Uit de Pers.
,02) MAGNA.
r'-I",'
Tweede Blad, behoorende
Wj De Leldsche Courant van
Zaterdag 7 Maart. no. 1338.
De opcenten.
Over het opcenten-voorstel schrijft de
T ijd:
De Minister van Financiën heeft een
begin gemaakt met de indiening zijner
voorstellen tot benadering van liet even
wicht tussen en de Rijks-inkomsten en
uitgaven over 1914. Oe heer Bertling
becijfert n.l. dat, ais 'hij niet aan het sui
kerpotje wil komen, en ook de meer
dere opbrengst van de accijnzen op het
het gedistilleerd boven het vastgestelde
bedrag weer wil opleggen, er in den
loop van dit jaar een tekort zal zijn van
10.6 millioen, ook al zou de aanwas
der Rijksmiddelen in gelijke mate door
gaan als in 1913 het geval was.
De heer Bertling wil nu ter tijdelijke
dekking van het tekort 20 opcenten hef
fen op de aanslagen der vermogens en
bedrijfsbelastingen en 60 opcenten op
de aanslagen van naaml. vennootschap
pen, vereenigingen, enz. Van de op
brengst dezer opcenten, waarvan de Mi
nister rekent reeds voor het belasting,-
jaar 191415 te kunnen gebruik ma
ken, wil hij twee derde op het budget
van 1914 brengen en gelooft dan een
meerdere opbrengst te zullen krijgen van
ongeveer 4.2 millioen. Dat is als vast
wat
In de Memorie van Toelichting deelt
de Minister nog mede, dat hij binnen
enkele dagen een voorstel zal indienen
tot verhooging van den bieraccijns, waar
uit hij een hoogere opbrengst van 1.2
millioen per jaar verwacht, waarvan 5
a 6 ton ten goede zal kunnen komen van
het budget van 1914.
Het stelsel van den Minister komt
ons niet slecht gekozen voor. Z.Excel-
lentie werkt met druppels en niet met
stralen. In dit verband is ook van be
lang zijn opmerking, dat de bezwaren
tegen een tijdelijke opcentenverhooging
niet zoo ernstig zijn, als men weet, dat
er toch een nieuwe regeling moet ko
men van de belasting zelf, waardoor de
ze verhoogd wordt Het is inderdaad
juist Als men vooraf weet, daj men
toch meer belasting moet betalen, dan
is het een aangenaam gevo'el, als een
Minister alvast vooraf een generale re
petitie laat houden met opcenten. Ten
slotte is het toch veel genoegelijker een
rijksdaalder aan belasting meer te be
talen dan twee gulden vijftig aan opcen
ten. Men zal zien, dat de belasting
schuldigen gaan petitioneeren voor de
belastingverhooging, alleen om maar van
die gehate opcenten af te komen.
De verhoogde bieraccijns is een inter
mezzo, daar straks nog meer opcenten
noodig zijn.
„Het Centrum" zegt er van':
De opcenten op vermogens- en be
drijfsbelasting worden verdubbeld, ter
wijl zij in een bepaald geval nog aan
zienlijk kunnen stijgen.
Ook zal het glaasje bier duurder wor
den door verhooging van den accijns,
die, gelet op hetgeen de minister daar
van verwacht, verre van onbeduidend zal
wezen.
Feitelijk wordt met deze voorstellen
vooruitgeloopen op het tot stand bren
gen der inkomsten-belasting.
Eerst wanneer die belasting in wer
king treedt, zal men van de opcenten af
komen, maar of men dan minder zal be
talen, is de vraag.
Aan het Tarief wil of durft deze re
geering niet raken.
En waar net vorige Kabinet allereerst
uit die bron wilde putten, om de kost
ten der sociale wetgeving te dekken,
worden nu de Nederlandsche belasting
betalers het kind van de rekening.
Zij zullen het gewaar worden, wanneer
zij straks hun aanslagbiljetten thuiskrij
gen en het voorstel in de Kamers er
door is gegaan.
I I 111
Tabeltjes.
