Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 14 Maart. no. 1344 De Week in liet Buitenland. Wat al kwellingen, wat een eindeloop aantal slapelooze en in de grootste kom mer en ellende doorgebrachte nachten hebben de Duitsche legerautoriteiten in den 'aatsten tijd medegemaakt. Nauwe lijks is de Zabern-kwestie met ai zijn verwikkelingen van liet tooneel verdwe nen en hoopte men werkelijk weder een tijd van rust en kalmte te zijn ingegaan, of een ander spookbeeld is aan de kun verschenen. ,Hoe dat spook heet? Spion, verrader, verspieder is zijn naam. Ddt spook is als een honderdkopipig monster, dat overal in het groote Duitsche vader land rondwaart. (Het ergste van het geval is, dat dat spionnen-spook zich zelfs op klaarlichten dag in trams vertoont en althans vol gens de meening van de .Duitsche autori teiten zijn ware gedaante tracht te verbergen in de gedaante Van menschen, die van verraad en spionnage net zoo veel idee hebben als u en ik. Een typisch staaltje hiervan vonden wij dezer dagen in een der iDuitsche bladen. ;Wö zullen het toe goed mogelijk trachten na te vertellen. (Het geval speelde in Keulen. In een wagen van de tram zit een heer, die bij het uitstappen een pakje boeken ver geet. Een andere reiziger, ïïie naast hem gezeten had, neemt de boeken mede, om ze den verliezer terug te 'geven. |Hij kijkt daarom in de boeken, ten einde te zien, of degene, die ze vergeten had, ook naam en woonplaats daar in schreef, en ontdekt nu, dat het boeken zijn over vestingverdediging. De schrik slaat hem om ;t harte, en hij gaat direct naar den plaatselijken commandant, of een andere hooge militaire autoriteit, om daar de gevaarlijke boeken zorgvuldig te deponeeren. Je kunt maar nooit weten.... De hoogere militaire autoriteiten in Duitschland verstaan nu eenmaal geen gekheid. Dat bleek ook den eerlijken vinder van de bedoelde boeken. Wat drommel, waar om stak hij zijn neus in een handboek over vestingbouwkuaide? Waarom gaf hij ze niet liever aan den conducteur van den tramwagen, om ze bij de „gevonden" voorwerpen te deponeeren? Waarom wilde hij zelf het pluimpje verdienen? IBfij de hooge militaire autoriteiten bleek spoedig, dat er van een „pluim" en zelfs van een heel klein „pluimpje" geen sprake was. Integendeel. Die eerlijke vinder werd onmiddellijk gearresfeerd wegens „spion nage". .Hij had zijn neus in de vesting bouwkuaide gestoken en was dus een staatsgevaarlijk mensch geworden. 'Ziijn betoogen en vertoogen hielpen niets. 'Hij werd in de gevangenis opge borgen, en eerst na langdurige onder handelingen, na allerlei bewijzen van zijn honoraliteit te hebben overgelegd en al lerlei beloften te hebben gedaan men spreekt zelfs van een bloedigen eed van geheimhouding over de vestingbouw- kunde werd Bij ontslagen. De vergeetachtige militair is voor zijn vergrijp, waardoor het vaderland bijno in gevaar was gebracht, zwaar gestraft Onwillekeurig komt bij ons de gedachte op, hoe gelukkig het toch is, geen eerste rangs mogendheid te zijn! Kennen wij,Hollanders, geen spionnen- vrees, tenminste op "het oogenblik niet, ook de Belgen leven op dat punt vol komen rustig en kalm. Zjij kennen echter ander ongerief en wel vooral op het ge bied Van den spoorwegdienst. In den laatsten tijd hebben de vertra gingen, die langen tijd op het Belgisch spoorwegnet geheerscht hebben, een be langrijk punt van bespreking in de groote bladen uitgemaakt. Thans zou gebleken zijn, dat de verwarring in den dienst grootendeels te wijten