Uit de Pers. "feuilleton. Tweede Blad, behoorende bij De Leldsche Courant van Zaterdag 31 Jan. no. 1308. KAMEROVERZICHT. TWEtdDE KAMEk. VakonderwijsZeejongens. De Kamer is uiteengegaan tot Woens dag. Er zijn nog 30 sprekers voor onderwijs-zaken. Tot nu toe stond het onderwijs-debat in het teeken van vak onderwijs. Er was veel eenheid in aller meening. Alleen de heer Spiekman vorm de een dissonant. Hij wenschte koste loos vakonderwijs en zooveel mogelijk coeducatie. .Het eerste achten we een onmogelijkheid wie zal dat betalen? het tweede, vooral in de z.g. vlegel jaren, gevaarlijk. |W|ij verwijzen nog naar ons verslag, waaruit blijkt, dat de heer Ter Laaü net deelt de meenngi van den Leidschen kantonrechter inzake het niet strafbaar zijn van „zeejongens"i. (Wijl zijn benieuwd of de minister zich over deze kwestie zal uitlaten. De politieke toestand. De T ij d schrijft, naar aanleiding van het voorloopijg1 verslag der Eerste Kamer over Hoofdstuk 1 der staatsbegrooting, o.m. het volgende: Niet alleen wordt thans door de rech terzijde geen crisis gewenscht, maar zelfs zou deze haar zeer ongelegen schij nen na de groote mogelijkheden, welke zij het dan voorshands theoretisch ons door een ongeloofelijken loop der politiek nabij zijn gekomen, dank zij een uitgeputte Tweede Kamer en een pre mier, die een taan van goeden wille "blijkt te zijn. Onze vertegenwoordigers hebben plaats genomen in de onderwijscommis sie, en zoolang die nog niet tot een be sluit is gekomen, mag en zal er geen sprake van zijn, om ons vertrouwen op te zeggen aan den staatsman, die althans een officieele proeve tot oplossing der schoolquaestie heeft mogelijk gemaakt. In het Voorloopig Verslag hebben ook in de Eerste Kamer de rechtsche par tijen met nadruk bevestigd, dat, willen zij in den lande blijvend tevreden worden gesteld, het dan eindelijk, na zooveel jaren worstelens, tot eene. erkenning van haar recht moet komen. „Zonder dat is het voor haar onmogelijk", luidde het V. V. „tot eenige grondwetsherziening mede te werken; het is voor haar de conditio sine qua non; want, hoezeer zij het ook zouden betreuren door den loop der zaken tot een non-possumus- politiek te worden genoopt, door de bloote instelling der onderwijscommis sie is zoodanige gedragslijn tiet be hoeft schier geen betoog geenszins voorgoed van de baan". Daarom werd er door eenigen op ge wezen, dat het nooit goed zoude gaan, wanneer de behandeling der artikelen 80 en 102 van de Grondwet niet gecombi neerd werd. Niet met fraaie beloften voor de toekomst kon volgens hen de rechterzijde worden tevreden gesteld, maar beide punten dienden tegelijk in behandeling te komen, opdat de rech terzijde in zake art. 192 het recht ver- krijge, hetwelk zij meent, dat haar toe komt. Terwijl dan het oprecht voor zijn ka rakter uitgekomen Kabinet-Cort van der Linden met gemak de onmachtige Con centratie kan blijven beheerschen, wier levensbelangen ministerieel gedekt wor den; terwijl de kiesrechtvoorstellen wachten op aansluiting bij de conclusiën der commissie voor de evenredige verte genwoordiging, en de voortgang der Grondwetsherziening op den uitslag der onderwijscommissie, mag het zich vol strekt zeker achten ivan zijn positie, waar in het onnatuurlijk sterk staat. Maar de ze positie zou onmiddellijk weder in de macht der rechterzijde begeven worden, ,3, MAGNA. Papa zegt altijd,, dat het een halt- lose zaak ishij is daar al dikwijls met oom Eggestorf over bezig geweest*. Ik ga nu bij papa eens zien, welke nieu we berichten er in de couranten staan. De slimme fcnaap verdween $ven stormt achtig als hij gekomen was. Tiny bleef alleen achter. Zij gevoelde zich, wat haar Iproeder ook gezegd had, geheel vrij van hetgeen hij 'haar verwe ten had. Zjj kon niet over de zegepraal der Pruisen jubelen, daarvoor was ver bittering over het ongeluk van haar va derland nog te groot. Maar de groote da den, welke de Duitsche stammen thans onder Pruisen's leiding