„Leidsche Beelden".
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 4 Apiil no. 1362.
üc Week
In het Buitenland.
Wat blieft u, m^n heer komkommertijd
in het buitenland. Och kom, dat meent
u niet. Om maar iets te noemen. Die
bladen hebben deze week volgestaan met
berichten soms lijnrecht met elkander
in tegenspraak .over den val van?
T/orreon in Mexico. Neemt u mij niet
IdwaÜjfc, dat ik u onderbreek, maar u
spreekt daar van tegenstrijdige bericht
ten. Dat in de wereld sturen van tegen
strijdige berichten bewijst toch dat er
gelogen of liever onwaarheid gesproken
wordt. Wielhu, er wordt pas onwaarheid
gesproken als er geen .nieuws of geen
Interessant nieuws is. iff® hield miijh
/Opposant vol: het is komkommertijd.
Ik probeer 's mans hersenen zoo te
bewerken dat hij! inziet, dat er nog an
dere redenen kunnen bestaan behalve het
Ontbreken van Interessant nieuws, om
leugens te vertellen. De praktijk van het
dagelijiksch leven ien de droevige er
varing van velen toont dat duidelijk
aan. Eindelijk zijln wij het eens» Ver
beeldt U ook, waar andere menschen
diep overtuigd zijn dat de pers en zijn
(Verzorgers de waarheid in pacht heb-
'blen en als summum van zekerheid en
'veiligheid beweren>„'t Staat toch in
de Courant", daar zou een ander durven
verkondigen, dat de pers in den kom-
kjomimertijd liegt. Foei dan Toch. Wie
Zijn heelemaal uit den koers geraakt
nu men ons aanviel in iets wat een jour
nalist het dierbaarste is. l
't Is in Zuid-Albanië al evenmin ro
zengeur en maneschij'n als ergens anders.
Men hoopte en verwachtte dat na het
Verschijn en van den ni euwen vorst rust
en vrede zou gaan heerschen in het
nieuwe rijde. Maar jawel, .vechten, moor
den eh plunderen zijd aan .de orde van
den dag.
Luistert U maar eens even naar de
laatste berichten uit Durazzo, dan kunt
U zelf oordeelen. t
Volgens een telegram zijln de rebellen
gisteren voor Koritza aangekomen. Z,ij
bombardeerden de stad. Een bloedig ge-
Vecht wordt tusschen de rebellen eji de
gendarmen, het garnizoen der stad, ge
leverd. Omtrent den uitslag is nog niets
blekend. Volgens een later bericht is de
Nlederl'andscihe commandant Snellen van
Viollenhoven blij het jongste gevecht
z!waar gewond. Het landgoed van Mju-
fis Bey, den minister van justice, aan
de Labohara is door de rebellen ge
plunderd en in brand gestoken. D|e schar
de zou meer dan .200.000 francs her
dragen.
Niet overal zit de politieke horiZÖh
met donderkoppen. B|ij onze overburen
aan de andere zijde van het Kanaal! 'be-
ginnen de donkere wolken van Homo-
rule en Ulster-kwesties wat op te trek
ken.
De „Times" toont zich bijzonder op
timistisch ten opzichte van den pollir
tieken toestand. „De algemeene indruk,
zoo schrijft het EngeHche blad o.él, is
^eell hoopvoller ^en gunstiger dan dit
sedert lang het 'geval was, vooral se
dert het afbreken van de besprekin
gen tusschen Asquith en Bonar Law.
Die federalisten (zij! die een oplossing
wenschen in federalen zin) winnen meer
en meer aan invloed en hoewel dit pron
bleem' zeer ernstige practische moeilijk
heden met zich brengt, maakt het stre
ven naar verzoening in die richting toch
vooruitgang".
Reuter maakte ook reeds melding van
.enkele feiten, die op een 'toenemJeJnde
Ontspanning wijzen. Zoo het vertrek van
den koning uit Londen naar Windsor,
XXXVI.
„Zaterdagavond-markt."
Oh? menig Leidenaar is 'r, die de Za-
terdagavondimarkt niet eens kent.