is aan moedwillig heid van stationschefs en machinisten, die de vroegere premies weer ingesteld wil den zien. Dientengevolge zal een 40-tal stationschefs ontslagen, verplaatst en Tn graad verlaagd worden. ,H,et volgende staaltje geeft een .aardigen kijk op' den stand van zaken. Het gebeurde op het station van Birugge, een paar weken geleden. Voor de eerste maal in twee maanden tijd kwam een trein op de juiste minuut het station binnenges-toomd. De onderchef kan zijn öogen niet ge- looven. Maar het was toch zoou Hij snelde naar de locomotief om den machi nist geluk te wenschen. Bravo, jongen! Dat is wel. Ik zal je naam op de dagorder plaatsen. Maar de machinist keek verschrikt rechts en links, en antwoordde: iNeen, chef, doe dat niet! f=ï En waarom niet? —i Wanneer men het weet, word ik geboycot... Ik mag niet op den juisten tijd aankomen. Als men weet, dat dusdanige praktijken over een groot gedeelte van het Bielgen- land in beoefening zijn gebracht, is wer kelijk het woord „janboel" niet over dreven. Van „janboel" gesproken. De Leuven- sehe Muze-zonen, Vlamingen en 'Walen, hebben Dinsdagavond slag geleverd tegen de politie. Wat de reden was? De stu diosi meenden grond te hebben om de directie van den nachtveiligheidsdienst te verdenken, hen in hun doen en laten te bespionneerenop'last van den nector. Allereerst trok men naar Kessel-Loo, een voorstadje van Leuven, waar de directeur van „La Prévoyance" woonde. Men be toogde voor zijn huis en wierp de ruiten in, tot dq gendarmen de woedende Muze- zonen verdreven. Toen ging het naar Leuven, maar hier was de poluie reeds op de been. Op bevel van den burge meester liet de commissaris van politie met de blanke sabe! chargeeren. maar de studenten hielden ctr cd. De be-eden gendarmerie moeit cr •einde:;', aan te pas komen om de straten schoon te vegen. Te middernacht was de rust hersteld. Die politie bleef meester van 'het slagveld, dat bezaaid was met hoeden, stokken, parapluies en alleilei projectielen. Wij, Leidenaars, hebben van onze stur denten in de laatste dagen wat anders gezien. LEOi Weekpraatje. De boeren in den omtrek van Gouda hebben deze week een Ri. K. Boerenbond gesticht, bestaande uit (twee en dertig leden. Dat voor den boerenstand de or ganisatie hoog noodig is, zal toch wel niemand met eenigen schijn van bewijs voering kunnen ontkenpeja. Twee hoofd oorzaken: stijging van het getal pachters e:i een groei, &o.i uicten; a: t, bebtien :r, der. boerenstand misstanden doen ontstaan, ole hoog noodig verbetering behoeven. Dat zijn twee hoofdoorzaken van mis standen en dus twee hoofdredenen, die pleiten voor de noodzakelijkheid eener organisatie van landbouwers. En nu zou ik nog Ybrel veel meer redenen kunnen opnoemen, doch ik zou dan buiten mijn boekje gaan en 'een artikel neerpennen. Dat die organisatie van den boerenstand op Katholieken grondslag moet berusten, is ook zoo klaar als een klontje. Het Kerkelij*k Gezag, dat zich duidelijik heeft uitgesproken voor Katholieke vereenigin- gen, om reeds herhaaldelijk ontvouwde redenen, heeft geen uitzondering gemaakt voor de landbouwers. Op de vergadering te Gouda, waarop de R. K. Boerenbond is gesticht, deed kapelaan Die Jong nog de belangrijke mededeeling, dat men trachten zal door overleg met andere R. K. vereenigingen te komen tot een dio- cesanen R. K. Boerenbond. Mogen onze Roomsche boeren krachtig medewerken om die verdienstelijke pogingen met een schitterend succes te bekronen. En dan twijfel ik niet aan