„Leidsche Beelden". Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 4 Apiil no. 1362. üc Week In het Buitenland. Wat blieft u, m^n heer komkommertijd in het buitenland. Och kom, dat meent u niet. Om maar iets te noemen. Die bladen hebben deze week volgestaan met berichten soms lijnrecht met elkander in tegenspraak .over den val van? T/orreon in Mexico. Neemt u mij niet IdwaÜjfc, dat ik u onderbreek, maar u spreekt daar van tegenstrijdige bericht ten. Dat in de wereld sturen van tegen strijdige berichten bewijst toch dat er gelogen of liever onwaarheid gesproken wordt. Wielhu, er wordt pas onwaarheid gesproken als er geen .nieuws of geen Interessant nieuws is. iff® hield miijh /Opposant vol: het is komkommertijd. Ik probeer 's mans hersenen zoo te bewerken dat hij! inziet, dat er nog an dere redenen kunnen bestaan behalve het Ontbreken van Interessant nieuws, om leugens te vertellen. De praktijk van het dagelijiksch leven ien de droevige er varing van velen toont dat duidelijk aan. Eindelijk zijln wij het eens» Ver beeldt U ook, waar andere menschen diep overtuigd zijn dat de pers en zijn (Verzorgers de waarheid in pacht heb- 'blen en als summum van zekerheid en 'veiligheid beweren>„'t Staat toch in de Courant", daar zou een ander durven verkondigen, dat de pers in den kom- kjomimertijd liegt. Foei dan Toch. Wie Zijn heelemaal uit den koers geraakt nu men ons aanviel in iets wat een jour nalist het dierbaarste is. l 't Is in Zuid-Albanië al evenmin ro zengeur en maneschij'n als ergens anders. Men hoopte en verwachtte dat na het Verschijn en van den ni euwen vorst rust en vrede zou gaan heerschen in het nieuwe rijde. Maar jawel, .vechten, moor den eh plunderen zijd aan .de orde van den dag. Luistert U maar eens even naar de laatste berichten uit Durazzo, dan kunt U zelf oordeelen. t Volgens een telegram zijln de rebellen gisteren voor Koritza aangekomen. Z,ij bombardeerden de stad. Een bloedig ge- Vecht wordt tusschen de rebellen eji de gendarmen, het garnizoen der stad, ge leverd. Omtrent den uitslag is nog niets blekend. Volgens een later bericht is de Nlederl'andscihe commandant Snellen van Viollenhoven blij het jongste gevecht z!waar gewond. Het landgoed van Mju- fis Bey, den minister van justice, aan de Labohara is door de rebellen ge plunderd en in brand gestoken. D|e schar de zou meer dan .200.000 francs her dragen. Niet overal zit de politieke horiZÖh met donderkoppen. B|ij onze overburen aan de andere zijde van het Kanaal! 'be- ginnen de donkere wolken van Homo- rule en Ulster-kwesties wat op te trek ken. De „Times" toont zich bijzonder op timistisch ten opzichte van den pollir tieken toestand. „De algemeene indruk, zoo schrijft het EngeHche blad o.él, is ^eell hoopvoller ^en gunstiger dan dit sedert lang het 'geval was, vooral se dert het afbreken van de besprekin gen tusschen Asquith en Bonar Law. Die federalisten (zij! die een oplossing wenschen in federalen zin) winnen meer en meer aan invloed en hoewel dit pron bleem' zeer ernstige practische moeilijk heden met zich brengt, maakt het stre ven naar verzoening in die richting toch vooruitgang". Reuter maakte ook reeds melding van .enkele feiten, die op een 'toenemJeJnde Ontspanning wijzen. Zoo het vertrek van den koning uit Londen naar Windsor, XXXVI. „Zaterdagavond-markt." Oh? menig Leidenaar is 'r, die de Za- terdagavondimarkt niet eens kent. 