Uit de Pers.
67) MAGNA.
dat de Rotterdamsche Raad nu op het
doode punt staat (19 tegen 19).» Zn met
dat goede, waarin Rotterdam ten voor
beeld is, heb ik nu op het oog de
bioscoop-bestrijding. Vele steden heb
ben dat Rotterdamsche voorbeeld reeds
nagevolgd, en nu is er ook Den Bosch
nog bij gekomen. De commissie tot her
ziening der strafverordeningen heeft bij
den Bosschen gemeenteraad een uitge?
breid praeadvies ingediend, waarbij de
Rotterdamsche verordening trouw wordt
gevolgd. Kinderen beneden de zestien
jaren zullen de bioscoop-vertooningen,
zoo zij niet gemeentelijk goedgekeurd
zijn, niet mogen bijwonen.
Nogmaals: Flink zoo! Die voortvre-
tende kanker van het bioscoop-kwaad
m< en uitgesneden. Op die wonde^-
pl Je maatschappij imoet de over-
heiu mes zetten.
Bestrijding van het bioscoop-kwaad
ook al 'n mooie taak voor een afdeeling
van den R. K. Vrouwenbond. Dat werk
is van de week niet genoemd in de
lezing, die de iWeleerw. pater Bouters
hield voor de Leidsche afdeeling van den
R. K. Vrouwenbond, welke nu een de
finitief bestuur heeft gekozen. 'Maar er
is ook behalve dat nog werk genoeg
aan den winkel» Jongen, jongen,, wat
moet je met hart en ziel wenschen den
krachtigen groei en prachtigen bloei van
den R. K. Vrouwenbond in onze Leid
sche veste, als je er aan denkt, wat een
massa arbeid voor God en voor de zie
len de Roomsche vrouwen hier kunnen
verrichten! Daarom aan het deze wéék
definitief gekozen bestuurGlück aüf!
Veel geluk op het mooie streven!
Bioscoop en tooneel zijn zusje en
broertje. ,Het broertje (het tooneel) is
echter nog wat gevaarlijker, als hiji
kwaad geluimd is, dan het zusje (de
bioscoop). En omdat het tooneel zoo
gevaarlijk kan zijn, moet het ieder Chris
ten mensch verheugen, nu- deze week
is gebleken, dat de tegenwoordige mi
nister van Binnenlandsche Zaken, de heer
Cort v. d. Linden, over deze kwestie
precies zoo denkt als zijn voorganger, de
heer Heemskerk, in zooverre'ook hij
handhaaft het recht der burgemeesters
om de opvoering van tooneelstukken te
verbieden. Of. de vrijzinnige bladen dat
den heer Cort v. d. Linden euvel dui
den! Een voorbeeldje uit de vele. Het
door den minister over de tooneel-oen-
suur gesprokene gaf den parlementairen
overzichtschrijver van het „Handelsblad"
stof tot de volgende ontboezeming:
„;Wij hebben herhaaldelijk over deze
zaak geschreven en men kan dus be
grijpen, dat wij met den afgèvaardigde
van Amsterdam VIII (de heer Kleere-
kooper S»,D|.) teleurgesteld zijn en, zoo
als hij het uitdrukte, „eenigszins beteu
terd staan te kijken", nu, deze liberale
minister zich op precies hetzelfde stand
punt stelt als zijn clericale voorganger."
!Wel ja, het is immers eisch der libe
rale vrijheid, dat je een ieder vrij laat
om anderen ergernis te geven of zedelijk
kwaad te berokkenen, of zich zeiven half
onbewust en onwetend in het verderf
te storten. Dat is je ware vrijheid! In
naam der vrijheid werd de burgemees-
terlijke tooneel-censuur vooral besproken
door den soc.-democr. Kleerekooper!
Maar ik wil eindigen met een poging
u te bekeeren tot de geheel-onthouding.
