Uit de Pers. Gemeentezaken. De gemeentebegrooting voor 1914. III. Biij de „Uitgaven77 bepleitte een lid verheuging der jaarwedden V(an de wet houders, waartegen werd aangevoerd, dat, ook indien de financiën der gemeen te veroorloofden, daarvoor een bezoldi ging vast te «tellen, die h'et mogelijk maakte de eischen, cat de titularissen zich geheel aan de zaken der gemeente zouden wijden, noodwendig, ook in ver band met het onzekere der positie, daar aan pensionneering zou 'inbeten verbon den worden en het dan nog een open vraag zou Zijn, of de voor het ambt meest gewensch.te personen zich in dat geyal beschikbaar zouden' ^tellen. Een lid verklaarde niet te begrijpen, waarom1 hierover werd gesprokenhij bracht hul de aam B. en W. en vond, dat zij altijd h.unne plichten goed hadden gedaan. Een lid vroeg of juist is, dat de com missaris van politie bij het op min of meer in hét openbaar verwijderen van een agent v,an politie, die zich in zijn vrijen tijd op het feestterrein, het Schuit- tersveld, bevond bij de viering der on- afhankelijkheidsfeesteneen bedenkelijk gemis aan tact voor raet.zijb onderheb benden oml te gaan, heeft aan den dag gelegd. Op deze vraag antkvoorden Bj. en Wu kan bezwaarlijk een antwoord van ons College worden verlangd, aan gezien zij den inwendigen dienst d.er po litie betreft en als zoodanig uitsluitend lot de competentie van den Burgemees ter behoort. Een lid vraagft, of de politie in hél algemeen niet te slap tegen de bestuur ders der electrische tramwagens' op treedt. Met name had het Zijn aandacht getrokken, dat tijdens de taptoe de trafo' zich door een dichte foé-^éhenmenigfle bewoog op een oogenblik, waarop dit met het oog op de veiligheid van het publiek niet had behooren te worden .toegestaan. B. en Wu antwoorden hierop: Dat de politie in het algemeen te slap optreedt tegen de bestuurders der electrische tramwagens, kan ni.et worden toegege ven. Op den avond van de taptoe is het verkeer zoo lang mogelijk toegestaan, teneinde 'het tramverkeer van en naar het station der H.IJ.S.M. zoo min moe gelijk te bemoeilijken. Met de Directie der MaatsCh. was daarom' afgesproken, dat de tram', wanneer de optocht het stadhuis had bereikt, iniet verder zou doorrijden dan tot de Mandenmakers- steeg aan de eene zijde en de Choor- lamim'ersteeg aan den anderen kant. De passagiers konden dam, door die sitegen omwandelende, van den een en tramwa gen in den anderen omstappen. Deze afspraak is door alle wagenbestuurder^ nagekomen, behalve door een, die een weinig te ver is doorgereden en beweer de niet door de Directie te zijn ingelicht. De veiligheid van het publiek is door het rijden der tram's geen oogenblik in gevaar gebracht, aangezien over de Bree- £traat uijterst langzaam''werd gereden. In antwoord op een ^aandringen op Verbetering der bestrating van den Stati onsweg, zeggen B, en W(.In verband mét de onlangs tot stand gekomen ver ruiming van den Stationsweg bij h'et Stationsplein, alsmede wegens .verbete ring der straatrioleerinig, moest in dep Laatsten tijd herhaaldelijk in dé bestra ting van dien weg worden gebroken-. Nu deze werken zijn afgeloopen, "bevindt de Stationsweg zich weer in behoorlij ken toestand. De kosten van asphaltee- ring van dezen weg worden geraamkf op ten minste f20.000 en B. en W|. kunnen daarom1.geen vrijheid vinden een daartoe strekkend voorstel te doen. Ook andere bestrating achten B. en Wj. te duur. Op eenige algeméene opmerkingen omtrent onze straten antwoorden Bi. en W., dat in de belangrijke verkeerswegen dezer gemeente de bestrating veel 'te lijden heeft van de voortdurende op brekingen, die worden veroorzaakt door de uitbreiding, vernieuwing of verlegf- gimg van gas- én waterleidingen, tele foon- en electrische kabels, enz. Dé