Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 14 Maart. no. 1344
De Week
in liet Buitenland.
Wat al kwellingen, wat een eindeloop
aantal slapelooze en in de grootste kom
mer en ellende doorgebrachte nachten
hebben de Duitsche legerautoriteiten in
den 'aatsten tijd medegemaakt. Nauwe
lijks is de Zabern-kwestie met ai zijn
verwikkelingen van liet tooneel verdwe
nen en hoopte men werkelijk weder een
tijd van rust en kalmte te zijn ingegaan,
of een ander spookbeeld is aan de kun
verschenen. ,Hoe dat spook heet? Spion,
verrader, verspieder is zijn naam. Ddt
spook is als een honderdkopipig monster,
dat overal in het groote Duitsche vader
land rondwaart.
(Het ergste van het geval is, dat dat
spionnen-spook zich zelfs op klaarlichten
dag in trams vertoont en althans vol
gens de meening van de .Duitsche autori
teiten zijn ware gedaante tracht te
verbergen in de gedaante Van menschen,
die van verraad en spionnage net zoo
veel idee hebben als u en ik.
Een typisch staaltje hiervan vonden wij
dezer dagen in een der iDuitsche bladen.
;Wö zullen het toe goed mogelijk trachten
na te vertellen.
(Het geval speelde in Keulen. In een
wagen van de tram zit een heer, die
bij het uitstappen een pakje boeken ver
geet. Een andere reiziger, ïïie naast hem
gezeten had, neemt de boeken mede, om
ze den verliezer terug te 'geven.
|Hij kijkt daarom in de boeken, ten
einde te zien, of degene, die ze vergeten
had, ook naam en woonplaats daar in
schreef, en ontdekt nu, dat het boeken
zijn over vestingverdediging. De schrik
slaat hem om ;t harte, en hij gaat direct
naar den plaatselijken commandant, of
een andere hooge militaire autoriteit, om
daar de gevaarlijke boeken zorgvuldig te
deponeeren. Je kunt maar nooit weten....
De hoogere militaire autoriteiten in
Duitschland verstaan nu eenmaal geen
gekheid.
Dat bleek ook den eerlijken vinder van
de bedoelde boeken. Wat drommel, waar
om stak hij zijn neus in een handboek
over vestingbouwkuaide? Waarom gaf hij
ze niet liever aan den conducteur van
den tramwagen, om ze bij de „gevonden"
voorwerpen te deponeeren? Waarom
wilde hij zelf het pluimpje verdienen?
IBfij de hooge militaire autoriteiten bleek
spoedig, dat er van een „pluim" en zelfs
van een heel klein „pluimpje" geen
sprake was.
Integendeel. Die eerlijke vinder werd
onmiddellijk gearresfeerd wegens „spion
nage". .Hij had zijn neus in de vesting
bouwkuaide gestoken en was dus een
staatsgevaarlijk mensch geworden.
'Ziijn betoogen en vertoogen hielpen
niets. 'Hij werd in de gevangenis opge
borgen, en eerst na langdurige onder
handelingen, na allerlei bewijzen van zijn
honoraliteit te hebben overgelegd en al
lerlei beloften te hebben gedaan men
spreekt zelfs van een bloedigen eed van
geheimhouding over de vestingbouw-
kunde werd Bij ontslagen.
De vergeetachtige militair is voor zijn
vergrijp, waardoor het vaderland bijno
in gevaar was gebracht, zwaar gestraft
Onwillekeurig komt bij ons de gedachte
op, hoe gelukkig het toch is, geen eerste
rangs mogendheid te zijn!
Kennen wij,Hollanders, geen spionnen-
vrees, tenminste op "het oogenblik niet,
ook de Belgen leven op dat punt vol
komen rustig en kalm. Zjij kennen echter
ander ongerief en wel vooral op het ge
bied Van den spoorwegdienst.
