Onder de misstanden, welke wi| te betreuren en te bestrijden hebben, al dus spr., behoort zonder eenigen twij fel ook de min-gunstige gesteldheid van- de dienstverhouding in het huisgezin, welke wij als diensttboden-vraagstuk ple gen aan te duiden. Alleszins verklaarbaar is het zeer ze ker, dat de bij het dienstbod(en-vraag stuk rechtstreeks betrokkenen het cul minatie-punt van den onhoudbaren toe stand in onzen tijd bereikt achten, diat 1de mevrouwen geen grooier grief kennen dan die dienstboden van te lg e n w o o r d i g en dat de ,dienstbod|enJ zich van de volstrekte minderwaardig heid der h e d en d aagsdh e mei vrouwen overtuigd houden. Noch aan de eene, noch aan de .an dere zijde mag men echter genoegzame historische kennis en inzicht met redeni ondersteilen om een objectieve beoor deeling van den toestand te kunnen vler- "wachten. De feitelijke toestand dan, welke ons heden ten dage zoo ernstigeredenen ,tot bezorgdheid geeft, is deze: Vooreerst is er een tekort van .aan bod van dienstboden tegenover de vraag naar dienstboden. Het gebrek aan dienstboden wordt niet het pijnlijkst gevoeld door de meer gegoeden, die zich de weelde kunnen' veroorloven meer dan ééne dienstbode te houden. Deze immers zijn in staat, hoo- ge loonen te betalen. l i Welnu, dat het veelal de hoogte vlan bet loon is die de dienstbode tot heb aannemen eener betrekking- -beweegt, is een niet te miskennen, hoewel te betreu ren waarheid. De beschikbare dienstbo den zien wij, gelokt door de hooge loo nen, dus haai afzetgebied vinden op de eerste plaats in de huizen der rijken het restant blijft ter beschikking der tninder- gegoedeü. Zoo zien wïj bet ntaar te v.iah.ge beuren, dat in den nudden-,en burger stand slovende, huismoeders weken en maanden .te vergeefs uitzien naar een ■dienstbode, en inmiddels genoocfeaakt zijn, allen arbeid zelf te verrichten. On- noodig te zeggen, hoe hier de gezond heid der huisvrouw, de zorg vOor de kin derende vrede van hef huisgezin gevaar loopen. Een tweede kenmerkend verschijnsel van het dienstbod en-vraagstuk is het ge brek aan juist inzicht in den aard yair öe dienstverhouding, zoowel van de %ijd'e der huisvrouwen als van.de zjjde d^n dienstboden. .Eensdeels is dit gebrek-i kig inzicht in het karakter jder 'dieryst- verhoudiug mede een belangrijke oorzaak' van het geringe aanbod, en Stiderzijkte ontspruiten daaraan grootendeels de ve lerlei wanverhoudingen, die in de be staande dienstverhoudingen aan cle orde van den dag zijn, en tot kJafcKten Man, beide partijen aanleiding geven. Mocht men er dan ook in slagen 'dit onjuist inzicht door een beter te vervan gen (en overeenkomstig dit betere inJ zicht te doen handelen) dan dat té mijn onwrikbare overtuiging.zou tei oplossing van het dienstboden-vraagstukj ter bestrijding althans der ergste mis standen, de voornaamste stap gezet zijn. Vragen wij ons eens in .gemoede af \velke is de meest gangbare ppvatjtimgf betreffende den aard, het karakter der) dienstverhouding in het huiselijk leven, dan vinden „wij daarop het eenvfoudüge, maar veelzeggende antwoord: van de zijde van beide belanghebbende _partijen pleegt de verhouding tusschen werkgeef ster en werkneemster in het huisgezin eenvoudig besthouwd te worden als iedere arbeidsovereenkomst, en schijnt men daarbij ook hier den arbeid slechjji te beschouwen, gelijk dat in het moderne} bedrijfsleven regel geworden is: als een koopwaar, die uitsluitend beheersjch't wordt door de vet van vraag en <aan|bod. Vragen zich njet de mevrouwen oft de eerste plaats, ja veelal uitsluitend af; hoe kan ik mij voor den minst'mogfclij ken prijs de grootst mogelijke hoeveel heid en dre best mogelijke kwaliteit ar