Uit de Pers.
"feuilleton.
Tweede Blad, behoorende
bij De Leldsche Courant van
Zaterdag 31 Jan. no. 1308.
KAMEROVERZICHT.
TWEtdDE KAMEk.
VakonderwijsZeejongens.
De Kamer is uiteengegaan tot Woens
dag. Er zijn nog 30 sprekers voor
onderwijs-zaken. Tot nu toe stond het
onderwijs-debat in het teeken van vak
onderwijs. Er was veel eenheid in aller
meening. Alleen de heer Spiekman vorm
de een dissonant. Hij wenschte koste
loos vakonderwijs en zooveel mogelijk
coeducatie. .Het eerste achten we een
onmogelijkheid wie zal dat betalen?
het tweede, vooral in de z.g. vlegel
jaren, gevaarlijk.
|W|ij verwijzen nog naar ons verslag,
waaruit blijkt, dat de heer Ter Laaü
net deelt de meenngi van den Leidschen
kantonrechter inzake het niet strafbaar
zijn van „zeejongens"i. (Wijl zijn benieuwd
of de minister zich over deze kwestie
zal uitlaten.
De politieke toestand.
De T ij d schrijft, naar aanleiding van
het voorloopijg1 verslag der Eerste Kamer
over Hoofdstuk 1 der staatsbegrooting,
o.m. het volgende:
Niet alleen wordt thans door de rech
terzijde geen crisis gewenscht, maar
zelfs zou deze haar zeer ongelegen schij
nen na de groote mogelijkheden, welke
zij het dan voorshands theoretisch
ons door een ongeloofelijken loop der
politiek nabij zijn gekomen, dank zij een
uitgeputte Tweede Kamer en een pre
mier, die een taan van goeden wille "blijkt
te zijn. Onze vertegenwoordigers hebben
plaats genomen in de onderwijscommis
sie, en zoolang die nog niet tot een be
sluit is gekomen, mag en zal er geen
sprake van zijn, om ons vertrouwen op
te zeggen aan den staatsman, die althans
een officieele proeve tot oplossing der
schoolquaestie heeft mogelijk gemaakt.
In het Voorloopig Verslag hebben ook
in de Eerste Kamer de rechtsche par
tijen met nadruk bevestigd, dat, willen zij
in den lande blijvend tevreden worden
gesteld, het dan eindelijk, na zooveel
jaren worstelens, tot eene. erkenning van
haar recht moet komen. „Zonder dat is
het voor haar onmogelijk", luidde het
V. V. „tot eenige grondwetsherziening
mede te werken; het is voor haar de
conditio sine qua non; want, hoezeer
zij het ook zouden betreuren door den
loop der zaken tot een non-possumus-
politiek te worden genoopt, door de
bloote instelling der onderwijscommis
sie is zoodanige gedragslijn tiet be
hoeft schier geen betoog geenszins
voorgoed van de baan".
Daarom werd er door eenigen op ge
wezen, dat het nooit goed zoude gaan,
wanneer de behandeling der artikelen 80
en 102 van de Grondwet niet gecombi
neerd werd. Niet met fraaie beloften
voor de toekomst kon volgens hen de
rechterzijde worden tevreden gesteld,
maar beide punten dienden tegelijk in
behandeling te komen, opdat de rech
terzijde in zake art. 192 het recht ver-
krijge, hetwelk zij meent, dat haar toe
komt.
Terwijl dan het oprecht voor zijn ka
rakter uitgekomen Kabinet-Cort van der
Linden met gemak de onmachtige Con
centratie kan blijven beheerschen, wier
levensbelangen ministerieel gedekt wor
den; terwijl de kiesrechtvoorstellen
wachten op aansluiting bij de conclusiën
der commissie voor de evenredige verte
genwoordiging, en de voortgang der
Grondwetsherziening op den uitslag der
onderwijscommissie, mag het zich vol
strekt zeker achten ivan zijn positie, waar
in het onnatuurlijk sterk staat. Maar de
ze positie zou onmiddellijk weder in de
macht der rechterzijde begeven worden,
,3, MAGNA.