De Maasbode schrijft
De verrassingen, waarmee het belas
tingbetalend publiek door minister Bert
ling wordt verblijd, zullen natuurlijk bij
zeer velen van links eenig gevoel van
spijtigheid hebben opgewekt. Bij de
stembus van den vorigen zomer toch
hebben de vrijzinnigen zoo braaf hum
best gedaan, om de ons vaderland in den
vorm eener tariefbelasting bedreigende
„ramp" af te wenden; en zie, nu ra
ken ze met de 'ordinaire duimschroeven-
politiek van den huldigen financiënrni-
nister van den wal i? c'sloot.
De vrij/innige pers ziet die onbeha
gelijke stemming aankomen.
Daarom haast zich de „N. R. Ct.m
vóór hare lezers iets ergs mochten gaan
denken, ze maar dadelijk aan het ver
stand te brengen, dat het eigenlijk al
weer die rechterzijde is, welke hen zoo
wil laten bloeden.
Het brave blad zucht eens heel diep
over de lawine van nieuwe belastingen,
- die te dreigend hangt.maar er is hal
laas niets aan te veranderen, want het
vorige ministerie heeft ons nu eenmaal
in de put geholpen.
Een brutaler mystificatie is, meenen
wij, moeilijk uit te denken.
Immers, ware het rechtsche ministerie
aan het bewind gebleven, dan zou van al
die nieuwe bronnen van inkomsten voor
de schatkist geen sprake gekomen zijn,
maar dan had het tarief, terwijl het
beschermend werkte voor de nationale
industrie, tegelijk de noodige revenuen
gebracht voor de uitvoering der sociale
wetgeving.
En het baat de liberale redactie niet,
zich te beroepen pp het feit, dat dan toch
artikel 369 der Invaliditeitswet maar in
werking is gezet, voor dat de maatregel
financieel gedekt was.
Vooreerst toch hebben aan de ver
vroegde uitvoering van art. 369 even
goed de Kamerleden meegewerkt, waar
mee de „N. R. C." zien geestverwant
gevoelt; maar ten andere is deze
uitvlucht van de brave redactie des te
meer onoprecht, vermits zij aan de stem
bus dapper heeft meegedaan zij het
ter wille van de samenwerking met
het concentratiegeschreeuw om staats
pensioen, een wettelijken maatregel, die
nog heel wat dieper in den zak moest
doen tasten dan de onschuldige over
gangsbepaling van minister Talma.
De poging, om de vorige regeering
aansprakelijk te stellen voor het beleid
des heeren Bertling, is daarom niets
dan een laf zich onttrekken aan de ver
antwoordelijkheid, nu deze voor de anti
tarief-agitators compromitteerend dreigt
te worden.
Het is daarom goed, fabeltjes als de
„N. R. Ct." nu verspreiden gaat, aan
stonds den kop in te drukken.
Kindertoeslag.
Wlij [lezen in de (A. R.R o 11 e r d a m-
m e r.
Onze warme sympathie voor een kin
dertoeslag bij het loon hebben we nim
mer onder stoelen en banken gestoken.
Wie oordeelen dat daarin schuilt een
gezond ethisch beginsel, dat naar ver
schillende zijden goede werking kan
uitoefenen^
Dat het loon zuiver en alleen naar
verdiensten, naar bekwaamheid zou kun
nen worden afgemeten, is eene fictie.
Ook andere omstandigheden behooren
daarnevens invlbed te oefenen en onder
die factoren nemen da l'evensonderhoud-
kosten een belangrijke plaats in.,
We ontveinzen ons niet dat in 't par
ticuliere bedrijfsleven ee.-?. ijveren voor
slgeireene doorvoering /an de r kir.ver-
toeslag bedenkelijke gevolger., hebben
kan.
Maai de Overheid kan. r.'rl" in deze
meerder vrijheid van beweging verooi lo
ven en als goed werkgeefster de grootte
van het gezin invloed doen hebben op
de lloonsbepaling.
Vandaar onze warme ingenomenheid
met gemeentebesturen alls Hilversum en
Nijmegen, die hier voorgingen.