beidskracht van de dienstbode verschaf fen En is het niet vrij algemeen gewoon te geworden der dienstbode hare keus bij het aannemen eener betrekjeimg te doen afhangen van de^raagd \^ar ont ving ik het hoogste loon en word! het .minst arbeid van mij gevraagd? „Dat is ons recht" of „daar hebbfen zij geen refht op", zijn de steeds 'meer; gehoorde uitroepen van beide zijden, waarmede men te kennen gééft:, dat is! al of niet recht volgens de wet op het arbeidscontract Den inhoud van deze wet tracht men steeds beter te kennen om sterk te staan, wanneer de tegenpartij haar eisdhen stelt Loon betalen ^enerzijds. (Arbeid verrichten anderzijds. Ziedaar de opvatting die de algemeen gangbare kan genoemd worden en die., gelijk in de hedendaagsclie arbeiderswe reld in het algemeen, in beide par-; tijen slechts zietwerkgeefster en jyerk- neejtjster, wier belangen tegenstrijdig zijn uit den aard der zaak, die daarom gehouden schijnen ieder haar eigen voor deel te behartigen in strijd met de be langen der tegenpartij! En welke opvatting dient als eeriig juiste gehuldigd te worden? Het doel van de overeenkomst tus schen dienstbode en huisvrouw dieift te zijn cjoor gemeenschappelijke .inspan ning en eendrachtige samenwerking te bevorderen het welzijn van het huisge zin. Voor de dienstbode is de dienst bo vendien een voorbereiding en oefen school voor haar eigen toekomstige le venstaak als huisvrouw en moeder. Alvorens over te gaan tot bespreking] der middelen, die tot yesfigting] eener betere overtuiging zouden kunnen ^ij- dragen, stond spr. eenige oogenblikken stil bij de qorzakeq, die tot het dienst boden-vraagstuk in den hedenda^gschen vorm geleid hebben. - Allereerst noemt spr. als oorzaak de zucht naar vrijheid, naar onafhankelijk heid, die ook vele meisjes naar Üe Tab brieken drijft, waardoor zij missen een, opleiding voor hun latere taak als huis vrouw een zucht naar meer geld! ven dienen. En spr. vervolgt dan: Men zou zich edhter aan schromelijke eenzijdigheid schuldig maken, wanneer men slechts aan de zjjde der dienstboden de oorzaak en aanleiding der bestaande wanverhoudingen zou zoeken. De bande loosheid op godsdienstig en zedelijk ge bied is zeker in de meer ontwikkelde! kringen niet minder levensregel gewor den dan in de minder ontwikkeld^ Het zoogenaamde liberaal-Katholicisme (lees: niet-katholicisme), dó gemengde huwelijken, echtbreuk en echtscheiding znij veeleer kwalen van de hoogere dan van de lagere standen. En met het teloor gaan eener ideale levensbesichouwing, werden ook in deze kringen het materia lisme en de zucht naar genot de gevaar:-' 1 ijk e plaatsvervangers van Ijefde voor. den godsdienst en ingetogen levenswaag /del. Wat wonder dan, dat de huisvrouw! der hoogere standen hare hooge roeping als vrouw en moeder «uit het oog vferH loor en meer en m'eer de zorg en dei verantwoordelijkheid voor het huishouw den trachtte af te wentejen op de schou^ ders van loontrekkende dienstboden, ten; eir.de zelf tijd voor genot en wereldstehl tyerivn-at beschikbaar te hebben. in menige diénstverfrouding- moe!; ook' 'de oordaak van gebrekkige samenwer king veeleer gezocht worden in de on voldoende leiding, de uit onkunde gebo ren onbillijke bejegening van de zijde der huisvrouw dan in de öngezeglijkheia! of kwaden wil der dienstbode. En hoevele mevrouwen zouden er wel zijn, die van de vragen van het maat schappelijk leven voldoende op de hoog te zijn om hare gewichtige sociale taak, die zij tegenover de dienstbode te ver vullen hebben, naar behooren begrijpen Spr. gaat vervolgens na welke genees middelen zooal te onzer beschikking zijn. Om het dienstbodenvraagstuk op te lossen is de medewerking van drie groe pen