Papa zegt altijd,, dat het een halt-
lose zaak ishij is daar al dikwijls
met oom Eggestorf over bezig geweest*.
Ik ga nu bij papa eens zien, welke nieu
we berichten er in de couranten staan.
De slimme fcnaap verdween $ven stormt
achtig als hij gekomen was.
Tiny bleef alleen achter. Zij gevoelde
zich, wat haar Iproeder ook gezegd had,
geheel vrij van hetgeen hij 'haar verwe
ten had. Zjj kon niet over de zegepraal
der Pruisen jubelen, daarvoor was ver
bittering over het ongeluk van haar va
derland nog te groot. Maar de groote da
den, welke de Duitsche stammen thans
onder Pruisen's leiding volbrachten, er
kende zij toch ten volle. Ja, waarom "had
het indertijd diezelfde troepen aan kracht
en eenheid ontbroken? De ijzeren man,
die in Pruisen aan 't hoofd der regee
ring stond, had de kunst verstaan, de
verschillende elementen door zulk een
engen band samen te snoeren.
Meer dan dat! Het gevoel van een-
leid, de groote daden, die daaruit voort
sproten, deden al hetgeen vroeger ge
schied was, vergeten. Was dat slechts
da nimbus van het succes? OJ was het
indien de gansche opzet der onderwijs
commissie mislukte en de wenschen,
neergeschreven in het geciteerde Voor
loopig Verslag, op onwil, onhandelbaar
heid en obstinatie politiek dreigden af t;
stuiten. Niet maar om den vorm, hebben
zich de leiders der christelijke fracties
alle vrijheid voorbehouden.
Kabinetsformatie van 1908.
Jïn fdej \(fi. R.)' Pot terdammer
schrijft oud-minister Heemskerk.
Zeer dikwijls kan men in de Standaard
lezen, dat het tusschentijds optreden van
het vorig Kabinet oorzaak is geweest
van groote moeilijkheden.
Men zal wellicht kunnen verstaan, dat
ik over de moeilijkheden waarmede het
vorig Kabinet had te kampen en de oor
zaken daarvan eene meening heb, die
eenigszins afwijkt van die van de Stan
daard; en dat ik die meening ook
wel zou kunnen toelichten indien ik daar
toe vrijheid vond. Met het oog daarop
zou er iets voor te zeggen zijn, dat niet
telkens over deze aangelegenheid eenzij
dig tot het antirevolutionair publiek
werd gesproken. i
Toch zal ik mij niet tot polemiek la
ten verlokken. Liever laat ik maar wat
pijltjes op mij afschieten.
In de driestar: „Ongezonde politiek"
in de Standaard van Woensdag 28 Ja
nuari, No. 12822, staat nu echter iets,
dat al te onjuist is om het zonder rec
tificatie te laten, namelijk:
„Het Kabinet-Heemskerk toch zag zich
„toen genoodzaakt, de liberale Minis
ters van Oorlog en Marine over te ne-
„men uit het liberale Kabinet, en hier-
„mede in den Ministerraad 1/4 van het
„Kabinet op verkeerd fundament te doen
„rusten".
Inderdaad ik zag mij genoodzaakt den
vice-admiraal Wentholt uit het Kabinet-
de Meester over te nemen, maar niet om
dat het een tusschentijdsche formatie ^vas,.
Maar de Minister van Oorlog! Het
Kabinet-Heemskerk trad op, omdat de
Begrooting van den Minister van Oorlog
generaal Van Rappard, verworpen was,
en het zou genoodzaakt zijn geweest
daarom dien Minister over te nemen!
Ik ben overigens nog steeds erkente
lijk aan den vice-admiraal Wentholt en
den luitenant-generaal Sabron, die nim
mer gepoogd hebben op eenigerlei wijze
het Kabinet tegen te werken in het vol
gen van de politiek der rechterzijde.
Vorstelijk voorbeeld.
IWJij laten hier nog ee'nige persstemmen
volgen, die zijn opgegaan naar aanlei
ding van het bezoek van de Grootherto
gin van Luxemburg aan ons land.
