^teenen voor Brood.
I DE TWEE VRIENDEN.
Tweede Blad, behoorende
a jij De Leidsche Courant van
)onderdag 20 Febr.no. 1023
hr;
noi '(Ingezonden.)
n' De tegenstanders cler tariefwet hebben
er heerlijk slag van de afgezaagde steSr
ei [ngen uit de oude doos, in flagranten
Ml strijd met de tegenwoordige eischen der
naatschappij en de practijk, telkens en
elkens weer op te disschen, als iets
rjoednieuwszoo noodig met een
inder sausje.
Van de zijde der tariefvoorstanders
noet dan weer voor de zooveelste maal
het vervelende werk geschieden bet
D/ipractische ,en ondeugdelijke dier steil
;!J jngen aan te toonen en de opgezette
[taarten hui zen om te kegelen.
II,1 Dat is een taai werk, maar waar groote
V£ lelangen op het spel staan, mag men het
errein niet laten aan de anti tari evers, all
J letten ze nog zoo'n grooten mond op.
;J Zoo predikt men nu alweer: de Staat
jp noet zich houden 'buiten alle inmenging
"0l n de onderlinge verhoudingen van handel
m nijverheid, zoo iets als het antieke
,kunst is geen regeeringszaak". Hoog-
stens zou vader Staat raad mogen geven,
naar handelend optreden, regelen, handiel
1;n industrie in nieuwe banen leiden, be-
chermen, dat mag hij niet.
Want, zegt men, en daarmede maakt
I nen dien onzin goed de Staat kan niet
ieoordeelen, wat het algemeen bellang
J jordert.
Maar wie moet 'het dan wel kunnen
'rö Tagen wij.
Allergekst is het, die bewering, dat
utsluiten van de staatsbemoeiing iin
iandel- en industriebescherming, te moe-
hooren van eene zijde, die, om een
51 roorbeeld aan te halen, inzake onderwijs
der jeugd den Staat almachtig wil maken.
Daar mag hij zich wèl mengen in de
Inderlinge verhoudingen, waar de h o o g-
liai it e g e e s t e 1 ij k e belangen van ver-
tand, karakter, toekomst van het kind
>p het spel staan.
Maar waar het gaat om bet mindere,
1 im de stoffelijke belangen, daar zou de
vei itaat verre moeten blijven.
a' Aldus meet men openbaar met twee
"1 aaten.
II D,e Staat moet, volgens hen, zoowat
vt oor toeziende voogd spelen. Armen-
org, onderwijs, verkeer, mag hijl tot
tc idi trekken, zaken van groot belang
ïatuurlijk maar moet zich onthouden
lan de leniging van den nood der natie
loor het verlaten eener valsche en ver-
reerde handelspolitiek, mag geen betere
J vegen inslaan. Want dan belemmert
(jij de vrijheid van het individu en treedt
z' e zeer op als bemoeial.
In ieder geval heeft hij af te blijven
ran het heilig huisje van den vrijhandel,
vaarin het politieke vuurtje brandende
(eliouden wordt, dat met zijn gloed in
len loop van 1913 de Nederlandsche
iezers warm moet houden.
Heel bezorgd uit men tevens de vrees,
lat de Nederlandsche Staatsmachine niet
egen zoo'n schok bestand is.
d De natuurlijke ontwikkeling der Staats-
o; [emeenschap zou gevaar loopen oftegen-
A ehouden worden.
0 Men vult met lange, Ledige veronder-
jeWngen aaji, wat een krachtige hand
m ne: iorschen greep in een ommezien in
11 reine brengt.
gt Wilde men rechts en'links eens uitzi en
ro: aar de twee buren, België en Dluitsc'h-
ik and, maar dat doet men niet.
Datzelfde België eenieder weet en
e iet het beschermt zijn handel, zijn
1 ndustrie door hoogere invoerrechten,
iet eens of daar de industrie onder dat
pIsel niet bloeit en reusachtig groot is
;n, eworden.
