Uit de Pers.
Gemeentezaken.
De gemeentebegrooting voor 1914.
III.
Biij de „Uitgaven77 bepleitte een lid
verheuging der jaarwedden V(an de wet
houders, waartegen werd aangevoerd,
dat, ook indien de financiën der gemeen
te veroorloofden, daarvoor een bezoldi
ging vast te «tellen, die h'et mogelijk
maakte de eischen, cat de titularissen
zich geheel aan de zaken der gemeente
zouden wijden, noodwendig, ook in ver
band met het onzekere der positie, daar
aan pensionneering zou 'inbeten verbon
den worden en het dan nog een open
vraag zou Zijn, of de voor het ambt
meest gewensch.te personen zich in dat
geyal beschikbaar zouden' ^tellen. Een
lid verklaarde niet te begrijpen, waarom1
hierover werd gesprokenhij bracht hul
de aam B. en W. en vond, dat zij altijd
h.unne plichten goed hadden gedaan.
Een lid vroeg of juist is, dat de com
missaris van politie bij het op min of
meer in hét openbaar verwijderen van
een agent v,an politie, die zich in zijn
vrijen tijd op het feestterrein, het Schuit-
tersveld, bevond bij de viering der on-
afhankelijkheidsfeesteneen bedenkelijk
gemis aan tact voor raet.zijb onderheb
benden oml te gaan, heeft aan den dag
gelegd.
Op deze vraag antkvoorden Bj. en
Wu kan bezwaarlijk een antwoord
van ons College worden verlangd, aan
gezien zij den inwendigen dienst d.er po
litie betreft en als zoodanig uitsluitend
lot de competentie van den Burgemees
ter behoort.
Een lid vraagft, of de politie in hél
algemeen niet te slap tegen de bestuur
ders der electrische tramwagens' op
treedt. Met name had het Zijn aandacht
getrokken, dat tijdens de taptoe de trafo'
zich door een dichte foé-^éhenmenigfle
bewoog op een oogenblik, waarop dit
met het oog op de veiligheid van het
publiek niet had behooren te worden
.toegestaan.
B. en Wu antwoorden hierop: Dat de
politie in het algemeen te slap optreedt
tegen de bestuurders der electrische
tramwagens, kan ni.et worden toegege
ven. Op den avond van de taptoe is het
verkeer zoo lang mogelijk toegestaan,
teneinde 'het tramverkeer van en naar
het station der H.IJ.S.M. zoo min moe
gelijk te bemoeilijken. Met de Directie
der MaatsCh. was daarom' afgesproken,
dat de tram', wanneer de optocht het
stadhuis had bereikt, iniet verder zou
doorrijden dan tot de Mandenmakers-
steeg aan de eene zijde en de Choor-
lamim'ersteeg aan den anderen kant. De
passagiers konden dam, door die sitegen
omwandelende, van den een en tramwa
gen in den anderen omstappen. Deze
afspraak is door alle wagenbestuurder^
nagekomen, behalve door een, die een
weinig te ver is doorgereden en beweer
de niet door de Directie te zijn ingelicht.
De veiligheid van het publiek is door
het rijden der tram's geen oogenblik in
gevaar gebracht, aangezien over de Bree-
£traat uijterst langzaam''werd gereden.
In antwoord op een ^aandringen op
Verbetering der bestrating van den Stati
onsweg, zeggen B, en W(.In verband
mét de onlangs tot stand gekomen ver
ruiming van den Stationsweg bij h'et
Stationsplein, alsmede wegens .verbete
ring der straatrioleerinig, moest in dep
Laatsten tijd herhaaldelijk in dé bestra
ting van dien weg worden gebroken-.
Nu deze werken zijn afgeloopen, "bevindt
de Stationsweg zich weer in behoorlij
ken toestand. De kosten van asphaltee-
ring van dezen weg worden geraamkf
op ten minste f20.000 en B. en W|.
kunnen daarom1.geen vrijheid vinden een
daartoe strekkend voorstel te doen. Ook
andere bestrating achten B. en Wj. te
duur.