't Burger juffies-, volksvrouwtjes- en
koopmans-geroezel Zaterdagsavonds daar
achter de Haarlemmerstraat
En al is die Zaterdagavond-markt niet
van dien omvang als die 's ochtends ge-
houdene, niet van 'die afmeting als een
avondmarkt, zooals we die in verschei
dene andere steden kennen, als de Za-
terdagavondUiarkt in 't Haagje bijvoor
beeld, doch is 't een geregeld terugkeej-
rend iets, elk week-einde weer,
Zoo'n avondmarkt, in 't duister, met
z'n walmenden nevelschijjn en z'n drukke
geroezemoes van alle week weer de
zelfde menschen, biedt z'n eigen be
koring,
Je moet die marktd'rukte zien opkomen»
Langzaam aan zien aangroeien.
Die drukte daar van Werkmenschen en
volksvrouwen, van dienstmeisjes en bur
gervrouwtjes. Dat menschengewarrel van
allerhande slag.
En de d'r waren-roem aanprijzende en
uitzingende kooplui en venters.
Langzaam en stilkens-aan komt. de
avondidonkering over 't marktgedrentel
vagen, waar alles in dreigt wieg te slui
eren.
Maar dan komen hier en daar en gin-
t de lichten der kooplui opflikkerenj
De vettig door-oliede blakerlampen,
en vooral het besluit van de unionist
ten in East Fife .om tegenover As-
quith geen candidaat te Stellen.
Hoewel' b'ij die daad oök wel de over
weging kan hebben voorgezeten, dat men
zich niet aan een verpletterende neder-
l'aag wilde blootstellen, zien wij in die
onthouding toch liever een uiting van
die necht-Engelschen geest van hoffe
lijkheid tegenover gezaghebbende tegen
standers, waartegen in politieken harts
tocht misschien wel eens een keer ge
zondigd wordt, maar die zich toch nooit
geheel verloochent.
Laten we het hop'Ui. 1
jLEO.
Weekpraatje.
'tls stil in de politiek. Men zal het
waarschijnlijk ,niet mis raden, als men
propheteert, dat het de stilte is, die het
onweer voorafgaat. iWiant dat het on
weer en zal, als de Kamer weer bijleen-
komt, staat buiten allen twijfel, dunkt mieL
Die stilte kan echter verderfelijk werken,
zooals deze week op de jaarvergadering
van de Leidsche Jonge Garde werd be
wezen,. Telde die vereeniging verleden
jaar werkende leden in overvloed, dit
jaar Waren ze bij de kiezerskweek bijna
niet te vinden. Eerst moet het, naar het
schijnt, weer gaan rommelen in de poli
tieke sfeer, voordat het vuur, d'e actie,
de geestdrift weer in de gelederen komt,
Dat ji's toch een verkeerde gesteltenis,
A 11 ij d de handen aan de ploeg; a 11 ij d
werken, met het schoone, bezielende doel
voor oogen, de overwinning van de
christefljke beginselen, ook op politiek
gebied. Werken, zooals de omstandig
heden dat vragen. Wordt er b.v, n u wel
aan gedacht om te gaan zien, of men
op de kiezerslijist is geplaatst, en om
anderen aan te sporen, zich daarvan te
overtuigen. Men wete toch wel, dat de
kiezerslijst tot den 21sten April óp de
secretarie van Iedere gemeente 'ter In
zage ligt, en dat dit geen loutere formali
teit is. Ieder beeft het recht daar te
gaan nazien, of hij wel op de kiezers
lijist yoorkomt, en zoo ja, of zijn naam,
geboortedatum, woonplaats nauwkeurig
zijn weergegeven. Men denke niet: „Ik
heb mij opgegeven" of: „Ik heb mijn
belasting op tijid betaald", „want daar
door is men er nog niet zeker van, dat
men op de kiezerslijst voorkomt. Wer
kelijk ,'t. zou niet den eersten keer zijn
dat men bij. een verkiezing tot zijn groote
verbazing bemerkte, dat hij niet gerech
tigd was om te stemmen, daar hij, niet
op de kiezerslijst voorkwam. Dan is er
niets meer aan te doen en heeft men er
eenvoudig in te berusten. Nu is het ide
tijid om te zorgen, dat de "fout verbeterd
wordt,- als men soms mocht vergeten zijn.