volbrachten, er kende zij toch ten volle. Ja, waarom "had het indertijd diezelfde troepen aan kracht en eenheid ontbroken? De ijzeren man, die in Pruisen aan 't hoofd der regee ring stond, had de kunst verstaan, de verschillende elementen door zulk een engen band samen te snoeren. Meer dan dat! Het gevoel van een- leid, de groote daden, die daaruit voort sproten, deden al hetgeen vroeger ge schied was, vergeten. Was dat slechts da nimbus van het succes? OJ was het indien de gansche opzet der onderwijs commissie mislukte en de wenschen, neergeschreven in het geciteerde Voor loopig Verslag, op onwil, onhandelbaar heid en obstinatie politiek dreigden af t; stuiten. Niet maar om den vorm, hebben zich de leiders der christelijke fracties alle vrijheid voorbehouden. Kabinetsformatie van 1908. Jïn fdej \(fi. R.)' Pot terdammer schrijft oud-minister Heemskerk. Zeer dikwijls kan men in de Standaard lezen, dat het tusschentijds optreden van het vorig Kabinet oorzaak is geweest van groote moeilijkheden. Men zal wellicht kunnen verstaan, dat ik over de moeilijkheden waarmede het vorig Kabinet had te kampen en de oor zaken daarvan eene meening heb, die eenigszins afwijkt van die van de Stan daard; en dat ik die meening ook wel zou kunnen toelichten indien ik daar toe vrijheid vond. Met het oog daarop zou er iets voor te zeggen zijn, dat niet telkens over deze aangelegenheid eenzij dig tot het antirevolutionair publiek werd gesproken. i Toch zal ik mij niet tot polemiek la ten verlokken. Liever laat ik maar wat pijltjes op mij afschieten. In de driestar: „Ongezonde politiek" in de Standaard van Woensdag 28 Ja nuari, No. 12822, staat nu echter iets, dat al te onjuist is om het zonder rec tificatie te laten, namelijk: „Het Kabinet-Heemskerk toch zag zich „toen genoodzaakt, de liberale Minis ters van Oorlog en Marine over te ne- „men uit het liberale Kabinet, en hier- „mede in den Ministerraad 1/4 van het „Kabinet op verkeerd fundament te doen „rusten". Inderdaad ik zag mij genoodzaakt den vice-admiraal Wentholt uit het Kabinet- de Meester over te nemen, maar niet om dat het een tusschentijdsche formatie ^vas,. Maar de Minister van Oorlog! Het Kabinet-Heemskerk trad op, omdat de Begrooting van den Minister van Oorlog generaal Van Rappard, verworpen was, en het zou genoodzaakt zijn geweest daarom dien Minister over te nemen! Ik ben overigens nog steeds erkente lijk aan den vice-admiraal Wentholt en den luitenant-generaal Sabron, die nim mer gepoogd hebben op eenigerlei wijze het Kabinet tegen te werken in het vol gen van de politiek der rechterzijde. Vorstelijk voorbeeld. IWJij laten hier nog ee'nige persstemmen volgen, die zijn opgegaan naar aanlei ding van het bezoek van de Grootherto gin van Luxemburg aan ons land. 6prekerid van het concert door het gemeentebestuur der residentie de groot hertogin van Luxemburg aangeboden, zegt de schrijver der Brieven uit de Hof stad in de A r n h. Ct.: „Naar men mij mededeelde, was dit optreden van de gemeente in het hier bedoelde geval een tegemoetkoming aan het Hof, dat zich voor de moeilijke taak geplaatst zag, een jonge vorstin bezig te houden, wier strenge opvatting van hare godsdienstplichten in dezen geen ruime keuze toelaat. Den burgemeester, die sedert zijn kinderjaren met de konin gin bevriend is ,werd toen te verstaan gegeven, dat het door het Hof geappri- cieerd zou worden als de gemeente een concert aanbood,'een vorm Van vermaak kunstgenot, die door de omgeving der hooge bezoekster zere nigbaar werd ge acht met hare levensopvatting en de keu ze harer vermaken". Het Huisgezin teekent hierbij aan „De opvatting als of ons Hof m.a.w. onze Koningin een godsdienstige vorstin, die op bezoek is, eigenlijk niet goed kan bezighouden, zouden wij niet graag onderschrijven. Maar wel bevat het aangehaalde overi gens een hoogen lof aan de Grootherto gin van Luxemburg. Deze jonge vrouw, die zoo lang zij kon de anti-kerkelijke schoolwet weer stond, toont