aan gevulde grond in de sleuven, hoe vast ook aangestampt, zakt altijd na en klin ken jn den weg zijn daarvan hét nood[- za kei ijk gevolg. Dit aanstampen ge schiedt bovendien niet door den 'techni sch en dienst van gemeentewerken, doch door den aannemer van het leggen der buizen en kabels, die belang heeft bij een zoo spoedig mogelijke vullingl dér sleuven. De geuite opmerking is dus een aanleiding om,bij deze aannemers wederom1 aan te dringen op zorgvuldig, werk en op het van gemeentewege hou den van behoorlijk toezicht. Dat in an dere gemeenten de bestrating in beteren toestand verkeert dan hie.rv kan in zoo algdmieenen zin door B. en WL niet wor den toegegeven. Men ziet, Zejgjgen zij,, over het hoofd, dat vooral in de nieuwe Wijken de ondergrond nog sl'ap is' en eerst na jaren voldoenden weerstand' biedt tegen eenigszin's druk verkeer, ter wijl ook moet gelet worden op de sooit van het alhier sinds jaren in de meeste gevallen gebezigde bestratingsma'feriaal (Ourthekeien), dat minder regelmatig gé vormld is dan .elders gebezigde, doch veel duurdere keiensoorten. Dit neernit intusschen niet weg, :daft B. en 'Wi gaarne bereid zijn, nogmaals te 'doen onderzoe ken, in hoeverre in dg wijze Van bestra ting alhier verbetering kan worden ge bracht. Wiat betreft de klacht over hejt onoordeelkundig hérstellen der straten, daaromtrent kunnen B. en W. mededée- len, dat de stratenmakers natuurlijk in de eerste plaats die straten' herstellen, die reparatie behoeven, doch dat het niet altijd 'mjogelijk is ze alle gelijktdigj onder handen .te nemén. Op den gehiavendien toestand van het Klinkerpad achter het st'andbejeM van Boerh'aave was .reedis herhaaldelijk de aandacht gevestigd. Ook komt het voor, dat teen min deugdelijke béstrating nog je enigen tijd mét rust ge laten wordt, omdat spcuedig daarin werk zaamheden van gas- of waterleiding moe ten plaats vindien en men geen onn,uj| werk wil verrichten. Het asphialteerert der hoofdstraten zou zeer zeker een be langrijke verbetering en verfraaiing, der gemeente ten gevolge hebben, doch zoo als reeds vroeger werd opgemerkt, doen finaneiëele overwegingen vooralsnog daarvan afzien. Dit asphalteeren toch kost, ongerekend de uitgaven voor evén- tueele werkzaamheden aan rioleeringen, gas- en waterleidingen, kabels enz., die alle zoodanig in orde 'mloeten worden gebracht, dat verdere opgravingen zoo veel mogelijk kunnen vermeden worden, ongeveer f8 a f9 per vierkante Meter en zoude dus te groote offers van de gemeente vergen. Overwulving der Mare tusschen öude- vest en Haarlemmerstraat raden B. en Wj. af mét het oog op de groote financi eel e bezwaren. In een sectie werd de afschaffing der standenscholen bepleit. B. en W. zullen hieromtrent advies vragen aan de Plaat selijke Schoolcommissie. Een lid ondersteunde met warmte het voorstel door de vereeniging „School- kindervoeding77 tot den Raad gericht. Ofschoon door het bestuurder vereeni ging „Schoolkindervoeding77 Voor het jaar 1914 een subsidie van f 2000 is ge vraagd, kunnen B. en Wi., na de aanzien lijke verhooiging, die de subsidie ver leden jaar bij de vaststelling der begroo ting van 1913 ondergaan heeft, geen vrijheid vinden den Raad voor te stellen thans andermaal een hooger bedrag uit te trekken. B. en W. geven den Raad dus in overweging de subsidie wederom1 z>p f 1500 en onder de thans geldende voor waarden, te bepalen. Een lid vraagt, of de viering van 3 Oc tober, waaraan het telkeniare moeiiijker wordt eenige aantrekkelijkheid te geven, niet beter eenmaal in de vijf jaren zou kunnen geschieden. De viering zou dan luisterrijker kunnen plaats vindendaar tegenover zou er dan zijnerzijds geen bezwaar tegen bestaan eens in de vijf jaren een hjoogere subsidie te geven. Tweede Blad, behoorende >ij De Leidsche Courant van Voensdag 22 Oct. no. 1227. Niet vergaderen op Zondag. De Nieuwe Titb. Cour. schrijft Aan ons Katholiek verenigingsleven] leeft nog altijd een groote fout: ei* rerdt veel te veel en bijna uitsluitend ip IZondag vergaderd, .Iets wat zeker nie| e verdedigen is. De Zondag dient geheiligd te worden n is verder tot Irustdag bestemd. Zoowel' an de Zondagsheiliging als aan de [ondagsrust berokkent het op Zondag 'ergaderen groote schade. Nemen we nu eerst de Zondagsheili- [ing. In afwachting van het herstel der ves- lers, dat ons het liturgisch leven ii^ oller rijkdom terug zal schenken, is het n het geheel geen kerkelijke overdaad, lat men, na de H. Mis, waaronder inen ot de H. Tafel behoort te naderen, de loogmis of het Lof, Familie of Con gregatie bijwoont. De vergaderkarwei staat hieraan in de ilaats der inwoning zelf reeds dikwijls n den weg. Meer nog wanneer de vergadering ons log naar een andere stad roept, een' ge- eurlijkheid, die tegenwoordig niet al- een voor den voetbal aan de orde is Van len dag. Dikwijls is er ijverige studie en ierekening in een spoorboek en1 kerk- ijst voor noodjg, om het zoover te bren-i ren dat men weet, waar men nog ,,'pre- :ies een mis jé snappen77 kan, 'eew bere- :ening, die dan ook nog wel eens faalt, ils men een te lange preek of in het ge- leel geen preek of een „messe de dijt luit minutes77 „tegen het lijf loopt7'. Volgt de Zondagsrust! Is het niet waar, huismoeders, dat uw nan van de „vergadering77 soms meer 'ermoeid thuis komt, dan van zijn werk! Is het rust, wanneer men haastig zijn intbijt naar binnen moet jagen gauw het ,misje snappen77, op een draf naar denj rein hollen om zich te „spoeden7' naar Ie vergaderzaal waar eenige uren aan „sociale en andere kwesties77 worden be- iteed, in de gauwigheid en er tusschen door wat moet gegeten worden om dan weer op een holletje naar den trein te snellen, die u half dood van vermoeienis huiswaarts voert? En als men nu toe geven moet, dat dit beeld een van dej ergste, maar toch in het geheel geen zeldzame gevallen beteekent geen en- ;ele vergadering doet de Zondagsrust liet te kort. En het familieleven. Juist op den Zondag kan het gezin aaw| !en vader zooveel hebben. Moeder en zinderen verlangen er waar, dat de Zon- iag man en vader thuis houdt. Moeder, die geheel de week te sloven heeft; de tinderen, die het genót van geruimem lijd met vader te kunnen zijn, in de iveek niet kennen; zij hebben' er rechjt op, 'dat die eene rustdag op de zeven,, het hoofd van het gezin aan hun genoe gen en belangen besteden1 kan. En dat zou bij al die vergaderende iwenschen, die gewoonlijk juist goede huisvaders zijn, ook verwezenlijkt wordenwan neer niet de een Zondag aaw deze en de andere Zondag aan een awdere ver gadering moest Worden opgeofferd. De eenige tegenwerping die tegen het veroordeelen der Zondagsche vergade ringen gemaakt wordt is deze, dat er op andere dagen geen tijd voor is. 'Het antwoord kan hier luiden, dat er dan maar- tijd voor gemaakt moet wor den. Protestanten zullen op Zondag niet, noch Joden op 'den Sabbat in het rumoer van vergaderingen de wijding vaw hun rijstdag doen verdwijnen. Waarom doen 'wij, 'Katholieken het 'd^n Réii Het Indische vlootplan. Wij lezen in het Huisgezin: Wie zich over het Indische vlootplan FEUILLETON. DE TWEE_VR1ENBEN. 