Dat allen er zich dus van overtuigen, of
zij op 'de kiezerslijst zjjn geplaatst. En
denkt nu nieter zijn van het jaar toch
geen verkiezingen. Dat is lang niet zeker;
niemand kan daaromtrent iets voor
spellen.
Uitgangspunt van ons praatje over de
kiezerslijst was ?,De Jonge Garde", aan
welke vereeniging wij wel eens, heel be-
scheidenlijik, onzen oprechten lof en onze
ware hulde mogen toezwaaien. Zonder
overdrijving, er is door „De Jonge
Garde" in Leiden op het terrein van het
openbare Roomsche leven zoo veel, zoo
bijzonder veel goeds tot stand gebracht.
En van de vruchten, welke .gerijpt zijn
in het openbare leven, ligt de kiem in
het echt-Roomsche hart, jn de echt-
Roomsche levensopvatting en levensbe
schouwing van velen der leden. Dat is
het toch, wat den arbeid-naar-buiten
schoon maakt en vruchtbaar: de goede
bedoeling, de oprecht-Roomsche mee
ning, De geestelijke adviseur spoorde op
de vergadering deze week de leden nog
eens krachtig aan tot dat apostolaat van
het voorbad» tol persoonlijke heiliging.
Een week van de hoogste liturgische
aan 'n hout op 't primitieve waren-uit
stallinkje soms zelfs eenvoudig een
kar gestoken, waar een wilde licht
vlam flikkerend en dansend en razend
van opvliegt, de standplaatsjes twijfelig
beschijnend in ijlen lichtkring, waar dan
de diep zwarte schaduwen om hen en
sterk bij afsteken,
En uit 't in de schemering wegdoeze
lende marktpleintje zie je dian hier en
daar meerdere lichtglimmingen van de
stalletjes en wagens rondouime.
.Bezijden staan 'r 'die uitstallinkjes van
al wat maar 'bekoorlijks ter avondmarkt
lijkt in 't gewoel en de donkering gevat,
met de koopers en koopsters er tusschen
en langs henen. Soms, als 'r eens een
wit bekapt tentje tusschen is2 lijkt dat in
die algeheele duisternis-vaging 'n flauwe
schijn-witte ei.cfiim* als van 'n geest...u
wit-bleek transparant, waar de kleine
glimlichtplekjes daarbinnen zeverig door
henen d'r lichtschijnsel uitglansen.
Daartusschen donkeren die plompe kar
ren der straatkooplui, die, om de zuinig
heid, nog even wachten met icl'r licht
te ontsteken, tof ook al meer en meer
van die karren de lichttoortsen opflikke
ren.
Tot heel 't beknopte marktpleintje als
'n schimmige schemeiplek daar henen
ligt in de Zaterdagavond-straatdirukte. 'n
Druk, roezelig stadsbrokje, waar 't egale
nachtgrauw ver over uitkoepelL
En dan de verschillende jmarkttypen tus
schen de venters en kooplui aan de wa
gens.
En Kf e koopers en koopsters die er
dooreen warrelen.
schoonheden, waarin ons de treffendstei
waarheden worden verkondigd, wacht
ans: de goede week. Een week van de
hoogste liturgische schoonhedenIs
het geen schande, dat niet-katholieken en
ongeloovigen meermalen in verrukking
staan voor 'de pracht onzer kerkelijke
plechtigheden' en gebeden, terwijl wijL(,
Dat we tenminste deze week trachten te
genieten de heerlijkheid' der kerkelijke
plechtigheden!
Nu zou ik nog wel kunnen gaan praten
over den nieuwen Biisschop van Roer
mond, Mgr. Schrijinen, maar daar heeft
u al zooveel in de courant over ge
lezen. Even zij aangestipt, dat de nieuwe
prelaat stamt uit een om haar godsdienst
zin bekende familie, Hoe dikwijls wordt
toch het spreekwoord bewaarheid r— of
schoon er ook natuurlijk ujtzonderingen|
zij!nl dat de appel niet ver van den
boom valt. In een interview, dat Mgr.