overal en in alle omstandig heden den durf harer overtuiging. Ook in den Haag begon zij den dag niet veeleer het gevoel, dat door het streven van den ijzeren man Duitschland toch eindelijk dat had bekomen, wat het al lang ontbrak? Tiny was een veel te eerlijke tegen standster om dat niet te erkennen<W|eder moest zij het onderhoud met JBiernard Behrenberg denken, waarin deze reieds als zijn vermoeden had uitgesproken, dat het zoo gaan zou. Thans wendde Tiny zich echter weder naar den brief, in de lezing waarvan zij door de komst van haar broeder was gestoord. Dit schrijven had haar allang zwaar op't hart gedrukt en Ferdi had er den inhoud onwillekeurig van aangeroerd. Tiny was een tijd lang vol vurigen ijver geweest voor het Hannoversche legioen, waarin zij het begrip der echte trouw aan den koning verwezenlijkt zag. Zij had toen naar haar krachten daaraan willen medewerken. De raad van Bieh- renberg en diens duidelijke uiteenzetting der zaak hadden haar ervan doen afzien. Toch deden zich nog nu de gevolgen van haar medewerking gelden. Eenige ouders, die in den grootsten kommer en zorg zaten over het lot van hun zonen, wend den zich tot haar en vroegen hulp en berichten. Een ouderpaar vooral uit den omtrek van Brackhoven was er wan hopig onder, niets van den geliefden zoon te vernemen, en 'smeekte Tiny om in- met het bijwonen der H. Mis. Van al wat wuft is, houdt ^i] zich verre. Welk een schitterend voorbeeld in on ze dagen van losheid van zeden geeft d' - orrtin aan de katholieke vrouwen. Een beschamend voorbeeld tevens, want de woorden in den laatsten tijd door zooveel bisschoppen over kleeding en dansvennaak gesproken en geschre ven, wijzen op een kwaad, dat ook in katholieke kringen bedenkelijke afmetin gen heeft aangenomen. Daartegen staat het voorbeeld der Lu- xemburgsche vorstin als een waardig en levend protest". Onder het opschrift „Hoe zijn ze" le zen wij in ue N. Ti 1 b. Crt." In meer dan één katholiek blad is hulde gebracht aan de sympathieke groot hertogin van Luxemburg, die tijdens haar verblijf bij onze Koningin van haar ge woonte om iederen dag de H. Mis bij te wonen, niet afliet. Het was inderdaad een schitterend voorbeeld. Deze zaak werd, zoo vertelde men ons, aan de bittertafel besproken in een der Haagsche sociëteiten, waar een groep jonge ministerie-ambtenaren hun wijs heid zaten te luchten en te vergrooten. Het geval i? teekenend genoeg om het in wijder kring bekend te taaken. Er spreekt zoo duidelijk uit, hoe bekrompen men in vrijzinnige kringen kan zijn, hoe on verdraagzaam enhoe minachtend men daar over de katholieken denkt. Een der jonge ambtenaren liet zich n.l. op luiden toon uit over de daad der groothertogin: Zeg, vindt je het geen schandaal dat d i e groot-hertogin van Luxemburg als gast van onze Koningin, 's mor gens naar een Roomsche Kerk is gegaan. De uitroep is historisch. Historisch ook het antwoord van een oud heer ,die de vraag gehoord had: Een schandaal zou het zijn geweest als onze Koningin die groothertogin van Luxemburg haar gast, belet had haar godsdienstplichten te vervullen. De Week in het Buitenland. Daar zit ik waarachtig op m'n pen houder te bijten. Meen echter niet, ge achte lezer, dat het voorkomt uit gebrek aan inspiratie, 't Is alleen omdat ik niet weet waarmede ik mijn praatje deze week zal beginnen want in voorbeeldloo- ze wanorde spoken stakende kolensjou wers in Engeland, stakende spoorwegar beiders in Zuid-Afrika, oproerige kies- rechtfurie's in Londen en weet ik wat al meer in mijn hoofd rond, en voeren daar een dans uit waarbij de zoo ge wraakte Tango met zijn meer dan 70 be wegingen of de „Pas de l'ours" nog slechts kinderspel is. Ik zal u echter niet vervelen met het geen het feiten-materieel uit het buiten land in mijn hoofd teweeg heeft ge bracht, maar u—zooals ook mijn plicht is een overzicht geven van hetgeen in het buitenland gebeurd is. Het ons zoo verwante en naburige Duitschland heeft in de afgeloopen