Uit de Pers.
MAGNA.
BINNENLAND.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Woensdag 15 April no. 1370.
De zwaai van Mr. Treub voorbereid.
'Wlij1 lezen in de T ij d
„Het Vaderland" van gisterenavond,
Verontrust door de wel toegeruste kri
tiek Van de „Nederlander" op het onti-
werp-Treub, (deelt eenige houwen uit aan
het vorige Ministerie, aan hetwelk de
bienarde toestand van 's Lands finan
ciën zou zijn te wijten, en „nörgeft"
tegen ide heeren Regout en baron van
Wijnbergen, die met recht eenigszins
sceptisch gestemd bleken ten opzichte
van de plannen der regeering. De eigen
pi'annen omlauwert „Het Vad." niet wei
nig: de heer Treub is de niet genoeg
te waardeeren hoffelijke Minister, (waar
mee Mr. Rutgers het well eens zal zijn)
en^Blertling is idan tpCh (maar als Minister
van Financiën zoo verdienstelijk, dat hij
„de koorden van de beurs niet uit han-
den igeeft", I
Opmerkelijk is hoe de Treuo sChe
zwaai, die onvermijdelijk schijnt, nu al
wordt voorbereid. Indien de Kamer er
4 mil'lioen voor over heeft, aldus het
„Vad.", „dan zal Treub de bedeelden
natuurlijk niet uitsluiten". Daar zullen
we dus de nieuwste uiting van den far
jneuzen volkswil belevenals de Kamer
het nu eenmaal wilHet prindp'ieele
Kamerlid Treub 'is eèn buigzaam Miir
nister gewordenEn meteen komt er
wat licht in de tegenspraak tusschen on
zen Haagschen briefschrijver en de twee
qorrespondentiebureaux.
Vermoedelijk zal „De Ned."1 „Het
Vad." wel van antwoord dienen. Mis
schien wil het eerste blad dan ook wel
even informeeren, waarom „Het Vad."
er zoo op gesteld is, dat de openbare
behandeling van het ontwerp-Treub op
de ouderdomsvoorziening niet eerder
plaats heeft dan „als de Ziekteverze
kering met de geneeskundige behande
ling daarin, èn de veranderde Invalidi
teitsverzekering en dan nog de Verzeke-
gingsraden in den vorm van wetsontwer
pen de Kamer zullen hebben bereikt"].
„Het Vad." beweert: met de bekende
werkkracht van Treub is dat wel.......
binnen enkele maanden te verwachten
Tcekend
Het Centrum merkt op, dat het
Paasöhcongres van de S. D,. A. P. zeker
niet zoo belangrijk was, om1 daarvan
zulke uitvoerige verslagen te geven al6
in sommige liberale bladen verschenen
zijn. Doch, zegt het blad, het congres
gaf wel enkele dingen te hooren, welke
de aandacht verdienen.
Zoo was daar een klacht van Enka,
(mej. V. d. Vlies) die vroeger tot de
„dhristen-socialisten" behoorde, maar nu
reeds eenigen tijd deel1 uitmaakt van de
S. D. A. P.
Zij drong er bij de redactie, van het
Volk op aan, de godsdienstige overtui
ging van de christelijke arbeiders nfcet
te krenken en beklaagde zich o.m. over
het feit, dat in het jDartiforgaan van
het orthodox Christelijk geloof .gespro
ken was als van een „barbaarsdi won
dergeloof".
Maar het bekwam de klaagster slecht.
„Dat is het ook", riep de heer Men-
dels, en al vond Enka eenigen bijval
uit de vergadering, toen zij tegen dezen
uitval protesteerde, hoe weinig men zjCh
om h aar opmerkingen bekommerde, bleek
al spoedig uit het antwoord van den
Volk-redacteur.
Hij noemde die opmerkingen „onbe
duidend", en hij verzocht naar wij
'in dé N. R. Ct. lezen hi'ej. v. d. iV.
niet zoo onverdraagzaamte zijin, om
over een uitdrukking „barbaarsch won
dergeloof" te vallen.
Kan het fraaier?
Wie i egen een smadel'ijken aanval op
het geloof zich keert, is „onverdraag
zaam", t i'.
