Uit de Pers.
MAGNA.
)erde Blad behoorende
lij De Leidsche Courant van
'aterdag 8 Nov. no. 1241.
Grond aan de landarbeiders.
I Wij lezen in de Gelderlander:
1 Het bekende ontwerp van minister
Jalma tot uitgifte van grond iaan land
arbeiders is door zijn opvolger Treub
tkrergenomen en zal nog in deze Waan cl
l de afdeelingen worden onderzocht
],Dit Zal ongetwijfeld bij allen, die het
lel W een en w et de landbouwers, warme
iejuiching vinden.
[Het Woet toch strekken tot verhoo-
"ng 'der welvaart op het platteland,
;aar nu de ellende zoovelen naar de
rjoote steden drijft tot groot nadeel van
lai zeiven en tot schande van het alge-
pen.
'Minister Talma wilde de land ar bei
ers, door hen aan een eigen stukje
1 ond Wet een eigen huisje er op te hel-
m, meer aan het land binden, hun gele-
rnheid geven onafhankelijke boertjes te
orden, die, zich opwerkend, ook weer
aderen 'gelegenheid zouden geven, een
ïhoorljjk bestaan te vinden.
jHet was geheel in de lijn van de
elvaartspolitiek der vorige regeering;
e ook door de bevordering van den
derlandschen arbeid, welke het tarief
n Zelf moest meebrengen, de welvaart
n den werkman had willen verhoogen.
Welhu evenals het socialistische
Volk" 'zich indertijd met hand en tand)
gen dit laatste verzette, zoo komt het
>k hu al aanstonds op tegen het denk-
:eld: fgrond aan de landarbeiders.
Kunstmatige kweek van keuterboer-
es, dus smaalt het socialistenblad, en
iar doen de socialisten niet iaan mee.
Minister Talma had terecht in zijn
elichting gezegd: „Het bezit van een
gen bedrijfje prikkelt den landbouwer
t grootere energie, weerhoudt hem,
htvaardig weg te trekken en bevor--
irt de stabiliteit der landbouwende be-
ilking, waaraan door iederen Staat zoo-
el waarde wordt gehecht"
iWlelnu, dat acht het socialistenblad
ist uit den booze, Evenals het is tegen
gen arbeiderswoningen, is het ook te-
in grondbezit van den landarbeider,
aardoor wordt deze maar aan den bo-
ïm geketend'; hij Werkt en ploetert weit
jn heele gezin om vooruit te komen.
„En al dien tijd is de man voor de
kbeweging verloren, wordt zijn eigen-
imsfanatisme versterkt en verwaarloost
de gemeenschappelijke belangen van
t proletariaat"
Met andere woorden, dan is hij voor
t socialisme verloren; dan hebben de
wie woorden van de volksmisleiders,
e den landarbeiders een gouden toe-
rnst voorspellen, als alle grond een-
aal aan de gemeenschap zal behooren,
en vat meer op hem.
„Oneindig beter dan", zegt „het
>lk", „in alle opzichten, een breede
asse van arbeiders, die eensgezind
rijdt Voor een hoogeren lëvensstan-
ard."
Ja, oneindig beter.., voor de partij,
e meer heeft aan losse, zwervende,
itevreden arbeiders, dan aan landbou-
ers, die zich met hard werken geluk-
g voelen op hun eigen erf.
En dan beweert „het Volk" nog wel:
ipzettel'ijk arbeiders loondienaars te
>uden is ook niet de taak der sociaal-
tmocraten".
Maar ondertusschen verzet het zich
di alvast uit alle (macht tegen het derik*-
seld, landbouwers van loonarbeiders tot
ije eigen boertjes te Waken.
Zoo is het altijd. Het is den socialis-
n, ondanks hun geschreeuw om lots-
rbetering voor de arbeiders, niet om
:zer welvaart en vooruitgang te doen.
ij mogen geen eigen huisje, geen eigen
rond krijgen, ze moeten allemaal loon-
lenaars blijven, in afwachting dat «in-
FEUILLETON.
Broeder en zuster drukten elkaar de
lad; Magna verliet het rijtuig, dat
lama den weg naar Brückboven in-
oeg.
Magna ijlde de trap op en was spoe-
ig op de bovenste verdieping aangeko
men, waar de kamers baars vaders wa
rn.
