f DE TOE VRIENDEN. Ingezonden Meiedeelingen De beste voor den Tweede Blad, behoorende bij De Leidsche Courant van Dinsdag 7 Jan., No. 985. Uit de Pers. De vereenigde Vrijzinnigheid. Het Centrum schrijft De „Zutiphensche Courant" polemiseert tegen mr. Van Houten, die zijnerzijds met mr. Borgesjus den strijd aanbond. Deze beide liberale politici staan al langen tijid met elkander op gespannen voet en zelfs de concentratie schijnt hen niet te kunnen samenbrengen. Natuurlijk schaart dge „Zutph. Crt" zich aan de zijde van Borgesius. De heer Van Houten wil louter nega tief optreden, zegt het blad, en de con centratie vooral positief. Of deze voorstelling ook juist is, wat het laatste deel betreft, blijjve hier onbe sproken; maar het kan zijn nut nebben nog eens vast te leggen, wat het Bo;~ gesiaansche orgaan over de „positieve" taak der vrijzinnigheid schrijft Ziehier een citaat: ,Het ware een. teeken van politiek bederf, zoo het liberalisme niet in staat bleek na eene overwinning ook hat land de heilzame vruchten daarvan te doen oogsten. .Het zoude stilstand b-<> teekenen in de wetgeving, ontbinding der vrijzinnige partijen; het ware de veroordeeling van het parlementaii e stelsel voor onze natie. En verder: Thans is-de eenheid herkregen, men heeft bij de behandeling van Talm a s sociale wetgeving begrepen wat mtn allen niet en wat men wel wild:, men heeft in de Grond wets herziening door dagelijkse!» contact gemerkt, dit men gezamenlijk de leuze algemeen kiesrecht op den voorgrond kon stellen en men heeft de lijdensgeschieden s van vroegere jaren zelfs niet noodig gehad om den eisch volksontwükkeling naast de andere te stellen. Aldus s de waarde der concentratie gelegen in de hereeniging der vrijzinnige pa - tij'en op een gemeenschappelijk positief program en daarnevens, slechts voer veel geringer deel in de tegenweer, welke zij het Kuyperisme bieden zal. Dit Ls dapper gezegd, maar dat vele vrijzinnigen het met den heer Van Houten en niet of minder met de ~,Zutp!u Crt" eens zullen zijn, mag wel as zeker worden aangenomen. Men herinnere zich slechts onder welk voorbehoud organen als de „Nieuwe CL-' en de „N. Rott. Ct." het concentrate- program begroetten. De een gewaagde van „teleurstelling" in de practijk, de ander van „bezorgd heid". En men haastte zich te verklaren, dat het vereenigingsprogram niet als regeo ringsprogram kon worden beschouwtL Zo,u de heer Van Houten, die het uit sluitend in 't negatieve zoeken wil, dan wel zoo heel ver de plank misslaan? Politiek wapen. Wij lezen in de Nederlander: De Jaarvergadering van den Bond vfen Ned. Onderwijzers de „roode" Bond krachtens de slapheid van zoovelen die er lid van zijn, aoch zich nimmer doen hoorefl, de Bond der volgelingen vsn den sociaal-demokraat Ossendorp^ en diens gewillige instrumenten heeft opnieuw oen strijdkreet doer, hooren te gen de bijzondere school, die volgens deze heeren zal leiden tot „minder ont wikkeling, geloofsverdeeldheid en fel fen burgerstrijd." Men zou wenschen dat deze heeren zich eens een andere strijdmethode eigen maakten, waarbij' zij hun kracht meer zochten ïn het positieve, in de verde diging van de openbare school, dan wel In het negatieve, in de belastering van het bijzondere onderwijs, maar wie slechts kopergeld heeft, kan geen dub beltje uitgeven. Vallen we hen daar over glus niet hard. 