't Burger juffies-, volksvrouwtjes- en koopmans-geroezel Zaterdagsavonds daar achter de Haarlemmerstraat En al is die Zaterdagavond-markt niet van dien omvang als die 's ochtends ge- houdene, niet van 'die afmeting als een avondmarkt, zooals we die in verschei dene andere steden kennen, als de Za- terdagavondUiarkt in 't Haagje bijvoor beeld, doch is 't een geregeld terugkeej- rend iets, elk week-einde weer, Zoo'n avondmarkt, in 't duister, met z'n walmenden nevelschijjn en z'n drukke geroezemoes van alle week weer de zelfde menschen, biedt z'n eigen be koring, Je moet die marktd'rukte zien opkomen» Langzaam aan zien aangroeien. Die drukte daar van Werkmenschen en volksvrouwen, van dienstmeisjes en bur gervrouwtjes. Dat menschengewarrel van allerhande slag. En de d'r waren-roem aanprijzende en uitzingende kooplui en venters. Langzaam en stilkens-aan komt. de avondidonkering over 't marktgedrentel vagen, waar alles in dreigt wieg te slui eren. Maar dan komen hier en daar en gin- t de lichten der kooplui opflikkerenj De vettig door-oliede blakerlampen, en vooral het besluit van de unionist ten in East Fife .om tegenover As- quith geen candidaat te Stellen. Hoewel' b'ij die daad oök wel de over weging kan hebben voorgezeten, dat men zich niet aan een verpletterende neder- l'aag wilde blootstellen, zien wij in die onthouding toch liever een uiting van die necht-Engelschen geest van hoffe lijkheid tegenover gezaghebbende tegen standers, waartegen in politieken harts tocht misschien wel eens een keer ge zondigd wordt, maar die zich toch nooit geheel verloochent. Laten we het hop'Ui. 1 jLEO. Weekpraatje. 'tls stil in de politiek. Men zal het waarschijnlijk ,niet mis raden, als men propheteert, dat het de stilte is, die het onweer voorafgaat. iWiant dat het on weer en zal, als de Kamer weer bijleen- komt, staat buiten allen twijfel, dunkt mieL Die stilte kan echter verderfelijk werken, zooals deze week op de jaarvergadering van de Leidsche Jonge Garde werd be wezen,. Telde die vereeniging verleden jaar werkende leden in overvloed, dit jaar Waren ze bij de kiezerskweek bijna niet te vinden. Eerst moet het, naar het schijnt, weer gaan rommelen in de poli tieke sfeer, voordat het vuur, d'e actie, de geestdrift weer in de gelederen komt, Dat ji's toch een verkeerde gesteltenis, A 11 ij d de handen aan de ploeg; a 11 ij d werken, met het schoone, bezielende doel voor oogen, de overwinning van de christefljke beginselen, ook op politiek gebied. Werken, zooals de omstandig heden dat vragen. Wordt er b.v, n u wel aan gedacht om te gaan zien, of men op de kiezerslijist is geplaatst, en om anderen aan te sporen, zich daarvan te overtuigen. Men wete toch wel, dat de kiezerslijst tot den 21sten April óp de secretarie van Iedere gemeente 'ter In zage ligt, en dat dit geen loutere formali teit is. Ieder beeft het recht daar te gaan nazien, of hij wel op de kiezers lijist yoorkomt, en zoo ja, of zijn naam, geboortedatum, woonplaats nauwkeurig zijn weergegeven. Men denke niet: „Ik heb mij opgegeven" of: „Ik heb mijn belasting op tijid betaald", „want daar door is men er nog niet zeker van, dat men op de kiezerslijst voorkomt. Wer kelijk ,'t. zou niet den eersten keer zijn dat men bij. een verkiezing tot zijn groote verbazing bemerkte, dat hij niet gerech tigd was om te stemmen, daar hij, niet op de kiezerslijst voorkwam. Dan is er niets meer aan te doen en heeft men er eenvoudig in te berusten. Nu is het ide tijid om