In den laatsten tijd hebben de vertra
gingen, die langen tijd op het Belgisch
spoorwegnet geheerscht hebben, een be
langrijk punt van bespreking in de groote
bladen uitgemaakt. Thans zou gebleken
zijn, dat de verwarring in den dienst
grootendeels te wijten is aan moedwillig
heid van stationschefs en machinisten, die
de vroegere premies weer ingesteld wil
den zien. Dientengevolge zal een 40-tal
stationschefs ontslagen, verplaatst en Tn
graad verlaagd worden. ,H,et volgende
staaltje geeft een .aardigen kijk op' den
stand van zaken.
Het gebeurde op het station van
Birugge, een paar weken geleden.
Voor de eerste maal in twee maanden
tijd kwam een trein op de juiste minuut
het station binnenges-toomd.
De onderchef kan zijn öogen niet ge-
looven. Maar het was toch zoou Hij
snelde naar de locomotief om den machi
nist geluk te wenschen.
Bravo, jongen! Dat is wel. Ik zal
je naam op de dagorder plaatsen.
Maar de machinist keek verschrikt
rechts en links, en antwoordde:
iNeen, chef, doe dat niet!
f=ï En waarom niet?
—i Wanneer men het weet, word ik
geboycot... Ik mag niet op den juisten
tijd aankomen.
Als men weet, dat dusdanige praktijken
over een groot gedeelte van het Bielgen-
land in beoefening zijn gebracht, is wer
kelijk het woord „janboel" niet over
dreven.
Van „janboel" gesproken. De Leuven-
sehe Muze-zonen, Vlamingen en 'Walen,
hebben Dinsdagavond slag geleverd tegen
de politie. Wat de reden was? De stu
diosi meenden grond te hebben om de
directie van den nachtveiligheidsdienst te
verdenken, hen in hun doen en laten te
bespionneerenop'last van den nector.
Allereerst trok men naar Kessel-Loo, een
voorstadje van Leuven, waar de directeur
van „La Prévoyance" woonde. Men be
toogde voor zijn huis en wierp de ruiten
in, tot dq gendarmen de woedende Muze-
zonen verdreven. Toen ging het naar
Leuven, maar hier was de poluie reeds
op de been. Op bevel van den burge
meester liet de commissaris van politie
met de blanke sabe! chargeeren. maar
de studenten hielden ctr cd. De be-eden
gendarmerie moeit cr •einde:;', aan te
pas komen om de straten schoon te vegen.
Te middernacht was de rust hersteld. Die
politie bleef meester van 'het slagveld,
dat bezaaid was met hoeden, stokken,
parapluies en alleilei projectielen.
Wij, Leidenaars, hebben van onze stur
denten in de laatste dagen wat anders
gezien. LEOi
Weekpraatje.
De boeren in den omtrek van Gouda
hebben deze week een Ri. K. Boerenbond
gesticht, bestaande uit (twee en dertig
leden. Dat voor den boerenstand de or
ganisatie hoog noodig is, zal toch wel
niemand met eenigen schijn van bewijs
voering kunnen ontkenpeja. Twee hoofd
oorzaken: stijging van het getal pachters
e:i een groei, &o.i uicten; a: t, bebtien :r, der.
boerenstand misstanden doen ontstaan,
ole hoog noodig verbetering behoeven.
Dat zijn twee hoofdoorzaken van mis
standen en dus twee hoofdredenen, die
pleiten voor de noodzakelijkheid eener
organisatie van landbouwers. En nu zou
ik nog Ybrel veel meer redenen kunnen
opnoemen, doch ik zou dan buiten mijn
boekje gaan en 'een artikel neerpennen.
Dat die organisatie van den boerenstand
op Katholieken grondslag moet berusten,
is ook zoo klaar als een klontje. Het
Kerkelij*k Gezag, dat zich duidelijik heeft
uitgesproken voor Katholieke vereenigin-
gen, om reeds herhaaldelijk ontvouwde
redenen, heeft geen uitzondering gemaakt
voor de landbouwers. Op de vergadering
te Gouda, waarop de R. K. Boerenbond
is gesticht, deed kapelaan Die Jong nog
de belangrijke mededeeling, dat men
trachten zal door overleg met andere R.