'We kunnen ook verstaan dat zij, die hun Instelling, de zaak waarvan zij le ven, bedreigd achten, daarvoor opkomen met andere dan zakelijke argumenten). Maar in elk geval blijkt uit de wijze, waarop de heer Ossendio.tlp zijn getrou wen opriejp in 1913 den strijd tegen de rechterzijde aan te binden, dat deze heeren de openbare schpol eenvoudig beschouwen als een wa^pen in de ptcv- litieken strijd. Merkwaardig genoeg hebben zij tege lijkertijd de vrijmoedigheid om deze zelf de school, die nooit iets anders is ge weest, aan de natie op te dringenz jj Jvenschen de verplichte neutrale Staats school voorgeschreven te zien- Geen wonder dat Het Volk zich haast te op deze uiting den domper te zetten 1 Als de beteekenis van zulke voornemens aan rechts, ook aan dwalenden ter redv terzijde mocht duidelijk worden, dan leg de de vrijzinnigheid het in 1913 zeker af. En daarom mondje dicht over zulke dingen Maar, njet waar? uit de volheid des harten spreekt de mond, en zoo heb ben wij dan cen9 gezien, wat er bij heeren in het hart leeft En wat z© verwezenlijken rouden als het hen ge lukte de macht in handen jp krijgem Gemeentezaken. FEUILLETON. 82) De hartstochten, waren opgewekt, het was een vulkaan, die op het uitbarsten stond, men dorstte naar vergelding. Kinderen van één vaderland waren in twee deelen gesplitst en stonden tegen over elkander, gereed elkaar te verscheu ren, honderdmaal grimmiger idan wanneer het vreemdelingen waren geweest De bloeddorstige Bourberouge had alles gedaan om de verontwaardiging ten toppunt te voeren. Hi) wilde met een meesterstuk 'zich de achting verwerven van de Nationale Conventie en van het comité van openbaar welzijn, waarvan hij zijn bevelen ontving, zijn district zuiveren van de ci-devants, waarvan het nog wemelde, en tegelijkertijd zijn for tuin maken bij den verkoop der goe deren van veroordeelden, vvelke verbeurd verklaard waren. De pro-consuil had rom een massa terechtstelling voorbereid, die schrik en ontsteltenis over het geheele land moest verspreiden, maar geen geheim is zoo Gemeenteraad. De Gemeenteraad vergadert op Don derdag 19 Januari 1913, des namid dags te 2 uur. In behandeling komen de volgende onderwerpen le. Benoeming van een leeraar in de Natuürkunde aan het Gymnasium. 2e. Benoeming van zes leden der com missie tot wering van schoolverzuim. 3e. Benoeming van een regentes, van het H. G. of Arme Wees eu Kinder huis. 4e. Verzoek van F. Reindersma om eervol ontslag als onderwijzer met ver plichte hoofdacte aan de school der 4e klasse no. 1. 5e. Verzoek van Mej. E. H. M. Landzaat, om eervol ontslag als onder wijzeres aan de schooi der 3e kl. no. 3. 6e. Verzoek van Mej. M. J. de Haas, om eervol ontslag als onderwijzeres aan de school der 3e kl. no. 5. 7e. Verzoek van J. Eeftkens om eer vol ontslag als onderwijzer aan de school der 3e klasse no. 2. 8e. Verzoek van J. Roeloffs om ver gunning tot het bouwen van een houten veestal op het perceel kad. bekend sec tie M. no. 1455. 9e. Voorstel om aan den keuringsvee arts, tevens adjujict-djrecteur van het Openbaar Slachthuis toestemming te verleenen tot het aannemen van ttne e.v. benoeming tot Rijkskeurmeester. 10e. Voorstel tot toekenning van eene gratificatie van den adjunct-commies ter gemeente-secretarie H. J. van Urk. 11e. Verzoek vaD de Meisijes-Gezel- lenvereeniging om het gebruik van eeni- jj ge lokalen en den tuin van het perceel Pieterskerkgracht 11 12e. Voorstel tot toekenning mn een subsidie ad f 200, over ieder der jaren 1912 en 1013 aan de vereeniging „Zui gelingenzorg", te Leiden en tot beschik baarstelling van de daarvoor benoodig- de gelden. 12e. Verzoek van het Hoofdbestuur van de Ned. Vereeniging tot afschaffing van alcoholhoudende dranken, om in be stekken van aanbesteding eene bepaling op te nemen, houdende verbod van het gebruik van alcoholhoudende dranken op het aanbestede werk. 14e. Voorstel tot onderhandsche op- dracht van het maken de gewapend j betonwerken ten behoeve der voor den 1 reinigingsdienst te maken gebouwen, l stallen, enz. aan de Kon. Rotterdamsche Betonijzer Maatschappij, voorh. van Wa- ning en Co. 15e. Verordening" houdende wijziging i der verordening van 3 Sept. 1895 (Gem. bUd. no. 6,), voor de H. B, S. voor 1 Jongen®. 