Wollen
fi"fDekens
Uit Stad en Omgeving.
TeleL 112. tNOKMt VOORRAAD
tegen zeer lage prijzen
Haarl.straat 134-136, Leiden
zijn, te verkrijgen. Om aan alle eischen
te kunnen voldoen, zal een grooter be
drijfskapitaal nood.ig zijn. Daarom zal
met de plaatsing van d.e 5-procents1,-
obligaties worden voortgegaan.
De rekening en verantwoording van
liet Centraal Bureau werd op advies der
fi.-antieëÜe commissie goedgekeurd.
De begrooting van het Centraal Bu-
reau voor 1914 werd vastgesteld in ont
vangsten o.p f 16.9.S0 en in uitgaven op
f 17.021. Het geraamd te kort werd dus
voor 1914 slechts begroot op f 41. Dit
gunstig resultaat kan echter alleen ver
kregen worden, indien de afdeeiiing Lielic-
Bioscoop een flinke winst-uitkeering zal
kunnen doen.
Als onderwerp voor de wintercam-
pagne werd vastgesteld „Invallditeits-^ en
ouderdomsverzekering en Staatspensio-
neering."
Nog een ander besluit werd genomen,
dat echter eerst kan worden gepubli
ceerd, wanneer daarop de goedkeuring
van het Doorluchtig Episcopaat zal ver
kregen zijn.
Het was een verblijdend verschijnsel,
dat in deze vergadering, welke duurde
van 11 tot half .5 uur, alle besluiten
genomen werden met algemeene stem
men.
Tienjarig bestaan van de Katholieke
Sociale Actie.
Den 8sten Januari 1914 zal het tien
jaren geleden zijn, dat in een te Utrecht
gehouden vergadering de Statuten van
de Katholieke Soicale Actie, zooals deze
kort daarna door het Doorluchtig Epis
copaat werden goedgekeurd, werden
vastgesteld. Deze dag moet dus be
schouwd worden als de wezenlijke stich
tingsdag van de K. S. A.
In zijn jongste vergadering heeft daar
om de Centrale Raad besloten, dezen
dag te herdenken door het houden van
eene grootsche bijeenkomst in het Ge
bouw Tivoli te Utrecht. Z. D. H. de
Aartsbisschop van Utrecht heeft de groo-
te welwillendheid gehad, reeds nu toe
te zeggen, op den dag, waarop deze
fecstvergadering zal gehouden worden,
cene Pontificale H. Mis te zullen op
dragen.
Deze vergadering zal niet op den dag
zei ven, doch twee dagen tevoren gehou
den worden, !nl. jop den H. Driekoningen
dag, den 6en Januari a.s.
Spo£dfg'£aT het uitvoerig program van
deze feestviering worden gepubliceerd.
r Voorshands kan worden meegedeeld,
r dat na afloop van de Pontificale H. Mis
een gemeenschappelijk ontbijt zal plaats
«ebben, waarna van 2 tot 5 uur feest-
vergadering in de groote zaal van Tivoli
(1500 zitplaatsen). Daarna een eenvou
dige gemeenschappelijke maaltijd, 's
Avonds ten 8 ure voortzetting der Feest-
vergadering.
Op deze wijze wordt gehoopt, dat een
■waardige herdenking van het tienjarig
bestaan der K. S. A. zal worden bereikt.
KORTE KRONIEK.
De bemiddeling door den burge
meester van Velseh, aangeboden in het
conflict tüsschên de zeelieden en de ree-
derijen bij het stöomVissch»êrijbedfijf,
door de zeelieden aanvaard, hébben de
reederijen bij uitvoerig schrijven voor-
looprg van de harid gewezen.
LEfDEN, 20 November.
OnafftankelfjkNeidsfeest.
Wij rfiogeft ons verslag van de feeste
lijkheden beginnen met de gem een-plaats,
dat de lang verwachte dag eindelijk was
aangebroken. ,Wij, burgéfs van de stad,
■welks beroemde Zóón, Joan Melchior
Kemper, professor aan de universiteit,
onder meerdere andere Leidsche burgers,
zooveel gedaan heeft voor de wederop
leving van de Oranje-liefde in 1813, wij
hadden gelezen van feesten in alle steden
en in alle dorpen, en waren zelf nog var»
een echt volksfeest verstóken gebleven
want het militaire feest op 9 Sept., hoe
mooi overigens ook, kon toch niet een
volksfeest werden genoemd. Maar nu was
het dan het echte onafhankélijkheidsfeest
voor Leiden's burgerij
En de feestdag begon met
klokkengelui errkoraalmuziek.