6prekerid van het concert door het
gemeentebestuur der residentie de groot
hertogin van Luxemburg aangeboden,
zegt de schrijver der Brieven uit de Hof
stad in de A r n h. Ct.:
„Naar men mij mededeelde, was dit
optreden van de gemeente in het hier
bedoelde geval een tegemoetkoming aan
het Hof, dat zich voor de moeilijke taak
geplaatst zag, een jonge vorstin bezig
te houden, wier strenge opvatting van
hare godsdienstplichten in dezen geen
ruime keuze toelaat. Den burgemeester,
die sedert zijn kinderjaren met de konin
gin bevriend is ,werd toen te verstaan
gegeven, dat het door het Hof geappri-
cieerd zou worden als de gemeente een
concert aanbood,'een vorm Van vermaak
kunstgenot, die door de omgeving der
hooge bezoekster zere nigbaar werd ge
acht met hare levensopvatting en de keu
ze harer vermaken".
Het Huisgezin teekent hierbij aan
„De opvatting als of ons Hof m.a.w.
onze Koningin een godsdienstige vorstin,
die op bezoek is, eigenlijk niet goed
kan bezighouden, zouden wij niet graag
onderschrijven.
Maar wel bevat het aangehaalde overi
gens een hoogen lof aan de Grootherto
gin van Luxemburg.
Deze jonge vrouw, die zoo lang zij
kon de anti-kerkelijke schoolwet weer
stond, toont overal en in alle omstandig
heden den durf harer overtuiging.
Ook in den Haag begon zij den dag
niet veeleer het gevoel, dat door het
streven van den ijzeren man Duitschland
toch eindelijk dat had bekomen, wat het
al lang ontbrak?
Tiny was een veel te eerlijke tegen
standster om dat niet te erkennen<W|eder
moest zij het onderhoud met JBiernard
Behrenberg denken, waarin deze reieds
als zijn vermoeden had uitgesproken, dat
het zoo gaan zou.
Thans wendde Tiny zich echter weder
naar den brief, in de lezing waarvan zij
door de komst van haar broeder was
gestoord. Dit schrijven had haar allang
zwaar op't hart gedrukt en Ferdi had er
den inhoud onwillekeurig van aangeroerd.
Tiny was een tijd lang vol vurigen
ijver geweest voor het Hannoversche
legioen, waarin zij het begrip der echte
trouw aan den koning verwezenlijkt zag.
Zij had toen naar haar krachten daaraan
willen medewerken. De raad van Bieh-
renberg en diens duidelijke uiteenzetting
der zaak hadden haar ervan doen afzien.
Toch deden zich nog nu de gevolgen van
haar medewerking gelden. Eenige ouders,
die in den grootsten kommer en zorg
zaten over het lot van hun zonen, wend
den zich tot haar en vroegen hulp en
berichten. Een ouderpaar vooral uit den
omtrek van Brackhoven was er wan
hopig onder, niets van den geliefden zoon
te vernemen, en 'smeekte Tiny om in-
met het bijwonen der H. Mis.
Van al wat wuft is, houdt ^i] zich
verre.
Welk een schitterend voorbeeld in on
ze dagen van losheid van zeden geeft
d' - orrtin aan de katholieke vrouwen.
Een beschamend voorbeeld tevens,
want de woorden in den laatsten tijd
door zooveel bisschoppen over kleeding
en dansvennaak gesproken en geschre
ven, wijzen op een kwaad, dat ook in
katholieke kringen bedenkelijke afmetin
gen heeft aangenomen.
Daartegen staat het voorbeeld der Lu-
xemburgsche vorstin als een waardig en
levend protest".
Onder het opschrift „Hoe zijn ze" le
zen wij in ue N. Ti 1 b. Crt."
In meer dan één katholiek blad is
hulde gebracht aan de sympathieke groot
hertogin van Luxemburg, die tijdens haar
verblijf bij onze Koningin van haar ge
woonte om iederen dag de H. Mis bij
te wonen, niet afliet. Het was inderdaad
een schitterend voorbeeld.
