Uit de Pers. MAGNA. BINNENLAND. Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Woensdag 15 April no. 1370. De zwaai van Mr. Treub voorbereid. 'Wlij1 lezen in de T ij d „Het Vaderland" van gisterenavond, Verontrust door de wel toegeruste kri tiek Van de „Nederlander" op het onti- werp-Treub, (deelt eenige houwen uit aan het vorige Ministerie, aan hetwelk de bienarde toestand van 's Lands finan ciën zou zijn te wijten, en „nörgeft" tegen ide heeren Regout en baron van Wijnbergen, die met recht eenigszins sceptisch gestemd bleken ten opzichte van de plannen der regeering. De eigen pi'annen omlauwert „Het Vad." niet wei nig: de heer Treub is de niet genoeg te waardeeren hoffelijke Minister, (waar mee Mr. Rutgers het well eens zal zijn) en^Blertling is idan tpCh (maar als Minister van Financiën zoo verdienstelijk, dat hij „de koorden van de beurs niet uit han- den igeeft", I Opmerkelijk is hoe de Treuo sChe zwaai, die onvermijdelijk schijnt, nu al wordt voorbereid. Indien de Kamer er 4 mil'lioen voor over heeft, aldus het „Vad.", „dan zal Treub de bedeelden natuurlijk niet uitsluiten". Daar zullen we dus de nieuwste uiting van den far jneuzen volkswil belevenals de Kamer het nu eenmaal wilHet prindp'ieele Kamerlid Treub 'is eèn buigzaam Miir nister gewordenEn meteen komt er wat licht in de tegenspraak tusschen on zen Haagschen briefschrijver en de twee qorrespondentiebureaux. Vermoedelijk zal „De Ned."1 „Het Vad." wel van antwoord dienen. Mis schien wil het eerste blad dan ook wel even informeeren, waarom „Het Vad." er zoo op gesteld is, dat de openbare behandeling van het ontwerp-Treub op de ouderdomsvoorziening niet eerder plaats heeft dan „als de Ziekteverze kering met de geneeskundige behande ling daarin, èn de veranderde Invalidi teitsverzekering en dan nog de Verzeke- gingsraden in den vorm van wetsontwer pen de Kamer zullen hebben bereikt"]. „Het Vad." beweert: met de bekende werkkracht van Treub is dat wel....... binnen enkele maanden te verwachten Tcekend Het Centrum merkt op, dat het Paasöhcongres van de S. D,. A. P. zeker niet zoo belangrijk was, om1 daarvan zulke uitvoerige verslagen te geven al6 in sommige liberale bladen verschenen zijn. Doch, zegt het blad, het congres gaf wel enkele dingen te hooren, welke de aandacht verdienen. Zoo was daar een klacht van Enka, (mej. V. d. Vlies) die vroeger tot de „dhristen-socialisten" behoorde, maar nu reeds eenigen tijd deel1 uitmaakt van de S. D. A. P. Zij drong er bij de redactie, van het Volk op aan, de godsdienstige overtui ging van de christelijke arbeiders nfcet te krenken en beklaagde zich o.m. over het feit, dat in het jDartiforgaan van het orthodox Christelijk geloof .gespro ken was als van een „barbaarsdi won dergeloof". Maar het bekwam de klaagster slecht. „Dat is het ook", riep de heer Men- dels, en al vond Enka eenigen bijval uit de vergadering, toen zij tegen dezen uitval protesteerde, hoe weinig men zjCh om h aar opmerkingen bekommerde, bleek al spoedig uit het antwoord van den Volk-redacteur. Hij noemde die opmerkingen „onbe duidend", en hij verzocht naar wij 'in dé N. R. Ct. lezen hi'ej. v. d. iV. niet zoo onverdraagzaamte zijin, om over een uitdrukking „barbaarsch won dergeloof" te vallen. Kan het fraaier? Wie i egen een smadel'ijken aanval op het geloof zich keert, is „onverdraag zaam", t i'. FEUILLETON. Het dagelij'ksche leven werd haar daarbij immer zwaarder. Die