e Zeidbehz ©ou^cmt No. 1007. staking en>itsluitifig. De Liturgie. BUITENLAND. 4e Jaargang. Bureau OUDE SINGEL, S4. LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. UT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering A liet GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week voel |,io per kwartaalbij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco er post 1.50 per kwartaal. Abonderlijke nummers 2'/, cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 15 regels 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regel meer 30 cent. met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Qroote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentigngevraagde betrekkingen, huur en verhuur, koop en verkoop (geen handels-advertentign) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 ï3nt. 10) ok [)jt nummer bestaat uit TWEE E BLADEN en een GEÏLLUS TREERD ZONDAGSBLAD. Wij hébben gezegd dezen keer de zoo Efr4crhaaldelijk in het oeconomische en so- |;ile leven voorkomende verschijnselen, taking en uitsluiting, te zullen beschou- fen in het licht der Christelijke, der [atiiolieke beginselen, 'kv Vooreerst dan: Wanneer is een sta- ht |nonrechtvaardig en ongeoorloofd? telifoord'it we deze vraag beantwoorden oetcn we eerst Uitdrukkelijk vaststel- m dat het zeer dikwijls gebeuren kan, aPiht een >taking niet strijdt met de fvhtvanrdighcid, terwijl zij toch onge- voc „rloo^d is, omdat zij in strijdt is met lag en andere deugd. Kv. met de naasten',- efdc. 0«s antwoord zullen we daar- AS, m in tweeën splitsen en eerst agggejn, ^Tnnnecr een staking ongeoorloofd is, indat zij in botsing komt met .de recht- lardigheid, en vervolgens, wanneer een laking ongeoorloofd is, omdat er mis- reven wordt tegen een andere; deijgd. Een staking is onrechtvaardig, als! m aarbij de arbeid.ers onrechtvaardige lichen stellen, als zij b.v. een loorf iscl.eu, dat uitgaat bóven het maximum, etwelk de industrie kan d,ragen, 't Is uijjelijk, dat op dezen algeineenen regel nkele uitzondering kan bestaan. SF Ecii «taking is onrechtvaardig, als en aarbij de arbeiders niet in acht nemen ka gebruike! ijken qpzeggingstcrmjjn,! )f, zoo zij een contract hebben gesloten, en in dat contract bepaald,en tijd. Op lezen algemeenen regtl zijn echter wel '{zonderingen. In twee gevallen gaai ij lil. niet op. iTen eerste, wanneer de Ijatroon zijn stilzwijgend of contractueel io p zich genomen verpllcht/jj^eu niet zou n akomer;. Op, de tweede plaats, wanneer or! ie arbeider noodgedwongen aan den ar1- eid zou gegaan z.ijn opl beslist oiirecht- aardige voorwaarden, b.vi jegen beta- hg van een loon, zeker berieden; het llnimum. Dit zijn de tweede algemeene regels op v/elke twee laatste weer -twee uit- onderingen bestaan) die wij in het oog ebben te houden bij het beoordeel en an liet al of niet rechtvaardige :bi ran een staking. Naar aanleiding van het voorafgaande laken wij hier. inet het oog op de prac- ijk, de volgende bemerking. Er breken zeer vele §tslringen uit,, ie vaarbij de arbeiders jpiiotse 1 i ng, Zon- H Ier den gebruikehiken opzeggingster- rd nijn of contractueel bepaalden tijd af te a| vachten, den arbeid neerleggen. Dit is, :ooals wij gezien hebben, onrechtvaar- lig', t e n z ij er splrake is van een van le twee uitzonderingsgevallen. Dat is diter dikwijls niet zoo. Men staakt, niet •rndat de pairooru zijn op zich genomen 'erpiichtingen niet is nagekomen, niet XIV. De Misgewaden. Zooais gezegd, zullen wij afzonderlijk jaan bescliouwen de gewijde gewaden^ lie de priester bij het lieilig Misoffer haagt, :n a.antoomen de .tweevoudige toe- g, die zij hebben, namelijk: op het ij den des Heer en (de allegorische) of op de z e d e n 1 e e ir van ideri christelijken iOdsdieiiSt Allereerst de Amikt.' Het is een witte, linnen doek, gewor den over hals en schouders. Bij eeniige loosterorden die der Franciscanen i.V. wordt die doek gedragen