>ri Ziet eens nauwlettend toe, of er de
gi eestkracht minder geworden is? Of be
ll cherming verslapping, vermindering van
d nergie met zich voerde? België is groot
en sterk geworden en wij zijln krukken
ebleven.
)ni "Duurder is het er niet. W;ie met éen
p! i'jf- of elfdaags abonnement een
«rachtige maatregel,waaraan ze in Utrecht
'1 FEUILLETON.
20)
De gastvrouw klopte aan twee kamers
n bracht het bevel van den commissaris
,verop de derde kamer sliep zij zelf.
Het duurde eenige minuten en toen
u ertoonde zich twee dames, evenals d'e
astvrouw in peignoirs gehuld, voor den
eleurgestelden blik van Chaumette.
'ij Deze doorzocht daarop de kamers,
pende de kleerkasten, stak met zijn
1 egen onder de .bedden.
Niets. T
Vervolgens vroeg hij ook dg namen
fan die twee dames.
t Het waren burgeres Sainte-Amaranthe
3 -n haar dochter Emilie, die voor een
1 'er schoonste meisjes van haar tijd gold
)l De commissaris schuimbekte van
1 )'oede.
Geen mogelijkheid om het samenzijn
lezer drie vrouwen, aie 'blijkbaar slie-
)en toen hij voor het huis kwam, als
:en „samenzwering" voor te stellen.
Men zegde, dat de burgeres GrancV
nesnil enkel dames in haar huis ontving,
tusschen twee haakjes ook wel eens
mochten denken wie eens door B>elgië
reist of daar langer vertoeft, weet, dat
men daar met ëen franc evenveel doet
als in Holland met een gulden. Men ziet
overal krachtig leven en werken. Wia.t
blijft er nu over van 'de door de anti-
tariefmenschen zoo gaarne voorop ge
schoven bewering, dat bescherming tie
nijveraars s.'ap maakt, de industrie onT-
vvricht, de geestkracht dooft en alles
duurder maakt?
Onzin! D$t is weer een van die opge
blazen theorieën, die futloos zijn, op 'het
oog heel wat kleur hebben, maar uiteen
spatten, als men er naar wijst.
Zoo- staat het ook met Duitschland.
Die handel bloeit er, de industrie heeft
een ongekende vlucht genomen. Men
maakt er ten gerieve der industrie reuzen
werken. Alles Leeft er, vindt werk ien
brood. Zelfs onze eigen werklieden haas
ten zich daar te gaan arbeiden en werken
mede om Duitschland groot te maken.
Zoo groot is de vooruitgang, dat velen
het minder loonende lan;dibouwwerk Laten
varen, van het platteland naar de steden
trekken, zoodat de landbouwer behoefte
aan werkkrachten heeft. Maar de land
bouw is ook al weer winstgevend, trots
die moeilijkheid, door wetten, die de be
staansvoorwaarden gemakkelijker maken.
In Duits-chland heeft men beter durven
doortasten en laat men zich minder ge
legen liggen aan de boekengeleerden, die
zooals hier in Nederland van uit
hun bureau uit willen maken, wat de
boer. de winkelier, de industrieel, de han
delsman noodig heeft, om zijn zaak
vooruit te helpen, en nog minder aan de
politici van den zooveelsten rang, die
het beter willen weten, dan de ervaren
regeerders, die der leiding der staats
zaken in handen hebben.
W,aar men er-op wijst, dat in Duitsch
land de consumptie-artikelen duurder
werden., vergeet men, /lat be loonen ook
enorm stegen, dus dat dit feit geen ver
slechtering van positie bracht.
In Duitschland, waar toch anders heel
wat afgefilisofeerd wordt, heeft men in
drie jaar, toen het met den ouden,
sloffefigen vrijhandel niet ging, een
anderen koers klaargemaakt. In drie jaair
had men daar alles overwogen, alles
beredeneerd, alle voorbereidende fiscaLe
maatregelen getroffen.
Men liet daar de praters praten en
handelde bij'tijlds.
