Wollen fi"fDekens Uit Stad en Omgeving. TeleL 112. tNOKMt VOORRAAD tegen zeer lage prijzen Haarl.straat 134-136, Leiden zijn, te verkrijgen. Om aan alle eischen te kunnen voldoen, zal een grooter be drijfskapitaal nood.ig zijn. Daarom zal met de plaatsing van d.e 5-procents1,- obligaties worden voortgegaan. De rekening en verantwoording van liet Centraal Bureau werd op advies der fi.-antieëÜe commissie goedgekeurd. De begrooting van het Centraal Bu- reau voor 1914 werd vastgesteld in ont vangsten o.p f 16.9.S0 en in uitgaven op f 17.021. Het geraamd te kort werd dus voor 1914 slechts begroot op f 41. Dit gunstig resultaat kan echter alleen ver kregen worden, indien de afdeeiiing Lielic- Bioscoop een flinke winst-uitkeering zal kunnen doen. Als onderwerp voor de wintercam- pagne werd vastgesteld „Invallditeits-^ en ouderdomsverzekering en Staatspensio- neering." Nog een ander besluit werd genomen, dat echter eerst kan worden gepubli ceerd, wanneer daarop de goedkeuring van het Doorluchtig Episcopaat zal ver kregen zijn. Het was een verblijdend verschijnsel, dat in deze vergadering, welke duurde van 11 tot half .5 uur, alle besluiten genomen werden met algemeene stem men. Tienjarig bestaan van de Katholieke Sociale Actie. Den 8sten Januari 1914 zal het tien jaren geleden zijn, dat in een te Utrecht gehouden vergadering de Statuten van de Katholieke Soicale Actie, zooals deze kort daarna door het Doorluchtig Epis copaat werden goedgekeurd, werden vastgesteld. Deze dag moet dus be schouwd worden als de wezenlijke stich tingsdag van de K. S. A. In zijn jongste vergadering heeft daar om de Centrale Raad besloten, dezen dag te herdenken door het houden van eene grootsche bijeenkomst in het Ge bouw Tivoli te Utrecht. Z. D. H. de Aartsbisschop van Utrecht heeft de groo- te welwillendheid gehad, reeds nu toe te zeggen, op den dag, waarop deze fecstvergadering zal gehouden worden, cene Pontificale H. Mis te zullen op dragen. Deze vergadering zal niet op den dag zei ven, doch twee dagen tevoren gehou den worden, !nl. jop den H. Driekoningen dag, den 6en Januari a.s. Spo£dfg'£aT het uitvoerig program van deze feestviering worden gepubliceerd. r Voorshands kan worden meegedeeld, r dat na afloop van de Pontificale H. Mis een gemeenschappelijk ontbijt zal plaats «ebben, waarna van 2 tot 5 uur feest- vergadering in de groote zaal van Tivoli (1500 zitplaatsen). Daarna een eenvou dige gemeenschappelijke maaltijd, 's Avonds ten 8 ure voortzetting der Feest- vergadering. Op deze wijze wordt gehoopt, dat een ■waardige herdenking van het tienjarig bestaan der K. S. A. zal worden bereikt. KORTE KRONIEK. De bemiddeling door den burge meester van Velseh, aangeboden in het conflict tüsschên de zeelieden en de ree- derijen bij het stöomVissch»êrijbedfijf, door de zeelieden aanvaard, hébben de reederijen bij uitvoerig schrijven voor- looprg van de harid gewezen. LEfDEN, 20 November. OnafftankelfjkNeidsfeest. Wij rfiogeft ons verslag van de feeste lijkheden beginnen met de gem een-plaats, dat de lang verwachte dag eindelijk was aangebroken. ,Wij, burgéfs van de stad, ■welks beroemde Zóón, Joan Melchior Kemper, professor aan de universiteit, onder meerdere andere Leidsche burgers, zooveel gedaan heeft voor de wederop leving van de Oranje-liefde in 1813, wij hadden gelezen van feesten in alle steden en in alle dorpen, en waren zelf nog var» een echt volksfeest verstóken gebleven want het