r Ingezonden Medeüeelingen. H©yf«n's Cacao DE TWEE VRIENDEN. Ik wil nog een kop Hei smaakt ioch zóó lekker, en Moeder zegt dat ze nooit heeft geweten dat Cacao zoo goedkoop in het gebruik is, voor ze ons geregeld RONA Cacao heeft gegeven. Tweede Blad behoorende bij DeLeidsche Courant van Woensdag 11 Dec. no.966. KAMEROVERZICHT. TW EEDE KAMER. Politiek debat. De algemeene beschouwingen op het eind van een legistatieve periode zijn geëindigd om de balans van de regee ring op te maken. De linkerzijde stelt 'daartoe alle krachten in het werk. Maar gisteren zijn er ook eenige leden van rechts opgetreden, die op doeltreffende wijze een lans hebben gebroken voor het goed beleid van de regeering. Het zou te ver voeren als wij gingen uitra- velen wat de heeren Middelberg (A. R.), Van Veen (C. H.), die in zulk een klem- jmend betoog aantoonde dat het ab senteïsme van links veel grooter is dan "dat van rechts, en Duymaer van Twist (A. R.) hebben gezegd. Alleen willen wij in vier punten weergeven wat deze laatste spreker op het debet der linker zijde stelde. lo. Dat de linkerzijde zich niet van haar plicht gekweten heeft voor het be reiken van het vereischte aantal Kamer leden 'lo. Dat leden van de linkerzijde zich niet ontzien hebben de zitting voor en kele minuten te verlaten en daardoor voortzetting der zitting onmogelijk te maken 3o. Dat de linkerzijde aan de debatten een zoo grooten omvang heeft gegeven, 'dat goede afdoening niet mogelijk is; 4o. Dat de rechterzijde door de linker zijde is verhinderd aan de debatten rustig deel te nemen. Terecht concludeerde spr., dat als hij de debet en creditzijde van de linker zijde opmaakte, "de balans geen schitte rend beeld vertoont. Iedereen zal dat bij aandachtige overlezing van de bovenge noemde vier punten moeten toegeven. Aan die conclusie kan men onmogelijk ontkomen Uit de Pers. Herstel van onrecht. Jn Van Onzen Tijd schrijft prof. Struycken een kroniek, die dezen keer handelt over de onderwijs-subsidies. „Dan moeten de minderheden maar onder drukt worden". wie zich deze cynische leuze van Kapeyne herinnert, kan begrijpen, in wat licht de Onder wijswet van 1878 en de iri 1889 en 1005 geregelde subsidiën der bijzondere scho len door die minderheden worden gezien Die subsidiën dragen niet zooals het Handelsblad wil doen gelooven hetzelfde karakter als de talrijke sub sidiën van anderen aard., uit 's Rijks kas tot ondersteu i ng van het pa tiiulier ini tiatief op zoo menig gebied verleend; de subsidiën aan de bijzondere scho len zijn een recht, dat men aan een ideel van ons volk heeft onthouden, zoolang zijne vertegenwoordigers in het Parle ment in de minderheid waren. De strekking der subsidiewetten van .1889 en 1905 Was niet alleen, zooals het „Handelsblad" meent, om eene „tege moetkoming te geven aan het bijzon dere Volksonderwijs" het nimmer ver zwegen motief dier wetten was, on recht goed te maken, eene poging te doen „tot erkenning van de staatsrech telijke gelijkheid van de openbare en de bijzondere school" eene poging, dié nog steeds, en veel te lang, op „hare finale oplossing" wacht. Én, men be denke het wel, de finale oplossing zal alleen nog maar gelijkheid brengen voor de toekomst; daarachter zal blijven lig gen een lang verleden van grof onrecht. 13e schrijver spreekt dan over wetsbe palingen die er toe leiden, dat de bij zon 4e re schooi bij de openbare wordt acli ergesteld.. Daartoe behóórt ook de bepaling, dat het s choolgeld der gesubsidieerde scho len minder moet zijn dan f 80.per leerling. In schijn zijn hierin de open bare en de bijzondere scholen gelijk gesteld; in schijn, immers voor de open FEUILLETON. 