BUITENLAND.
BINNENLAND.
5e Jaargang No. 1221c
Bureau OUDE S1WOEL 34, L#E2EE213N«
latere. Telefooo 9JS. Postbus 6.
BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAQ, UrFOEZONDERD ZON- EN FEESTDAOEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week
.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, J 1.3Ö per kwartaal. Franeo
post 1.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 2Va cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent
Woensdag
13
October
1913.
De ADVERTENTIEPRIJS Bedraagt van 1—5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent
'"tezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent. met gratis
j .vijsnummer. Bi] contract aanzienlijke korting. Qroote letters naar plaatsruimte.
Kleine Advertentlöngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop
(geen handels-advertentlën) 1—5 regels 25 cent, Iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Dit nummer bestaat uit
TWEE bladen.
De voorloopige hechtenis.
let treurige geval met den houder
het postkantoor te Casrtricum, den
:r J. 'J. Res, die een zestal weken
schuldig in voorloopig arrest 'heeft
[eten en pas vrij werd gelaten toen
nog wel langs particulieren weg i—
ware dader van (den hem aangewreven
fstal was ontdekt; dit geval werpit
er eens een schril) liidht op de onaan-
ïame zijde, welke de voorloopige htecjh-
lis voor den rustigen burger kan
«ben.
politie en justitie kunnen natuurlijk
alen, gelijk iedereen, maar in» 'dit gevaj
dden toch de autoriteiten ook wel) d'en
»ten dader kunnen vinden. Zou er niet
r of daar wat haperen? En dan
gen we met het HblcL: „Is bij het
derzoek, toen Re9 eenmaal In arrest
s, in het algemeen naaV den schuldige
zocht, of is er slechts gezocht naar
wijzen om aan Ie toonen, dat Res
luldig was?"
De quaestie der voorloopige hechtenis
leert niet van vandaag of gisteren. De
vellist J. J. Cramer, die in 1880 stierfl,
eft er al in zijn Anna Rooze tegen
velde getrokken, maarjtiog altijd gaat
in arrest zetten zij'n vaak opper-
kkigen gang en wordt een onschuldig
bleken arrestant zonder eerherstel of
ladevergoeding ontslagen met die een-
udige boodschap: ,,'tSpijt ons, maar
hebben ons vergist" AJs hij dit "ten
Bte nog te hooren krijjgt
lisschien zal het geval-Res nu eens
t meer schot brengen in de gewensdhte
tere regeling dezer materie. Was
h het Tweede Kamerlid mr. dr. Jan
d Best, die als familielid van den in
Even ti eve hechtenis zitten den brieven-
arder het particuliere onderzoek met
o goeden uitslag aan rt rollen bracht
De 'heer v. Best zal in 't algemeen
lang handelen als hij bij de justitie-
frooting deze zaak eens ter sprake
fet
Grootheidswaanzin.
Aan deze lastige kwa,al lijdt het in
Eerderheid roode college van B'. en Wi
Zaandam'.
Men herinnert zich, dat de Zaandahï-
le afdeeling van het „Nederlandsthe
iderwijz ersgenootschap,, zich achter-
steld achtte bij de zusterafdeeling van
n „Bond van Nederlandsch'e Onder-
jzers", wijl deze wèl en zij: niet om1
stendig advies in onderwijszaken) werd
vn-ngd.
Kr. blijkt uit een verantwoording,
:lke de heer Duvs ln^,Het Volk" 2ijn
Ezers aanbiedt vier kolommetjes
lar dat het „N. O. G" niet h.eele-
ial gelijk heeft Bi. en Wi. van Za.andjam
bben ook al eens een samiensprekingl
had met vertegenwoordig]ers van dat
nootschap en h.ebben nu d,en Oslsen-
irpschen Bioind gekozen <o. a, olmdat deze
Zaamdami bewezen h,ad zich! het meest
:t onderwijszaken te bemoeien (sma-
id zegt wethouder Duys, d|at 7 van de
adre-sen van het N. O. G. saiari^actie
troffen, van d,e 21 Bpndsadressen.