Deze zaak werd, zoo vertelde men ons,
aan de bittertafel besproken in een der
Haagsche sociëteiten, waar een groep
jonge ministerie-ambtenaren hun wijs
heid zaten te luchten en te vergrooten.
Het geval i? teekenend genoeg om het in
wijder kring bekend te taaken. Er spreekt
zoo duidelijk uit, hoe bekrompen men
in vrijzinnige kringen kan zijn, hoe on
verdraagzaam enhoe minachtend men
daar over de katholieken denkt.
Een der jonge ambtenaren liet zich
n.l. op luiden toon uit over de daad
der groothertogin:
Zeg, vindt je het geen schandaal
dat d i e groot-hertogin van Luxemburg
als gast van onze Koningin, 's mor
gens naar een Roomsche Kerk is gegaan.
De uitroep is historisch.
Historisch ook het antwoord van een
oud heer ,die de vraag gehoord had:
Een schandaal zou het zijn geweest
als onze Koningin die groothertogin
van Luxemburg haar gast, belet had haar
godsdienstplichten te vervullen.
De Week
in het Buitenland.
Daar zit ik waarachtig op m'n pen
houder te bijten. Meen echter niet, ge
achte lezer, dat het voorkomt uit gebrek
aan inspiratie, 't Is alleen omdat ik niet
weet waarmede ik mijn praatje deze
week zal beginnen want in voorbeeldloo-
ze wanorde spoken stakende kolensjou
wers in Engeland, stakende spoorwegar
beiders in Zuid-Afrika, oproerige kies-
rechtfurie's in Londen en weet ik wat
al meer in mijn hoofd rond, en voeren
daar een dans uit waarbij de zoo ge
wraakte Tango met zijn meer dan 70 be
wegingen of de „Pas de l'ours" nog
slechts kinderspel is.
Ik zal u echter niet vervelen met het
geen het feiten-materieel uit het buiten
land in mijn hoofd teweeg heeft ge
bracht, maar u—zooals ook mijn plicht is
een overzicht geven van hetgeen in
het buitenland gebeurd is.
Het ons zoo verwante en naburige
Duitschland heeft in de afgeloopen week
feest gevierd, op een wijze waarop ieder
rechtgeaard vaderlander feest viert als
zijn vorst verjaart. De „Kaiser" van het
céne groote vaderland is jarig geweest.
Wanneer men weet dat de keizer voor
al wat Duitsch is voelt, denkt of spreekt
alles is, dan behoeft het geen betoog
aai h t feest luisterrijk geweest is en als
hoorngeschal geklonken heeft in alle
Duitsche Staten.
Onlangs zagen we op een politieke
spotplaat, waarop het geheele Europee-
sche concert in een orkest was afgebeeld
hoe Duitschland en Engeland tusschen
stoelen en banken lagen te rollen om de
„eerste viool" te bemachtigen. Het slot
was dat ze beiden met een stuk van ge
noemd instrument uit den strijd te voor
schijn kwamen, en dus geen van beiden
als „eerste viool" zouden optreden. Le
zer, u begrijpt mijn bedoeling, ik wilde
zonder al te storende overgang u iets
lichting, of hij nu niet in het vaderland
zou kunnen terugkeeren.
Tiny had grootelijks medelijden met
de arme menschen, doch het was haar
onmogelijk eenig uitsluitsel te geven. Na
haar lange afwezigheid uiit !W|eenen £tond
zij te ver van de toonaangevende kringen,
en de eenige mededeeling, die zij had
kunnen erlangen, was deze, dat de zaak
van het legioen als beëindigd te be
schouwen was en dat de koning van"
Hannover voor die lieden alles had ge
daan, wat in zijn macht lag. Tinfy wist
nu niet, wat zij verder doen moest
Haar zwager Dornick in deze zaak
om zijn tusschenkomst te verzoeken, was
wel het eerste wat voor de hand lagzij
koesterde voor dit plan echter weinig
sympathie. Zij vreesde zijin spot; boven
dien was hij nog in actieven dienst en
dus niet in de gelegenheid wat te doen.