63) Zooals hij aan jeanne Legner gezegd had, wilde hij uit Parijs vertrekken. in de eerste' plaats moest hij terug- kecren naar zijn vriend Pierre Lasson, om hem gerust te stellen, hem zijn pa pieren terug te geven en hem te bevrij den uit de onwillige gevangenis, waarin hij zich ter wille van hem had opgeslo ten. Dat had bij beloofd. Vervolgens zou hij overleggen wat hem verder te doen stond. Hij zou zich een gedragslijn trekken en zich met hart en ziel geven aan het geen hij meende dat voortaan zijn eenige taak zou zijn. Voor het oogenbük had hij een onbe- 'dwingbaren lust om nog eens de lucht var. zijn Bretagne te gaan inademen, het ouderlijk huis, dat nu ledig stond, zijn bosschen en velden terug te zien en ook de weinige vrienden, die hein nog overbleven, ómdat de beste, de dier baarste gevallen waren onder de bijl, 'die er reeds zoovel en had neergeveld, bare scholen beteekent die eisch niet anders dan eene verdeeling der kos ten tusschen de publieke kassen van Rijk en Gemeenten, voor de bijzondere scholen beduidt hij de verdeeling der kosten tusschen de publieke kas en de beurzen der ouders. Wat moet eene bijzondere school doen, die met een schoolgeld van f79.— en de Rijkssubsidie niet kan bestaan De openbare school heeft geen moeilijkheid de gemeentekas betaald het ontbrekende. En de „welgestelde burgers," zooals het Handelsblad ze noeint, wier kinde ren deze openbare scholen bezoeken, za gen er nimmer bezwaar in, dat op die wijze het onderwijs hunner kinderen werd bekostigd. Maar de bijzondere scholen Zij kunnen de scholen goed- kooper inrichten meent men Neen, in verschillende gemeenten is zulks voor scholen met 1 eekenonderwij zers onmogelijk, zal de school in verband met het hooge schoolgeld aan eenigszins redelijke eischen voldoen. Vol doet ze daaraan uit geldgebrek niet, dan wordt ze aangewezen en ge smaald als een bewijs te meer, hoe ver h.et bijzondere onderwijs bij het openbare achterstaat. Ze kan het schoolgeld ver- hoogen, meent het Handelsblad. Natuurlijk, de draagkracht van de ou ders der leerlingen van bijzondere scho len kent geen grenzen daarom laat men hen in den vorm der gemeentebelas ting ook nog medebetalen aan de kos ten van het onderwijs van de kinderen der openbare scholen, ook van die van die van de „welgestelde ouders". Tentoonstelling „De Vrouw 1813=1913". In een artikel in de Maasbode zet baron A. van Wijnbergen uiteen, waarom z.i. de tentoonstelling „De Vrouw 1813- 1913" de steun en medewerking van de katholieken niet verdient. Allereerst niet, omdat zij propa ganda wil maken voor Vrouwen-Kies recht. „Het klinkt ongelooflijk", zegt schrij ver, „maar 't is toch waar: Deze Ten toonstelling is vóór alles en in de aller eerste plaats een propaganda-instituut voor het vrouwen-kiesrechtEen ten toonstelling dus met bepaald politiek karakter. Reeds daarom een zonderlinge tentoonstelling. Er zal dan ook vermoe delijk komen een „kiesrechtzaal"er is reeds een subcommissie voor kiesrecht. „De vraag van het Vrouwenkiesrecht op zich zelf geheel buiten beschouwing- latend, zullen we ons toch nimmer kun nen inlaten met deze Vrouwenkiesrecht beweging, maar die vraag eventueel steeds weder behandelen op eigen poli tiek terrein, gelijk nog een paar jaar geleden is geschied, men weet met welk resultaat. Al was het dus alleen reeds om deze reden, dat de hier besproken Tentoon stelling duidelijk wordt dienstbaar ge maakt aan een bepaalde politieke pro paganda, zoude, naar onze meening, steun daaraan moeten worden onthou den." Maar er is meer, zegt schr. „Wij vernemen dan (n.l. in het verslag, dat door het tentoonstellingscomiti is uitgegeven), dat een beeld moet worden gegeven van wgt de hedendaagsche vrouw op maatschappelijk gebied be teekent, wat zij doet voor de instandhou ding van het ras, voor maatregelen van hygiene èn voor de moeder èn voor den zuigeling ziekenverpleging in 't bijzonder en hygiënische maatregelen in 't algemeendat vervolgens aan de beurt komen opvoedkunde, o n d e r- w ij s, vakonderwijs, de vrouw in de vak- vereeniging, in de coöperatie, in de ar menzorg. Wij vernemen vervolgens, dat aan de Tentoonstelling zal verbonden worden een sportterrein, een leeszaal, een bios coopzaal en een congreszaal, die tevens dienst zal moeten doen als tooneelzaal en eventueel als historische balzaal. Zoo ziet men. derhalve, wat op en bij deze Tentoonstelling zooal gedemon streerd en besproken zal worden. Ook besproken. Het