te zorgen, dat de "fout verbeterd wordt,- als men soms mocht vergeten zijn. Dat allen er zich dus van overtuigen, of zij op 'de kiezerslijst zjjn geplaatst. En denkt nu nieter zijn van het jaar toch geen verkiezingen. Dat is lang niet zeker; niemand kan daaromtrent iets voor spellen. Uitgangspunt van ons praatje over de kiezerslijst was ?,De Jonge Garde", aan welke vereeniging wij wel eens, heel be- scheidenlijik, onzen oprechten lof en onze ware hulde mogen toezwaaien. Zonder overdrijving, er is door „De Jonge Garde" in Leiden op het terrein van het openbare Roomsche leven zoo veel, zoo bijzonder veel goeds tot stand gebracht. En van de vruchten, welke .gerijpt zijn in het openbare leven, ligt de kiem in het echt-Roomsche hart, jn de echt- Roomsche levensopvatting en levensbe schouwing van velen der leden. Dat is het toch, wat den arbeid-naar-buiten schoon maakt en vruchtbaar: de goede bedoeling, de oprecht-Roomsche mee ning, De geestelijke adviseur spoorde op de vergadering deze week de leden nog eens krachtig aan tot dat apostolaat van het voorbad» tol persoonlijke heiliging. Een week van de hoogste liturgische aan 'n hout op 't primitieve waren-uit stallinkje soms zelfs eenvoudig een kar gestoken, waar een wilde licht vlam flikkerend en dansend en razend van opvliegt, de standplaatsjes twijfelig beschijnend in ijlen lichtkring, waar dan de diep zwarte schaduwen om hen en sterk bij afsteken, En uit 't in de schemering wegdoeze lende marktpleintje zie je dian hier en daar meerdere lichtglimmingen van de stalletjes en wagens rondouime. .Bezijden staan 'r 'die uitstallinkjes van al wat maar 'bekoorlijks ter avondmarkt lijkt in 't gewoel en de donkering gevat, met de koopers en koopsters er tusschen en langs henen. Soms, als 'r eens een wit bekapt tentje tusschen is2 lijkt dat in die algeheele duisternis-vaging 'n flauwe schijn-witte ei.cfiim* als van 'n geest...u wit-bleek transparant, waar de kleine glimlichtplekjes daarbinnen zeverig door henen d'r lichtschijnsel uitglansen. Daartusschen donkeren die plompe kar ren der straatkooplui, die, om de zuinig heid, nog even wachten met icl'r licht te ontsteken, tof ook al meer en meer van die karren de lichttoortsen opflikke ren. Tot heel 't beknopte marktpleintje als 'n schimmige schemeiplek daar henen ligt in de Zaterdagavond-straatdirukte. 'n Druk, roezelig stadsbrokje, waar 't egale nachtgrauw ver over uitkoepelL En dan de verschillende jmarkttypen tus schen de venters en kooplui aan de wa gens. En Kf e koopers en koopsters die er dooreen warrelen. schoonheden, waarin ons de treffendstei waarheden worden verkondigd, wacht ans: de goede week. Een week van de hoogste liturgische schoonhedenIs het geen schande, dat niet-katholieken en ongeloovigen meermalen in verrukking staan voor 'de pracht onzer kerkelijke plechtigheden' en gebeden, terwijl wijL(, Dat we tenminste deze week trachten te genieten de heerlijkheid' der kerkelijke plechtigheden! Nu zou ik nog wel kunnen gaan praten over den nieuwen Biisschop van Roer mond, Mgr. Schrijinen, maar daar heeft u al zooveel in de courant over ge lezen. Even zij aangestipt, dat de nieuwe prelaat stamt uit een om haar godsdienst zin bekende familie, Hoe dikwijls wordt toch het spreekwoord bewaarheid r— of schoon er ook natuurlijk ujtzonderingen| zij!nl dat de appel niet ver van den boom valt. In een interview, dat Mgr. Schrijnen dezer dagen met een redacteur