KERSTMIS. BUITENLAND. BINNENLAND. 4e Jaar gr 977 Bureau OUDE SINGEL 54, LEIDEN. lnterc. Telefoon 935. Postbus DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, f 1 .KL per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco per post 1.50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 2VS cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Dinsdag December 1912. De ADVERTENTIEPRIJS bejrii't vu 1—3 re*ils J.73, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1—5 regels 1.50, elke regei meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiën: gevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop (geen handels-advertentiën) 15 regels 25 cent, iedere regel meer cent; aangeboden betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Dit nummer bestaat uit TWEE bladen. DONDERDAG, 2e KERST DAG VERSCHI/NT „DE LEI DSC HE COURANTNIET. Wie zal doorgronden en doorpeilen /de gedachten-zee, die zich daar voor ons uitstrekt in de samenkoppeling dier woordenG.od bemint mij? God be mint ,m ij'die heerlijke, majestueuse •waarheid moet staan hoog aan den he mel van pns leven, als de zon op volle middaghoogte, uitstralend en uitlaaiend over Jieel dat leven gloed en kleur, het versterkend en bezielend met kracht en sterkte, liet ppheffend en veredelend tot fier en trotsch zelf-bewustzijn, het neer drukkend en verteederend tot nederige en dankbare aanbidding. God bemint tm ijdie waarheid ligt uitgedrukt in de scheppingsdaad. Hij, Die oneindig Volmaakt in Zich, ons niet noodig heeft, heeft uit louter liefde ons het bestaan geschonken en voor ons de ons omrin gende wereld geschapen. "God toch heeft den mensch in de wereld geplaatst als koning, daar hij door zijn verstand en vrijen ,wil iheel de hem omringende schep ping door aanschouwing, gebruik of Verbruik' kan aanwenden voor zijn een en eenig doelden Schepper hier - vte ^dienen en-Hem eeuwig te cuahscliou- Wen in den hemel. En daarom zingt elk wezen in die schepping mede dat mach tige liefde-lied Dilexit, Hij heeft (den mensch) bemind. „Hij1 heëft be- Imind", dat zingt het kleinste bloempje, verscholen ,ijn een donkere spelonk en de ceder op der bergen top. „Hij heeft bemind", (het murmelt'in de beek orp Idle velden, en het bruist in den stroom1, die tegen de rotsen breekt. „Hij heeft bemind", dat jubelt de zon in haar schit terenden Juister, dat is in de nachtelijke stilte het lied der stralende sterren. Doch de mensch sloot zijn ooren, ver hardde zijn gemoed voor dat lied der liefde. En met de liefde voor zijn Schep per verschrompelde en verdween in zijn hart ook de liefde voor zijn medeschep selen 'het tweede gebod, gelijik aan het eerste. En daar rijst voor ons op het sombere beeld van het heiden dom, in den zwarten walm van vergane menschen-jgroofheid en ;mensehen-eer. Hier 'het genot en de rijkdom, Uit laaiend tot een verblindende vuurzee,, ginds de slaaf, neergeploft in de diepte va'P Ide diepste ellende, de mindere Van het dier. Wat de Barbaar uitsmeet in ongebreidelde ruwheid, omsluierde de Romein en Grie'k in verfijnde en delicate manierenzucht naar genot. Om te ge nieten was goud noodig, geld, veel geld. ,Maar wat deerde het hem of er ge zucht werd en geschreid, of er ge klaagd werd en gekermd, of er pijn en armoed werd gdeden, als hij gelukkig was. En toen is gekomen de volheid der tijden! In al de zoetheid der tonen, in 3ll Ide kracht der melodieën, welke de 'Goddelijke Speler in Zijn Almacht en Wijsheid Ikon uitdenken, zou uitzwellen, breeder en voller, de hymne der liefde, het lied dat God de menschen lief heeft. EnPuer fiatur est nobis. Een knaap is ons geboren. O, hoogte en breedte en diepte der Goddelijke liefde! De Godheid daalde neer in het omhul sel van het menschelijk lichaam, de Eeu wigheid werd geboren, de Rijkdom' werd iarm, ide Macht werd hulpbehoe vend. Dat was toch een openbaring van Goddelijke Liefde, idie het koudste fea/rt moest verwarmen, den verwardsten geest moest verlichten, den onverschilligste moest trekken tot zijn Heer en Schep per! God