ligt n.l. in de plannen, aan de Tentoonstelling verschillende con gressen te verbinden, alwaar de voor naamste .punten der Vrouwenbeweging bij de toejuichingen van een woeste me nigte, welke niets menschelijks meer had en dronken was om het bloed, dat onop houdelijk vloeide. Om 6 uur des morgens, toen Parijs nog in diepe duisternis was gehuld, stond hij op, gewekt door den huis - knecht, wien hij een ruime fooi had be loofd en begaf zich naar den post, waai de stalknechts bezig waren de paarden te poetsen. Een hunner, een oude, met grijzen baard, zeide toen hij hem zag: De burger is vroeg opgestaan, wil hij vertrekken Ja, mijn waarde, ik heb een verren weg af te leggen en de lucht van Pa rijs benauwt mij. Hoe eer ik het verlaat hoe liever. De stalknecht was nog de ouderwet- sclic begrippen toegedaan. Hij herinnerde zich de dagen toen vroolijke reizigers flinke fooien gaven en de postilions op weg op een goed glas wijn onthaalden, wanneer zij vlug gereden hadden. Dat was in een paar jaar geheel ver anderd. De zaken gingen nu niet meer, de Dost had weinig reizigers te vervoeren, fooien en tracaties behoorden tot de zeldzaamheden. zullen ter sprake komen. Onderwerpen van politieken, socialen, opvoedkundigen aard enz. enz. zullen daar dus ongetwij- feld worden behandefd. Met blijdschap wordt thans reeds in 't vooruitzicht gesteld, dat men in Mei a.s. den Internationalen Vrouwenraad, die dan te 's Gravenhage bijeenkomt, met een honderdtal gedelegeerden op de Ten toonstelling zal mogen ontvangen. Wij zouden nog meer uit het verslag kunnen opsommen zoo zouden we b.v. nog kunnen wijzen op de typeerende me- dedeeling, dat de sub-commissie voor huisindustrie hoofdzakelijk bestaat uit vrouwen, die bii de S.D.A.P. zijn aange sloten we zouden ook nog kun nen wijzen op hetgeen in 't verslag niet voorkomt, en hetgeen men daarin in dien de zaak werkelijk een nationale zaak bedoelde te wezen toch zou mogen verwachten zoo vinden we b.v. wel ver meld de vrouw als „regentes van openba re instellingen", doch met geen woord gerept van onze Roomsche Zusters, aan wie men toch zeker wel een allereerste plaats mocht toekennen, wanneer men een juist beeld wilde geven van „De Vrouw 1813—1913." Herinnerd aan het congres voor ze delijke opvoeding, waarschuwt de schrij ver ten slotte nog eens ernstig voor de ze tentoonstelling en besluit: „Zeker, al behoeven onze Katholieke vrouwen met haar tijd waarlijk niet ver legen te zijn, al wordt naast de vervul ling van huiselijke plichten steeds meer en meer van haar gevorderd, op chari tatief en op sociaal gebied, al zal straks de R. K. Vrouwenbond nog meer van haar komen vragen toch zouden zij ongetwijfeld aan eene zaak als deze vol gaarne haren steun en medewerking ge schonken hebben, indien haar zulks maar mogelijk ware gemaakt. Door echter een zoo geprononceerd tendentieus karakter aan de zaak te ge ven, door haar zóó beslist te leiden in eene richting, waartegen wij ons moeten verzetten, heeft het Tentoonstellingsbe- stuur zelf de Katholieke vrouwen een maal afgestooten, en vermoedelijk niet Katholieke alleen. De zaken nu zóó staande, zullen toch beneden hun waardigheid moeten achten zoowel de Tentoonstelling-bestuursters om aan Katholieken steun te vragen, als de Katholieken om steun te verleenen. Deze Tentoonstelling staat duidelijk in het teeken der huidige Vrouwenkiesrecht propaganda en der Moderne Vrouwenbe weging is derhalve een zaak: niet voor ons." STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. Zitting van .Dinsdag 10 Dec. (vervolg.) De heer van Veen (C.H.) heeft nu eens nagegaan, hoe het stond in de periode van 17 Sept. tot 19 Nov. en speciaal nog eens de week van 12 tot 15 Nov., en h'eeft ontdekt, dat een grooter percentage rechtsche leden over het alge meen present was bij den aanvang der vergadering, nl. gemiddeld 14 leden, ter wijl er 21 hadden moeten zijn, volgens getalsterkte. In de beruchte week van 12 tot 15 Nov. waren er bij de stem mingen 43 pet. van rechts, 35 pet. van links. Ook heeft de linkerzijde