FEUILLETON.
Het dagelij'ksche leven werd haar
daarbij immer zwaarder. Die rentmeester
scheen sinds haar ziekte alle ontzag je
gens haar te hebben afgelegd, eri haar
zijn overheersching te willen doen ge
voelen. Wat vroeger sleehts zeer zelden
geschiedde, n,L dat hij zich tegen haar
orders verzette, kwam steeds vaker voor.
Hij| bemoeide ziCh met ieder bevel, iedere
opdracht, die zij den lieden gaf.
In den laatsten tijd begon hij ook
steeds meer beslag te leggen op den
jongen graaf, daarbij steunend op een
brief van DorniCk, waarin deze den
wensch uitsprak, dat zijn zoon de zoons
van den rentmeester tot speelgenooten
kiezen en in H 'bijzonder de zon- en feest
dagen met hen zou doorbrengen.
Magna was het oneindig zwaar, dit
bevel na te komen, daar zij maar al te
goed \Vist, waarop het doelde. De zoons
van den rentmeester waren wilde knapen,
ouder dan DietriChs en vreemd aan ieder
godsdienstig gevoel, zoodat Magna hun
omgang terecht vreesde. Er 'bleef haar
echter niets over, dan ook dat kruis
op' te nemen len ide gevolgen in 's Heeren
hand te leggen. Had zij-er zich tegen
Niet bij den aanvaller schuilt de in
tolerantie, maar bij den verdediger
Inderdaad, de eerbied voor het Chris
telijk geloof is groot bij de aanvoer
ders der S. D. A. P.1 1
En de heer .Wibaut meende ook zif
nerzijds Enka te imoeten opwekken tot
„grootere verdraagzaamheid",, dan uit
haar verwijten op dit Congres heeft ge^-
sproken'\
Enka kan er nu alles van weten en
"met haar al1 degenen, die nog zoo naïef
zijn te meenen, dat men als geloovigj
Christen lid kan rijn van een sociaal
democratische partij.
Men mag daar zelfs niet meer pro
testeeren, wanneer men in zlijb overtui
ging wordt gekrenkt, en het Christen
dom neergehaald tot een („barbaarsch
wondergeloof".
Derde Ned. Katholiek congres tot
bestrijding van het alcoholisme.
Gelijk wij reeds kortelings aankondig
den, zal op 24, 25 en 26 Augiufstus
a.s. het derde NiedeH'andsclh Katholieke
Congres tot bestrijding van het Alcoho
lisme, onder de goedkeuring van het
'Doorluchtig Episcopaat, te 's-Hertogen-
blosCh gehouden worden.
Thans is daaromtrent ,o.a^ Jiet volgende
bepaald.
Het Congres-Comité bestaat uit min
stens 15 leden, waartoe de negen leden
(ééne vacature in het bisdom Roermond)
van het Federatief Bestuur behooren. De
zes door het Federatief Biestuur bijbe-
noemde leden zijnde heer G. B;on (Dien
Haag), mej. J. Geelen (Venio), de wel-
eerw. heer L. J. A. N. Simonis (kapelaan
te Den Bosch), mej. Sl'inkert (Breda),
mej. Wi Welters (Echt) en de hoogeerw.
heer B. A. d'e Wit, deken van Utrecht.
Het Congres-Comité koos tot leden
van het Dagel'ijksch Bestuur van het
Congresjhr. mr. Ch. Ruijs de Beeren-
brouCk (Voorzitter), mevr. van Rijckevor-
selDe Bieberstein, de weleerw. heer
L. Simonis, L. van der Steen en de hoog
eerw. heer Bi. A. de WSt.
Secretaris van het Qongres is de secre
taris van „Sobriëtas".
Alle vergaderingen worden gehouden
in het Casino.
De volgende onderwerpen, alle in ver
band met den opzet van het congresl
„Jeugd en Drankbestrijding" worden be
handeld
„De resultaten van het onderwijs", G.
