Ingezonden Mededeelingen Van Houten's Cacao 1)1: TWEE VRIENDEN. In zijn de vleeschrormende bestanddeelen in de juiste verhouding verbonden aan de vetvormende stoffen. Daarom is dit een ideaal voedingsmiddel. Tevens is het een aangenaam genotmiddel. Geen wohder dat het algemeen ais de volksdrank bij uit nemendheid wordt aanbevolen. 'weede Blad, behoorende )e bij Leidsche Courant van vierdag 8 Maart no. 1037. j(AMEKO VERZICHT. T\\ EUDI KA/VIEW. yidweer en Landstorm. Minister nlma en de 'kleingeestigheid der linker zijde. Oisteren, den laatsten dag vóór het aasch-reces, heeft de Kamer een aan- j stemmingen doorgemaakt. Twee nendemen'üen van den lieer Ter Laan erden verworpen. Een beoogde de irapping van de verlengde en verdub de kaderoefening bij de landweer, een ider de schrapping van de oefening op jaarlijRsche inspectiedagen van de ndweer. Ook werd nog gestemd over >t geheele ontwerp-Landweer. Dit ge redde op verzoek van den heer Ter jan. Het werd echter aangenomen met stemmen tegen 1.... die van den heer er Laan. Deze, door zijn socialistische jenden verlaten, stond alleen in de amer als anti-nationalistWaarom hij er stemming uitlokte, was niet recht jidelijk: ware de wet verworpen, dan iu alles bij het oude gebleven zijn rwijl thans het aantal landweerdienst- ren van zevei tot vijf en het aantal irhalingsoefeningen voor het gros van [manschappen (die geen rang beklee- »n) van twee tot een teruggebracht erd. Na de behandeling van de Landweer- et kwam de Landstormwet. Is deze jimaal aangenomen dan zullen bjjna Ie mannen tusschen het 20ste en) '40ste vensjaar voor 's lands verdediging be- hikbaar zijn. Bij de 210.000 man, waar- onze weermacht thans gesteld kan prden, komen dan nog 160 000 lieden, ;e een geweer kunnen hanteeren em jO.OOO landstorm-dienstplichtigen, die »f neven-diensten kunnen opgeroepen orden. Slechts enkele categoriën (zie- :n of gebrekkigen b.v.) zijn uitgeslo- n, Wie vrii 400tte> wegens broeder- Ifnst vrijgesteld werd, zich op zijn jshvinnerschap kon beroepen, zal noch- ids op de registers van den landstorm orden gebracht. De landstorm kan ech- :r uitsluitend worden opgeroepen in eval van oorlog, oorlogsgevaar of an- ere buitengewone omstandigheden. In ledestijd zal men er dus niet veel van lerken, dat men bij den Landstorm, be- wrt. Met 59 tegen 2 .stemmen werd Ie landstormwet aangenomèn die 2 rtemmen waren van sociaaldemocraten. .Minister Colijrt mag zich wel verheu gen in de medewerking van de gelieele (amer bij zijn energieke plannen, zoo loodlg voor onze weerbaarheid. Minder sympathie wordt door de lliin- ertijde betoond aan de even krachtige iguur van minister Talma. Met 54 tegen 15 stemmen werd de wet op de Ouder- öms- en Invalii diiteltsverzekering aan- enomen. Zuiver rechts tegen linksNa en uitslag deT stemming klonken rechts tekenen van instemming; minister Tal- la werd door de leden der rechterzijdfe elukgewenscht. Van de linkerzijde was f niet één, die- hem (Je hand kwam rukken, niet één, 'die hem zijn sympa- 5ie kwam betuigen met hetgeen hijf aar beste weten en eerlijke overtui- ing en met machtige krachtsinspanning »t stand heeft gebracht voor honderd- iuizenden. Kleinzieligheid, btkrompen- eid, naargeestige engheid ligt in deze andehvijze der linkerzijde. Dat het Ne- lerlandsche volk daar boven uit moge taan en voele en toone te begrijpen, ral deze minister tot zegen van heel et Nederlandsche volk tot stand heeft [ebracht. Uit de Pers. De Christelijke politiek gevonnist? in de Maasbode schrijft de zeer- erw. hooggel. heer p'rof. L. Wester- roudt een tweetal artikelen naar aan FEUILLETON. 