Van 8 tót 9 börïstên éh beierden de
klokken van alle Leidsche torens. Toen
dat plechtig gelui door de donkere en
grauwe Iuclrt weerklonk, kwam de her
innering bij óns óp aan een jcugd-ge-
beürtenis dé bijzetting van het stoffe
lijk ovëfbliffsél van een in vföegér jaren
gestorven lid der Koninklijke farniiié in
den koninklijken grafkelder te Delft. Dc
nog van de feestviering in figuurlijken
zan bedwelmde lezer vergeve ons deze
vefgelijkangwij moeten ér echter ook
dadelijk aan toevoegen, dat onze stem
ming aanstonds veranderde, toen wij de
straat warén opgegaan en ons tusschen
de van vele huizen wapperende vlaggen
«nmidden tusschen een in Zondag-
sche klecrén gèstöken en met oranje
versierde menschen-menigteons be
gaven r.aar h et Park. om te genieten
van de koraalmuziek. Als gewoonlijk
ook op den 3den October wordt ons
telken jare een dergelijk muzicaal genot
aangeboden hadden zich hier vele
toehoorders opgesteld, 't Was ook wel
de aandacht waard. De koraalmuziek van
9 tot half 10 werd gegeven door de ge
mengde zangvereeniging „Zang zij onze
leus", met medewerking van vele zange
ressen en zangers, begeleid door het
harmoniegezelschap „Polyhymnia", Qe
directeur, de heer A. Teljeur jr., heeft
eer van de uitvoering der tien mooie
nummers.
De taak van de klokken en de mu
ziek de menschen in feeststemming te
brengen werd om half tien overgeno
men door een vroolijk zonnetje, dat de
donkere wolken kwam wegvagen, om
een blauwe lucht boven Leiden's feest
vierende burgerij uit te spannen.
Om 12 uur werd op twee plaatsen
een feestrede uitgesproken. In het klein-
audiitorium van het academiegebouw wa
ren velen te zamen gekomën om te hoo-
ren een
rede van prof. dr. P. J. Blok.
Spr. begon met eenige opmerkingen
over de waarde der gegevens uit de
geschriften van tijdgenooten te putten
en de taak van den geschiedschrijver
ten opzichte van die gegevens. Hij wees
op de wording der oudere traditie om
trent November 1813, vooral steunend
op het „Gedenkschrift van Van der Palm"
en de mondelinge overlevering van tijd
genooten. In 1863 was men nog niet
veel dieper in de kennis van het tijdvak
doorgedrongen. Eerst Jorissen voelde
toen behoefte aan meer licht, maar legde
spoedig moedeloos de taak der uitgave
van nadere gegevens neder, tengevolge
van geringe medewerking, meestal ge
boren uit vrees voor openbaarheid. Spr.
herinnert aan de feestviering in 1863 in
die stemming. Thans zijn wij door Co-
lenbrander's overvloedige publicatie van
„Gedenkstukken" door de jubileums
uitgaven van dit jaar tot veel betere
kennis van het in 1813 gebeurde gekomen.
In een kort overzicht schetst spr. dan
het in November 113 voorgevallene om
er op te kunnen wijzen, dat de daad
van Hogendorp en de zijnen werkelijk
getuigde van grooten moed en welover
wogen beleid; de opstand geschiedde
op het juiste oogenblik, om ons land te
vrijwaren, vooreerst van de gevaren eener
krachtige verdediging door de Fransohen,
maar ook voor de gevaren onzer ver
overing door de bondgenooten zelf.
Daartegenover doet hij uitkomen, dat de
vocrzichtigen van 1813 niet den smaad
verdienen, waarmede zij, vooral sedert
Jorissen, worden overstelpt.
