Woensdag
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Uit Stad en Omgeving,
4e Jaargang.
No. 978.
Bureau OUDE SINGEL, S4, LEIDEN.
Interc. Telefoon 933. Postbus
dit BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN.
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering
en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week,
1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, 1.30 per kwartaal. Franco
per post 1.50 per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 21/, cent met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent.
18
December
1012.
De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van 1—5 regels t 0.75, elke regel meer 15 cent
ingezonden mededeelingen van 1—5 regels t 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis
bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Groote letters naar plaatsruimte.
Kleine AdvertentiSngevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop
(geenhandels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent iedere regel meer 5 cent; aangeboden
betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regelmeer 10 cent.
Dit nummer bestaat uit
TWEE bladen.
Het regeeringsprogram.
De Kameroverzichtschrijver van het
iH b 1 d. verbaast er zich over, dat de op
positie bij haar „langen en slappen"
aanval op de regeering zich, bij de re
plieken, niet gretig geworpen heeft op
„het prachtige aanvalsdoel, dat Minis
ter Heemskerk had geboden met zijn
stembusprogram". Volgens schr. getuigt
'dit verzuim van „een onbegrijpelijk ge
mis aan politiek-tactische wakkerheid".
Een oogenblik dacht hij gisteren onder
'de rede van den heer Borgesius: Nu
komt het. „Maar zelfs deze uitgesla
pen politicus zag de trefkansen van het
doel niet, vuurde er terloops maar een
paar schoten op af". Voorts vindt de
overzichter het „opmerkelijk, dat ook
den socialisten de trefkans van het mi-
nisterieele program ontgaan is. Dat zou
(z.i.) mr. Troelstra niet zijn overkomen."
Nu hebben we veel respect voor de
scherpzinnigheid van dézen bekwamen
journalist, maar als heel de oppositie
die toch waarlijk wel overleg zal plegen
vóór zij gaat repliceeren en gewoon is
gaatjes t e zoeken voor at haar spijkers en
krammetjes als heel de oppositie niets
van beteekenis vindt aan te merken op
minister Heemskerk's program, wel dan
bewijst zulks, dat het een stevig wel
overwogen program is, den overzicht
schrijver in 't Hbid. ten spijt.
We kunnen 't er in '13 best mee
stellen.
algemeen overzicht.
Men is wel wat zeer optimistisch ge
weest ten opzichte van de
vredesonderhandelingen
maar, na wat er in de laatsjte dagen
over verluidde had men toch wel ver
wacht dat men er werkelijk aan toe zou
zijn-gekomen. Doch de Turk is weer met
fcij ngewone lijntrekkerij begonnen en op
perde op de eerste vergadering gister
en bezwaren. Ze konden niet met de
Grieken onderhandelen omdat die de wa
penstilstand niet mede gesloten hadden.
'Alsof dat nu een plotseling nieuwtje
was. De vergadering der gedelegeerden
werd nu tot Donderdag verdaagd, om
'den Turkschen gedelegeerden gelegen
heid te geven zich met hun regeering
in verbinding te stellen. De drie ande
re mogendheden hebben dus ook niet
willen vergaderen. Wel hadden de Turk
sche gevolmachtigden gevraagd dat de
overige mogendheden hun voornemen
zouden openbaar maken, doch deze acht
ten dit overbodig. Het is dus niet ge
lukt een wig in het bondgenootschap
te drijven. Het blijkt hechter dan ooit.
Intusschen blijft de Porte de wereld
verbazen niet beriditen over successen
ïn
Zeeslagen
Vaii den 16en wordt ambtelijk gemeld
'dat het Turksche smaldeel dien och
tend om 8 uur de Dardanellen uit is
gevaren en in aanraking is gekomen met
de Qrieksche zeemacht. De schepen wis
selden kanonschoten op afstanden van
13200 tot 7750 M. De officieren en de
geheele bemanning legden groote flink
heid en dapperheid bij de vervulling van
hun plicht aan den dag.