16e. Verordening houdende wijziging der verordening van 7 Mei 1896 (Gem.- blad no, 5), voor de H. B. S. voor Meisjes. 17e. Vaststelling van het 2e suppletoir kohier der plaatselijke directe belas ting, dienst 1912. 18e. Bezwaarschriften tegen aansla gen in de plaats, dir. belasting, dienst 1912. Geen bevoorrechting bij aanbesteding. Voor het maken der gewapend be tonwerken ten behoeve der voor den reinigingsdienst te maken gebouwen, stallen enz., op het terrein der voorma lige boomkweekerij, zijn aan een vijftal firma's concurreerende aanbiedingen ge vraagd. De Commissie van Fabricage stelt nu voor het werk op te dragen aan de naamlooze vennootschap „Wernink's Be tonfabriek" voor f2847.50. Tot hun leedwezen kunnen B. en W. züch met dit voorstel niet vereenigen, aangezien Wernink's Betonfabriek niet de laagste, doch slechts op één na de laagste inschrijfster is en eene gunning aan op één na de laagste inschrijfster; hun in casu niet gerechtvaardigd voor komt. Tot het indienen van ondershand- sche aanbiedingen worden toch alleen die firma's uitgenoodigd, van welke men de stellige verwachting heeft, dat zij igoed werk zullen leveren. Bij technisch gelijkwaardige aanbiedingen dient dan' ook aan de goedkoopste firma het werk te worden opgedragen. Afwijking van dezen algemeen gelden den regel ten behoeve van in of nabij cle aanbestedende gemeente gevestigde fir ma's zou voor die gemeente bedenke lijke gevolgen kunnen hebben. De mo gelijkheid is 'toch volstrekt niet buitenge sloten, dat de „buitensteedsche" fir ma's zich voortaan van het inzenden van aanbiedingen zouden onthouden, waar door alle concurrentie zou worden ge dood en de gen^eente ten slotte, zooals men wel zegt, het kind van de rekening zou worden. De argumenten, die de Commissie van Fabricage voor haar standpunt aanvoert kunnen B. en W. ook niet bijzonder krachtig noemen. Zoo noemt de Commissie als argu ment, dat bij gunning aan Wernink's Betonfabriek niet alleen een Leidsche leverancier wordt bevoordeeld, doch ook tal van andere Leidsche ingezetenen, in de (eerste 'plaats (jde [werklieden 'dier tfirma in dat voordeel deelen en indirect ook de gemeente zelve, inzooverre door deze werkverschaffing aan Leidsche werklie den, niet onwaarschijnlijk het aantal werkloozen zal verminderen en daarme de tevens de uitkeeringen, die het ge meentelijk fonds aan deze arbeiders zou hebben te doen. Daargelaten nu de vraag, of Wer nink's Betonfabriek wel een Leidsche firma genoemd kan worden, aangezien zij niet alhier, zooals de Commissie ten onrechte aa_n het slot van haar rapport vermeldt, doch ha de gemeente Oegst- geest gevestigd is, gelooven B. en W. dat het aangevoerde argument ook ove rigens niet juist is. De Commissie schijnt te raeenen, dat een „buitensteedsche" firma al hare werkkrachten, of althans de meeste, me debrengt. Dit is echter bij betonwerken geenszins het fèeval. Een {dergelijke fin-na brengt slechts een paar voorlieden bij het werk mede, doch neemt de onge schoolde krachten, verreweg het mee- rendeel der werklieden, in den regel in de plaats van uitvoering aan. Geen enkele reden is er, waarom de firma van Waning en Co. te Rotterdam (laagste inschrijfster voor f 2784) in dit geval ook niet aldus zal handelen. Doch dan vervalt ook voor het grootste deel het argument, dat bij gun ning aan Wernink's Betonfabriek hier in voor de Leidsche werklieden of voor het werkLoozenfonds een- voordeel ge legen la. Bovendien i® het ook volstrekt niet zeker, dat de firma Wernink met Leidsche werklieden het werk zal uit voeren en niet met in haar dienst zijnde werklieden, in