week feest gevierd, op een wijze waarop ieder rechtgeaard vaderlander feest viert als zijn vorst verjaart. De „Kaiser" van het céne groote vaderland is jarig geweest. Wanneer men weet dat de keizer voor al wat Duitsch is voelt, denkt of spreekt alles is, dan behoeft het geen betoog aai h t feest luisterrijk geweest is en als hoorngeschal geklonken heeft in alle Duitsche Staten. Onlangs zagen we op een politieke spotplaat, waarop het geheele Europee- sche concert in een orkest was afgebeeld hoe Duitschland en Engeland tusschen stoelen en banken lagen te rollen om de „eerste viool" te bemachtigen. Het slot was dat ze beiden met een stuk van ge noemd instrument uit den strijd te voor schijn kwamen, en dus geen van beiden als „eerste viool" zouden optreden. Le zer, u begrijpt mijn bedoeling, ik wilde zonder al te storende overgang u iets lichting, of hij nu niet in het vaderland zou kunnen terugkeeren. Tiny had grootelijks medelijden met de arme menschen, doch het was haar onmogelijk eenig uitsluitsel te geven. Na haar lange afwezigheid uiit !W|eenen £tond zij te ver van de toonaangevende kringen, en de eenige mededeeling, die zij had kunnen erlangen, was deze, dat de zaak van het legioen als beëindigd te be schouwen was en dat de koning van" Hannover voor die lieden alles had ge daan, wat in zijn macht lag. Tinfy wist nu niet, wat zij verder doen moest Haar zwager Dornick in deze zaak om zijn tusschenkomst te verzoeken, was wel het eerste wat voor de hand lagzij koesterde voor dit plan echter weinig sympathie. Zij vreesde zijin spot; boven dien was hij nog in actieven dienst en dus niet in de gelegenheid wat te doen. Dornick's huwelijk met Magna Beh renberg was voor Tiny een nieuw raadsel geweest Voor Dornick scheen het haar de gelukkigste oplossing, maar Magna's besluit vermocht zij niet te 'begrijpen. Hoe anders toch had Magna vroeger over Dornick geoordeeld! Hoe verander lijk was toch de wereld in haar meening. Na Dornick was Behrenberg weder degene geweest, die *Tiny het best ip deze aangelegenheid van raad kon dienen, doch het kwam haar onmogelijk voor, vertellen over Duitschland's grootste concurrent, Engeland. 'Het is niet te verwonderen dat in het 1and waar de steenkool en ijzer-industrie hoogtij viert, de staking der kolensjou wers algemeen de aandacht trekt, van verschillende zijaer. met bezorgdheid wordt gadegeslagen. GUukkig scisijnt re toestand thans zoo verbeterd dat de king als geëindigd te beschouwen is. omstandigheden zijn echter niet sch» terend. - Behalve de firma Cornwall heeft er slechts één den geëischteu stuiver opslag toegesiaan. De a.idere firma's, leden van de vereeniging van kolenhandelaars, heb ben het werkvolk weer aangenomen op de voorwaarden die zij vóór de staking hadden aangeboden, welke voorwaarden een vooruitgang van het loon inhielden, maar minder dan de arbeiders eischten, en die deze dan ook vóór de staking ver wier Het aanbod van arbitrage ne- 1. oons wegens de staking, wel- k t Verhoeden, terug. zelf dwalen onze blikken van naar Zuid-Afrika, waar, zoo- a. Gd een hevige staking onder spoorwegarbeiders en mijnwerkers ge woed heeft en voor een deel nog woedt. Zooals wij gioteren reeds meldden heeft de verbanning van de tien arbeiders-leL ders groot opzien verwekt. De huidige stand van zaken blijkt dui delijk uit de hier volgende berichten. Enkele bladen zijn van meening, dat door oe kwestie en al wat daarmede sa menhangt, de positie van lord Gladsione, de gouverneur-generaal van Zuid-Afrika, onmogelijk zou zijn gemaakt en dat hij binnenkort naar Engeland komen zou, om na verantwoording te hebben afge legd, zijn taak neer te leggen. Verschillende Engelsche bladen wijden lang uit over de talrijke factoren, die met de kwestie nauw verband houden, vraagstukken van recht, van beleid, van politiek, in zooverre het geheele „impe rium" en vooral het „moederland" bij de krachtige daad van Biotha betrokken is. En vooral de liberale bladen