had, verklaarde Z. Di. H|. er allereerst naar te zullen streven den vrede te handhaven of te brengen. De vrede.,.,, 'n Kostbaar goed, Als ieder daarnaar streefde,- iwas deze aarde? niettegenstaande de gevolgen ider erfzonde, bijna een"para dijs! Nu is het vaak heel wat anders! Is dat ook niet onze persoonlijke schuld? Neem me niet kwalijk, geachte lezeres en lezer, 'dat ik 'dezen keer met een vraag van zoo ernstigen aard mijn graatje eindig. JAN. BINNENLAND. Vlootbemanning. De vBootuitbreiding, die voornamelijk voor de verdediging van Indië noodzake lijk wordt geacht, brengt mede dat, in teder geval en afgezien van de vraag omtrent den aard der te bouwen schepen een voorziening zal moeten worden ge troffen, ten einde te geraken tot een oplossing van het personeelsvraagstuk. Zooal's bekend is, zijn plannen in Voorbereiding om de bemanning der schepen in Indië voor een deel te doen bestaan uit inlanders, doch dit neemf niet weg, dat ook yen .nieuwe regeling noodig zal zijn, om over voldoend ge schikt Europeesch personeel) te kunnen beschikken. Daarvoor komen twee middelen in aan merking, namelijk verkorting van het dienstverband, -met het doel de vrijwil lige dienstneming te bevorderen, en uit breiding van de getalsterkte en verlen ging van den diensttijd van de zeemilitie. Naar wij vernemen, moet het thans echter niet liggen in het voornemen der Regeering voorstelen te doen, welke zouden leiden tot verzwaring van den milifiepiieht ten behoeve van den Zee dienst. i Wetenschappelijke reis doorNederland Professoren en studenten van de Ko ninklijke export-Aciadem ie te Fiume zul len onder algemeene leiding van profes sor -dr. Hajnal begin April eene weten schappelijke reis maken door Wlest-Euro- pa en ook gedurende eenige dagen ons land bezoeken. In het bijzonder zullen zij onze groote havenplaatsen bezichtigen, alsmede een aantal groote export-industrieën. Met het oog op onze scheepvaart en handel met Hongarije is deze excursie van groot belang. De leiding door pns land van het gfenootschap werd toevertrouwd aan de Nederl. Vereeniging voor Economische Geograp'hie te Den Haag, die in deze samenwerkt met het Bureau voor Han delsinlichtingen te Amsterdam. Beide in stellingen hebben reeds vroeger hare or ganisatie-talenten met suCces in dienst van de studeerende vreemdelingen ge steld. Te 's-Gravenhage zullen voor het ge zelschap eenige voordrachten worden ge houden over de Nederl'andsche nijverheid Van alles. Maar toch hoofdzakelijk 't volkselement. iBurgerwijfjes Ioopien er} die wel wat te missen hebben, en die tusschen d'e anderen door zoo zijlings-weg de waren loopen af te gluren, soms plots tusschen 't gewoel uitschietend als een snoek op| z'n prooi als ze iets zien dat van d'r gading is; 'n pulletje of 'n beeldje of een spiegeltje of 'n kleurig in mekaar gelijimd kralen doos je, dingetjes, waar ze dan den anderen dag, of als 'r familie komt, in d'r „mooie kamer" mee geu ren. Waar ze net doen of 't iets gewoons is? maar ondertusschen groeien in de ja- loersche blikken van de familie van y,d'r man's zuster", of „een nichf's die zich zoo'n weelde niet veroorlooven kunnen', Dit slag burgerjuffies loopt er veel op de Zatendagavondmarkt IWerkmenschen Ioopien er, met vrouw lief gearmd, die na de.Zaterdag- en week- drukte dat avondgeroezel als een gewilde afleiding, 'ns overdrentelen. Alles in Zaterdagavond'dosL Hij met 'n helder ruit-boezeroen van onder de jas