rentmeester scheen sinds haar ziekte alle ontzag je gens haar te hebben afgelegd, eri haar zijn overheersching te willen doen ge voelen. Wat vroeger sleehts zeer zelden geschiedde, n,L dat hij zich tegen haar orders verzette, kwam steeds vaker voor. Hij| bemoeide ziCh met ieder bevel, iedere opdracht, die zij den lieden gaf. In den laatsten tijd begon hij ook steeds meer beslag te leggen op den jongen graaf, daarbij steunend op een brief van DorniCk, waarin deze den wensch uitsprak, dat zijn zoon de zoons van den rentmeester tot speelgenooten kiezen en in H 'bijzonder de zon- en feest dagen met hen zou doorbrengen. Magna was het oneindig zwaar, dit bevel na te komen, daar zij maar al te goed \Vist, waarop het doelde. De zoons van den rentmeester waren wilde knapen, ouder dan DietriChs en vreemd aan ieder godsdienstig gevoel, zoodat Magna hun omgang terecht vreesde. Er 'bleef haar echter niets over, dan ook dat kruis op' te nemen len ide gevolgen in 's Heeren hand te leggen. Had zij-er zich tegen Niet bij den aanvaller schuilt de in tolerantie, maar bij den verdediger Inderdaad, de eerbied voor het Chris telijk geloof is groot bij de aanvoer ders der S. D. A. P.1 1 En de heer .Wibaut meende ook zif nerzijds Enka te imoeten opwekken tot „grootere verdraagzaamheid",, dan uit haar verwijten op dit Congres heeft ge^- sproken'\ Enka kan er nu alles van weten en "met haar al1 degenen, die nog zoo naïef zijn te meenen, dat men als geloovigj Christen lid kan rijn van een sociaal democratische partij. Men mag daar zelfs niet meer pro testeeren, wanneer men in zlijb overtui ging wordt gekrenkt, en het Christen dom neergehaald tot een („barbaarsch wondergeloof". Derde Ned. Katholiek congres tot bestrijding van het alcoholisme. Gelijk wij reeds kortelings aankondig den, zal op 24, 25 en 26 Augiufstus a.s. het derde NiedeH'andsclh Katholieke Congres tot bestrijding van het Alcoho lisme, onder de goedkeuring van het 'Doorluchtig Episcopaat, te 's-Hertogen- blosCh gehouden worden. Thans is daaromtrent ,o.a^ Jiet volgende bepaald. Het Congres-Comité bestaat uit min stens 15 leden, waartoe de negen leden (ééne vacature in het bisdom Roermond) van het Federatief Bestuur behooren. De zes door het Federatief Biestuur bijbe- noemde leden zijnde heer G. B;on (Dien Haag), mej. J. Geelen (Venio), de wel- eerw. heer L. J. A. N. Simonis (kapelaan te Den Bosch), mej. Sl'inkert (Breda), mej. Wi Welters (Echt) en de hoogeerw. heer B. A. d'e Wit, deken van Utrecht. Het Congres-Comité koos tot leden van het Dagel'ijksch Bestuur van het Congresjhr. mr. Ch. Ruijs de Beeren- brouCk (Voorzitter), mevr. van Rijckevor- selDe Bieberstein, de weleerw. heer L. Simonis, L. van der Steen en de hoog eerw. heer Bi. A. de WSt. Secretaris van het Qongres is de secre taris van „Sobriëtas". Alle vergaderingen worden gehouden in het Casino. De volgende onderwerpen, alle in ver band met den opzet van het congresl „Jeugd en Drankbestrijding" worden be handeld „De resultaten van het onderwijs", G. Bulten (Zilk-Hillegom)„Criminaliteit" mr. R. B. Ledeboer (Den Haag)„Ge zindheid", dr. F. B. Banning (Nijlme- gen)„Godsdienstig-zedel'ijlke gevaren", Kapelaan Van.de Venne (Roermond);' „Lagere SChooF', L. Hermans (Uden) „(Voorbeeld d.er Ouders", Mej. S. van Embden (Arnhem)„Taak der Vrouw"!, mevr. Al'b. Steenhoff-Smulders (Blaam) „(Kostscholen", dr. H. J. Verhagen (Rol- duc)„Kweekscholen", rector