de gemeente Oegsageest woonachtig. De genoemde voorlieden, die echter hoogst gering in aantal zijn, misschien een tweetal, zal een „buitensteedsche" firma natuurlijk medebrengen, doch ook goed bewaard of er lekt iets van uit. Cottereau had vernomen, dat er huis zoekingen 'zouden worden gedaan door den vertegenwoordiger der Nationale Conventie aan het hoofd van een ge duchte *macht. Hij1 kende den weg, dien hij zou volgen, en wist hoe zijn troepen waren samengesteld- Die troepen vreesde hij' - niet. Tot dusverre waren zij slechts opge treden tegen rustige burgers, die, doordat zij zich beveiligd waanden tegen vervol gingen en tegen een vonnis, óf omdat zij' zich niets te verwijten hadiden, óf omdat zij "hun geheimen goed bewaard meen den, zelfc aan geen tegenweer (Jachten. Nog nimmer waren die troepen in de gelegenheid, geweest hun moed te toornen. Jean Cottereau had een grenzenlooze minachting voor geïmproviseerde mili tairen als de nationale garde van Lam- balle, die onder bevel stond van den kruidenier Ledoux. Evenwel, het geleide van gendarmen en dragonders was ernstiger te noemen; dat waren echte soldaten, waarmee reke ning te houden was, maar Cottereau wist bij ondervinding, dat ruiters niet gemak kelijk kunnen strijden tegen hier en daar verspreide mannen, met geweren, pieken, bajonetten en hooivorken gewapend en die zich kunnen verschuilen achter boo- men en rotsblokken, waarvan zij zich vedige verschansingen kunnen maken. Dat was het geheim van zijn tactiek en daarom zag hij den strijd zoo gerust tegemoet Hij wilde zijn veldtocht met een over winning inzetten. Tijd en plaats waren hem gunstig. Hij kon op zijn. manschappen rekenen evenals zij op hem vertrouwden. Zijn maatregelen waren met veel zorg genomen, de strikken gespannen en men behoefde nu maar te wachten öp het wild dat zeker komen zou. De man, dien de haat van een ge heele bevolking had gekenmerkt met den bijnaam 'Bourberouge, had huiszoeking gedaan op La Touche, een kasteel dat gebouwd was aan de, zoom van het bosch van Lorges en bewoond door een 70-jarig echtpaar. Dit waren ci-devants, die zelfs hij niet als verdachten kon aanmerken, want de man, verlamd door de jicht, was niet bij machte zonder hulp uit Zijn stoel op te staan en de vrouw liet zich met niets in dan met de verpleging van haar echtgenoot. Voor ieder moet het op het eerste ge zicht merkbaar zijn, dat deze afgeleefde Uitstekende, gezonde, dagelijksche drank. Verre te verkiezen boven koffie e.n thee. Opwekkend en zenuwsterkend. Vooral voor kinderen zeer aan te femelen, Uit een Kilogram van ƒ1.50 maakt men 200 koppen. daarvan zullen de Leidsche ingezetenen weer voordeel genieten, wanneer zij, als naar gewoonte, hier in de kost komen en voor een deel hun verdiende loon hier verteren. Niet du® slechts ter vermijding van formeel e bezwaren, doch juist rnet het oog op den goeden naair, der gemeente ale aanbesteèdster en in haar financieel belang) en dat barer Ingezetenen, komt het B. en W. voor, dat niet mag worden afgeweken van den algemecnen regel, ona bij ondershandsche aanbestedingen het werk bij technisch gelijkwaardige aanbiedingen te gunnen aan den laag st en Inschrijver. Subsidie „Zuigelingenzorg". In dé maand Juli van het ;aar 1010 verzocht het bestuur van de vereeniging „Zuigelingenzorg" te Leiden aan die vereeniging van gemeentewege een jaar lijksche subsidie van f 500 toe te kennen. In het desbetreffend prae-advies van 13 Dec. 1910, 'gaven B. en W. te kennen, dat er met net oog ertp het nut, dat de vereeniging met haar arbeid stichtte, naar hun oordeel wei aanleiding bestond om de vereeniging financieel te steunen, doch dat een subsidie van f 200 heil voorioopdig voldoende voorkwam. Mitsdien stelde