Schrijnen dezer dagen met een redacteur
had, verklaarde Z. Di. H|. er allereerst
naar te zullen streven den vrede te
handhaven of te brengen. De vrede.,.,,
'n Kostbaar goed, Als ieder daarnaar
streefde,- iwas deze aarde? niettegenstaande
de gevolgen ider erfzonde, bijna een"para
dijs! Nu is het vaak heel wat anders!
Is dat ook niet onze persoonlijke
schuld? Neem me niet kwalijk, geachte
lezeres en lezer, 'dat ik 'dezen keer met
een vraag van zoo ernstigen aard mijn
graatje eindig. JAN.
BINNENLAND.
Vlootbemanning.
De vBootuitbreiding, die voornamelijk
voor de verdediging van Indië noodzake
lijk wordt geacht, brengt mede dat, in
teder geval en afgezien van de vraag
omtrent den aard der te bouwen schepen
een voorziening zal moeten worden ge
troffen, ten einde te geraken tot een
oplossing van het personeelsvraagstuk.
Zooal's bekend is, zijn plannen in
Voorbereiding om de bemanning der
schepen in Indië voor een deel te doen
bestaan uit inlanders, doch dit neemf
niet weg, dat ook yen .nieuwe regeling
noodig zal zijn, om over voldoend ge
schikt Europeesch personeel) te kunnen
beschikken.
Daarvoor komen twee middelen in aan
merking, namelijk verkorting van het
dienstverband, -met het doel de vrijwil
lige dienstneming te bevorderen, en uit
breiding van de getalsterkte en verlen
ging van den diensttijd van de zeemilitie.
Naar wij vernemen, moet het thans
echter niet liggen in het voornemen der
Regeering voorstelen te doen, welke
zouden leiden tot verzwaring van den
milifiepiieht ten behoeve van den Zee
dienst. i
Wetenschappelijke reis doorNederland
Professoren en studenten van de Ko
ninklijke export-Aciadem ie te Fiume zul
len onder algemeene leiding van profes
sor -dr. Hajnal begin April eene weten
schappelijke reis maken door Wlest-Euro-
pa en ook gedurende eenige dagen ons
land bezoeken.
In het bijzonder zullen zij onze groote
havenplaatsen bezichtigen, alsmede een
aantal groote export-industrieën. Met het
oog op onze scheepvaart en handel met
Hongarije is deze excursie van groot
belang.
De leiding door pns land van het
gfenootschap werd toevertrouwd aan de
Nederl. Vereeniging voor Economische
Geograp'hie te Den Haag, die in deze
samenwerkt met het Bureau voor Han
delsinlichtingen te Amsterdam. Beide in
stellingen hebben reeds vroeger hare or
ganisatie-talenten met suCces in dienst
van de studeerende vreemdelingen ge
steld.
Te 's-Gravenhage zullen voor het ge
zelschap eenige voordrachten worden ge
houden over de Nederl'andsche nijverheid
Van alles. Maar toch hoofdzakelijk 't
volkselement.
iBurgerwijfjes Ioopien er} die wel wat
te missen hebben, en die tusschen d'e
anderen door zoo zijlings-weg de waren
loopen af te gluren, soms plots tusschen
't gewoel uitschietend als een snoek
op| z'n prooi als ze iets zien dat van
d'r gading is; 'n pulletje of 'n beeldje
of een spiegeltje of 'n kleurig in mekaar
gelijimd kralen doos je, dingetjes, waar ze
dan den anderen dag, of als 'r familie
komt, in d'r „mooie kamer" mee geu
ren. Waar ze net doen of 't iets gewoons
is? maar ondertusschen groeien in de ja-
loersche blikken van de familie van y,d'r
man's zuster", of „een nichf's die zich
zoo'n weelde niet veroorlooven kunnen',
Dit slag burgerjuffies loopt er veel op
de Zatendagavondmarkt
IWerkmenschen Ioopien er, met vrouw
lief gearmd, die na de.Zaterdag- en week-
drukte dat avondgeroezel als een gewilde
afleiding, 'ns overdrentelen.
