Onder de misstanden, welke wi| te
betreuren en te bestrijden hebben, al
dus spr., behoort zonder eenigen twij
fel ook de min-gunstige gesteldheid van-
de dienstverhouding in het huisgezin,
welke wij als diensttboden-vraagstuk ple
gen aan te duiden.
Alleszins verklaarbaar is het zeer ze
ker, dat de bij het dienstbod(en-vraag
stuk rechtstreeks betrokkenen het cul
minatie-punt van den onhoudbaren toe
stand in onzen tijd bereikt achten, diat
1de mevrouwen geen grooier grief kennen
dan die dienstboden van te
lg e n w o o r d i g en dat de ,dienstbod|enJ
zich van de volstrekte minderwaardig
heid der h e d en d aagsdh e mei
vrouwen overtuigd houden.
Noch aan de eene, noch aan de .an
dere zijde mag men echter genoegzame
historische kennis en inzicht met redeni
ondersteilen om een objectieve beoor
deeling van den toestand te kunnen vler-
"wachten.
De feitelijke toestand dan, welke ons
heden ten dage zoo ernstigeredenen
,tot bezorgdheid geeft, is deze:
Vooreerst is er een tekort van .aan
bod van dienstboden tegenover de vraag
naar dienstboden.
Het gebrek aan dienstboden wordt
niet het pijnlijkst gevoeld door de meer
gegoeden, die zich de weelde kunnen'
veroorloven meer dan ééne dienstbode te
houden. Deze immers zijn in staat, hoo-
ge loonen te betalen. l i
Welnu, dat het veelal de hoogte vlan
bet loon is die de dienstbode tot heb
aannemen eener betrekking- -beweegt, is
een niet te miskennen, hoewel te betreu
ren waarheid. De beschikbare dienstbo
den zien wij, gelokt door de hooge loo
nen, dus haai afzetgebied vinden op de
eerste plaats in de huizen der rijken het
restant blijft ter beschikking der tninder-
gegoedeü.
Zoo zien wïj bet ntaar te v.iah.ge
beuren, dat in den nudden-,en burger
stand slovende, huismoeders weken en
maanden .te vergeefs uitzien naar een
■dienstbode, en inmiddels genoocfeaakt
zijn, allen arbeid zelf te verrichten. On-
noodig te zeggen, hoe hier de gezond
heid der huisvrouw, de zorg vOor de kin
derende vrede van hef huisgezin gevaar
loopen.
Een tweede kenmerkend verschijnsel
van het dienstbod en-vraagstuk is het ge
brek aan juist inzicht in den aard yair
öe dienstverhouding, zoowel van de %ijd'e
der huisvrouwen als van.de zjjde d^n
dienstboden. .Eensdeels is dit gebrek-i
kig inzicht in het karakter jder 'dieryst-
verhoudiug mede een belangrijke oorzaak'
van het geringe aanbod, en Stiderzijkte
ontspruiten daaraan grootendeels de ve
lerlei wanverhoudingen, die in de be
staande dienstverhoudingen aan cle orde
van den dag zijn, en tot kJafcKten Man,
beide partijen aanleiding geven.
Mocht men er dan ook in slagen 'dit
onjuist inzicht door een beter te vervan
gen (en overeenkomstig dit betere inJ
zicht te doen handelen) dan dat té
mijn onwrikbare overtuiging.zou tei
oplossing van het dienstboden-vraagstukj
ter bestrijding althans der ergste mis
standen, de voornaamste stap gezet zijn.
Vragen wij ons eens in .gemoede af
\velke is de meest gangbare ppvatjtimgf
betreffende den aard, het karakter der)
dienstverhouding in het huiselijk leven,
dan vinden „wij daarop het eenvfoudüge,
maar veelzeggende antwoord: van de
zijde van beide belanghebbende _partijen
pleegt de verhouding tusschen werkgeef
ster en werkneemster in het huisgezin
eenvoudig besthouwd te worden als
iedere arbeidsovereenkomst, en schijnt
men daarbij ook hier den arbeid slechjji
te beschouwen, gelijk dat in het moderne}
bedrijfsleven regel geworden is: als een
koopwaar, die uitsluitend beheersjch't
wordt door de vet van vraag en <aan|bod.