Op eenige algeméene opmerkingen
omtrent onze straten antwoorden Bi. en
W., dat in de belangrijke verkeerswegen
dezer gemeente de bestrating veel 'te
lijden heeft van de voortdurende op
brekingen, die worden veroorzaakt door
de uitbreiding, vernieuwing of verlegf-
gimg van gas- én waterleidingen, tele
foon- en electrische kabels, enz. Dé aan
gevulde grond in de sleuven, hoe vast
ook aangestampt, zakt altijd na en klin
ken jn den weg zijn daarvan hét nood[-
za kei ijk gevolg. Dit aanstampen ge
schiedt bovendien niet door den 'techni
sch en dienst van gemeentewerken, doch
door den aannemer van het leggen der
buizen en kabels, die belang heeft bij
een zoo spoedig mogelijke vullingl dér
sleuven. De geuite opmerking is dus
een aanleiding om,bij deze aannemers
wederom1 aan te dringen op zorgvuldig,
werk en op het van gemeentewege hou
den van behoorlijk toezicht. Dat in an
dere gemeenten de bestrating in beteren
toestand verkeert dan hie.rv kan in zoo
algdmieenen zin door B. en WL niet wor
den toegegeven. Men ziet, Zejgjgen zij,,
over het hoofd, dat vooral in de nieuwe
Wijken de ondergrond nog sl'ap is' en
eerst na jaren voldoenden weerstand'
biedt tegen eenigszin's druk verkeer, ter
wijl ook moet gelet worden op de sooit
van het alhier sinds jaren in de meeste
gevallen gebezigde bestratingsma'feriaal
(Ourthekeien), dat minder regelmatig gé
vormld is dan .elders gebezigde, doch
veel duurdere keiensoorten. Dit neernit
intusschen niet weg, :daft B. en 'Wi gaarne
bereid zijn, nogmaals te 'doen onderzoe
ken, in hoeverre in dg wijze Van bestra
ting alhier verbetering kan worden ge
bracht. Wiat betreft de klacht over hejt
onoordeelkundig hérstellen der straten,
daaromtrent kunnen B. en W. mededée-
len, dat de stratenmakers natuurlijk in
de eerste plaats die straten' herstellen,
die reparatie behoeven, doch dat het niet
altijd 'mjogelijk is ze alle gelijktdigj onder
handen .te nemén. Op den gehiavendien
toestand van het Klinkerpad achter het
st'andbejeM van Boerh'aave was .reedis
herhaaldelijk de aandacht gevestigd. Ook
komt het voor, dat teen min deugdelijke
béstrating nog je enigen tijd mét rust ge
laten wordt, omdat spcuedig daarin werk
zaamheden van gas- of waterleiding moe
ten plaats vindien en men geen onn,uj|
werk wil verrichten. Het asphialteerert
der hoofdstraten zou zeer zeker een be
langrijke verbetering en verfraaiing, der
gemeente ten gevolge hebben, doch zoo
als reeds vroeger werd opgemerkt, doen
finaneiëele overwegingen vooralsnog
daarvan afzien. Dit asphalteeren toch
kost, ongerekend de uitgaven voor evén-
tueele werkzaamheden aan rioleeringen,
gas- en waterleidingen, kabels enz., die
alle zoodanig in orde 'mloeten worden
gebracht, dat verdere opgravingen zoo
veel mogelijk kunnen vermeden worden,
ongeveer f8 a f9 per vierkante Meter
en zoude dus te groote offers van de
gemeente vergen.
Overwulving der Mare tusschen öude-
vest en Haarlemmerstraat raden B. en
Wj. af mét het oog op de groote financi
eel e bezwaren.
In een sectie werd de afschaffing der
standenscholen bepleit. B. en W. zullen
hieromtrent advies vragen aan de Plaat
selijke Schoolcommissie.
Een lid ondersteunde met warmte het
voorstel door de vereeniging „School-
kindervoeding77 tot den Raad gericht.