noodig a. de ouders van meisjes uit arbéir derskringen b. de huisvrouwen; c .vereenigingen. cVoo>reerst de ouders v§n meisjes uit arbeiderskringen. Dezé zijn op de eers'te en voornaamste plaats geroepen en ver plicht het ware geluk hunner kinderen in het oog te houden en te bevorderen en zich door het oogenblikkelijik stoffe lijk voordeel niet te laten verblinden om hunne kinderen naar de fabriek! te sturen, wanneer zij een goeden dienst kijnnen krijgen. Nu staan we echter voor een groote moeilijkheid. Het is helaas niet fe ont kennen, dat in vele arbeidersgezinnen! niet gebrek aan belangstelling voor het ware welzijn der kinderen, doch gebrek aan inkomsten, een te laag loon van den vader, de dochters naar de fabriek drijft Een te laag loon in vele takken, iviani industrie en Jn menig landbouwbedrijf noopt vele ouders hunne dochters be- drijfsarbeid te doen verrichten, zelfs al zijn zij zich bewust, dat een huiselijke diensibetrekfcjng aan het waar belang hunner kinderen meer bevorderlijk zou zijn. Streven naar een rechtvaardig fami,- lieioon is derhalve een eerste vereisdiite om de ouders in staat te stellen het waar belang hunner dophters te behartigen. En voorts moet door meerdere ontwik keling, door het vestigen onder de ar beiders van een hooge ideale ieyensfi opvatting (hetgeen slechts doormiddel van den godsdienst geschieden kan), dfe al te groote liefde voor het stoffelijke, de materialistische levensbeschouwing, juit arbeiderskringen verbannen worden. Hoe geheel anders het met de verhou dingen tussqhen djenstboden en huis;- vrouwen zou gesteld zijn, wanneer hoo,- gere geestesontwikkeling en meerdere Welstand onder die standen, waaruit die dienstboden plegen voort te kómen, zou den bereikt zijn, behoeft geen betoog. Mits ook de tweede groep, de huis vrouwen, zich met hart en ziel op ver betering van den toestand en bestrijding van eigen gebreken en tekortkomingen toeleggen De ouders, die hun dochters ter wil le van haar welbegrepen belang ,een dienstbetrekking doen aanvaarden, geven daardoor blijk groot vertrouwen te stel len in de personen, bij wie zijhun kin,- deren in dienst laten gaan. Zij verwach ten dan ook terecht, dat de ouderlijke taak worde overgenomen-door de huis vrouwen, dat deze aan hunne kin(deren die liefderijke zorg wijden, dat z;ij op haar zoodanig nauwgezet toezicht .hou den, als voor het lichamelijk en geeste lijk welzijn der meisjes noodzakelijk is, zij moeten de zekerheid hebben, dat hun kinderen komen in een omgeving, die haar noch naar lichaam noch naar de ziel schaden kan, dat hunne kinderen door het voorbeeld van christelijke deug den, v,ain verheven godsdienstzin tot het goede opgewekt, van het 'kwade afge houden worden. Wanneer de huisvrouwen beseffen da? zij tegenover hare dienstmeisjes niet slechts de taak v^n werkgeefster, maar tegelijk de j#ak van moederlijke raad geefster te vervullen hebben, pan* maar ook dan alleen, kan men. verwachten^ d,at de meisjes in den dienst begroeten, en vinden een aangenaam tehuis jgn een voorbereiding voor haar later leven. Als derde groep eindelijk', waarvan jde oplossing van fret vraagstuk mede te yerwachten is, noemde ik de vereeniging]. Ook op dit terrein geldt de 'regel, dat de 'samenwerking van velen zooveel jneer vermag", dan de som der indüiyjdiueele krachtsinspanningen, i i Deze samenwerking 'is mogelijk, en weftschelijk aan beide zijden: zoowel de dienstboden als de huisvrouwen behoo ren zicfr te vereenigen. „De dienstboden-vereenigingen moeten gich ten doel stellen op de eegste plaats 1de godsdienstige en zedelijke belangen der dienstboden te bevorderen. De vereeniging kan op betere wijze dan zhlks in ieders particulier huishou den mogelijk is, onderricht verschaffen in die practische kundigheden, welke der toekomstige huisvrouw kunnen te siade komen of voor haar onmisfcaar zijn. 