In een eenvoudig vertrek, door een
tadielamp slechts flauw verlicht, zat
'een rolstoel een oude heer, wiens ril-
frwit haar en eveneens witte baard
tem ouder deden schijnen dan hij wel
as. Het moest een schoon man ge
lest zijn, al was de huidkleur thans
'leek en geelachtig en zijn gelaat van
•Uooze rimpels doorploegd. De oogen
igen diep en werden door borstelige
tnkbrauwen overschaduwd; op het
Ogenblik waren zij half gesloten.
Op <le tafel in zijn nabijheid stond
^schaakbord; daarnevens wat boeken
courantenvan de laatste ook e enige
den 'grond, als waren zij achteloos
^geslingerd.
*- Ik ben laat gekomen, vadertje, zei
kgna, hem teeder begroetend. De
^dkrons wenschten dat wij om zes
311 bleven dineeren. Ik hoop, dat de
delijk de socialistische staat de ééne
groote meester wordt, in wiens dienst
allen kunnen slaven.
Art. 369 Invaliditeitswet.
Naar aanleiding van het jongste Ka
merdebat en de door Minister Treub
gegeven inlichtingen betreffende de uit
voering van art. 369 Inv. wet, vermeldt!
de Nederlander een reeks gevallen
welke het blad beschouwt als specimen
van de beslissingen die door het Bank-
bestuur zullen worden genomen, indien
wat aan geen redelijken twijfel on
derhevig is de adviezen van d)e(n!
hoofdambtenaar Lindner worden] ge
volgd
I. I
Een mian was werkzak bij een Ver
een i ging, welke hulpbetoon dreief; zijjn
werkzaamheden bestonden in Touwplui
zen en bastschillen en wel ieder jaar
gedurende enkele maanden1, waarvoor hij
werd beloond met respectievelijk! f 1.40
per week en f 0.45 per dag.
Alhoewel bij een vereeniging, van Jj'ët
karakter als deze, van bedrijfsuitoefe
ning geen sprake is, werd doodleuk
loondienst aangenomen en mitsdien de
rente toegekend.
II.
Een pakjesdrager, z.g. „witkiel", is
niet in dienst geweest van een hotel
houder, maar was tusschen 1903 en
1913 dagelijks in qe omgeving van het
station aanwezig om aan de reizigers
zijn diensten aan te bieden.
De heer Lindner beslist nu, dat Jfbe
doelde pakjesdrager aanspraak op rente
krachtens art. 369 I. Wi kan doen gel
den". 1
(Blijkbaar heeft de adviseur later de
onzinnigheid althans Van deze beslisfefcng
ingezien, en is' zij bij nader order ver
nietigd).
III.
Een vrouw bakert, breit en verricht
handarbeid bij haar kinderen. Aan dje
Bank meent men „dat deze werkzaam
heden aanvraagster tot arbeidstjer sftem-
pelen".
IV.
Een timmerman, die „den boer op
gaat" en in den regel eenige dagen
achtereen op een hoeve voor het ver
richten van kleine herstellingen werkt,
en zich daarbij geheel heeft te richten
zoowel wat tijdsverdeeling, als wat
werkwijze betreft, naar de aanWijZingeni
van „den boer", worctt aan de iR. V. BI
geacht als knecht, als ondergeschikte ar
beider werkzaam .te zijn geweest
V..
Een „(bedienaar v|an begrafenissen" zal
rente ontvangen. Aldus gemotiveerd!De
man doet blijkbaar dienst ,als „aan
spreker" bij begrafenissen tegen een be
paald loon. I
VI.
Een aanvraagster breit kousen voor
een firma. De Rente-Comlmissie advi
seert afwijzend, omdat aanvraagster m'eer
werkt om zich niet te Vervelen dan om!
in haar onderhoud te Voorzien, blijkens
de zeer geringe verdiensten.
B|eslisSing: Waar de Comtnïs^ie de
aanwezigheid van loondienst niet kan
ontkennen en deze Zelf toegeeft, ren
te toekennen.
VII.
Een aanvraagster Wascht gordijnen1,
enz. in hoofdzaak ten behoeve van het
bedrijf van een behangersfirma, die zich
met deze werkzaamheden voor haar klan
ten belast De Ren te-Commissie vraagttf
of dit loondienst is.
Beslissing: Ja. De omstandigheid dat
aanvraagster, die in het loon voor haatf
werkzaamheden voor bedoelde behan-f
gersfirma geen voldoend middel van be
staan vond genoodzaakt was ook voor
anderen als zelfstandig onder
neemster arbeid te veirrichten, stjaafc
haar recht op rente niet langer in dein
De gemeente^ambtenaren kunnen op
hun vóór 1 October 1913 in gemeente
dienst Verrichten arbeid, onverschillig of
tijd u niet te lang gevallen is.
