De Kiezerslijst. DE T A EE_VRIENDfcNV Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Zaterdag 11 jan., No. 989. We laten hier de meest belangrijke be palingen van de Kieswet volgen. Kiezer worden is voor verreweg de meesten mogelijk. Mits men maar vóór of op den 15den Mei 1913 den leeftijd hebbe be reikt van 25 jaar. Op verschillende wijzen kan men zjch een püaatsje op de Kiezerslijst ver zekeren. Het grootste aantal vormen de Belastingkiezers. Belastingkiezers zijn zij, die over het laatste dienstjaar al hum aanslagen in de Rijksbelastingen hebben voldaan. Die belastingen zijn Person eel e belasting, Grondbelasting, Vermogensbelasting en Bedrijfsbelasting. Deze aanslagen behoe ven niet te loopen over een vol dienst jaar; men moet eenvoudig de belasting op tijd hebben betaald. Die rijwiel belas ting telt niet mee. Belastingkiezers behoeven, zich niet /^an te gevenzij' worden ambtshalve op de kiezerslijsten gebracht. Alleen zij, die mede-eigenaren zijn van onroerend goed, behoorende tot eene onverdeelde n a 1 a t e n s ch a p, waar voor in 1912 grondbelasting is betaald, terwijl huin aandeel in die belasting f 1 bedraagt, behooren zich tuisschen 1 en 15 Februari aan te geven op een formulier, dat vóór 15 Februari ingevuld en ónderteekend moet worden ingeleverd; met het belastingbiljet Wie verhuisde naar 'n andere gemeente en in zijn vorige get- meente belasting betaalde, dient zich eveneens aan te geven, met over legging van het voldaan g et ee kend e belastingbiljet. Alle overige kiezers, d.w.z, de huur-, loon-, spaarbank- en examenkiezers, be hooren zich aan te geven tus schen 1 en 15 Februari ter secre tarie. Zij'ontvangen een formulier, dat onderteekend en iiïgevuild moet worden ingeleverd. Huurkiezers. H uurkiezers zijn zij, die -op den 31sten Januari sedert 1 Augustus van 't vorige jaar in een huis of in een deel van een huis hebben gewoond van d.e huurwaarde, voor iedere gemeente be paald. Men mag in dien tijd ook e n- maal verhuisd zijn, mits dan ieder der woningen den huurprijs heeft door de wet vastgesteld. Doch nu komt er nog iets bij. Men kan ook kiezer worden, wanneer het huis of een gedeelte van het huis, dat men bewoont, ni et den geëischten huurprijs heeftj doch wanneer men in zijn woonplaats grond of lokalen of werkplaatsen in huur Jieeft. en daar mee het voor de gemeente geldende bedrag wordt verkregen. NatOgriijk moet men dien grond of dat lokaal of die werkplaats -minstens net zoo lang in huur hebben als het huis. De bepalingen voor de huurkiezers gelden ook voor de schippers; zij moeten alleen den vastgesteld en tijd een schip in eigendom of huur hebben ge had van 24 ktib. M. inhoud, of 24,000 K.G. laadvermogen. Loonkiezers. Thans komen we aan de loon kiezers. Dat zijn zij, die van 1 Januari van het voorgaande jaar tot'31 Januari van het volgende achtereenvolgens bij' niet meer dan twee personen, onder nemingen, openbare of bijzondere in stellingen in dienstbetrekking zijin ge weest, of als inwonende zoon in het bedrijf of beroep der ouders werkzaam zij'n geweest en als zoodanig over dat jaar een inkomen hebben genoten, dat FEUILLETON. 86) Als zij kunnen. (lij zijt geen rechters, gij zijt ojy- roerlingen. Meent gij? En wat waart gij an ders, toen gij de macht in 'handen had't? Oij hebt die misbruikt, om de zwakken te verpletteren, om vrouwen en kinde ren te dooden. Wat ik deed, deed ik tot heil der natie. En thans zult gij, tot heil der na- tie, op uw beurt verpletterd worden, niet uit haat of wraakzucht, maar zoo als men een giftige adder onschadelijk maakt. Wij zijn goede Christenen, die niet dooden uit moordlust, maar om u te beletten nog meer kwaad te doen. Hij wendde zich tot zijn makkers, die in een kring om hem heen stonden en