W^ van den Hengel (Hilversum)„Huishoud scholen", mej. J. P. C. Kessler (Ginne- ken)„St. Anna-Vereenigingen", kape laan J. Batenburg, (Rosendaal)„Jon gens- en Meisjesbonden", pater H. Er- mann S. J. (Rotterdam); „Patronaten"^ pater A. J. Fennell O. P., (Huissan). Veiligheidsmaatregelen. D:e directie Van de H. Tj. S. M. heeft bepaald dat met ingang van 1 Mei alle personentreinen, die met grooter snel heid dan 50 K.M. per uur rijden, van de luehtdrukrem moeten voorzien zijn. Personentreinen met een snelheid van niet meer dan 60 K.M. per uur en ver voerd met luehtdrukrem, mogen achter het laatste van volledig Westinghouse- iimwerk voorzien en aan de rem aange sloten voertuig, hoogstens zes voertuigen tot een maximum Van 16 assen medevoe ren, waarop deze rem niet in werking is, mits overigens voldaan wordt aan art. 66 sub) 1 van het algemeen reglement voor den dienst op de spoorwegen. Is deze snelheid beneden 75, maar boven 60 K.M. per uur, dan .mogen tot een maximum aantal van 6 assen, voertuigen -zonder bediende rem aChter aan den trein verzet, dan, dit wist zij vooruit, zoui men haar den knaap geheel ontnolmen hebben. De dagen hadden haar nooit zoo lang toegeschenen als in dezen zomer, hoewel de helderste zonnesChijh alles in gloed zette en hoewel herhaaldelijk gelukkige brieven kwamen van haar broeder -en van Tiny, die vroolijike beelden van het te genwoordige en de toekomst schepten. Voor de herfst zjjji laatste bladeren strooide bracht de post op zekeren dag een zwaar pakket aan Magna, dat den poststempel Berlijn droeg. Het kwam van de redactie, waaraan HelTbrinck ver bonden wasvoor haar ziekte had zij die manuscrift toegezonden. Haar manuscrift! De latere gebeur tenissen hadden haar dit geheel' doen vergeten. Zij had sindsdien haar gees tesarbeid nog niet weder opgenomen. Zij gruwde voor haar schrijftafel, waarin zij ten dage van haar ziekworden dien on- geluksbrief geborgen had. Het pakket herinnerde haar nu weder aan het werk, waarmede zij zich geruimen tijd zoo aan genaam bezig hield. D.-e inhoud was zeker niet deugdelijk bevonden en ter wille van haar ziekte had men gdwaCht, heil haar terug te zenden. Ook dat was dus een begoocheling, een droom geweest. Gelaten en mechaiiisch maakte Zij het geplaatst worden, mits overigens vol daan wordt aan art. 66 al'g. regl. voor den dienst, sub. 1. Bij1 een snelheid van 75 K.M. per uur of hooger, moet de trein geheel' zïijn samengesteld uit voer tuigen, waarop de luehtdrukrem in wer king is. Goederentreinen worden alleen dan op de Westinghouse rem- vervoerd, indien de samenstelling zoodanig kan worden geregeld, dat achter het laatste van vol ledig "Westinghouse remwerk voorzien en aan die rem aangesloten voertuig, ten {loogste zes Voertuigen zijd geplaatst, waarop die rem niet in werking is, en overigens wordt voldaan aan het bepaal de in genoemd art. 66 A.R.D[. B|ij goederentreinen, die ingevolge bo venstaande bepalingen niet met de lueht drukrem bediend worden, kan ingeval locomotief en voorste bagagewagen bei de de luehtdrukrem hebben, de bagage wagen aan de locomotief worden aan gesloten, om deze rem 'bij beide te ge bruiken. Nog een papieren gevaar. Men schrijft aan de „Tijd": Mijn oproep tegen het sigarettenge- vaar is ingeslagen. Verscheidene bla den namen het over en overal ontwaarde ik instemming. Wat heeft het verwoede sigaretten- rooken al voor kwaads gesticht: het be nadeelt in ernstige mate de gezondheid, het benevelt het verstand ;tot suf iwordens toe en verleid tot diefstal, om aan heti kostbare sigaretten verslinden, dat een| passie werd, te kunnen voldoen. 