'Zij kan zorg dragen voor aangename ont spanning en gezellig1 verkeer, rqn aldus de meisjes er van af houden h^ar vlijen tijd in verkeerd gezelschap of met Ver derfelijke vermaken door te brengen. Zij kan goede lectuur verschaffen, bijeen komsten met nuttige en gezellige voor brachten organiseeren, het verkrijgen v)an goede betrekkingen door de meisjes be vorderen en zoovele .andere middelen te baat nemen, ten einde den goeden geest aan te kweeken en in stand té houden •en het dienstbodenberoep in1 het ,alge- i te verheffen. v 1 Vaa overgroot gewicht is het echter, dai de vereeniging onder krachtige «ai onpartijdige leiding sta. Men zal derhaL- Ve hetzij het bestuur in franden jnoeten geven van meer ontwikkelde „vrouwen, hetzij eene ruime macht toekennen aan ben geestelijken adviseur, hetzij beiden. Eindelijk kan niet ontleend .worden de noodzakelijkheid, dat ook de huisvrou wen door stelselmatige samenwerking geraken tot freter inzicht in het maat schappelijk leven en in het bijzonder in net dienstboden vraagstuk. .Welnu, een beter middel om deze gebreken te bestrijden is er moeilijk denkbaar, d,anj wanneer de huisvrouwen zich toi be- reikiijg van dit doel vereenigen. Wij Katholieken van hei Bisdom Haar lem, mogen ons al bijzonder gelukkig prijzen in den voor korten tijd op ver langen en initiatief van onzen poorluch- tigen Kerkvorst opgerichten R. K. Vrou wenbond het kraqhtig en onfeilbaar mid del te bezitten, dat tot oplossing vari het dienstbodenvraagstuk zoo in 'hooge mate zal kunnen bijdragen. Moge, aldus besl. spr., waar van egn •volledige behandeling yan dit vraagstuk 'in een 300 kort tijdsbestek bezwaarlijk sprake kan zijn, slechts dit mijn doiel ^ten naastebij zijn bereikt: U de overtui ging te hebben geschonken, dat het dienstbodenvraagstuk niet-op de eerste plaats ia een econoimisch vraagstuk, dóch boven .alles een godsdienstig-zedelijk •vraagstuk, en dat mitsdien verhooging van het godsdienstig en zedelijk gehalte onzer bevolking als het geneesmiddel bij uitnemendheid moet worden be schouwd en aangewend. Voor ons Katholieken is het w,el een bijzonder opwekkende gedachte, dat wij over dit geneesmiddel om zoo le zeggen de vrjje beschikking hebben. Maar daar uit volgt ook, dat wij ons aan 1 zwaar plichtsverzuim schuldig maken, wanneer wij het ongebruikt laten. Algeinecne vergauciing. Nadat de openingsrede was uitgespro ken door den heer R. G, van Nieuw- kuyk, voorzitter van "het uitvoerend co mité, beklom de Zeereerw, heer J,. M. J, Van Rooy, paètoor te Tholen, het spreekgestoelte. Toen de Meester, aldus begon, de eerw. redenaar, tot Wiens meerdere glorie wijl hier vengaderd zijn, zijne leer lingen voor de eerste maal ter prediking uitzond, legde Hij! hun op„ om ,waar zij een familie zouden bezoeken, bij1 het binnen treden der woning, .deze heilbede te uiten: Pax huic domui! Vrede zij dit huis! Ik zie daarin een wenk voor ïflij, om, nu ik de eer heb voor u een bespreking te gaan houden over Roomsdh Katholiek familieleven, en derhalve op dit oogenr bliik als het ware den drempel over schrijd van uw (huis, om met u te over wegen, of uw familie den eerenaam van Roomsch Katholiek wel ten volle verdient, om nu ook bij' het begin van' deze rede u allen diezelfde christelijke heilble.de toe te roepen: P'ax huic domui, moge de vrede heerschen in uw aller huis! Edoch, dien vréde des Heer en, door den |H. TTiomas perfectio gaudii genoemd, de volkomenheid der vreugde, kan ik uw gezinnen wel toewenschen, maar niét geven. Gegeven wofdt bijl