341 Ik zal het beproeven, ik zal mijn test doen, ik beloof het u. Zij voegde er bij, terwijl haar stem ®o zacht werd dat zij klonk als een lief kozing En hebt ge mij niets voor uzelve te tragen Het eenige wat ik noodig heb is «zwijgen en geheimhouding, maar wel vil ik u zeggen, dat ik yoor uwgoed- |eid, mijn leven voor u zou willen geven, jat het van dezen dag af u toebehoort, lat gij slechts een teeken hebt te geven 50 zal alles doen wat gij beveelt, ik lal yoor u sterven. Zij stak hem de hand toe, die hij met wssen bedekte. Even liet zij hem begaan, toen trok zij tocht de hand terug en hernam Dus gij haat dokter .Nollan Ja. Het is tusschen ons een ver goede strijd, een strijd opi leven en dood. WÜ hem treffen, zooals hij de anderen jjc'roffen heeft, hem en allen die hem "J zijn verraderswerk geholpen hebben. De deur v^n het boudoir werd halver leiding van de twee volgende beschul digingen van mr. Treub tegen de Chrj politiek. Mr. Treub beweert in de „Vragen des Tijds" dat de Christelijke politiek misdoet aan de volksziel omdat zii: ,lo. Veinzerii .fin schijnheiligheid ver heft tot hoogst praciische deugden 2o. Wai haart heiligst móest zijn (d. i. het'Christelijk geloof) verlaagt tot politiek instrument. Op de 'e ste beschuldiging antwoordt de schrijver: „Rli,koaar geheel onkundig gebleven van wat toch eik onbevooroordeeld le zer uit de „Oraag op Baantjes" ru briek der Roomsche pers nog onlangs !eeren kon, weigert mr. Treub nog steeds in de zoogenaamde partijbenoemingen dezer regeering de eerlijke poging te zien tot herstel eener te lang verbro ken rechtsgelijkheid. Jal hij meent in dat zoogenaamde „voortrekken", een ernstig gevaar te ontdekken hij vreest, dat wie als candidaten tot staatsbenoeming zich melden, zich in strijd met eigen inwen dige gezindheid dj. schijnheilig tooien zullen in de kerkelijke politieke kleur der huidige regeering. Ziedaar een eerste punt. Hoewel door schrijver -zelf het meest ernstige geheeten, behoeft het ons ^Katholieken toch niet lang op te houden. Mr. Treub zeif immers erkent hoe weinig bedoeld verderfelijk gevolg der rechtsche politiek te duchten is, waar het in de onder scheidene takken van ons staatsbestuur, bepaaldelijk de benoeming geldt van •Katholiek candidaten. „Uitzonderings gevallen daargelaten, zoo heet het, zal het wel niet voorkomen, dat een niet- Katholiek tot de Katholieke Kerk over- gant om daardoor zijne kansen op het vei krijgen van een staatsbetrekking, op een sneile bevordering in zijn diensttak te vemoogen .En over het algemeen heeft, althans in landen met een ge mengde bevolking, de .Katholieke 'Kerk het lokaas van een staatsbetrekking niet noodig om haar zonen aan zich te .bin den en tot naleven hunner kerkelijke plichten te nopen. Vandaar dat van Ka tholieke benoemingen, het aankweeken van veinzerij en schijnheiligheid weinig «of niet is te duchten." Maar veronderstellen wij dan .eens (zonder het nochtans toe te geven) dat de vrees voor boven gesignaleerd ge vaar, althans voor wat betreft het niet- Kathoilieke dee# 'der coalitie-partijen,, werkelijk gegrond ware, .dan nog zeggen wij, dat nooit, alleen om deze reden, een linksche kabinet verkieslijk kan zijn boven het rechtsche. Ook aan linksche zijde werd zeker heel wat door partijbenoeming gezon digdmr. Treub erkent het ten volle en is met ons overtuigd, dat, zelfs bij het streven naar zoo groot mogelijke