vroeg: Is dat ook niet uw meening? En donderend klonk et, als uit één mond. Ja. Qij hebt het gehoordgij zijt ver oordeeld. óók voor iedere gemeente in de wet is vastgesteld. Het loon, in vaste dienstbetrekking door de vrouw genoten, kan worden geteld bij dat van den man, en even zeer het halve loon van minderjarige, inwonende kinderen. Wanneer dat alles bijeen het door de wet geeischte bedrag •haalt, kan de man kiezer worden. Men behoeft niet precies het juiste bedrag van Joon of inkomen op te geven, doch kan volstaan met de ver klaring, dat het loon het door de wet gevorderde bedrag bereikt Als loon wordt ook gerekend het pen sioen of de lijirejite, dat door o^penbare instellingen w'ordt verleend, en ook dat door ondernemingen of bijzondere instel lingen wordt uitbetaald. Natuurlijk blijft het bedrag van het inkomen van Iedere gemeente onveranderd. Ongevallenrente wordt ook als loon beschouwd. Staat In een of ander bedrijf in den regel het. werk gedurende een gedeeltes ygn het iaar stil, dan wordt de tijd, waarin niet gewerkt wordt, toch als diensttijd beschouwd. Is men hoogstens twee maanden ziek geweest, dan wordt toch het loon gerekend "ontvangen te zijn. Ook de kost en inwoning wordt als loon gerekend naar een daarvoor bij de wet voor iedere gemeente vastgesteld bedrag. Wie op Zon- en Christelijke feestdagen den kost echter niet geniet, behoeft voor deze dagen niets af te trekken. Hij wordt toch gerekend vollen kost en inwoning te genieten. Aan loonkiezeTS, die op de lijst van het vorige jaar reeds voorkomen, wordt een blanco-aangiftebiljet toegezonden. Spaarbankkiezers. Zien we nu even naar de Spaar bank- en Q r o o tbo ek-ki e ze r s. Wie op 1 Februari a.s. sedert een jaar f100 nominaal op het Grootboek heeft staan of f50 in de spaarbank, zóó dat het inderdaad zijtn eigendom is, kan cp grond daarvan aanspraak maken op het kiezerschap. Hij moet tusschen 1 en 15 Februari zich op de secretarie aanmelden onder overlegging van een bewjjs van de directie van het Grootboek of het bestuur der Spaarbank, dat hij Inderdaad sedert een jaar eigenaar is van de gevorderde bedragen. Het is niet noodig, dat men 'n boekje hebbe van de Rijkspostspaarbank; andere spaarbanken, zooals die van het Nut, tellen ook. mee; doch natuurlijk moeten de lichamen, waarvan deze spaar banken uitgaan, rechtspersoonlijk heid hebben, en zoo ze na 1 Mei 1900 zijn opgericht, moeten ze een waarborg som van f25.000 bij de Nederlandsche Bank hebben gedeponeerd. Examenkiezers. Ten slotte de Examen-kiezers. De wet zegt, dat zij! kiezer kunnen wor den, die „met goed gevolg hebben af- gelged een examen, ingesteld door of krachtens de wet of aangewezen bij alr gemeenen maatregel vari bestuur en in verband staande met de benoem baarheid tot eenig ambt, de vervulling van eenige betrekking of de. uitoefening van eenig bedrijf óf beroep." Wij voegen, aan dit artikel nog ééne opmerking toe. Wie stedelijke inkomstenbelasting be taalt, moét niet meenen, dat hij' rlaar- door ambtshalve wordt gebracht op de kiezerslijst Immers stedelijke inkomstenbelasting is geen R ij k s belasting. Al wie dus wel stedelijke belasting betaalt en geen Rijksbelasting, moet, om op de Kiezerslijst (te komen, huiur- kiezer, Iconkiezer, spaarbankkiezer o. examenkiezer worden. Heeft men 'eenmaal het recht om a 1 s zoodanig op 'de Kiezerslijst geplaatsi te worden Zich door aangifte veroverd, dan veroorzaakt 'de stedelijke inkomsten belasting bovendien, dat men óók wordt kiezer'voor den gemeenteraad.. Bourberouge was een woesteling en een wreedaard, maar laf was hij niet.' Zijn houding bleef kalm en trotsch. Hij vroeg geen genade, hij smeekte niet, veeleer dreigde hij zelfs nu nog. toen hij uitriep Zij, (c?ie gij bandieten