K. vereenigingen te komen tot een dio-
cesanen R. K. Boerenbond. Mogen onze
Roomsche boeren krachtig medewerken
om die verdienstelijke pogingen met een
schitterend succes te bekronen. En dan
twijfel ik niet aan het welslagen van die
schoone plannen, dan zie ik ook de toe
komst volstrekt niet donker in. Er zijn
wel andere ondernemingen, die je pessi
mistischer stemmen, als je denkt aan den
uitslag. U weet, dat er is benoemd een
onderwijs-commissie, in verband met een
desbetreffende paragraaf in de Troon
rede. Nu is men van fechts steeds vol
goeden n^ed geweest en de moed
is er nog niet uit dat het resultaat
van den arbeid dier commissie bevredi
gend, laat het dan zijn min of meer be
vredigend zal wezen. Maar wat kwam
nu deze week de in naam neutrale, doch
in werkelijkheid fel-linksche „Telegraaf"
vertellen? „In algeheele oprechtheid"
vertelde zij, dat de gnderwijs-paragraaf
in de Troonrede in vrijzinnige kringen
beschouwd wordt als.,,, „een doekje voor
het bloeden." Zulk een beschouwing dur
ven neerschrijven, is heel iets anders dan
een eere-saluut brengen aan de oprecht
heid van vele vrijzinnigen en van den
vrijzinnigen minister Cort van der Lin
den, die toch de commissie heeft aan
geduid als een uiting van zijn bedoeling,
om op onderwijs-gebied de rechtvaardig
heid en den vréde te brengen. Maar wij
zullen maar denken, zoo de waard is
vertrouwt hij zijn gasten, en verc::'Jer-
stellen, dat vele vrijzinnigen en vooral
minister Cort van der Linden beter zijn,
dan de 'telegraaf hen geliefd voor te
stellen.
Nu ik zoo over het onderwijs praat,
moet m,e de troostrijke en ook eervolle
erkenning van het hartWat zijn er onder
ons, Katholieken, toch nog velen, die voor
hun beginselen veel over hebben, en wel
veel van datgene, wat de meesten toch
zoo na aan het, ihartê ligt, het..., geld.
Hoeveel geld offeren wij niet voor onze
scholen. Maar toch, toch komen er zoo
wel uit de brandkasten der meer-gegoe
den als uit de spaarpotten en iportemon-
naies der minder met aardsche goederen
gezegenden, nog schatten tot stichting
en in stand houding onzer Roomsche
liefdewerken, onzer monumenten van
Roomsche charitas. Zc^i las ik b„v. van
de week in de courant, dat het St. Vin-
centiushuis te Lisse in 1913 aan inkom
sten en uitgaven een som heeft geboekt
van ruim achttien duizend gulden, 't Is
toch geen kleinigheid. En wij voelen ons
gedrongen een woord van hulde te rich
ten, niet slechts tot de heeren, die zoo
veel tijd en krachten voor dat heer
lijk liefdewerk beschikbaar stellen, doch
ook tot hen, die het steunen met hunne
penningen.
We hebben het over geld. De vorige
week zeiden we zoo 't een en ander
over de belastingplannen van minister
Bertling, die o zooveel geld noodig heeft.
Dat is de schuld van hem zelf en zijn
mede-ministers, die wèl de kosten van
de sociale wetgeving opdrijven, maar het
door de vorige regeering aangewezen
middel om aan geld te komen, de Ta-
riefwet, van de hand wijzen. zult in
dit nummer van de Leidsche Courant
wel een resumé vinden van een door
den oud-minister Heemskerk te Amster
dam gehouden politieke rede. Lees er
dat maar eens op na. JAN,
BINNE'mLAn-D.
Nog een i apieren gevaar.
Men schrijft aan „de Tijd".1
Als in den tijd van Hildebrand een
jongen zijn zakken leeghaalde, dan kwam
daaruit: een stuiter, een paar dozijn kniki-
kers, een stuk stopverf, een zuiger om
keisteenen uit tien grond te halen, een
ninkelsteen en weel ik, wat al meer.
Dat was in den tijd van de Holland-
sche jongensEn weet ge, wat tegen
woordig bijna elke jongen van Holland
in zijn zak draagt, nu dat ras van melk
en bloed aan 't uitsterven schijnt en
plaats gaat maken voor ou-mannetjes,
wien de nicotine door de aderen sij
pelt? Een doos sigaretten.....