Ik bedoel de geheel-onthouding van de
lijs.ten voor plaatselijke keuze. Van de
teekening op die lijsten moet ieder onzer
zich geheel onthouden. Zooals u weet
is het den Katholieken organisaties door
onzen Bisschop verboden aan deze actie
deel te nemen, doch ook zal ieder Ka-
tho' "'onderlijk in den geest van "het
ke ezag handelen, als hij hier de
ge thouding in practijk brengt.
JAN.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMEk'.
Vergadering van Dynderddg 22 Januari.
De Minister van Marine, de heer
Rambonnet, verdedigt o.a. het kort
dienstverband.
Met het kert dienstverband beoogjt
d.e Minister de menschen geschikt te
maken om in de maatschappij h,et verder
te kunnen brengen. Ze leeren iets aan
boord, en bovendien krijgen zij voor een
jaar dienst zeker bedrag op hun spaar
bankboekje. Voor kadervorming moet
taen menschen in langer dienstverband
nemen.
De zeemilitie zou een tweejarig dienst
verband moeten hebben.
Wat het passagieren onder toezicht
aangaatdit kan alleen mlet zeer grooten
,tact geschieden, daar anders het passa
gieren geen pleizier meer zou zijn voor
<d,e Tpatrozen.
Over d e rechtspositie zal h,ij nog over
leg plegen.
Wat den geest onder het personeel
aangaat, stelt de Minister op den voor
grond, dat de eerbied voor het gezag
wel verloren moet gaan, wanneer elke
fout, die het gezag maakt, breed wordt
hitgespannen voor het personeel'. Na
tuurlijk zullen er fouten voorkomen, zoo
lang het gezag blijft toevertrouwd, aan
menschen.
Tal van socialistische propagandastuk1-»
ken uit „Het Anker" leest de Minister
voor, en toen de heer Hugenhioitz hemi
interrumpeerde, dat daaruit niet bleek
dat er tegen den dienst werd gec'lemon-
streerd, antwoordde hij, dat wie dfen
klassenstrijd preekt, „ipso facto" tegen
het staatsgezag ageert.
Na repliek dupliceert de Minister en
breekt zijn rede af tot hedenodhftencf,
A ViOnéve readering.
Voorzitter: Mr. Troelstra.
Aan de orde is de Begrooting van
Binnenlandsche Zaken. Afdeeling Bin-
'nenlandsch Bestuur.
De Minister van Binnenland
sche Zaken, de sprekers van Dins
dagavond beantwoordende, d\eelde mede,
dat eene wijziging van de Drankwet
in voor-ontwerp bijna gereed is en in
ruimen kring om advies zal worden ge
zonden aan drankbestrijders en belang
hebbenden bij den drankhandel.
W,at de plaatselijke keuze aangaat,
deze achtte |de Minister onconstitutioneel
De Minister achtte herziening van de
^Gemeentewet niet zoo urgent als be
weerd is. Aan de hoofdbeginselen de
zer wet zou hij nooit raken. Wel behoe
ven de financieele instituten omtrent de
gemeenten herziening.
Ook de/ Minister meende, dat de sa
larissen van de veldwachters veelal te
gering zijn, maar met den heer De Wjeer-
'desteijn oordeelde hij, dat men er zeer
Weinig aan doen kon, wanneer de ge
meenten zelve niet willen.
Wat de quaestie van de -uitoefening
van toezicht door den burgemeester op
tooneelstukken aangaat, meende de Min.
zonder blind te zijn voor de bezwaren
tegen de censuur door den 'burgemees
ter dat er geen beter middel bestaat,
juist omdat deze censuur rekening kan
houden met plaatselijke toestanden, hiet
•milieu, waarin het wordt gegeven.
In geen geval zou de Regeeringj we
gens een verschil van meening met een
burgemeester ten deze hem kunnen ont-
sl an of niet h erbenoemen. Dit zou ten
eenenmale tegen den geest van de ge
meentewet zijn.
De heer van Hamel ,(U.L.) be
tuigde instemming met 's Min. stand
punt wat betreft de verhouding tus-
schen Regeering en burgemeester.