317) Bij het zien. van den officier, in wien hij dadelijk Jean de Trém'azan herkende, klaarde zijn gelaat op. Hartelijk welkoml riep hij hem toe. Gij hebt u als een dappere gedragefo Verrukt u weer te zien, kolonej. Eensklaps hield hij op. Het gelaat v,an den graaf verwonderdje hein1. Die s'miart vatn 'den ongelukkige was zoo hevig dat zelfs zijln krachtig natuur, d'ie niet kon onderdrukken. Niettemin ^tak bij] den postmeester de hand toe, die deze stevig drukte. Er is u toch geen ongeluk over komen, wil ik hopen vroeg Cléder. Nog .niejt, lmlaa,r ;ik d,udit er eew.. Welk Het grootste dat mij kan Jxeffew, Gouray zal u alles wel vertellen, ik heb ft den moed niet toe. Wat verlangt gij? Een goed paard. Best Dat vlug en sterk is. Ik heb wat gij hebben mjoet i uitlaat neemt aan, dat het tegen Japian gericht Is. Zoo 'doet ook de „NL Arn. Ct/7 Zij heeft intusschen twee bezwaren. 'Het eerste is, dat het vlootplan pas in 1933 zal zijn afgewerkt, terwijl Japian' reeds in 1917 met zijn slagvloot klaaf zal zijn. Dit bezwaar tegen den termijn van twintig jaar is ook door ons geopperd^ Als Svat de Staatscommissie vraagt noodig 'is, dan is men niet verantwoord met 'een zóó langen termijn. Men friag er niet op rekenen, dat Ja pan 'de beleefdheid zal hebben zoo lang te 'wachten. Het 'tweede bezwaar van het Arnhem- sche blad is, dat wé ook nu uitvoerig van 'het vlootplan niet tegen Japan op gewassen rzullen zijn. Tegen onze 200.000 ton inhoud kawi Japan "er 400.000 stellen. Wje moeten dus dit is de conclusie van de „N. Arn. Ct.77 of niets doen, omdat half werk weggeworpen geld is, of zooveel doen dat We Japan overtroe ven, dus geen negen maar achttien- slag schepen bouwen. Dit lijkt logisch. Maar er is één factor vergeten: deze, dat hv'e, bij de verdediging van ons ko loniaal bezit, op de hulp van andéren mogen rekenen. Wie hebben hier meer in 7t bijzonder de Vereenigde Staten op het oog. De Unie kan niet wenschem, dat Ja pan de 'hand (legt op IinicUë, en jzal het ook niet licht gedoogen. Daar mogen wij rekening mee hou den. Natuurlijk niet in dezen zin, dat we de Unie alleen of zoo goed als alleen voor de verdediging van ons koloniaal bezit 'laten zorgen en zelf niets of na genoeg niets doen. Bekeken Wij de zaak zoo, dan zou niet Japan, maar dan zou de Unie genoopt worden ons koloniaal rijk in te palmen'. Er moet samenwerking en er moet verdeeling van lasten zijn. De verhouding daarbij kunnen wij niet uitmaken, maar het gaat niet aan het dilemma te stellenóf niets doen, óf zooveel als Japan. Er is ccn tusschenWeg, en dien moe ten Wij bewandelen. Daarom houdt het bezwaar: te veeT of te weinig, tegen het Indische vloot plan geen steek. Christelijke en maatschappelijke deugden. De Bond van Nederlandsche onder- Wijzers geeft weer een lesje in de chris telijke en maatschappelijke deugden. We lezen in de Limburger Koe rier het volgende: De heeren van den Bond vain Ned. On derwijzers wenschen hooger salaris. Nog zoo dom niet. Zulke menschen zijn er meer. En daartoe hebben Zij zich bij" adres tot de Kroon gewend. Aanvang van dat stuk, volgens den in het „Hbl.77 voorkomenden tekst: Aan de Koningin, Geeft met verschuldigde gevoelens te kennen, het hoofdbestuur van den Bond van Ned. Onderwijzers, Ziet ge het wèl? Niet „Aan H. M. de Koningin77, botaf: „Aan de Koningin77. Niet met gevoelens van eerbied, trouw, onderdanigheid, of wat ge wilt, richt het hoofdbestuur v,an dien Bond (zich tot H. M. maar „met verschuldigde ge voelens77. Zoo iets als men in het dage- lijksch leven schrijft, wanneer men iemand nog niet eens de gebruikelijke formule van hoogachting gunt, maar hem een hatelijkheid wil te verstaan geven zonder zelf rechtstreeks onhebbelijk te worden. 