DE TWEE VRIENDEN.
Ingezonden Mededeclingen 1289
Vari Houtcn's
Cacco
BINNENLAND.
anitfweede Blad, behoorende
01 k iij De Leidsche Courant van
SS Densdag 12 Maart no. 1040
i w<
isteli Uit de Pers.
houd1
l, fe|a(
Ie
3S e:,"
eken
Toott
dan
en
e stii
l'biw
t, mo
:k he
jodai
l.
cht
oniB lini
l 4
evolg
an i
at n
c df
teer
let ontwerp-In'valititeitsverzekering
en de Eerste kamer.
Daarover (schrijft ide schrijver der Haag-
aïjche Drieven in de Tijd o.m. het vol*
tent ende:
Zeker, in het ongustig geval dat het
i eifllabinet in den uitslag der verkiezing
kaps) aiii'ekiing vindt om heen te gaan, heeft
e Kamer formeell nog minstens tot 1 Juli
jd om het werk af te maken, doch
tnschelijk lijkt het niet, belangrijke po-
jeke wetsontwerpen te behandelen, als
e kiezers aan het woord zijn. Het Kabi-
e:-Goeman Borgesius heeft zich daaraan
iel niet gehouden en heeft, nadat het
gewogen was, door de Eerste Kamer
tfen aannemen tusschen 17 en 21
de wet op de paardenfokkerij, de
ezondheidswet, de woningwet, de lager
iidervvijswet, de militiewet, de wet be-
■effende de exploitatie van steenkolen
Staatswege. DloCh wanneer men het
ermijden kan, volgt men dergelijke voor-
eelden bever niet na. De Eerste Ka-
heeft dan ook bij dezelfde gellegen-
leid een wetsontwerp, waarbij aides ten
r'dt '°*te van een Kon. besluit, on*
J_r; inks den aandrang van den toenmaiigen
Minister van Koloriiën, niet behandeld. De
•erste Kamer kon toen niet vlugger wer-
omdat de Tweede Kamer haar de
jenoemde wetsontwerpen pas in Aprill of
«0&2 lei had toegezonden. Waar zijl thans
^chter het ontwerp reeds- 7 Maart krijgtt,
het ongetwijfeld wenschelijik, dat het
tisvoorsteï uiterlijk den lsten Juni in
.^Staatsblad" s taat. Dit is niet alleen
fenschelijk, maar ook mogelijk. Niemand
i) toch de Eerste Kamer van overhaas*
ff ng beschuldigen indien zij straks na af-
oening der begrooting, en dus nog voor
t 'ischen, ihet ontwerp in de afdeelingen
n m nderzoekt. Het V. V. kan dan begin
,n ipril verschijnen, de M. v. A. half. April
a in de Pinksterweek kan dan de open*
eerib iare behandeling volgen. Misschien zelfs
vep iog een of twee weken vroeger, ledier
en al moetjen erkennen, dat deze loop van
t aken ide meest gewone, de meest rede-
ijk'e zou zijn, d'e meest overeenkomendie
Lin|( 10k met aard en gewoonte in de Eerste
(amer. En eindstemming over de .Hooger
.„ip, inderwijsWet had in d'e Tweede Kamer
r-dzi !'aats °P 9 Maart 1905. Op 20 Mei volgde
Ie aanneming dioor d'e Eerste Kamer. De
eeni rijziging der Lager onderwijs wet-Kuyper
lcJlI ('erd in de Tw'eëde Kamer 9 Mei 1905
>0'n nin de Eerste op 31 Mei 1905 aange
sp wmen. Er zou dan ook zeker niet de
ninste red'en of aanleiding zijn om, niet
liet beste te hopen, indien niet de Radein*
2^ net, iwaarmed'e dit wetsiontwerp samen*
i langt, naar eerie commissie van voorbe
reiding werd gezonden en het feit, dait
Jj leze tot nu to'e niets van zich heeft la-
en hooren, niet bewees, dat bij het vot-
1 |en van deZen weg de wagen in het zand
iiw raakt
Komt de wet 1 Jlini in het „Staats-