Dat is het papieren gevaar, waarop
ik in het opschrift van mijn stuk doelde
en dat al's het andere, het slechte boek
en de ongeloovige krant, bij honderden
en duizenden wordt verspreid.
Wat zeg ik? Bij millioenen wordt de
sigaret aan den man gebracht en alle
middelen worden aangegrepen om den
omzet nog te verdubbelen, te vertien
voudigen. Sigaretten met bons zijn bijna
uit de mode al en de tijd, waarin ons
spes p.-.triae met geïllustreerde prijsboe
ken i uiidèn zak liep, waaruit ze maar k.e-
zen kon bij zooveel honderden en zoo
veel duizend verpufte sigaretten, is straks
voorbij.
Iets anders is door een weinig kies
keurig fabrikant uitgevonden om zijn
waar „erin" te brengensigarettenmer
ken van bekende voetballers. Die kent
zijn Pappenheimers, deze sigarettendraai-
er, want als dat niet trekt, trekt niemen
dal.
Voetballers, keepers vooral, maar dat
zijn tegenwoordig de goden in de jeugd-
werelid. Wat is in het oog van de siga
retten-blazende, nicotine-slurpende en
rook-slikkende jongelingschap groot-
scher, edeler, verhevener, goddelijker had
ik haast geschreven, dan een fameus
„schopper" of een onverschalkbaar „bal
houder" te zijn Bieweegt ge u wel eens
tusschen jongers, mijn lezer?
Maar dan moet ge toch opgemerkt
hebben, dat Göbel en De Korver en Bou-
vy en last not laest De Groot, bijge
naamd „het kanon", omdat hij meester
is in het „keiharde schot" de hielden zijn
van hun gespreken, dat zij deze matedors
var» het voetbalveld vereeren met een
geestdrift, die schier aan waanzin grenst.
O, als deze sluwe sigaretten-fabrikant
zijn doel bereikt en langs slinksche we
gen aan voetballers-van-naam-foto's ko
men kan, dan zal dit papieren gevaar
dreigender dan ooit den venijpigen kop
opsteken en onze jeugd, onze hoop', oms
toekomstig geslacht nog meer vergifti
gen dan het tot nu toe deed. ,W|ant, ja,
vergiftigd, dat heeft de sigaret reeds on
telbaar vele vaii onze eertijds blozende,
rozige jongens en hen verschrompeld tot
tanige, rimpelige oude mannetjes, tot
baardelooze grijsaards.
Meen niet, dat ik overdrijf.
Want wie zag ze niet in zijn omgeving,
de versufte sigaretten-verslinders, wien de
nicotine-vergiftiging in den bloei der ja
ren het pokdalig litteeken o,p het was
gele voorhoofd sloeg, dat als een eeuwig
brandmerk een stage aanklacht blijven
zal tegen het heilloos misbruik in hun
jeugd.
Ik sprak zooeven van versufte sigaret
ten-verslinders. Vraag het den onderwij
zers der lagere, vraag het den leeraren
der middelbare school vooral, of dit ad
jectief „versuft" niet volkomen op zijn
plaats is!
Of zij niét met deft vinger kunnen aan
wijzen, zonder hen bezig gezien te heb
ben met „toebacsuygen", de slaven van
den papieren tyran, de sigaret, wier kwa
de dampen hun geest benevelen eni hun
verstand verduisteren! Afgaande alleen op
het slordige werk, dat ze leveren, op
de domme antwoorden, die ze geven,
op de lusteloosheid, die hun heele hou
ding in de klas typeert.
(Want het kwaad is hoog, zeer hoog
gestegen al. Ze zijn niet zeldzaam de
jongelui, die dag in dag uit tien, twin
tig en meer sigaretten rooken.
Hoe ze aan de centen komen?
Ik weet het niet.
Een inzender wees er dezer dagen in
de krant op, dat men in den tegenwoordi-
gen tijd zoo vaak hoort, dat jeugdige
personen, blagen van 16 of 17 jaar, er
met het geld van door gaan, dat een
oogenblik door den patroon aan hum|ne
zorg was toevertrouwd en wil beweren,
dat hier de heer medeschuldig staat aan
den diefstal van den knecht. Ik zal het
niet ontkennen,, maar wou toch even vra
gen, hoe het komen zou, dat men tegen
woordig van dergelijke trouweloosheden
van jeugdige personen veel meer leest
dan vroeger.