kierend, luchtig en vroolijk lachend om zich blikkend. Zij met na de dagd'rukte en na 't aan kant zijn van d'r "huishouding, een schoone schort voor en ordelijk opgemaakte haartooi; met d'r mian mee drentelend, de avondL drukte door en de markt over, om te zien of ze er nog iets bruikbaars of noodigs voor de huishouding vinden kan; wat lint voor de hoed de Zondagsche van „Mientje", of wat sajet voor de kousjes fcian ^.kleine Jan", ^ie toch zoo vreeselijk veel slijt; of 'n nieuw thee- en handel1, in het bijzonder voorzoover deze in betrekking staat tot Hongarije, en over de NederlandsChe koloniën. Tuberculose-bestrijding. „De Tuberculose", het orgaan der Ne derl. (Centrale Vereeniging tot bestrijding der Tuberculose, gaf onlangs de vol gende getallen, die hoop geven op een verbeterden toestand in de toekomst met betrekking tot die gevreesde ziekte. Van 1895 tot 1910 daalde de tuberCu- losesterfte op 10.000 levenden be rekend in Engeland van 20.6 op 14.3 in Frankrijk van 34.8 (in 1900) op 21.7 i,n Duitsdhland van 24.8 pp 16.3; in Italië van 19.1 (in 1900) op 45.9; in de Vereenigde Staten van Amerika van 20.1 (in 1900) op 16.1 (1909). Dieze daling is een feit geworden, niet tegenstaande de industrie in .al! die lan den steeds toenam en een voortdurende trek der bevolking naar de groote steden voorwaarden sdhiep, die eer een stij'ging dan een daling der tuberCulosesterfte Zouden doen verwachten. Opiumgebruik in Indië. Die Ned. Anti-Opiumbbnd heeft in een adres aan den Minister Van Koloniën erop gewezen, dat sedert de werking 'der Opium regie het gebruik van opium op Java en Madoera niet is afgenomen; Bledroeg het debiet In 1904 slechts 735.225 thails, na eenige schommelingen is dit Cijfer opgeklommen tot 872.584 thails in 1912. Wiel is het aantal ver- doopplaatsen van 1025 tot 889 en het aantal bekende kitten van 75Q tot 488 Verminderd, maar een afname van het Verbruik heeft niet plaats gehad. Wel wordt dit in de Regeeringsstukken toe geschreven aan de klimmende econo mische welvaart der bevolking (wij mee- nen, dat ook de toename der bevolking een oorzaak zal zijn, zoodat nog niet aan een grooter hoofdelijk gebruik be hoeft te worden gedacht), maar de Bond is toóh niett evreden met het verkregen resultaat en spreekt den wensCh uit, dat er In Indië een besliste opium-verbods- politiek zal worden gevoerd. Thans is de opbrengst der regie van f 14.523.126 geklommen tot f 17.937.494. De Bond wil deze Cijfers geleidelijk zien afnemen door soortgelijke maatregelen als ook in China en Corea, op Formosa en de Philip pijn en werden toegepast, waartoe Nederland zich verbonden heeft door de onderteekening der Opium-conventie van 13 Januar i 1912. De Bond herinnert eraan, dat door den heer Bogaardt C.s. bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal een motie aanhangig is gemaakt, betreffende een verbod van Verkoop, vervoer en bezit van opium1 in Nlederlandsch-Indië en verzoekt 1. alle maatregelen te nemen, die tot een duurzame en krachtig voortschrij dende beperking van het opiumverbruik in Ned.-Indië zullen blijken noodig te 4j'n i 2. een onderzoek te doen instellen naar de mogelijkhveid om binnen afzienbaren tijd voor Nederll-Indië te komen tot .een algeheel jopiumverbod. 