om die tap van de pij. tDe amikt behoort ook tot de kleeding van den diaken en den lubdiaken. De amikt herinnert ons aan den doek, Waarmede men het gelaat «des Zaligma kers bedekte, toon men Jiem sloeg, en sportend zeide: „Profeteer ons, wie U Jeslagen heeft 1" In geestelijken zin beteekent dit ge baad den „helm des Jieils", waarvan de H, Paulus spreekt, Met een groot ver trouwen nl., en als zeker van Qods hulp, leker van zijn heil, moet de priester altaar naderen. Vandaar- dat oudtijds, zooals, gelijk we zelden,,, jbiji sommige omdat het loon beneden het minimum wordt geacht, doch omdat men van mee ning is dikwijls misschien zeer juist dat het loon te ver beneden hét maxi^- njum is, dat de industrie een veel hoo- ger loon kan cirsgen. Zulk een handel wijze zulk een pllotseling neer leggen van het wérk is, zooals uit het bovenstaande duidelijk zal zijn, in strijd met de rechtvaardigheid, dusvoofl plicht-getrouwe arbeiders besiist onge oorloofd. Gelijk wij 'reeds Heijden kan e,en staking ongeoorloofd zijn, niet alleen, omdat zij tegen de rechtvaardigheid, indruischt, inaar ook, omdat zij strijdig is met een andere deugd,. Wajaneer dit laatste ge schiedt zullea we in het kort aantoonen. Een staking is ongeoorloofd, als zij is tegen het algemeen belang. Daarom is een staking van ambtenaren steeds ongeoorloofddaarom zou het ook b.v. ongeoorloofd zijn aan brandweerlieden om bij een hevigen brand liet werk te staken. Een staking is ongeoorloofd, rils .gij niet is het uiterste middel, als njet alle andere middelen te vergeefs zijn be proefd. Dit volgt uit het feit, dat een strijdmiddel voor den Christen niet het geëigende middel is om -iets te verkrij gen, en dat bovendien het strijdmiddel, waarvan hier sprake is, de staking, zulke 'rampzalige gevolgen met jrich mee kan brengen. Een staking is ongeoorloofd^, als er 'geen kans is van slagen. Het strijd 'toch met de üefde, die men verschuldigd is aan zich zei ven, aan zijn huisgezin en aan' zijn patroon, als- men zkhzelven zijn- huisgezin en zijn piatroon .in moeilijkhe den brengt, zonder eenig goed, gevolg, zonder eenige vrucht. De ongeoorloofdheid van een staking vanwege liet doel, dat er mede beoogd wordt, zullen wij buiten beschouwing la ten. Wij hebben dus in drie algemeens regels aangegeven, wanneer een staking, ook al zou /e niet onrechtvaardig zijn, toch ongeoorloofd is. 't Zou ons te ver voeren, als wij hier nog aan toevoegden een beschouwing over het z.g. posten, d. w. z. het aan doen van overlast of gewéld aan de nief- stakers of degenen, die voor de stakers in de plaats treden. Terloops willen wij echter zeggen, dat zulk posten ons be slist ongeoorloofd toeschijnt. Wjij gaan nu over tot de beantwoor ding van de vraag, wanneer is een uit sluiting onrechtvaardig en ongeoor loofd. Als men 't antwoord, dat wij zoo juist gegeven hebben op dezelfde vraag «betreffende de staking, met aandacht over leest, zal men er gemakkelijk in kunnen Wijzigen, wat gewijzigd moet worden, en lieeft met een antwoord opl de hier gestelde vraag. Een staking is voor den arbeiders ongeoorloofd, als onrechtvaar dig, wanneer zij deze als middel gebrui ken om onrechtvaardige eischen door' te drijven, b.v. b,et „ontvangen van een! 'kloosterorden nog i<n gebruik is, de amikt als een kap op het noofd weid' gedragen, welke kap werd neergelaten, als de pries-ter geheel gekleed was of het altaar naderde. Vandaar ook, dat dfe priester,, diaken of subdiaken den amiict nog altijd, voordat zij er hals en schouderen mede bedekken, een oogenblik op het hoofd laten rusten en de woorden er bij uit spreken: „Stel, o Heer, den helm des heils op mijn hoofd, om de aanvallen des duivels te kunnen wederstaan." Dieze geestelijke (moreele) beteekenis heeft de amikt als bedekking van het hoofd; als 'bedekking van den hals moet hij de zuiverheid van het geluid beduiden, eni beteekent, dat de stem gedurende het