't Is een groot euvel dus, het papie ren gevaar, dat ik signaleerde in mijn schrijven van Vrijdag jl. En daarom dient er tegen aangewend een groot, een afdoend middelonthouding van rooken, minstens tot het 18de jaar. In mijn jonge jaren gold de onge schreven wet: „Eerst sigaren verdienen, dan rooken!" (Tusschen tWèe haakjes, sigaretten bestonden toen, voor zoover ik mij herinneren kan, nog niet.) Kom daar nu eens omAls vader en moeder er niet danig achter zitten, wordt elke cent, die hun IQ- a 12-jarige telg van oom of tante krijgt, omgezet in sigaret ten,. Ja, in sigaretben, want men heeft ze van vier voor één cent af en elk snoep winkeltje is een sigarettenzaak tevens. En als moeder denkt, dat de kleine naar „den zoeten inval" is, om een kokinje of een paar babbelaars of een zuurbal tejeoopen, dan staat deze reeds als een groote om een hoek of kant aan zijn „stinkstok" te trekken, dat hem deoogen er van overloopenl Is het geen schan de? En als de onderwijzers niet te vuur en te zwaard er achter zitten, dat op de speelplaats vóór schooltijd en in het vrije kwartiertje niet gerookt wordt door hun leerlingen, dan geleek de heele cour weldra één smoking-room, waar men 'den vergiftigen nicotine-damp wel snijden kon. En zij hebben goed beweren, dat rooken van kleine jongens zoo leelijk. staat, altijd en overal, doch vooral op straat. Nauwelijks 'is de schooldeur ach ter hen gesloten, of de sigarettenkoker komt voor den dag en als oude manne tjes sjokken ze al puffend en spuwend huiswaarts, genieten met volle teugen van hun bocht van vier voor een cent. Ik schreef zooeven, dat de sigaretten koker voor den dag komt, zoodra de school uit is. Maar dat is toch zeker niet waar, een „sigarettenkoker" houden die „apen" er toch niet op na, meent ge. Wel wis en drie.' Ik ken een chocoladefabriek, die bij 't inleveren van 50 „soldaatjes" een ca;- deau uitreikt. Onder die geschenken be hooren ook sigarettenkokers. En ik zoui er een mooi ding om durven verwedden, dat deze den meesten aftrek vinden, ook/nog bij de (chocolade kauwende jeugd waaronder men uit den aard der zaak geen sigaretten-maniakken zoeken moet. En toch gevoelen ook deze matigen in het gebruik nog behoefte aan zoo'n groote-menschen-ding, hoeveel te meer dan niet de nicotine-wellustelingen! Ja, het kwaad is wel hoog gestegen.... En daarom is hef eenige middel tegen touw en het omhulsel los. Er viel een brief uit. Hel'lbrinck moest toch zijn oordeel' motiveeren. Hij zou wei veel aan te merken hebben. Wat de büaden toch konden omkeeren. Tegenover den ongeletterden knaap van voorheen stond z'iji thans ah een school meisje. Een vertoornden blik wierp zliji op den brief daarop verlevendigden zich haar trekken. „Hooggeeerden gravin, schreef de re dactie, vergeef mij mijn langdurig zwif gen. Ik kon mij echter niet ontzeggen u imijn antwoord tegelijk met de be vestiging van mijn oordeel' over de uit komst van uw arbeid toe te zenden. Hoe verheugt het mijl u te kunnen zeg gen, dat die alle verwachtingen overtrof fen heeft. Het is een ware zegen des Heeren, dat Hij u eenigermate tot den arbeid dwingt, zooal's u het uitdrukt, u dus tot een noodzakelijkheid maakt. Goddank, dat zooveel' ledigen tijd