Het is zeer goed dat gij gebleven
rijt, sprak hij; zijn stem had een matten
klank. Gaat het hun allen goed? vroeg
hij verder, maar er s prak niet veel be-
lanigistelüng uit den toon, waarop bij dat
deed.
De graaf was juist van plan hier
heen te komen, toen ik ginds kwam',
zeide Magtna, mantel en hoed afleggend.
Maar nu komt hij dezer dagen en me
vrouw de gravin hoopt ook spoedig te
kamen.*.. Is de pastoor ook hier geweest
en heeft hij een spelletje met u ge-
schjaakt?
Neen, hij is niet hier gekomen. Hij
is zeker opgehouden.
Hoe jammer 1
Malgtna nam op een lage tabouret
plaats naast haar vader, in wiens trek
ken zij' 'een zekere ontstemming meende
te lezen. Zal ik pratqn of wenscht gij,
dat ik wat voorleze.... Heeft u de cou
ranten gelezen? vroeg zij verbaasd, een
blad oprapend.
GelezenHelaas ja, zeide de
oude toornig. Neem jdat ding ,weg, voeg
de bij er ongeduldig bij. Ik wil het
niet meer zien. Als men ze zelfs na
twintig jaar weer eens inziet, dragen ze
je nog altijd hetzelfde leed voor van
leugen, eigenwaan en heerschzucht. De
een over den .ander, ieder voor zijn
eigen eer. De Pruisen zijn al niet beter
zij al dan niet tot de nieuwe Rijkspen
sioenregeling toetreden, aanspraak op
rente gronden.
Wordt bijgevoegd: Ook in de
toekomst zal ieder gemeente-ambtenaar
die na 3 December 1913 zijn 70e jaar,
doch vóór 1 October 1913 in 156 weken
in gemeente-dienst heeft gearbeid, stieeds
op grond van dien arbeid recht op rente
hebben, ook al trad hij tot de Pensioen
regeling voor eigen pensioen toe.
IX.
Onderwijzers ,die vóór 1 Januari 1916
in loondienst waren bij het bijzonder
onderwijs, zullen aanspraak op 'rente
hebben.
X.
iEen secretaris-'p'enniugmeelster van een
polder heeft rech.t op rente wegens loon
dienst
l XI.
Een collectrice vpor R.-K. armen, die
elke week één dag arbeidt voor 25 cent
per dag, krijgt voor dezen arbeid rente.
(De laagste loonklasse vordert een pre
mie van 20 centindien de vrouw1 wer
kelijk verzekerd ware, winst 5 cent
XII.
Iemand brengt Zaterdags voor den
dominé de toga naar de kerk, en haalt
deze des Maandags terug. Belooningj
f 0.20. Rente toegekend. (Premie f0.20.
Winst null Toch rente!)
Het blad vraagt of de Minister of
welk Kamerlid ook in gemoede kan ver
zekeren ,dat men zoo iets bedoeld heeft
toen de Kamer art. 369 aannam1.
Bjjzonder ruim is mlen ook in de toe
passing wat het aa|ntal weken betjbefjt.
De algemeene opvatting bij de rijks
bank is, zegt de Ned.j. dat de uitkeering
moet gegeven worden aan ieder die be
weert „arbeid" te hebbein verricht, vrij
wel ongeacht hoe lang of hoe kort het
dienstverband tusschen den aanvrager en
zijn „[werkgever" bestond. Ojok gaat men
bij de ,R. V. Bi. blijkbaar slechts dan
zonder meer op de adviezen van dfe
rentecommüs9ieS af, als) deze gunstig voor
den aanvrager luidenanders ontvangen
zij ze terug met verzoek „om' 'nader adl-
vjes".
Er zijn dan ook thans reeds 57,000
aanvragen bm rente toegekend (behou
dens de beslissing van het bestuur) eni
nog geen 2000 afgfewezen.... d. i. 1 op
de 28. (B|ij de Ongevallenwet is de ver
houding 1 op de 21).
iDe Nederl. besluit met de verwach
ting uit te spreken dat) iminisfter Treub
het zijne zal doen om de wet, wier uit
voerder hij is krachtens zijn hooge ambt,
naar letteren geest te J*andh,avfeiii.
Overmoed.