heilig Offer tot niets anders gebruikt mag worden. Daarom bidt «de Bisschop als hij den subdiaken bij diens wijding den amikt omdoet: „Ontvang den amikt, waardoor de beteugeling der stem wordt aangeduid." Daarna bekleedt de priester zich ook diaken en subdiaken met de Albe. Diit is een. lang,, wit, linnen kleed, •dat het lichaam van jden hals tol jde voeten bedekt. De albe herinnert ons aan bet witte spotkleed, waarmede H!ero!des en zijn hof de Eeuwige Wijjsheid veiguisden. iH'et blanke van de plbe wijst op de onbesmette reinheid en het linnlen loon, hooger dan het axvnum. Even zoo is een uitsluiting vouri en patroons ongeoorloofd, ais onre n'raardig, wan neer zij deze als middel gebruiken om onrechtvaardige eischen d' r te draven, b.v. de ui'ckeering van té.. loon, lager dan het minimum. En zoo kan men door gaan met alle voor de s.aking gegeven regels. Maar toch dient :.ien bij het be- oordeelen van een uitslu ting heel goed in het oog te houden, zij een in zij ne gevolgen nog rampzaliger strijdmid del is dan de staking! Hoeveel ellende en armoede kan een uitbuiting brengen in de arbeidersgezinnei,en hoe dik wijls worden er arbeidt 2 door getrof fen, die niet die eiscj ::i hebben ge- steid, welke voor den pa *.;-on de aanlei ding waren om Jot dc- glutting over te gaan. Hieruit db het voor het geoorloofde eener uitsli ung, zoo mo gelijk, r.og noodiger is, d m v«:ior het ge oorloofde eener stalong, dat nmt de grootste kalmte en bezadigdheid worde overwogen, of het we! het uiterste middel is^ en of er kans van sjlagen be staat. Als er voor de pat -Oon nog ovet'r blijft overleg met de areuiders-ve(reeni- gingen of als hij bill ij e r w ij z e al is hij het niet krachtens de strikte rechVaardigheid vehpiicht min of meer kan tegemoetkome i aan de ,wen- schen der arbeiders en hun zoodoende kan bevredigen, is de it Hui ting voor h,em niet het uiterste itidel. 't Is duidelijk, dat zoo vel staking als uitsluiting volstrekt nie< meer perso nen mogen omvatten, das inoodig is voor het doel, dat er méde heoogu wordt Aan het^slol van aev 'orte beschou wing over staking en uitsluiting mogen we wel verwachten, dat dc lezers met ons zullen instemmen aïs wij zeggen, dat de vraag naar het rechtvaardige en ge oorloofde van pen staking een vraag is van godsdienstige, of, beter gezegd, van zedelijken aard, en {dikwijls een ze ér m o e i e 1 ij k.op'. te, lossen vraag. Doch daaruit volgt weer, dat wij zulk een oplossing onmogelijk kunnen oven- laten aan liberaal-getinte vereen {gingen! van patroons of sorialistisch-gezinde vereenigingen van arbeiders, doch er in onze eigen Katholieke vereenigingen over moeten beslissen. V* De openbare school. Nog pas hebben we in de Tweede Ka mer door linker sprekers de loftrompet- hooren steken over de openbare school. De kindertjes worden daar toch zoo keu rig opgevoed, dat ze later wel modellen van staatsburgers moeten worden. En passant gedraagt een deel der 'Ópenb'arc onderwijzers zich [dusdanig, dat zelfs de Haagsche oorr. van ;t HbUd.i een vriend van 't openbaar onderwijs dusi gewaagt van „,vlegelachtlghe- den'h Er was n.l. in „de Schoolbode'1 het orgaan der afd. 's-Gravenhage van den „Bond van Ned. Onderwijzers" een artikel verschenen, waarin weer eens van leer werd getrokken tegen de hoof den, die de natuurlijke vijanden van den! klasse-onderwijzer werden genoemd. Een der leden van de Schoolcommissie had zich over dezen uitval zeer geërgerd en getracht, de commissie te .bewegen tot het uitspreken van een votum Van afkeu ring. Hij was daarin echter! niet ge slaagd en had daarop ontslag gevraagd als lid. Toen dat ontslag in den Gemeenten raad ter sprake kwam, werd die uiting van het Bondsorgaan er per motie afge keurd en wel met vrijwel algemeen e stemmen. Behalve de socialisten toch' verklaarden zich slechts tegen die mo tie één Katholiek en twee vrijzinnigen. Over de motieven dezer heeron zullen we ;t