militaire feest op 9 Sept., hoe mooi overigens ook, kon toch niet een volksfeest werden genoemd. Maar nu was het dan het echte onafhankélijkheidsfeest voor Leiden's burgerij En de feestdag begon met klokkengelui errkoraalmuziek. Van 8 tót 9 börïstên éh beierden de klokken van alle Leidsche torens. Toen dat plechtig gelui door de donkere en grauwe Iuclrt weerklonk, kwam de her innering bij óns óp aan een jcugd-ge- beürtenis dé bijzetting van het stoffe lijk ovëfbliffsél van een in vföegér jaren gestorven lid der Koninklijke farniiié in den koninklijken grafkelder te Delft. Dc nog van de feestviering in figuurlijken zan bedwelmde lezer vergeve ons deze vefgelijkangwij moeten ér echter ook dadelijk aan toevoegen, dat onze stem ming aanstonds veranderde, toen wij de straat warén opgegaan en ons tusschen de van vele huizen wapperende vlaggen «nmidden tusschen een in Zondag- sche klecrén gèstöken en met oranje versierde menschen-menigteons be gaven r.aar h et Park. om te genieten van de koraalmuziek. Als gewoonlijk ook op den 3den October wordt ons telken jare een dergelijk muzicaal genot aangeboden hadden zich hier vele toehoorders opgesteld, 't Was ook wel de aandacht waard. De koraalmuziek van 9 tot half 10 werd gegeven door de ge mengde zangvereeniging „Zang zij onze leus", met medewerking van vele zange ressen en zangers, begeleid door het harmoniegezelschap „Polyhymnia", Qe directeur, de heer A. Teljeur jr., heeft eer van de uitvoering der tien mooie nummers. De taak van de klokken en de mu ziek de menschen in feeststemming te brengen werd om half tien overgeno men door een vroolijk zonnetje, dat de donkere wolken kwam wegvagen, om een blauwe lucht boven Leiden's feest vierende burgerij uit te spannen. Om 12 uur werd op twee plaatsen een feestrede uitgesproken. In het klein- audiitorium van het academiegebouw wa ren velen te zamen gekomën om te hoo- ren een rede van prof. dr. P. J. Blok. Spr. begon met eenige opmerkingen over de waarde der gegevens uit de geschriften van tijdgenooten te putten en de taak van den geschiedschrijver ten opzichte van die gegevens. Hij wees op de wording der oudere traditie om trent November 1813, vooral steunend op het „Gedenkschrift van Van der Palm" en de mondelinge overlevering van tijd genooten. In 1863 was men nog niet veel dieper in de kennis van het tijdvak doorgedrongen. Eerst Jorissen voelde toen behoefte aan meer licht, maar legde spoedig moedeloos de taak der uitgave van nadere gegevens neder, tengevolge van geringe medewerking, meestal ge boren uit vrees voor openbaarheid. Spr. herinnert aan de feestviering in 1863 in die stemming. Thans zijn wij door Co- lenbrander's overvloedige publicatie van „Gedenkstukken" door de jubileums uitgaven van dit jaar tot veel betere kennis van het in 1813 gebeurde gekomen. In een kort overzicht schetst spr. dan het in November 113 voorgevallene om er op te kunnen wijzen, dat de daad van Hogendorp en de zijnen werkelijk getuigde van grooten moed en welover wogen beleid; de opstand geschiedde op het juiste oogenblik, om ons land te vrijwaren, vooreerst van de gevaren eener krachtige verdediging door de Fransohen, maar ook voor de gevaren onzer ver overing door de bondgenooten zelf. Daartegenover doet hij uitkomen, dat de vocrzichtigen van 1813 niet den smaad verdienen, waarmede zij, vooral sedert Jorissen, worden overstelpt. Maar niet alleen de bevrijding hebben wij thans te herdenken, ook