Bulten (Zilk-Hillegom)„Criminaliteit"
mr. R. B. Ledeboer (Den Haag)„Ge
zindheid", dr. F. B. Banning (Nijlme-
gen)„Godsdienstig-zedel'ijlke gevaren",
Kapelaan Van.de Venne (Roermond);'
„Lagere SChooF', L. Hermans (Uden)
„(Voorbeeld d.er Ouders", Mej. S. van
Embden (Arnhem)„Taak der Vrouw"!,
mevr. Al'b. Steenhoff-Smulders (Blaam)
„(Kostscholen", dr. H. J. Verhagen (Rol-
duc)„Kweekscholen", rector W^ van
den Hengel (Hilversum)„Huishoud
scholen", mej. J. P. C. Kessler (Ginne-
ken)„St. Anna-Vereenigingen", kape
laan J. Batenburg, (Rosendaal)„Jon
gens- en Meisjesbonden", pater H. Er-
mann S. J. (Rotterdam); „Patronaten"^
pater A. J. Fennell O. P., (Huissan).
Veiligheidsmaatregelen.
D:e directie Van de H. Tj. S. M. heeft
bepaald dat met ingang van 1 Mei alle
personentreinen, die met grooter snel
heid dan 50 K.M. per uur rijden, van
de luehtdrukrem moeten voorzien zijn.
Personentreinen met een snelheid van
niet meer dan 60 K.M. per uur en ver
voerd met luehtdrukrem, mogen achter
het laatste van volledig Westinghouse-
iimwerk voorzien en aan de rem aange
sloten voertuig, hoogstens zes voertuigen
tot een maximum Van 16 assen medevoe
ren, waarop deze rem niet in werking
is, mits overigens voldaan wordt aan
art. 66 sub) 1 van het algemeen reglement
voor den dienst op de spoorwegen. Is
deze snelheid beneden 75, maar boven
60 K.M. per uur, dan .mogen tot een
maximum aantal van 6 assen, voertuigen
-zonder bediende rem aChter aan den trein
verzet, dan, dit wist zij vooruit, zoui
men haar den knaap geheel ontnolmen
hebben.
De dagen hadden haar nooit zoo lang
toegeschenen als in dezen zomer, hoewel
de helderste zonnesChijh alles in gloed
zette en hoewel herhaaldelijk gelukkige
brieven kwamen van haar broeder -en van
Tiny, die vroolijike beelden van het te
genwoordige en de toekomst schepten.
Voor de herfst zjjji laatste bladeren
strooide bracht de post op zekeren dag
een zwaar pakket aan Magna, dat den
poststempel Berlijn droeg. Het kwam
van de redactie, waaraan HelTbrinck ver
bonden wasvoor haar ziekte had zij die
manuscrift toegezonden.
Haar manuscrift! De latere gebeur
tenissen hadden haar dit geheel' doen
vergeten. Zij had sindsdien haar gees
tesarbeid nog niet weder opgenomen. Zij
gruwde voor haar schrijftafel, waarin zij
ten dage van haar ziekworden dien on-
geluksbrief geborgen had. Het pakket
herinnerde haar nu weder aan het werk,
waarmede zij zich geruimen tijd zoo aan
genaam bezig hield. D.-e inhoud was zeker
niet deugdelijk bevonden en ter wille
van haar ziekte had men gdwaCht, heil
haar terug te zenden. Ook dat was dus
een begoocheling, een droom geweest.
Gelaten en mechaiiisch maakte Zij het
geplaatst worden, mits overigens vol
daan wordt aan art. 66 al'g. regl. voor
den dienst, sub. 1. Bij1 een snelheid van
75 K.M. per uur of hooger, moet de
trein geheel' zïijn samengesteld uit voer
tuigen, waarop de luehtdrukrem in wer
king is.
Goederentreinen worden alleen dan op
de Westinghouse rem- vervoerd, indien
de samenstelling zoodanig kan worden
geregeld, dat achter het laatste van vol
ledig "Westinghouse remwerk voorzien
en aan die rem aangesloten voertuig,
ten {loogste zes Voertuigen zijd geplaatst,
waarop die rem niet in werking is, en
overigens wordt voldaan aan het bepaal
de in genoemd art. 66 A.R.D[.
B|ij goederentreinen, die ingevolge bo
venstaande bepalingen niet met de lueht
drukrem bediend worden, kan ingeval
locomotief en voorste bagagewagen bei
de de luehtdrukrem hebben, de bagage
wagen aan de locomotief worden aan
gesloten, om deze rem 'bij beide te ge
bruiken.