Ofschoon door het bestuurder vereeni
ging „Schoolkindervoeding77 Voor het
jaar 1914 een subsidie van f 2000 is ge
vraagd, kunnen B. en Wi., na de aanzien
lijke verhooiging, die de subsidie ver
leden jaar bij de vaststelling der begroo
ting van 1913 ondergaan heeft, geen
vrijheid vinden den Raad voor te stellen
thans andermaal een hooger bedrag uit
te trekken. B. en W. geven den Raad dus
in overweging de subsidie wederom1 z>p
f 1500 en onder de thans geldende voor
waarden, te bepalen.
Een lid vraagt, of de viering van 3 Oc
tober, waaraan het telkeniare moeiiijker
wordt eenige aantrekkelijkheid te geven,
niet beter eenmaal in de vijf jaren zou
kunnen geschieden. De viering zou dan
luisterrijker kunnen plaats vindendaar
tegenover zou er dan zijnerzijds geen
bezwaar tegen bestaan eens in de vijf
jaren een hjoogere subsidie te geven.
Tweede Blad, behoorende
>ij De Leidsche Courant van
Voensdag 22 Oct. no. 1227.
Niet vergaderen op Zondag.
De Nieuwe Titb. Cour. schrijft
Aan ons Katholiek verenigingsleven]
leeft nog altijd een groote fout: ei*
rerdt veel te veel en bijna uitsluitend
ip IZondag vergaderd, .Iets wat zeker nie|
e verdedigen is.
De Zondag dient geheiligd te worden
n is verder tot Irustdag bestemd. Zoowel'
an de Zondagsheiliging als aan de
[ondagsrust berokkent het op Zondag
'ergaderen groote schade.
Nemen we nu eerst de Zondagsheili-
[ing.
In afwachting van het herstel der ves-
lers, dat ons het liturgisch leven ii^
oller rijkdom terug zal schenken, is het
n het geheel geen kerkelijke overdaad,
lat men, na de H. Mis, waaronder inen
ot de H. Tafel behoort te naderen, de
loogmis of het Lof, Familie of Con
gregatie bijwoont.
De vergaderkarwei staat hieraan in de
ilaats der inwoning zelf reeds dikwijls
n den weg.
Meer nog wanneer de vergadering ons
log naar een andere stad roept, een' ge-
eurlijkheid, die tegenwoordig niet al-
een voor den voetbal aan de orde is Van
len dag. Dikwijls is er ijverige studie en
ierekening in een spoorboek en1 kerk-
ijst voor noodjg, om het zoover te bren-i
ren dat men weet, waar men nog ,,'pre-
:ies een mis jé snappen77 kan, 'eew bere-
:ening, die dan ook nog wel eens faalt,
ils men een te lange preek of in het ge-
leel geen preek of een „messe de dijt
luit minutes77 „tegen het lijf loopt7'.
Volgt de Zondagsrust!
Is het niet waar, huismoeders, dat uw
nan van de „vergadering77 soms meer
'ermoeid thuis komt, dan van zijn werk!
Is het rust, wanneer men haastig zijn
intbijt naar binnen moet jagen gauw het
,misje snappen77, op een draf naar denj
rein hollen om zich te „spoeden7' naar
Ie vergaderzaal waar eenige uren aan
„sociale en andere kwesties77 worden be-
iteed, in de gauwigheid en er tusschen
door wat moet gegeten worden om dan
weer op een holletje naar den trein te
snellen, die u half dood van vermoeienis
huiswaarts voert? En als men nu toe
geven moet, dat dit beeld een van dej
ergste, maar toch in het geheel geen
zeldzame gevallen beteekent geen en-
;ele vergadering doet de Zondagsrust
liet te kort.
En het familieleven.