•S1°J blad", dan staat vanaf heden vast, dat zij
cp 1 Decemb'er in werking treedt. Dat
deze beslissing een gelukkige is,, zoui ilk
i Diet durven Zeggen. Ik zou haar dit ze*
lellen ker niet h'ebben geacht, indien de heer en
u eei Borgesius c.s« er tegen waren geweest,
lam De termijn van zes maanden is. kort voor
V| bet voorzien in de kosten van het amen-
jestó dement-Duys. (Wanneer echter èn de re-
kagi ^eeringspartij" <èn id'e oppositieleiders daar
in geen bezwaar zien, dan vervalt, dunkt
kc mij, deze (bedenking. Ik heb dan. ook
hl ze'.den tpf ooit tactisch'een groote jpoli-
Ruijl lieke fout 'zien begaan dan door den heer
Veb .Borgesius toen hij, na eerst den Minister
vera «ver de overneming van het amendement-
in, Duys te hebben gekapitteld, verklaarde,
emïf dat hij er voor zou hebben gestemd. Er
«nul ós nooit duidelijker gezegd, dat de verschil
lende stemmingen alleen beoogden dienst
te doen ivoor de galerij' en alle innerlijke
bete'ekenis misten. (Als onnoozel buiten
staander staat 'men echter het meest ver
FEUILLETON.
baasd over ide brutaliteit, waarmede hier
is uitgesproken idat Kamerleden man
nen van ibeteekenis als de heer Borgesius
nog wel een afzonderlijke verantwoor
delijkheid er op nahouden voor zich. zel-
vèn en voor d'e regeering.
De herbergier een medehelper van
den zielzorger.
Onder dit opschrift schrijft het maand
blad de Tertiaris:
Niemand minder dan de bisschop van
Wurzburg heeft onlangs gewezen op de
hooge beteekenis der herbergiers.
eiegenheiid der kerkvisitatie zeide hij,
in eene prachtige toespraak, dat van. den,
herbergier zoo dikwijls het wel en het;
wee van eene parochie afhangt. Och,
mochten, nu ook alle herbergiers die
woorden ter harte nemen. De herbergiers
hebben een zeer groenten invloed o.p het,
godsdienstig, ze'deiijk en huishoudelijk
leven hunner mede-,parochianen. Vandaar,
ook eene groote verantwoordelijkheid.
Een goed katholiek herbergier luistert
daarom naar "de vermaningen en waar
schuwingen van zijn zielzorger. Hij is,
er niet .altijd zelfzuchtig op uit om zijn,
eldzak te vullen, onverschillig of de ver
dienste eerlijk is of niet. De waard) moet;
zorgen, dat bij1 .meester blijft iin "zjj'n
eigen ihj.uis en, stipt moet hij zich houden,
aan ,'het politieuur.
Hij moet zich wel wachten om nog
te schenken aan halif-beschonken men*
schen. Hierin zij hij onverbiddelijk. Wanf;
dan alleen zal hij niet op zidh laden,
den vloek van de familie van den dronk
aard. Zijne zaak zal hierdoor geen schade
lijden. Want ook voor hem is het woord
waar: aan Gods zegen is alles gedegen..
Een goed Katholiek herbergier, die de
medehelper wil zijn van den pastoor,,
duldt nimmer zedelooze bijeenkomsten,
in 'zijn huis. De jeugd, die nog naar den,
catechismus moet gaan, zal hij niet ver
leiden, maar ze verwijzen naar de pomp,,
waar ganzewijn In overvloed te vinden
is. Daar worden ze gezond van en groot.
Hij moet beslist optreden als een on
verlaat het waagt te vloeken of te spot
ten met ons H„ iGeloof of de priesters.