de gevolgen van de ontwikkeling van Nederland in de verlctopen 100 jaren. In een kort overzicht toonde hij aan, dat tengevolge van de beweging van 1848 en het laatste kwartaal der 19de eeuw Nederland met reuzenschreden is vooruitgegaan en nog steeds vooruitgaat in welvaart -en beteekenis in de wereld, zoodat de bloei van het land hooger is gestegen dan zelfs in de 17e eeuw, al is onze staatkundige beteekenis onder de veranderde politieke verhoudingen niet met de toenmalige te vergelijken. Hij eindigde met een opwekking om niet te rusten, om in de eerste plaats boven alle verdeeldheid het vaderland te stellen, welks onafhankelijkheid de onmisbare voorwaarde is voor zijne ver dere ontwikkeling. In de Stadsgehoorzaal werd uitge-' sproken de Rede van Prof. Dr. L. Knappert In zijne inleiding herinnerde spr. aan veler onthouding van alle feestvertoon, begrijpelijk waar hier en daar de histo rische waarheid is verkracht en het ge beuren van 1813 is opgesteld tot een verhevenheid, waartoe het nooit opklom. Maar nu werkelijk de geschiedenis "tot zuiverder óórdeel brengt over menschen en dingen en, inplaats van de gewaande schoonheid, hem een andere toont, niet onbezoedeld, maar zeer wezenlijk en vol bekoring, terwijl hij het overigens even zeer blijft liefhebben, niet omdat het in alles beter, maar ómdat het nu eenmaal vlcesch van zijn vléé'sch, bloed van zijn bloed is. Spr. schetst nu wat wij aan Napóléoifs regee'rrng te danken hebben, eene période vafi wél uiterst pijnlijke, niaar gezegende genezing van oude kwa len en van de schepping van nieuwe toestanden, waarbij wij öfls nog altijd wel bevinden, période, waarin' des keiezrs machtige hand deze kwalijk geünieerde provinciën onderwierp tot den één en staat en vergiftigde wat tót nog toe cfoor gewestelijke zelfzucht en naijver verdeeld en geschaad was. Voor de wel vaart des lands heeft de keizerlijke re geering gedaan, wat zij kon en het was niet haar schuld, dat oorlógen en con tinentaal stelsel die welvaart tot telkens diepere kwljning brachten. Maar wat zij kwaads of goeds bracht, zij was een vreemde, zij belaagde de taal, uie immers gansch hef volk is, zij haalde de oude vlag neer, zij stremde alle vrijheid van beweging en wekte zoo dé verbittering, die, uit gekwetste eigenliefde geboren, eindelijk uitsloeg tot een laaien brand. Maar aan deze vrijwording heeft zich ook eene legende gehecht, die van eene a'gemeene, eendrachtige, alles wagendê beweging, legende, ook wat Leiden be treft, die door spr. na'der werdt in het Licht gesteld. Te midden van veel kleine in deze dagen staan de groote figuren van Ho gendorp en diens paladijnen in onbe- neveld licht, en wat zij allen hebben gedaan en gewaagd en gewonnen, is onze warme bewondering overwaard. Na 1S13 trad de periode van rust en reactie in, er komen jaren van matheid, die tot groote werken onbekwaam ma ken, van wonderlijke blindheid voor de schoonheid van het ejgene, voor den luister van het verledene, voor de be loften der toekomst. De tweede helft der eeuw brengt langzamerhand die her leving, dien krachtigen bloei, dat nieuwe geloof in de toekomst, waarvan wij nu getuigen zijn. De sluier der toekomst licht niemand op, maar altijd zal hij het gerust:.t mogen opzien naar de vlag, die het eerlijkst streeft naar een een dracht, die met ieder wil samenwerken aan 's lands belang, dat gediend wordt door toenadering tot verbroedering van het besef van saamhoorigheid. ,Wjj