het welslagen van die schoone plannen, dan zie ik ook de toe komst volstrekt niet donker in. Er zijn wel andere ondernemingen, die je pessi mistischer stemmen, als je denkt aan den uitslag. U weet, dat er is benoemd een onderwijs-commissie, in verband met een desbetreffende paragraaf in de Troon rede. Nu is men van fechts steeds vol goeden n^ed geweest en de moed is er nog niet uit dat het resultaat van den arbeid dier commissie bevredi gend, laat het dan zijn min of meer be vredigend zal wezen. Maar wat kwam nu deze week de in naam neutrale, doch in werkelijkheid fel-linksche „Telegraaf" vertellen? „In algeheele oprechtheid" vertelde zij, dat de gnderwijs-paragraaf in de Troonrede in vrijzinnige kringen beschouwd wordt als.,,, „een doekje voor het bloeden." Zulk een beschouwing dur ven neerschrijven, is heel iets anders dan een eere-saluut brengen aan de oprecht heid van vele vrijzinnigen en van den vrijzinnigen minister Cort van der Lin den, die toch de commissie heeft aan geduid als een uiting van zijn bedoeling, om op onderwijs-gebied de rechtvaardig heid en den vréde te brengen. Maar wij zullen maar denken, zoo de waard is vertrouwt hij zijn gasten, en verc::'Jer- stellen, dat vele vrijzinnigen en vooral minister Cort van der Linden beter zijn, dan de 'telegraaf hen geliefd voor te stellen. Nu ik zoo over het onderwijs praat, moet m,e de troostrijke en ook eervolle erkenning van het hartWat zijn er onder ons, Katholieken, toch nog velen, die voor hun beginselen veel over hebben, en wel veel van datgene, wat de meesten toch zoo na aan het, ihartê ligt, het..., geld. Hoeveel geld offeren wij niet voor onze scholen. Maar toch, toch komen er zoo wel uit de brandkasten der meer-gegoe den als uit de spaarpotten en iportemon- naies der minder met aardsche goederen gezegenden, nog schatten tot stichting en in stand houding onzer Roomsche liefdewerken, onzer monumenten van Roomsche charitas. Zc^i las ik b„v. van de week in de courant, dat het St. Vin- centiushuis te Lisse in 1913 aan inkom sten en uitgaven een som heeft geboekt van ruim achttien duizend gulden, 't Is toch geen kleinigheid. En wij voelen ons gedrongen een woord van hulde te rich ten, niet slechts tot de heeren, die zoo veel tijd en krachten voor dat heer lijk liefdewerk beschikbaar stellen, doch ook tot hen, die het steunen met hunne penningen. We hebben het over geld. De vorige week zeiden we zoo 't een en ander over de belastingplannen van minister Bertling, die o zooveel geld noodig heeft. Dat is de schuld van hem zelf en zijn mede-ministers, die wèl de kosten van de sociale wetgeving opdrijven, maar het door de vorige regeering aangewezen middel om aan geld te komen, de Ta- riefwet, van de hand wijzen. zult in dit nummer van de Leidsche Courant wel een resumé vinden van een door den oud-minister Heemskerk te Amster dam gehouden politieke rede. Lees er dat maar eens op na. JAN, BINNE'mLAn-D. Nog een i apieren gevaar. Men schrijft aan „de Tijd".1 Als in den tijd van Hildebrand een jongen zijn zakken leeghaalde, dan kwam daaruit: een stuiter, een paar dozijn kniki- kers, een stuk stopverf, een zuiger om keisteenen uit tien grond te halen, een ninkelsteen en weel ik, wat al meer. Dat was in den tijd van de Holland- sche jongensEn weet ge, wat tegen woordig bijna elke jongen van Holland in zijn zak draagt, nu dat ras van melk en bloed aan 't uitsterven schijnt en plaats gaat maken voor ou-mannetjes, wien de nicotine door de aderen sij pelt? Een doos sigaretten..... Dat is het papieren gevaar, waarop ik in het opschrift van mijn stuk doelde en dat al's het andere, het slechte boek en de ongeloovige krant, bij honderden en duizenden wordt verspreid. Wat zeg ik? Bij millioenen wordt de sigaret aan den man gebracht en alle middelen worden aangegrepen om den omzet nog te verdubbelen, te vertien voudigen. Sigaretten met bons zijn bijna uit de mode al en de tijd, waarin ons spes p.