3. bijaldien de Regeering instemt met de meening Van adressant, dat het wen- schel'ijk is zoodanige toenemende .mate Vermindering der opbrengst van de regie is te verwachten, eene verklaring als bo ven bedoeld, aan de StatenGeneraal te doen toekomen op een door de Regee ring daarvoor uit te kiezen tijdstip. De boerenleenbank te Zundert. In No. 21 der Mededeel'ingen van de Coöperatieve Boerenleenbank te Eind hoven wordt van het gebeurde jnet den kassier te Zundert nu een offiCieel'e le zing gegeven. Daarin wordt vastgesteld, dat de Bank voor f 8000 Ss bedrogen en dat omtrent verschillende andere be driegerijen tot een gezamenlijk bedrag van f 11.000 nog een pader onderzoek moet plaats hebben. Het vertrouwen in do Bank is niet geschokt. Van zeefje, waar ook gebrek aan ïs dinge tjes die je er vindt en waar je op de markt altijd nog-es goed mee terecht kan* Ook zijn 'r huismoeders, die 'r voor 'n paar dagen kool of andere groente opdoen, Of straatjochies, die 'ns te gast gaan aan „room-ijls" óf plisangsi. Of luidjes, die 'ns goedkoop 'n kistje rookertjies voor 'n heele week in voor raad zien machtig te worden. Ook schooierende luiaards, of bekende straattypen, slenteren ér, als echte Jan tjes van Leiden, onverschillig door de marktkoopers en'kijkers heen. Spins twee of drie „kameraden" bijeen, waar ze eens bij 'n uitstallink je staan blijjven rede nee ren, onder d'r spreken en gezwets door met duvelende oogjes loerend naar de koopwaar, maar scherp in 't vizier gehouden door de kooplui, die zulke klantjeskennen. Bejaarde, snibbige, bijdehand e burger juffies loopen er tusschen, doorkneed in marktzaken, en die heusch geen kat in den zak zullen koopen. Blekende figuren bij de kooplieden en venters, die van stille oogenblikken, als er weinig of geen menschen bij een standje staan, gebruik maken, om 'r zoo kalm weg en schijn baar achteloos de boel eens op te nemen, met 'n ik heb heelemaal niks noodig-ge- zicht Zoo'n koopman probeert dan toch met alle hem ten dienste staande middelen en met alle mogelijke moeite z'n waar kwijt te worden, tot 't juffie zich dan toch ten laatste vermurwen laat, en „om van 't gezanik af te komen" dan toch maar "wat de f 170.000 spaargeld is nog geen f 20.000 teruggevraagd. Aan het einde van het overzicht wordt er door hef Bankbestuur op gewezen, dat de Raad van Toezicht en het Bestuur te Zuindert geregeld de voorgeschreven vergaderin gen hielden en daarop de boeken en bescheiden onderzochten. Hieraan is het zeker toe te schrijden, dat de kassier, eerst it oen de nood klaarblijkelijkl zeer hoog gestegen was, knoeierijen begon te plegen in de Boerenleenbank (Juli 1913). Ook deze zou men nog ontdekt hebben, indien Bestuur en [Raad van Toe zicht de beekjes der inleggers en yoon- sdbotnemers met de Grootboeken en het Dagboek (hadden vergeleken. D|e Statuten of het Huishoudelijk Reglement schrij ven het opvragen der boekjes wil is waar niet voor, zoodat den bleheerdereri 'geen plichtsverzuim verweten kan wor den, maar had men in deze er naar gestreefd uit te voeren, wat door het Bankbestuur meermallen is gevraagd en waarop o.a. ook bij de Leergangen is aangedrongen, had men nl. omstreeks Nieuwjaar alle boekjes opgevraagd, dan was het bedrog van den kassier eenige) weken eer ontdekt. De groote les, die dus uit het ge beurde te Zundert voor de Bieheerders onzer Boerenleenbanken te trekken Valt is deze: 1 Vraagt minstens eens per jaar alle boekjes op. Laat deze "boekjes inleveren b'.Vt'ten huize van den directeur. Geeft den ouders een ontvangstbewijs (formu lier 29) en vergelijkt zorgvuldig alle boekjes met de boeken van den