Een Antitarief-comité had men er niet,
alhoewel het daar, evenmin als hier, ge
hinderd had aan de totstandkoming der
betrekkelijke wetten.
Het resultaat was na eenige 'jaren
schitterend en nog kan men dagelijks
vooruitgang bespeuren, zeer ten nadeele
van ons eigen bestaan hier in Nederland.
Men noemt ons wel eens de Chineezeini
van Europa, en moet er "het zwijgen toe
doen, als men uit de beweringen van Het
Antitarief-comité leert en ziet, hoe het
alffce moeite doet, om den conservatief
uit te hangen en alles bij het oude
te laten.
Is het niet al te gek, dat men van
•die zijde nog stellingen ziet verdedigen,
die door de resultaten der tariefinvoering
in de aangrenzende landen dubbel en
dwars weerlegd zijn Waar wij de vraag
om eene tariefwetgeving reeds van 1904,
dus reeds negen jaar lang, uit all e de el en
der natie zien opkomen en noodig heb
ben. Het Anticomité belooft ons van
wege den vrijhandel gouden bergen voor
de .toekomst, terwijl er nu nog geen
heuveltje te zien is in de halve eeuw
vrijhandel.
Blijft het bij den vrijhandel, dan zat
er welvaart zijn. En brood in'overvloed!
zegt men. Dat is theorie!
De vrijhandel wil ons s t e e n e n voor
brood blijven geven. D'at is practijk,
en daar beware men ons Nederland
voor in 1913.
KAMEROVERZICHT.
TW e£DH KAMER.
In snel tempo. Oppositie.
Niet minder dan zes 'dagen beraad -
slaagd over één artikel, nl. artikel 34,
en gisteren, in één dag, zijn er honderd
artikelen afgehandeld.
maar, hoewel Chaumette ditmaal het te
gendeel niet bewijzen kon, geloofde hjj
er toch niets van.
Hij was te laat gekomen.
Er moest verraad in het spel zijn!
geweest en intijds gewaarschuwd^ wa
ren de vogels gevlogen.
Zooals een jachthond het spoor ruikt
van het wild, dat bij zijn nadering is
gevlucht, zoo hield hij er zich. van over
tuigd, dat in dit huis een talrijk gezel
schap was geweest, al vond Jjij er nietsj
dan deze drie vrouwen en <te bedienden.
Alvorens heen te gaan, snauwde hij
de burgeres Grandmesnil toe:
Men heeft u bij de Nationale Con
ventie aangegeven. Uw huis is een broei
nest van samenzweerders en verdachten.
Gij ontvangt hier aristocraten, ci-devants
en handlangers yan de uitgewekenen.
Dat is een misdaad tegen de natie. Zij
houdt het oog op u gevest:g(d. Neem u
in acht. Ik zal mijn rapport .opmaken
en daarin schrijven wat. ik gezien heb
en wat ik er van denk.
Chaumette trok af met zijn manschap
pen.
De pendules in het jachthuis sloegen
twee uur na middernacht, toen de be
woonster weer alleen waren.
Zij vielen elkaar in de armen, ven-
Zulk een feit geeft nog eens moecT|
voor de toekomst en doet ons met ver
trouwen fde verdere (beraadslagingen tegei-
tnoet zien. Er heerschte een zin voor
welwillendheid in de Kamer na wat
er de laatste dagen is voorgevallen, zeer
te apprecieeren stemming.
Hier en daar werd een korte halte
gemaakt, doch dan ging het weer vlug
verder, totdat men kwam aan een
amend-ement-Duijs en een amendement-
Treub. Beide werden verworpen. Ge
lukkig, want beiden streden met den
geest van het wetsontwerp. Men be -
proefde wederom af te wijken van het
grondbeginsel, dat nl. de uitkeering ge-
evenredi-gd moet zijn aan de betaalde
premiën. De heelr Duijs wilde die uit
keering hooger maken voor menschen,
die in gevaarlijke bedrijven werken zij
moeten daarom een Jpgere premie be
talen, omdat het 'bedrijf zelf, de patroon
voor het grootste gedeelte de risico van
cfat gevaarlijke werk moet dragen. De
heer Treub wilde hetzelfde voor men
schen met lage Loonen. en zonen, kostwin
ners van weduwen.