-.triae met geïllustreerde prijsboe ken i uiidèn zak liep, waaruit ze maar k.e- zen kon bij zooveel honderden en zoo veel duizend verpufte sigaretten, is straks voorbij. Iets anders is door een weinig kies keurig fabrikant uitgevonden om zijn waar „erin" te brengensigarettenmer ken van bekende voetballers. Die kent zijn Pappenheimers, deze sigarettendraai- er, want als dat niet trekt, trekt niemen dal. Voetballers, keepers vooral, maar dat zijn tegenwoordig de goden in de jeugd- werelid. Wat is in het oog van de siga retten-blazende, nicotine-slurpende en rook-slikkende jongelingschap groot- scher, edeler, verhevener, goddelijker had ik haast geschreven, dan een fameus „schopper" of een onverschalkbaar „bal houder" te zijn Bieweegt ge u wel eens tusschen jongers, mijn lezer? Maar dan moet ge toch opgemerkt hebben, dat Göbel en De Korver en Bou- vy en last not laest De Groot, bijge naamd „het kanon", omdat hij meester is in het „keiharde schot" de hielden zijn van hun gespreken, dat zij deze matedors var» het voetbalveld vereeren met een geestdrift, die schier aan waanzin grenst. O, als deze sluwe sigaretten-fabrikant zijn doel bereikt en langs slinksche we gen aan voetballers-van-naam-foto's ko men kan, dan zal dit papieren gevaar dreigender dan ooit den venijpigen kop opsteken en onze jeugd, onze hoop', oms toekomstig geslacht nog meer vergifti gen dan het tot nu toe deed. ,W|ant, ja, vergiftigd, dat heeft de sigaret reeds on telbaar vele vaii onze eertijds blozende, rozige jongens en hen verschrompeld tot tanige, rimpelige oude mannetjes, tot baardelooze grijsaards. Meen niet, dat ik overdrijf. Want wie zag ze niet in zijn omgeving, de versufte sigaretten-verslinders, wien de nicotine-vergiftiging in den bloei der ja ren het pokdalig litteeken o,p het was gele voorhoofd sloeg, dat als een eeuwig brandmerk een stage aanklacht blijven zal tegen het heilloos misbruik in hun jeugd. Ik sprak zooeven van versufte sigaret ten-verslinders. Vraag het den onderwij zers der lagere, vraag het den leeraren der middelbare school vooral, of dit ad jectief „versuft" niet volkomen op zijn plaats is! Of zij niét met deft vinger kunnen aan wijzen, zonder hen bezig gezien te heb ben met „toebacsuygen", de slaven van den papieren tyran, de sigaret, wier kwa de dampen hun geest benevelen eni hun verstand verduisteren! Afgaande alleen op het slordige werk, dat ze leveren, op de domme antwoorden, die ze geven, op de lusteloosheid, die hun heele hou ding in de klas typeert. (Want het kwaad is hoog, zeer hoog gestegen al. Ze zijn niet zeldzaam de jongelui, die dag in dag uit tien, twin tig en meer sigaretten rooken. Hoe ze aan de centen komen? Ik weet het niet. Een inzender wees er dezer dagen in de krant op, dat men in den tegenwoordi- gen tijd zoo vaak hoort, dat jeugdige personen, blagen van 16 of 17 jaar, er met het geld van door gaan, dat een oogenblik door den patroon aan hum|ne zorg was toevertrouwd en wil beweren, dat hier de heer medeschuldig staat aan den diefstal van den knecht. Ik zal het niet