De heer Limburg (V.D.) zei, dat
het gevolg van 's Ministers antwoord
zal zijn, dat de burgemeesters voort
gaan met een optreden, dat terecht de
algemeene verontwaardiging heeft ge
wekt. Hij was teleurgesteld, dat de Mi
nister geen de minste neiging toont,
een verandering in de Gemeentewet ten
deze te bevorderen.
De heer Schaper (S.D.) kwauw er
tegen op, dat de heer Rutgers tjiem zou
hebben voorgesteld als beschermer van
den drankhandel, waarna d,e heer Rut
gers zich beklaagde, dat het woord)
insinuatie" onder dit regime geoor
loofd is. ,iii
De voorzitter acht dit woord,
vroeger herhaaldelijk gebruikt, en door
Tweede Blad, behoorende
bij De Leidsche Courant van
Zaterdag 24 Jan. no. 1302.
KAMEROVERZICHT.
TWEEDE KAMEK.
'fttwlné.
Voor de tweede maal is een minister
van het tegenwoordig ministerie door
rechts gered.
De kwestie was de verbouwing Van
het pantserdekschip, de „Holland", dat
de heer Rambonnet in den toestand van
overgang noodig acht, voornamelijk ter
oefening van voldoende manschap, 't
Is alles wat van de plannen van minis
ter Rambonnet bekend is geworden, en
eigenlijk staat deze verbouwing slechts
in verwijderd verband met de groote
toekomstplannen. Maar noodig acht
te de Minister ze "wel.
De heer Hugenholtz diende echter een
mtoie in, strekkende om de gelden, noo
dig voor de Verbouwing, niet toe te
staan welke motie door den minister
onaannemelijk werd verklaard.
De rechterzijde stemde echter in haar
geheel vóór dien post, daarbij blijk ge
vende van vertrouwen in den Minister.
Wat anders dan linksche obstructie!
De voorzitter wist het voorstel aange
nomen te krijgen om de volgende week
Maandagmiddag en zoo noodig Zater
dag te vergaderen.
Zoodat Maandag nog voortzetting Van
de Marinebegrooting plaats heeft, en
de rest der week, zelfs Zaterdag, be
stemd is voor Binnenlandsche Zaken.
Anti-papisme.
Wiij lezen in het Dagblad van
Noord-Brabant:
Geeft men zich wel goed rekenschap
van de verandering, die de liberale partij
langzaam imaar zeker ondergaat?
Van de partij, die eertijds vrijzinnige
heid en verdraagzaamheid in haar vaan
del schreef, de Thorbeckiaansche, wordt
ze zoetjesaan eene partij van het gang
bare type der buitenlandsche liberale
partijen, eene plat anti-clericale.
Hólland en Zeeland gaan voor.
Na papenhaters als jhr. V,an Doorn
(Gouda) en mr. Patijn (Zierikzee) als
ajdjudanten naast den ouden Haarlem1-
schen Loge-voorzitter te- hebben gezet,
•veroverde ze dezen zomer den Ridder-
kerkschen zetel op Rechts met de candi-
datuur Drion.
;En voor 'het bedreigde Rotterdam III
achtte ze deze week, met voorbijgang
Van leigen districtinamnen, de veiligste
candidatuur. die van den Vermaarden pa
penjager prof. Eerdmans al kwam
hij ook uit Leiden, en al kan hij geen
enkel handelsbelang met kennis van za
ken behartigen.
Zij blijkt tactisch goedgezien te heb
ben.
En dat is juist het bedenkelijke.
iHiet vrijzinnig karakter laat ze los, om
uit zelfbehoud het papenhatendje
te aanvaarden.
Men zal nog wel meerdere staaltjes
van dat afglijden zien, mettertijd. De
liberale partip is op de helling, én haar
afschuiven kan ze niet tegenhouden. Ze
weet, dat ze met anti-papistische can-
didaturen het grootste allergaartje lijm t;
liberalen, fel-protestanten en soc ulistcfci
Dat degenen, die leiding geven in ons
katholiek kamp, voor dit verschijnsel de
oogen geopend houden.
„Pro'estanten" waakt.