Nog een papieren gevaar.
Men schrijft aan de „Tijd":
Mijn oproep tegen het sigarettenge-
vaar is ingeslagen. Verscheidene bla
den namen het over en overal ontwaarde
ik instemming.
Wat heeft het verwoede sigaretten-
rooken al voor kwaads gesticht: het be
nadeelt in ernstige mate de gezondheid,
het benevelt het verstand ;tot suf iwordens
toe en verleid tot diefstal, om aan heti
kostbare sigaretten verslinden, dat een|
passie werd, te kunnen voldoen.
't Is een groot euvel dus, het papie
ren gevaar, dat ik signaleerde in mijn
schrijven van Vrijdag jl. En daarom
dient er tegen aangewend een groot,
een afdoend middelonthouding van
rooken, minstens tot het 18de jaar.
In mijn jonge jaren gold de onge
schreven wet: „Eerst sigaren verdienen,
dan rooken!" (Tusschen tWèe haakjes,
sigaretten bestonden toen, voor zoover
ik mij herinneren kan, nog niet.) Kom
daar nu eens omAls vader en moeder
er niet danig achter zitten, wordt elke
cent, die hun IQ- a 12-jarige telg van
oom of tante krijgt, omgezet in sigaret
ten,. Ja, in sigaretben, want men heeft ze
van vier voor één cent af en elk snoep
winkeltje is een sigarettenzaak tevens.
En als moeder denkt, dat de kleine naar
„den zoeten inval" is, om een kokinje
of een paar babbelaars of een zuurbal
tejeoopen, dan staat deze reeds als een
groote om een hoek of kant aan zijn
„stinkstok" te trekken, dat hem deoogen
er van overloopenl Is het geen schan
de?
En als de onderwijzers niet te vuur en
te zwaard er achter zitten, dat op de
speelplaats vóór schooltijd en in het
vrije kwartiertje niet gerookt wordt door
hun leerlingen, dan geleek de heele cour
weldra één smoking-room, waar men 'den
vergiftigen nicotine-damp wel snijden
kon. En zij hebben goed beweren, dat
rooken van kleine jongens zoo leelijk.
staat, altijd en overal, doch vooral op
straat. Nauwelijks 'is de schooldeur ach
ter hen gesloten, of de sigarettenkoker
komt voor den dag en als oude manne
tjes sjokken ze al puffend en spuwend
huiswaarts, genieten met volle teugen
van hun bocht van vier voor een cent.
Ik schreef zooeven, dat de sigaretten
koker voor den dag komt, zoodra de
school uit is. Maar dat is toch zeker
niet waar, een „sigarettenkoker" houden
die „apen" er toch niet op na, meent ge.
Wel wis en drie.'
Ik ken een chocoladefabriek, die bij 't
inleveren van 50 „soldaatjes" een ca;-
deau uitreikt. Onder die geschenken be
hooren ook sigarettenkokers. En ik zoui
er een mooi ding om durven verwedden,
dat deze den meesten aftrek vinden,
ook/nog bij de (chocolade kauwende jeugd
waaronder men uit den aard der zaak
geen sigaretten-maniakken zoeken moet.
En toch gevoelen ook deze matigen in
het gebruik nog behoefte aan zoo'n
groote-menschen-ding, hoeveel te meer
dan niet de nicotine-wellustelingen!
Ja, het kwaad is wel hoog gestegen....
En daarom is hef eenige middel tegen
touw en het omhulsel los. Er viel een
brief uit. Hel'lbrinck moest toch zijn
oordeel' motiveeren. Hij zou wei veel
aan te merken hebben.
Wat de büaden toch konden omkeeren.
Tegenover den ongeletterden knaap van
voorheen stond z'iji thans ah een school
meisje.
Een vertoornden blik wierp zliji op den
brief daarop verlevendigden zich haar
trekken.
„Hooggeeerden gravin, schreef de re
dactie, vergeef mij mijn langdurig zwif
gen. Ik kon mij echter niet ontzeggen
u imijn antwoord tegelijk met de be
vestiging van mijn oordeel' over de uit
komst van uw arbeid toe te zenden.