Alles in Zaterdagavond'dosL
Hij met 'n helder ruit-boezeroen van
onder de jas kierend, luchtig en vroolijk
lachend om zich blikkend. Zij met na de
dagd'rukte en na 't aan kant zijn van
d'r "huishouding, een schoone schort
voor en ordelijk opgemaakte haartooi;
met d'r mian mee drentelend, de avondL
drukte door en de markt over, om te zien
of ze er nog iets bruikbaars of noodigs
voor de huishouding vinden kan; wat
lint voor de hoed de Zondagsche
van „Mientje", of wat sajet voor de
kousjes fcian ^.kleine Jan", ^ie toch zoo
vreeselijk veel slijt; of 'n nieuw thee-
en handel1, in het bijzonder voorzoover
deze in betrekking staat tot Hongarije,
en over de NederlandsChe koloniën.
Tuberculose-bestrijding.
„De Tuberculose", het orgaan der Ne
derl. (Centrale Vereeniging tot bestrijding
der Tuberculose, gaf onlangs de vol
gende getallen, die hoop geven op een
verbeterden toestand in de toekomst met
betrekking tot die gevreesde ziekte.
Van 1895 tot 1910 daalde de tuberCu-
losesterfte op 10.000 levenden be
rekend in Engeland van 20.6 op 14.3
in Frankrijk van 34.8 (in 1900) op 21.7
i,n Duitsdhland van 24.8 pp 16.3; in
Italië van 19.1 (in 1900) op 45.9; in
de Vereenigde Staten van Amerika van
20.1 (in 1900) op 16.1 (1909).
Dieze daling is een feit geworden, niet
tegenstaande de industrie in .al! die lan
den steeds toenam en een voortdurende
trek der bevolking naar de groote steden
voorwaarden sdhiep, die eer een stij'ging
dan een daling der tuberCulosesterfte
Zouden doen verwachten.
Opiumgebruik in Indië.
Die Ned. Anti-Opiumbbnd heeft in een
adres aan den Minister Van Koloniën
erop gewezen, dat sedert de werking
'der Opium regie het gebruik van opium
op Java en Madoera niet is afgenomen;
Bledroeg het debiet In 1904 slechts
735.225 thails, na eenige schommelingen
is dit Cijfer opgeklommen tot 872.584
thails in 1912. Wiel is het aantal ver-
doopplaatsen van 1025 tot 889 en het
aantal bekende kitten van 75Q tot 488
Verminderd, maar een afname van het
Verbruik heeft niet plaats gehad. Wel
wordt dit in de Regeeringsstukken toe
geschreven aan de klimmende econo
mische welvaart der bevolking (wij mee-
nen, dat ook de toename der bevolking
een oorzaak zal zijn, zoodat nog niet
aan een grooter hoofdelijk gebruik be
hoeft te worden gedacht), maar de Bond
is toóh niett evreden met het verkregen
resultaat en spreekt den wensCh uit, dat
er In Indië een besliste opium-verbods-
politiek zal worden gevoerd. Thans is
de opbrengst der regie van f 14.523.126
geklommen tot f 17.937.494. De Bond
wil deze Cijfers geleidelijk zien afnemen
door soortgelijke maatregelen als ook
in China en Corea, op Formosa en de
Philip pijn en werden toegepast, waartoe
Nederland zich verbonden heeft door de
onderteekening der Opium-conventie van
13 Januar i 1912.
De Bond herinnert eraan, dat door den
heer Bogaardt C.s. bij de Tweede Kamer
der Staten-Generaal een motie aanhangig
is gemaakt, betreffende een verbod van
Verkoop, vervoer en bezit van opium1 in
Nlederlandsch-Indië en verzoekt
1. alle maatregelen te nemen, die tot
een duurzame en krachtig voortschrij
dende beperking van het opiumverbruik
in Ned.-Indië zullen blijken noodig te
4j'n i
2. een onderzoek te doen instellen naar
de mogelijkhveid om binnen afzienbaren
tijd voor Nederll-Indië te komen tot .een
algeheel jopiumverbod.
3. bijaldien de Regeering instemt met
de meening Van adressant, dat het wen-
schel'ijk is zoodanige toenemende .mate
Vermindering der opbrengst van de regie
is te verwachten, eene verklaring als bo
ven bedoeld, aan de StatenGeneraal te
doen toekomen op een door de Regee
ring daarvoor uit te kiezen tijdstip.