Vragen zich njet de mevrouwen oft
de eerste plaats, ja veelal uitsluitend af;
hoe kan ik mij voor den minst'mogfclij
ken prijs de grootst mogelijke hoeveel
heid en dre best mogelijke kwaliteit ar
beidskracht van de dienstbode verschaf
fen
En is het niet vrij algemeen gewoon
te geworden der dienstbode hare keus
bij het aannemen eener betrekjeimg te
doen afhangen van de^raagd \^ar ont
ving ik het hoogste loon en word! het
.minst arbeid van mij gevraagd?
„Dat is ons recht" of „daar hebbfen
zij geen refht op", zijn de steeds 'meer;
gehoorde uitroepen van beide zijden,
waarmede men te kennen gééft:, dat is!
al of niet recht volgens de wet op het
arbeidscontract
Den inhoud van deze wet tracht men
steeds beter te kennen om sterk te staan,
wanneer de tegenpartij haar eisdhen
stelt
Loon betalen ^enerzijds.
(Arbeid verrichten anderzijds.
Ziedaar de opvatting die de algemeen
gangbare kan genoemd worden en die.,
gelijk in de hedendaagsclie arbeiderswe
reld in het algemeen, in beide par-;
tijen slechts zietwerkgeefster en jyerk-
neejtjster, wier belangen tegenstrijdig
zijn uit den aard der zaak, die daarom
gehouden schijnen ieder haar eigen voor
deel te behartigen in strijd met de be
langen der tegenpartij!
En welke opvatting dient als eeriig
juiste gehuldigd te worden?
Het doel van de overeenkomst tus
schen dienstbode en huisvrouw dieift te
zijn cjoor gemeenschappelijke .inspan
ning en eendrachtige samenwerking te
bevorderen het welzijn van het huisge
zin. Voor de dienstbode is de dienst bo
vendien een voorbereiding en oefen
school voor haar eigen toekomstige le
venstaak als huisvrouw en moeder.
Alvorens over te gaan tot bespreking]
der middelen, die tot yesfigting] eener
betere overtuiging zouden kunnen ^ij-
dragen, stond spr. eenige oogenblikken
stil bij de qorzakeq, die tot het dienst
boden-vraagstuk in den hedenda^gschen
vorm geleid hebben. -
Allereerst noemt spr. als oorzaak de
zucht naar vrijheid, naar onafhankelijk
heid, die ook vele meisjes naar Üe Tab
brieken drijft, waardoor zij missen een,
opleiding voor hun latere taak als huis
vrouw een zucht naar meer geld! ven
dienen. En spr. vervolgt dan:
Men zou zich edhter aan schromelijke
eenzijdigheid schuldig maken, wanneer
men slechts aan de zjjde der dienstboden
de oorzaak en aanleiding der bestaande
wanverhoudingen zou zoeken. De bande
loosheid op godsdienstig en zedelijk ge
bied is zeker in de meer ontwikkelde!
kringen niet minder levensregel gewor
den dan in de minder ontwikkeld^
Het zoogenaamde liberaal-Katholicisme
(lees: niet-katholicisme), dó gemengde
huwelijken, echtbreuk en echtscheiding
znij veeleer kwalen van de hoogere dan
van de lagere standen. En met het teloor
gaan eener ideale levensbesichouwing,
werden ook in deze kringen het materia
lisme en de zucht naar genot de gevaar:-'
1 ijk e plaatsvervangers van Ijefde voor.
den godsdienst en ingetogen levenswaag
/del. Wat wonder dan, dat de huisvrouw!
der hoogere standen hare hooge roeping
als vrouw en moeder «uit het oog vferH
loor en meer en m'eer de zorg en dei
verantwoordelijkheid voor het huishouw
den trachtte af te wentejen op de schou^
ders van loontrekkende dienstboden, ten;
eir.de zelf tijd voor genot en wereldstehl
tyerivn-at beschikbaar te hebben.
in menige diénstverfrouding- moe!; ook'
'de oordaak van gebrekkige samenwer
king veeleer gezocht worden in de on
voldoende leiding, de uit onkunde gebo
ren onbillijke bejegening van de zijde
der huisvrouw dan in de öngezeglijkheia!
of kwaden wil der dienstbode.