ontkennen,, maar wou toch even vra gen, hoe het komen zou, dat men tegen woordig van dergelijke trouweloosheden van jeugdige personen veel meer leest dan vroeger. En voor mij is de vraag stellen haar beantwoorden: dat is de schuld van hef papieren gevaar, de sigaret, die haar sla ven dwingt tot uitgaven, welke hun be scheiden inkomen ver te boven gaan. Men onderzoeke eens bij een voorko mend geval, of zoo'n zwakkeling niet een razend kigaretten-verslinder was en of niet de lust om aan zijn hartstocht bot te Heren de oorzaak werd zijner trouweloosheid. En men neme maatregelen tegen dit papieren gevaar, dat de hoop des vader lands, vóór het te laat is, bedreigt! Een politieke rede van den oud-premier. Voor den bond van A. R. Kiesveree- nigingen te Amsterdam, heeft de oud- premier, mr. Heemskerk, een politieke lezing gehouden. Aan het verslag in de ,Tijd" ontleenen we het volgende: Sprekers meening was, dat de sociale wetgeving moest doorgaan en het hoofd punt van het programma moest worden omdat de menschen meer hebben aan brr>H da" aan eer stembiljet. Daarna moest echter ook !:cm :n een Grondwets herziening voor het kiesrecht, verbonden met een herziening van het onderwijs. Onwillens en gedwongen door de om standigheden trad spr. in 1908 op. Doch 't gevolg was toch, dat de lijn van hef kabinet-Kuyper kon worden opgenomen omdat de stembusstrijd niet over 't kies recht had geloopen. Men heeft ook wel van bevriende zij de gewenscht, dat spr.'s kabinet méér had gedaan op het gebied van het on derwijs. Doch eerstens moest heel de onderwijskwestie principieel worden be handeld bij de Grondwetsherziening. En deze Grondwetsherziening mocht niet als struikelblok dienen voor de sociale ver zekering, zooals spr. zelf indertijd steeds het kabinet-De Meester heeft voorgehou den. Intusschen, de sociale verzekering werd wet, maar het wetsontwerp om het ge!^ door het tarief er voor te krijgen kwam niet meer in behandeling. 51/2 jaar is spr. met z'n collega's aan het bewind geweest, En als zoo langen tijd een kabinet aan het bewind is, be gint het natuurlijk den tegenstanders te vervelen. Zij trachtten het kabinet ten val te brengen, misschien ook wel om weer zelf de benoemingen in handen te hebben. Want Rechts was te onpartij dig. Rechts trachtte maar zoo'n beetje de ongerechtigdheden van vorige liberale bewindslieden goed te maken. Daarbij kwam, dat er in eigen boezem eenige tweespalt ontstond. Er werd een nieu we christelijke sociale partij opgericht. Dan waren er voorts, die ongerust wa ren voor de Hervormde Kerk. Dat is een ziekte, die geregeld terugkeert bij verkiezingen. Dan wordt er ook tegen Rome gesputterd: weg met Rome. Maar Rome wordt niet weggestuurd en voor de N. H. kerk behoeft niets gedaan om te beschermen, want er wordt geen aanslag op gepleegd. Alleen van een overwegende roode regeering is zoo'n aanslag te verwachten. En nog on langs heeft een candidaat voor de Gel- dersche Provinciale Staten gezegd, dat onder 't vorige ministerie de Roomschen de baas waren en de kloosters zoo toe namen. Nu is deze candidaat niet ge kozen, (gelach), doch al ware hij ge kozen, had hij dan de uitbreiding der kloosters kunnen tegenhouden Intusschen welke oorzaken ook meewerkten, een der grootste agitatie- middel'en van links was het anti-tarief wapen. En van links is men daarmede opgetreden op volkomen ongeoorloofde wijze. Terwijl de successie en alle di recte belastingen geen economische voor deden kunnen meebrengen, doet dit het tarief wel, doch over deze vraag zijn de kiezers niet bezig gehouden. Zij zijn alleen maar opgezweept tegen het tarief. De verkiezingsuitslag heeft een verwar den toestand gebracht. De partijen, die te zamen overwonnen, hebben de ver antwoordelijkheid niet aanvaard. W,el verklaarbaar, maar niet verschoonbaar was de houding der soc.