De boerenleenbank te Zundert.
In No. 21 der Mededeel'ingen van de
Coöperatieve Boerenleenbank te Eind
hoven wordt van het gebeurde jnet den
kassier te Zundert nu een offiCieel'e le
zing gegeven. Daarin wordt vastgesteld,
dat de Bank voor f 8000 Ss bedrogen
en dat omtrent verschillende andere be
driegerijen tot een gezamenlijk bedrag
van f 11.000 nog een pader onderzoek
moet plaats hebben. Het vertrouwen in
do Bank is niet geschokt. Van
zeefje, waar ook gebrek aan ïs dinge
tjes die je er vindt en waar je op de markt
altijd nog-es goed mee terecht kan*
Ook zijn 'r huismoeders, die 'r voor
'n paar dagen kool of andere groente
opdoen,
Of straatjochies, die 'ns te gast gaan
aan „room-ijls" óf plisangsi.
Of luidjes, die 'ns goedkoop 'n kistje
rookertjies voor 'n heele week in voor
raad zien machtig te worden.
Ook schooierende luiaards, of bekende
straattypen, slenteren ér, als echte Jan
tjes van Leiden, onverschillig door de
marktkoopers en'kijkers heen. Spins twee
of drie „kameraden" bijeen, waar ze
eens bij 'n uitstallink je staan blijjven rede
nee ren, onder d'r spreken en gezwets
door met duvelende oogjes loerend naar
de koopwaar, maar scherp in 't vizier
gehouden door de kooplui, die zulke
klantjeskennen.
Bejaarde, snibbige, bijdehand e burger
juffies loopen er tusschen, doorkneed in
marktzaken, en die heusch geen kat in
den zak zullen koopen. Blekende figuren
bij de kooplieden en venters, die van
stille oogenblikken, als er weinig of geen
menschen bij een standje staan, gebruik
maken, om 'r zoo kalm weg en schijn
baar achteloos de boel eens op te nemen,
met 'n ik heb heelemaal niks noodig-ge-
zicht
Zoo'n koopman probeert dan toch met
alle hem ten dienste staande middelen en
met alle mogelijke moeite z'n waar kwijt
te worden, tot 't juffie zich dan toch ten
laatste vermurwen laat, en „om van 't
gezanik af te komen" dan toch maar "wat
de f 170.000 spaargeld is nog geen
f 20.000 teruggevraagd. Aan het einde
van het overzicht wordt er door hef
Bankbestuur op gewezen, dat de Raad
van Toezicht en het Bestuur te Zuindert
geregeld de voorgeschreven vergaderin
gen hielden en daarop de boeken en
bescheiden onderzochten. Hieraan is het
zeker toe te schrijden, dat de kassier,
eerst it oen de nood klaarblijkelijkl zeer
hoog gestegen was, knoeierijen begon
te plegen in de Boerenleenbank (Juli
1913). Ook deze zou men nog ontdekt
hebben, indien Bestuur en [Raad van Toe
zicht de beekjes der inleggers en yoon-
sdbotnemers met de Grootboeken en het
Dagboek (hadden vergeleken. D|e Statuten
of het Huishoudelijk Reglement schrij
ven het opvragen der boekjes wil is
waar niet voor, zoodat den bleheerdereri
'geen plichtsverzuim verweten kan wor
den, maar had men in deze er naar
gestreefd uit te voeren, wat door het
Bankbestuur meermallen is gevraagd en
waarop o.a. ook bij de Leergangen is
aangedrongen, had men nl. omstreeks
Nieuwjaar alle boekjes opgevraagd, dan
was het bedrog van den kassier eenige)
weken eer ontdekt.
De groote les, die dus uit het ge
beurde te Zundert voor de Bieheerders
onzer Boerenleenbanken te trekken Valt
is deze: 1
Vraagt minstens eens per jaar alle
boekjes op. Laat deze "boekjes inleveren
b'.Vt'ten huize van den directeur. Geeft
den ouders een ontvangstbewijs (formu
lier 29) en vergelijkt zorgvuldig alle
boekjes met de boeken van den kassier.