Bij het gevecht, dat anderhalf uur
duurde, bereikten drie of vier Turksche
projectielen den Griekschen kruiser Awe-
rof, welks kanonnen van 23 c.M. op het
voorschip, en van 19 c.M. aan stuur
boord tot zwijgen werden gebracht. De
andere schepen van den vijand kozen
het ruime sop, nadat zii eenige schoten
hadden gelost, die geen uitwerking had
den. Het gevecht werd alleen met de
Awerof voortgezet, maar vergezeld door
de andere schepen nam deze ten slot
te de vlucht in de richting van den
Piraeus.
De Turksche schepen hebben geenerlei
schade gekregen.
Voorts zegt men te Konstantinopel,
idat de vlootvoogd den volgenden dag
seinde weer een gevecht te hebben ge
leverd. Na een uur vechten zag men
aan den voorsteven van de Awerof vlam-
jmen .veis-h jnen. Alras helde het schip
naar stuurboord over en werd omringd
!door andere Grieksche .schepen. De
[.vloot moet zich hebben teruggetrokken,
nagezet door de Turksche vloot.
Het gerucht gaat, dat Turksche trans
portschepen op "het punt staan troepen
met onbekende bestemming aan boord
te nemen.
Een geheel andere lezing is natuurlijk
de Grieksche. Deze luidt volgens een
telegram van den bevelhebber der torpe-
doflothilje aldus.
Des ochtend om 9.25 voer oiize vloot,
gevormd door de schepen Awerof, Spet-
sai, Hidra en Spara bij Sed. e! Bahr.
Op last van den opperbevelhebber voeg
de ik mij met 9 torpedojagers bij hem.
De Turksche kruisers Barbarossa, Tor-
goet Reis, Messoedieh en Attactef lagen
in gevechtsorde op een afstand van 9
K.M. Wij naderen tot op een afstand van
3 K.M. De kruiser en de forten begon
nen op ons te vuren, welk voorbeeld
door de Messoedieh en de lichte vijan
delijke flottilje, die onder dekking van
het fort Koem Kaleh lagen, werd ge
volgd. Om 10.40 hield het vuren op. De
vijand was in wanorde teruggetrokken.
Volgens particuliere inlichtingen heeft de
vijand aanmerkelijke schade geleden.
Het Turksche admiraalschip zou door
6 granaten getroffen zijn geworden.
Bij Skoetari
duurt de dwaze toestand nog voort. Naar
uit Cettinje gemeld wordt heeft de vij
and om de Montenegrijnsche troepen,
die het Zuidoostelijke gedeelte van Skoe
tari omsingelen, te verdrijven en den weg
naar San Giovinni di Medua vrij te maken
'n hevigen uitval met zwaar geschut en mi
trailleurs gedaan tegen den rechtervleu
gel van de Montenegrijnen. De Mon
tenegrijnsche afdeelingen die in de ver
dedigingslinie achter hun schansen ble
ven, 'sloegen dé Turken krachtdadig af.
Dezen lieten een aantal dooden en ge
wonden achter en trokken terug. De
Montenegrijnen kregen een klein aantal
gewonden.
Na het gevecht hielden de Turken
zich overal volkomen stil.
De Oostenrijki»ch-Seryische kwestie
schijnt er goed voor te sitaan. In Oos
tenrijk begint men echter minder goed
gemutst te worden tegen de regeering.
nu blijkt dat de zaak Prohaska zoozeer
opgeblazen was, en dit geval van den
consul te Presrend niets te beteekenen
had. Men is ontevreden door zulk een
futiliteit zoolang in oorlogsdreiging ge
zeten te hebben.
Voorts blijkt uit berichten uit Belgra
do dat men zich in Servië begint te
verzoenen met het denkbeeld, zich aan
de eischen van Oostenrijk te moeten
onderwerpen
Ook de „Voss. Ztg." meldt dat er alle
reden bestaat om te geloozen dat Servië
zich uit eigeii beweging uit Durazzo zal
terugtrekken en de wenschen van Oos
tenrijk en Italië respecteeren.