In de (A.R.) Rotterdammer lezen
Wij het volgend,e ironische kruiskopije.
Voor de „Protestanten is er werk aan
4en winkel.
Zoover is het' geköimen, dat Minister
Cort van d;er Linden inzake de tooneel-
censuur van burgemeesters vrijwel het
zelfde standpunt inneemt als Minister
Heemskerk uit het „p.apistische" Kabi
net.
FEUILLETON.
Voor nog acht dagen verloopen waren,
zetten zich reeds de massa's in bewe
ging. Bij gedeelten stroomden de leger-
afdeelingen naar de westelijke grenzen
van Duitschland. En waar een afdeeling
landsverdedigers voorbij kwam, schalde
alom het lied van den „|W)acht am
R h e i n" en steeg de geestdrift ten top.
Geen der achter blij'venden meende go
noeg te kunnen doen, om den uittrekkem-
den soldaten goed te doen en genegen
heid te betuigen. Vereenigingen waren
gevormd, die voor de begroeting en ver
pleging der voorbij trekkende troepen
zoigden en ook dit werd in groote een
heid er samenwerking verricht.
Bernard Behrenberg's tegenwoordig
heid in Berlijn was slechts van korten
duur: het was die Rijksdagzitting van
den 19en Juli, die wellicht eenig is,
daar zij geen debat kende. De Troon
rede, waarmede Koning Wilhel'm' haar
opende getuigde van zelfbewuste kracht
en een kalm gevoel van eigenwaarde. De
diepe indruk, die het Koninklijk woord
maakte, spiegelde zich (af in ihet eenstem
mig dioor den Noordduitschen Rijksdjag
aangenomen adres van antwoord. Nadat
Déérvoor werd hem' door den Roomsch;-
Katholiek Ruys d|e Beerenbrouck een
woord van lof toegebracht.
Dat kan de hoefijzercorrespondent van
Het Handelsblad niet verkroppen
en smadelijk schrijft hiij:
De heer Corr van der Linden moet
als liberaal toch ietwat pijnlijk zijn
getroffen door de woorden van lof,
die hem' wegens Zijn houding in deze
werden toegezwaaid doorden heer
Ruys de Beerenbrouck. Dc schrijver
van „Richting en Beleid", gedekt aoor
een Roomsche ,sanctie! H,et is niet
verblijdend.
Rlotme over u o Prof. 'Eerdmans, Prof.
Muller, Dr. Bronsveld, Ds. Quast, Mr.
Jidem.an Differee, Kip en alle gij» on ver-1
vervaarde Protestanten
Rom e over u
Slechts een buitengewone vergade
ring v.an den Bond van Protestanten of
een extra-editie van den Jezuïet met
den giftbeker kan het Protestantisme
reddeni
De Week
in tiet Buitenland.
't Is deze week slap geweest in het
buitenland.
Wie hebben wel eens doorheen doctor
hjooren beweren dat er op nationale
feestdagen nooit zieken Zijn. Wij» brach
ten ongemerkt dit feit in verband met
de malaise waaronder de buitenlandsche
politiek o,p het oogenblik gebuikt schijnt
te gaan.
Zou misschien bet groote internatio
nale ijs feest dat thans in geheel Europa
^oogtij viert, invloed uitoefenen op- de
politiek, en zoozeer aller harten hebben
'ingenomien, dat thans overal broeder
schap en vrede ten troon is geheven.
We weten niet of deze bewering juist
is, en constateeren daarom alleen het
feit, dat er weinig nieuws is.
Laten we nog een oogenblik genieten
van dien droom van broederschap: en
vrede. Het lieflijke beeld van een
vorstinne die een paar dagen geleden
hier in onze stad te gast is geweest,
geeft er alle reden toe. !Wie heeft ze riet
gezien, de sympathieke Groothert qginne
van Luxemburg Maria Adelaide.
Haar gracieuse beminnelijke verschijL
ning, haar vriendelijk karakter ^en haar
groote innemendheid heeft de harten dier
Leidsche burgerij stormenderhand inge
nomen. Wie laten hieronder een kort
geschiedkundig overzicht volgen.