Dornick's huwelijk met Magna Beh
renberg was voor Tiny een nieuw raadsel
geweest Voor Dornick scheen het haar
de gelukkigste oplossing, maar Magna's
besluit vermocht zij niet te 'begrijpen.
Hoe anders toch had Magna vroeger
over Dornick geoordeeld! Hoe verander
lijk was toch de wereld in haar meening.
Na Dornick was Behrenberg weder
degene geweest, die *Tiny het best ip
deze aangelegenheid van raad kon dienen,
doch het kwam haar onmogelijk voor,
vertellen over Duitschland's grootste
concurrent, Engeland.
'Het is niet te verwonderen dat in het
1and waar de steenkool en ijzer-industrie
hoogtij viert, de staking der kolensjou
wers algemeen de aandacht trekt, van
verschillende zijaer. met bezorgdheid
wordt gadegeslagen. GUukkig scisijnt re
toestand thans zoo verbeterd dat de
king als geëindigd te beschouwen is.
omstandigheden zijn echter niet sch»
terend. -
Behalve de firma Cornwall heeft er
slechts één den geëischteu stuiver opslag
toegesiaan. De a.idere firma's, leden van
de vereeniging van kolenhandelaars, heb
ben het werkvolk weer aangenomen op
de voorwaarden die zij vóór de staking
hadden aangeboden, welke voorwaarden
een vooruitgang van het loon inhielden,
maar minder dan de arbeiders eischten,
en die deze dan ook vóór de staking ver
wier Het aanbod van arbitrage ne-
1. oons wegens de staking, wel-
k t Verhoeden, terug.
zelf dwalen onze blikken van
naar Zuid-Afrika, waar, zoo-
a. Gd een hevige staking onder
spoorwegarbeiders en mijnwerkers ge
woed heeft en voor een deel nog woedt.
Zooals wij gioteren reeds meldden heeft
de verbanning van de tien arbeiders-leL
ders groot opzien verwekt.
De huidige stand van zaken blijkt dui
delijk uit de hier volgende berichten.
Enkele bladen zijn van meening, dat
door oe kwestie en al wat daarmede sa
menhangt, de positie van lord Gladsione,
de gouverneur-generaal van Zuid-Afrika,
onmogelijk zou zijn gemaakt en dat hij
binnenkort naar Engeland komen zou,
om na verantwoording te hebben afge
legd, zijn taak neer te leggen.
Verschillende Engelsche bladen wijden
lang uit over de talrijke factoren, die
met de kwestie nauw verband houden,
vraagstukken van recht, van beleid, van
politiek, in zooverre het geheele „impe
rium" en vooral het „moederland" bij de
krachtige daad van Biotha betrokken is. En
vooral de liberale bladen en. de labour-
organen leggen den vollen nadruk op
het onwettig karakter, dat de handeling
der Zuid-Afrikaansche regeering hebben
zou.
Generaal Botha zal waarschijnlijk wei
nig moeite hebben het parlement te over
tuigen van de dringende noodzakelijk
heid tot het invoeren van de krijgswet
en daarmede van de onder die omstan-i
digheden gerechtvaardigde deportatie
der „tien". Zoodat de meerderheid van
het parlement dan ook haar goedkeuring
hechten zal aan de door de regeering
in te dienen of reeds ingediend „act of
indemnity".
Er zijn zoovele bewijzen door den pre
mier aan te halen, dat de staking een re-
volutionnair karakter droeg, dat maar
weinig parlementsleden zich daardoor
niet zullen laten overtuigen. De erken
ning van het revolutionnaire karakter der
beweging brengt tot de erkenning van de
noodzakelijkheid der uitvaardiging van
de krijgswet en zoo tot een erkenning
van de gerechtigheid der deportatie.