Voor izooveelste maal jging het weer
rechts tegen links. Zoo iets bewijst d'e
kleingeestigheid van de linkerzijde, dije
immer en altijd tegen den minister moet
stemmen.
Uit de Pers.
Minister Talma.
In een artikel in de Chr. Hist. Neder
lander vinden we o.m. de volgende
waardeerende woorden over minister
Talma.
Geen minister heeft meer voortvarend
heid, meer ijver, meer kennis van de
zaken van zijn departement betoond,
meer wijsheid ook buiten zijn departe
ment opgedaan, dan <kze minister. Ook
ligt er nog veel ter afdoening gereed.
Maar de Kamer is zelve schuld van
te weinig afdoening. En zulks door toe
doen van de linkerzijde zelve.
Wij laten de opzettelijke obstructie nu
onbesproken. Maar de Kamer, speciaal
de linkerzijde, bezigt voortdurend- den
nationalen tijd, den tijd voor afdoen van
regeeringsontwerpen bestemd, tot on-
derlingen partijenstrijd. Niet over staats-
aangelegenheid loopt in den regel) de
strijd, maar over de persoonlijke belan
gen van ambtenaren en arbeiders. D'aar-
ovèr is het gepraat eindeloos. Voorts
over de houding der Kamerleden ook
buiten de Kamer. Wat in partijmeetings
moest worden behandeld, komt in 's
lands vergaderzaal ter sprake. Reeds nu
zijn honderde bladzijden meer volge
praat dan vroeger in een heel jaar! Men
debatteert vaak niet meer over wat de
Regeering voorstelt, maar over elkan
ders gedragingen.
En dan komt men aan het land ver
tellen, dat Minister Talma niets tot stand
brengt.
Fraai.
Door welke beginselen de vrijzinnigen
zich bij het stellen hunner candid'aten
laten leiden moge blijken uit het volgen
de, wat uit Doetinchem aan het „Vad."
wordt geschreven.
„Als candidaat d.er liberale partijen
in dit district wprd/t veel -genoemd mr.
De Meester. Van anderen kant wordt
verwacht, dat de liberalen uit tactisch
oogpunt geen candidaat in djt zoo ster
ke district voor rlechts zullen stellen,
maar als één man op den heer v. d. Laar,
den dissenter van rechts, zullen stemmen.
Ook dan Zal de kans niet groot zijn,
daar de a.-r. candidaat den v.origen keer
een meerderheid van 2200 stemmen
kreeg.
Een fraaie tactiek! zegt het Cen
trum.
Doo rverdeeldheid bij de tegenpartij
te zaaien trachten de liberalen te ver
krijgen, wat ver buiten het bereik hun
ner kracht ligt. l i
Een herhaling van hjet onwaardig be
drijf in Ommen.
De vraag mag echter worden ge
steld: zullen mannen als, mr. Van de
Laar met hun christelijk-s.ociale begin-
.selen zich voor dergelijk onprincipiëel
en anti-clericaal gedoe als speelballen
laten gebruiken
heugd, dat het gevaar voor ditmaal weer
geweken was
Het gezelschap, dat in het jachthuis
bijeengeweest was, had zich verspreid
in het park Bagnolet, dat verscheidene
uitgangen had, zoodat rnen, mits ^neii
maar in tijds voor een naderend gevaar
was gewaarschuwd, daar nooit over>-
wallen kon worden.
Alle bezoekers van het jachthuis wis
ten den weg, dien zij te vplgen hadd|:n,
om het naderend gevaar te ontwijken,
alleen Jean de Trémazan en Pierre Las-
son kwamen hier voor het eerst, maar
de markies de Chalay verstrekte hun tot
gids door de dpnkere lanen onder het
zware geboomte en vervolgens over een
landweg, die uitkwam op de barrière
y^n Charenton.