Onze warme ingenomenheid ook voor
Minister Heemskerk^ kindertoeslag
voor de onderwijzers en de sal'arisrege-
ling voor de postambtenaren.
Van zekere zijden is geageerd om voor
onze postmannen deze regeling prijs te ge
ven en den kindertoeslag af te schaffen.
Terecht Met daarentegen de oud-Minis
ter Regout in de Eerste Kamer zijn
waarschuwende stem hooren.
En nu komt ook uit den kring der
postmannen zelf het verzet los.
Niet alleen dat de beide Christelijke
bonden nl. de R. K. Petrus en de Chris
telijk Protesiantsche Bond „Door Plicht
tot Recht" op behoud aandringen, maar
ook bijna 200 leden van cien Neder-
landschen Bond van Post- en Telegraaf-
beambten „De Post", welks bestuur de
actie tot afschaffing aanving, zonden aan
den Minster van Waterstaat een verzoek
schrift om bestendiging van den bestaan-
den toestand.
Verwonderen doet het ons niet.
De kindertoeslag, het gezinsloon, be
vat een voortreffelijk economisch begin
sel, dat in de toekomst sterker zal door
werken. v I 1
Het zou een stap achterwaarts zijn, als
Minister flüelly den kindertoeslag prijs gaf.
L)e Week
in liet Buitenland.
Wanneer we de gebeurtenissen, die
deze weèlc in het buitenland hebben
plaats gegrepen, de revue laten passeeren,
udn i» ci gccii, die zooveel indruk in
binnen- en buitenland gewekt heeft dan
het overlijden van Em. Kardinaal Kopp.
We hebben reeds gelegenheid gehad in
eenige onzer vorige nummers levens- en
andere wetenswaardige bijzonderheden
van dezen eminenten kerkvorst mede te
deelen en zullen daarover niet in her
haling treden. Hier moge alleen nog een
korte beschrijving volgen van de wijze,
waarop het Katholieke Troppau gisteren
zijn ontslapen "Kerkvorst geëerd heeft.
Het stoffelijk overschot van wijlen Z.
Em. Kardinaal Kopp was gisteren in de
kloosterkerk te Troppau op ëen baar
geplaatst; duizenden maakten van de ge-
legenheid gebruik om den overleden Kar
dinaal een laatste maal te zien.
De speciale trein, welke het lijk zou
overbrengen, is gistermiddag te vijf uur
in Breslau aangekomen; het Domkapittel
en de geeste. ijkheid waren aan hel sta
tion aanwezig. De plechtige uitvaartdienst
zal Dinsdagmorgen om 10 uur beginnen;
met den aartsbisschop van Keulen en den
bisschop Schmidt uit Fulda zal de wij
bisschop Litowski uit Posen bij den lijk
dienst assisteeren.
De domprediker dr. Herrlich zal de
lijkrede uitspreken.
Heeft Duitschland dezer dagen gestaan
aan (liet sterfbed van een harer grootste
zonen, ook het Bielgenland is getroffen
door een ramp, die in veler geheugen
een onuitwischbaar smartelijken indruk
heeft achtergelaten. Bielgië is getroffen
door een mijnramp in 't plaatsje Strepy.
Reeds Maandag, in den loop van den
dag was de ingenieur Manche gewaar
schuwd geworden, dat water in de
galerij ter diepte van 270 meter sijpelde.
De ingenieur had gelast de aarden dam
men ite versterken. Het werkvolk was
aan dezen arbeid bezig, toen bemerkt
werd, dat de zijwanden meer en meer
water doorlieten en de wanden zelf
gingen toegeven. De ingenieur Manche
en de bestuurder der mijn, A. Dubois,
daalden neder en stelden inderdaad' het
dreigend gevaar vast
Een dof gerommel werd gehoord en
weldra had een aardinzakking plaats.
Eensklaps drong het water met verschrik
kelijk geweld in de galerij, alles op Zijn
doortocht verbrijzelend of vervoerend.