-democraten. Mr Loeff heeft 't in de Kamer uitmuntend gezegd. Ten onrechte intusschen hebben so cialisten en concentratie de verantwoor delijkheid der verkiezing niet aanvaard. Toen !s als redder gekomen de heer Cort van der Linden, Hij was redder voor links, maar ook... voor rechts. Want er moet altijd iemand minister zijn en als niemand van links gewild had, had het oude kabinet moeten blijven, het geen tot een conflict met de Kamer zou geleid hebben. Het was een fout van minister Cort v^n der Linden, dat hij niet overleg pleegde met rechts, en het staatspensioen pp zijn programma plaats te. Er was geen „volkswil" voor, de mi nister heeft zelf verklaard, dat de volks wil der verkiezingen in stemgetal n.l. „rechts" was. Geheel iets anders was het dat hij algemeen kiesrecht ten grondwets herziening op zijn programma plaatste. Nu heeft het kabinet na zijn optreden een belangrijken stap naar de rechter zijde gedaan. W.el is de totstandkoming van den schoolvrede niet gewaarborgd, maar aan de rechterzijde is men tege moetgekomen, zoodat de mogelijkheid bestaat, dat de algeheele regeling van openbaar én bijzonder onderwijs tegelijk met de kiesrechtformule bij de grond wetsherziening kan worden behandeld. Hoe het Kabinet met benoemingen doet? Spr. heeft eenige vrees, dat voor al wat burgemeesters betreft, links be- •voordeeld wordt. De vrees is, dat de ver houding nog meer dan vroeger ten gun ste der linkerzijde wordt verlegd. Wat de landsdefensie betreft wordt 't werk van Minister Colijn uit het vori ge Ministerie voortgezet, zoowel voor landmacht als marine. Wat de onderwijssalarissen, verlen ging van den leerplichtigen leeftijd enz. betreft, is er niets veranderd, doet dit huidig Kabinet niets anders dan 't vroe gere: Ten slotte besprak spr. het kiesrecht- vraagstuk. Iets wat op algemeen kies recht gelijkt, komt er zeker, daarvan is spreker overtuigd. Spr. voor zich is voor gezinshoofdenkiesrecht, ook voor de vrouw, die hoofd van het gezin is. Doch de tijd voor het vrouwenkiesrecht is nog niet rijp. 'Ten aanzien van het staatspensioen wees spr, op de on ogische houding van I ini.t r TrcJb, die uit de Kame ging juist omdat hij tegen Staatspensioen was, en nu Minster wordt in een mini sterie dat voor Staatspensioen is. De uit vlucht van het amcndement-Duys gaar iet op, daar dii .id karakter van de wet-Taima niet veranderde, en er geen Staatspensioen van maakte. De meer dere uitgaven van Talma's wet van 71/2 miilioen zijn niet zijn schuld. De bere kening van Minister Cort, dat" er 20 miilioen noodig zijn, houdt spr. voor een misrekening. Het ontwerp-Treub noemde spreker een verknoeide bedeeling. Dit ontwerp slaat een wig in de Armenwet. De fi- nancieele plannen van Minister Bertling hebben spr.'s sympathie niet, deze wist bij zijn optreden blijkbaar niet, waar het geld vandaan moest komen. Wat het onderwijs-vraagstuk betreft, wil dit ministerie een verzoening tot stand brengen. Doch zóóver zijn wij nog niet. Intusschen is sprekers conclusie Maakt geen politieke berekeningen, wacht kalm af, maarweest waakzaam Plaat>ö.ijke keuze. In de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over