Hoe verheugt het mijl u te kunnen zeg
gen, dat die alle verwachtingen overtrof
fen heeft. Het is een ware zegen des
Heeren, dat Hij u eenigermate tot den
arbeid dwingt, zooal's u het uitdrukt,
u dus tot een noodzakelijkheid maakt.
Goddank, dat zooveel' ledigen tijd en
zooveel' rust ter uwer beschikking staan.
„Honderden personen allen van goe
den will- Kin vol geestdrift zijn thans
bereid, voor onze Heilige Kerk op te
treden en dentegenstander aanval met
aanval' te vergelden. Maar 't ontbrak ons
tot dusverre aan krachten, die ook op
het gebied der lichtere litteratuur het
publiek iets vermochten te leverenaan
dit euvel, zooals ik bereids zeide: de ge
heelonthouding tot het 18de jaar.
Wiel, waarom niet?
Heeft niet de drankbestrijding ook
haar jongens vereenigingen voor geheel
onthouding van alcohol, en is het wel
ooit gebleken, dat de sterke drank onder
de jeugd zooveel verwoestingen heeft
aangericht als de sigaret? Halve maat
regelen baten hier niet, daarvoor is de
sigarettenplaag te diep ingekankerd. Er
moet gesneden, diep gesneden, niet ge
zalfd, oppervlakkig gesmeerd worden.
Want dan helpt het middel niet.
Onze jongens en misschien enkele
meisjes, toekomstige vrije vrouwen, suf
fragettes in den dop moeten het roo
ken laten zonder voorbehoud.
Totaal laten, verstaat ge, uit eigen;
vrijen wil.
En als straks die beweging ontstaat
liever vandaag dan morgen en veld
wint overal en bij allen, want door het
heele land en onder eiken rang en stand
is het kwaad verspreid in angstwek
kende mate, dat dan de regeering aan;
den jongen Bond haar werkdadigen steun
verleene. Door het wettelijk verbiedeni
desnoods van den verkoop van sigaretten,
aan jeugdige personen, door het beper
ken van de verkoopgelegenheden en —r
hiermee kon ze beginnen misschien i
door het aan een strenge keuring onder
werpen van de tabak of wat daarvoor,
doorgaat, die onze jeugd vergiftigt meer
dan de alcohol het ooit gedaan heeft.
(Vooral deze laatste bewering lijkt ons
zeer overdreven. Het geheele stuk, waar
veel waars in is, is trouwens ons in
ziens niet vrij van overdrijving.
Red. „L. Ct.")
Schoolopzieners en deskundigen bij
de Onderwijzers-examens.
In „De Haagsche Post" van 4 April
komt onder „Brieven vanjeen Hollander"
over het bovengenoemde onderwerp een
beschouwing voor, die de aandacht ver
dient. i
De schrijver wijst er dan op, dat de
nu op twaalf plaatsen van ons land be
gonnen onderwijzersexamens volgens wet
tel ijk voorschrift worden afgelegd voor
eene commissie, samengesteld uit een
inspecteur van het lager onderwijs of
een districts-schoolopziener als voorzit
ter en ten hoogste vijf in functie zijnde)
of gewezen districts- of arrondissements-
schoolopzieners. Dat is dus wel een,
uiterst deskundige commissie, zou men
zoo zeggen. Maar dat is nu juist in 't
geheel niet het geval en dat wist de wet
gever ook wel. Daarom bepaalt art. 79:
„De commissie kan zich door deskun^
digen doen bijstaan." Dat klinkt al heel
vreemd, want men kan uit die bepaling
de volkomen gewettigde gevolgtrekking
maken, dat die commissie zelve niet des
kundig, die deskundigen-bijstand niet
gebiedend is. Mocht iemand er op willen
wijzen, dat is voorgeschreven, dan mag
hem dadelijk tegemoet gevoerd worden,
dat de practijk heeft aangevuld, wat aan
het wettelijk voorschrift nog mocht ont
breken en dat in de laatste dertig jarenj
het stellig nooit is voorgekomen, da#
ook maar één lid der commissie zelf
examineerde.