Ooggetuigen zeggen, dat geladen wagon-
netjes ais stroonalmen weiden weggeslin
gerd. Het was als een zee van aarde en
modder, die door de galerijen naar 'de
schacht stroomde.
De ploegbazen gaven blijk van waren
heldenmoed, want ze begrepen maar al
te goed aan welk gevaar ze zich bloot
stelden met zich van de schacht en dein
ophaalbak te verwijderen om de andere
voorvechters van den godsdienst moeten
daarin het voorbeeld geven. Nu, vooruit
ejrtnede, al's ge iets daartegen hebt in te
brengen, voegde hij erbij, toen de ge
laatsuitdrukking van den jongen man
verried, dat zijn meening bij dezen geen
'instemming Vond.
Bij zulk een blinde gehoorzaamheid
zou het Christendom wef geen uitbrei
ding gevonden hebben, overste, en de
door u zoo bijzonder vereerden ajjostel1
Paulus, zou niet zoo dikwijls gevangen
genomen en veroordeeld zijn, als hij
maar altijd de bevelen der overheid op
gevolgd had. Het gezag van den staat
reikt niet zoover, dat het macht heeft
over het geweten, sprak Frans ernstig.
In ieder geval' hebben wij, katholieken,
het recht, onze meening voor te staan.
Wiij hebben altijd meegestreden voor de
roem en de grootheid des vaderlands;:
wij hebben allo lasten mede gedragen
en zijn geen vreemdelingen op den [Duit-
schen [bodem. Toen wij, Westfal'en, Prui
sen werden, heeft het koninklijk woord
om> onze rechten verzekerd. Ik heb het
voor een eer gehouden 's konings rok
te dragen en ik zal' den koning verdedi
gen met mijn leven, maar ik zal het mij
ook steeds tot plicht en eere rekenen
voor mijne Kerk te strijden en met alle
geoorloofde middelen voor haar in het
krijt te treden.
mijnwerkers te waarschuwen.
Terwijl het water met donderend ge
weid door de galerijen neerstortte,
wachtten de moedige werklieden hunne
beurt af -om opgehaald te worden. De
laatsten, die werden opgehaald, stonden
reeds tot aan de borst in 't water.
Ingenieur Manche, die de laatste van
allen de mijn verliet, had bij het in
stappen in den ophaalbak water tot aan
de kin.
Onder de dooden bevindt zich de
ploegbaas Hordet, die gestorven is als
een held. De man had zich oen der
eerster k muen redden, doch, gehoor
zamend aan hei bevel yan den ingenieur,
die hem oplegde do werklieden in de
afgelegen galerijen te gaan waarschuwen,
werd hij door het water verrast en
verdronk.
Een andere ploegbaas, L. Marotte, gaf
insgelijks blijk van grooten heldenmoed.
Terwijl het water door de galerijen
bruiste, hoorde men een akelig gerucht
in de verte. Het was bet wanhopig ge
hinnik der 25 paarden in de omderaard-
sche stallingen. Deze dieren, bet water
voelend klimmen rond zich en het gevaar
vermoedend, riepen op hunne manier
om hulp.
Denkelijk zal de ramp voor de maat
schappij van Bracquegnies zware gevol
gen hebben. Het is niet onmogelijk, dat
de uitbating van den put moet opgegeven
worden, wat een aanzienlijk kapitaal zou
doen te loor gaan. Bestaat er kans, de
galerijen in goeden staat terug te brengen,
dan zal dit overgroote kosten vergen en
de werken zullen minstens zes weken
tot twee maanden duren.
Woensdag was - het grootste gedeelte
van het water uit den put gepompt Men
bereikte den grond tot op een afstand van
13 meter. In den put no. 2 staan nog
50 meter water uit te pompen. Er blijft
echter veel drijfzand te verwijderen, door
het water meegevoerd. Zoodra het water
verwijderd is, zal men op zoek gaan
naar de lijken der slachtoffers, doch men
vreest voor instortingen.
De grond is op vele plaatsen rond de
kolenmijn ingezakt en de huizen dreigen
in te storten. Het is een ware ramp voor
het dorp.