wilde doen met den mensch, zoo;a|ls een vader doet met 'zijn klein kind. Ajls een vader door zijn kracht en m.anneilijke gebaren zijn kleinen af schrik^ maakt (hij zich zooyeel mogelijk aan d,ezen 'gelijk. Hij' hurkt neer, laCht denzelfden kinderlijken, onsChuldigen lach, breidt alle twee zijn armen uit en alle vrees is bij zijn lieveling ver dwenen, hij snélt in de armen van zijn. vader. Zoo ook is God klein geworden en arm en hulpbehoevend om ons tot Zicht te trekken. En die neerdalende lipfdi* 'crpooenhaard in den eersten Kerst nacht, treft ons telken jare weer zoo diep, als wij gedenken dat groote, mysterie van Goddelijke liefde. „De zegepraal van Paschen" zegt een schrijver in het Liturgisch Tijdschrift „mag luisterrij ker, de triomf der hemelvaart glorievol ler, de geheimen van Pinksteren meer begeesterend zijn, niets is zoo verblij dend als het aantrekkelijk geheim van dien stillen, heiligen nacht, niets is zoo troostend, zoo bemoedigend, als het zien van die schamele kribbe, waarin God, de H,eer van 'het heelal, ons wacht." Waar in God, de Heer van het heelal, ons wacht... Voor den Katholiek heeft het Kerstfeest niet een heel vage schoonheid en aandoenlijkheid, -het brengt hem geen voorbijgaande betoovering of gevoelig heid, maar vol geloof en dankbaarheid en liefde knielt hij in den geest neer voor die kribbe, waar hem wacht een God, daar neerliggend als een hulp-be hoevend kind uit liefde voor hem... En dat maakt hem dien nacht „schooner dan de dagen." V Roomsch kunnen. Zoo juist eindigden we de lezing van het pas 'verschenen Annuarium (jaarboek) der Apologetische Vereeniging „Petrus 'Canisius" en ons bleef bij deze gedachte: Wij, Roomschen, hebiben in 'tafgeloopen jaar toch weer aardig wat gearbeid. .Behalve door het jaarverslag der vruchtbaar arbeidende vereeniging herinner u haar uitgaven, haar voorlich ting van andersdenkenden, haar infor matiebureau werd die gedachte ook en vooral bij ons opgewekt door de inhoudrijke overzichten, bewerkt door: mr. A. Tepe (sociologie), dr. J. H.oog- VeLdl .(wijsbegeerte), pater G. A. Meijer (historie), dr. C. F. Xav. Sjmits (kunst), pater B. H. MoJjkenboer (letterkunde) en 'Kamerlid A. C. 'A y. Vuur en Jp olitiek), ,Op al deze terreinen werd door Room- sche landgenooten weder ijverig ge- ipiloegd en gèzaaid en geoogst, irioe zij dien arbeid verrichtten en met welke resultaten, vermelden de overzichten, waarvan we inzonderheid de meest cri- tische het liefst lazen niet zoozeer om de critiek dan wel om het feit, Icllat ten minste dit J}Annuariuim" blijlvend bireekt met het euvel, om maar alles mooi te vinden en aan te prijzen wat een Roomschen stempel draagt. Onom wonden leggen meerdere overziohters den vinger op de wonde plekken, zonder daarbij evenwel nieuwe wonden te ver oorzaken wat op zichzelf ook een kunst is, welke niet alle critici machtig zijn. Dtat de schrijvers in dit jaarboek openlijk met hun naam voor den dag komen en hun oordeel frisoh motiveeren kenschetst de waarde hunner bijdragen, welke bovendien van studie en bevoegd heid getuigen. Het boek bevat nog andere artikelen, zooals over den volkszang (van pastoor J. A. S. v. Schalk), over het moderne elektriciteitsbedrijf (van pater H. S. Koth- mann enz.), maar deze vormen, hoe lezens waard! ook, niet den hoofdinhoud. Voor taan zullen ze zélfs naar we op pagina XXII lezen niet meer worden opge nomen, wat heel goed gezien is, want in onze tijdschriften hooren ze beter thuis. Het „Annuarium" zal dan louter bevatten maar zulks ook'zoo volledig mogelijk overziahten van hetgeen in ons land door Katholieken in 't afge- loopen jaar werd tot stand gebracht. Zoo krijgt dan di.t jaarboek zijn vaste, geëigende plaats onder onze uitgaven en 'zal het van blijvende waarde zijn voor ■den geschiedschrijver. V Opgepast. Men tornt voortdurend aan onze Leid- sche musea. Nu weer het rapport eener Museum-comlmiissie, benoemd door de H'aagsche „Vereeniging voor Handel, Nij verheid en Gemeentebelangen". Deze commissie wil de Haagsche kunstschatten en