Maar niet alleen de bevrijding hebben
wij thans te herdenken, ook de gevolgen
van de ontwikkeling van Nederland in
de verlctopen 100 jaren.
In een kort overzicht toonde hij aan,
dat tengevolge van de beweging van
1848 en het laatste kwartaal der 19de
eeuw Nederland met reuzenschreden is
vooruitgegaan en nog steeds vooruitgaat
in welvaart -en beteekenis in de wereld,
zoodat de bloei van het land hooger is
gestegen dan zelfs in de 17e eeuw, al
is onze staatkundige beteekenis onder
de veranderde politieke verhoudingen
niet met de toenmalige te vergelijken.
Hij eindigde met een opwekking om
niet te rusten, om in de eerste plaats
boven alle verdeeldheid het vaderland
te stellen, welks onafhankelijkheid de
onmisbare voorwaarde is voor zijne ver
dere ontwikkeling.
In de Stadsgehoorzaal werd uitge-'
sproken de
Rede van Prof. Dr. L. Knappert
In zijne inleiding herinnerde spr. aan
veler onthouding van alle feestvertoon,
begrijpelijk waar hier en daar de histo
rische waarheid is verkracht en het ge
beuren van 1813 is opgesteld tot een
verhevenheid, waartoe het nooit opklom.
Maar nu werkelijk de geschiedenis "tot
zuiverder óórdeel brengt over menschen
en dingen en, inplaats van de gewaande
schoonheid, hem een andere toont, niet
onbezoedeld, maar zeer wezenlijk en vol
bekoring, terwijl hij het overigens even
zeer blijft liefhebben, niet omdat het in
alles beter, maar ómdat het nu eenmaal
vlcesch van zijn vléé'sch, bloed van zijn
bloed is. Spr. schetst nu wat wij aan
Napóléoifs regee'rrng te danken hebben,
eene période vafi wél uiterst pijnlijke,
niaar gezegende genezing van oude kwa
len en van de schepping van nieuwe
toestanden, waarbij wij öfls nog altijd
wel bevinden, période, waarin' des keiezrs
machtige hand deze kwalijk geünieerde
provinciën onderwierp tot den één en
staat en vergiftigde wat tót nog toe
cfoor gewestelijke zelfzucht en naijver
verdeeld en geschaad was. Voor de wel
vaart des lands heeft de keizerlijke re
geering gedaan, wat zij kon en het was
niet haar schuld, dat oorlógen en con
tinentaal stelsel die welvaart tot telkens
diepere kwljning brachten. Maar wat
zij kwaads of goeds bracht, zij was een
vreemde, zij belaagde de taal, uie immers
gansch hef volk is, zij haalde de oude
vlag neer, zij stremde alle vrijheid van
beweging en wekte zoo dé verbittering,
die, uit gekwetste eigenliefde geboren,
eindelijk uitsloeg tot een laaien brand.
Maar aan deze vrijwording heeft zich
ook eene legende gehecht, die van eene
a'gemeene, eendrachtige, alles wagendê
beweging, legende, ook wat Leiden be
treft, die door spr. na'der werdt in het
Licht gesteld.
Te midden van veel kleine in deze
dagen staan de groote figuren van Ho
gendorp en diens paladijnen in onbe-
neveld licht, en wat zij allen hebben
gedaan en gewaagd en gewonnen, is onze
warme bewondering overwaard.
Na 1S13 trad de periode van rust en
reactie in, er komen jaren van matheid,
die tot groote werken onbekwaam ma
ken, van wonderlijke blindheid voor de
schoonheid van het ejgene, voor den
luister van het verledene, voor de be
loften der toekomst. De tweede helft
der eeuw brengt langzamerhand die her
leving, dien krachtigen bloei, dat nieuwe
geloof in de toekomst, waarvan wij nu
getuigen zijn. De sluier der toekomst
licht niemand op, maar altijd zal hij
het gerust:.t mogen opzien naar de vlag,
die het eerlijkst streeft naar een een
dracht, die met ieder wil samenwerken
aan 's lands belang, dat gediend wordt
door toenadering tot verbroedering van
het besef van saamhoorigheid. ,Wjj zijn
ons heden onze liefde weder bewust ge
worden voor vlag, voor lied, voor taal,
voor volk, van wat groep of richting
wij zijn mogen, onze heiligste wenschen
vloeien samen in de bede: „Bescherm,
o God, bewaak den grond".