Tot slot willen wij hier nog gaarne
even vermelden op welke wijze de groote
kardinaal-aartsbisschop van Boston, O'
Connell zich dezer dagen op den kansel
uitgelaten heeft over de moderne stroo
mingen in de vrouwenwereld.
In schouwburgen, in winkels en bal
zalen, zeide de kardinaal, ontwaart men
overal een schrikbarende minachting voor
ieder overblijfsel zelfs van fatsoen, in
kleeding, optreden en gesprekken.
Wij behoeven nóch preutsch, nóch piuri-
teinsch te zijn om te kunnen constateeren,
dat iets in het hart en de gezindheid
van de hedendaagsche vrouw binnenge
drongen is, dat haar hard en onvrou
welijk maakt.
Die betreurenswaardige verandering
breidt zich ieder jaar meer en mieer uit
en wanneer dit zoo doorgaat, zullen er
weldra geen gezinnen, geen tehuis en
geen normale vrouwelijke karakters meer
bestaan.
Goddank, zal echter een vrouw, die
haar godsdienst getrouw is, niet licht
beïnvloed worden en toegeven aan deze
buitensporigheden van het moderne
heidendom. LEO.
Weekpraatjc.
Ik geloof niet, dat ik het mis heb, als
ik veronderstel, dat vele lezeressen en
lezers leelijk hebben opgekeken, toen zij
van de week in de courant de plannen
vernamen van dezen minister van finan
ciën, den heer Bieriling. Als zij in vredes
naam maar niet denken, dat zij nu vam
alles op de hoogte zijn, wat van de
zijde des ministers hou porlemoiinaie oo-
dreigt, want dat zou hun nog wel eens
leelijk kunnen tegenvallen'. Het nieuws
van deze week is, dat ontwerpen zijn
ingekomen tot heffing van 20 opcenten
op de vermogens- en op de bedrijfsbe
lasting. Wanneer gij uw belastingbiljet
thuis krijgt voor vermogen of voor be
drijf, dan moogt gij er op rekenen, dat
De staat heeft echter veile middelen
om zijn wil door te drijlven, vriendje.
De overste blleef vlak voor den jongen
man staan en keek hem scherp aan,
Frans sloeg echter de oogeni niet ne
der; zijn gelaat gloeide van opgewon
denheid.
Wij zullen nog meer volhoudings-
vermogen hebben, antwoordde hij on
vervaard. En dan, overste, u hebt toch
ook vóór den slag niet gevraagd, wan
neer en door wie de victorie zou wor-»
den behaald.
De overste lachte bij deze laatste
woorden hartelijk.
Flink gesproken 1 Er steekt toch
wel' iets van een soldaat in je, sprak
hij op gansch anderen toon, den jongen
man de hand op den schouder leggend}
Ik weet, dat gij van eerl'ijike overtuiging
zijt en God beware mij, daaraan te kort
te doen. Wiat gij echter ook verrichteii
moogt, houd je vaderland in eere en
waar gij tot vrede kunt aansporen, doe
het dan. De strijd der meeningen is on
vermijdelijk, is gezond, maar als de goh
ven te hoog gaan, is het wel goed dat
men igr olie op giet Houd dat in gedach
ten, heer journalist Ga met God. Mijn
deur zal altijd voor je openstaan en ik
hoop, dat gij den weg hierheen zult
weten te vinden, voegde hij met groote
hartelijkheid eraan toe. Dan breken we
uw aanslag niet alleen met één dubbeltje
per gulden wordt verhoogd, zooals tot
op heden, doch dat dit eerste dubbeltje
het gezelschap krijgt van een tweede.