Nooit moet hij vergeten, dat hij heer en,
meester is in zijn eigen huis en dat hijl
het blijven wil. En al vermijden zulke
levenmakers ook al zijn huis, dan heeft
hij 'weer een grooteren titel om meer ge
luk en zegen voor zijne familie te ver
wachten en nette bezoekers komen des te;
liever in zijne herberg. Een waard, die,
zijn fijld kent, houdt de anti-godsdienstige
en neutrale 'bladen ver van zijn huis, al
schermen zij ook met vrijheid en gelijk
heid, ook al zeggen zij niets voor te heb
ben dan volkswelvaart en voorlichting var;
*tvoLk. Hij aorge celeer dat echt-Kath«n
Lieke 'kranten op 'tafel klaar liggen voor
de bezoekers,. En "hij lacht er eens om als
een 'of andere 'vrijzinnige gast den neus
daarvoor optrekt. :Hij weet heel goed, al
geeft de wereld het ook al niet toe, dat
het in onzen tijd vooral gemunt is. op 't
geloof, op den godsdienst. De Kerk is
onze moeder en Wie de Kerk aanvalt, valt
ons zelf aan.
Zoo is ook de herbergier een medehel
per ivfan zijn zielzorger.
Neutraal kiest altijd partij.
In .een hoofdartikel onder dit opschrift,
schrijft die Standaard:
Niets toch dan zelfbedrog en mislei
ding van andieren is het, zoo men ziah
inbeeldt, dat lager ouderwijs te geven,
valt, zondier 'dat verschil van inzidht op
't onderwijs inwerkt. Dat gaat altoos, door.
Ook tal bleef men bij het pure rekenen.
In 't rekenen 'toch spreekt een wet. Van
wie is 'die wet? H.oe komt er die orde
in te foeerschen? Lezen kunt ge niet
leeren zonder leesstof, en leesstof geeft
voorstelling of leidt in een gedachten-
wereld. Doch natuurlijk, ons Lager Onder
wijs blijft niet blij rekenen en schrijven
ien lezen. Er wordit door het Lager.
Onderwijs geëxamineerd in de gronden,
der Ned er lands che taal, en daarmee komt;
de Linguïstiek. Vanwaar is de taal? Dit
hangt weer met 'de schepping van den,
mensch saam, er In sluipt de Evolutie,
Men komt to<e aan de aardrijkskunde.
.137)
Ja iden N oo rd-Wiesite lijken hoek der
tuinen Van, het Palais Royal, of zooals
let destijds heette „Ptalais Egalité,,J stond
inliet jaar II der Republiek, 1794 volgens
(ie oude tijdrekening, het huis d'at be
woond werd .door Paul Francois, voor-
burggraaf de Barras, thans een
voudig burger Barras geheeten en als
een historisch persoon geworden, die tij
dens het Directoire de regeeringsvorm
die volgen zou op het Schrikbewind en
die gevolgd zou worden door het Con*
Maat onder Napoleon 'Bonaparte lelie
Tijdens het Directoire als de burgeibla-
.stuurder Barras de hoogste macht in
Jan-den hebben zou.
T3e burggraaf de Barras was een echte
iand-edelman, geboren in het gebergte
van Var, met den ongebonden geest der
Provengalen, ci-devant gelijk zooveel an
deren, maar die de kunst verstond deze
vlek o,p zijn afkomst te doen vergeten...
zonder haar zelf te vergeten, want in
zijn hart was hij een edelman gebleven.
Hij had zich hals over kop geworpen
iu de politiek, die tot alles leidt, terwijl!
hij als een aal tusschen alle gevaren, alle
intriges, alle afgunst en allen liaat door
gleed.
'De voormalige burggraaf was aanvan
kelijk te Parijs gekomen om zijn fortuin
te zoeken als- .jpadet bij het regiment
van Languedo'c, daarna had hij als of
ficier gediend in 'de tropische gewesten,
lie de France len'P'ondiiiühéry, was na 'een
leven vol .wederwaardigheden daar ta
Marseille teruggekeerd ,en ten slotte -door
zijn medeburgers, uit Var gekozen tot lid
der Nationale Conventie, hetgeen hem
weer te Parijs bracht.