En hoevele mevrouwen zouden er wel
zijn, die van de vragen van het maat
schappelijk leven voldoende op de hoog
te zijn om hare gewichtige sociale taak,
die zij tegenover de dienstbode te ver
vullen hebben, naar behooren begrijpen
Spr. gaat vervolgens na welke genees
middelen zooal te onzer beschikking zijn.
Om het dienstbodenvraagstuk op te
lossen is de medewerking van drie groe
pen noodig
a. de ouders van meisjes uit arbéir
derskringen
b. de huisvrouwen;
c .vereenigingen.
cVoo>reerst de ouders v§n meisjes uit
arbeiderskringen. Dezé zijn op de eers'te
en voornaamste plaats geroepen en ver
plicht het ware geluk hunner kinderen
in het oog te houden en te bevorderen
en zich door het oogenblikkelijik stoffe
lijk voordeel niet te laten verblinden om
hunne kinderen naar de fabriek! te sturen,
wanneer zij een goeden dienst kijnnen
krijgen.
Nu staan we echter voor een groote
moeilijkheid. Het is helaas niet fe ont
kennen, dat in vele arbeidersgezinnen!
niet gebrek aan belangstelling voor het
ware welzijn der kinderen, doch gebrek
aan inkomsten, een te laag loon van den
vader, de dochters naar de fabriek drijft
Een te laag loon in vele takken, iviani
industrie en Jn menig landbouwbedrijf
noopt vele ouders hunne dochters be-
drijfsarbeid te doen verrichten, zelfs al
zijn zij zich bewust, dat een huiselijke
diensibetrekfcjng aan het waar belang
hunner kinderen meer bevorderlijk zou
zijn. Streven naar een rechtvaardig fami,-
lieioon is derhalve een eerste vereisdiite
om de ouders in staat te stellen het waar
belang hunner dophters te behartigen.
En voorts moet door meerdere ontwik
keling, door het vestigen onder de ar
beiders van een hooge ideale ieyensfi
opvatting (hetgeen slechts doormiddel
van den godsdienst geschieden kan), dfe
al te groote liefde voor het stoffelijke,
de materialistische levensbeschouwing,
juit arbeiderskringen verbannen worden.
Hoe geheel anders het met de verhou
dingen tussqhen djenstboden en huis;-
vrouwen zou gesteld zijn, wanneer hoo,-
gere geestesontwikkeling en meerdere
Welstand onder die standen, waaruit die
dienstboden plegen voort te kómen, zou
den bereikt zijn, behoeft geen betoog.
Mits ook de tweede groep, de huis
vrouwen, zich met hart en ziel op ver
betering van den toestand en bestrijding
van eigen gebreken en tekortkomingen
toeleggen
De ouders, die hun dochters ter wil
le van haar welbegrepen belang ,een
dienstbetrekking doen aanvaarden, geven
daardoor blijk groot vertrouwen te stel
len in de personen, bij wie zijhun kin,-
deren in dienst laten gaan. Zij verwach
ten dan ook terecht, dat de ouderlijke
taak worde overgenomen-door de huis
vrouwen, dat deze aan hunne kin(deren
die liefderijke zorg wijden, dat z;ij op
haar zoodanig nauwgezet toezicht .hou
den, als voor het lichamelijk en geeste
lijk welzijn der meisjes noodzakelijk is,
zij moeten de zekerheid hebben, dat hun
kinderen komen in een omgeving, die
haar noch naar lichaam noch naar de
ziel schaden kan, dat hunne kinderen
door het voorbeeld van christelijke deug
den, v,ain verheven godsdienstzin tot het
goede opgewekt, van het 'kwade afge
houden worden.