Voert men dezen maatregel algemeen
in, jdat zal' ook uit het Zundertsche kwaad
iets goeds geboren zijn.
Een klink nde loftuiting.
Wij lezen In |de (A.R.) „Rotterdammer"
Het April-numiner van de „Gids" bevat
een klinkende loftuiting op het Minis^-
terie-Coit van der Linden en op Minister
Cort van der Linden.
Onder den titel „Het rechtechap^n ge
moed" geeft fdr. Golenbrander zijln warme
•lofspraak.
Dat overdrijving piet wordt gemist,
blijkt uit eene passage als deze: „Wan
neer (de heer Cort van der Linde^ [morgen
viel, zou zijln Ministerie reeds hierdoor
gedenkwaardig blijven, dat hij het eerst
na hoe langen tijd! weer eens een
voorbeeld gesteld heeft van greoten gou-
vernementeelen .stijl. Thorbeckiaansch, is
er gezegd. (Terecht, wanneer men daan-
mede heeft willen te kennen geven, dat
alleen het zeer hooge gebruikt kan
worden als (maatstaf ter vergelijjkingook
terecht, in zoover kortheid een der meest
kenmerkende eigenschappen van beiden,
is. Maar zeer ten onrechte, als men
daanmede ide welsprekendheid van den
heer Cort van der Linden aan "die van
Thorbecke geheel heeft willen gelijk
stellen. iZjj' is heel andersminder veer
krachtig, warmer, menschelijker. Veel
minder volmaakt in den vorm zeker, maar
meer overspringende tot de bevatting van
den tegenstander; minder van dwingend^
dan van winnende kracht"*
Van grooten stijl gesproken, waarlijk,
slechts (glimlachend kan men de bewering
aanvaarden, dat deze voor het eerst na
een lang verleden weder achter de jVli-
nisterstafel werd vernomen.
Men denke alleen maar aan het Muiis-
terie-Kuyper!
In denzelfiden toonaard is het slot ge
steld, waarin dr. Colenbrander zijn oor
deelvellingen gaamvat, als hij"! zegt:
„Had iemand durven hopen, dat deze
extra-parlementariër [het in Nveinige maan
den zóóver zou hebben gestuurd? Dank
zij juist inzicht en kloeke besluitvaardigr
heid zeker; bovenal idank zij het „recht
schapen gemoed"*
Vergis ik ,mij., of worden hem reeds
uit het volk, waartoe hij, over de hoofden
der Kamerpartijen heen, het achtbaar ge
laat Avfendde, blikken van goede ver-
meeneemt, na eindelooze afpingeling en
lager biedend, ten slotte vergenoegd weg
gaand? blij en knus, met schik in d'r
eigen van toch zoo goochem te zijn.
Zoo woelen in groote verscheidenheid
daar de koopers en koopsters-typen.
Zoo staan daar Zaterdagsavonds op da,t
stadspleintje dë marktkooplui, waarvan
de meesten wel zelve Leidenaars, d'r wa
ren aan te prijzen, ieder op 'eigen manier.
En al is onze Zaderd'agavondmarkt dan
niet van dien omvang als vele elders,
toch biedt dat stukje handelsleven telken
male weer z'n aparte eigenaardigheid.
't Is een genoegen je er eens tusschen
te begeven en al 'dat gedoe om je heen
ga' te slaan,
'n Brokje tierig stadsleven In schimmig
lichtschemer.
Vroeger zagen we 'r wel eens echt
ordinaire typen bij d'e kooplui en ven
ters? stond 'n meermalen 'n oi£d, vies
kereltje met 'n grooten kring van aan
dachtig gehoor om zich verzameld, schun
nige krantjes en liedjes uit te kramen*
Maar dergelijk marktvuil missen we hU
gelukkig.
En als 't later en later op den avond
wordt, dooven een voor een de licht
toortsen en rijden de kooplui? sleeperig
d'r karretjes voortduwend, na den avond
van „handel" naar huis toe*
Door de stille straten, waar dan zwarte
nachtnevelen ïn rondspoken, en waar 't
krakend wagengeratel hol In opklinkt»,,
ZaterdagavondmarkLy,
KEESL