Over het optreden van den Ridder
kerks chen afgevaardigde, den heer Drion,
schrijft het Huisgezin:
Een der minst sympathieke aanwinsten
der vrijzinnige concentratie indelweede
Kamer is de renegaat Drion,
Deze heer heeft dezer dagen den libe
ralen candidaat voor de naverkiezing iw
Amsterdam III aanbevolen
Maar hoe!
Een schop naar de katholieken de
„ultramontaansche" kiezers werden sma
delijk bejegend een schop naar de
sociaal-democraten, ten een overmatige
verheerlijking van de concentratie eni het
Ministerie-Cort van der Linden.
Met dit laatste zij de oud-liberaail
Drion voorzichtig.
Want het Ministerie, dat hij in de
wolken verheft, is een beeld aan
kolossus denkt niemand met leem en
voeten.
Met de concentratie alleen vermag het
niets, heeft het geen uur levens.
Het zal óf op de gesmade socialisten
óf op de evenzeer gesmade rechterzijde
moeten steunen.
En wat de concentratie betreft, is het
eenvoudig belachelijk van overmoed
dat deze oud-liberaal in het vervolg de
niet-geloovige arbeiders op liberalen en
niet meer op sociaal-democraten ziet
stemmen»
(De concentratie heeft in Juni 37 ze-
dan de andere; zij denken ook slechts
aan zich zelf. Duitschland wordt tot spot
van alle volken. En daarvoor heeft men
in 1813 en '15 gestreden. Daarvoor zijd
de besten gevallen, ging hij steeds toor-
niger voort, met de hand op de arm
leuning van zijin stoel slaande. En die
dan nog het betere wenschten, voor hun
vaderland, vervolgde hij, werden als ver
raders en rebellen gevangen gehouden
tot hun alle levenslust verging. Neem
die kranten weg, laten ze mij niet meer
onder de oogen komen... Ik wil er niets
meer van hooren of zien.
Magna was al opgestaan en had de
ongelukkige couranten uit haars vaders
giezichtskring verwijderd. Zij kende zijn
opwellingen, hoewel zij de eigenlijke
oorzaak daarvan niet kende.
Vermoeid door zijd heftigen uitval
schoot hij' weder in zijn stoel terug; een
koud zweet stond hem op het voor
hoofd en zijn handen beefden.
Magna wischte hem het voorhoofd af,
streelde zijn handen en verpleegde hem
liefderijk. Daarna bleef zij een poosje
stilzwijgend naast hem zitten.
Zal ik u ook wat voorlezen? vroeg
rij eindelijk.
De oude knikte.
Magna greep naar een zwart boek,
hem wederom vragend aanziende.
De oude knikte nogmaals en zeide:
Lees mij voor de groote courant
tels binnengehaald enkele meer dan
zij in 1905 verwierf 't is waar, maar
haar candidaten kregen te zamen minder
stemmen dan in '05.
En zoodra ae socialisten de hand van
haar aftrekken, is de concentratie llam
geslagen.
De waan en de overmoed van den
heer Drion zijn eenvoudig belachelijk, en
als die moeten gelden als aanwijzing
van de geestesgesteldheid der geheele
groep, dan gebeuren er binnenkort on
gelukken.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Voorloopig verslag der afdeelingen van de
Tweede Kamer op de begrotingsvoorstellen
HOOFDSTUK I.
Algemeene beschouwingen,
(slot.)
Men stelde verder de volgende vrar
gen:
lo. 'zal het Ministerie voorstellen doen
de toeneming der macht van Rome,
waarover 'tijdens de verkiezingen zoo lui
de geklaagd werd, tegen te gaan?
Zullen uitzonderingsmaatregelen woe
den ingediend om de vrijheid en den
vooruitgang der Roomsch-Katholieken te
stuiten.
2o. Is het kabinet voornemens het ver-
leenen Van een speciale bescherming aan
dé Hervormde Kerk, bijvoorbeeld door
verhooging van bijdragen uit 's lands kas
te bevorderen?
3o. Wielke meening is het ministerie
toegedaan omtrent de vraag of bij be
noemingen op de godsdienstige gezind
heid der candidaten zal worden gelet?
4o. 'Zal het kabinet in militaire aan
gelegenheden 'de lijn volgen, door minis,-
ter 'Colijn aangegeven en rekent het ten
deze bp den steun der rechterzijde? Re^
kent het ministerie ten deze ook op "den
steun der geheele linkerzijde?