Juist op den Zondag kan het gezin aaw|
!en vader zooveel hebben. Moeder en
zinderen verlangen er waar, dat de Zon-
iag man en vader thuis houdt. Moeder,
die geheel de week te sloven heeft; de
tinderen, die het genót van geruimem
lijd met vader te kunnen zijn, in de
iveek niet kennen; zij hebben' er rechjt
op, 'dat die eene rustdag op de zeven,,
het hoofd van het gezin aan hun genoe
gen en belangen besteden1 kan. En dat
zou bij al die vergaderende iwenschen,
die gewoonlijk juist goede huisvaders
zijn, ook verwezenlijkt wordenwan
neer niet de een Zondag aaw deze en
de andere Zondag aan een awdere ver
gadering moest Worden opgeofferd.
De eenige tegenwerping die tegen het
veroordeelen der Zondagsche vergade
ringen gemaakt wordt is deze, dat er
op andere dagen geen tijd voor is.
'Het antwoord kan hier luiden, dat er
dan maar- tijd voor gemaakt moet wor
den.
Protestanten zullen op Zondag niet,
noch Joden op 'den Sabbat in het rumoer
van vergaderingen de wijding vaw hun
rijstdag doen verdwijnen.
Waarom doen 'wij, 'Katholieken het 'd^n
Réii
Het Indische vlootplan.
Wij lezen in het Huisgezin:
Wie zich over het Indische vlootplan
FEUILLETON.
DE TWEE_VR1ENBEN.
317)
Bij het zien. van den officier, in wien
hij dadelijk Jean de Trém'azan herkende,
klaarde zijn gelaat op.
Hartelijk welkoml riep hij hem toe.
Gij hebt u als een dappere gedragefo
Verrukt u weer te zien, kolonej.
Eensklaps hield hij op.
Het gelaat v,an den graaf verwonderdje
hein1.
Die s'miart vatn 'den ongelukkige was zoo
hevig dat zelfs zijln krachtig natuur, d'ie
niet kon onderdrukken.
Niettemin ^tak bij] den postmeester
de hand toe, die deze stevig drukte.
Er is u toch geen ongeluk over
komen, wil ik hopen vroeg Cléder.
Nog .niejt, lmlaa,r ;ik d,udit er eew..
Welk
Het grootste dat mij kan Jxeffew,
Gouray zal u alles wel vertellen, ik heb
ft den moed niet toe.
Wat verlangt gij?
Een goed paard.
Best
Dat vlug en sterk is.
Ik heb wat gij hebben mjoet i
uitlaat neemt aan, dat het tegen Japian
gericht Is.
Zoo 'doet ook de „NL Arn. Ct/7
Zij heeft intusschen twee bezwaren.
'Het eerste is, dat het vlootplan pas in
1933 zal zijn afgewerkt, terwijl Japian'
reeds in 1917 met zijn slagvloot klaaf
zal zijn.
Dit bezwaar tegen den termijn van
twintig jaar is ook door ons geopperd^
Als Svat de Staatscommissie vraagt
noodig 'is, dan is men niet verantwoord
met 'een zóó langen termijn.
Men friag er niet op rekenen, dat Ja
pan 'de beleefdheid zal hebben zoo lang
te 'wachten.
Het 'tweede bezwaar van het Arnhem-
sche blad is, dat wé ook nu uitvoerig
van 'het vlootplan niet tegen Japan op
gewassen rzullen zijn.
Tegen onze 200.000 ton inhoud kawi
Japan "er 400.000 stellen.
Wje moeten dus dit is de conclusie
van de „N. Arn. Ct.77 of niets doen,
omdat half werk weggeworpen geld is,
of zooveel doen dat We Japan overtroe
ven, dus geen negen maar achttien- slag
schepen bouwen.
Dit lijkt logisch.
Maar er is één factor vergeten: deze,
dat hv'e, bij de verdediging van ons ko
loniaal bezit, op de hulp van andéren
mogen rekenen.
Wie hebben hier meer in 7t bijzonder
de Vereenigde Staten op het oog.
De Unie kan niet wenschem, dat Ja
pan de 'hand (legt op IinicUë, en jzal het ook
niet licht gedoogen.