vaak op zettelijk gezorgd, dat c(r geen quorum was. De redenaar heeft het absenteïsme van de sociaal-democraten nog niet eens in aanmerking genomen, anders wordt het percentage nog ongunstiger. Elk Kamerlid, links of rechts, heeft denzelfden plicht, aanwezig te zijn. Wel heeft buitendien de meerderheid nog een politieken plicht, maar daarvoor heeft men zich niet te verantwoorden jegens de tegenpartij. Hij laat verder over aan de Kamer te beoordeelen, of het houden van rede voeringen van 10 uur, zooals de heer Duys deed, geen obstructionisiisch ka rakter draagt. Zeker acht hij het onge oorloofd om weg te loopen bij stem mingen. Men heeft bij de aanvaarding- van zijn ambt zich bereid verklaard, met de lusten ook de lasten te dragen, daar onder behoort het aanwezig zijn en het deelnemen aan stemmingen. Maar de Alles stond stil. Men hield geestdriftige redevoeringen in de clubs der Jacobijnen, men at en dronk broederlijk met elkaar, maar de spijzen waren schraal, want er was ge brek aan alles. De hongersnood, die Parijs teisterde, was niet opgehouden door de inname van de Bastille. De stalknecht verwenschte de nieuwe regeering en hij stak dat zelfs niet on der stoelen of banken. Terwijl hij het paard zadelde dat de reiziger had besteld, gaf hij vrijmoedig zijn meeningen over de gebeurtenissen van den dag. Hij vroeg aan "Jean de Trémazan: Is 'de burger niet van Parijs? Neen. Ver van hier? Tamelijk. Waar vandaan? Uit 'den omtrek van Rennes. Een goed land. Ik kom uit La Mayennq. Dan zijn wij bijna landgcnooten.» De stalknecht ging met gedempte stem voort Het schijnt er niet gloed voor te staan voor de patriotten. De aanvoer ders beweren, dat de opstand in de Vendée gedempt is, maar de opstande linkerzijde schijnt niet te gelooven aan de mogelijkheid van haar succes in 1913, anders zou zij wel vreezen, dat de rech terzijde dezelfde praktijken ging toe passen. Na de pauze stemt men over de ver schillende moties, Ingediend op de voor gestelde nieuwe positieregeling van de departements-ambtenaren. De tweede motie-Ter Laan, waarover het eerst wordt gestemd, wordt verworpen met 49 tegen 29 stemmen, de eerste motie-Ter Laan met 53 tegen 23, de derde motie-Ter Laan met 71 tegen 6, de vierde motie-Ter Laan met 41 tegen 35, de motie-Patijn met 45 tegen 32 stemmen. Gestemd wordt vervolgens over de be grooting van Buitenlandsche Zaken. Zij wordt aangenomen met 71 tegen 5 stemmen. Zonder hoofdelijke stemming wordt de begrooting van Justitie aangenomen. De Kamer gaat voort met de alge meene beschouwingen over de Staats- b egr o ot i n g. De heer van Karn e beek (O.L.) be spreekt, zeer slecht verstaanbaar, de hou ding der vakbonden van ambtenaren. Hij meent nc£ steeds, dat een optreden van personen in dienst van den Staat tegen over de overheid niet kan worden ge duld. In het democratische Frankrijk is men al meer en meer tot dezelfde over tuiging gekomen. Die bonden mogen nooit als organen van het personeel er kend worden. Spr. geeft der Regeering in overweging een kern van vrijwilligers met een zeemilitie op de vloot te bren gen, opdat men zekere doorstrooming van personeel krijge en daardoor ver zwakking van den invloed der propaganda. De heer Middelberg (A.R.) merkt op, dat er zeer veel werk onafgedaan is gebleken, en dat wel, doordat de regee ring bij haar vele deugden niet deze deugd heeft, dat zij een goede tijdbereke- ning weet te maken. Daardoor is het der linkerzijde kunnen gelukken, door rekken van behandeling de totstandkoming van eenige belangrijke aangelegenheden te beletten. Hij hoopt evenwel, dat het ka binet gelegenheid zal hebben het onaf gedane af te doen met een nieuwe Kamer. Mocht evenwel de meerderheid verplaatst zijn, dan zal de rechterzijde niet het voorbeeld navolgen der tegenwoordige minderheid, doch ijverig medewerken. Hij prijst de ih ouding van liet kabinet inzake ouderdomszorg en tarief. Dat er nog geen poging is gedaan in de richting van tingeii maken vorderingen bij den dag. De Nationale Conventie werft allerlei leegloopers en gespuis aan en