En voor mij is de vraag stellen haar
beantwoorden: dat is de schuld van hef
papieren gevaar, de sigaret, die haar sla
ven dwingt tot uitgaven, welke hun be
scheiden inkomen ver te boven gaan.
Men onderzoeke eens bij een voorko
mend geval, of zoo'n zwakkeling niet
een razend kigaretten-verslinder was en
of niet de lust om aan zijn hartstocht
bot te Heren de oorzaak werd zijner
trouweloosheid.
En men neme maatregelen tegen dit
papieren gevaar, dat de hoop des vader
lands, vóór het te laat is, bedreigt!
Een politieke rede van den
oud-premier.
Voor den bond van A. R. Kiesveree-
nigingen te Amsterdam, heeft de oud-
premier, mr. Heemskerk, een politieke
lezing gehouden. Aan het verslag in de
,Tijd" ontleenen we het volgende:
Sprekers meening was, dat de sociale
wetgeving moest doorgaan en het hoofd
punt van het programma moest worden
omdat de menschen meer hebben aan
brr>H da" aan eer stembiljet. Daarna
moest echter ook !:cm :n een Grondwets
herziening voor het kiesrecht, verbonden
met een herziening van het onderwijs.
Onwillens en gedwongen door de om
standigheden trad spr. in 1908 op. Doch
't gevolg was toch, dat de lijn van hef
kabinet-Kuyper kon worden opgenomen
omdat de stembusstrijd niet over 't kies
recht had geloopen.
Men heeft ook wel van bevriende zij
de gewenscht, dat spr.'s kabinet méér
had gedaan op het gebied van het on
derwijs. Doch eerstens moest heel de
onderwijskwestie principieel worden be
handeld bij de Grondwetsherziening. En
deze Grondwetsherziening mocht niet als
struikelblok dienen voor de sociale ver
zekering, zooals spr. zelf indertijd steeds
het kabinet-De Meester heeft voorgehou
den. Intusschen, de sociale verzekering
werd wet, maar het wetsontwerp om het
ge!^ door het tarief er voor te krijgen
kwam niet meer in behandeling.
51/2 jaar is spr. met z'n collega's aan
het bewind geweest, En als zoo langen
tijd een kabinet aan het bewind is, be
gint het natuurlijk den tegenstanders te
vervelen. Zij trachtten het kabinet ten
val te brengen, misschien ook wel om
weer zelf de benoemingen in handen te
hebben. Want Rechts was te onpartij
dig. Rechts trachtte maar zoo'n beetje
de ongerechtigdheden van vorige liberale
bewindslieden goed te maken. Daarbij
kwam, dat er in eigen boezem eenige
tweespalt ontstond. Er werd een nieu
we christelijke sociale partij opgericht.
Dan waren er voorts, die ongerust wa
ren voor de Hervormde Kerk. Dat is
een ziekte, die geregeld terugkeert bij
verkiezingen. Dan wordt er ook tegen
Rome gesputterd: weg met Rome.
Maar Rome wordt niet weggestuurd
en voor de N. H. kerk behoeft niets
gedaan om te beschermen, want er wordt
geen aanslag op gepleegd. Alleen van
een overwegende roode regeering is
zoo'n aanslag te verwachten. En nog on
langs heeft een candidaat voor de Gel-
dersche Provinciale Staten gezegd, dat
onder 't vorige ministerie de Roomschen
de baas waren en de kloosters zoo toe
namen. Nu is deze candidaat niet ge
kozen, (gelach), doch al ware hij ge
kozen, had hij dan de uitbreiding der
kloosters kunnen tegenhouden
Intusschen welke oorzaken ook
meewerkten, een der grootste agitatie-
middel'en van links was het anti-tarief
wapen. En van links is men daarmede
opgetreden op volkomen ongeoorloofde
wijze. Terwijl de successie en alle di
recte belastingen geen economische voor
deden kunnen meebrengen, doet dit het
tarief wel, doch over deze vraag zijn
de kiezers niet bezig gehouden. Zij zijn
alleen maar opgezweept tegen het tarief.