Toch is men in internationale kringen
nog bezorgd over de
Oostenrijksche mobilisatie
De „Times" schrijft daarover. De be-
bedoelingen welke men Oostenrijk toe
schrijft, zijn zeer onverstandig en niet
te verschoonen, daar Rusland zich tot
nu toe steeds rustig en gematigd heeft
getoond. Hoewel men tot op zekere
hoogte het standpunt van Oostenrijk kan
begrijpen, zijn de koortsachtige toebe
reidselen, welke dit land treft, werk 1 jk
een gevaar voor den vrede. Men heeft
weliswaar gezegd dat het louter voor
zorgsmaatregelen waren, maar velen leg
gen dit heel anders uit en dit nu sluit
een zeer groot gevaar voor den arede
in zich.
Toch laat men de hoop op het behoud
van den algemeenen vrede niet varen.
GEMENGD
Tegen half vier gistermiddag is de
conferentie van ambassadeurs
op het Engelsche ministerie van buiten-
landsche zaken geopend. De conferentie
trekt weinig belangstelling, aan den in
gang van het ministerie staat geen pu
bliek. Het eerst verscheen de ambassa
deur van Rusland. Daarna Lichnowski,
Cambon, Imperiaii en Mensdorff.
De gemeente Essen heeft wegens de
hooge veeprijzen in ons land, die nog
maar weinig verschillen met die in
Duitschland, den verkoop van vleesch
uit Nederland gestaakt. In de laatste
weken had Essen in het geheel 270 run
deren uit ons land laten komen.
Naar aanleiding van den moord, in
de buurt van Sjiras door Perzische roo-
vers gepleegd op een Engels cli o f
ficier, kapitein Eckford, heeft de Brit-
sche gezant te Teheran een dreignota
doen toekomen- aan de Perzische regee
ring. Volgens de bewering van de Perzi
sche plaatselijke autoriteiten is Eckford
bij ongeluk doodgeschoten door roovers,
die een karavaan aanvielen. Eckford be
vond zich daar dicht bij' en werd neer
geschoten, zonder dat de roovers het
op hem gemunt hadden.
De Perzïsqhé regeering zal de schuldi
gen straffen en verklaarde zich bereid
aan de Britsché regeering genoegdoening
te verschaffen.
Koninklijke Besluiten.
Bij' Kon. besluit is C. G. Riem benoemd
tot adjunct-tolk aan Hr. Ms. gezantschap
te Peking;
is benoemd tot directeur van het post
en telegraafkantoor te Brummen J. G.
Iiuygens, thans in gelijke betrekking te
Winsum;
is aan J. F. Helmers eervol ontslag
verleend als adjunct-opzichter van den
rijkswaterstaat.
Algemeen erkend Christelijke feest
dagen.
Een wetsontwerp is door den Minister
van Binnenlandsche Zaken ingediend ter
bepaling, dat/ indien een wet of alge-
in eene maatregel van bestuur feestdagen
met den Zondag op gelijke lijn stelt, dat
voosrehrift geldt voor de Christelijke
tweede Paastih- en Pinksterdagen, de
belde Kerstdagen en den Hemelvaartsdag.
In de toelichting tot deze wetsvoor-
dracht merkt- de Minister op, dat het
arrest van deh Hoogen Raad dd. 13 Mei
1912 wijziging heeft gebracht in de op
vatting, welke tot dusver bestond omtrent
de vraag, wat onder algemeen erkende
Christelijke feestdagen is te verstaan. Ter
wijl tot dusver ook de Christelijke tweede
Paaschdag, tweede Pinksterdag en tweede
Kerstdag daaronder werden begrepen
vloeit uit 's Hoogen Raads uitspraak
voort, dat deze dagen niet meer door het
begrip algemeen erkende Christelijke
feest-„dag" worden gedekt.
Op zich zelf zou deze gewijzigde op
vatting niet tot een ingrijpen van den wet
gever hebben geleid, zegt de Minister.