Maar hiermede zijn de verrassingen van
den goeden Sint, in dit geval Zijne Excel
lentie den minister van binancizn, nog op
lange na niet uitgeput. Straks begint de
Kamer aan de algemeene inkomstenbe
lasting. Toegezegd is een belasting op
tabak, een verhooging van de zegelbe
lasting, een verhooging van de successie-
belasting, een verhooging van den bier
accijns. Een indrukwekkende lijst! Diat
ook het bier zal worden aangesproken
om er twaalf ton gouds meer int te halen
het zal ongeveer dubbel zoo duur
worden is door den minister ook eerst
deze week medegedeeld, tegelijk met zijn
opcenten-voorstel. Nu moge men in
prijzenswaardige toewijding zijn hart heb
ben verpand aan de geheel-onthouding
of men moge dat niet, in beide gevallen
zal men het verwonderlijk vinden, dat,
nadat de tariefwet is bestreden o.a. op
grond, dat de „kleine man" er voorname
lijk de dupe van werd, nu een belasting
zal worden ingevoerd niet alleen op de
pruimtabak, maar ook op het glas bier.
En dat slikken de kiezers ik bedoel
die belasting. Dat alles weegt immers
niet op tegen het groote goed, dat de
tariefwet van de baan is en het
rechtsche Kabinet er bij.
Minister Bertling zal er echter zijn
plannen niet zoo heel gemakkelijk door
krijgen, denken we, evenmin als minister
Treub, de minister van landbouw, handel
en nijverheid, zijn z.g. staatspensioen.
Met spannende nieuwsgierigheid wachten
we af, wat er in de Tweede Kamer over
deze mislukte proeve van staat&pension-
neering zal worden gezegd. En minister
Pleyte, die de koloniën onder zijn beheer
heeft, is ook al onder geen gelukkig
gesternte geboren. Luister 'ns, hoe de
Delftsche hoogleeraar prof. J. G. Slees-
wijk in het „Tijdschrift voor sociale hy
giëne" een artikel schrijft over de pest
op Java, met het volgende slot:
„Over 'n jaar of wat zullen wij dank
zij veel praten en weinig doen onze
koloniën wel hebben verspeeld. Laten we
nu toch zóóveel eergevoel er op na
houden, dat wij pogen de eilanden dan
niet „verpest" achter te laten."
Met die vlijmende bemerking kan zoo
wel de concentratie als de huidige regee
ring het doen! Nu is 'twel waar, dat de
critiek gemakkelijk is adres speciaal
aan de sociaal-democratie,' die dezer dagen
heeft gepubliceerd de agenda voor het
a.s. Paaschcongres, waarin o.a. staat een
voorstel van de afd. Biussum, scherp af
keurende de ouderdomsrente van minis
ter Treub. Hadden ze dan zelf deelge
nomen aan de regeering >en de aangebo
den minister-portefeuilles aanvaard! Nog
maals critiek is gemakkelijk.
't Wordt met den dag duidelijker, d'at
de ouders, die hunne kinderen naar de
openbare school sturen, groote kans be-
loopen ze toe te vertrouwen aan vol
bloed bloed sociaal-democraten. Zoo werd
dezer dagen op de huishoudelijke ver
gadering van de afd. 'sGravenhage van
den Bond van Ned. Onderwijzers, met
enkele stemmen tegen, besloten twee
afgevaardigden te zenden naar de meeting
voor algemeen kiesrecht, uitgaande van
de S. D. A. P. en het N. V,. V. 't Is
maar één voorbeeld uit de zeer vele.
Wat lezen we de laatste dagen van
arbeidsconflicten, hier staking, daar uit
sluiting. Naar aanleiding van dat alles
welt mij een wensch naar de keel
dichterlijk gezegd! moge Leiden van
een arbeidsconflict in het kleermakersbe-
drijf gespaard blijven. De wonden, welke
een geschil, speciaal een staking of uit-
siuiting, tusschen patroons en arbeiders
slaat, zijn dikwijls niet zoo gauw geheeld.
Moge onderling overleg, gebaseem op
goeden wil en vertrouwen in eikaars be
doelingen, een conflict in dat bedrijf ver
hoeden. Eén der groote middelen is, dat
èn patroons èn arbeiders gezamenlijk,
liefst georganiseerd, optreden en de be
sprekingen voeren. Deze weg worde zoo
veel 'mogelijk bewandeld. Dan vreezen
wij het ergste niet. JAN.
samen tnog eens een l'ans.