en. de labour- organen leggen den vollen nadruk op het onwettig karakter, dat de handeling der Zuid-Afrikaansche regeering hebben zou. Generaal Botha zal waarschijnlijk wei nig moeite hebben het parlement te over tuigen van de dringende noodzakelijk heid tot het invoeren van de krijgswet en daarmede van de onder die omstan-i digheden gerechtvaardigde deportatie der „tien". Zoodat de meerderheid van het parlement dan ook haar goedkeuring hechten zal aan de door de regeering in te dienen of reeds ingediend „act of indemnity". Er zijn zoovele bewijzen door den pre mier aan te halen, dat de staking een re- volutionnair karakter droeg, dat maar weinig parlementsleden zich daardoor niet zullen laten overtuigen. De erken ning van het revolutionnaire karakter der beweging brengt tot de erkenning van de noodzakelijkheid der uitvaardiging van de krijgswet en zoo tot een erkenning van de gerechtigheid der deportatie. Ook in het parlement te Londen zal de kwestie wel ter sprake komen en het is de vraag of daar de argevaardigden zoo gemakkelijk zuüen laten overtui;, Vooral de labours zullen waarschijnLj. in het Lagerhuis met alle kracht pro- testéeren, daar het hier een precedent eeldt, dat *'oor de georganiseerde arbei dersbeweging van ingrijpend belang is. Intusscnen duurt net nog een maand voor het schip met de „tien" in Enge land aan zal komen. De overbrenging der ballingen had met zooveel geheimzinnig heid plaats, dat ze zelfs niet wisten, waar heen ze gebracht werden en wat men niet hen voor had. Eerst, toen ze goed en wel a n boord waren, hoorden ze, dat ze teerd werden en eerst bui- n kregen ze anderhalf uur tijd icht er van aan hun vrouwen familieleden te schrijven, die .it nog geheel onkundig waren. i schip, de „Umgeni", is niet van 'draadlooze telegrafie voorzien, zoodat nogmaals met hem in schriftelijk verkeer te treden. Neen, de draad was afgesneden en moest afgesneden blijven. En toch imoest er een middel gevonden worden. Haar peinzen over alle mogelijke per sonen, die haar van raad en voorlichting zouden kunnen dienen, bracht haar ein delijk den regeeringsraad Schultze in gedachten, met wien zij bij de Lands- krans kennis gemaakt had. Haar vader en Dornick waren eenige malen over zaken met hem in onderhandeling geweest. Bij Gabry's verlovingsfeest had hij tot óe genoodigden behoord. Ook 'bij Gabry's begrafenis was hij gekomen en' haarvader was 'over dat blijk van deelneming zeer geroerd geweest. Tiny had wel van Dor nick gehoord, dat de Raad in Pruisi- schen dienst was getreden, doch zoo- velen waren door de veranderde ver houdingen daartoe gedwongen geweest. Hij zou in ieder geval wel zooveel deel neming bewaard hebben, om haar met raad en daad te willen bijstaan. Het gevolg haar overleggingen was, dat Tiny een brief schreef aan Regee ringsraad Schultze, waarin zij de on gelukkige aangelegenheid blootlegde en daarvoor belangstelling bij hem zocht ie wekken. Grootmoedig stelde zij hem alles ter beschikking wat zij had, om den armen in het gegeven geval eene onderweg geen beric»\'at. gewisseld kun nen worden. !n die maand kan intusschen de opgewondenheid ov^r den „c?up" van Botha gekalmeerd zijn en het gezon de oordeel over de sensationeel j daad te ruggekeerd. Geac' te lezer, van algemeene bekend- ht et spreekwoord dat men zelfs k .ede te veel kan krijgen. Van lt goede heeft men dus op a ch gezegd al heel gauw £.t Daarom tot de volgende wee» LEO. A ^ekpraatje. „Haastige spoed is zeiden goed", dacht van de week de rechterzijde in deTweecLe Kamer en ze wilde niet de wijzigingen in de inkomstenbelasting bestemmen voor het onderzoek in de afdeelingen, daar deze zoo gewichtige financfeele wetten, die toch op 1 Mei a.s. niet kunnen wor den ingevoerd, en die ons heelte belas tingstelsel op z'n kop zetten en in een handomdraaien zoo lpas door den nieu wen minister van financiën zijn ingedienjdy ernstige studie en voorbereiding ver- eischen. „Haastige spoed is ditmaal wel