hier niet hebbendat gaat buiten ons bestek. Maar wel wilden we er even ,op wijzen, hoe de Haagsche afdeeling 'van den Ossendorpsche onderwijzers bond deze zaak bejegende. Zij nam met bijna algemeene stemmen {4 t^gen en '3 blanco) de volgende door enkele le den voorgestelde motie aan: „iDe afdeeling 's-Gravenhage van! rden Bond van Nederl. Onderwijzers, vergaderd op '25 Januari 1913, kennis genomen hebbende vari de verklaring van het bestuur, dat de uitdrukking„De hoofden zijn natuur lijke vijanden van de klasse-onderwij zers", inhpudt Halt (de bijzondere belan'-" gen der h.oofden tegengesteld rijn aan die der onderwijzersA waaruit voort vloeit, dat de hoofden in hun optre den in Hoofd en vereeniging en Ned. Onderwijzers-Genootschap noodzake lijk vijandig komen ie staan tegenover het streven der klasse-onderwijzefrs, gaat met die verklaring geheel ac toord, spreekt haar volkomen vertrouwen uit in het bestuur en betuigt voor'het werken van het bestuur en de redactie in het belaag tfata hfet onderwijs, vooral in den strijd voor 4© zelfstandigheid der klasse-onderwijzerSi haac groote Waardeering."' Dit is het antwoord der heeren on derwijzers aan den Raadeen antwoord, hetwelk openlijk den klassenstrijd pre dikt tusschen het personeel der Haag sche openbare scholen want hierop! komt dan toch feitelijk de opinie der ver gadering neer. Het inoge de niet-roode tegenstemmers der Raadsmotie alsnog tot inkeer brengen. Wèl mocht de Haagsche corr. van 't Hbld. gewagen van de j,vlegelach- tigheden" dezer heeren opvoeders. En wel mag men zich afvragen, waf er terecht moet komen van schoolkinde ren, wier onderwijzers hen ^ldu9 voor gaan. ALGEMEEN OVERZICHT. Nu ook het bericht kom dat Servië te- i gelijkertijd met Bulgarije de wapenstil- op de goede werken, die bij den priester vereischt worden, v^ant, zegt Paus In- nocentius 1, gelijk linnen piet uit zichzelf wie is, maar het siechLs wordt door veel bewerken en veel bleeken, zoo ook ver krijgt de menschelijke natuur de zuiver heid, welke zij van nature niet heeft, eerst door genade, als zij verstorven en tfn onder gebracht wordt jdoor veèl kas tijdingen". In het Boek der Ppenbaririg van den heiligen Joannes beteekent het schitte rend-witte „linnen" de goede en gerechte werken der heiligen Gods. Als de priester, diaken of subdiaken zich met de albe omkleedt, bidt hij „Reinig mij, o Heer, en zuiver mijn hart, opdat ik, in het Bloed van het Lam ge heiligd, de eeuwige vreugde moge waar dig zijn". De Cingel is een koord, waarmede de albe om de lendenen wordt saamgebonden. Wjj worden er door herinnerd aan de koorden, waarmede Christus in den lijdenshof door de beulsknechten werd gebonden, aan de banden, waarmede ,Hjj aan de geeselkolom was gehecht, en aan de riemen Zijher bloedige geesaling. Ffefc koord wordt om (de lendenen ge dragen, waardoor de priester ^zich om gordt en als het vware beteugelt, eni 2oo as het eeni beeld Her heilige deugd van zuiverheid, die vereischt wordt in hem, die gaat nuttigen „het brood der en gelen" en „den wijn, die maagden voort brengt". Daarom bidden de bedienaren des hei- ligdoms, als zij zich met het koord de lendenen omgorden: „Omgord mij, o Heer, met de koorden van reinheid, en doof in mijn hart onheilige hartstochten uit, opdat in mij verblijve de deugd van zelfbeheersdiing en zuiverheid/- Die Manipel as de smalle zijden strook aan de linkerhand. Deze herinnert ons aan de koorden of banden, waarméde Jezus werd geboeid^ ten ook aan den doell^ waarmede Veronica het zweet en de tranen van -s Heeren gelaat afdroogde. De manipel komt aan deze laatste toepassing, doordat dit or naat vroeger niets anders was dan een kléine zweetdoek, die men over den arm hing, om gedurende het heilig Misoffer te gebruiken. Het woord inanipulus beteekent korenschoof of garf, en zoo duidt dit gewraad in symbolischen zin op ,de vruchten der goede werken. Dit wordt aangegeven in