noemt, ,d<- Jacobijnen, zijn uw meesters, zij waken en hun beurt zal weldra weder komen Leve de vrijheid Cottcreau hooralachte. Een mooie vrijheid, die gij er o nahoudt zegde hij. Een vrijheid, die plun dert, brandsticht en moordt. Hij gaf een teeken. Twee mannen, naderden den gevar gene, die een woest gebral uitstiet ei met inspanning van al zjjn spderkrach trachtte zijn banden te verbreken. Vruchteloos De koorden, waarmee hij was gebo den, waren sterk en weerstonden al zij ■poginge/i. Een der beide mannen was Gagnar De oud-boschwachter van La Guvoi nière-koesterde een grimmige wrok over zijn aanhouding, over de bedreiginge waaraan hi; had blootgestaan, de da gen en nachten, gedurende welke hi zich had verborgen moeten houden a! een wild dier in zijn hol, ten einde ee nieuwe gevangenneming te ontgaan vooral over de terechtstelling van zij, KAMEROVERZICHT. TWEEDE KAMER. Oorlogsbegro oting. Men kan niet ontkennen, dat de mi nister van oorlog buitengewoon succes heeft met zijn reorganisatieplannen. Gis teren heeft weer de Utrechjtsche afge vaardigde, de heer Van Karriebeek, een redevoering gehouden, waaraan minis ter Colijn weinig essentieels zal hebben toe te voegen. Spr, juichte het zoo bij zonder toe. dat de minister zich diep1 be wust is van de verantwoordelijkheid, die hij draagt voor een goede mobilisatie. Want, veel meer nog dan voor groote mogendheden, is voor ons, aldus spr., een goede mobilisatie noodig, omdat on ze lange Oostgrens zonder natuurlijke verdediging geheel vlak en open ligt. Welnu de regeling van den minister ver zekert een snelle mobilisatie en daar door een „paraaf leger, een leger dat in tijd van gevaar welgeordend en strijd vaardig rijn taak kan vervullen. En de Utrechtsche afgevaardigde merkte op; dat de toestanden er thans waarlijk niet naar zijn, dat ons land in geval van internationale verwikkelingen op! zijn elf- en-dertigst aan z'n weerbaarheid kan gaan arbeiden. En hij deed uitkomen dat het alleszins begrijpelijk is, dat minister Co- üijn, die zelf kort geleden een j>eriodq van spanning, onzekerheid en bezorgd heid heeft ^medegemaakt, naast andere voorstellen ter verhooging van de ge- vechtswaarde van onze leger, zijn in grijpende reorganisatieplannen gesteld heeft. 'Wij hebben hier weergegeven die ge deelten uit ,s he eren Karnebeek's rede, welke 't meest vleiende zijn voor den mi nister, omdat ze uit den mond komen van iemand, die zeer zeker niet tot de vrien den van den minister behoort. Dit voordeel voor minister Colijn kon niet worden weggenomen door den heer Marchant, die nog eens kwam aandragen met zijn idealen over bet volksleger, een beroep doende op Zwitserland. Maar. waarom juist een beroep op Zwitser land? Waarom niet met even veel recht op Duitschland en Frankrijk Is het Zwitsersche volk dan niet in velerlei opzicht geheel anders dan het onze. De vr i jzi nn ig-d em o cratis ene afgeva a rdrgde heeft niet veel succes gehad met zijn volksleger. Begonnen wij met een lofrede van een oud-liberaal op den minister, laten wij eindigen met de vermelding van de lof rede van den Katholieken afgevaardig de, den heer Van Vlijmen. Zonder in al les met den minister mede te gaan, was toch de korte en zakelijke rede van den heer Van Vlijmen een pleidooi voor de opvattingen van minister Colijn. Vermelden we nog, dat de belangstel ling van de „Kamerleden zeer miniem was, en dat de Minister, die reeds enkele, ijrieinere punten beantwoordde, Dinsdag aan het woord zal kqmen. ■Uit de Pers. Met parlementarisme. Door een ernstig gevaar wordt het parlementaire stelsel, en ook ons par lement, bedreigd, zegjt het Centrum. Moet de Kamer een verzamelplaats worden voor beroeps-politici, of behoo ren ook andere personen daarin zitting te nemen Dit laatste