de begrooting van Binnenlandsche Zaken zegt de minister over dit onder werp Het verheugt den ondergeteekende dat verschillende ledén met ingenomenheid hadden gelezen hetgeen door hem op den 22en Jan. in de Tweede Kamer is gezegd betreffende het stelsel van plaat selijke keuze. Het afnemen van het overmatig ge bruik van sterken drank is een heuglijk verschijnsel, maar de ondergeteekende is overtuigd, dat beperking van 't aantal' drankgelegenheden daartoe niet in de eerste plaats heeft bijgedragen. De ge woonten en opvattingenten aanzien van den alcohol zijn sterk gewijzigdhet streven naar verheffing van onderschei dene standen, naar veredeling van volks vermaak en zooveel meer geestelijke stroomingen van den tegenwoordigen tijd zijn hier alk de voornaamste oorzaken te beschouwen. Naarmate de behoefte aan alcohol als genotmiddel inkrimpt1, kan het aantal' drankgelegenheden wor den beperkt jvaardoor ongetwijfeltd ook het misbruik van sterken drank wordt te- 'gengegaan. Wordt daarin evenwel1 te ver gegaan, dan zal1 de bestaande behoefte bevrediging zoeken in de clandestiene drankgelegenheden. Verschil van volkszeden en van toe standen moet, naar de ondergeteekende meent, hoogst omzichtig doen zijn bij liet doen van een beroep op resultaten^ die in Noord-Amerika zijn bereikt Het blijft trouwens de vraag nog, hoe de resultaten zouden blijken te zijn, indien zij na ampele bestudeering van het volks leven van meer nabij konden worden be zien. Besteden van de grootere opbrengst van den jeneveraccijns tot hoogere sub- sidieering van drankbestrijdersvereenn gingen is reeds uit hoofde van den stand van 's rijks schatkist niet wel mogelijk. Kunst en Wetenschappen. Een suffragetten aanslag. Weer heeft een der Londensche kies recht-furies een Vandaalsche wandaad bedreven. De detictevis van Scotland Yard hadden sinds korten tijd den reuk gekregen, dat er een aanslag op eenige van de schilderijen in de National Galle ry zou gepleegd worden en zoo werden het geheele gebouw door wachten ge plaatst, terwijl afzonderlijk de „Venus" van Velasquez, waartegen zij den aanslag vermoedden, in het oog werd gehouden. Op het oogenblik van den aanslag omstreeks elf uur 's morgens stonden een museumbeambte en een politie-agent bij de Rokeby Venus van Velasquez; er was, behalve deze beiden, niemand an ders in de zaal dan een dame, die zich geheel en al gedroeg als een belangstel lende bezoekster. .ZJj naderde het schil derij en bekeek het eenigen tijd met groote opmerkzaamheid. Dian haalde zij plotseling een bijltje uit haar mof en sloeg er met alle kracht mee tegen het doek, zoodat het glas, dat er voor ge plaatst was, in scherven vloog en het linnen een ontzaggelijke scheur kreeg. En voor men het verhinderen kon, had zij nog een drietal slagen aan het mees terwerk toegebracht De misdadigster, die eene welbekende suffragette is en Mary Richardson heet, verklaarde hare daad met de volgende mededeeling: „Ik heb getracht het portret van de schoonste vrouw uit de mythologie te vernielen als protest tegen de Engelsche regeering, die het werk van mrs. Pankhurst, die het schoonste karakter uit de hedendaag- sclie geschiedenis is, vernielt." Het schilderij is ernstig beschadigd en vertoont tal van scheuren en krassen; toch hoopt men het nagenoeg volkomen te kunnen herstellen. Het Idoek is, zooals wij reeds zeiden, de Rokeby Venus van Velasquez, zoo genoemd, omdat zij langen tijd aan mr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 3