onpar tijdigheid, altoos en onwillekeurig de geestverwanten der benoemende regee ring een zekeren voorsprong houden zul len. Welnu, als dat zoo is, dan moet ook het vermeende gevaar voor geveinsde vroomheid tijdens ons christelijk be- wind, bij wisseling der regeering aan stonds worden vervangen door een an der, niet mindér ernstig gevaarhet ge vaar namelijk, dat deze of gene zich 'laf genoeg zal toonen om, ter wille der vurig begeerde positie, de tot nu be- leden godsdienstige overtuiging te doen 'schuil gaan-achter het beariegelijk mas ker eener gehuichelde vrijzinnigheid. Zeker, oo"k dit ware verlagende onop rechtheid ten zeerste veroordeelens- waardig l Maar die tevens, juist omdat zij in verborgen bedoeling haar kracht zoekt, wel altoos, bij wat regeering men moge leven, onvermijdelijk zal moeten blijven. Wie dus durft vonnissen opi dezen grond, d. i. op mogelijk misbruik door lafaards en misleiders, hij vonnist met het vreemde het eigen stelsel tevens." Aan het breedvoerig gedocumenteerd antwoord op de tweede beschuldiging ontleenen wij het volgende: „Godsdienstig geloof staat buiten de staatkunde l Ziedaar het oud parool der wege geopend en Jeanne Legner stak haar hoofd naar binnen. Burgeres,, zeide zij, daar is de burger Barras. Barrasriep Annette verwonderd uit. Ik meende dat hij afwezig was. Hij is zooeven gekomen, maar hij heeft slechts eenige oogenblikken .tijd. Het is go*ed, ik ga er heen. Waar is hij? In de serre. Alleen? Ja- Zij ging heen, terwijl zij den graaf meenam., (tot wien zij zacht zeide: Gij moet terugkomen, ik wil alles weten. Voor het oogenblik Juister goed naar hetgeen ik u zeggen ^zal. Ik zal u een beschermer geven. Ik zou jnii pl zeer moeten vergissen, wanneer de man, aan wien ik u nu zal voorstellen, niet binnenkort de machtigste man van h'rt oogenblik.in Frankrijk werd. H j is en kracht. En tegen Jeanne Legner •'egde z:: Blijf bij ons. In de serre zaf, on een rie en fauteuil, een forsch gebqjiwd man, met een glad geschoren ge i hf, aangename *r kken, een glimlach om de lippen, eenigszins (ironisch en minachtend. H j 7a i nchtelooze houding. Zijn kleeding was goed verzorgd en liberalen, door mr. Treub ten volle aan vaard. De vrijzinnigen, zoo 'ongeveer zegt hij, laten ruijjite voor iedere gods dienstige overUarjng. 2^ij nemen allen in hun gelederen opj dit alleen blijven zij eischen, dat men er van zal afzien, het staatsgezag dienstbaar te'maken aan de verspreiding der eigen (godsdienstige overtuiging. „Acht gij uw politiek be paald door uw godsdienstig standpunt, dan is liet met de mogelijkheid van vrij zinnig te zijn principle e! voor u gedaan." Voorwaar! „vrijzinnig zijn", het woord klinkt schoonMaar 't offer hier ge vraagd blijft ons alsnog te groot. Nfojlt gij vrijzinnig heeten, d.an brejig, zoo vraagt men ons, althans in h»et pu blieke leven het offer van uw geloof. Wilt ook gij het wijde strijdperk bin nen gaan, leg eerst uw zwaard terzij alvorens uit te treden, berg eerst tehuis uw geloof, dat kostelijkst sieraad, weg... dat men het daar beware bij 't speel tuig uwer jeugd I Een geloovig man, die zegt en toont te igelooven, past niet in 't volle ldchit. Hiet geloof, Gods naam, Zijn woord, 'tis .immers al te heilig, te hoog, dan dat men 't mengen ging met polithk of eenige maatschappelijke actie I Zoo klonk van ouds de taal yan 'vt liberaal beginsel. Maar wordt, zoo vra gen wij, de grove tegenspraak, die 'schuilt in deze woorden, niet dadelijks meer doorzichtig? Men gruwt van