i9 natuurlijk het .meert ge- wenscht, om niet te zeggfen noodzakelijk. Wordt het Kamerlidmaatschap) een; baantje, eer. betrekking, of hoe men 't noemen wil, dan moeten het prestige en de werkzaamheid der Volksvertegen woordiging daaronder niet weinig lijden en zullen de beste elementen gaandeweg) verdwijnen. Herhaaldelijk is in den iaatsten tijd op dat gevaar gewezen, maar er mog nog wel eens nadrukkelijk aan worden her innerd. Wanneer de Kamerve veel moet ver gaderen, de vergaderingen eindeloos worden gerekt, het debat ontaardt in ijdel gekibbel, haarkloverijen en "própa- meester, den graaf de Trémazan, wien hij zoo met hart en pel was toegedaan geweest. Hij was mager/doch enkel zenuwen en spieren en hij beschikte over dó kracht van een hercules. Een touw, waarin een schuiflus was gelegd, sloeg hij om den hals van den den veroordeelde, tot wjen hij zegde: Ik heet Gagnard, ik was in dienst van den graaf de Trémazan. Hij is dood gij zult op uw beurt sterven, maar jtis een hond, zonder priester, zonder vrien den, zonder iets, dat is Gods gerech tigheid. Zijn kameraad had h,et touw om een tak van den ouden eik geslagen. Gagnard hief den regeeringscommis- saris in zijn ijzeren vuisten op en be- ste,eg met hem een ladder, die tegen den boom stond. Op de bovenste sport gekomen stiet hij het lichaam met kracjht van zich' af. Nu heerschte er diepe stilte. De duisternis viel. Neergeknield rondom den eeuwenou den boom, maakten de Bretagners het teeken des kruises tegenover het lijk dat daar bengelde als een klepel van een klok aan den tak, die boog onder zijn gewicht en nog eenige gele bladeren deed vallen. Jean de Trémazan lag op de knieën gandagjedoe, ^elfs het obstructionisrne zijn intrede doet, zullen velen niet slechts den lust maar ook den tijd missen, om een mandaat te aanvaarden. Zij staan dan voor een absolute onmo gelijkheid; en terwijl in het Parlement de rederijkerij en dwarsdrijverij den vrijen teugel vieren, krijgt het woord „[volksvertegenwoordiging" al meer en rineer een ijdelen kalnk. Het parlementaire stelsel zal dan in tien letterlijken zin des woordt worden tiood gepraat. Vraag en aanbod. De Gelderlander schrijft: In een Noord-Brabantsch blad lazen wij dezer dagen, dat in de gemeente Roozendaal de aanvangssalarissen der Agenten van politie met f52 waren ver laagd. Voor zes vacante plaatsen hadl- den zich niet minder dan 300 sollicitan ten aangemeld. Het is in dezen tijd van vakactie bij felle categorieën van arbeiders een zeld zaam verschijnsel dat de loonen ver laagd worden. Gold nog steeds, het libe rale princiep dat vraag en aanbod van /arbeidskracht in evenredige verhouding) zijn met de hoogte van het loon, dan- fzoudfen zeker de loonei; de laatste jaren 'niet in die mate gestegen zijn, als; Wel- het geval is. 'Immers het aanbod overtreft in bijna alle takken van bedrijf verre de vraag. Het vereenigjiiigsletïfm .evenwel van den eenen kant en vani den andere kant de ontworteling van de liberale theorieën, welke door Leo XIII roem rijker gedachtenis, waar hij den arbeider •wijst op zijn natuurlijk recht op een jloon groot genoeg voor zich en zijn, gezin uit de economie werden verdron gen, hebben de loonen steeds, meer tof een normaal peil doen stijgen. Te meer treft het dan ook, dat hier, een katholieke gemeente klaarblijkelijk door het overvloedige aanbod verlokt, voor ecri categorie van in haar dienst zijnde ambtenaren de aanvangssalarissen giaat verlagen. We kunnen toch moei lijk aannemen, dat die salarissen te weel derig waren uitgedacht. Veeleer zal de toevloed van sollicitanten zijn oorzaak vinden in het aantrekkelijke van een vaste betrekking, voor den winter zoo wel als voor den zomer, met uitzicht op persioen voor den ouden dag,. Vaste