:chts 8) en omld.at zij zich ook tot
hoofdenvereeniging wendden en dje
>nd, alleen vereeniging is,van onderwij-
fs :dje ni et-hoofd zijn.
Dit alles moge wezen zoo het wil
t „N. O. G." zouden we over deze
uiten ook nog wel gaarne eens hooren
maar is daarin voor den heer Duyë
n reden gelegen om! zoo van uit de
>ogte uit te pakken als hij in „Het
>lk" doet?
Het college van Bi en Wl van Zaan-
im, zoo schrijft hij, „laat zich niet
wrschrijven bij wie het bovendien ge
geid inlicliiingen wensdlit in te win-
fn. Diat zal het dgen bijl die organisiaftie,
'e zij in onderwijszaken het beste daar-
geschikt acht." ien verder: „Dat Bi.
n Wl Van ,'ZaandaJm1 redenen te oyer h.eb-
ei om! in dezen den Bond van Ned.
hdenvijzers verre te stellen bovenhelt
O. G. is hun zaak, waarvoor
iet college aan niemiand ver-
lnt\voo r din g schuldig is."
'8 het niet of we den Czaar van Rus-
M hooren?
En zoo redeneert dan 4e heer Duys
""Janks het feit, dat een vakvereeni-
un wn i i
ging Voor een socialist een soort heilig}
huisje is, waaraan niet m:ag worden ge
raakt en d.at in alles 'moet worden ge
ëerbiedigd, ten minste "door de „bur
gerlijke" autoriteiten. Voor wethouder
[Diuys is dat wat anders!
Grootheidswaanzin.
Intussichen is het vermakelijk, dj en
grooten m'eneer gauw, glauw naar „Het
Volk" te zien loopen oml zich desalniet
temin te verantwoorden.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Reeds langen tijd, kort geleden publi
ceerden we er nog een bericht over,
heeft in Duitschland, meer speciaal in
Beieren, de gemoederen bezig gehou
den de kwestie van het
Beiersche Koningschap,
in welke kwestie de Beiersche regee-
ring nu haar standpunt heeft kenbaar
gemaakt door middel van de „Bayrische
Staatszeitung".
Reeds tijdens het leven van prins-re
gent Luitpold was, zegt zij, in 1897 in )de
Kamer van afgevaardigden de wensch
geuit, dat het regentschap zou eindigen
en prins Luitpold koning zou worden.
Maar de minister-president legde daar
op de verklaring af, dat het de wensch
van prins Luitpold was, om in den toe
stand niets te veranderen." Toch bleef
onder het volk de wensch levendig, dat
Beieren weer een tot regeeren bekwaam
koning zou hebben. Er zijn verschillende
oplossingen aan de hand gedaan. Zoo
heeft men- voorgesteld, dat de voogden
van koning Otto afstand van den troon
zouden doen. Van andere zijde is be
toogd, dat het volgens Beiersch recht
noodig is, tot regeeren bekwaam te zijn,
om te kunnen opvolgen. De regent zou
dus bij een langdurig regentschap den
koning voor blijvend ongeschikt tot re
geeren kunnen verklaren en zichzelf zon
der medewerking van den Landdag tot
koning kunnen uitroepen. Toen mem
naar menschelijke berekening een spoe
dig overlijden van prins Luitpold moest
verwachten, meende de Beiersche regeej-
ring, dat het haar plicht was, te onder
zoeken, of niet bij de verwisseling van
het regentschap een normale toestand
zou kunnen geschapen worden. De mi
nisterraad verzocht daarom den minister
van justitie, een advies over de zaak uit
te brengen. 'In dit advies werd aange
toond, dat het niet aanging de zaak bij
eenvoudige proclamatie te regelen. In
het tweede gedeelte stelde daarom de
minister voor den. weg te bewandelen,
die alleen als wettelijk geoorloofd is
te beschouwen, De ministerraad ver»
eenigde zich met deze slotsom.