sledhts door Hem, bij wiens geboorte de engelen het lied des Vredes zongen, en dan nog lang niet aan allen. Immers, zooals Chris tus uitdrukkelijk zeide, alléén in die ge zinnen zou de door de Apostelen toege- wenschte vrede komen en bljjven, welke zich dien vrede waardig zouden betoonen, door het hun gepreekte evangelie aan te nemen. Hieruit volgt, dat ook uw fa milies alleen dan den Christus-vrede zul len genieten, als de Christus-leer daar aangenomen wordt, als naar Christus' wil .daar geleefd wordt, als gij Christus daar laat heersdhen. Wanneer kunnen wij nu van een gefiin zeggen, dat daar Christus (heerscht? We ten wij idit, dan weten wij ook, wat door een Roomsch Katholiek familieleven ver staan wordt Want beide begrippen dek ken elkaar. Een gezin, waarin Christus heerscht, .Christus freeli bet samenleven leidt, moet noodzakelijk zijn een gezin geheel in den geest onzer Roomsdh Ka tholieke Kerk, daar toch deze niets anders beoogt dan juist allen en alles van 'Chris tus' heerschappij te doordringen,^Zjulk een gezin is daarom een echt ^R. K, gezin, en het samenleven daar geleid, is wat wij noemen R, K^ familieleven. 'Om nu de vraag te kunnen beantwoor den, wat dat iseen gezin, waarin Chris tus heerscht, moeten wij eerst onderzoe-.. kén, wat Hijl in zijn leer betreffende het gezinsleven bepaald heeft- Welnu, dan vinden wij op de eerste plaats, dat het gezinsleven steunen moet qp het hu welijk en wel op een enkelvoudig en onontbindbaar huwelijk, en op de twee de plaats, dat dit huwelijk door Hem ver heven is, en gemaakt tot een Sacrament, d.w>z. dat het contract, hetwelk vroe ger niets anders deedvdan> man en vrouw als echtgenooten aan elkander verblinden, voortaan, dank zij Zijne oneindige be zorgdheid voor ons, hun ook hemelsche genaden zou medelieden, genaden, diie geheel hun verder huwelijksleven door hén, zouden, helpen om hunne plichten als gehuwden naar behooren te vervulr lén. Naar die leer moet bus nuj in een gezin geleefd worden, anders is daar zeker geen Christdijjk, geen R, K. fa milieleven,, iWat het eerste punt betreft, we zullen daarop niet verder ingaan, want'het is al te duidelijk dat, waar l^v- op fie vrije liefde een gezin gebouwdis, een solied familieleven naar den geest van Christus onmogelijk is* 1 'Het tweede punt echter, door mij uit Christus' leer aangehaald, verdient al on ze aandacht, Wjant uit dit punt van Chris tus' leer, in verband gebracht met die andere geloofswaarheid, dat alleen die genaden van friijistand haar doel bereiken, waaraan de mensch zijln medewerking verleent, volgt, dat een huisgezin naar Christus wil is een huisgezin, dat be gonnen is met het H* Sacrament des huwelijks, en waarin de echtgenooten met de genaden, door dat bi. Sacrament gegeven, goed medewerker^ Zooals ik reeds gezegd heb, dienen deze genaden om 'de echtgenooten te helpen hunne plichten als zoodanig, naar behooren te vervullen. Die plichten zijn zwaar, zeer zwaar. Om die te dragen, hebben dé echtgenooten wel' is waar in zich een bijzondere kracht, die hen tot veel bekwaam maakt, n.l. hun natuurlijke liefde voor elkaar en voor hunne kinde ren; doch maar al'te dikwijls blijkt die kracht der natuurlijke liefde ten minste ctyj dqn duur niet tegen dien "last op gewassen en blijft daar menige dure echtelijke of ouderpliidht onvervuld. Hoe veel dan niogen vAj dank zeggen aan Christus, onzen Meester, dat Hij ook hierin de zwakheid der Zijnen is 'te hulp gekomen en het huwelijk zelf veiheven heeft tot een Sacrament om door de ge naden van dit Sacrament die kracht der natuurlijke liefde in de echtgenooten en ouders te vergrooten en te vervolmaken. Roomsch Katholiek familieleven in zij'n perfectie is