Wanneer de huisvrouwen beseffen da?
zij tegenover hare dienstmeisjes niet
slechts de taak v^n werkgeefster, maar
tegelijk de j#ak van moederlijke raad
geefster te vervullen hebben, pan* maar
ook dan alleen, kan men. verwachten^
d,at de meisjes in den dienst begroeten,
en vinden een aangenaam tehuis jgn een
voorbereiding voor haar later leven.
Als derde groep eindelijk', waarvan jde
oplossing van fret vraagstuk mede te
yerwachten is, noemde ik de vereeniging].
Ook op dit terrein geldt de 'regel, dat de
'samenwerking van velen zooveel jneer
vermag", dan de som der indüiyjdiueele
krachtsinspanningen, i i
Deze samenwerking 'is mogelijk, en
weftschelijk aan beide zijden: zoowel de
dienstboden als de huisvrouwen behoo
ren zicfr te vereenigen.
„De dienstboden-vereenigingen moeten
gich ten doel stellen op de eegste plaats
1de godsdienstige en zedelijke belangen
der dienstboden te bevorderen.
De vereeniging kan op betere wijze
dan zhlks in ieders particulier huishou
den mogelijk is, onderricht verschaffen
in die practische kundigheden, welke
der toekomstige huisvrouw kunnen te
siade komen of voor haar onmisfcaar zijn.
'Zij kan zorg dragen voor aangename ont
spanning en gezellig1 verkeer, rqn aldus
de meisjes er van af houden h^ar vlijen
tijd in verkeerd gezelschap of met Ver
derfelijke vermaken door te brengen. Zij
kan goede lectuur verschaffen, bijeen
komsten met nuttige en gezellige voor
brachten organiseeren, het verkrijgen v)an
goede betrekkingen door de meisjes be
vorderen en zoovele .andere middelen te
baat nemen, ten einde den goeden geest
aan te kweeken en in stand té houden
•en het dienstbodenberoep in1 het ,alge-
i te verheffen. v
1 Vaa overgroot gewicht is het echter,
dai de vereeniging onder krachtige «ai
onpartijdige leiding sta. Men zal derhaL-
Ve hetzij het bestuur in franden jnoeten
geven van meer ontwikkelde „vrouwen,
hetzij eene ruime macht toekennen aan
ben geestelijken adviseur, hetzij beiden.
Eindelijk kan niet ontleend .worden de
noodzakelijkheid, dat ook de huisvrou
wen door stelselmatige samenwerking
geraken tot freter inzicht in het maat
schappelijk leven en in het bijzonder
in net dienstboden vraagstuk. .Welnu,
een beter middel om deze gebreken te
bestrijden is er moeilijk denkbaar, d,anj
wanneer de huisvrouwen zich toi be-
reikiijg van dit doel vereenigen.
Wij Katholieken van hei Bisdom Haar
lem, mogen ons al bijzonder gelukkig
prijzen in den voor korten tijd op ver
langen en initiatief van onzen poorluch-
tigen Kerkvorst opgerichten R. K. Vrou
wenbond het kraqhtig en onfeilbaar mid
del te bezitten, dat tot oplossing vari
het dienstbodenvraagstuk zoo in 'hooge
mate zal kunnen bijdragen.
Moge, aldus besl. spr., waar van egn
•volledige behandeling yan dit vraagstuk
'in een 300 kort tijdsbestek bezwaarlijk
sprake kan zijn, slechts dit mijn doiel
^ten naastebij zijn bereikt: U de overtui
ging te hebben geschonken, dat het
dienstbodenvraagstuk niet-op de eerste
plaats ia een econoimisch vraagstuk, dóch
boven .alles een godsdienstig-zedelijk
•vraagstuk, en dat mitsdien verhooging
van het godsdienstig en zedelijk gehalte
onzer bevolking als het geneesmiddel
bij uitnemendheid moet worden be
schouwd en aangewend.