Hij schudde den jongen man krachtijg
de hand en Frans kon nog slechts een
hartelijk dankbaren blik werpen op zijn
weldoener, van wien te scheiden, hem
zwaar viel.
Eerst toen hij op straat was, dacht
hij er aan, dat zich weder een deel' zijns
levens voor hem afgesloten had.
Die diensttijd, die hem zoo oneindig
l'ang had toegeschenen, behoorde alzoo
ook reeds tot het verledene. In den aan
vang was hem het kazerneleven een zwa
re beproeving geweest, en had zijn onge
schiktheid voor den dienst hem menig
onaangenaam uur bereid. Door de wel
willendheid van zijn beschermer was hij
echter zijn geestesarbeid weder nader
gekomen. Behalve dat hij de bibliotheek
ordenen moest, had de overste hem
steeds tot verdere studeeren opgewekt
en bij den geringen dienst, dien hij te
verrichten had, bleef hem daartoe tijd
genoeg. De overste was een ontwikkeld
man* die op velerlei gebied artikelen
sChreef en de vlugge pen van tHellbrinck
gaarne tot overschrijven en uitwerken
benutte. Zijn grondige kennis, de zucht
om het welzijn van den jongen man,
die hem steeds meer beviel', te bevorder
ren, $lles had medegewerkt om Frans tot
meerdere ontwikkeling te brengen.
(\Vordt vervolgd.j
FEUILLETON.
Onze tijd heeft schrijvers noodig,
sprak hij dan. Ik denk mij vooreerst
aan de journalistiek te wijden.
Courantschrijver! sprak de overste
blijkbaar verbaasd. LWjat drommel 1
Voor de studiën aan de universiteit
heb ik op 't oogenblik niet genoeg mid
delen. Ook verlang'ik er naar, handelend
op te treden in den strijd onzer dagen.
Reeds als knaap was het mijn ideaal,
mede te strijden voor het hoogste goed
en |de welvaart des vaderlands. Die pers
is de voortzetting van den parlementairen
strijd.
Nu, de sprekers en de schrijvers
hebben de regeeringen en die vólkern al
tijd meer schade gedaan dan voordeel
gebracht, antwoordde de overste onna:
denkend.
Een donker rood kleurde het gelaat
van den jonkman, maar hij zweeg.
Nu, spreek o.p, riep de hoofdman. Ik
zie, dat ge 'n antwoord op de tong hebt.
Het militair despotisme heeft ook
reeds veel ellende gebracht en toch is
het ideaal van den militairen stand, de
schuts van het vaderland te zijn, nog
onaangetast. Overigens hebt gij zelf,
overste, mij in dezen tijd vaak op het
voordeel van den parlementairen strijd
gewezen.
't Is nog zoo'n kwaad artikel niet,
sprak de overste goedmoedig. Maar waar
denkt ge nu werk te vinden, mijnheer
de journalist.
Hier in Berlijn, bij de redactie van
onze nieuwe Katholieke courant.-.
Wat drommel, wilt gij bij dat Hetz-
blatt gaan. Het slaat een toon aan....
Die het door de noodzakelijkheid
der verdediging opgelegd wordt. Hiet
wordt van alle zijden smadelijk aange
vallen, reeds bij zijn eerste verschijnen.-
Laten we "daar niet over twisten.
Gij wilt daar dus uw heil zoeken.
Men wil het ten minste met mij
proeven. Als het mij gelukt, zal ik een
beroep gevonden hebben, die mij zeer
bevredigen zal!.
Veel1 lauweren zullen je daar niet
wachten, meende de overste, maar ik
weet, dat ge daar niet om geeft en ik
benijd u en je geloofsgenooten om je
Overtuigingskracht Ik deel' de tegen
woordige zienswijze der Regeering niet
ik sta aan de zijde van Klëist, Retzow,
en andere conservatieve protestanten en
wilde dat die .wetten niet gemaakt wa-
ren. Al's ze echter eenmaal aangenomen
zijn, dan moet er geho.orzaamd worden.
Gehoorzaamheid is christenplicht en de