Hij had dus veel gereisd, veell gezien,
veel ondervonden en.... veei onthouden.
Als officier wist hij zich te bewegen
op het land en ter zee.
Als mensdh, begaafd met een groote
levendigheid, een stoere werkkracht, een
helderen blik, een grenzenlooze verme
telheid, een groote verachting voor de
mensclhen, genezen van alile vooroordee-
ien, met 'n vurig temperament maar daar
bij tevens fijne manieren, een omverza-
delijke eerzucht, die hem tegelijk niaar
rijkdom en macht deed streven, was hij'
als geschapen om er te komen.
Het tijdstip waarop hij geboren was
stemde volkomen overeen .met zijn avon
tuurlijken aard.
Boven alles was hij een doorkneed
menschenkenner.
van hier en Java en Suriname, en raakt
daarmee aan de geologische problemen.
Dan komt de kennis der natuur. Mach
tiger nog de vaderlandsCh-e geschiedenis,
En „last not least" komt er een examen
Ln de 'beginselen van onderwijs en op
voeding; en hiermee raakt men verward,
in het groot geheel van de anth-roprolo-
gische, psychologische en paedagogische
problemen.
Gaat ge 'daarop nu niet in, dan kweekf
ge dorre oppervlakkigheid en drijft op
gissen in stee van op weten. Maar hoe
ondiep al zulk onderzoek ook zij, ge
staat telkens voor tweesprong 'of drie
sprong. ,Ge moet keer op keer kiezen
of deelen. Kiezen in de groote problemen,
die geheel onze wereld- en levensbe
schouwing beheerschen. Om nu nog niet
eens te spreken van 'den- omgang met
d-e schooljeugd, waarbij nogmaals tal en
tal -van paedagogische problemen aan de
orde komen.
Ook ,kunt ge niet zeggen: Ik kies
niet, want dan kiest een ander voor u in
-een handboek, dat ge aanvaardt. De
heeren op de examens 'laten wel merken,
uit weik handboek ze tl zullen vragen.
Die .vooruit bekende handboeken wor
den dan voor -examen ingepompt. De
schrijvers yan zuljk -een handhoek staan
in den regel op anti-Christelijk standpunt.
Alles empirie en philosophiel
Komt .men nu, na zulk een studie en
examen, als onderwijzer op school, dan is
men reeds door zijn verleden, door zijn
omgeving, door zijn handboek, door zijn
examinatoren gedetermineerd. Men- kiest
op verre na niet altijd zelf, maar de
heerschende opiinie doet dit, die in het
begin alth-ans door -de gangbare gedach
ten .bepaald wo-rdt, en al noemt men zidh
dan duizendmaal neutraal- onderwijzer,
men is partijman als de beste. En heel
onze hooggeloo-fde, openbare, neutrale,
lagere school is dan ook reeds nu feite
lijk niets anders dan 'één machtige "pro
paganda voor het ontkerstenend (Libera
lisme, zoo niet reeclS yoor het Socialisme..
Neutraal is het tooverwoord der Volks
misleiding.
Ni-ets kiest bij 'tonderwijs zoo scherp,,
zoo volhardend, zoo altoos doorgaand
partij als juist de demon van ;t neutrale.
De leermeesters der bandieten.
Onder het opschrift „Uit Frankrijk"1
lezen we in het Fries ch D-ag-bladi:
Snijdend juist werd het gezegd.
Bij de Fransche auto-bandieten, die
daar thans terechtstaan, bevond zich ook
zekere Carouy, een man met filosofi-
'schen aanleg en wiens hoofd op hol ge
bracht is door het lezen der werken van
Proudhon. 1
Proudhon was ook Frans chmam
Was een der vaders van 't an
archisme.
Zijn groot-dogma was 't bekende La
propriété Pest le vol -eigendom is
diefstal. Zijn boeken en vlugschriften
woren de uitwerking van dit thema.