be trekkingen, waarvan de bezoldigingen vaak niet schitterend zijn, worden juisft hierom nog meer dan een betrekking met breeder financieele uitkomsten ge ambieerd, omdat men weet, dat men in zulk een betrekking voor zijn leven gfe- borgen is. Die gedachte verzoent den werkman ofbeambte met de grooteile bekrompenheid, die hij zich soms moet [getroosten. Maar dat is dan toch geen reden om die positie nog wat te gaan verslechteren. Het katholieke Roozendaal geeft hier geen navolgenswaardig voorbeeld. Gedwongen v/inkel-luitiog. Wij lezen in de (A.R.) Rotterdam mer: Van vrijdiberale zijde zit men toch tel kens nog te mokken tegen de verplichte winkelsluiting, ook al mede om daarop politiek te speculeeren. Dit is al op zichzelf af te keuren, omdat alle inmenging van politiek' in het middenstandsvraagstuk zoowel, de politiek als de mid'denstandsactie ver giftigt:. Door de houding der socialisten is in de arbeiderskwestie die vermen ging niet of althans moeielijk rneer te keeren, maar in de midden standskwes tie is het tot nil toe nog tamelijk wel gelukt om de zaken zuiver te houden en eendrachtig saam te werken tot op heffing der misstanlden. Maar nog veel meer af te keuren is dit, als het geschiedt met argumenten, die geen hout snijden. Zoo voert men nu weer aan, dat er zooveel verschil kómt tusschen verschillende gemeenten, en dat de bedienden niet genoegzaam worden geholpen. Reeds uit den treure is er op gewezen dat het vraagstuk van de winkelsluiting en dat van den arbeidstijd van het per soneel twee geheel velschillende vraag-. naast zijn vriend. Niet aan dezen veroordeelde dacht hij, maar aan zijn ouders, die te Parijs tefl dood gebracht waren, op' de place.de la Révclution, tegelijk met zijn vrienden en die allen waren neergelegd in het ge meenschappelijk graf op het verlaten kerkhof van de Madeleine. Gok dacht hij aan de taak, die hij nog had te vervullen en aan de sombere da gen die hij te doorleven hebben zou. Welk een verschil met de toekomst waarvan hii eeiiige maanden vroeger had gedroomd I Gp hoeveel vreugde had hij gehtoopt e'n hoeveel smart h,ad hij te doorstaan hoeveel gevaren te vermijden gehad Hij zag zijn vriend aan. Pierre Lassen scheen even kalm, als, wandelde hij met zijn vriend door het veld op een schoonen lentedag. Jean vroeg Doet éit schouwspel u niet aan Zacht antwoordde Pierre: Er is een ellendeling minder op de wereld. Hij had wellicht nog groote on heilen kunnen stichten, thans is hij rus tig en zal anderen met rust laten. En -met zijn onverstoorbare kalmte mompelde hij: l>e Profimd'isOp den dag des oordeels zal God de Zijnen herkennen. Cpttereau riep met zijn krachtige I stukken zijn, die principieel niets met eikaar te maken hebben. Beiden moeten geholpen, zoowel patroon als bediende. Voor het eerste dient de winkelsluiting voor het tweede kan alleen afdoende gezorgd door een regeling bij de wet van de rusttijden van de ondergeschik ten. Het gebrek aan dezè laatste rege ling kan dus nooit worden aangevoerd als een argument tegen het eerste, om dat het er niets mee te maken heeft. En wat het verschil tusschen de ge meenten betreft, ieder, die eenigszins op de hoogte is, weet, dat tot op zekere hoogte dit verschil juist vereischt is door de afwijkende economische geaardheid der verschillende gemeenten. De rege ling elders geldend, en ook ten onzent wenschelijk, is een Rijkswet, die een mi nimum sluitingsuur bepaalt, met facul tatieve gemeentelijke verhooging op ver zoek van een groote meerderheid der betrokken winkeliers zelf. Wil men zich tegen verplichte winkel sluiting kanten, ons wel, mits men het doe op principieele en deugdelijke gron den, niet met versleten angiumenten als men thans te berde brengt. En dan wel in de laatste plaats