historische voorweden van Mauritshuis, Gemeentemuseum en Kunstnijiverheidsmuseum beter dan thans rangschikken. Daartoe verdiept zij' zich niet alleen, in beschouwingen omtrent de wijlze waarop de verzamelingen te groepeeren zouden zijn, de terreinkwesti/e en de kosten, maa.r entameert ook de vraag, of de gelegenheid niet schoon ware, de ethnografische verzameling van het Rijk, thans te Telden slecht gehuis vest, naar Den Haag over te brengen, zij het dan na afscheiding daarvan van een stuidiie-rnlileotie ten behoeve van heit Indische onderwijs aan de Leidsche Uni versiteit. Wjef zeker Dat de ethnografische schatten want dit zijn het slecht, verbazend slecht zijn gehuisvest, weten we al lang, daarom is het volstrekt niet noodig ze ons te ontnemen. Leiden kan niet helpen, dat het Rijk zoo minachtend met de schier ongeëvenaarde verzameling om springt. Dit zal intusschen wel beter wor den, als voortgang gemaakt wordt met den bouw van het nieuwe academisch ziekenhuis. Gaan die plannen riiet door of duurt een en ander te lang, wel dan zal onze Gemeenteraad stellig niet wei gerachtig wezen om er een ander terrein voor beschikbaar te stellen. Laat nooit gezegd kunnen worden, idat onze stad zijh musea niet wist te waar de eren. We moeten den goeden naam van het Leidisch Atheen hoog houden! KAMEROVERZICHT. TWEEDE KAMER. Wfiterst&atsbegrootiri g Eindelijk is de begrooting van Wa terstaat afgehandeld! Doch niet dan na- idat nog eerst een relletje mooier haam verdient de handelwijze niet was opgezet tegen den Minister. Op plompe .wijze is men den minister te lijf gegaan en heeft men hem verweten, [dat ihij aan den eenen candidaat de voor beur zou geven boven den ander op grond van diens g ylsdienstige gezind heid. Het waren de ixeren Ketelaar en Roodhuyzen ;(de Laatste heeft zijn Ver wijt zelfs belichaamd in een motie, die op een nader te bepalen dag in behande ling zal komen.) Zij' bespraken nl. 'een [circulaire, die de minister heeft toege zonden aan directeuren van postkantoren, [in iwelke 'Circulaire hij er de aandacht pp vestigt, dat tot herstel van den on evenredigheid top verschillende kantoren [het gewenscht zou zijn, dat men na Ide bekwaamheid en geschiktheid ook in aan- imerking diet komen doch op de tweede plaats de godsdienstige gezindheid. 'De toestand is nu eenmaal zoo, dat men [dlikwijlls in Katholieke streken zoo goed 'als geen Katholieken onder het lager [personeel van de postkantoren aantreft Dat feit bestreed' men niet. Dat de mi nister ,niet gelijk ha dl met aan deze on evenredige verhouding tusschen de bevolking en de rijksambtenaren een einde te maken, bestreed men ook niet. ,Eu toch viel men den minister aan! Verder is er veel gesproken, over de ïimancieele positie der klerken. Uit het ,antwoordi van den minister bleek zeer 'duidelijk, dat er niet kan worden gezegd, jd'at voor de verbetering der positie niets wordt verricht. Allerlei verbeteringen 'wist de minister op1 te noemen. Toch gestaan er nog rechtmatige grieven, waar in de minister tegemoetkoming beloofde. lOok was zeer duidelijk, dat de minister Zeer goed op de hoogte was zelfs van de .zeer kleine detailpunten, die in het !d;ebat ter sprake werden gebracht. ALGEMEEN OVERZICHT. De reden van de stagnatie die zich Zaterdag weer bij de vredesonderhandelingen voordeed wijt men in Konstantinopel niet aan zichzelf maar aan de tegenpartij. In officieele kringen toch geeft men de volgende lezing. De Turksche gevol machtigden hadden als voorwaarde voor de onderhandeling ook met de Grieken gesteld voorziening van Adrianopel en de andere belegerde 'plaatsen met le vensmiddelen. De gevolmachtigden der Balkanstaten verklaarden toen, dat zij aangaande dit onverwachte voorstel last gevingen moesten vragen aan hun r.egee- ringen. De conferentie is dus niet ver daagd door het feit, dat de Turksche afgevaardigden geen lastgevingen had den. Op de bijeenkomst van gisteren zou den de Turksche afgevaardigden nog eens aandringen op aanneming van de gestelde voorwaarde en verklaren, dat