Carouy bracht in praktijk de rechter
had uit te maken hoe yer hij daar in
ging wat Proudhon had geleerd.
En zie nu 't saherpe contrast.
Waarop Carou/s verdediger wees:
Voor Proudhon, den leermeester, nog
pas te Grenoble een g-edenkteeken opge
richt. Q-at werd op schitterende wijze
onthuld. Daarbij waren de autoriteiten
aanwezig. 'Huldigden den grooten filo
soof, waarop immers het vaderland
trotsch mag Zijn 1 Ja, zelfs de rechter
lijke macht uit die streek deed ambtelijk
en officieel aan dat huldebetoon mede.
Voor Carouy..., het tuchthuis.
Voor zijn makkers.... de doodstraf.
Den leermeester: een standbeeld, ver
heerlijking en lauwerkransen.
Den leerling.,., vonnis, tuchthuis en
guillotine l
Soms vraagt men zich af, of volken
als de Fransche natie in hun geheel -nog
toerekenbaar zijn. Zij doen alles om re
ligie -en moraal te ondermijnen, ja weg
te krabben uit het hart des mensch/en....
en als 't hun gelukt is -en de anarchid
steekt den kop omhoog, dan moet de
guillotine weer onschadelijk maken, wie
ide theorie in praktijk omzetten wil I
Toen, om 7 uur, -een straal der zon
viel door het venster van zijn kamer, ge
legen op de eerste verdieping boven d-a
beroemde zuilengalerij, waaronder gedu
rende 2/3 van een eeuw heel Parijs, ge
slenterd had, rekte Barras zich uit, streek
de hand over zijn voorhoofd als om de
laatste nevelen van den slaap te ver
drijven en riep:
Catilina!
CatiLina was een mulat, lenig van li
chaam en met 'een schrander gelaat, af
komstig van het eiland Bourbon.
De voormalige burggraaf wist zich te
doen gehoorzamen.
Catilina snelde toe uit een aan de
slaapkamer grenzend vertrek en zeide:
Meester?
Mijn -kleeren, vlug!
De kamer was rijk gemeubileerd, een
vorst -had er 'zidh thuis kunnen gevoelen.
Het ovale ipilafond was beschilderd met
amors, -die .rozenguirlandes ophielden en
die de afgevaardigde van Var in de Na
tionale Conventie op zijn bed kon be
wonderen.
De meubelen, tiie hier stonden, het Lage
breede ledikant, met zwaar damasten gor
dijnen behangen, 'de tafel, stoelen, linnen
kast en waschtafel, waarboven een prach
tige spiegel hing, konden afkomstig zijn
uit een der koninklijke paleizen of min
stens uit een hotel Van een der prinsen
mag in geen huisgezin
ontbreken.
Niet de bandieten, zelf hebben de
grootste schuld. Maar wel Frankrjjk, dat
zijn zonen van God on vaiualleni Gods
dienst heeft vervreemd.
Geen terugwerkende kracht.
Het antwoord van den Minister van
Binnenlandsche Zaken op het voorloopig
verslag van de Eerste Kamer is voor den
onderwijzersstand wel een teleurstelling,
merkt de „Gelderlander" op.
Aan het noodwetje, dat, zoolang geen
jalgeheele verandering in de salarisregle-
ling heeft plaats gehad, kindergeld aan
de gehuwde onderwijzers £oekenti, zou,
naar algemeen gehoopt werd, een terug
werkende kracht verleend worden, zoo
dat de tegemoetkoming zou ingaan 1
Januari 1913.
Deze hoop is vervlogen. „Aan het
wetsontwerp, betreffende kindeigeld aan
ouderwijzers, kan de Minister geen te
rugwerkende "kracht geven", lezen we
in de Memorie van Antwoord.
Wij kunnen ons niet denken, welk for
meel bezwaar er tegen dit verleenen van
terugwerkende kracht kan bestaan. En
vindt de afwijkende houding van d/en Mi
nister alleen in den iinancieeleh1 toe4-
'stand haar oorzaak, dan zouden wij ge
neigd zijn te zeggen: Wiaar men erkent,
dat een noodtoestand is, moeten de gel
den gevonden worden, die daaraan een
•einde maken.