het gezinsleven vani een Ka tholiek echtpaar, dat al "de genaden van het huwelijkssacrament trouw gebruikt en daardoor geholpen al He plichten van zijn staat trouw vervult. Vaak dreigt het huwelijksbootje door verschil in karakter en "door onvolmaakt heden te stranden. Hoe kan dit ongeluk voorkomen worden? O, als in dat huwe lijk aan Christus de plaats gegeven is, die Hem toekomt, de plaats aan het roer, dan is er geen vrees; Hijl zal het bootje sturen tusschen alle klippen door naar de stille wateren van het waar ge luk, door den echtgenooten 'te Leeren, waar christelijk geduld te hebihen met elkander, (Dit constateeren wijl dan ook in de echte R. K, families; daar heerscht tus schen man en vrouw dat geduld, die stille kracht, die de aan beide zijden uit stekende punten en oneffenheden wiel niet glad slijpt, maar toch zoo bekleedt, dat de aanraking niet meer pijn doet; Maar elkander dulden en verduren, en zonder tweestrijd samenleven is nog niet het hoogst Neen, in het huwelijk moet de liefde der twee echtgenooten zoo hoog qpgevoerd worden, dat men in waarheid kan zeggenhij leeft voor haar en zij voor hem en ieder van hen vindt zijn geluk in het gelukkig maken van den ander, en dat voortdurend) 9 tot den dood. Het R. K. familieleven zou spr. willen vergelijken met een R. K. kerkgebouw, waar jezus in Zijn H, Sacrament het tabernakel tot woonstee heeft gekozen, Als fundament van het R. K. familie leven kan alleen gelden een goed Roomsch huwelijk; het gemengde huwe- i lijk maakt een R. K. familieleven onmoge- lijk. Op dat Hu Sacrament wordt het gezinsleven gebouwd, en verder opge trokken geheel volgens de plannen eon teekeningen, die 'de Goddelijke Bouw meester van het Christelijk leven ons in Zijne geboden en zaligprijzingen .heeft achtergelaten. Over dat geheel wordt het hooge gewelf geslagen van de goddelijke deugd der liefde, die als naastenliefde met imposante macht alle deelen van het huisgezin verblindt en tegelijk als liefde tot Godi omhoog steigert en 's mensqhen geest en hart optrekt ten Ihemeli, En boven dat gewelf rijst de toren van de christelijke hoop» van het vertrouwen op de voorzienigheid van den Vader, Diie in den hemel woont, en eindelijk op den bovensten top het stralend kruis van het Roomsch-Kaiholiek geloof, dat aan heel de wereld kloek en fier getoond wordt als een schat en glorie, waarop men groot gaat. In zulk een gezin staat een biechtstoel, wijl men bedreven kwaad, zoo dit mocht voorkomen, gaarne ver geeft en geen wrok blijft koesteren; een preekstoel, daar er gezorgd worcft voor de vermeerdering van 'de godsdienst kennis van alle leden, o.a. 'door de pre dikaties van de priesters óf de godsdien stige verhandelingen in dé Roomsche courant nog wat na'der te 'bespreken; staat een "altaar, wijl allen gaarne voor elkander offers brengen van hun eigen zin en zich zelf voor elkander offeren in christelijk geduid en trouwe plichts vervulling» Maar wat bovenal een huisgezin tot en echt Roomsch-Katholieke familie maakt, dat is: dat daar Christus woont^ Christus, Diie het huisje van Nazareth tot de eerste kerk maakte en de familie van Joseph en Maria tot de H, Familie. Ja, zoo is het, wie een waarlijk RoomschrKatholiek familieleven wil lei den, hij neme met de zijnen tot familie leus: Christus, Koning in ons huis! Na in den breede over de beteekeni9 dezer leuze te hebben uitgeweid, ein digde spr. 8 Monseigneur, Uwe Doorluchtige Hoog- 1 waardigheid heeft voor twee dagen in deze stad eene nieuwe kerk geconsacreerd, en daardoor overvloedigen zegen Gods doen nederdalen over allen, die daar zullen vergade/en. "Welnu, ook wij heb ben kerken gebouwdhet zijn onze huis gezinnen; en wat er misschien nog aan den bouw ontbréken mocht, wij! hebben heden tot den volledigen opbouw (besloten en zullen van nu af al onze zorgen ej" aan besteden, om ze tot geheel en echt R. K. gezinnen te maken. Het eenige, wat wij nu nog behoeven* is de wijding onzer kerken. Monseigneur, die vragen wij thans aan LL Moge op Uw machtig woord de zegen des Allerhoogsten op onze huisgezinnen nederdalen en met dien zegen "het geluk en de perfectio gaudii, de vrêda Gods* Opgave van personen, die zich in Leiden gevestigd hebben. K. E. Behrend, Thorbeckestr. 