5o. Is het waar, dat ,als minister van
Koloniën is aangezocht een buiten het
parlement staand persoon, Wiens richting
zeer 'verschilt van die van den benoem,-
den Minister? Zoo ja, welke is de reden
van deze afwijking van den eersten
opzet?
60. Heeft de heer Cort van der Linden
omtrent 'de aanvaarding en de vervulling
van 'zijn opdracht overleg gepleegd met
de voormannen der concentratie?
De Troonrede had sommigen niet vol
daan, 'omdat zij naar hun inzien geen
Voldoende licht geeft omtrent de po,-
litiek, welke het Ministerie denkt te vol
gen. Anderen prezen den toon en* den
soberen opzet der rede en zagen daarin
een streven naar samenwerking met de
gematigden van alle richtingen. Men
wees hierbij ook op 'de aan het onderwijs
gewijde paragraaf. Ook onder deze le
den waren er echter, die de richting
van het te volgen regeeringsbeleid niet
duidelijk aangegeven achtten.
Een derde groep van leden was van
meening, dat de Troonrede een duidelijk
beeld geeft van het regeeringsprogramj
in zoover dit geschieden kan in een stuk,
waarin niet in bijzonderheden kan woe
den getreden en enkele groote lijhen
kunnen worden aangegeven.
Ten aanzien van verschillende para
grafen Werden verscheidene opmerkin
gen gemaakt en vragen gesteld.
Ten aanzien van de paragraaf omtrent
de Grondwetsherziening werd in de eer
ste plaats gevraagd, of de bedoeling is,
dat die herziening zich uitsluitend zal
bepalen tot het kiesrechtvraagstuk. Ve
len achten dit ondenkbaar en onderstel
len dat het Kabinet ook een voorstel
tot 'wijziging van art 192 zal doen.
Het had verder verwondering gewekt,
dat in de Grondwetsparagraaf niet ge
sproken wordt over de evenredige ver
tegenwoordiging.
Andere leden konden zich met beper
king der Grondwetsherziening tot het
kiesrechtvraagstuk vereenigen, al be
treurden zij, dat andere bepalingen wei-
Van tijd .en eeuwigheid, zooals de Apos
tel Joannes die geschreven heeft. Dan
Vergeet men het kleingeestig spel der
wereld, waaraan men toch niet verande
ren kan en waaraan men rich eigenlijk
niet storen moest.
Door de stille kamer klonken daarna
door Magna Is ernstige, welluidende stem
vertolkt, de machtige woorden van het
Joannes-Evangelie„In den beginne
was het woord, en het woord was bij
God en het woord was God."....
Zacht spraken haar lippen de oude
woorden uit, hier en daar eenige meer
deren nadruk leggend.
Het licht scheen in de duisternis
sen en de duisternissen hebben het niet
begrepen, las de dochter.
Zij hebben het niet begrepen en
rij begrijpen het nog niet, mompelde de
oude en Volgde met groote aandacht de
lezing.
En aan 't einde sprak hij:
Dat is de eenige courant, die men
lezen moest.
De vermoeidheid scheen intusschen
de overhand te nemen; zijn oogen slo
ten zich, een vredige uitdrukking tee-
kende zich af op rijn gelaat en de rus
tige ademhaling bewees, dat hij zacht
ingeslapen was.
'Magna bleef nog eenigen tijd naast
hem zitten en schelde daarna de kamer
dienaar om hem te gelasten haar vader
ke herziening behocen, thans niet zul
len wórden verbeterd.
De aankondiging, dat ter zake van de
subsidieering van het bijzonder onder
wijs eene Staatscommissie zal benoemd
worden, had niet weinige leden verrast
Sommigen waren bereid in deze aan
kondiging een teeken te zien dat het Ka
binet geneigd is tot eene verzoenende
politiek.
Voor het tot stand komen van een
compromis achtte men het echter noo-
dig de taak der commissie niet te beper
ken tot de subsidieering, maar haar uit
te breiden tot het geheele vraagstuk van
Je verhouding tusschen het openbaar en
1 et bijzonder onderwijs, waarbij dan ook
ter sprake zal komen het geven van meer
vrijheid aan de openbare school en het
toelaten van een leerplan voor de bijzon
dere, afwijkende van dat der openbare
school. L l
iHet had somïnigen teleur gesteld, dat
enkel van de benoeming eener commissie
gesproken is en geene andere mededee-
lingen rijn gedaan over de onderwijspo
litiek van het Ministerie.