De commissie wordt dus èn door de
wet èn door de practijk als niet-deskun-
dig erkend. Dat is niet heel erg, want»
men kan inderdaad een braaf, een be
kwaam en zelfs een geleerd man zijn,
zonder deskundige te wezen in zake de
onderwijzers-examens. Maar wat wel erg
is, dat is, dat de beslissing omtrent de
toelating en afwijzing der candidatenl
niet ligt in de handen der deskundigen,
maar geheel en uitsluitend in die der
ondeskundige commissie. Als het examen
voor iedere ploeg is afgeloopen, nemen
de deskundigen afscheid en vergaderen
de leden der commissie, om den uitslag
op te maken. Hoe zij dat kunnen? Wiel,
voor ieder onderdeel van het exameii
krijgt de candidaat een cijfer, dat, wel
is waar, in de meeste gevallen door den
deskundige wordt vastgesteld, maar waar
bij toch, in twijfelachtige gevallen, de
beslissing aan het commissie-lid-school
opziener blijft. Nu ligt het niet in onze
bedoeling te zeggen, dat de onderwijzers
stemmen, die er den goeden st; ijd onzer
dagen de gemoederen tot kalh te stem
men en verfrissChen en toch op 'den
geest werken. God heeft u die gave ge
schonken. Vlliji 'weet 'de harten te ie reiken,
o, benuttig toch die gave, gij kunt ><er
Zooveel goed mede doen.
„Ik veroorloof m'iji bij de nummer
der Courant eenige kritieken t beoo,n-
deelingen van ,uw werk te voe en. Ook
den brief van een jonge dai te, wier
naam u zeker niet onbekend is, voeg
ik erbij. Die warme geestdrift eeft mij;
goed gedaan en zal ook in ïw 'hart
weerklank vinden.
„Ik ben zoo onbescheiden t( vragen:
we mogen toch wel' op een nk iw werk
van u rekenen Leer vooral' de :e woon
den van een der kritieken„D moede,
geblaseerde wereld dankt a, n deze
schrijfster eindelijk weer eens eenige
frissche gedachten". Ik heb ht u daar
toe mogen aansporenzet 1 >ch uw
werk voort. De wereld luiste; gaarne
naar uw woorden, die haar in gemoed
tfeffen.
„Ik weet, hooggeeerde gravi i en be
schermster, hoe oneindig zwaa het le
ven de laatste jaren op u drukt \maar ik
kan todi iedere beschikking, diuw 'tar
lent heeft doen ontwaken, slechts als
Zegenrijk beschouwen. Laat ons nu niet
te lang wachten.....^../*
examens door deze regeling ernstig na
deel ondervinden; onze ervaring is, dat
die examens met groote humaniteit at}-
genomen worden en dat in het alge
meen gesproken en altijd mogelijke ver
gissingen daargelaten de uitslag alle
vertrouwen verdient. Wie niet toegelaten
wordt, moet wel degelijk onvoldoende
zijn; onder de wel toegelatenen zijn er
velen, aan wie geen hoogere qualificatie
dan „ternauwernood voldoende" zou mo
gen toegekend worden. Indien wij niet
temin deze dwaze verdeeling van arbeid
en bevoegdheid tusschen schoolopzieners
en deskundigen afkeuren, dan is het
alleen uit overweging, dat een toestand,
die een halve eeuw en langer te verdej-
digen was, nu geenszins meer in bescher
ming kan worden genomen. Wie exami
neert moet ook den uitslag vaststellen.
Die regel, welke in .alle examens gevolgd
wordt, behoort ook hi er 4e worden toege
past.
De schrijver zoekt de hoofdreden van
het handhaven dezer zonderlinge rege
ling in het feit, dat de vacatie-gelden en
vergoeding voor reis- en verblijfkosten
aan de schoolopzieners dezen een gele
genheid geeft hun geringe toelage te ver
meerderen.