Op dien weg gekomen nam de markies
afscheid van hen en sloeg een zijpad in
om weer langs ee!n anderen weg Parijs tte
bereiken, terwijl zij de barrière door
gingen en hun legitimatiebewijzen ver
toonden aan den slaperigen wachter.
Ongehinderd bereikten zij hun woning
aan de rue Neuve-des-Petits-Chainps.
Op hun kamer gekomen stak Jean lfcht
aan en bij dat licht beke-ek hij het ge
zegelde papier, dat de onbekend^ hem
Hoe de socialisten zich weren.
\Vij lezen in de Gel dAerl an dCer:
Als, een staaltje, hoe de socialisten
zich nu reeds weren tegen de aanstaande
verkiezingen, meen en wij de aandacht te
mogen vestigen op een advertentie in
het „Nieuwsblad van het Noorden" be
treffende een reeks van openbare verga
deringen te houden in de distrietsfedo-
ratie Hoogezand.
De heer Spiekman, lid van den ge
meenteraad van Rotterdam, zou te Hoo
gezand spreken op 15 Februari, te Hark
stede op 16 Febr., denzelfden dag nog
te Westerbroek, den 17en te Harendler-
molen, den 18en te Vroombosch, den
19en te Helium, den 20en te Ten Boer,
•den 2len te Woltersum.
Het onderwerp zal telkens zijn „De
daden d.er christelijke regeerings.meen-
derheid, dje vrijzinnige concentratie en
de S. D. A. P. in de Kamer."
Toegang tot de vergadering 10 ets.,
arbeiders 3 ets., vrouwen vrij.
Aan de besturen van christelijke en
liberale kiesvereenigingen wordt ver
zocht, van hun zijde een debater te zen
den.
Of liet voor mannen van rechts ge
raden is aan deze uitnoodiging gevolg te
geven zouden wij ernstig betwijfelen.
Zelfs de bes.t onderlegde en meest ge
vatte spreker is, tegen een niets of nie
mand ontzienden socialist niet opgewas
sen, allerminst in een openbare verga
dering, waar het niet aankomt op logi
sche redeneering en strenge argumentee
ring, maar op de handigheid om door
groote woorden een toch al bevooroor
deelde massa op te zweepen.
Maar zeker valt er aan onze zijde van
de socialisten te leeren hoe "er van nu
af al gewerkt en geijverd moet worden
om de kiezers in te lichten en op te
wekken tegen den aanstaanden stembus
strijd.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Vergad. van Woensdlag 19 Febr. (Verv.)
De heer Treub (V. D.) merkt ten
gunste van de amendementen-Duys, op,
dat het sterkste bezwaar, dat men aan
voerde tegen de toelating van cfc bizon-
dere fondsen was, gelegen in d)e -vrees
voor selectie. Welnu juist daartegen;
geeft het stels.el-Duys een goed wapen,
daar bij aanneming der amendementen
ook de Bank voor de gunstige ris.ico
gunstige premies, kan vragen.
Wel zou in de eerste jaren d;e' bppa-
ling niet werken bij gebrek aan gegevens
om de klas,s.eindeeling te kunnen maken.
De Minister wijst erop, dat <Je in-
validitcitskans niet volkomen op en neer
gaat met de bedrijfsrisico, groote invloe
den b.v. worden geoefend door de vraag,
of een fabriek midden in een groote stad,
staat dan wel in de vrije natuur. Voorts,
zou men te veel indeelingen krijgen, te
ingewikkelde berekeningen moeten ma
ken. Dit zijn de twee redenen, waarom
de gevarenklassen buiten het ontwerp
zijn gebleven.
Alleen in die bedrijven, waarin men
duidelijk kan zien, clat de arbeiders zeer
ongunstige kans. loopen, kan de premie
volgens, een hoogere klasse wordende-
heven. Dit heeft de minister zelf reed's,
in het ontwerp gebracht.