zijn ons heden onze liefde weder bewust ge worden voor vlag, voor lied, voor taal, voor volk, van wat groep of richting wij zijn mogen, onze heiligste wenschen vloeien samen in de bede: „Bescherm, o God, bewaak den grond". Het glanspunt van den dag moest ge vormd worden door den O pto ch t. Een onafhankeüjkheidsfeest zonder op tocht achtte men ook in Leiden een dwaasheid. En wij moeten eerlijk be kennen, dat, ware er geen optocht ge weest, de feeststemming ons inziens zou verloop en zijn in ruwheid en buiten sporigheid. En de optocht, ofschoon zoo kort voorbereid, mocht gezien worden. Den verschillenden regelingscommissies alle eer en hulde; zij hebben die ruim schoots verdiend. Te twaalf uur kwamen twee wagens met Scheveningers door de voormalige Witte Poort de stad binnenrijden om aan Leidens burgerij de blijde mare te verkondigen, dat de omwenteling in den Haag heeft plaats gehad, terwijl te half één een estafette kwam melden, dat de Vorst in aantocht is, waarop onmiddel lijk door het geschut, opgesteld in den tuin der Kweekschool voor Zeevaart, 21 saluutschoten werden gelost. Die saluut schoten braakten ongeduld onder de bij de Kweekschool dicht opeengedrongen menigte. De Prins kwam later dan men verwacht 'had, daar Z. K. H. door den eigenaar van De Vink (den heer Varke- visser) een lunch was aangeboden. Maar daar kwam hij aanZ. K. H. Willem Frederik Prince van Oranje en Nassau, Souvereine Vorst der Vereenigde Neder landen (voorgesteld door den heer Bloot) gezeten in een koets, bespannen rnèt vier paarden, vergezeld van den Erfprins (den heer IJ do) v. d. Duijn v. -Maasdam, Faget, den gezant van Engeland en Lord Garer. De koets hield stil voor 't hek van de Kweekschool voor Zeevaart, alwaar Z. K. H. eerst werd toegesproken door prof. J. M. Kemper, rector der Leidsche Academie (den heer P. J. Metselaar), in de volgende woorden „Docrluchtigste Vorst en Heer! Ik stelle aan Uwe Hoogheid voor de stede lijke regeering van Leiden, öp zich zelve reeds is deze voorstelling aan den eer sten Nederlandschen Souverein van de regenten van Nederland's eerste aca demiestad een taak, waarvan ik het ver rukkende niet kan uitdrukken; maar dit is echter het eenige niet, dat mij hierop prijs doet stellen. De regeering, wélke ik de eer heb Uwe Hoogheid aan te bieden, bestaat niet uit personen, welkej in kalme oogenblikken tot de regeering geroepen, zich onaangenaamheden ge troost hebben, die zij niet konden af- keeren; maar integendeel uit mannen, die,, voor het grootste gedeelte lang aan rust en stille huislijkheid gewoon, in die stormen zelve eenen beweeggrond zagen om zich aan het gevaar bloot te geven voor h et belang der stad, welker oudste jaarboeken op de namen van hunne ge slachten roem dragen; die het roer heb ben aangevat, toen onze trouwlooze over- hëersohers'het land, dat zij niet meer beschermen konden, voor hét minst aan de woede van een sedert jaren geteisterd volk, en aan alle de rampen der regee- ringloosheid hebben willen ter prooije lateb. Uwe Hoogheid- ziet de Regenten voor zich, wier bedaardheid, voorzichtig heid én onwankelbare standvastigheid onze stad voor hét vaderland hebben beWaard; maar die ook nu met alle Nederlanders gevoelen, dat het oogen- blik daar i&. Nederland, Oranje, en on verzoenlijke haat tégért vreemde onder drukking is de leus van allen; dit is- 'tgeén Uwe Hoogheid in de- oogen van alle Leidenaren lezen zal, dat U van alle lip;-cn