en zooveel' rust ter uwer beschikking staan. „Honderden personen allen van goe den will- Kin vol geestdrift zijn thans bereid, voor onze Heilige Kerk op te treden en dentegenstander aanval met aanval' te vergelden. Maar 't ontbrak ons tot dusverre aan krachten, die ook op het gebied der lichtere litteratuur het publiek iets vermochten te leverenaan dit euvel, zooals ik bereids zeide: de ge heelonthouding tot het 18de jaar. Wiel, waarom niet? Heeft niet de drankbestrijding ook haar jongens vereenigingen voor geheel onthouding van alcohol, en is het wel ooit gebleken, dat de sterke drank onder de jeugd zooveel verwoestingen heeft aangericht als de sigaret? Halve maat regelen baten hier niet, daarvoor is de sigarettenplaag te diep ingekankerd. Er moet gesneden, diep gesneden, niet ge zalfd, oppervlakkig gesmeerd worden. Want dan helpt het middel niet. Onze jongens en misschien enkele meisjes, toekomstige vrije vrouwen, suf fragettes in den dop moeten het roo ken laten zonder voorbehoud. Totaal laten, verstaat ge, uit eigen; vrijen wil. En als straks die beweging ontstaat liever vandaag dan morgen en veld wint overal en bij allen, want door het heele land en onder eiken rang en stand is het kwaad verspreid in angstwek kende mate, dat dan de regeering aan; den jongen Bond haar werkdadigen steun verleene. Door het wettelijk verbiedeni desnoods van den verkoop van sigaretten, aan jeugdige personen, door het beper ken van de verkoopgelegenheden en —r hiermee kon ze beginnen misschien i door het aan een strenge keuring onder werpen van de tabak of wat daarvoor, doorgaat, die onze jeugd vergiftigt meer dan de alcohol het ooit gedaan heeft. (Vooral deze laatste bewering lijkt ons zeer overdreven. Het geheele stuk, waar veel waars in is, is trouwens ons in ziens niet vrij van overdrijving. Red. „L. Ct.") Schoolopzieners en deskundigen bij de Onderwijzers-examens. In „De Haagsche Post" van 4 April komt onder „Brieven vanjeen Hollander" over het bovengenoemde onderwerp een beschouwing voor, die de aandacht ver dient. i De schrijver wijst er dan op, dat de nu op twaalf plaatsen van ons land be gonnen onderwijzersexamens volgens wet tel ijk voorschrift worden afgelegd voor eene commissie, samengesteld uit een inspecteur van het lager onderwijs of een districts-schoolopziener als voorzit ter en ten hoogste vijf in functie zijnde) of gewezen districts- of arrondissements- schoolopzieners. Dat is dus wel een, uiterst deskundige commissie, zou men zoo zeggen. Maar dat is nu juist in 't geheel niet het geval en dat wist de wet gever ook wel. Daarom bepaalt art. 79: „De commissie kan zich door deskun^ digen doen bijstaan." Dat klinkt al heel vreemd, want men kan uit die bepaling de volkomen gewettigde gevolgtrekking maken, dat die commissie zelve niet des kundig, die deskundigen-bijstand niet gebiedend is. Mocht iemand er op willen wijzen, dat is voorgeschreven, dan mag hem dadelijk tegemoet gevoerd worden, dat de practijk heeft aangevuld, wat aan het wettelijk voorschrift nog mocht ont breken en dat in de laatste dertig jarenj het stellig nooit is voorgekomen, da# ook maar één lid der commissie zelf examineerde. De commissie wordt dus èn door de wet èn door de practijk als niet-deskun- dig erkend. Dat is niet heel erg, want» men kan inderdaad een braaf, een be kwaam en zelfs een geleerd man zijn, zonder deskundige te wezen in zake de onderwijzers-examens. Maar