De Minister wijst er bovendien op,
dat hetgeen de heer Duys wil, in strijd
zou zijn met het beginsel in art. 62 neer
gelegd, dat verband, brengt tusschen pre
mie en rentebedrag.
De heer Duys (S. D.) wijzigt zijn
amendement in dien zin d.at de jndee-
ling alleen een bevoegdheid wordjt van
de Regeering.
Het eerste amendement wordt verwor
pen met 42 tegen 20 stemmende "an-
dere amendementen-Duys zijn daarmee
vervallen.
Bij art. 167, vaststellende de premie,
verdedigt d/e heer Treub (V. D.) een
amendement, dat een lagere premie vast
stelt voor gehuwden dan voor ongehuw-
•'den, het verschil voor de geh,uwd(en bij
te passen door -den Staat en,voorts dje
premie in de l,agere loonklassen wordf!
verlaagd 'en in de hoogere verhoogd.
De heer Treub '(V. Dl) betoogt ver
in het jachthuis va,n Bagnalet h,ad ge-
gev,en.
Er waren slechts deze woorden op
geschreven
„Doe wat brenger dezes u zal vra
gen".
Geen ondèrteekening.
Het "briefje was geadresseerd aan
„Burger La 'Bussière, op de griffie van
de Revolutionaire Rechtbank."
Jean mompelde:
Eindelijk zal ik dan weten.
Intusschen had Pierre Las.spn op de
tafel een brief gevpnden aan Jean rger
richt, dien hij hem jiu ter hand steld'e.
Hij was yan Jeanne Lègner.
Zij schreef:
„Mijn vriend
De burgeres Lange wenscht u te spre
ken. Zij heeft vernomen dat het meisje,
waarin gij belang stelt, niet meer in
l'Abbaye is en verzoekt u morgenavond
om 10 uur, met uw y.riend, in de rup dié
Suresnes te komen. Zij geeft daar een
feest. Ik zal dan tegelijk het genoegen
hebben, u weer-te zien. Vraag naar mij
als gij in het huis komt, ik -zal u tot
geleide dienen. Uw vriendin,
JEANNE."
Twee uitnoodigingskaarten waren bij
den brief ingesloten.
der, dat in het stelsel van het ontwerp
de lagere loonen naar verhouding zwaar
der worden gedrukt door de premie. Fei
telijk is de druk reeds zwaarder, wanneer
het percentage gelijk wordt, maar zeker
moet men niet de lager bezoldigden ook
percentsgewijs nog hooger belasten. Wel
iswaar wordt de rente dan wat geringer,
maar zelf zegt "de minister, dat het billijk
is, dat er tusschen loon en rente eenig
verband bestaat. k
Bij de verdediging van het verschil
tusschen gehuwden en ongehuwd en zegt
hij met gehuwden gelijk te stellen den
weduwnaar of de weduwe, die een of
meer kinderen heeft. Hij heeft niet ge
sproken van „kostwinner", omdat dit be
grip te vaag is en Th de meeste gevallen
zoo'n kostwinner zal zijn een oudste
zoon, di.e voor zijn moeder, die weduwe
is en zijn jongere broers en zusfers wenkt.
Wielnu, deze hebiben weezenrente.
Jiij laat het verschil voor de gehuwden
en met hen gelijk gestelden dragen -door
het Rijk en niet door den werkgever, o.p-
'Jat deze er geen b elang bij li ebbe,, dat
ziin arbeiders ongehuwd zijln.
De Min ister acht dit laatste in het
stelsel van tien heer Treub juist, maar
dat neemt niet weg;, dat het.geheel in-
druischt tegen hetgeen nu herhaaldelijk
is gebleken, het algemeen gevoelen te
zijn, dat het Rijk niet in normale om
standigheden een belangrijk aandeel mag
nemen in de verzekering en dat aan den
anderen kant ,de rente voor de laagste
loonen niet Jager mag zijn dan zij in
het ontwerp is. Inderdaad kan men dan
ook niet beneden een zeker minimum
gaan, zonder de rente terug te brengen
tot een bedrag, dat in het sociale leven
niet meer meerekent
Voorts is het principieel verkeerd om
elke moeilijkheid, die er ontstaat op
grond van te groote offers, die van de
burgers gorden gevraagd, maar op te
lossen door het "Rijk te laten betalen:
„principiis obsta" zegt de minister.