20. A. C. van Duuren, N. Beestenmarkt 5, coiffeur. A. H. F. Maijer, Vreewijkstr. 11, chef export zaak. S. E. van Leeuwen en gez., Lange- straat 35, besteller. J. Schurink, Witte Singel 17, dienstbode. H. Boomsma, Plantsoen 3, dienstbode. A. Pret, Oranjegracht 141. W. M, F. Drieze, Plantage 1, dienstbode. A. Thijssen, Kaiserstraat 38. A. H. Simons, Breestraat 11, banketbakker. E. G. M. A. Pelster, Rijn- en Schiekadc 82. P. Mus en gez., Maredijk 57, electricien. J. P. Noort, Levendaal 45a, bakkersknecht. G. van der Heijden, Plantsoen 59, dienstbode. A. C. de Vries Penning, Burgsteeg 7, dienstbode. J. Meulenbelt, Haarlemmerstraat Ia, insp. gasfa briek. A. B. Breebaart, Utr. Jaagpad 20, monteur. Wed. van den Bergh en gez., Breestraat 29. Wed. Fuik, Oude Rijn 43a, 1. van der Sluis, Zoeterw. singel 9, dienstbode. J. W, Bakx, Vischmarkt 9—10, huishoudster H. van Duijl en 'gez., 5e Binnenvestgracht 5A letterzetter. H. H. Mouw, Middelweg IA. E. G. Schueler, Leuvensiraat 20, leerlooier. O. Koets en gez., Jan van Houtkade 22, Op zichter Rijnland. W. C. Visser, Korte Mare 25, chemigraaf. J. C. Prins, Hoogewoerd 53, zuivelbereider. D. O. Ubbels, Witte Singel 84F, Rijkskeurmce,ster en plaatsverv. districts veearts, M. Zuideiduin on gez., Moriaanstceg 8, arbeider. P. J. van der Wilk en gez., Stationsweg Directeur E jkanloor Levensverz. Mij. „Arnhem". Opgave van personen die uit Leiden vertrokken zijn. Mevr. Swinkels-Steijger, Amsterdam, Kanaal straat 192. A. van Vliet, den Haag, Noord einde 1Ü8. Mej. C. Trctlr, Katwijk a, Zee, Duinoord 14. Mej. 8. l. J- Kühi.e, Nijmegen, Batavierweg 27. Mej. M. L. Reuvens, den Haag, Laan Copes 4. L. K. A. van Duuren, Amsterdam, Ingogostraat 9. Wed. Lorette- Bloemink, den Haag, v.d. Heemstraat 12 bij de wed. l'Orme. D. Vermeulen, Oegstgeest, Rijksstraatweg 132. L. A. V. Schenk, den Haag. Huygenspark 45a. D. P. Kuyvenhoven, Rijnsburg, Valkenburgerweg 450b. W. Piket/ den Haag, Termestenstraat 198. W. G. J. Aalbersberg, Amsterdam, v.' Ostodestraat B. G. Keun, Breda, Teteringenstraat 4Ua. C. Pieters, Haarlem, Leidschestraat 46. P. v. d, Wal, den Haag, Fred. Hendriklaan 190. A. Hofman, Hilversum C. Fr. Gülcher, den Haag, Koningskade 15. Wed. H. Zwetsloot- v. d. Vooren, Warmond I. J. Boeijinga, Arnemuiden J. Uhl, den Haag, Jan van Riebeekstraat 60. L. Carsten. den Haag, Java- straat 128. C.Jansen, Noordwijk,Zandvoort- sche straat 21i L. van der Goes, Amsterdam, Keizersgracht 655. H. A. van Weeren. Bus- sum, Verbindingslaan 34. la Faillissementen. Uitgesproken: J. Boon, koopman in glas- en aardewerk te IJmuiden, cur. mr. G. H.' J van der Meulen. J. Smit, koopman te Haar-'£ lem, cur. mr. Th. de Haan Hugenholtz. Pv de Looper, timmerman te Amsterdam, cur. mr iel W. dc Gavere. Gisteren is verkeerdelijk op- I gegeven de opheffing van het friHiasement N lin Beer weduwe I>e Bruyn. Dit moet zijn: opge-ne heveu het faillissement van M. Beer weduwe J. L. Buhler, te 's Gravenhage. Geëindigd: A. Bruin, winkelier in botei en kaas te IJmuiden. J. Va-kevis-ei Az..~ kóópman te IJmuid n. G. v. n ijsdam te Bodegraven, LH

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 4