zal tegenVlöeiéH." Vervolgens richtte zfch tc>t den Vorst Mr. W. B. Kluit, lid der provrsioneele regeering. Deze sprak als volgt: „Doorluclrtigste VoTst en Heer! .Ein delijk is clan het óogénblik daar, dat aan alle onze onzekerheid een einde maakt. Dé Stormen van omwenteling Zijn voorbij, en het werk, door ónze voor ouders voor twee eeuwen onder groote oneenigheden begonnen, is door ons eindelijk onder bijna even groote zwarig heden voleindigd. Geen vreemd vorst, onbekend met onze belangen en zeden, zal meer óver onze "dierbaarste rechten naar willekeur beschikken, niet meer zal de vrucht onzer nijverheid eertê prooi voor vreemdelingen Zijn; riet meer zu'len onze kinder en voor vreemde en met ons geluje slr.j iigé belangen buiten 's lands ter slagtbank worden geleid, maar ook niet meer zal de oude onzekerheid over de verdeeling der oppermacht onze krach ten verlammen, onze magt ontzenuwen. Het is geen Wjllem de Zesde, welken het Nederlandsche volk heeft terugge vraagd, zonder te weten, wat het eigen lijk te hopen of te verwachten had; het is Willem de Eerste, die als Souvereine Vorst naar den wensch der Nederlan- deren onze veste binnentreedt. Nog slechts weinige opofferingen zijn er noo- dig, en de naam van Holland zal, gelijk fe voren' geëerbiedigd, de vlag der Nederlanderen op alle zeeën gezien wor den. De groote gebeurtenis is voleindigd, Nederland is vrij, en Wjllem de Eerste Souverein Vorst van dat vrije Nederland. (Fanfares.) Willem Frederik, Prince van Oranje en Nassau, Souverein Vorst der Ver eenigde Nederlanden, ónze Souverein, zij dan het prat, rondom hetwelk alle brave Nederlanders zich onherroepelijk vereeni gen. Hij blijve het schild, waartegen alle tweedragt en partijschap zich vergruize, en bevestige den band, waardoor een dracht macht make,, eer en welvaart A^eder in onzen lande wone. Daartoe zegene, sterke, helpe en bevestige Hem de God van Nederland, de God onzer Vaderen! (Wilhelmus.) Doorluchtigste Vorst en Heer, wij bieden U de sleutels dezer stad aan; zij U dit het symbool, dat ook de burgers en ingezetenen van Leiden van den hul digen dag erkennen U den doorluchtigen afstammeling van het Huis van Oranje, als Souverein .Vorst en U eerbiedigen wij als zoodanig. Eenheid van oppermagt moet thans ten grondzuil van ons staats gebouw gelegd werden. Dan zal onze burgerlijke vrijheid herleven en door wijze wetten gewaarborgd worden. Dan zal Neerlands herstelling, onder de re geering van eenen Vorst uit Nassau's bloed gesproten, op vaderlandsehen grond geboren, voorouderlijk deugdzaam opge voed, (lie onze belangen kent en onze zeden eerbiedigt, aanvangen en onder den zegen van God Almagtig voltooid worden. (Fanfares.) De Vorst dankte in de volgende woor den voor de hem gebrachte eer: „Heeren leden der provisioneele regee ring, Vroedschap en burgers van Leiden, waarde landgenooten. Na zoovele rampen heb ik het onuit sprekelijk voorrecht, dat ik door U zeiven eenstemmig in uw' midden worde terug geroepen. Ziet mij hier aangekomen en gereed om onder Goddelijken bijstand U in het genot uwer vroegere onafhan kelijkheid en welvaart te helpen her stellen. Ddt is mijn eenig doelwit en het oprecht en vurig verlangen van mijn hart. Ik ben bereid en- heb vasielijk besloten al het verledene te vergeven en te vergeten. Ons eenig en gemeen doeleinde moet zijn de wonde van ons dierbaar vaderland te heelen en hetzelve in 'zijn vroegeren luister en aanzien der