'Het komt ons voor, dat de heeren onderwijzers, die dit fraaie adres heb ben opgesteld en onderteekend, zacht gezegd nog wel wat les konden gaan nemen in de maatschappelijke deugd der wellevendheid. Hij riep een stalknecht én beval helm': Zadel de zwarte. Tegen den graaf ging h'ij voort Met hem zult ge wel naar Brest kunnen rijden zonder af te.stappen, ko lonel. Dank u. Jean de Trémazan sprong in het zadel en riep: Tot weerziens. Spoorslag reed hij weg. M;et Gouray alleen gebleven vroeg Cléder: i l l Wat gebeurt er? De kastelein uit „De Gouden Leeuw7' antwoordd e 1 an gzaa'mi Thérèse Nollan ligt op sterven, hij aanbid haar, m'aar ik vrees dat hijl te laajt zal komén. Weet gij het Neen,.foiaarhet is of hij er een voor gevoel van heeft. De verliefden zijn zoo 'helderziend. Cléder mompelde: 1/ Zij is een braaf en schoon' foleis'je, vriend Qouray, maar welk een ongeluk voor haar, dajt zlij zblk een broeder miaest hebben. XXV. EEN STERFBED. Bretagne was zeer rustig. De nederlaag van Quiberon had het laatste verzet der koningsgezind en ge broken in een land, -dat voor hen toch' zeer gunstig was, omdat de feodale g|e- bruiken uit vroegere eeuwen er nog diep waren ingdeworfekL Dank Zij Hodhe en het Directoire was er echter met den wrede, ook een mildl bestuur gekofoen. i Het Directoire mbge een tijdperk van zorgeloosheid en verkwistingen Zijn gfe- weest, van uitspattingen en losbandig heid, van speculatiën en allerlei wanor delijkheden, maar het was ook een tijd perk van vrede en h.erstel der maat schappelijke verhoudingen. Te Plouër hadden de nonnen, die zich daar verborgen, het nog niet gewaagd! haar geestelijk gewaad weer aan te trek-i ken, maar hetzij gekleed als boerinnen of als dames, leefden zij overigens toch ge heel als kloosterlingen evenals voor de verschrikkelijke jaren, die zooveel had den vernietigd en omver geworpen. Het was 5 uur in den namiddag. De Zusters die zich bezig hielden met den arbeid op het veld of in de tuinen eni met de zorg voor het vee, keerden naar het tot klooster ingerichte kasteel terug, toen zij voor de poort van Plouër eert ruiter zagen, die de binnenplaats opreed, zooveel als de „cour d7honneur77 van dit oude, ruime kasteel dat in zijn boerschen eenvoud toch indrukwekkend was en her innerde aan vroegere grootheid. Met eenige verwondering en ongerust heid zagen 'de Z,usters dezen vreemidelinig aan. Hij droeg een militaire uniform', zijn gelaat was somber, bijna stroef. Zijn mantel en zijn laarzen waren be dekt met stof, de flanken van zijn paard met schuim en dit alles wekte in die vreedzame Zusters de angst voor een- inval en mogelijke vervolgingen. Kwam men haar verjagen uit haar schuilhoek, waar zij zoo lang rustig had-> den geleefd Zij werden spoedig gerustgesteld. De oTficier sprong van zijn paard, groette haar eerbiedig en vroeg: Is mejufvrouw Thérèse Nollan hier? 1 1 Een der Zusters antwoordde: Ja, mijnheer. Kan ik haar spreken? Zij' keken elkaar vragend aan. Tegelijkertijd vertoonde zich op het terras van het verblijf van vroegere land^ edellieden een jonge vrouw, die den rui ter naderde en hem vroeg: f Wiat verlangt gij? Thérèse Nollan. Gij zijt? jean dè Trémazan. Deze naam bracht bij de jonge vrouw een groote ontroering te weeg. Haar oogen richtten zich met een uit- B. en Wi antwoorden hierop als volgt „(Wanneer de feestviering sleéhts een maal om de vijf jaar Zou plaats hebben!, zoo deelt het bestuur der 3 October* Vereeniging ons méde, zou uit den aard der zaak het aantal leden, thans pTrm 2700 bedragende, zeer sterk verminderen of wel tot nul worden gereduceerd, aan gezien voorzeker niemand lid. wil zijn eener dergelijke vereeniging, wanneer slechts eenmaal in de yijf iaren teekenm van leven geeft. De hoofdbron van in"-* komSsten zou dan wellicht geheel op houden, waardoor niet alleen de feest viering belangrijk zou moeten worden ingekrompen, maar bovendien ook deuitM deeling in het geheel niet zou kunnen plaats hebben. En dit zou volgens het bestuur, waar die uitdeeling al sedert zooveel jaren is ingeburgerd, een zéér gewaagde proefneming] zijn. Ons college kan zich mét deze beschouwing vplkom en vereenigen7''7. I i f Bij dit verslag is gevpegfd eeni nota vlLn' den heer Fokker naar