We vertrouwen dan ookt dat de Minis
ter alsnog zijn meening ,dat aan het kin
derwetje voor de onderwijzers geen te-
terugwerkende kracht verleend kan wor
ld en, zal wijzigen
Fijne manieren.
De „Standaard" vestigt de aandacht
op de manier, waarop de liberale „Zwol-
sche Ct." goed acht over den minister
van Oq lag e schrijven.
Hier is iete van het fraais:
Wie is Colijn? Wat is Colijn? Wij
weten dat hij, als wijlen Toontje Po
land, werkelijk en overdrachtelijk .een
brave boerenzoon is, en uit zijn jeugd
eenige boerenmanieren overgehouden
heelt, die wjj hem in de drukte en be
slommeringen van zijn dubbel ambt
gaarne vergeven.
Waarlijk, fijne manieren.
De drukkende militaire lasten.
Vooral voor degenen, die zoo klagen
over „de drukkende militaire lasten" is
zeer lezenswaardig, wat de Utrechtsche
afge/aardigde, de unie-liberale heer V.
Karnebeek in de Tweede Kamer heeft
gesp roken bij de verdediging van zijn
amevdement op -de Landweerwet en dii©
wij uilt de juist verschenen Handelingen
(blz. (2665) hier overdrukken:
„Er is hedenmiddag een voorstelling
van zaken gegeven, alsof de laatste her
vorming van onze militaire ins-teltingein
zou geweest zijn een vermeerdering van
militaire (lasten. Dat is volstrekt het Jge-
in de voorstad Saint-Germain.
E\ en rijk 'als zijn slaapkamer was de
gehee.e woning van Barras 'gestoffeerd.
HitihuLs, waarvan die Kvoning deel uit-
maalrte, het mooiste "gedeelte, behoorde
toe 'aan -een tooneelspeelster, 'die in haar
tijd beroemd Kvas geweest en die zelfs nu
nog voortleeft iin de herinnering 'der P'a-
rijzenaars, want (zijl wend tot hoofdpersoon
gekozen voor een drama, -dat in onzen
tijd te Parijs opgang heeft gemaakt.
M'irguérite Montansler.
Lang voor Antoinette Lange was zij de
ster van schoonheid en talent op het
Parijsche tooneel geweest, maar nu was
zij 00 zekeren leeftijd gekomen, hoewel
nog steeds een- aangename verschijning.
De schoonheid was verdwenen. Bevallig
heid en geest waren gebleven.
Of sdhoone Marguérite speelde geen
come die meer, zij Het anderen voor zich
spelen, dat wil zeggen, zij bezat een
eiger schouwburg, dien zij met veel
kunde en kunstzin bestuurde.
Hear zaken gingen voorspoedig, de
schouwburg, waarin haar gezelschap op
trad, was haar eigendom en zij Bezat
nog eenige woonhuizen bovendien, die
zij verhuurde.
W-aar had zij den voormaligen burg-
traaf Paul de Barras leeren kennen?
Dat leert de geschiedenis niet, maar zij
kende hem en hij behaagde haar zoo
val nieet. Het is reeds in de gewissefid®
stukken ,bij de behandeling van de Mili
tiewet, ook van de zijde der Regeering,
in het licht gesteld: ons leger is niet
vergroot, de militaire lasten, die op de
bevolking -zijn gelegd zijn niet vergroot
bij de laatste hervorming. De 8 lichtingen
die er bestonden op het oogenblik dat
die hervorming is ingevoerd, brachten het
eigenlijke leger op 121.450 man, en de
6 lichtingen waaruit het eigenlijke leger
voortaan zal bestaan, volgens de nieuwe
Militiewet, brengen het op 121.670 man;
dit is dus nagenoeghetzelfde. Bij dit
eigenlijke leger komt dan een getal van
85 a 87.000 man van de landweer, die
vroeger opgeleverd werden door de ze
ven lichtingen en thans, volgens hetgeen
nu "wordt voorgestejd, uit de vijf lich
tingen zullen opkomen. Dat is dus samen
een oorlogsweermacht van 208.670 man;
laten wij zeggen van 208.000 man.