volkeren te herstellen. De herlevende koophandel zal een der eerste en onmiddellijkste gevolgen van mijn aankomst zijn, zoo ik verirouwe. Alle partijschap moet voor altoos onder ons gebannen zijn. Geen pogingen zullen van mijn kant en van dien van de mijnen onbeproefd gelaten worden om uw geluk te verzekeren en te bevestigen. Onuit sprekelijk waren mijne aandoeningen bij mijn inkomst in deze academiestad, teruggegeven aan een volk, dat ik nim mer opgehouden heb te beminnen, en zie ik mij ook als een vader in het midden van zijn huisgezin. Nooit, Leide naren, zal mijn aankomst in Holland, nooit mijn intrede irr Leideir uit mijn geheugen gaan, en bij uw liefde beloof ik het U, bedrogen zult gij U niet vinden. Mijne voorouders hebben uwe onafhan kelijkheid doen geboren worden. Die handhaving daarvan zal de nimmer op houdende taak van mij en de mijnen*zijn. Daarvoor reken ik op uwe medewerking en opofferingen, en na korte inspanning zal geen vreemdeling meer op onzen grond aaii dé geestdrift der herboren natie, aan dé ze^e. ra efide waepnen onzer bondgenooten, onder Gods hulpe, tegen stand kunnen bieden. Dat zij zoo." Na afloop van deze plechtigheid werd een stoet gevórmd, bestaande uit de twee wagens met Scfrëvemngers -T een aardige groep, voorstekende Kaat Mossel en haar trawanten; e ere wachten: te voet én te pa&fd; muzikanten; professoren-; h oogwar a igh eid sbekleé-ders en ten slotte Z. K. H. Willem Frederik. Dez'é stoet, de ee-fste af dueling, trok het Noc rJeinde af, waar zich dé tweede en dér Jé afdeeüng, die van het Kort Rapenburg kwamen, aansloten; daarna zette zich de kleürrijke eii afwisselende optocht, die nu voltallig was opgesteld, in "beweging, om door een groot gedeelte van Leiden s si rat en fe trekken. Bijna ovc-ral stond een compacte volksmenigte den stoet at te wachten, voorat op Free st ra af én Doezastraat was er haast niet docr te komen. Doch dank zij het door tastend err toch bezadigd optreden der politie liep alles uitstekend van stapel. De tweede afdeeüng, het allegorisch gedeelte, bevatte vele sief lijk-gearran geerde praalwagens. De dames-gymnas- tiekverceniging „Brtinhilde" stelde voor den winter; de Leidsche .Tuinderspa- troonsvereeniging had een wagen ge vormd, waarop zetelden de Romeinsche goden en godinnen op land- eft tuinbouw gebied; daarna volgde hét muziekkorps „Kunst naar Gave". Het -Leidsch Kruis- verbond had voor een sprekend stukje moraal gezorgdbehalve een pya-alwagtr^ lugezouden Mededeelingen h 30 cents per regel. waarop Sobtietas zetelde, had deze ver- eeniging een wagen gevormd „Wat het koren ons geefP', welke te aanschouwen gaf een gelukkig huisgezin, waar vol doende voedsel ïs, en een huisgezin waar de drank honger en ellende brengtl' .Van uit het academiêgebouw .werdenj1 twee kransen aangeboden. Het Leidsch,1' Kruisverbond' heeft deze waardeering well verdiend. De volgende praalwagen stelde voorde onafhankelijkheid der elf provinèiën eu beeldde uit overwinning; vrede, gerech tigheid en welvaart; 'hieraan hadden mee gewerkt de R. K. Bootvereeniging „Een dracht en Genoegen", de R. K. Tooneeli- vereeniging van denzelfden naam, en de schilders- en behangersvereeniging „Steun zij ons doel". Vermelden wij van de volgende zeven wagens nog om niet te uitvoerig te worden de allerkoste lijkste Bruiloft van Kloris en Roosje en het Padvinderskamp. Heel deze afdeelingf was keurig opgesteld; ook de niet door ons genoemde groepen