Gesproten uit het huwelijk van hertog
Wilhelm Alexander van Nassau en de
infante Maria Anne van Portugal, was
ze de oudste der zes dochters en aan
gezien geen mannelijke opvolgers uit
dezen echt geboren waren, was Maria
Adelaide de aangewezene om haar var
der (overleden 12 Febr. 1912) op te
volgen.
Zij is nog jong: 14 Juni 1894 op1 het
kasteel Bierg geboren, dus nog slechts
negentien jaar oud. Haar land is niet
groot, imaar bloeiend en welvarend' en
Ze bestuurt haar volk, dat bijna 250.000
zielen telt, met ware toewijding en met
een wilskracht, die in een Vorstinne een
sieraad is. Het veto, dat Zij uitsprak
tegen de sterk liberalistisch getinte
schoolwet, reeds in het eerste jaar
Harer regeering, moge to. bewijs
strekken, dat Zij aan innemendheid en
bevalligheid ook zielsterkte paart en de
gel ijkheid, en dat 't Haar niet aan moed
ontbreekt voor Haar overtuiging uit te
komen.
Tijdens het bewind, of beter, de ver
over ingsoorlogen van Napoleon, gingen
de aan het Huis van Oranje toekomende
Nassausche erflanden in het jaar 1806
voor ons Vorstenhuis verloren. Als ver4-
goeding daarvoor schonken de groote
Mogendheden aan onzen koning Willem
1 het groothertogdom Luxemburg, dat
in dien tijd een van de Duitsche Bonds
staten was. Het oirbvatte toen ook de
tegenwoordige Belgische provincie Lu
xemburg. Luxemburg echter was alleen
door een pers.oneele Unie met Neder
land verbonden. Dc Koning van Ne-
120 millioen Thaler tot bestrijiding der
oorlogskosten waren toegestaan, werd,
deze gedenkwaardige zitting reeds djen
21 en Juli.gesloten.
Van Berlijn teruggekeerd, verkeerde
Bernard .von Behrenbcrg, ondanks den
ernst van den tijd, in een opigfewekte
stemming. Zóó had' hij"! zich altijd een
veneenigld Duitschland voorgesteld.
Voor hem begonnen, anders als Land
raad, dagen van inspann enden arbeid.
„Alles wordt opgeroepen", luidde in
't kort het 'bevel tot mobilisatie, cl aft voor
velen van zoo veeleischende beteekenis
was. Hij zelf was, zooals hij wel voor
uit had gezien, door de Regeering opr
geeischt en moest op zijn post blijven,
hoezeer hij1 ook gewenscht had, mede
uit te trekken, nu het gold, Duitschlands
hoogste goed te verdedigen. Zijn krach
ten stonden intusschen niet minder in
dienst van het vaderland. Dag eu nacht
bijna was hij aan zijn bureau gebonden
am te voldoen aan al de cluizienden op<-
drachten, met welke de Regeering de
thuisblijvende» overlaadde.
Hij had nauwelijks tijd gehad om» zijn
zuster eenige mededeelingen te doen
over rijn ervaringen te Berlijn.
Tot zijn vreugde vernam hij, dat zijn
zijn vader niet meer zoo onverschillig
was voor d'e gebeurtenissenhij liet
zich thani, wat retó* vooruitgang
derland was tegelijkertijd Groothertog
van Luxemburg. Verder hadden de re- i
geeringer. yan beide landen niets met j
elkaar uit te staan.
De Belgische opstand van 183,0 breid- i
de zich ook over Luxemburg uit env
het land werd een deel van België.,
Maar door het LondensChe tractaat van
19 April 183(9 kWam' het Duitsche deel
van het groothertogdom weer aan den
koning van Nedierland. I
In 1867, bij verdrag van Londen, werd
de onzijdigheid van Luxemburg vastge
steld.
Bïj de toewijzing van Luxemburg aan
den Koning van Nederland (1813,) was
bepaald, dat het erfrecht voor het Huis
Oranje-Nassau alleen in de ^mannelijke
linie gold.