Maar nevens de evengenoemde uitdruk
king "jreft men nog andere aan. Zoo
spreekt bijv. de Beroepswet in art. 75 van
„erkende Christelijke feestdag". Sommige
belastingwetten bezigen de uitdrukking
„wettige feestdagen", of alleen maar
„feestdagen", enz:
Wat onder dergelijke uitdrukkingen te
verstaan is, is na 's Hoogen Raads ar
rest onzeker.
Het komt der Regeering voor, dat de
wet aan die onzekerheid een einde zal
hebben te maken, waartoe dit ontwerp
het voorstel doet.
Kamerverkiezingen 1913.
Het nationaal comité van de Christe-
Ijjk-Historische Unie zal naar de „N.
Rott. Ct." meedeelt op 27 dezer te
Amsterdam een vergadering houden
waarin met afgevaardigden van de Clir.-
Hist. kiesvereenigingen de bij de Kamer
verkiezingen in 1913 te volgen gedrags
lijn zal worden besproken. Het in die ver
gadering verhandelde zal vervolgens in
de kiesvereenigingen aan een bespreking
worden onderworpen, waarna in een om
streeks 13 Januari te houden vergadering
van de Chr.-Hist. Unie zal worden be
sproken, welke houding ten opzichte van
de coalitie zal worden aangenomen.
KORTE KRONIEK.
De gewone audiënties van de Mi
nisters van Waterstaat, Justitie, Oorlog
ad interim Minister van Marine zullen
deze week niet plaats hebben.
De heer C. Walraven, hoofdinspec
teur bij de Staatsspoorwegen te Breda, is
aldaar vannacht plotseling gestorven.
De „Ned." deelt mede, dat de heer
van Dorland, welbekend uit de Ommen-
sche verkiezingscampagne, zich tot het
hoofdbestuur van de Chr.-Hist. Unie heeft
gewend met het verzoek al het in Ommen
voorgevallene door een commissie te doen
onderzoeken.
Het bestuur van den Verlofhouders-
bond van 's Gravenhage en omstreken
heeft een adres gericht tot den Minister
van Binnenlandsche Zaken, met verzoek,
in overweging te nemen intrekking op
1 Mei 1913 van alle bestaande vergun
ningen en invoering van den vrijen handel
in alcoholhoudende dranken, mits de han
delaar f100 's iaars stort in de ge
meentekas.
Ged. Staten van Zuid-Holland heb
ben nader als data voor de verkiezing
enz., ter voorziening in de vacature, ont
staan door het ontslag nemen van den
heer mr. ZE. baron Mackay als lid der
Prov. Staten, vastgesteld: voor de ver
kiezing Donderdag 16 Jan., de stemming,
zoo noodig, Donderdag 30 Jan., en de
herstemming, zoo noodig, Donderdag
13 Febr.
In de vergadering van den gemeen
teraad van Arnhem kwam opnieuw de
winkelsluiting aan de orde. Bij Gedep.
Staten was nl. een bezwaarschrift inge
komen van een aantal inwoners, die ver
zochten het besluit van den Raad niet
goed te keuren. Ged. Staten hebben daar
op den Raad om advies op dit bezwaar
schrift verzocht. De ad heeft zich met
22 tegen 6 stemr eenigd met het
praeadvies van B. W., om aan Ged.
Staten te berichten, dat met de in het
adres genoemde bezwaren was rekening
gehouden en dat de Raad zijn besluit
handhaafde.
LEIDEN, 18 December.
Apologetische Cursus.
Gisteravond behandelde de Weleerw.
heer Th. M. P. Bekkers het H,. Misoffea
Hebben wij den vorigen keer, aldus
de Eerw. spr., bewonderd het groote
bewijs van Gods liefde eni wijsheid, ge-
openbaard in Jezus' tegenwoordigheid
in het allerheiligste Sacrament des Al
taars, die tegenwoordigheid is echter niet
de volle openbaring van de Goddelijke
liefde en wijsheid. Zij toch is een gevolg^
van een minstens even groot wonder
van liefde en wijsheid, het heilig Misoffer.