B. en W. voor aan de vereeniging „Zuigelingenzorg" over het jaar 1911 een gemeentelijke subsi die te geven van f 200, met welk voor stel rich de Raad vereenigde. Thans verzoekt het bestuur aan de vereeniging een jaarlijksche subsidie van menschen zich niet met politiek inlieten, maar den proconsul belette dit niet hen urenlang te kwellen met een eindeloos verhoor en hen bij elke aarzeling in hun antwoorden te dreigen met aanhouding, revolutionaire rechtbank en schavot. Terwijl hij de meesters niet alleen, maar ook de bedienden van het kasteel, ook alle oude menschen ondervroeg, had den de soldaten en nationale garden den wijnkelder leeggedronken en zich aan alle eetwaren, die zij op het kasteel von den, te goed gedaan en tenslotte door zocht Bourberouge het kasteel van den kelder' tot den zolder en eigende zich al het geld en de kostbaarheden toe, die hij vond. Het wa9 2 uur in den namiddag, toen hij het kasteel verliet, tot groote verlich ting van de bewoners. De troepen zetten zich in beweging. In zijn reiskoets gezeten liet de .pro consul zijn blik gaan over het landschap, waar men doortrok. Plotseling overviel hem een gevoel van ongerustheid bij het aanschouwen van deze woeste streek, vol grillig gevorm de rotsen en ondoordringbaar kreupel hout. Aan den commandant der gendarmen, die te paard naast de koets reed, vroeg hij: Waar zijn wij hier, luitenant? f 500, uit de gemeentekas te verleenen. Als reden, waarom in het jaar 1911 (geen subsidie voor 1912 werd aangevraagd, voert het bestuur aan, dat zij in de meening verkeerde, dat de subsidie van f200 als eene jaarlijksche subsidie was gevoteerd, aangezien in plaats van de gevraagde jaarlijksche.subsidie van f500 een subsidie van f 200 was toegestaan, zonder te vermelden dat deze slechts voor één jaar was toegestaan. Al is dit laatste ook onjuist, meenen B. t-n W. dat er veel voor te zeggen is, om alsnog tot het toekennen van een subsidie van f200 over het jaar 1912 te besluiten, aangezien uit het adres van de vereeniging en de overgelegde be- grooting voor het jaar 1912 blijkt, dat de vereeniging inderdaad aan de subsi die behoefte heeft. B. en W. gelooven dat het oogenblik nog niet is aangekomen, om rctds tot verhooging Jier subsidie tot een bedrag van f 500 over te gaan. Gaat men thans reeds de subsidie met meer dan. 100 pet. verhoogen, dan is de vrees niet uitgesloten, dat de energie nm ook uit anderen hoofde naar ver sterking der Inkomsten uit te zien, ver slapt. Mocht in den loop van het jaar 1913 onverhoopt blijken! dat geen hoo- gere inkomsten van particuliere zijde verkregen kunnen worden, dan kan nog altijd overwogen wordlen voor het jaar 1914 een hooger bedrag aan subsidie aan subsidie uit te trekken. Indien door de vereeniging ook voor De officier kende Bretagne niet vo eler dan de groote wegen en die plotse linge vraag bracht hem wel eenig6rins in het nauw. Toen wees hij naar h.et woud langs welks zoom men reed en antwoordde Dit is he.t bosch van Lorges. De proconsul wees den anderen kant uit en vroeg weer: En dat? Hij antwoordde ontwijkend De heide, gevaarlijk terrein, een wildernis, waar wolven huizen, kasteden zijn hier niet, 6lechts hier en daar eeit ellendige hoeve, door arme boeren be woond. Hier zullen wij.... Eensklaps hield hij op. Op korten afstand van den troep hoog stens 200 pas, hoorde hij een zonderling geluid. Hij zegde half voor zich: Dat is zonderling. Wat? De uilen en boschkatten komen an ders alleen bij nacht te voorschijn, over dag slapen ze in hun holen en nu hoor ik op klaarlichten dag een boschkat. De proconsul haalde de sah,ouder9 op. Misschien een, die door ons in ^jjn slaap gestoord is. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1913 | | pagina 5