Met den inhoud van het advies zijn
alle partijen vooraf in kennis gesteld en
de minister van justitie werkt thans een
wetsontwerp uit, dat bij de wetgevende
macht in behandeling zal komen.
Men mag dus wel niet hopen dat de
kwestie zoo spoedig zal opgelost wor
den, doch een schrede verder naar het
beoogde doel is men wel genaderd.
Van de ramp van de Volturno
komen nog dagelijks bijzonderheden bin
nen. Vooreerst dat, in aanvulling met
ons lijstje van gister van de Nederlan
ders nog gered zijn de chef-kok de Bruin
en zijn tweede kok Mennema die te Ha
vre door de Touraine zijn aangebracht.
De „N. R. Ct." geeft vervolgens weer
officieel opgestelden rapporten door een
der officieren Fred. Weidner en den
Marconigrafist van het stoomschip
„Czar" dat met 120 geredden gister te
Rotterdam is gearriveerd. Uit die rapu
porten lichten wij het volgende:
„Wij kwamen aan te middernacht op'
de plaats der onheils. D,e daar tezamen
gekomen schepen geleken uit de verte
een visschersvloot, en dichterbij scheen
het wel1 een stad te wezen, Waar mid
denin brand was. 't Was een zwaar kar
wei om ten opzichte van de groote boot
in een goede positie te komen. Ik denk
dat het de Carmania was, die haar zoek
licht liet spelen. Daardoor zagen wij dat
het achterschip van de Volturno nog niet
brandde.
„Toen gaf onze kapitein plotseling
bevel: „maak twee booten gereed en
beman ze." Wij staken goed en wel af
van 't schip', wat 't moeilijkste oogen-
blik is om een boot in hooge zee te
mannen; en met den wind in deni rug
bereikten wjj het hopelooze schip. De
opvarenden verdrongen zich op het ach
terschip; zij gilden ehendig en smeekten
om hulp. We hoorde-" telkens Russische
woorden als „pomogitsjè" en „ratoejits-
jè", wat helpt ons toch en kom toch bij
ons beteekent.
„Wij kwamen aan stuurboord langszij,
en zij begonnen zich langs touwen af
te laten zakken, maar zij kwamen allen
aan een 'kant neer en wij beukten tegen
het schip aan en hadden alle moeite om
af te houden, toen wij eindelijk vijftien
schipbreukelingen in de boot hadden:
twaalf mannen én drie vrouwen.
^,'De duisternis en de hooge zee Leb
ben het reddingswerk zeer bemoeilijkt.
Het was den kapitein van de Volturno
onmogelijk orde te oewaren onder de
doodelijk verschrikte passagiers, Zoodra
onze boot langszij kwam, sprongen de
menschen hals over kop van boord naar
beneden en dregden daarmee de red
dingsboot te overladen,, wat onvermij
delijk den dood voer alle inzittenden
was geworden. Daarom moest zoo spoe
dig mogelijk worden afgehouden. Het
was onmogelijk voor de tweede maal
het schip te naderen, zonder de boot in
gevaar te brengen.
„De vrees voor den dood, die de op
varenden aan den eenen kant door het
vuur, aan de andere zijde door de hoog
opgolvende, bruisende zee bedreigde,
had de arme schipbreukelingen vrijwel
verbijsterd. De kapitein stond feitelijk
alleen te midden van deze .ongelukkigen,
want het grootste deel van zijn officieren
en manschappen was hem ontrukt door
het Vuur $n de woedende baf en.
„Toen moesten wij ons wegmaken
wat wij konden om niet overladen 'te
worden, te meer omdat in de paniek ver
scheiden passagiers dreigden op onze
hoofden te springen.