Het glanspunt van den dag moest ge
vormd worden door den
O pto ch t.
Een onafhankeüjkheidsfeest zonder op
tocht achtte men ook in Leiden een
dwaasheid. En wij moeten eerlijk be
kennen, dat, ware er geen optocht ge
weest, de feeststemming ons inziens zou
verloop en zijn in ruwheid en buiten
sporigheid. En de optocht, ofschoon zoo
kort voorbereid, mocht gezien worden.
Den verschillenden regelingscommissies
alle eer en hulde; zij hebben die ruim
schoots verdiend.
Te twaalf uur kwamen twee wagens
met Scheveningers door de voormalige
Witte Poort de stad binnenrijden om
aan Leidens burgerij de blijde mare te
verkondigen, dat de omwenteling in den
Haag heeft plaats gehad, terwijl te half
één een estafette kwam melden, dat de
Vorst in aantocht is, waarop onmiddel
lijk door het geschut, opgesteld in den
tuin der Kweekschool voor Zeevaart, 21
saluutschoten werden gelost. Die saluut
schoten braakten ongeduld onder de bij
de Kweekschool dicht opeengedrongen
menigte. De Prins kwam later dan men
verwacht 'had, daar Z. K. H. door den
eigenaar van De Vink (den heer Varke-
visser) een lunch was aangeboden. Maar
daar kwam hij aanZ. K. H. Willem
Frederik Prince van Oranje en Nassau,
Souvereine Vorst der Vereenigde Neder
landen (voorgesteld door den heer Bloot)
gezeten in een koets, bespannen rnèt vier
paarden, vergezeld van den Erfprins (den
heer IJ do) v. d. Duijn v. -Maasdam, Faget,
den gezant van Engeland en Lord Garer.
De koets hield stil voor 't hek van de
Kweekschool voor Zeevaart, alwaar Z.
K. H. eerst werd toegesproken door
prof. J. M. Kemper, rector der Leidsche
Academie (den heer P. J. Metselaar),
in de volgende woorden
„Docrluchtigste Vorst en Heer! Ik
stelle aan Uwe Hoogheid voor de stede
lijke regeering van Leiden, öp zich zelve
reeds is deze voorstelling aan den eer
sten Nederlandschen Souverein van de
regenten van Nederland's eerste aca
demiestad een taak, waarvan ik het ver
rukkende niet kan uitdrukken; maar dit
is echter het eenige niet, dat mij hierop
prijs doet stellen. De regeering, wélke
ik de eer heb Uwe Hoogheid aan te
bieden, bestaat niet uit personen, welkej
in kalme oogenblikken tot de regeering
geroepen, zich onaangenaamheden ge
troost hebben, die zij niet konden af-
keeren; maar integendeel uit mannen,
die,, voor het grootste gedeelte lang aan
rust en stille huislijkheid gewoon, in die
stormen zelve eenen beweeggrond zagen
om zich aan het gevaar bloot te geven
voor h et belang der stad, welker oudste
jaarboeken op de namen van hunne ge
slachten roem dragen; die het roer heb
ben aangevat, toen onze trouwlooze over-
hëersohers'het land, dat zij niet meer
beschermen konden, voor hét minst aan
de woede van een sedert jaren geteisterd
volk, en aan alle de rampen der regee-
ringloosheid hebben willen ter prooije
lateb. Uwe Hoogheid- ziet de Regenten
voor zich, wier bedaardheid, voorzichtig
heid én onwankelbare standvastigheid
onze stad voor hét vaderland hebben
beWaard; maar die ook nu met alle
Nederlanders gevoelen, dat het oogen-
blik daar i&. Nederland, Oranje, en on
verzoenlijke haat tégért vreemde onder
drukking is de leus van allen; dit is-
'tgeén Uwe Hoogheid in de- oogen van
alle Leidenaren lezen zal, dat U van alle
lip;-cn zal tegenVlöeiéH."