zij bij weigering de vredesonderhandelingen niet zullen voortzetten. Men vreesde dus, dat de onderhandelingen gister afgebro ken zouden worden. Toch is het hiertoe niet gekomen en is de toestand in Turksche lezing door dc feiten gelogenstraft. Gister toch heeft de conferentie weder vergaderd en nadat deze U/2 uur had geduurd ging men tot Zaterdag uiteen. De reden is dat de Turken tijd. hebben gevraagd om de vredesvoorwaarden, die bekend gemaakt zijn toen zij niet meer op proviandeering van Adrianopel bléven aandringen, te overwegen. Deze voorwaarden zijn naar men ver neemt lo. Afstand van al het gebied ten Wes ten van een lijn, beginnende op' een punt ten Oosten van Rodosto, aan de Zee *van Marmora en loopende tot de baai van Malastra aan de Zwarte Zee (Mala- tra-Boeroen), met uitzondering echter van het schiereiland Gallipoli. 2o. Afstand van de eilanden in de Egeïsche Zee. 3o. Afstand van alle rechten op Kreta. Men laat de kwestie van Albanië den mogendheden ter oplossing. De eischen van 'de bondgenooten maak ten op de Turksche afgevaardigden een pijnlijken indruk. Men hoopt niettemin tot een bevredigende oplossing te ko men. De meeste gedelegeerden gaan gedu rende de verdaging op reis. Danef moet naar het vasteland vertrekken. In de zitting van heden lieten de Tur ken ook hun bezwaren tegen de Qriek- sche afgevaardigden voorgoed varen. Zoo zullen dus toch de onderhandle- lingen voortgang hebben. De mogendhe den hadden zich naar het „Journal" ver meldt, op het tegendeel reeds gespitst. Volgens dat blad zou er nl. een overeen komst gesloten zijn tusséhen alle groote mogendheden', Oostenrijk-Hongarije me de inbegrepen, om het afbreken van de vredesonderhandelingen te voorkomen, een bemiddelende houding ten aanzien1 van de twee partijen in acht te nemen' en Turkij'e gematigdheid' aan te bevelen. Stapipen in dezen zin ,zijn gisteren reeds door den Oostenrijksch-Hongaarschen gezant te Konstantinopel gedaan. Voor dien tijd schijnt de Turk echter reeds eieren voor zijn geld gekozen te hebben, hetgeen maar wijs is ook want de Turksche vloot schijnt, ondanks de groote successen evenmin den strijd te kunnen volhouden als het leger. In Konstantinopel wordt nu zelf toegegeven dat de averij van het Turksche linieschip1 Barbaros ernsti ger was dan men eerst wel wilde toege ven. Het schip heeft een groot gat in den romp', twee ketels zijn beschadigd, terwijl aan boord brand heeft gewoed. Aan dboden 'en gewonden wordt opge geven 5 en 21 man. Ook de correspondent van de „Köln. *Ztg." seint uit Konstantinopel: Het' staat vast.jdiat de linieschepen Barbaros Ha,yreddin en Messoedié sedert Don derdag voor ïsmid liggen, naar het 'heet om voorraden in te nemen. Twee tor pedo-booten zijn 's nachts voor de ma rine-werf gekomen en worden hersteld. De Turksche vloot heeft gebrek aani steenkolen! De regeering heeft zich die willen verschaffen bii den Anatolischen en bij den Levantijnschen spoorweg. D'e- zën verklaarden daarop, dat zij dan zei ven het bedrijf zouden moeten staken en dan geen troepen en levensmiddelen naar Konstantinopel zouden kunnen vervoe ren. Men beweert, dat de pantserschepén' te Ismid 400 ton steenkolen laden, die een Engelsch stoomschip na velerlei we- derwarigheden hierheen heeft gebracht De kapitein van het Russische .schip Ignatius Kroforof, dat in de Piraeus is aangekomen, verklaart, dat hij aan de kust van de Dardanellen de Barbaros Haïreddi.n en de Messoedié ontredderd heeft zien liggen. De Barbaros lag met haar voorsteven onder water, van de Messoedié 'waren een mast en een sjchoor- 'steen afgerukt. Duikers waren bezjg om het gat van de Barbaros te herstellen. Aangaande de kwestie tusschen Oostenrijk en Servië maakt men in Belgrado de volgende of- ficieuse mededeeling openbaar: Aange zien, volgens het gezichtspunt van Oos tenrijk-Hongarije, uitgedrukt in de amb telijke mededeeling nopens de kwestie van "de consuls, deze zaak beschouwd wordt als een geringe inbreuk opl hef beginsel van het volkenrecht, heeft de minister-president, om