Ook in het parlement te Londen zal de
kwestie wel ter sprake komen en het is
de vraag of daar de argevaardigden
zoo gemakkelijk zuüen laten overtui;,
Vooral de labours zullen waarschijnLj.
in het Lagerhuis met alle kracht pro-
testéeren, daar het hier een precedent
eeldt, dat *'oor de georganiseerde arbei
dersbeweging van ingrijpend belang is.
Intusscnen duurt net nog een maand
voor het schip met de „tien" in Enge
land aan zal komen. De overbrenging der
ballingen had met zooveel geheimzinnig
heid plaats, dat ze zelfs niet wisten, waar
heen ze gebracht werden en wat men niet
hen voor had. Eerst, toen ze goed en
wel a n boord waren, hoorden ze, dat
ze teerd werden en eerst bui-
n kregen ze anderhalf uur tijd
icht er van aan hun vrouwen
familieleden te schrijven, die
.it nog geheel onkundig waren.
i schip, de „Umgeni", is niet van
'draadlooze telegrafie voorzien, zoodat
nogmaals met hem in schriftelijk verkeer
te treden. Neen, de draad was afgesneden
en moest afgesneden blijven.
En toch imoest er een middel gevonden
worden.
Haar peinzen over alle mogelijke per
sonen, die haar van raad en voorlichting
zouden kunnen dienen, bracht haar ein
delijk den regeeringsraad Schultze in
gedachten, met wien zij bij de Lands-
krans kennis gemaakt had. Haar vader en
Dornick waren eenige malen over zaken
met hem in onderhandeling geweest. Bij
Gabry's verlovingsfeest had hij tot óe
genoodigden behoord. Ook 'bij Gabry's
begrafenis was hij gekomen en' haarvader
was 'over dat blijk van deelneming zeer
geroerd geweest. Tiny had wel van Dor
nick gehoord, dat de Raad in Pruisi-
schen dienst was getreden, doch zoo-
velen waren door de veranderde ver
houdingen daartoe gedwongen geweest.
Hij zou in ieder geval wel zooveel deel
neming bewaard hebben, om haar met
raad en daad te willen bijstaan.
Het gevolg haar overleggingen was,
dat Tiny een brief schreef aan Regee
ringsraad Schultze, waarin zij de on
gelukkige aangelegenheid blootlegde en
daarvoor belangstelling bij hem zocht ie
wekken. Grootmoedig stelde zij hem
alles ter beschikking wat zij had, om
den armen in het gegeven geval eene
onderweg geen beric»\'at. gewisseld kun
nen worden. !n die maand kan intusschen
de opgewondenheid ov^r den „c?up"
van Botha gekalmeerd zijn en het gezon
de oordeel over de sensationeel j daad te
ruggekeerd.
Geac' te lezer, van algemeene bekend-
ht et spreekwoord dat men zelfs
k .ede te veel kan krijgen. Van
lt goede heeft men dus op
a ch gezegd al heel gauw
£.t Daarom tot de volgende
wee» LEO.
A ^ekpraatje.
„Haastige spoed is zeiden goed", dacht
van de week de rechterzijde in deTweecLe
Kamer en ze wilde niet de wijzigingen
in de inkomstenbelasting bestemmen voor
het onderzoek in de afdeelingen, daar
deze zoo gewichtige financfeele wetten,
die toch op 1 Mei a.s. niet kunnen wor
den ingevoerd, en die ons heelte belas
tingstelsel op z'n kop zetten en in een
handomdraaien zoo lpas door den nieu
wen minister van financiën zijn ingedienjdy
ernstige studie en voorbereiding ver-
eischen. „Haastige spoed is ditmaal wel
goed", scheen de linkerzijde te denken,
die als één man vóór het afdeelings-
onderzoek stemde. En dat, terwijl onder
het vorig ministerie van links telkens
werd geklaagd, dat men toch vooral tijd
van voorbereiding moest hebben en tot
regeering en meerderheid het verwijt
werd gericht ten onrechte dat zij
sociale en andere ontwerpen „er door
wilden jagen". De bij den neus genomen
kiezers zullen straks de vier- of vijfdubbel
verhoogde opcentjes, de nieuwe staats
inkomstenbelasting, zonder vooibereid.ng
er door gejaagd, stilletjes hebben te be
talen. Misschien dat dan de kiezers wak
ker worden en zich de oogen uitwrijven 1
Maar er zijn altijd dingen, die men niet
wil zien. Daar heb je b.v. de nuttige
lessen, die het zoo miskende en versmade
Zuiden ons geeft Ik las yan de week
dat in het Aartsbisdom een organisatie
„R. K. Platteland" zal worden opgericht
(Een magnifieke instelling, ook voor onze
streken.) Uit het Zuiden, uit het bisdom
Den Bosch, is de eerste stoot gegaan tot
dit goed werk. Ik kreeg van de wéék
'in handen het verslag van de R. K. leer
gangen zij hebben het meeste succes
in het Zuiden.