goed", scheen de linkerzijde te denken, die als één man vóór het afdeelings- onderzoek stemde. En dat, terwijl onder het vorig ministerie van links telkens werd geklaagd, dat men toch vooral tijd van voorbereiding moest hebben en tot regeering en meerderheid het verwijt werd gericht ten onrechte dat zij sociale en andere ontwerpen „er door wilden jagen". De bij den neus genomen kiezers zullen straks de vier- of vijfdubbel verhoogde opcentjes, de nieuwe staats inkomstenbelasting, zonder vooibereid.ng er door gejaagd, stilletjes hebben te be talen. Misschien dat dan de kiezers wak ker worden en zich de oogen uitwrijven 1 Maar er zijn altijd dingen, die men niet wil zien. Daar heb je b.v. de nuttige lessen, die het zoo miskende en versmade Zuiden ons geeft Ik las yan de week dat in het Aartsbisdom een organisatie „R. K. Platteland" zal worden opgericht (Een magnifieke instelling, ook voor onze streken.) Uit het Zuiden, uit het bisdom Den Bosch, is de eerste stoot gegaan tot dit goed werk. Ik kreeg van de wéék 'in handen het verslag van de R. K. leer gangen zij hebben het meeste succes in het Zuiden. En toch is dat Zuiden zoo donker! Overigens is ons landje up-to-date ver licht. ^00 zal er dezen zomer te Am sterdam een anarchistencongres worden gehouden het toppunt van verlichting. Eerst zou Zürich, de hoofdstad van Zwit serland, de eer hebben, maar een der bladen weet te vertellen, dat men van dat plan heeft afgezien, omdat onder de deelnemers verscheidene heeren zijn, die als 7ij zich daar hadden vertoond, bij den kraag zouden zijn gevat. I11 ons land zijn ze welkom! |We moeten er toch ook nog even aan herinneren, dat de Centrale Raad vau De Hanze in het bisdom Haarlem Dins dag een vergadering te Rotterdam heeft gehouden, die getuigde van een krachtig en eensgezind de voorwaarde van alle kracT streven. Naar aanleiding van gt jende moties deelde de voor- er dat de Haarlemsche Hanze actief is in haar pogen om ïr 't een federatie van "de vijf diu ie uddenstandsbonden. Wie be- hoev v n;et te zeggen, dat d-eze actie verdi t worden toegejuicht, en ieder er de beste resultaten van moet hopen. Op die vergadering werd aangenomen een motie van de afdeeling Haarlem ter bestrijding van „Eigen Hulp". Volmaakt ben ik het eens met wat de „Leidsche Courant" over deze bestrijding schreef en kan mij dus met de strekking van die motie allerminst vereenigen. Het stalen van innerlijke kracht door zelf te coöpereeren dat is het middel. Aan innerlijke kracht zal het nu ook den Vrouwenbond in ons Bisdom niet gaan ontbreken, nu er deze week een diocesaan bestuur is gekozen; en ook niet den R. K. Politieagentenvereenigin- ondersteuning te doen toekomen.) Tiny gevoelde zich verlicht, nadat zij dezen brief verzonden had. Lang bleef zij echter in onzekerheid omtrent de ge volgen daarvan. Eerst maanden later kreeg zij een ant woord uit Berlijn. In een haar onbekend dameshandschrift werd haar medege deeld, dat de heer Schultze, de vader der schrijfster, zich helaas niet zelf met de aangelegenheid had kunnen bemoeien. Hij had echter baron Behenberg, die als Landraad van een nabij Hannover lig- genden Kreis met de zaak bekend was, bij diens verzoek kennis gegeven en die had de aangelegenheid terstond tei hand genomen. Kort geleden had hij haar nu verzocht, de freule te wil len doen weten, dat zij gerust kon zijn. Door tusschenkomst van het gezantschap had hij vernomen, dat beide jnogelui be reid waren naar hun vaderland terug te keerenalle noodige maatregelen om hen dit mogelijk te inaken, waren geno men en spoedig zou alles tot wederzijde sche tevredenheid geschikt zijn. De schrijfster verzuimde niet in 't licht te stellen met hoeveel omzichtigheid en wilskracht baron Behrenberg de zaak behandeld had en gaf met eenige vrien delijke woorden haar vreugd te kennen, de overbrengster van zoo goede berich ten te kunnen zijn. (Wordt verv.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1914 | | pagina 3