„De terugtocht naar de Czar was heel
kort,, omdat de kapitein door een verba
zend vaardige manoeuvre ons schip: zoo
dicht mogelijk bij: de laaiende Volturno
had gebracht. Inderdaad moesten we
voortmaken, want anders hadden de gol
ven ons teruggeslagen. Wij konden dus
het gunstige pogenblik te baat (nemen(om
de geredden aan boord van de Czar te
hijschen, wat gebeurde op' bootsmans
stoeltjes. 1
„Toen werd de ploeg in de boot door
versche mannen bezet, die drie keer Men
en terug ging om menschen te redden.
„Inderdaad gebruikten wij maar één
boot om 'telkens versche roeiers te heb
ben, want het kwam er op aan het zware
werk snel te voltrekken, 's Morgens wa
ren alle reddingbooten van de omrin
gende schepen nog Ia der haast bezig
om de laatste passagiers en manschap
pen van de Volturno af te halen.
„Al de passagiers-schipbreukelingen,
die wij aan boord hebben, zijn Hon-
gaarsche, Oostenrijksche, Duitsche en
Bulgaarsche landverhuizers, Russische
Joden, Galiciërs en Kroaten. Zijl zijn on
geletterd en kunnen niets van hun erva
ringen vertellen, om-dat Zij) niet weten wat
er in werkelijkheid geb eurd is. De Jdden
zeiden „sjieimes", hun gebeden voor die
stervenden, op het 'brandende sdhip, toen
wij langszij' kwamen. Eén vrouw 'bad nog
toen zij in zee lag en zinkende was,
hoorde ik vertellen.
„Het was heel gemakkelijk om deze
menschen in de boot te krijgen, en zij
lieten ons hun kinderen in zakken vaml
matrassen rollen, om ze zoo naar boven
te kunnen hijschen. De geredden van de
bemanning vertelden mij, dat al de boo
ten stukgeslagen waren tegen het schipl,
:'X)odra zij uitgebracht waren. De sto
kers hadden de vuren moeten dov.en en
de ketels vullen, waarna de waterdichte
schotten van de machinekamer konden
worden gesloten. De stewards, gaven de
reddinggordels uit en hielpen bij het in
de booten gaan.
„Nadat de Carmania verschenen was,
liield de paniek op, want nu dachten al
len. dat zij gere^ zouden worden. Drie
van de bemanning waren opgesloten in
den „bak" en verbrandden. De olieman
Moll, een neger, vertelde mij dat een
Eransche passagier, die zijn bezitting {van
^5.000 fr. in zijn zak had, over boord
sprong en verdronk. Een der andere ge
redden verteldè mij, dat er een Neder-
landsch officier ik meen een zeeoffi
cier aan boord van de Volturno was
met zijn vrouw, op weg naar New.-York
Juist toen 's middags de Carmania bij
draaide, sprong hij, hand aan hand met
zijn vrouw, over boord. Zij hadden kur
ken vesten aan, maar beiden verdwene.i
aanstonds in de golven.
Een geredde Franschman, Binaut, die
met zijn 6-jarig zoontje alleen was ach
tergebleven, gaf het volgende relaas.
„De brand brak tegen zes uur in den
ochtend in het voorschip uit, pm acht uur
hoorde men een vervaarlijke ontploffing
in de machine-kamer. De vlammen sloe
gen nu ook uit het midden van het
schip op. Het werd een algemeen sauve
jui peut. Tachtig landverhuizers wilden
raar het brandende tusschendek terug,
om hun armzalige have te redden. De of-
ïcieren moesten hen toet de revolver in
le vuist terugdrijven. Er waren intus-
;chen enkele reddingbooten in de woeli-
je zee neergelaten. Anderen sprongen te
vater„|om ze ina te 'zemtoen. (Maar weldra
vras het daar in het water een hopeloos
jespartel van reddeloos verloren men-
chen. Een paar booten waren door de
orenhooge golven tegen den romp van
iet schjip geslingerd en aan stukken ge
lagen. Olp het achterdek liepen jamme-
ende kinderen en half gekleede men-
chen rond.
„In den namiddag waren, op de dra-
elooze seinen om hulp, drie groote
toomschépen in de nabijheid van de
'olfurno verschenen, maar zij konden,
vegens de ruwe zee geen hulp bieden.