om er politieke munt uit te slaan. De Week In het fïtiitenland. De kwestie der met blijkbare einde loosheid dreigende onderhandelingen tusschen de Baikan-Staten en Turkije be gint zoo langzamerhand zijn belangrijk heid voor de lezers te verliezen. Groo- tendeels waarschijnlijk doordat geregeld de zaken andere uitkomen dan men ze verwacht had op grond der gfoote woon den door de partijen geuit. De woorden „hervatting der vijandelijkheden" lagen in den mond der heerën bestorven en toch, vreedzaam blijven de troepen bij Tsjataldsja tegenover elkaar liggen, zelfs na het met zulk een opjhef gelanceerde ultimatum. Weer is er een week gepast seerd en we zijn er geen stap vei^Jeip mee gekomen. Gemompeld wordt van komende bemoeiingen der mogendheden en...« van hervatting der onderhandelin gen. De tijd vergaat, het zwaard roest in de scheede, de oorlogstoestand en de mobilisatie der groote mogendheden die de situatie maar steeds blijven wantrou wen verslinden massa's geld en de zaak blijft op het doode punt. Zoo worstelen we den tijd door en al wordt er veel geschreven, 'iets positiefs krijgt men niet te hooren en al orakelen de meest op de voorgrond tredende di plomaten, we worden geen aasje wijzer. En (toch zou deze kwestie, met al wat er omheen draait nog het eenige zijn waarover men bij het nagaan vpn de feiten der afgeloopen week iets zou kunnen schrijven, zoo niet in Frankrijk een feit van groote beteekenis was inge luid door de vaststelling van den datum der verkiezing van den nieuwen presi dent. Armand Fallières, de goedig lachen de oude heer (72 jaar) zooals ieder hem voor zich kan halen van prentjes bv. van het bezoek onzer koningin aan Parijs toen hij zoo vergenoegd lachend, de op gewekte grijsaard, onze door haaf jeugd zoozeer bij hem afstekende koningin op 'haar tochten vergezelde, is aan het eind! zijner zevenjarige periode gekomen en ambieert geen nieuw septennaat En ook blijkbaar verlangt men hem niet nog eens ajs, zoodanig. Hij merkt feeds dat hij uitgediend heeft, geen .lint jes meer uit te deelen of baantjes, te. ver geven heeft. Ik heb het zoo rustig als-, aiooit te voren, heeft hij verklaard, en ben er niets rouwig om. Doch nu zal aanstaande week een nieu we functionaris in zijn plaats gekozen worden. Qefuimen tijd zitten candidaten daarvoor en derzelvef vrienden elkaar geducht in het haar, zooals te poen ge bruikelijk is. Den heer Panis heeft men .al op een zeer origineele manier in hef zonnetje gezet. Deze candidaat heeft biets anders in zijn voordeel dan dat hij schatrijk is. Nu werd deZer dagen verteld dat de jonge Berteaux, zoon van den stem een bevel, dat nog menigmaal her haald zou worden gedurende deze woe lige jaren Verspreidt u 'thans, mijn braven^ dat elk naar zijn woonstede terugkeerej 'Hij maakte een gebaar met zijn lan ge armen en drukte den wijsvinger van zijn rechterhand tegen zijn lippen als om stilte te bevelen en riep1 nogmaals Tot weerziens en spoedig. Houdt moed. Toen de nacht gedaald was, een don kere, regenachtige nacht, was er geen levend wezen meer in de nabijheid van den grooten eik. De Ghouanen hadden zich in alle rich tingen 'verspreid Het was hun eerste veldslag geweest en hun eerste terecht stelling., Vele andere zouden nog volgen. Cottereau, die op zijn moedig', onver moeibaar paard was gestegen, keerde terug naar de Beneden Maine, waar andere vrienden en andere bezigheden hem wachtten. Op de Heide van den Grooten Eik bleven de lijken der gesneuvelde soldaten liggen tusschen 'het struikgewas als prooi voor 'de wolven en de raven. Gedurende verscheidenen dagen durfde niemand zich begeven in deze gevaarlijke wildernis, waar de overheid nieuwe hin derlagen duchtte. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 3