Vervolgens richtte zfch tc>t den Vorst
Mr. W. B. Kluit, lid der provrsioneele
regeering. Deze sprak als volgt:
„Doorluclrtigste VoTst en Heer! .Ein
delijk is clan het óogénblik daar, dat
aan alle onze onzekerheid een einde
maakt. Dé Stormen van omwenteling Zijn
voorbij, en het werk, door ónze voor
ouders voor twee eeuwen onder groote
oneenigheden begonnen, is door ons
eindelijk onder bijna even groote zwarig
heden voleindigd. Geen vreemd vorst,
onbekend met onze belangen en zeden,
zal meer óver onze "dierbaarste rechten
naar willekeur beschikken, niet meer zal
de vrucht onzer nijverheid eertê prooi
voor vreemdelingen Zijn; riet meer zu'len
onze kinder en voor vreemde en met ons
geluje slr.j iigé belangen buiten 's lands
ter slagtbank worden geleid, maar ook
niet meer zal de oude onzekerheid over
de verdeeling der oppermacht onze krach
ten verlammen, onze magt ontzenuwen.
Het is geen Wjllem de Zesde, welken
het Nederlandsche volk heeft terugge
vraagd, zonder te weten, wat het eigen
lijk te hopen of te verwachten had; het
is Willem de Eerste, die als Souvereine
Vorst naar den wensch der Nederlan-
deren onze veste binnentreedt. Nog
slechts weinige opofferingen zijn er noo-
dig, en de naam van Holland zal, gelijk
fe voren' geëerbiedigd, de vlag der
Nederlanderen op alle zeeën gezien wor
den. De groote gebeurtenis is voleindigd,
Nederland is vrij, en Wjllem de Eerste
Souverein Vorst van dat vrije Nederland.
(Fanfares.)
Willem Frederik, Prince van Oranje
en Nassau, Souverein Vorst der Ver
eenigde Nederlanden, ónze Souverein, zij
dan het prat, rondom hetwelk alle brave
Nederlanders zich onherroepelijk vereeni
gen. Hij blijve het schild, waartegen alle
tweedragt en partijschap zich vergruize,
en bevestige den band, waardoor een
dracht macht make,, eer en welvaart
A^eder in onzen lande wone. Daartoe
zegene, sterke, helpe en bevestige Hem
de God van Nederland, de God onzer
Vaderen! (Wilhelmus.)
Doorluchtigste Vorst en Heer, wij
bieden U de sleutels dezer stad aan; zij
U dit het symbool, dat ook de burgers
en ingezetenen van Leiden van den hul
digen dag erkennen U den doorluchtigen
afstammeling van het Huis van Oranje,
als Souverein .Vorst en U eerbiedigen
wij als zoodanig. Eenheid van oppermagt
moet thans ten grondzuil van ons staats
gebouw gelegd werden. Dan zal onze
burgerlijke vrijheid herleven en door
wijze wetten gewaarborgd worden. Dan
zal Neerlands herstelling, onder de re
geering van eenen Vorst uit Nassau's
bloed gesproten, op vaderlandsehen grond
geboren, voorouderlijk deugdzaam opge
voed, (lie onze belangen kent en onze
zeden eerbiedigt, aanvangen en onder
den zegen van God Almagtig voltooid
worden. (Fanfares.)
De Vorst dankte in de volgende woor
den voor de hem gebrachte eer:
„Heeren leden der provisioneele regee
ring, Vroedschap en burgers van Leiden,
waarde landgenooten.
Na zoovele rampen heb ik het onuit
sprekelijk voorrecht, dat ik door U zeiven
eenstemmig in uw' midden worde terug
geroepen. Ziet mij hier aangekomen en
gereed om onder Goddelijken bijstand
U in het genot uwer vroegere onafhan
kelijkheid en welvaart te helpen her
stellen. Ddt is mijn eenig doelwit en
het oprecht en vurig verlangen van mijn
hart. Ik ben bereid en- heb vasielijk
besloten al het verledene te vergeven
en te vergeten. Ons eenig en gemeen
doeleinde moet zijn de wonde van ons
dierbaar vaderland te heelen en hetzelve
in 'zijn vroegeren luister en aanzien der
volkeren te herstellen.