„Onder ;de idpor paniek bevangen (land-
erhuizers kon niemand orde houden, te-
i ïeer daar de bemanning de handen vol
1 ad 'met het overigens hopelooze vech-
ïn tegen de steeds maar voortkruipend(e
lam in en: Den Muien dag brachten J-_
ngelukkige schipbreukelingen op het
i ek door met wat brood als eenig voed-
i el. Toen de avond viel, had men geen
nder licht dan de gloed van de fel
mhoog slaande vlammen. Traag kro-
en de uren in bange afwachting om. Er
raren nu nog meer schepen tot hulpver-
;ening komen opdagen.
„Eindelijk tegen drie uur in den ocn-
md was de zee zoo ver bedaard, dat
e redding beginnen kon. Van alle kan-
1 m zagen 'cfë schipbreukelingen wju'de
i ïddingbooten aankomen. Opnieuw ont-
tond nu een groote verwarring. Binaut
ag hoe zijn jongetje in een boot werd
I eworpen en door behendige handen
rerd opgevangen. Maar zoodra het kind
i de boot was, begon het vervaarlijk!
m zijn ouders te schreeuwen. Binaut
Dlgde hem uu, toaar zijn (vrouw 'en doch-
ïrtje had hij intussclien uit het oog ver-
1 >ren. De boot verliet het schip en de
chtgenooten waren gescheiden. Hij
1 oopt n(u bericht van haar te krijgen uit
i en andere havenstad, al9 zij" ten minste
i nder de geredden is
,,'s Ochtends om acht uur was er geen
.erveling meer aan boord van het in
1 chter laaie staande schip achter ge-
1 leven.'
Nauwelijks is ons de schrik om het
1 art geslagen door deze zeerampi, of te-
1 Egrammen komen binnen over -een
mijnramp in Wales.
In de Universal-mijn bij Cardiff heeft
en ontploffing plaats gehad, waardoor
'j het metselwerk in de schacht aan brok-
1 en is geslagen en brand is ontstaan.
Hp( 'het oogenblik der ontploffing waren
31 toan in de mijn, waarvan er tot
rog toe 489 zijn gered; ,6 lijken zijn
veneens boven gehaald.
De ramp in de Universal-mijn is de
ergste die ooit- in Zuid-Wales is voor
gevallen. Tegen acht uur gisterochtend
erd verscheidene mijlen in het rond
ce doffe slag van een hevige ontplof-
f ng gehoord. Mannen, vrouwen en kin-;
deren stroomden maar die schachten, (.waa»
n:ent vernam, dat een ontploffing, ge-
VDlgd door brand, kort na het afdalen
vin de dagploeg in de Universal-mijn
had plaats gehad. De schok der ontplof
fing was zoo hevig ,dat 'drie mannen,
die zich op een 20 M. afstand van de
mijn bevonden, letterlijk in stukken wer
den .gescheurd. Men telefoneerde on
middellijk naar alle zijden om reddings
ploegen. j
Om negen uur daalden de eerste red»
ders in de schacht af; meer dan een uuo
hoorde men niets, tot men tegen elf
uur vernam, dat ongeveer 300 mijnwer^
ksrs gered waren. Zes lijken waren toe^
am de oppervlakte gebracht. Den geheo
lcn middag bleven duizenden menschen
bij de mijnen saamgedrongen staa^
wachten on "h nichten over hun venvan-
ten. Hartbrekende tooneelen vielen voon
bij 't voorbijdragen 'der lijken. Een vrouw
die het lijk van haar vader zag wegdra
gen, viel in onmacht.
De koning heeft een telegram gezon
den, w,aarin hij, ook namens de koningin,
innig medelijden betuigt met de slachti
offers en hun verwanten.