Toen dus in 1890 onze koning Willem
III stierf, de laatste „mannelijke telg,
uit het Huis van Oranje-Nassau, was
er geen mannelijke persoon meer om
den Luxemburgschen troon te bestij
gen. Volgens een overeenkomst ging
het bewind over in handen van dfen;
oudsten Walram. x
Deze was Adolf van Nassau. H'ijl re
geerde van 1889 tot 1005 en werd op
gevolgd door zijn zoon Will elm! Alexan
der van Nassau (1905—1912). Blij zijn
dood 12 Febr. 1912 besteeg de tegen
woordig regeerende Groothertogin Ma
ria Adelaide den Luxemburgschen troon.
Schijnt heel Europa op te gaan in een
roes van sneeuw- en ijsvreugide, Diuitsch-
land h>. eft akelige droomen en is lij
dende aan nachtmerrie.s Het ziet niets
dan militairen in groot tenue tot de tan
den gewapend rondsluipen door het
kleine pluacsje Zabern.
Gisteren en vandaag zijn in den Duit-
schen rijksdag de debatten over Zabern
weer hervat. De belangstelling daarVooir
is zoo groot, dat de scènes indien het
daartoe komt zich zullen afspelen
voor een uitverkocht huis, daar bij het
bureau en bij de afgevaardigden zóó
veel aanvragen om kaarten voor de tri
bunes zijn ingekomen, dat geen enkele
plaats meer beschikbaar is.
Men venmoedt, dat er voorloopig geen
Wijziging zai worden gebracht in de re
geering, doch dat de oplossing der kri-
sis slechts verdaagd i$, daar men niet
wil overgaan tot het ontslaan van re-
gleeringspersonen, zoolang de opgewon
denheid pvei de gebeurtenissen van Za
bern nog voortduurt. En deze zal niet
fcoQ spoedig tot bedaren komenVooral
indien het militaire element zich; zoo'
uitdagend blijft gedragen als tot dus
verre te Berlijn het geval is geweest.;
Op den feestmaaltijd bijv. onlangs ge
houden door de bevelvoerende gene
raals, werd op hun eenparigen wensah
Von Jagow door den aan het ihpofd van
het gardecorps staanden generaal der
infanterie, J reiherr Von Plettenberigl, uit-
genoodjgd. Ook de kroonprins gaf kort
geleden te Zijner eere een diner, en toen
Herr Von Jagfow denzelfden avond nog'
bij een corpsmaaltijd van een Berlijnsch
glarde-regiment verscheen, werd h;ijl, zoo-
dra hij den drempel van het casino had
overschreden, door de luitenants vast
gegrepen, die hem in triomf binnendroe
gen, ham boven op de tafel plaatsten
en daarna een driewerf „Hoeh!" op
hem uitbrachten.
Laat pok ik eindigen (met een „Hoch
op r-iu geëerbiedigde majesteit Ko-
niv.giii WUhelmina, aan wie wij deze
week weder bewijzen van onze innige
aanbankeliikheid hebben gegeven. i
LEO.
Weekpraatjc.
Flink zoo! Rotterdam is toch voor ons
land ook een voorbeeld ten goede, al
zien we er in den laatsten tijd veel na
righeid. Een ieder weet, wat ik met die
narigheid bedoek Eerst tuimelde daar
wethouder Stulemeijer voor prof. Eerd
mans, en nu hebben er warempel van
de week de liberalen twee zetels gewon
nen in den gemeenteraad één op de
sociaal-democraten (da's zoo erg niet) en
één op de christelijk historischen zoo-
was, ide nieuwsberichten voorlezen.
Toen Bernard op zekeren avond moe
en afgemat naar „Feldhaus" terugkeer
de, trad Magna hiemi in de hoogste op
gewondenheid tegemoet, wierp zich in
2ijn armen en was nauwelijks in staat,
hem 't jongste nieuws mede te deelen.