zendt hen daarheen, maar die snaken houden meer van kelders plunderen, dan van vech ten en zij zijn wel moedig tegen vrouwen en weerlooze menschen, maar voor man nen, die gewapend zijn, gaan zij op den loop. Men weet nog niet hoe dat daar zal eipdigeu. De oude zegde niet inet ronde woor den, dat hij de nederlaag der regeerings- troepen wenschte, maar dat was toch vrij duidelijk merkbaar. Jean de Trémazan drukte hem de hand en gaf hein tegelijkertijd een assignaat van 10 fr., dat met een gebaar van minachting werd ontvangen. De stalknecht knipoogde tegen hem en bromde Vuil papier! Dat zag men niet in den gjoeden tijd. Niettemin stak hij het in zijn zak. Jean sprong te paard en aan de wijze, waarop hij dat deed, had de stalknecht terstond den edelman herkend, die met paarden weet om te gaan. Hij vnoeg hem: Heeft de burger zijn papieren wel? "Zeker. En zijn certificaat van burgerschap? Ja- Zondagsheiliging stelt hem te leur. Vooe. hetgeen op onderwijsgebied tot stand kwam, is hij dankbaar. Ten opzichte vaiï de benoemingen is de ongunstige verhou ding voor de rechterzijde nog niet her-» steld. De regeering ging dus ver genoeg! in den geest van links. De heer Duymaer van Twist (A'. R.) acht het zijn plicht, thans bij uitzong dering het woord te voeren bij de alge-^ meene beraadslagingen over de staatsbe-' grooting. Men heeft gesproken van het failliet van het kabinet en dat zal men nog wel veel luider herhalen, wanneer de ver-»' kiezingen naderen. Hoe durft de linkerzijde dit te zeggen Het is juist de linkerzijde, die alles doet om den goeden gang van zaken te be^' Iemmeren en te zorgen, dat niets tot stand komt. Hij wil nu eens de balans van de lin-, kerzijde opmaken en dan vindt hij geen schitterend resultaat. De liberale pers; zegt dat zij het geoorloofd vindt in sonn mi ge gevallen opzettelijk heen te gaan om te zorgen, dat er geen quorum is en zulk een geval zou er reeds zijn, wanneer, de meerderheid zelve niet zorgt voor het quorum. Onder het kabinet Borgesius, toen de linkerzijde 55 leden telde, gebeurde het nooit, dat de linkerzijde alleen het quo rum vormde. Als de rechterzij- ^sen had gehandeld als nu de linkerzijde doet, dan zouden tal van liberale wetten niet tot stand zijn gekomen. De afgevaardigde noemt tal van geval len, waarbjj leden va nlinks de geregelde beraadslaging en afdoening van wets ontwerpen zouden hebben vertraagd. De heer De Beaufort (O. L.) wil wel hulde brengen aan de Regeering. voor hetgee nzij tot stand bracht, in de eerste plaats voor de Armenwet. Omtrent de concentratie zegt hij, dat het program daarvan niet is een regee- ringsprogram. Dit zou eerst noodig zijn, wanneer er een vast vooruitzicht bestaat dat de partijen der concentratie aan het bewind zouden komen. Gemeenteraad van Voorschoten. Voorzitter de heer E. Vernède, burge meester. Aanwezig 10 leden. Afwezig met ken nisgeving de heer Mol van Charante, wegens verhindering. Op de publieke tri bune hebben verschillende personen plaats genomen. Dat heeft men noodig, anders mag men de barreel niet passeeren. G.oede reis. Dank u. De oude man keerde in den stal terug en mompelde: En dat noemen ze nu de vrijheid! Voor alles heeft men paperassen noodigl Met een oogopslag hadden hij en Jean de Trémazan elkaar begrepen. Zij waren dezelfde denkbeelden toe gedaan. Aan die poort van Sèvres was een wacht, maar de mannen sliepen op hun post. De ijver van den eersten tijd was merkbaar bekoeld. De vurigste strijders uit den aanvang der revolutie begonnen genoeg te krijgen van die voortdurende onrust en zij, die 't felst waren opge treden tegen de aristocraten, zagen nu de noodlottige kar met kwalijk verborgen afkeer voorbijrijden. Zou er dan nooit een einde komen aan dat menschen slachten? Men vroeg dit elkaar af, eerst nog schuchter, maar allengs luider en duidelijker. De r uiter, die door de poort reed, werd niet ondervraagd. Hij zag er goed uit in zijn kleed ij van welgestelden buitenman eii men had geen achterdocht tegen hem. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 5