aanleidinghjervan, dat het bedrag geraamd voor de gemeen- tereiniging inclusief vuilverbranding! de kosten, zooals die in het rapport van de deskundigen de Groot en Monye waren geschat, overtreft met een zeer aanmer kelijke som, die dicht nadert aan het bedrag, waarmede de Hoofdelijke Om slag moet worden verhoogd. De heer Fokker gaat de posten na, die hooger zijn geraamd dan in het rapport en geeft ten slotte in overweging omi Vjiiilvérbran- ding en gemeentereiniging. als een ge meentebedrijf commercieël te behande len, zoodat uit de begrooting onmiddel lijk blijkt, wat dit bedrijf aan de gemeen te kost B. en W1. beantwoorden deze nota uitvoerig, en zétten uiteen, waarom1 'de begrooting der deskundigien zoo aanmer kelijk afwijkt van de thans aangebodene. Er is hier, zoo zeggen zijl 'geen sprake van onvoldoend onderzoek, van het ver strekken van onvolledige inlichtingen, of het stellen van hoogere eischen aan den dienst. Doch het is duidelijk, dat een juiste aanduiding van de werkwijze en geldelijke gevolgen van een procédé, diat hier te lande nog nergens .en in het bui tenland slechts sporadi'sfch in toepassing is gebracht en elk oogenblik aan veran deringen en gewijzigde opvattingen on derhevig is, niet kan gedaan worden, zoolang dit procédé niet daadwerkelijk tot uitvoering is gekomen. Ook thans, nu de constructie van den aanleg nage noeg is vastgelegd, nu de prijzen bekend zijn, waartegen aannemérs en /leveran ciers de géheele i nstallatie zullen ople veren, kortom1 nu men in het bezit is van tal van gegevens, waarover de deskundi gen niet beschikken en niet ,k on dép beschikken, kan men slechts bij benade ring opgeven wat de aanleg en vooral wat de exploitatie der gemeentelijke rei niging aan de gemeente zal kosten. Ook nu nog zijn wijzigingen in reeds vastge stelde constructies, op grond van er varingen elders en wegens veranderde inzichten, .te wachten. Wat ten slotte het verzoek van den stel ler der nota betreft, om' reiniging en de vuilverbranding evenals elk ander ge meentebedrijf comm'erciëel te behande len, zoodat een duidelijk overzicht wordt gegeven, wat het bedrijf aan de gémeen- te kots, gaarne zijln B. en Wi. bereid, in dein vervolge als bijlage van de Membrie van toelichting een overzicht te geven van de ontvangsten en uitgaven van dezen tak ^an Idienst, evenals thans' reeds geschiedt ten opzichte van het openbare Slachthuis Gemeenteraad van Sassenheim. Vergadering van gistermiddag. Voorzitter de heer P. Besselaar, Bur gemeester. Aanwezig alle leden. De no- tulen werden gelezen en vastgesteld. 1. Ingekomen stukken, a. van Ged. Staten de gooedgekeurde Raadsbesluiten betreffende den verkoop van grond, wijziging Politie-verorde ning, Comptabiliteit, Stratenaanleg, vaststelling bruggen, wegen en voetpa- drukking van medelijden op den offi cier en zij antwoordde: Wilt gij een oogenblik wachten, dan zal ik haar op uw komst voorberei den. Zij naderde den graaf nog'dichter en voegde er zeer zacht bij: Wfij moeten eenige voorzichtigheid in acht nemen, mijnheer, want zij is ziek. Ernstig? Misschien. Zij verliet hem na'eenige bevelen ge geven te hebben aan een grijsaard, die in den tuin van het kasteel aan het Werk was. Hij nam1 den teugel van het p&ard en geleidde het naar den stal, die meer ge leek op een schuur van een boerderij dai$ op den stal van een kasteel. 1 Jean de Trémazan bleef op het terras staan. In de verte hoorde men de klokjes van de koeien die uit de weide terug keerden. I J I I Alles Was hier even rustig en vreed zaam, om1 hem heen Werd slechts fluis( terend gesproken. Voor hem lag het veld, 'waar doorheen de Scorfi haar snelle water over de rots-- achtige bedding bruischend naar de zee stuwde. (Wordt Vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 3