Een dergelijke -oorlogsweermacht is
voor een land met onze bevolking inder
daad zeer gering. Als wjj nagaan hetgeen
daaromtrent 'geldt in andere landen, waar
mee iwij ons- kunnen en behooren 'te ver
gelijken, (vinden wij dat bijv., om terug
te 'keeren tot -een land, dat reeds -diikwjjlLs
in al deze discussies is genoemd, Zwitser
land, met -een bevolking van ongeveer
3.200.000, dus iets meer -dan de hel/ft
van onze bevolking wij toch hebben
een bevolking van ongeveer ómiilllioen
aan Auszug plus landweer kan beschik
ken over een oorlogsweermacht van
234.000 man, terwijl wij met niet ver van
de dubbele bevolking de beschikking heb
ben over slechts 208.000 man. Het ver
schil is dus zeer sterk in ons. nadeel
Nemen "wij 'een ander landt b.v, Roe
menië, dat e'en bevolking heeft, die niet
ver van de onz'e afwijkt, dan vinden wij
dat het leger op voet van oorlog aldaar
bedraagt 300.000 man.
Over Servië en Bulgarije, ofschoon die
landen Veel kleiner zijn -dan -het o-nze
en de bevolking veel geringer is dan die
van Nederland, zal ik niet spreken. Waf
die lan'den iin den laatstem tijd hebben
gepresteerd grenst bijna aan het onge
looflijke en daarom zal ik ze niet ala
voorbeelden, waarmede wij ons kunnen
vergelijken, aanhalen. Maar wel Zwitser
land, (Roemenië en ook België, dat een
bevolking (heeft van 7J/3 miilioen en dat
volgens de legerontwenpen, die daar aan
de orde zijn en horrilbile diotu daar
grooten steun hebben van de liberalen,
van /de linksche partijen in het algemeen
en thans ook van degenen, die aan de
gij-de van de regeering staan die, kan
men (dus wel zeggen, instemming vinden
bij een groot deel der voLksvertegenr
woordiging een oorlogsleger van
340.000 man zal hebben.
Als wij een en ander nagaan, valt- het
riiet te ontkennen, -dat ons leger zeer
ktein Is ien -dat het belachelijk is te spre
ken van idruiklkende militaire lasten, die
aan ons volk worden opgelegd."
zeer, dat zij hem deze mooie woning had
verhuurd en ze met 'zooveel weelde voor
hem had laten meubileeren.
Was hij gewoon vroeg op te staan en
zeer werkzaam, zij was het zeker niet
minder dan hij, want nauwelijks was
hij met kleeden gereed en daar be
steedde hij veel zorg aan toen CatilMna
aandiende: v
Uw huiseigenares, meester.
Hij wierp een blik in den spiegel! om
zich te overtuigen, diat er niets aan zijn
uiterlijk ontbrak en, toen dit onderzoek
een bevredigend resultaat opdaverde,
zei-de hij: 1 lil
Liaat binnen, j
Marguerite Montansler trad de kamer
binnen. Veel wias er nog van haar
vroegere schoonheid overgebleven, hjaar
geliaat was frisdh, haar gestalte sierlijk,
hjaar oogen schitterden vol glans -en een
glimlach, -een eeuwigdurende glimlach
om h|aar lippen. Zij was met veel smaak
gekleed en op 'de gepoederde h|aren had
zij een zwjart kanten doekje met een
groote kam vastgestoken.
Biarras bracht de hand, die zij hem
toestak, even aan zijn Lippen en verwel
komde haar met te zeggen:
At op? Wjat gebeurt er?
Haastig zeide zij:
Men heeft Hébert aangehouden.
(Wordt vervolgd.)