De heer Treub (V. D.) zegt, dat de
minister zoodoende opzettelijk de werk
lieden met de laagste loonen naar die
kerkelijke diaconieën drijft. Ook van
rechts is in de commissie van voorbe
reiding erkend, dat het een averechtsdue
wijze van doen is, wanneer de sociale
verzekering oorzaak zou worden, dat men
de arbeiders naar de diaconieën drijft.
De minister ziet bij zijn argument, dat de
premie zooveel lager zou worden, ge
heel over het hoofd, dat iemand, die een
zee rlaag loon heeft, dit toch niet zijn
gansche leven even laag behoeft te hou
den.
De Minister refuteert de onderstel
lingen van den heer Treub. Hij heeft niet
gedacht aan de jonge menschen van 16
en 18 jaar, die laag loon hebben: deze
kunnen in elk geval toch wel de premie
betalen, maar het gaat om de menschen,
die hun gansche leven in kommervolle
omstandigheden leven.
Diat de menschen naar -de diaconieën
zouden worden gedreven, omdat zij één
dubbeltje per week meer moeten uitge
ven, acht de minister niet aan te nemen.
Het amendement-Treub wordt met 36
tegen 20 stemmen verworpen.
Gemeenteraad van Alkemade.
Vergadering van gisterenavond.
Voorzitter de heer F. H. van Wichen,
burgemeester. Aanwezig alle leden.
De notulen der vorige vergadering
worden gpedgekeurd.
Onder de ingekomen stukken was
procesverbaal van kasopname van B. en
Wi. bij den gemeente-ontvanger. De kas
gelden bedroegen f21326,06, in kas was
f4325,06. Ged. Staten hebben goedge
keurd een aantal raadsbesluiten, waar
onder dat, waarbij een perceel werd aan
gekocht en bestemd voor openbare lagere
school. Ook was door Ged. Staten goed
gekeurd het besluit tot aangaan van een
geldleening voor den aankoop van grond
te Kaag voor stichting eener openbare
lagere schooi; het Kon. besluit was ook
ingekomen, houdende goedkeuring van
ide verordening op de heffing van'H. O.
tot een maximum, van f 10.000. Alle be
noemde -en herbenoemde leden van de
verschillende commissies van schoolver
zuim verklaren schriftelijk, dat zijl (hum
Jean de Trémazan keek zijn vriend
aan en vroeg:
Zullen wij er heen gaan?
Waarom niet?,
Wij zullen kleederen moeten heb
ben om naar dat feest te gaan.
Dan zullen wij ze .koopen. Onze
middelen veroorloven ons die uitgaven wel
Pierre glimlachte vol verrukking1.
Ik geloof, zegde hij, dat wij een
paar volmaakte Parijzenaars worden.
Reeds zijn wij ingewijd in de werelcj.der
samenzweerders en nu worden wjj ge-
noodigd om o,p een féést ten huize eener
beroemde kunstenares te verschijnen.
Wie zou dat ooit gedacht hebben, Ik
begin -hoe langer hoe meer pleizier in
ons avontuurlijk leven te krijgen.
Eenige minuten later sliep hij vast,
terwijl zijn vriend nog lag te peinzen
over zijn lieve Thérèse, zijn zuster Rosa
en zijn dierbare afgestorvenen.
En hij vroeg zich af:
Welke macht bezit die geheimzin
nige man toch en wat zal ik morgen op
de griffie van de revolutionnaire recht
bank vernemen
De vermoeienis overwon eindelijk de
gedachten, die hem bezighielden en dfe
slaap bracht ook hem vergetelheid.
(Wordt vervolgd.)