Naar aanleiding van hetgeen in de
Troonrede omtrent de sociale verzeke
ringen is gezegd, werd in de eerste
plaats opgemerkt, dat tot dusverre door
de elkander opvolgende Ministeries cont
inuïteit werd in adht genomen.
Men betreurde, dat de Regeering
thans een anderen weg wil inslaan en
de op voorstel van den Minister Talma
tot stand gekomen verzekeringswette/^
niet schijnt te willen uitvoeren dan na
dat rij op ingrijlpende Wijze zullen zijn
gewijzigd. Vereenvoudiging van de Ra-
denwet door een Minister wiens amen
dementen bijl de behandeling der wet
werden verworpen, beschouwden soinS-
migen als eene bedenkelijke reactie.
Door sommige leden werd het optre
den van dezen Minister met het in de
Troonrede en de Millioenennota ontwik
keld sociale programma voor de rech
terzijde niet sympathiek genoemd.
De voorgenomen uitsluiting van be
deelden had bij verscheidene leden groor
te teleurstelling gewekt
Sommige leden meenden dat hetgeen
in de Troonrede en in de millïoenen :ota
voorkojmt niet voljdoende is om de voor
nemens Van het Kabinet op sociaal ge
bied te beoprdeelen. Zij wenschten, dat
de Regeering reeds nu eene meer duide
lijke en uitvoerige uiteenzetting harer
plannen zotf 'geven, met name ook van
hetgeen in de millioenennota omtrent de
wijziging der Invaliditeitswet wordt ge
zegd.
Met belangstelling was vernomen, dat
eene spoedige herziening van het Wet
boek van Strafvordering bevorderd zal
worden. Intusschen zal nog wel gerui
me tijd voorbij gaan, voordat die herzie
ning tot stand kan komen. In dien) tus-
schentijd zal er gelegenheid bestaan ten
ander gewichtig onderwerp ter hand te
nemen, dat spoedig voor openbare be
handeling rijp kan zijn, namelijk de Ad
ministratieve rechtspraak. Verscheidene
leden spraken de hoop uit, dat de Mi
nister van Justitie het zijne zal doen om'
spoedige afdoening der belangrijke voor
stellen, welke sedert jaren bij de Ka
mer aanhangig rijn, krachtig te bevor
deren.
Aangaande de beteekenis der mede-
deeling, dat ten behoeve van de vlerdledi-
ging van Indië aanbouw van een slag
schip zal worden voorgesteld, werden
nadere inlichtingen gevraagd. Sommigen
hadden van! de meded^eling met teenige
,-vreemding kennis genomen.
Gaarne zouden eenige leden vernemen,
waarom in de aan militaire zaken gewij
de paragraaf gezwegen wordt over de li
chamelijke oefening der jeugd in het tijd
perk 'aan den diensttijd voorafgaande en
welke Ten deze de plannen der Regee
ring rijn.
Sommige leden juichten het aangekon
digd voorstel tot afsluiting en gedeelte
lijke droogmaking der Zuiderzee toe. Ad
deren 'betwijfelden of van deze zaak veel
komen 'zal. Eenigen betreurden, dat de
zoo spoedig dat kon, ter rust te leggen.
Zij zelf zocht de rust nog niet. De
dag had haar te veel afleiding gebracht.
Haar leVen was tot dusverre zoo kalm
voorbij gegleden, de wereldgebeurtenis
sen waren haar zoo vreemd gebleven,
nu scheen het plotseling, dat zij al
len in den maalstroom van den tijd zou
den worden medegesleept. Wat zou de
tijd leeren, die allen zoo in opgewon
denheid bracht
III.
Hoewel Magna eerst laat haar leger
stede opzocht, was zij den volgenden
morgen al vroeg in haar schrijfkamer te
vinden. Mantel, hoed en gebedenboek
die op een stoel lagen, bewezen dat zij
al uit geweest was en zich nu ijverig
aan den arbeid gezet had.
Groote huishoudboeken lagen voor
haar opengeslagen. Op 't oogenblik was
zij echter bezig met een ander, dicht
beschreven papier waarin haar poiiuod
vaak onbarmhartige streepen trok.
Zij was daarin zoo verdiept, dat rij
het openen en sluiten der deur niet
hoorde en eerst opschrok, toen rij zacht
werd toegesproken met:
Gnadiges Fraulein.
Een welgedane gestalte stond bij de
deur; ,i£t het (breede gelaat straalden eer-
paar kloeke oogen haar tegen.
(Wordt vervolgd).