veinzerij, maar toont toch graag zich vroom, om anderer ge loofsbesef tot laffe rust te dwingen. Men ,'zegt te ..eerbiedigen de godsdienstige overtuiging, maar stelt daarbij den eisch, dat eerst de man, die zulk een overtui ging nog waarlijk hebben mocht, ze zelf vergeten zal. Om 't geloof, den naam van God, zooveel' men kan te weren, doet men beroep op beider hooge waar de. Men gunt aan allen plaats, maar en kel niet aan Hem, die aller Meester is. En denk nu niet; dat^ na dit alles, men looit godloochenaar wil heeten 1 Dat nooit I Alsof men God, wiens werken alom zijn grootheid melden, ooit duide lijker kan loophenen, <jan juist door .uit beginsel van Zijnen naam te zwijgen, 't Is immers één van beide: men aanbidt Ood óf men loochent Hem. God dood- 'zJwijgen kan niemand 1" En de Warmondsdie hoogleeraar be sluit zijn artikel Moge dan de vijandelijke uitval, van liberale £ijde naar het Christelijk kamp ondernomen en in deze weinige rege len belicht, ten slotte er toe mede hel pen, om met al grooter geestdrift ons Christelijk volk fe doen aanvaarden den weldra komenden strijd. Men zij bezorgd, men zij bekommerd om het rijk van den Christus opi aarde! Men begrijpe en onthoude het wel straks zal het gaan om het bezit onzer heiligste ^echten, qm de alles beslissen de vraag, of Nederland nog verder in zijn publiek staatkundig leven op de hulp van God mag steunen, of onver schillig Hem den rug keerenl „Pensioen voor 'n dooie." Het ouderdomspensioen, dat reeds op 1 Januari van het volgende jaar aan alle 70-jarigen, .die er voor in de termen vallen, zal worden uitgekeerd, tracht de linkerzij.de zoo dikwijls bespottelijk te maken door den uitroep afkomstig van den heer Roodhuijzen „wat heeft nu 'n dooie aan pensioen'*, waarmede men wil zeggener zijn haast geen men- schen op 70-jarigen leeftijd, die van dit pensioen kunnen profiteerenop "dien leeftijd zijn bijna alle menschen dood. De weerlegging van deze bespottende bewering vindt men in de volgende dui delijke driestar van de Standaard:. De luchtige praat alsof het ouderdoms pensioen, dat pas op 70-jarigen leeftijd ingaat, den uitroep wettigen zou: Wat heeft nu een dooie aan een pensioen!! vindt haar oordeel in de statistiek, aldus de „Standaard". Volgens de jaarcijfers leefden er ten onzent op 31 December 1909 van 70-74 j. 50.064 mann. en 56.982 vr. van '75-79 j. 23.315 mann. en 33.789 vr. ofschoon hij niet rijker was gekleed dan de andere gasten, merkte men toch on middellijk in hem den man van stand opi. Toen hij Annette zag, diediem tege- (ttioet kwam, stond hij haastig op!, nam de hand die zij hem toestak en drukte !er hoffelijk zijn lippen op, terwijl hij zeide Mijn groet aan de echoone burge res Lange. Wie is die jongeman? Een ongelukkige, antwoordde An nette, wiens geschiedenis ik u zal ver tellen en die mij om een gunst kwam vragen. Uw liefde? Neen, hij had mij nog nooit te vo- iren gezien, maar hij heeft hulp, bescher ming noodig geen geld want inder- Idaad heeft hij duldeloos geleden. Waardoor? Hij was rijk en men heeft ge heel zijn bezitting verbeurd verklaard. H:! had ouders, bloedverwanten en hij heeft ze verloren. Waar? Op de place de la Revolution. Een ci-devant dus? Waart gij dat zelf ook niet, mijn heer de burggraaf de Barras? Stil. En zegt men nog niet in uw ^ber gen van Provence: Edel als Barras? Het is mogelijk, maar ik zweer van 80 j. en ouder 18.654 m. en 24.702 vr. Alzoo samen 97.033 mann. en 115.473 vrouwen. Totaal 212.506 personen. En vraagt men nu, welke 'de