Voor ons Katholieken is het w,el een
bijzonder opwekkende gedachte, dat wij
over dit geneesmiddel om zoo le zeggen
de vrjje beschikking hebben. Maar daar
uit volgt ook, dat wij ons aan 1 zwaar
plichtsverzuim schuldig maken, wanneer
wij het ongebruikt laten.
Algeinecne vergauciing.
Nadat de openingsrede was uitgespro
ken door den heer R. G, van Nieuw-
kuyk, voorzitter van "het uitvoerend co
mité, beklom de Zeereerw, heer J,. M.
J, Van Rooy, paètoor te Tholen, het
spreekgestoelte.
Toen de Meester, aldus begon, de
eerw. redenaar, tot Wiens meerdere
glorie wijl hier vengaderd zijn, zijne leer
lingen voor de eerste maal ter prediking
uitzond, legde Hij! hun op„ om ,waar
zij een familie zouden bezoeken, bij1 het
binnen treden der woning, .deze heilbede
te uiten: Pax huic domui! Vrede zij
dit huis!
Ik zie daarin een wenk voor ïflij, om,
nu ik de eer heb voor u een bespreking
te gaan houden over Roomsdh Katholiek
familieleven, en derhalve op dit oogenr
bliik als het ware den drempel over
schrijd van uw (huis, om met u te over
wegen, of uw familie den eerenaam van
Roomsch Katholiek wel ten volle verdient,
om nu ook bij' het begin van' deze rede
u allen diezelfde christelijke heilble.de toe
te roepen: P'ax huic domui, moge de
vrede heerschen in uw aller huis!
Edoch, dien vréde des Heer en, door
den |H. TTiomas perfectio gaudii genoemd,
de volkomenheid der vreugde, kan ik
uw gezinnen wel toewenschen, maar niét
geven. Gegeven wofdt bijl sledhts door
Hem, bij wiens geboorte de engelen het
lied des Vredes zongen, en dan nog
lang niet aan allen. Immers, zooals Chris
tus uitdrukkelijk zeide, alléén in die ge
zinnen zou de door de Apostelen toege-
wenschte vrede komen en bljjven, welke
zich dien vrede waardig zouden betoonen,
door het hun gepreekte evangelie aan
te nemen. Hieruit volgt, dat ook uw fa
milies alleen dan den Christus-vrede zul
len genieten, als de Christus-leer daar
aangenomen wordt, als naar Christus'
wil .daar geleefd wordt, als gij Christus
daar laat heersdhen.
Wanneer kunnen wij nu van een gefiin
zeggen, dat daar Christus (heerscht? We
ten wij idit, dan weten wij ook, wat door
een Roomsch Katholiek familieleven ver
staan wordt Want beide begrippen dek
ken elkaar. Een gezin, waarin Christus
heerscht, .Christus freeli bet samenleven
leidt, moet noodzakelijk zijn een gezin
geheel in den geest onzer Roomsdh Ka
tholieke Kerk, daar toch deze niets anders
beoogt dan juist allen en alles van 'Chris
tus' heerschappij te doordringen,^Zjulk
een gezin is daarom een echt ^R. K,
gezin, en het samenleven daar geleid,
is wat wij noemen R, K^ familieleven.
'Om nu de vraag te kunnen beantwoor
den, wat dat iseen gezin, waarin Chris
tus heerscht, moeten wij eerst onderzoe-..