De herlevende koophandel zal een der
eerste en onmiddellijkste gevolgen van
mijn aankomst zijn, zoo ik verirouwe.
Alle partijschap moet voor altoos onder
ons gebannen zijn. Geen pogingen zullen
van mijn kant en van dien van de mijnen
onbeproefd gelaten worden om uw geluk
te verzekeren en te bevestigen. Onuit
sprekelijk waren mijne aandoeningen bij
mijn inkomst in deze academiestad,
teruggegeven aan een volk, dat ik nim
mer opgehouden heb te beminnen, en
zie ik mij ook als een vader in het
midden van zijn huisgezin. Nooit, Leide
naren, zal mijn aankomst in Holland,
nooit mijn intrede irr Leideir uit mijn
geheugen gaan, en bij uw liefde beloof
ik het U, bedrogen zult gij U niet vinden.
Mijne voorouders hebben uwe onafhan
kelijkheid doen geboren worden. Die
handhaving daarvan zal de nimmer op
houdende taak van mij en de mijnen*zijn.
Daarvoor reken ik op uwe medewerking
en opofferingen, en na korte inspanning
zal geen vreemdeling meer op onzen
grond aaii dé geestdrift der herboren
natie, aan dé ze^e. ra efide waepnen onzer
bondgenooten, onder Gods hulpe, tegen
stand kunnen bieden. Dat zij zoo."
Na afloop van deze plechtigheid werd
een stoet gevórmd, bestaande uit de
twee wagens met Scfrëvemngers -T een
aardige groep, voorstekende Kaat Mossel
en haar trawanten; e ere wachten: te voet
én te pa&fd; muzikanten; professoren-;
h oogwar a igh eid sbekleé-ders en ten
slotte Z. K. H. Willem Frederik.
Dez'é stoet, de ee-fste af dueling, trok
het Noc rJeinde af, waar zich dé tweede
en dér Jé afdeeüng, die van het Kort
Rapenburg kwamen, aansloten; daarna
zette zich de kleürrijke eii afwisselende
optocht, die nu voltallig was opgesteld,
in "beweging, om door een groot gedeelte
van Leiden s si rat en fe trekken. Bijna
ovc-ral stond een compacte volksmenigte
den stoet at te wachten, voorat op Free
st ra af én Doezastraat was er haast niet
docr te komen. Doch dank zij het door
tastend err toch bezadigd optreden der
politie liep alles uitstekend van stapel.
De tweede afdeeüng, het allegorisch
gedeelte, bevatte vele sief lijk-gearran
geerde praalwagens. De dames-gymnas-
tiekverceniging „Brtinhilde" stelde voor
den winter; de Leidsche .Tuinderspa-
troonsvereeniging had een wagen ge
vormd, waarop zetelden de Romeinsche
goden en godinnen op land- eft tuinbouw
gebied; daarna volgde hét muziekkorps
„Kunst naar Gave". Het -Leidsch Kruis-
verbond had voor een sprekend stukje
moraal gezorgdbehalve een pya-alwagtr^
lugezouden Mededeelingen
h 30 cents per regel.
waarop Sobtietas zetelde, had deze ver-
eeniging een wagen gevormd „Wat het
koren ons geefP', welke te aanschouwen
gaf een gelukkig huisgezin, waar vol
doende voedsel ïs, en een huisgezin
waar de drank honger en ellende brengtl'
.Van uit het academiêgebouw .werdenj1
twee kransen aangeboden. Het Leidsch,1'
Kruisverbond' heeft deze waardeering well
verdiend.
De volgende praalwagen stelde voorde
onafhankelijkheid der elf provinèiën eu
beeldde uit overwinning; vrede, gerech
tigheid en welvaart; 'hieraan hadden mee
gewerkt de R. K. Bootvereeniging „Een
dracht en Genoegen", de R. K. Tooneeli-
vereeniging van denzelfden naam, en de
schilders- en behangersvereeniging „Steun
zij ons doel". Vermelden wij van de
volgende zeven wagens nog om niet
te uitvoerig te worden de allerkoste
lijkste Bruiloft van Kloris en Roosje en
het Padvinderskamp. Heel deze afdeelingf
was keurig opgesteld; ook de niet door
ons genoemde groepen zij een pluim ge
geven voor hun goeden smaak.