kassier. Voert men dezen maatregel algemeen in, jdat zal' ook uit het Zundertsche kwaad iets goeds geboren zijn. Een klink nde loftuiting. Wij lezen In |de (A.R.) „Rotterdammer" Het April-numiner van de „Gids" bevat een klinkende loftuiting op het Minis^- terie-Coit van der Linden en op Minister Cort van der Linden. Onder den titel „Het rechtechap^n ge moed" geeft fdr. Golenbrander zijln warme •lofspraak. Dat overdrijving piet wordt gemist, blijkt uit eene passage als deze: „Wan neer (de heer Cort van der Linde^ [morgen viel, zou zijln Ministerie reeds hierdoor gedenkwaardig blijven, dat hij het eerst na hoe langen tijd! weer eens een voorbeeld gesteld heeft van greoten gou- vernementeelen .stijl. Thorbeckiaansch, is er gezegd. (Terecht, wanneer men daan- mede heeft willen te kennen geven, dat alleen het zeer hooge gebruikt kan worden als (maatstaf ter vergelijjkingook terecht, in zoover kortheid een der meest kenmerkende eigenschappen van beiden, is. Maar zeer ten onrechte, als men daanmede ide welsprekendheid van den heer Cort van der Linden aan "die van Thorbecke geheel heeft willen gelijk stellen. iZjj' is heel andersminder veer krachtig, warmer, menschelijker. Veel minder volmaakt in den vorm zeker, maar meer overspringende tot de bevatting van den tegenstander; minder van dwingend^ dan van winnende kracht"* Van grooten stijl gesproken, waarlijk, slechts (glimlachend kan men de bewering aanvaarden, dat deze voor het eerst na een lang verleden weder achter de jVli- nisterstafel werd vernomen. Men denke alleen maar aan het Muiis- terie-Kuyper! In denzelfiden toonaard is het slot ge steld, waarin dr. Colenbrander zijn oor deelvellingen gaamvat, als hij"! zegt: „Had iemand durven hopen, dat deze extra-parlementariër [het in Nveinige maan den zóóver zou hebben gestuurd? Dank zij juist inzicht en kloeke besluitvaardigr heid zeker; bovenal idank zij het „recht schapen gemoed"* Vergis ik ,mij., of worden hem reeds uit het volk, waartoe hij, over de hoofden der Kamerpartijen heen, het achtbaar ge laat Avfendde, blikken van goede ver- meeneemt, na eindelooze afpingeling en lager biedend, ten slotte vergenoegd weg gaand? blij en knus, met schik in d'r eigen van toch zoo goochem te zijn. Zoo woelen in groote verscheidenheid daar de koopers en koopsters-typen. Zoo staan daar Zaterdagsavonds op da,t stadspleintje dë marktkooplui, waarvan de meesten wel zelve Leidenaars, d'r wa ren aan te prijzen, ieder op 'eigen manier. En al is onze Zaderd'agavondmarkt dan niet van dien omvang als vele elders, toch biedt dat stukje handelsleven telken male weer z'n aparte eigenaardigheid. 't Is een genoegen je er eens tusschen te begeven en al 'dat gedoe om je heen ga' te slaan, 'n Brokje tierig stadsleven In schimmig lichtschemer. Vroeger zagen we 'r wel eens echt ordinaire typen bij d'e kooplui en ven ters? stond 'n meermalen 'n oi£d, vies kereltje met 'n grooten kring van aan dachtig gehoor om zich verzameld, schun nige krantjes en liedjes uit te kramen* Maar dergelijk marktvuil missen we hU gelukkig. En als 't later en later op den avond wordt, dooven een voor een de licht toortsen en rijden de kooplui? sleeperig d'r karretjes voortduwend, na den avond van „handel" naar huis toe* Door de stille straten, waar dan zwarte nachtnevelen ïn rondspoken, en waar 't krakend wagengeratel hol In opklinkt»,, ZaterdagavondmarkLy, KEESL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 3