kén, wat Hijl in zijn leer betreffende
het gezinsleven bepaald heeft- Welnu,
dan vinden wij op de eerste plaats, dat
het gezinsleven steunen moet qp het hu
welijk en wel op een enkelvoudig en
onontbindbaar huwelijk, en op de twee
de plaats, dat dit huwelijk door Hem ver
heven is, en gemaakt tot een Sacrament,
d.w>z. dat het contract, hetwelk vroe
ger niets anders deedvdan> man en vrouw
als echtgenooten aan elkander verblinden,
voortaan, dank zij Zijne oneindige be
zorgdheid voor ons, hun ook hemelsche
genaden zou medelieden, genaden, diie
geheel hun verder huwelijksleven door
hén, zouden, helpen om hunne plichten
als gehuwden naar behooren te vervulr
lén. Naar die leer moet bus nuj in een
gezin geleefd worden, anders is daar
zeker geen Christdijjk, geen R, K. fa
milieleven,,
iWat het eerste punt betreft, we zullen
daarop niet verder ingaan, want'het is al
te duidelijk dat, waar l^v- op fie vrije
liefde een gezin gebouwdis, een solied
familieleven naar den geest van Christus
onmogelijk is* 1
'Het tweede punt echter, door mij uit
Christus' leer aangehaald, verdient al on
ze aandacht, Wjant uit dit punt van Chris
tus' leer, in verband gebracht met die
andere geloofswaarheid, dat alleen die
genaden van friijistand haar doel bereiken,
waaraan de mensch zijln medewerking
verleent, volgt, dat een huisgezin naar
Christus wil is een huisgezin, dat be
gonnen is met het H* Sacrament des
huwelijks, en waarin de echtgenooten
met de genaden, door dat bi. Sacrament
gegeven, goed medewerker^
Zooals ik reeds gezegd heb, dienen
deze genaden om 'de echtgenooten te
helpen hunne plichten als zoodanig, naar
behooren te vervullen. Die plichten zijn
zwaar, zeer zwaar. Om die te dragen,
hebben dé echtgenooten wel' is waar in
zich een bijzondere kracht, die hen tot
veel bekwaam maakt, n.l. hun natuurlijke
liefde voor elkaar en voor hunne kinde
ren; doch maar al'te dikwijls blijkt die
kracht der natuurlijke liefde ten minste
ctyj dqn duur niet tegen dien "last op
gewassen en blijft daar menige dure
echtelijke of ouderpliidht onvervuld. Hoe
veel dan niogen vAj dank zeggen aan
Christus, onzen Meester, dat Hij ook
hierin de zwakheid der Zijnen is 'te hulp
gekomen en het huwelijk zelf veiheven
heeft tot een Sacrament om door de ge
naden van dit Sacrament die kracht der
natuurlijke liefde in de echtgenooten en
ouders te vergrooten en te vervolmaken.
Roomsch Katholiek familieleven in zij'n
perfectie is het gezinsleven vani een Ka
tholiek echtpaar, dat al "de genaden van
het huwelijkssacrament trouw gebruikt
en daardoor geholpen al He plichten van
zijn staat trouw vervult.
Vaak dreigt het huwelijksbootje door
verschil in karakter en "door onvolmaakt
heden te stranden. Hoe kan dit ongeluk
voorkomen worden? O, als in dat huwe
lijk aan Christus de plaats gegeven is,
die Hem toekomt, de plaats aan het
roer, dan is er geen vrees; Hijl zal het
bootje sturen tusschen alle klippen door
naar de stille wateren van het waar ge
luk, door den echtgenooten 'te Leeren,
waar christelijk geduld te hebihen met
elkander,
(Dit constateeren wijl dan ook in de
echte R. K, families; daar heerscht tus
schen man en vrouw dat geduld, die
stille kracht, die de aan beide zijden uit
stekende punten en oneffenheden wiel
niet glad slijpt, maar toch zoo bekleedt,
dat de aanraking niet meer pijn doet;
Maar elkander dulden en verduren, en
zonder tweestrijd samenleven is nog niet
het hoogst Neen, in het huwelijk moet
de liefde der twee echtgenooten zoo
hoog qpgevoerd worden, dat men in
waarheid kan zeggenhij leeft voor haar
en zij voor hem en ieder van hen vindt
zijn geluk in het gelukkig maken van
den ander, en dat voortdurend) 9 tot
den dood.