In de derde afdeeüng vormde Napo
leon de hoofdpersoon, omgeven door
veldheeren, landers, kurassiers, artille
rie, genie, en ten slotte een ambulance
wagen. Deze afdeeling was eveneens zeer
smaakvol en gesdiiedkundig juist saam-
gesteld.
De Avondfeesten.
Na afloop van den ommegang had een
receptie plaats ten huize van Willem I,
den heer Bloot, waarop verscheidene
deelnemers den Souvereine Vorst kwa
men gelukwenschen en vele toespraken'
werden gehouden. |i
Na den optocht vermaakte zich het
publiek met hossen en schreeuwen langs:
de straten. Dat het publiek op zoo'n
dag wat uitgelaten is, vinden we zeer
begrijpelijk, maar dat het die uitgela
tenheid op zoo'n onbeschaafde en on
beschaamde manier toont, stuit ons al
tijd tegen de borst. Op welk peil staat
toch de volkszang? 't Kan haast niet
lager. Maar.... wij zouden het hebben'
over de avondfeesten.
Langs de straten bewoog zich een
groote menigte om te gaan zien de tra-
ditioneele verlichting van Stadhuis en
Korenbeurs en van sommige particuliere'
woningen. Zoo zagen wij o.m. verlicht
het huis van den burgemeester en van"'
prof. Blok; de Kweekschool voor Zee
vaart had een vaartuig zeer sierlijk ver
licht, terwijl ook enkele buurtversierirK
gen waren aangebracht voornamelijk:
op het Prins-Hendrikplein, de Prins
Hendrikstraat, de Mauritsstraat. (De be
woners dier straten hebben eer van hui*
werk gehad). Op een van Leidens voor
name grachten zagen wij een verlichting!
voor een huis van een.... waarzegger,'
waarbij een groot bord, door midüel
waarvan de bewoner den lezers o.mv
toewenschte de wijsheid van Salomon;
De man heeft wel reden om extra feest
te vieren, nu in 1913 een deel der,
menschheid nog niets slimmer is dan"
in 1813 en zich door hem laat bedotten^
de vvijslieid van Salomon missen ze
voorloopig nog, anders zou 't hem' niet
meer goed gaan.
Veel volk bewoog zich op Korenbeurs!.
Lammermarkt en gerecht, om 'daar te'
hossen op de maat der muziek. ijj-
Vol waren Schouwburg en Stadsgé^
Iloorzaal. Vooral in de laatste was het
publiek zeer talrijk ook hier wist dé'
regelingscommissie uitstekend órde te
houden.
In den schouwburg een vroolijk pref-
tig gezicht van een stampvolle zaal erf
het publiek in feeststemming. Wat moest
dat anders geven dan een enthousiaste!
voorstelling? Het stuk De Oranje-klan
ten leende zich bovendien daartoe uit-1
stekendmet extrain gespeeld en ge
zongen, handgeklap van het talrijke pu
bliek, ongezien kan men zich van zoo'm
Voorstelling reeds éen denkbeeld vor
men van prettig het onafhankelijkheids-
feest te vieren. j;
Namen der medespelenclen zullen wij
maar niet noemen, allen deden hun uiter
ste best, maar een afzonderlijke vérmel
ding voor Trijn de Lange, Mej. Mien'
Duymaer v. Twist, is liier op zijn plaats^
Zij werd bovendien gehuldigd door het
aanbieden van een bloemenmand aan het*
slot van het 3e tafereel, 't .Was een
recht gezéllige avond in den Schouwt
burg, die nog lang in het geheugen zal
blijven.
In de Stadsgehoorzaal werd door de
Vereenigde Roiterdamsche toon'eelisten
opgevoerd het historisch blijspel van
Sprinkhuysen „Kaat Mossel". Er is ge
lachen, heel den avond door. Het stuk
zelf is plat, maar overschrijdt toch nie^
de grens. Opvoedende kracht ligt ervoD
strekt niet in, maar het brengt vroolijkT
heid onder de menigte. Kaat Mpsse^
(Ml- oenewegen-du Prpi) speeldé'
heel goed.