Daar mogen wij rekening mee hou
den.
Natuurlijk niet in dezen zin, dat we
de Unie alleen of zoo goed als alleen
voor de verdediging van ons koloniaal
bezit 'laten zorgen en zelf niets of na
genoeg niets doen.
Bekeken Wij de zaak zoo, dan zou niet
Japan, maar dan zou de Unie genoopt
worden ons koloniaal rijk in te palmen'.
Er moet samenwerking en er moet
verdeeling van lasten zijn.
De verhouding daarbij kunnen wij niet
uitmaken, maar het gaat niet aan het
dilemma te stellenóf niets doen, óf
zooveel als Japan.
Er is ccn tusschenWeg, en dien moe
ten Wij bewandelen.
Daarom houdt het bezwaar: te veeT
of te weinig, tegen het Indische vloot
plan geen steek.
Christelijke en maatschappelijke
deugden.
De Bond van Nederlandsche onder-
Wijzers geeft weer een lesje in de chris
telijke en maatschappelijke deugden.
We lezen in de Limburger Koe
rier het volgende:
De heeren van den Bond vain Ned. On
derwijzers wenschen hooger salaris.
Nog zoo dom niet. Zulke menschen
zijn er meer.
En daartoe hebben Zij zich bij" adres
tot de Kroon gewend.
Aanvang van dat stuk, volgens den
in het „Hbl.77 voorkomenden tekst:
Aan de Koningin,
Geeft met verschuldigde gevoelens te
kennen, het hoofdbestuur van den Bond
van Ned. Onderwijzers,
Ziet ge het wèl?
Niet „Aan H. M. de Koningin77,
botaf: „Aan de Koningin77.
Niet met gevoelens van eerbied,
trouw, onderdanigheid, of wat ge wilt,
richt het hoofdbestuur v,an dien Bond (zich
tot H. M. maar „met verschuldigde ge
voelens77. Zoo iets als men in het dage-
lijksch leven schrijft, wanneer men
iemand nog niet eens de gebruikelijke
formule van hoogachting gunt, maar hem
een hatelijkheid wil te verstaan geven
zonder zelf rechtstreeks onhebbelijk te
worden.
'Het komt ons voor, dat de heeren
onderwijzers, die dit fraaie adres heb
ben opgesteld en onderteekend, zacht
gezegd nog wel wat les konden gaan
nemen in de maatschappelijke deugd der
wellevendheid.
Hij riep een stalknecht én beval helm':
Zadel de zwarte.
Tegen den graaf ging h'ij voort
Met hem zult ge wel naar Brest
kunnen rijden zonder af te.stappen, ko
lonel.
Dank u.
Jean de Trémazan sprong in het zadel
en riep:
Tot weerziens.
Spoorslag reed hij weg.
M;et Gouray alleen gebleven vroeg
Cléder: i l l
Wat gebeurt er?
De kastelein uit „De Gouden Leeuw7'
antwoordd e 1 an gzaa'mi
Thérèse Nollan ligt op sterven, hij
aanbid haar, m'aar ik vrees dat hijl te laajt
zal komén.
Weet gij het
Neen,.foiaarhet is of hij er een voor
gevoel van heeft. De verliefden zijn
zoo 'helderziend.
Cléder mompelde: 1/
Zij is een braaf en schoon' foleis'je,
vriend Qouray, maar welk een ongeluk
voor haar, dajt zlij zblk een broeder miaest
hebben.
XXV.
EEN STERFBED.
Bretagne was zeer rustig.
De nederlaag van Quiberon had het
laatste verzet der koningsgezind en ge
broken in een land, -dat voor hen toch'
zeer gunstig was, omdat de feodale g|e-
bruiken uit vroegere eeuwen er nog diep
waren ingdeworfekL
Dank Zij Hodhe en het Directoire was
er echter met den wrede, ook een mildl
bestuur gekofoen. i
Het Directoire mbge een tijdperk van
zorgeloosheid en verkwistingen Zijn gfe-
weest, van uitspattingen en losbandig
heid, van speculatiën en allerlei wanor
delijkheden, maar het was ook een tijd
perk van vrede en h.erstel der maat
schappelijke verhoudingen.