Gisteravond dieelde (de hoofdinspecteur
der mijnen in Zuid-Wales mede, dat allq
489 mijhwerfc-ers, die zich in het oostelijk
gedeelte van de mijn bevonden gerecj!
zijn. Er zijn nog 418 mijnwerkers in!
het westelijke gedeelte van de mijn. De
brand woedt in de gang waardoor dé
lucht in de mijn ververscht wordt. Men:
'doet allies pto' (bet vuur jte stuiten en (heeft
de hoop' op redding nog niet opgegeven.
De laatste telegrammen uit Senghen-
dydd (het 'plaatsje waar'de ramp is ge
schied) luiden echter zeer ontmoedigend^
Alle hoop om de opgesloten mijnwer
kers te huljp te komen is vervlogen. Het
reddingswerk is gestaakt, totdat men
den brand zal hebben gebluscht of het
vuur vanzelf uitgaat.
GEMENGD.
De commandant van de Dardanel
len heeft de doorvaart door de
D a r d a n e 11 en beperkt.
Binnenvarende koopvaardijschepen en
booten mogen slechts gedurende één uur
des ochtends, vertrekkende slechts gedu
rende één uur des namiddags passeeren.
|Het besluit om de Dardanellen voor
koopvaardijschepen slechts twee uur per
dag open te stellen, is door de Turksche
regeering genomen uit vrees voor eert
nlo+seliorren overval van de zijde van
Griekenland.
Gisterochtend hébben de Arbeiders
der werkplaatsen van den spoorweg van
Rio Tinto naar Huelva het werk neerge
legd. Het geheele personeel dezer maat
schappij is thans in s t a k i n g.
De Koningin op Soesterberg.
H..JVI. de Koningin bracht gistermid
dag per auto van tJet Loo een bezoek
aan net militair vliegkamp bijl Soester
berg, waar zij te kwart 'voor vieren werd
ontvangen door luitenant-generaal C. »J
Snijders, chef van den generalenc staJ(,
en kapitein Hi- iWalaardt Sacré, comman
dant van het kamp en Tiet korps mili
taire vliegeniers.
Eer H. M. het terrein betrad, waren
de vliegmachines uit de 'hangars gere
den. H^ M. bezichtgde deze en de han
gars, benevens het logies van de bij
dezen dienst werkzame onderofficieren
en manschappen.
H. AL derd zich de samenstelling de
vliegtuigen uitleggen door d« ofSrieren-
vliegeniers, met wie zij zich geruimen
tijld onderhield.
Ten slotte deden dezen een vlucht van
omstreeks een Tcwartier. Luitenant Co-
blijtn steeg het eerst op, spoedig gevolgd
door Luitenant Versteegh, terwijl na hen
luitenant Van (H;eijst met luitenant) Roe
per Bosch als passagier vloog.
Nadat de heeren waren geateeriseerd,
onderhield Ui zidhi weder met hen,
waarna zij tegen 5 uur terugkeerde naar
het Loq.
Justitieële dwaling.
Verwijzende naar een driestar in dit
nummer 'maken wij hier melding van
wat men uit Alkmaar schrijft aan het
„Hbld."
In verband met het feit, dat^de be
ambte der posterijen te Uitgeest, J, Kop
pend, bekend heeft de dader van den
postdiefstal te zijn, waarvan de brie
vengaarder van Ca3tricum, de heef Ju J.
Res, verdacht is geweest, met het ge
volg dat hij geruimen tijd in preventieve
heahtenis heeft doorgebraqht, hebben wij,
na publicatie der ons door de familie
Res gegeven inlichtingen, ook ^getracht
ons licht op te steken bij den rechter
commissaris in deze zaak, mr. A. jfX HL
Fockema Andrae, en Hen subst. off. van
justitie, mr. 'L LJanegraaff. Naar aan
leiding van dat onaerhouid) willen wij
meedeelen, dat wij den indruk hebben,,
dat de justitie inderdaad aanvankelijk
over getuigenverklaringen beschikte, die
een voorloopige hechtenis billijkten en
voldoende vermoedens van schuld van
den brievengaarder konden opwekken.
Indien de zaak Koppenol voor de
rechtbank behandeld .wordt, zal vermoe-