de woorden, (die d'e Bis schop spreekt, als hij den suhdiaken wijdt: „Ontvang den manipel, waardoor de vruchten der goede werken worden beteekend'A stand heeft opgezegdfl wordt de mogte- lij&hdd van de hervatting der vijandelijkheden epj Maandag a.s. met den d,ag grooter. Terwijl Griekenland gewoon T&ooigaat met vechten bestaat ook voor Montene gro geen réden de wapenstilstand op te zeggen, daar men zich van Turfcsche zijde daaraan niet gestoord heeft. Wel zal men met offensief aptreden wach ten tot na afloop der gestelde termijne Bij een hervatting van den oorlog .u deze, afgezien van de tot r .oa vruchtelooze pogingen, onders ji- lijk van Grieken en Montenegrijhe v om Dzjanina en Skoetari te veroveruu, leen in Thracië, waar de nieuwe wor steling ook voornamelijk om zou gaan, worden gevoerd en zal het krijgsbedrijf der Bulgaren, naar generaal Paprikof, een van de Bulgaarsehe gedelegeerden te Londen, zich moet hebben uitgela ten, voornamelijk op de verovering van Adrianopel en de vernietiging van de Turksche scharen op het schiereiland! van Oallipoli zijn gericht Dat krijgsbedrijf zou dan gepaard! gaan met een artillerieaanval opl de li nie van Tsjataldzja, waarheen de Bul garen 28 nieuwe zware kanonnen, moe ten hebben gebracht, in het begin van Januari uit Frankrijk ontvangen. Algemeen is men oordeel, dat, moge de regeering door haar verzoenende taal, achting voor de mogendheden en een waarachtig verlangen naar den .vrede hebben betoond, lij besloten is geen ver dere concessies te doen en geensans voor een hervatting van den oorlog, door het leger bij Tsjataldzja en de meerderheid der bevolking geëischt, zal terugdienzen. Turksche kringen vragen den mogend heden voor het vervolg een volstrekt onzijdige houding in acht te nemen, den oorlogvoerende partijen de beslechting van hun geschillen opi het slagjvfeld over latend. Ook de Balkanstaten schijnen geen lust te hebben, ofschoon daarop in de laatste diagen druk ge zinspeeld is, op hervatting der onder handelingen aan te sturen. Iedere po ging daartoe stuit of cp de kwestie van Adrianopel. Danef, het hoofd van de Bulgaarsche missie, wierp in een onderhoud met den berichtgever van den Matin het denkbeeld van een verdfeeling van Adria nopel ver van zich af. „Dit denkbeeld", zoo zeide hij, „is geenszins nieuw. Het is eenigen tijd geleden reeds opgeworpen. Toen heb ik het voor onaannemelijk verklaard en ik sta nog steeds op hetzelfde standpunt. Wij willen .geheel Adrianopel hebben e nniet een vierde gedeelte ervan, zoo- als de Turken ons wel gelieven voor te stellen. 1 Een verdeeling zou ook onmogelijk Zijn. Hoe kunnen in één stad twee be sturen naast elkander bestaan., afhanke- kelijk van twee verschillende regeer Uit deze beteekenis aldus pater Nieuwbarn rt- ontstond er een tweede symboliek, welke de voorwaarde der te verwachten belooning aan de betee kenis van den manipel toevoegde, nL die van het waardig verduren van lijden en smart. Hierom is het. zoo .verklaarde de mys tiek verder, dat de manipel uitsluitend in de H. Mis wordt gejdragen, daar deze de dagelijksche vernieuwing van Ghris- tus* offer is. Met die symbolische be lofte van hemelscbe vertroosting na hef aardsche lijden is in duidelijke harmonie het gebed, dat de priester bidt als hij den manipel aandoet: „Moge ik waardig zijn, o Heer, om te dragen den manipel van geween en smarte, om in jubel het loon voor mijn arbeid te ontvangen."- Wjj merken hier nog eens op, dat de toepassing, welke de kleedingstukken hebben op een of ander punt uit de zedeleer, van meer oïficieelen aard is, vanjioogere waarde is, dan de toepassing op net lijden des Heeren. 'De eerste is door de Kerk zelve in hare gebeden aangegeven. De tweede e—i hoe eerbiedwaardig ook i is ont staan buiten de leiding der Kerk, uit de persoonlijke verklaringen veler eerbied waardige schrijvers. T

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 1