Te Plouër hadden de nonnen, die zich
daar verborgen, het nog niet gewaagd!
haar geestelijk gewaad weer aan te trek-i
ken, maar hetzij gekleed als boerinnen of
als dames, leefden zij overigens toch ge
heel als kloosterlingen evenals voor de
verschrikkelijke jaren, die zooveel had
den vernietigd en omver geworpen.
Het was 5 uur in den namiddag.
De Zusters die zich bezig hielden met
den arbeid op het veld of in de tuinen eni
met de zorg voor het vee, keerden naar
het tot klooster ingerichte kasteel terug,
toen zij voor de poort van Plouër eert
ruiter zagen, die de binnenplaats opreed,
zooveel als de „cour d7honneur77 van dit
oude, ruime kasteel dat in zijn boerschen
eenvoud toch indrukwekkend was en her
innerde aan vroegere grootheid.
Met eenige verwondering en ongerust
heid zagen 'de Z,usters dezen vreemidelinig
aan.
Hij droeg een militaire uniform', zijn
gelaat was somber, bijna stroef.
Zijn mantel en zijn laarzen waren be
dekt met stof, de flanken van zijn paard
met schuim en dit alles wekte in die
vreedzame Zusters de angst voor een-
inval en mogelijke vervolgingen.
Kwam men haar verjagen uit haar
schuilhoek, waar zij zoo lang rustig had->
den geleefd
Zij werden spoedig gerustgesteld.
De oTficier sprong van zijn paard,
groette haar eerbiedig en vroeg:
Is mejufvrouw Thérèse Nollan
hier? 1 1
Een der Zusters antwoordde:
Ja, mijnheer.
Kan ik haar spreken?
Zij' keken elkaar vragend aan.
Tegelijkertijd vertoonde zich op het
terras van het verblijf van vroegere land^
edellieden een jonge vrouw, die den rui
ter naderde en hem vroeg: f
Wiat verlangt gij?
Thérèse Nollan.
Gij zijt?
jean dè Trémazan.
Deze naam bracht bij de jonge vrouw
een groote ontroering te weeg.
Haar oogen richtten zich met een uit-
B. en Wi antwoorden hierop als volgt
„(Wanneer de feestviering sleéhts een
maal om de vijf jaar Zou plaats hebben!,
zoo deelt het bestuur der 3 October*
Vereeniging ons méde, zou uit den aard
der zaak het aantal leden, thans pTrm
2700 bedragende, zeer sterk verminderen
of wel tot nul worden gereduceerd, aan
gezien voorzeker niemand lid. wil zijn
eener dergelijke vereeniging, wanneer
slechts eenmaal in de yijf iaren teekenm
van leven geeft. De hoofdbron van in"-*
komSsten zou dan wellicht geheel op
houden, waardoor niet alleen de feest
viering belangrijk zou moeten worden
ingekrompen, maar bovendien ook deuitM
deeling in het geheel niet zou kunnen
plaats hebben. En dit zou volgens het
bestuur, waar die uitdeeling al sedert
zooveel jaren is ingeburgerd, een zéér
gewaagde proefneming] zijn. Ons college
kan zich mét deze beschouwing vplkom en
vereenigen7''7. I i f
Bij dit verslag is gevpegfd eeni nota vlLn'
den heer Fokker naar aanleidinghjervan,
dat het bedrag geraamd voor de gemeen-
tereiniging inclusief vuilverbranding! de
kosten, zooals die in het rapport van de
deskundigen de Groot en Monye waren
geschat, overtreft met een zeer aanmer
kelijke som, die dicht nadert aan het
bedrag, waarmede de Hoofdelijke Om
slag moet worden verhoogd. De heer
Fokker gaat de posten na, die hooger
zijn geraamd dan in het rapport en geeft
ten slotte in overweging omi Vjiiilvérbran-
ding en gemeentereiniging. als een ge
meentebedrijf commercieël te behande
len, zoodat uit de begrooting onmiddel
lijk blijkt, wat dit bedrijf aan de gemeen
te kost
B. en W1. beantwoorden deze nota
uitvoerig, en zétten uiteen, waarom1 'de
begrooting der deskundigien zoo aanmer
kelijk afwijkt van de thans aangebodene.