De verkiezingsuitslag heeft een verwar
den toestand gebracht. De partijen, die
te zamen overwonnen, hebben de ver
antwoordelijkheid niet aanvaard. W,el
verklaarbaar, maar niet verschoonbaar
was de houding der soc.-democraten. Mr
Loeff heeft 't in de Kamer uitmuntend
gezegd.
Ten onrechte intusschen hebben so
cialisten en concentratie de verantwoor
delijkheid der verkiezing niet aanvaard.
Toen !s als redder gekomen de heer
Cort van der Linden, Hij was redder
voor links, maar ook... voor rechts. Want
er moet altijd iemand minister zijn en
als niemand van links gewild had, had
het oude kabinet moeten blijven, het
geen tot een conflict met de Kamer zou
geleid hebben. Het was een fout van
minister Cort v^n der Linden, dat hij
niet overleg pleegde met rechts, en het
staatspensioen pp zijn programma plaats
te. Er was geen „volkswil" voor, de mi
nister heeft zelf verklaard, dat de volks
wil der verkiezingen in stemgetal n.l.
„rechts" was. Geheel iets anders was het
dat hij algemeen kiesrecht ten grondwets
herziening op zijn programma plaatste.
Nu heeft het kabinet na zijn optreden
een belangrijken stap naar de rechter
zijde gedaan. W.el is de totstandkoming
van den schoolvrede niet gewaarborgd,
maar aan de rechterzijde is men tege
moetgekomen, zoodat de mogelijkheid
bestaat, dat de algeheele regeling van
openbaar én bijzonder onderwijs tegelijk
met de kiesrechtformule bij de grond
wetsherziening kan worden behandeld.
Hoe het Kabinet met benoemingen
doet? Spr. heeft eenige vrees, dat voor
al wat burgemeesters betreft, links be-
•voordeeld wordt. De vrees is, dat de ver
houding nog meer dan vroeger ten gun
ste der linkerzijde wordt verlegd.
Wat de landsdefensie betreft wordt 't
werk van Minister Colijn uit het vori
ge Ministerie voortgezet, zoowel voor
landmacht als marine.
Wat de onderwijssalarissen, verlen
ging van den leerplichtigen leeftijd enz.
betreft, is er niets veranderd, doet dit
huidig Kabinet niets anders dan 't vroe
gere:
Ten slotte besprak spr. het kiesrecht-
vraagstuk. Iets wat op algemeen kies
recht gelijkt, komt er zeker, daarvan is
spreker overtuigd. Spr. voor zich is voor
gezinshoofdenkiesrecht, ook voor de
vrouw, die hoofd van het gezin is. Doch
de tijd voor het vrouwenkiesrecht is
nog niet rijp.
'Ten aanzien van het staatspensioen
wees spr, op de on ogische houding
van I ini.t r TrcJb, die uit de Kame
ging juist omdat hij tegen Staatspensioen
was, en nu Minster wordt in een mini
sterie dat voor Staatspensioen is. De uit
vlucht van het amcndement-Duys gaar
iet op, daar dii .id karakter van de
wet-Taima niet veranderde, en er geen
Staatspensioen van maakte. De meer
dere uitgaven van Talma's wet van 71/2
miilioen zijn niet zijn schuld. De bere
kening van Minister Cort, dat" er 20
miilioen noodig zijn, houdt spr. voor
een misrekening.
Het ontwerp-Treub noemde spreker
een verknoeide bedeeling. Dit ontwerp
slaat een wig in de Armenwet. De fi-
nancieele plannen van Minister Bertling
hebben spr.'s sympathie niet, deze wist
bij zijn optreden blijkbaar niet, waar het
geld vandaan moest komen.
Wat het onderwijs-vraagstuk betreft,
wil dit ministerie een verzoening tot
stand brengen. Doch zóóver zijn wij nog
niet. Intusschen is sprekers conclusie
Maakt geen politieke berekeningen,
wacht kalm af, maarweest waakzaam
Plaat>ö.ijke keuze.