Dornick was gekomen»». Dornick had
plotseling voor haar gestaan, vertelde zij
onsamenhangend en stamelend» De eerste
oproeping ten krijg had hem terug doen
keerenhij had al voor twee dagen hier
willen zijn; hij wil naar Berlijn om zich
voor het leger aan te melden; hij,wil in
ieder geval den veldtocht medemaken» De
reis was zoo lastig geweesthet troepen
vervoer had overal de spoorlijnen in be
slag genomen.
Bernard zag nog immer geen reden
voor Magna's zichtbare opgewondenheid.
Maar nu verborg zij het hoofd aan zijn
schouder en bijna onhoorbaar kwam het
over haar lippen:
Dornick heeft om mijn hand ge
vraagd.
Bernard voelde, hoe üj leefde», hoe haar
hart machtig klopte.
Hem kwam anders dit aanzoek niet
cnvetwacht; hij had in den laatsten tijd
dergelijke oplossing wel voorzien. Maar
toch scheen hem 't oogenblik voor zulk 'n
zaak van aanbelang zeer «lecht gekozen.
Hij wil niet ten strijde trekleer,
zonder zeker te wezen van mijn liefde,
fluisterde zij, als ried zij haars broeders
gedachten.
En gij? vroeg Bernard, wien een
zeldzaam beangstigend gevoel beklemde»
O, B,ernard..v is het niet heerlijk
schoon van hem, ging zij' voort,, liet hoofd
opheffend, zijn leven in den strijd voor
het vaderland te willen wagen? Gij
weet, dat hij niet mede behoefde te gaan;
hij zeide echter, dat het laf ^n zelfzuchtig
zou zijn, achter te blijven.' Bij net eerste
bericht van den oorlog was hij besloten,
als gemeen soldaat dienst te nemen. Ziet
gij nu, hoe zijn inzichten veranderd zijn?
Hérinncrt gij je wel, dat gij in 166 niet
kondt begrijpen, hoe hij toen bij de ern
stige gebeurtenissen zoo kalm in den
vreemde kon blijven? Maar nu snelt hij
bij 'teerste, bericht toe... en hij zegt,
dat ik het ben, door wien hem 'deze
liefde voor het vaderland ingeboezemd
werd».. En toch.»» deze oorlog! Het
is te vreezen.». Het is te vreezen! her
haalde zij.
En eene droeve herinnering scheen
haar zoo aan te grijpen, dat zij plotse
ling begon te beven.
Ik geloof niet, dat Dornick zal wor
den aangenomen, troostte Bernard kalm.
In het gunstigste geval zal hij bij een
achterblijvend reierve-bataljon te* wapen
oefening worden ingedeeldjWjaarom heeft
hij niet op mij gewacht?
.Hij had je zoo gaarne gesproken
en nog gehoopt je te vinden, berichtte
Magna. Maar hij kon niet wachtenhij
wilde nog met de eerstvolgende trein-
aansluiting naar Berlijn vertrekken. )Hij
wilde^ geen tijd verliezen. Maar hij komt
terug,' zoodra hij aangenomen is; mis
schien eerstdaags al.
Bernard zag zijn zuster verbaasd aan.
Hij wil niet ten oorlog trekken, vóór
ik de zijne ben, beantwoordde zij haars
broeders stilzwijgende vraag, terwijl een
gloeiend rood haar aangezicht overtóog.
En hebt gij hem dat toegezegd?
vroeg Bernard nog meer verbaasd.
iWiij zullen eerst hier in alle stilte
trouwen, flewam het bedeesd (over Magna's
lippen. Ff et is zijn wensch, en ik kan
het hem niet weigeren. Gm zich van
mijn toestemming te verzekeren, had hij
den verren omweg gemaaktO, Ber
nard, ik ben zoo gelukkig, voegde zij er
bij. toen zjj in haars broeders ernstigen
blik eenig ongenoegen meende te lezen.
En wat zegt vader ervan? vroeg
Bernard, ontstemd, dat alles al zoo be
slist was, vóór men zijn terugkomst had
afgewacht.
Wordt vervolgd.