Het R. K. familieleven zou spr. willen
vergelijken met een R. K. kerkgebouw,
waar jezus in Zijn H, Sacrament het
tabernakel tot woonstee heeft gekozen,
Als fundament van het R. K. familie
leven kan alleen gelden een goed
Roomsch huwelijk; het gemengde huwe-
i lijk maakt een R. K. familieleven onmoge-
lijk. Op dat Hu Sacrament wordt het
gezinsleven gebouwd, en verder opge
trokken geheel volgens de plannen eon
teekeningen, die 'de Goddelijke Bouw
meester van het Christelijk leven ons in
Zijne geboden en zaligprijzingen .heeft
achtergelaten. Over dat geheel wordt het
hooge gewelf geslagen van de goddelijke
deugd der liefde, die als naastenliefde
met imposante macht alle deelen van het
huisgezin verblindt en tegelijk als liefde
tot Godi omhoog steigert en 's mensqhen
geest en hart optrekt ten Ihemeli, En
boven dat gewelf rijst de toren van de
christelijke hoop» van het vertrouwen op
de voorzienigheid van den Vader, Diie in
den hemel woont, en eindelijk op den
bovensten top het stralend kruis van het
Roomsch-Kaiholiek geloof, dat aan heel
de wereld kloek en fier getoond wordt
als een schat en glorie, waarop men
groot gaat. In zulk een gezin staat een
biechtstoel, wijl men bedreven kwaad,
zoo dit mocht voorkomen, gaarne ver
geeft en geen wrok blijft koesteren; een
preekstoel, daar er gezorgd worcft voor
de vermeerdering van 'de godsdienst
kennis van alle leden, o.a. 'door de pre
dikaties van de priesters óf de godsdien
stige verhandelingen in dé Roomsche
courant nog wat na'der te 'bespreken;
staat een "altaar, wijl allen gaarne voor
elkander offers brengen van hun eigen
zin en zich zelf voor elkander offeren
in christelijk geduid en trouwe plichts
vervulling»
Maar wat bovenal een huisgezin tot
en echt Roomsch-Katholieke familie
maakt, dat is: dat daar Christus woont^
Christus, Diie het huisje van Nazareth tot
de eerste kerk maakte en de familie van
Joseph en Maria tot de H, Familie.
Ja, zoo is het, wie een waarlijk
RoomschrKatholiek familieleven wil lei
den, hij neme met de zijnen tot familie
leus: Christus, Koning in ons huis!
Na in den breede over de beteekeni9
dezer leuze te hebben uitgeweid, ein
digde spr.
8 Monseigneur, Uwe Doorluchtige Hoog-
1 waardigheid heeft voor twee dagen in
deze stad eene nieuwe kerk geconsacreerd,
en daardoor overvloedigen zegen Gods
doen nederdalen over allen, die daar
zullen vergade/en. "Welnu, ook wij heb
ben kerken gebouwdhet zijn onze huis
gezinnen; en wat er misschien nog aan
den bouw ontbréken mocht, wij! hebben
heden tot den volledigen opbouw (besloten
en zullen van nu af al onze zorgen ej"
aan besteden, om ze tot geheel en echt
R. K. gezinnen te maken.
Het eenige, wat wij nu nog behoeven*
is de wijding onzer kerken. Monseigneur,
die vragen wij thans aan LL
Moge op Uw machtig woord de zegen
des Allerhoogsten op onze huisgezinnen
nederdalen en met dien zegen "het geluk
en de perfectio gaudii, de vrêda
Gods*
Opgave van personen, die zich in
Leiden gevestigd hebben.
K. E. Behrend, Thorbeckestr. 20. A. C.
van Duuren, N. Beestenmarkt 5, coiffeur.
A. H. F. Maijer, Vreewijkstr. 11, chef export
zaak. S. E. van Leeuwen en gez., Lange-
straat 35, besteller. J. Schurink, Witte Singel
17, dienstbode. H. Boomsma, Plantsoen 3,
dienstbode. A. Pret, Oranjegracht 141.
W. M, F. Drieze, Plantage 1, dienstbode. A.
Thijssen, Kaiserstraat 38. A. H. Simons,
Breestraat 11, banketbakker. E. G. M. A.