In de Memorie van Antwoord op het
Voorloopig Verslag der Eerste Kamer
over de begrooting van Binnenlandsche
Zaken zegt de minister over dit onder
werp
Het verheugt den ondergeteekende dat
verschillende ledén met ingenomenheid
hadden gelezen hetgeen door hem op
den 22en Jan. in de Tweede Kamer is
gezegd betreffende het stelsel van plaat
selijke keuze.
Het afnemen van het overmatig ge
bruik van sterken drank is een heuglijk
verschijnsel, maar de ondergeteekende is
overtuigd, dat beperking van 't aantal'
drankgelegenheden daartoe niet in de
eerste plaats heeft bijgedragen. De ge
woonten en opvattingenten aanzien van
den alcohol zijn sterk gewijzigdhet
streven naar verheffing van onderschei
dene standen, naar veredeling van volks
vermaak en zooveel meer geestelijke
stroomingen van den tegenwoordigen tijd
zijn hier alk de voornaamste oorzaken
te beschouwen. Naarmate de behoefte
aan alcohol als genotmiddel inkrimpt1,
kan het aantal' drankgelegenheden wor
den beperkt jvaardoor ongetwijfeltd ook
het misbruik van sterken drank wordt te-
'gengegaan. Wordt daarin evenwel1 te ver
gegaan, dan zal1 de bestaande behoefte
bevrediging zoeken in de clandestiene
drankgelegenheden.
Verschil van volkszeden en van toe
standen moet, naar de ondergeteekende
meent, hoogst omzichtig doen zijn bij
liet doen van een beroep op resultaten^
die in Noord-Amerika zijn bereikt Het
blijft trouwens de vraag nog, hoe de
resultaten zouden blijken te zijn, indien
zij na ampele bestudeering van het volks
leven van meer nabij konden worden be
zien.
Besteden van de grootere opbrengst
van den jeneveraccijns tot hoogere sub-
sidieering van drankbestrijdersvereenn
gingen is reeds uit hoofde van den stand
van 's rijks schatkist niet wel mogelijk.
Kunst en Wetenschappen.
Een suffragetten aanslag.
Weer heeft een der Londensche kies
recht-furies een Vandaalsche wandaad
bedreven. De detictevis van Scotland
Yard hadden sinds korten tijd den reuk
gekregen, dat er een aanslag op eenige
van de schilderijen in de National Galle
ry zou gepleegd worden en zoo werden
het geheele gebouw door wachten ge
plaatst, terwijl afzonderlijk de „Venus"
van Velasquez, waartegen zij den aanslag
vermoedden, in het oog werd gehouden.
Op het oogenblik van den aanslag
omstreeks elf uur 's morgens stonden
een museumbeambte en een politie-agent
bij de Rokeby Venus van Velasquez; er
was, behalve deze beiden, niemand an
ders in de zaal dan een dame, die zich
geheel en al gedroeg als een belangstel
lende bezoekster. .ZJj naderde het schil
derij en bekeek het eenigen tijd met
groote opmerkzaamheid. Dian haalde zij
plotseling een bijltje uit haar mof en
sloeg er met alle kracht mee tegen het
doek, zoodat het glas, dat er voor ge
plaatst was, in scherven vloog en het
linnen een ontzaggelijke scheur kreeg.
En voor men het verhinderen kon, had
zij nog een drietal slagen aan het mees
terwerk toegebracht De misdadigster, die
eene welbekende suffragette is en Mary
Richardson heet, verklaarde hare daad
met de volgende mededeeling: „Ik heb
getracht het portret van de schoonste
vrouw uit de mythologie te vernielen
als protest tegen de Engelsche regeering,
die het werk van mrs. Pankhurst, die
het schoonste karakter uit de hedendaag-
sclie geschiedenis is, vernielt."
Het schilderij is ernstig beschadigd en
vertoont tal van scheuren en krassen;
toch hoopt men het nagenoeg volkomen
te kunnen herstellen.
Het Idoek is, zooals wij reeds zeiden,
de Rokeby Venus van Velasquez, zoo
genoemd, omdat zij langen tijd aan mr.