlijk van mij geen minachtingvoor een theologisch debat, maar deze verpol)iti.eki:e-ariti-anti'ilh'es.e-bL- schouwingen deden unie jets. als van wak- ging naar tie keel komen,. En de hoeren dr. Sicheurer, mr. Rutgers, ds„ (Brummek (kamp en ds. Van der Voort van Zijp hadden groot gelijk, dat zij' er scherp tegenop kwamen,. iWiant het ergerlijke in het optreden van den heer Eerdmans werd nog vermeerderd |dioo,r het feit, d'at hij quasi ales voor het „sympathieke" amendement-v. d,- Voort zei 'te voelen, maar dat hij er ten slotte toch tegen was, |bm de practische bezwaren en omdat maar betrekkelijk weinig (bootwedkers ge regeld "Ziondagsarbeid verrichten. Maar laten we iden heer Eerdmans met vrede. Deze heer verdient werkelijk niet fbUILLKTON. Frans Hëübrinck's moeder genoot in die dagen toch de bevrediging, aan de beroemdheid van haar zoon te mogen gelooven. Zoodra zijn aankomst in rui meren kring was bekend geworden, was men allerwege dn ide weer, hem tot zich te trekken. 'Mannen van beteekenisi zoch ten met hem in verbinding te treden; erkende aanvoerders der partij en der journalistiek wendden zich tot hem om zijn medewerking te verkrijgen, zijn in zichten te hooren. De posterijl van Felld- haus had nog nooit zooveel brieven in het Hellbrinck-huis te bezorgen gehad alls in die dagen. Van „Feidhaus" Zoowel als van „Lands- kron" werden de vriendschappelijke be trekkingen in stand gehouden en niet alleen vrouw iH,ellbrinck, maar ook het gansche dorp interesseerde het, gade te slaan, hoe bijna dagelijks een bediende kwam met een boodschap of een uit- nooidiging voor den heer Frans. brinck of hoe vaak het grafelijk rijtuig voor 'de deur van iden schrijnwerker stil hield, om diens zoon af te halen.. In het verkeer met de bedde familiën bracht *'de schoonste uren door en vooral l'Bernard Behrenberg's Wijdvertakte be langen, die alle min of meer het welzijn van staat en Kerk betroffen, lbodeu een rijk veilld tot onderhoud,. (Het was voorwaar een schoone tijd, waarin zoo opgewekt (leven opbloeide en in aille lagen der bevolking doordrong. S|chouder aan schouder werkten adel en middenstand, geestelijkheid iein boeren, en niet 'minder toonde zich in de stedelijke arbeiders- en burgerkringen ieen ijver als nooit te voren,. Vereenigingen van lede ren aard hadden zich gevormd, idie allie Uitingen van het Katholiek leven betrof fen en in 't bijzonder namen de jaar- üijksche Katholiekendagen een grooten Vlucht. Uit zichzellven b'ezocht Frans ook] al degenen, die hem toenmaals bijl zijn Vlucht geholpen hadden, den groenten- handelaar van Blrüddioven en vooral den smid van Dornidk'. De sfnid was de luidruchtigste in zijh begroetï'ngsirede. Ja, hoe dat alles zoo gekomen was; en wat zag de heer Hellbrinck thans anders, uit Zijn oogen. 't Zou thans zwaarder wor den hem zoo flink in den wagen te krijgen alls toenIX... Maar die arme, schoone Fraiilleinl..., De ruwe hand van den smid streek langs Zijn oogen, want hij wist, wiens hand het ongeluk1 veroorzaakt had. De herinnering aan de lieve, jonge dame die toen zoo dapper voor den gevangene optrad, 1'ag hem nog na aan 't hart en z!ij stond in zijn hoogachting naas;t den gravin. Maar wanneer zall 'de gravin nu komen? ging de oude eeniigszinsi heftig •Voort. Reeds drie weken zijn -ze daar op Landskron en nog alltijld niet hier geweest, en het idorp wil hen toch een intocht bereiden, zooails er nog pooit een geweest is,. |Wjij hebben- reeds gehoord hoe schoon tile graaf biij den maaltijd op La n'dskron gesproken heeft,. Een man, 'die zoo tot (erkenning komt, moet men hoog houden. Met die eene rede heeft hij alles weder goed gemaakt. Wiel doet mij alleen maar leed, dat de rentmeester Bdlse het niet meer gehoord heeft; die j.s verleden jaar gestorven. Die heeft er anders in de 'laatste jaren het Hjetzen ook aan gegeven,. jSiinds men wist, dat de graaf en de gravin komen Zouden, vertelde hij 'ver der, was er gewerkt om den slottuin en de weg daarheen zoowel als de kerk txpi te isiereu. Muziek, fakkeloptocht ien een uitvoering van de zangvereeniging zouden aangeboden worden. Die gravin zou zien, dat men haar goed in de gedachten had gehouden en ook den graaf izou het ge noegen doen. Als men maar den dag wist en het reeds spoedig zou zijn. Frans was er niet zoozeer van over tuigd, dat graaf Dörnick zich over deze luidruchtige uiting van hun gevoelens zoo erg verheugen zou. ^-ijn terugkeer naar Dornick was hem blijkbaar pijnlijk eri hij had die van dag tot dag uitge steld, om dein een of anderen dag daar stil te kunnen binnentrekken. Dornick was intusschen meegaande ge noeg, om aan iHellbrinck's voorstellen ge hoor te geven. ,H|ij gunde den leden, die zijn vrouw zoo lange jaren ter zijde had den gestaan, de vreugde haar te begroe ten en bij was ook aan zijn gemaillni nog het binnenvoeren vaji zijn woning schuldig. i Zoo verliep alles ten genoege van den smid en zijn feestgenooten en het kjeine dorp was namveilijks te herkennen, zoo had ieder aan zijn vreugde uitdrukking gegeven,. Alle huizen waren versierd, ge weerschoten en muziek weerklonken vol gens programma. Magna werd) van alle rijden de hand gereikt en men heette haar opnieuw welkom. En toen haar ge maal1 .die bewijizen van liefde zag, die men haar bewees en erkende, hoe ver heugd de lieden ook Zijln terugkeer be groetten, kon ,ook hij zijn ontroering niet meer weerhouden. Dien jongen graaf Dietrich en de kleine werden zooveel zegewenschen gebracht, dat het langste leven voor al dat geltik niet voldoende zou zijp. i Toen des avonds, de vreugderoes ge ëindigd en de gasten van Feidhaus; en Landskron, die hen vergezeld hadden, vertrokken waren, voerde Magna haar echtgenoot naar het kleine kerkhof, waar degene sluimerde, die hun beider terug keer well met het meeste verlangen ver wacht en wellicht het grootste aandeel aan de gelukkige oplossing gehad had. Op het stille graf der goede oude tante vertelde Magna onder tranen haar echt genoot tante's laatste woordende bede die rij voor Gods troon voor haar neef zou uitspreken. D;at is wel om mij Jiet laafsjte bolwerk der eigenliefde te ontnemen, antwoordde Dornick, zijn diepe ontroe ring onder scherts verbergend. Ik dacht, dat eigen inzicht mij den terugkeer ge wezen had; maar de genade des Heeren zal daartoe toch wel het meeste bijge bracht hebben. Des menschen geest kan veel hier op aarae, maar kinderlijk ge loof en kinderlijk gebed vermag toch veel' meer. Ieder moge in den kamp van den tijd al doen, wat hij wil, Paus Pius; moet gezegd hebben: „Geef mij een le ger van biddenden, dan zegepralen wij altijd". j EINDE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 5