Pelster, Rijn- en Schiekadc 82. P. Mus en
gez., Maredijk 57, electricien. J. P. Noort,
Levendaal 45a, bakkersknecht. G. van der
Heijden, Plantsoen 59, dienstbode. A. C. de
Vries Penning, Burgsteeg 7, dienstbode. J.
Meulenbelt, Haarlemmerstraat Ia, insp. gasfa
briek. A. B. Breebaart, Utr. Jaagpad 20,
monteur. Wed. van den Bergh en gez.,
Breestraat 29. Wed. Fuik, Oude Rijn 43a,
1. van der Sluis, Zoeterw. singel 9, dienstbode.
J. W, Bakx, Vischmarkt 9—10, huishoudster
H. van Duijl en 'gez., 5e Binnenvestgracht 5A
letterzetter. H. H. Mouw, Middelweg IA.
E. G. Schueler, Leuvensiraat 20, leerlooier.
O. Koets en gez., Jan van Houtkade 22, Op
zichter Rijnland. W. C. Visser, Korte Mare
25, chemigraaf. J. C. Prins, Hoogewoerd 53,
zuivelbereider. D. O. Ubbels, Witte Singel
84F, Rijkskeurmce,ster en plaatsverv. districts
veearts, M. Zuideiduin on gez., Moriaanstceg
8, arbeider. P. J. van der Wilk en gez.,
Stationsweg Directeur E jkanloor Levensverz.
Mij. „Arnhem".
Opgave van personen die uit Leiden
vertrokken zijn.
Mevr. Swinkels-Steijger, Amsterdam, Kanaal
straat 192. A. van Vliet, den Haag, Noord
einde 1Ü8. Mej. C. Trctlr, Katwijk a, Zee,
Duinoord 14. Mej. 8. l. J- Kühi.e, Nijmegen,
Batavierweg 27. Mej. M. L. Reuvens, den
Haag, Laan Copes 4. L. K. A. van Duuren,
Amsterdam, Ingogostraat 9. Wed. Lorette-
Bloemink, den Haag, v.d. Heemstraat 12 bij de
wed. l'Orme. D. Vermeulen, Oegstgeest,
Rijksstraatweg 132. L. A. V. Schenk, den
Haag. Huygenspark 45a. D. P. Kuyvenhoven,
Rijnsburg, Valkenburgerweg 450b. W. Piket/
den Haag, Termestenstraat 198. W. G. J.
Aalbersberg, Amsterdam, v.' Ostodestraat
B. G. Keun, Breda, Teteringenstraat 4Ua. C.
Pieters, Haarlem, Leidschestraat 46. P. v. d,
Wal, den Haag, Fred. Hendriklaan 190. A.
Hofman, Hilversum C. Fr. Gülcher, den
Haag, Koningskade 15. Wed. H. Zwetsloot-
v. d. Vooren, Warmond I. J. Boeijinga,
Arnemuiden J. Uhl, den Haag, Jan van
Riebeekstraat 60. L. Carsten. den Haag, Java-
straat 128. C.Jansen, Noordwijk,Zandvoort-
sche straat 21i L. van der Goes, Amsterdam,
Keizersgracht 655. H. A. van Weeren. Bus-
sum, Verbindingslaan 34.
la
Faillissementen.
Uitgesproken: J. Boon, koopman in glas-
en aardewerk te IJmuiden, cur. mr. G. H.' J
van der Meulen. J. Smit, koopman te Haar-'£
lem, cur. mr. Th. de Haan Hugenholtz. Pv
de Looper, timmerman te Amsterdam, cur. mr iel
W. dc Gavere. Gisteren is verkeerdelijk op- I
gegeven de opheffing van het friHiasement N lin
Beer weduwe I>e Bruyn. Dit moet zijn: opge-ne
heveu het faillissement van M. Beer weduwe
J. L. Buhler, te 's Gravenhage.
Geëindigd: A. Bruin, winkelier in botei
en kaas te IJmuiden. J. Va-kevis-ei Az..~
kóópman te IJmuid n. G. v. n ijsdam te
Bodegraven,
LH