En toch is dat Zuiden zoo donker!
Overigens is ons landje up-to-date ver
licht. ^00 zal er dezen zomer te Am
sterdam een anarchistencongres worden
gehouden het toppunt van verlichting.
Eerst zou Zürich, de hoofdstad van Zwit
serland, de eer hebben, maar een der
bladen weet te vertellen, dat men van
dat plan heeft afgezien, omdat onder de
deelnemers verscheidene heeren zijn, die
als 7ij zich daar hadden vertoond, bij
den kraag zouden zijn gevat. I11 ons
land zijn ze welkom!
|We moeten er toch ook nog even aan
herinneren, dat de Centrale Raad vau
De Hanze in het bisdom Haarlem Dins
dag een vergadering te Rotterdam heeft
gehouden, die getuigde van een krachtig
en eensgezind de voorwaarde van alle
kracT streven. Naar aanleiding van
gt jende moties deelde de voor-
er dat de Haarlemsche Hanze
actief is in haar pogen om
ïr 't een federatie van "de vijf
diu ie uddenstandsbonden. Wie be-
hoev v n;et te zeggen, dat d-eze actie
verdi t worden toegejuicht, en ieder
er de beste resultaten van moet hopen.
Op die vergadering werd aangenomen
een motie van de afdeeling Haarlem ter
bestrijding van „Eigen Hulp". Volmaakt
ben ik het eens met wat de „Leidsche
Courant" over deze bestrijding schreef
en kan mij dus met de strekking van die
motie allerminst vereenigen. Het stalen
van innerlijke kracht door zelf te
coöpereeren dat is het middel.
Aan innerlijke kracht zal het nu ook
den Vrouwenbond in ons Bisdom niet
gaan ontbreken, nu er deze week een
diocesaan bestuur is gekozen; en ook
niet den R. K. Politieagentenvereenigin-
ondersteuning te doen toekomen.)
Tiny gevoelde zich verlicht, nadat zij
dezen brief verzonden had. Lang bleef
zij echter in onzekerheid omtrent de ge
volgen daarvan.
Eerst maanden later kreeg zij een ant
woord uit Berlijn. In een haar onbekend
dameshandschrift werd haar medege
deeld, dat de heer Schultze, de vader
der schrijfster, zich helaas niet zelf met
de aangelegenheid had kunnen bemoeien.
Hij had echter baron Behenberg, die als
Landraad van een nabij Hannover lig-
genden Kreis met de zaak bekend
was, bij diens verzoek kennis gegeven
en die had de aangelegenheid terstond
tei hand genomen. Kort geleden had
hij haar nu verzocht, de freule te wil
len doen weten, dat zij gerust kon zijn.
Door tusschenkomst van het gezantschap
had hij vernomen, dat beide jnogelui be
reid waren naar hun vaderland terug
te keerenalle noodige maatregelen om
hen dit mogelijk te inaken, waren geno
men en spoedig zou alles tot wederzijde
sche tevredenheid geschikt zijn. De
schrijfster verzuimde niet in 't licht te
stellen met hoeveel omzichtigheid en
wilskracht baron Behrenberg de zaak
behandeld had en gaf met eenige vrien
delijke woorden haar vreugd te kennen,
de overbrengster van zoo goede berich
ten te kunnen zijn. (Wordt verv.)