zij een pluim ge geven voor hun goeden smaak. In de derde afdeeüng vormde Napo leon de hoofdpersoon, omgeven door veldheeren, landers, kurassiers, artille rie, genie, en ten slotte een ambulance wagen. Deze afdeeling was eveneens zeer smaakvol en gesdiiedkundig juist saam- gesteld. De Avondfeesten. Na afloop van den ommegang had een receptie plaats ten huize van Willem I, den heer Bloot, waarop verscheidene deelnemers den Souvereine Vorst kwa men gelukwenschen en vele toespraken' werden gehouden. |i Na den optocht vermaakte zich het publiek met hossen en schreeuwen langs: de straten. Dat het publiek op zoo'n dag wat uitgelaten is, vinden we zeer begrijpelijk, maar dat het die uitgela tenheid op zoo'n onbeschaafde en on beschaamde manier toont, stuit ons al tijd tegen de borst. Op welk peil staat toch de volkszang? 't Kan haast niet lager. Maar.... wij zouden het hebben' over de avondfeesten. Langs de straten bewoog zich een groote menigte om te gaan zien de tra- ditioneele verlichting van Stadhuis en Korenbeurs en van sommige particuliere' woningen. Zoo zagen wij o.m. verlicht het huis van den burgemeester en van"' prof. Blok; de Kweekschool voor Zee vaart had een vaartuig zeer sierlijk ver licht, terwijl ook enkele buurtversierirK gen waren aangebracht voornamelijk: op het Prins-Hendrikplein, de Prins Hendrikstraat, de Mauritsstraat. (De be woners dier straten hebben eer van hui* werk gehad). Op een van Leidens voor name grachten zagen wij een verlichting! voor een huis van een.... waarzegger,' waarbij een groot bord, door midüel waarvan de bewoner den lezers o.mv toewenschte de wijsheid van Salomon; De man heeft wel reden om extra feest te vieren, nu in 1913 een deel der, menschheid nog niets slimmer is dan" in 1813 en zich door hem laat bedotten^ de vvijslieid van Salomon missen ze voorloopig nog, anders zou 't hem' niet meer goed gaan. Veel volk bewoog zich op Korenbeurs!. Lammermarkt en gerecht, om 'daar te' hossen op de maat der muziek. ijj- Vol waren Schouwburg en Stadsgé^ Iloorzaal. Vooral in de laatste was het publiek zeer talrijk ook hier wist dé' regelingscommissie uitstekend órde te houden. In den schouwburg een vroolijk pref- tig gezicht van een stampvolle zaal erf het publiek in feeststemming. Wat moest dat anders geven dan een enthousiaste! voorstelling? Het stuk De Oranje-klan ten leende zich bovendien daartoe uit-1 stekendmet extrain gespeeld en ge zongen, handgeklap van het talrijke pu bliek, ongezien kan men zich van zoo'm Voorstelling reeds éen denkbeeld vor men van prettig het onafhankelijkheids- feest te vieren. j; Namen der medespelenclen zullen wij maar niet noemen, allen deden hun uiter ste best, maar een afzonderlijke vérmel ding voor Trijn de Lange, Mej. Mien' Duymaer v. Twist, is liier op zijn plaats^ Zij werd bovendien gehuldigd door het aanbieden van een bloemenmand aan het* slot van het 3e tafereel, 't .Was een recht gezéllige avond in den Schouwt burg, die nog lang in het geheugen zal blijven. In de Stadsgehoorzaal werd door de Vereenigde Roiterdamsche toon'eelisten opgevoerd het historisch blijspel van Sprinkhuysen „Kaat Mossel". Er is ge lachen, heel den avond door. Het stuk zelf is plat, maar overschrijdt toch nie^ de grens. Opvoedende kracht ligt ervoD strekt niet in, maar het brengt vroolijkT heid onder de menigte. Kaat Mpsse^ (Ml- oenewegen-du Prpi) speeldé' heel goed.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 2