verhou ding is tusschen dit cijfer en het aantal van personen, die allicht ouderdomsrente trekken, dan vindt men in de Duitsche Statistiek opgegeven voo'r 1 Januari 1911' een totaal van 98.335 gevallen, behalve de 918.760 gevallen yan Invaliditeit Nu is de bevolking van Duitschland ruim tien maal zoo groot als de onze. Men kan dus vaststellen, dat het aantal van degenen, die ouderdomspremie zou den trekken, ten onzent 'n kleine 10.000 personen zou uitmaken, en dat daarnaast ongeveer een 90.000 invalieden zouden komen, waaronder van zalf een aeer groot aantal personen begrepen zijn, die bij een ouderdomsrente, welke op 60-jari- gen leeftijd inging, niet bij de invalidi teit, maar bij het ouderdomspensioen zou den komen. Immers van 6070 jaar staan in de be volking opgegeven als mannen 150.100 en als vrouwen 163.241. Alzoo samen 313.341 personen. Het is alzoo geheel onjuist, een pas op 70-jarigen leeftijd ingaande rente als niet van zeer hooge beteekenis te Toe schouwen, mïts men maar niet vergete de zeer groote getallen van invaliditeits- rente, onder hen, die tusschen de 60 en 70 jaar zijn, in rekening te brengen. Onafhankelijker!. Door J. W. S. wordt in de M a|a,s- b o d e een beschouwing geschreven over het optreden van de zoogenaamd Onaf- hanftelijken in- Limburg. Ook in onze streken kan "men daan wel zijn. voordeel moe ,dioen.' Wiijl later^ erj daarom! hief, een gedeelte van volgen In streken, waar steeds één partij aan het bewind is,, vinden we ook altjjd een oppisitie. Zoo ook in Limburg, waar de bevolking bjjna uitsluitend uit Katholie ken ,besitaat en waar) dus ook! in' de vert tegenwoordigende .lichamen (ik heb hier voornamelijk gemeenteraden opi het oqg) als regel slechte Katholieken zitting hebben. Dat bij verkiezingen al gauw de per- sonenkwestie op den voorgrond trad,, is .best te begrijpen, en zoo vormde zjch een OQposiaepartij, die in het begin een pnschuldig karakter droeg, De laatste jaren iis dit .echter veranderd. De'opposi tiepartij is geworden een partij tegen de Katholieken en heeft den naam aangeno men van „onafhankelijke partij". Een partij tegen de Katholieken. £>it is zoo: de onafhankeljiken beweren., dat men aan politiek kan doen* zonder dat de Katholiciteit er iet» mee te maken heeft. Dat dit een onmogelijkheid .is. beeft men al dikwijls genoes- .bewezen, en heeft de partiji overduidelijk jgeleeirdu Hoe komt het dan. jdat er bii -de on- afhankelijken nog verschillenden zijn, die toch in hun godsdienstig leven goed Ka tholiek zijn Dit is te verklaren uit de niet samen tegen de regeering. Eensklaps wendde vh;ij zich tot den beschermeling der tooneelspieelster met de vraag: Uit welk land komt gij, jong mens ch Uit Bretagne, burger. Een provincie, die in geen goeden reuk staat op het oogenblik. Wat zal ik u zeggen? De Bretag- ners zijn koppig en' zij hechten aan de oude gewoonten. Uw naam? Ik wil tegenover u. niet liegen, of schoon de waarheid mij het leven kan kosten. Ik ben Jean de Trémazan. Voor de agenten der Nationale Conventie evenwel ben ik Jean Rocher, zoon van een landbouwer uit den omtrek van Ploërmel. Dit blijk van vertrouwen scheen Bar ras te vleien, want hij glimlachte vrien delijk tegen den jongen man, wiens moed hij bewonderde. Na een korte p'auze hernam hij: Er wordt stevig gevochten in het 'land van waar gij komt. Ik ben daar niet. Maar als gij er waart? Dan weet ik nog niet wat er ge beuren zou. Dat wil zeggen, dat gij het maar al te goed weet. wording van de piartij, want toen