Een offer is een publieke daad, waarbij
een stoffelijke zaak wordt opgeofferd om
Gods opperheerschappij te erkennen, 't Is
de plicht van iederen mensch afzonder
lijk en van heel da menschelijke samen
leving in het algemeen Gods opperheer
schappij te erkennen, Hem te huldigen.
Maar hoe zullen wij, zwakke schepselen,
dat doen? Wij huldigen menschen door
hun iets, wat ons eigendom is, aan te
bieden; niet om hunne bezittingen te
vermeerderen, doch om hun, doordat wij
afstand doen van die zaak, een blijvend
aandenken te schenken van onze erken
telijkheid, onze hulde. Bij God kan echter
van zulk een hulde geen sprake zijn;
Hij is de volstrekte Heer van al het
geschapene. En daarom ontzeggen wij
ons, wanneer wij Hem willen huldigen,
het gebruik van een zaak. Hierin ligt
de verklaring, dat in het Oude Verbond!
offierdieren werden geslacht, wijn werd
geplengd.
Ieder afzonderlijk mensch kan God een
offer brengen, maar het gangbare ge
bruik van het woord „offer" is, dat wijl
er onder verstaan een publieke daad, ge
steld door een persoon, die de gemeen
schap vertegenwoordigt. Dat is geen
theorie, door de Christenen uitgedacht
of opgezet, maar men vindt die terug
bij alle volkeren, zoowel bij de heidenen
als bij de Joden. Iedere godsdienst bezit
zulk een offer. Ook het Christendom bezit
zijn offer, en het eenig offer des Nieuwen
Verbonds is het Lichaam en Bloed van
Christus onder de gedaante van brood
en wijn: het H. Misoffer. i
De Protestanten noemen het H. Mis
offer een gevloekte afgoderij, daar het
inbreuk zou maken op de volstrekte ge
noegzaamheid van het Offer des Kruizes,
welke ons door den heiligen Paulus ge
leerd wordt. Doch die alles-vermogende
kracht van het Kruisoffer siuit wel uit,
dat er een nieuw offer wordt opgedra
gen, doch niet, dat datzelfde offer blijft
voortwerken en op wonderbare wijze
wordt voortgezet. En dat is de Katho
lieke opvatting van het H. Misoffer; wijl
beschouwen het niet als een nieuw offer,
doch als een wonderbare voortzetting
van het Kruisoffer, 'tls nu nog slechts
de vraag, heeft Christus zelf die voort
zetting van Zijn offer op Golgotha be
doeld? En daarop moet bevestigend ge
antwoord worden. Reeds de rede, alge-
zien van de getuigenissen, die de Hl.
Schrift ons geeft, maakt dat zeer waar
schijnlijk. In het Oude Verbond heeft
God offers ingesteld om het ge
loof en het vertrouwen te verle
vendigen, de liefde en het berouw
od te wekken. Zouden wii in het Nieuwe
Verbond, dat een vervolmaking is van
het Oude, die offers moeten missen?
Doch een onomstooteüjk bewijs geefi
ons de Schrift. Uit da woorden, die
Christus sprak bij het „Avondmaal", dat
Hij met Zijn leerlingen hield, blijkt, dat
dit „Avondmaal" niet alleen, zelfs niet
voornamelijk, een geheimzinnig gastmaal
was, doch ook en vooral een offer^
Christus zegt uitdrukkelijk^ dat Zijn Li-<
chaam en Bloed, zooals hetdaaris^
„gegeven", „vergoten", d. i. geofferd
wordt voor onsdit geofferde Li-
chaam en Bloed geeft Hij aan Zijn leer
lingen en Hij gebiedt tevens, dat dit
offer door Zijn Apostelen en hun op
volgers op dezelfde wijze zal worden
herhaald.
Vervolgens gaat spr. na, dat Christus
zich hier in vollen zin „priester volgens!
de orde van Melchisedech" toont. daar.
Melchisedechs priesterschap in een offer
van brood en wijn tot uiting kwam. Hierj
ook vervult Hij de voorspelling van Mala-
chias en stelt Hij in „de reine offerande"^
die „van den opgang der zon tot aan
den ondergang" „op alle plaatsen" aati
„Zijnen naam" zal worden „geofferd en
opgedragen".