Er is hier, zoo zeggen zijl 'geen sprake
van onvoldoend onderzoek, van het ver
strekken van onvolledige inlichtingen, of
het stellen van hoogere eischen aan den
dienst. Doch het is duidelijk, dat een
juiste aanduiding van de werkwijze en
geldelijke gevolgen van een procédé, diat
hier te lande nog nergens .en in het bui
tenland slechts sporadi'sfch in toepassing
is gebracht en elk oogenblik aan veran
deringen en gewijzigde opvattingen on
derhevig is, niet kan gedaan worden,
zoolang dit procédé niet daadwerkelijk
tot uitvoering is gekomen. Ook thans,
nu de constructie van den aanleg nage
noeg is vastgelegd, nu de prijzen bekend
zijn, waartegen aannemérs en /leveran
ciers de géheele i nstallatie zullen ople
veren, kortom1 nu men in het bezit is van
tal van gegevens, waarover de deskundi
gen niet beschikken en niet ,k on dép
beschikken, kan men slechts bij benade
ring opgeven wat de aanleg en vooral
wat de exploitatie der gemeentelijke rei
niging aan de gemeente zal kosten. Ook
nu nog zijn wijzigingen in reeds vastge
stelde constructies, op grond van er
varingen elders en wegens veranderde
inzichten, .te wachten.
Wat ten slotte het verzoek van den stel
ler der nota betreft, om' reiniging en de
vuilverbranding evenals elk ander ge
meentebedrijf comm'erciëel te behande
len, zoodat een duidelijk overzicht wordt
gegeven, wat het bedrijf aan de gémeen-
te kots, gaarne zijln B. en Wi. bereid, in
dein vervolge als bijlage van de Membrie
van toelichting een overzicht te geven
van de ontvangsten en uitgaven van
dezen tak ^an Idienst, evenals thans' reeds
geschiedt ten opzichte van het openbare
Slachthuis
Gemeenteraad van Sassenheim.
Vergadering van gistermiddag.
Voorzitter de heer P. Besselaar, Bur
gemeester. Aanwezig alle leden. De no-
tulen werden gelezen en vastgesteld.
1. Ingekomen stukken,
a. van Ged. Staten de gooedgekeurde
Raadsbesluiten betreffende den verkoop
van grond, wijziging Politie-verorde
ning, Comptabiliteit, Stratenaanleg,
vaststelling bruggen, wegen en voetpa-
drukking van medelijden op den offi
cier en zij antwoordde:
Wilt gij een oogenblik wachten,
dan zal ik haar op uw komst voorberei
den.
Zij naderde den graaf nog'dichter en
voegde er zeer zacht bij:
Wfij moeten eenige voorzichtigheid
in acht nemen, mijnheer, want zij is ziek.
Ernstig?
Misschien.
Zij verliet hem na'eenige bevelen ge
geven te hebben aan een grijsaard, die
in den tuin van het kasteel aan het Werk
was.
Hij nam1 den teugel van het p&ard en
geleidde het naar den stal, die meer ge
leek op een schuur van een boerderij dai$
op den stal van een kasteel. 1
Jean de Trémazan bleef op het terras
staan.
In de verte hoorde men de klokjes
van de koeien die uit de weide terug
keerden. I J I I
Alles Was hier even rustig en vreed
zaam, om1 hem heen Werd slechts fluis(
terend gesproken.
Voor hem lag het veld, 'waar doorheen
de Scorfi haar snelle water over de rots--
achtige bedding bruischend naar de zee
stuwde.
(Wordt Vervolgd^