wat wel erg is, dat is, dat de beslissing omtrent de toelating en afwijzing der candidatenl niet ligt in de handen der deskundigen, maar geheel en uitsluitend in die der ondeskundige commissie. Als het examen voor iedere ploeg is afgeloopen, nemen de deskundigen afscheid en vergaderen de leden der commissie, om den uitslag op te maken. Hoe zij dat kunnen? Wiel, voor ieder onderdeel van het exameii krijgt de candidaat een cijfer, dat, wel is waar, in de meeste gevallen door den deskundige wordt vastgesteld, maar waar bij toch, in twijfelachtige gevallen, de beslissing aan het commissie-lid-school opziener blijft. Nu ligt het niet in onze bedoeling te zeggen, dat de onderwijzers stemmen, die er den goeden st; ijd onzer dagen de gemoederen tot kalh te stem men en verfrissChen en toch op 'den geest werken. God heeft u die gave ge schonken. Vlliji 'weet 'de harten te ie reiken, o, benuttig toch die gave, gij kunt ><er Zooveel goed mede doen. „Ik veroorloof m'iji bij de nummer der Courant eenige kritieken t beoo,n- deelingen van ,uw werk te voe en. Ook den brief van een jonge dai te, wier naam u zeker niet onbekend is, voeg ik erbij. Die warme geestdrift eeft mij; goed gedaan en zal ook in ïw 'hart weerklank vinden. „Ik ben zoo onbescheiden t( vragen: we mogen toch wel' op een nk iw werk van u rekenen Leer vooral' de :e woon den van een der kritieken„D moede, geblaseerde wereld dankt a, n deze schrijfster eindelijk weer eens eenige frissche gedachten". Ik heb ht u daar toe mogen aansporenzet 1 >ch uw werk voort. De wereld luiste; gaarne naar uw woorden, die haar in gemoed tfeffen. „Ik weet, hooggeeerde gravi i en be schermster, hoe oneindig zwaa het le ven de laatste jaren op u drukt \maar ik kan todi iedere beschikking, diuw 'tar lent heeft doen ontwaken, slechts als Zegenrijk beschouwen. Laat ons nu niet te lang wachten.....^../* examens door deze regeling ernstig na deel ondervinden; onze ervaring is, dat die examens met groote humaniteit at}- genomen worden en dat in het alge meen gesproken en altijd mogelijke ver gissingen daargelaten de uitslag alle vertrouwen verdient. Wie niet toegelaten wordt, moet wel degelijk onvoldoende zijn; onder de wel toegelatenen zijn er velen, aan wie geen hoogere qualificatie dan „ternauwernood voldoende" zou mo gen toegekend worden. Indien wij niet temin deze dwaze verdeeling van arbeid en bevoegdheid tusschen schoolopzieners en deskundigen afkeuren, dan is het alleen uit overweging, dat een toestand, die een halve eeuw en langer te verdej- digen was, nu geenszins meer in bescher ming kan worden genomen. Wie exami neert moet ook den uitslag vaststellen. Die regel, welke in .alle examens gevolgd wordt, behoort ook hi er 4e worden toege past. De schrijver zoekt de hoofdreden van het handhaven dezer zonderlinge rege ling in het feit, dat de vacatie-gelden en vergoeding voor reis- en verblijfkosten aan de schoolopzieners dezen een gele genheid geeft hun geringe toelage te ver meerderen. Het lager onderwijs daar komt ten slotte onze klacht op neer wordt nog niet mondig geacht. Het rijks-schooltoe- zicht op het gymnasiaal en op het mid delbaar onderwijs berust in handen van mannen, die bij dat onderwijs werkzaam zijn geweest, bij deskundigen, voor wie dat ambt de hoogste sport is der hiërr archische ladder. Zoover is het lager onderwijs nog bij lange na niet. W.el neemt het aantal schoolopzieners, die