Het lager onderwijs daar komt ten
slotte onze klacht op neer wordt nog
niet mondig geacht. Het rijks-schooltoe-
zicht op het gymnasiaal en op het mid
delbaar onderwijs berust in handen van
mannen, die bij dat onderwijs werkzaam
zijn geweest, bij deskundigen, voor wie
dat ambt de hoogste sport is der hiërr
archische ladder. Zoover is het lager
onderwijs nog bij lange na niet. W.el
neemt het aantal schoolopzieners, die
de lagere school uit eigen ervaring en
door langdurige werkzaamheid kennen,
langzamerhand toe, maar het ambt van
arrondissements schoolopziener is uit
den aard der zaak niet dan in uitzonde
ringsgevallen voor een onderwijzer be
geerlijk. Herziening van het rijksschool -
toezicht is dan ook een der meest drin
gende hervormingen, die ons onderwijs
behoeft. Indien wij een Werkelijk deskun
dig schooltoezicht hadden, dat goed ge
honoreerd werd en waarvan men dus
ook iets eischen kon, dan zou de weg
gebaand zijn, om tot een tweede noo-
dige hervorming te komen; afschaffing
der onderwijzers-examens en toekenning
van het jus promovendi aan de goed in
gerichte opleidingsscholen. Gelukkig heb
ben wij nu een staats-onderWijscommis-
sie. Aan haar bieden wij dan ook de
hier uitgesproken gedachten eerbiedig
ter overweging aan!
„Meneer van de Liberale Krant".
Het is niet onbekend, hoe in somm(ige
kleine plaatsen, o,ok nu nog, bijl de be
woners een angst voor de publieke be
spreking in een plaatselijk blad er dui
men dik op zit. Een dorpsautoritïft, ieen
gemeenteraadslid of zoo iemand, is ge
steld op stilte pm hem heen en heeft)
een eerbiedige vrees voor de Courant,
die zijn naam op aller tong kan brengen.
Wat daarvan soms het gevolg kan we
zen, verhaalt een .plattelandsjournalist
„Pnder de Streep"1 in het „Handels
blad", en zijn verhaal is wel waard te
worden naverteld. Het volgende gebeur
de, volgens hem, in het dorpje CX.:
Daar zou in behandeling komen een
voorstel om het personeel der openbare
school' te verminderen en een onderwif
zer op wachtgeld te stellen. Er was
voor dit voorstel een meerderheid in den
Gemeenteraad en er was slechts één
middel' om het te doen vallen: -„een
meneer van de krant uit te noodiglejn P'»
Niet een dorpscorrespondent, maar een
„echte" meneer van de courant.
Een der ingezetenen van het dorp
kKvam dit op ons redactie-bureau ver
tellen en besloten werd, dat ik er heen
zou gaan.
Het plan werd geheim gehouden om
den indruk van mijn verschijning te vetf-
grooten.
'is Middags te twee uur zou de zit
ting een aanvang nemen en een kwartietf
vóór dien tijd peddelde ik het dorps1-
pl'eintje op. f
Het was er heel' stil en verlaten. Een
Magna's wangen gloeiden meer en
meer onder 't lezen der woorden. Een
onverwachte roes van geluk en geest
drift had haar aangegrepen. Wias het
dan waar? Vermocht zij werkelijk nuk
tig Zijn W!as haar op deze wijze een
taak beschoren zijn, die grootsche werk
zaamheid in zich beslaat Steeds op
nieuw moest Zij de woorden l'ezende
moede en geblaseerde wereld dankt haar
eenige frissche gedachten. Zij; moest er
om lachen. Zij had gedacht, in deZei
verveling en eenvormigheid te gronde
te gaan en zij zou nu aan de wereld'
iets nieuws bieden en werkelijk op deze
wij'ze aan den grooten strijd der dagen
deelnemen kunnen. Een vloed van nieu
we gedachten en beelden kwam' reeds
weder bij haar op. Een kostelijk gevoel
van werkkracht doortintelde haar. Was
het bruikbaar, dan kon zij weder spoedig
iets nieuws scheppen.
Voor de eerste maal sinds maanden
vergat zij haar afschuw voor haar schrijf
tafel, vergat zij den brief die haar 'zoo
bitter gekrenkt had, en een bundel van
vroegere ontwerpen nam zij weder ter
hand.
ZelEs Bernard ien ,Tiny werden in het
volle gevoel van hun liefde en geluk
gewaar, dat Magna in deze dagen met
nieuwen geestdrift was vervuld.
(Wordt vervolgd.)