Spr. toont daarna aan, hoe door den
H. Paulus bevestigd wordt, dat Christus
bij het laatste Avondmaal werkelijk een
offer opdroeg. De LL Paulus houdt de
Corinthiërs er van af deel te nemen aan
de maaltijden der heidenen, waarbij dü
offerspijzen werden gegeten, omdat zij
deelnamen aan een ander offer, aan de;
„tafel" en „de kelk" des Heeren. En in
zijn brief aan de Hebreeuwen stelt hij 't
„altaar" der Christenen tegenover het
„altaar" des tabernakels, waarvan de
Joden een gedeelte der offerspijzen aten.
Spr. toont vervolgens aan, dat de leer
der Protestanten, dat de Nieuwe Wet
slechts één offer kent, het Kruisoffer,
niet is overeen te brengen met de uit
latingen der H. Schrift. Want, al is liet
waar, dat wij allen door de ééne „op
offering des Lichaams en Bloeds van
Jezus Christus (op het kruis) eens voor al
geheiligd zijn", al is het waar, dat het
H. Misoffer al zijn kracht ontleent aan
het Kruisoffer, waarvan het de h e r i n n e»
ring en hernieuwing is, het is ook
waar, dat de bovenaangehaalde uitspra
ken aan het Misoffer een offerwaarde
toeschrijven, onderscheiden van de offer-
waarde van Christus' Kruisdood, zoodat
ook in het Misoffer Gods opperheer
schappij wordt gehuldigd, en de heiliging,
door Christus op het kruis verdiend,
aan ons wordt uitgedeeld; juist in dit
telkens herhaalde Misoffer komt nog dui
delijker uit, dat Christus heeft „een
eeuwigdurend Priesterschap", en „altijd
leeft om voor ons te bidden" (Hebr.
7 25, 26), op welke woorden de Pro
testanten hun leer gronden.
Dat het H. Misoffer een herinnering
is en in zekeren zin een onbloedige her
nieuwing van het Kruisoffer, blijkt uit de
offerande en den offeraar. De
offerande toch is Jezus Christus, Wiens
Lichaam en Bloed ons gescheiden wor
den voorgesteld, alsof Hij een wreeden
dood sterft. Jezus Christus is ook de
offeraar. Als hoofd van Zijn mystiek
Lichaam, de Kerk, biedt Hij Zijn hemel-
schen Vader, namens de Kerk, Zijn
Lichaam en Bloed aan. Het Misoffer is
dus het offer der Kerk, en in zekeren
zin deelen alle geloovigen in het op
dragen van dit offer („sacrificium nos
trum: ons offer"). Deze nauwe vereeni-
ging tusschen den offerenden Christus
en de mede-offerende geloovigen komt
heerlijk uit in het gastmaal der H. Com
munie, dat Christus-zelf onafscheidelijk
aan Zijn offer verbonden heeft.
Bij het opdragen van dit offer is de
priester de plaatsbekleeder van Christus,
eii de plaatsbekleeder der geloovigen.
Spr. wijst er op, hoe schoon de liturgie
dat uitdrukt, die de priester bij de H.
Mis altijd in naam der geloovigen laat
spreken, behalve bij de Consecratie, waar
de priester allereerst is de plaatsbeklee
der van Christus, en bij de H. Communie,
waar de priester niet namens de geloo
vigen behoeft te handelen,' daar ieder
van hen zich met Christus vereenigen kan.
Ten slotte handelt de Eerw. spr. over
de vruchten van de H. Mis, waaraan wij
des te meer deelachtig worden, naar de
mate wij inniger of beter aan het offer
deelnemen, en wekt krachtig op, den
priester bij de H. Mis woordelijk te
volgen, opdat het Misoffer in vollen zin
ook ons offer zij.
Herinnerend aan Jezus' woorden tot
de Samaritaansche vrouw aan de bron
van Sichem, wekt spr. in een geestdriftige
peroratie op, Jezus te aanbidden in „geest
eu waarheid" door deel te neuien aan het