de afdoening van deze zaak te bevorderen in naam cier regeering, den Oostenrijksch-Hongaa'tj- schen gezant te Belgrado zijn spijt be tuigd over de vergissingen, door de la gere militaire overheidspersonen tegen over de consuls bepaan en zich bereid verklaard op ,de volgende wijze voldoe ning te verschaffen Bij den terugkeer van de Oosten- rijksch-Hongaarsche consuls te Prizren en Mitrowitza, zullen hun, nadat zij de Oostenrijksch-Hongaarsche vlag op de consulaten hebben geheschen, de gebrui kelijke eerbewijzen worden gebracht. De onderkoning van Indië te Delhi bij den intocht in zijn nieuwe hoofdstad het slachtoffer van -een aan slag geworden. Van het dak van een huis werd een bom geworpen. Ze trof de howdah op den rug van 's ontifer- konings olifant, doodde een dienaar van den onderkoning en wondde den onder koning zelf aan den schouder. Hij is naar het hospitaal gebracht. Lady Hardinge; zijn vrouWi bleef ongedeerd. De bom was er een van groote kracht. Later heeft de onderkoning aan Wil son, den minister van financiën die zijn plaats innam op de staatsieontVangsjt doen mededeelen, dat hij slechts licht ge wond was. Toen dit op de ontvangst be kend werd gemaakt juichten alle aan wezige^ met name, de Indische prinsen, luide en lang. De poging om den onderkoning van Indië te vermoorden, heeft, naar men denken kan, in Indische kringen te Lon den natuurlijk veel opzien gebaard. De onderkoning, die eerst slechts licht ge wond heette, meldt men van daar, heeft een diepe schouderwond van vier duim lang. Het schouderblad ligt bloot. De justitie te Delhi heeft een groote som uitgeloofd voor het ontdekken van den pleger van den aanslag. De bom moet gegooid zijn van het dak van de Nationale Indische Bank. GEMENGD Prins-r eigent Lo dew ijk heeft aan den voorzitter van den ministerraad een eigenhandigen brief gericht, waarin hij verklaart, dat hij met warme erkente- telijkheid allen gedenkt, die hem van nabij en van verre in dezen tijd van be proeving bijgestaan hebben. Met het oog op de beweging, die in hetjjand gaande is over de kwestie van het regentschap, verklaart de regent, dat het zijn stellige wensch is, dat men voor het oogenblik van alle maatregelen om aan het regent schap een einde te maken zal afzien. Een bevel des Tsaren verbiedt het verspreiden van militaire berichten, in het bizonder over de strijdvaardigheid; van het Russische leger en de vloot, over het oorlogstuig in de ves tingen aanwezig, over manoeuvres en proefmobilisaties, over het onder de wa penen roepen van soldaten met verlof of reservisten en bewegingen van troepen aan de grenzen. Het bevel heeft geldigheid voor een jaar, tc rekenen van den dag der afkon diging. De Observer meldt, dat de regee- rinlg van Roemenië in Engeland 2 torpedojagers, die daar gebouwd "worden, heeft gekocht. Zij zullen in Januari aan Roemenië geleverd worden. De Roemeensche agent heeft reeds een half millioen van de koopsom betaald. De staking op de Werf Germa- nia te Kiel heeft grootere afmetingen aangenomen. 'Op het oogenblik ontbre ken ongeveer 5000 arbeiders. Te Brussel hebben Zondag de so cialisten een groote betooging tegen de nieuwe militaire wet op touw gezet. Een stoet van 3000 menschen trok door de straten. Een imposante betooging schijnt het alweer niet te zijn geweest. De Temps verneemt uit Rome, dat een hevige aardschok 's ochtends om tien uur Reggio in Calabrië heeft ge teisterd. De bevolking verliet de wonin gen, die na de ramp van 1908 gebouwd zijn. Er wordt nog geen melding van slachtoffers gemaakt, maar de berichten uit 'den omtrek ontbreken nog. 4n de kolenmijn Oebari te Sap poro (Japan) heeft een ontploffing plaats gevonden. Er waren 200 werk lieden in de mijn van wie er slechts 3 gered 'zijn. Bij een storm in de Kaspische Zee 'zijn meer dan zestig visschers- vaartuigen omgeslagen. Tot dusver zijn er tien lijken geborgen. Koninklijke Besluiten. Bij Kon. besluit is benoemd tot leeraar aan de R. .H R.S. te Hoorn N. G. Wl H.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 1