deze nog enkel aan oppositie zijn bestaan dankte, hebben de jiberalen zich in .die partij weten in te werken, en onder den naajn „onafhankelijken" bestaat de par tij nu voort, .in kern liberaalj doch met als aanhangers Katholieken. Men huldigt niet de liberale leerstellingen jn al haar omvang, neen, dat zou niet goed zijn dan zouden velenv die nog Katholiek! zijn en toch onafhankelijk, deze partij weldra den rug toekeeren. Waarom zeggen de pnafhankejjjken, waarom heeft Katholiek zijn iets te ma- kan met politiek, waarom moeten wij ons op; politiek gebied laten leiden en voor lichten door den godsdienst, .en waar om, zoo redeneeren ze verder, moeten we ook hierin den priester eanigszins als leider vojgeri en dus in zeker pp- zlcht van hem afhankelijk zijn? Waarom? Omdat depriesters de her ders zijn ons door God gegeven. Zij moe ten ons leiden en ons op de groote ge varen wijzen, waaraan we op ideze we-* reld zijn blootgesteld. En d.ie gevaren kunnen ook schuilen in politiek, hoe on schuldig voor den godsdienst die poli tiek in het oog van de onafhankelijken er ook uit moge zien. Die leiding hebben ze verworpen en in hun heele streven ligt, bij' eenjgen bewust,, Ijij meerderen onbewust, verzet tegen het Kerkelijk gezag. De voorlich ting die ze noodig hebben, zoeken ze in de z.g. neutrale bladen. Katholieke bla den lezen ze niet, „die ,zijn partijdig, fziet u, fmaar de „N. R^. Crt." en de^jTel.V zijn onpartijdig." Arme onafhankelijken, dat ze Joch eindelijk eens inzagen, hoe ze door het geregeld lezen van die zg. neutrale bla den, hun ^onafhankelijkheid geheei ver liezen, hoe ze door het -1 ezen van die verderfelijke lectuur, zoo 'tnog niet reeds geschied is, geheel gebonden worden aan het liberalisme, dat men zijn mooie fra- jzen hun Katholiek geloof geheel onder- -'mijnt. De Week in Het Buitenland. Nu door den Balkanoorlog, die veler lei belangen duidelijk naar voren deed komen, de groote Europeesche mogend heden zich. op alle gebeurlijkheden voor bereid moesten houden en derhalve, hetzij zij hun troepen voor een deel mobilisee- den ofwel eens nagingen hoe het met de weermacht stond die zij tegenover een mogelijke vijandelijke agressie zou den op de been kunnen brengen, bleek het hun, terecht of t en onrechte, dat zij geen van allen behoorlijk voorbereid wa ren. Een gewoon toeschouwer zou nu bij zichzelf denken, dat het onmogelijk is, dat zij allen van hun zwakheid over tuigd konden zijn, daar toch waar .zwak kere zij: ook sterkeren uit den aard der zaak moeten gevonden worden. En De graaf antwoordde niet. Hij kende de kunst niet om1 zijn ge dachten te verbergen. Barras vroeg verder: Wat doet gij te Parijs? Niets waar de .regeering belang bij heeft. Ik zoek bewijzen .tegen een lafaard die de plichten der vriendschap heeft verraden. Barras merkte op Zij zijn ook soms zoo moeilijk te vervullen. Dat waren zij niet voor hem. Men had hem niets gevraagd en niets dwong hem te doen, wat hjj gedaan heeft. En wanneer jjij die bewijzen gp- vonden heeft? Dan ?al ik met mijn geweten te •rade gaan en den weg vojgen, dien dit mij zal aanwijzen. Barras zag hem met *ijn doordringen de oogen aan. Wat deedt gij Jn Bretagne? Vroeg hij. Voor den dood v,an den koning leid de ik er het leven van een onbezoi^- den landedelman: Ik vischte, jaagde, oefende mij in het gebruiken .van de wapens onder leiding van een ouden gepensionneerden officier, reed paard en vermaakte mij met mijn'vrienden. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 3