de lagere school uit eigen ervaring en door langdurige werkzaamheid kennen, langzamerhand toe, maar het ambt van arrondissements schoolopziener is uit den aard der zaak niet dan in uitzonde ringsgevallen voor een onderwijzer be geerlijk. Herziening van het rijksschool - toezicht is dan ook een der meest drin gende hervormingen, die ons onderwijs behoeft. Indien wij een Werkelijk deskun dig schooltoezicht hadden, dat goed ge honoreerd werd en waarvan men dus ook iets eischen kon, dan zou de weg gebaand zijn, om tot een tweede noo- dige hervorming te komen; afschaffing der onderwijzers-examens en toekenning van het jus promovendi aan de goed in gerichte opleidingsscholen. Gelukkig heb ben wij nu een staats-onderWijscommis- sie. Aan haar bieden wij dan ook de hier uitgesproken gedachten eerbiedig ter overweging aan! „Meneer van de Liberale Krant". Het is niet onbekend, hoe in somm(ige kleine plaatsen, o,ok nu nog, bijl de be woners een angst voor de publieke be spreking in een plaatselijk blad er dui men dik op zit. Een dorpsautoritïft, ieen gemeenteraadslid of zoo iemand, is ge steld op stilte pm hem heen en heeft) een eerbiedige vrees voor de Courant, die zijn naam op aller tong kan brengen. Wat daarvan soms het gevolg kan we zen, verhaalt een .plattelandsjournalist „Pnder de Streep"1 in het „Handels blad", en zijn verhaal is wel waard te worden naverteld. Het volgende gebeur de, volgens hem, in het dorpje CX.: Daar zou in behandeling komen een voorstel om het personeel der openbare school' te verminderen en een onderwif zer op wachtgeld te stellen. Er was voor dit voorstel een meerderheid in den Gemeenteraad en er was slechts één middel' om het te doen vallen: -„een meneer van de krant uit te noodiglejn P'» Niet een dorpscorrespondent, maar een „echte" meneer van de courant. Een der ingezetenen van het dorp kKvam dit op ons redactie-bureau ver tellen en besloten werd, dat ik er heen zou gaan. Het plan werd geheim gehouden om den indruk van mijn verschijning te vetf- grooten. 'is Middags te twee uur zou de zit ting een aanvang nemen en een kwartietf vóór dien tijd peddelde ik het dorps1- pl'eintje op. f Het was er heel' stil en verlaten. Een Magna's wangen gloeiden meer en meer onder 't lezen der woorden. Een onverwachte roes van geluk en geest drift had haar aangegrepen. Wias het dan waar? Vermocht zij werkelijk nuk tig Zijn W!as haar op deze wijze een taak beschoren zijn, die grootsche werk zaamheid in zich beslaat Steeds op nieuw moest Zij de woorden l'ezende moede en geblaseerde wereld dankt haar eenige frissche gedachten. Zij; moest er om lachen. Zij had gedacht, in deZei verveling en eenvormigheid te gronde te gaan en zij zou nu aan de wereld' iets nieuws bieden en werkelijk op deze wij'ze aan den grooten strijd der dagen deelnemen kunnen. Een vloed van nieu we gedachten en beelden kwam' reeds weder bij haar op. Een kostelijk gevoel van werkkracht doortintelde haar. Was het bruikbaar, dan kon zij weder spoedig iets nieuws scheppen. Voor de eerste maal sinds maanden vergat zij haar afschuw voor haar schrijf tafel, vergat zij den brief die haar 'zoo bitter gekrenkt had, en een bundel van vroegere ontwerpen nam zij weder ter hand. ZelEs Bernard ien ,Tiny werden in het volle gevoel van hun liefde en geluk gewaar, dat Magna in deze dagen met nieuwen geestdrift was vervuld. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 3