De Liturgie.
Tweede Blad, behoorende
bij DeLeidsche Courant van
Zaterdag 30 Nov. no. 957.
KAMEROVERZICHT
TW BEDE KAMER.
Indische Begrooting.
De nieuwe afgevaardigde van Ommen
Iieeit gisteren zijn intrede in het parle
ment gedaan, heel koeltjes begroet door
üe rechterzijde, die hem duidelijk liet
voeien, dat hij bij haar ritet thuisbehoor-
1de. De gebruikelijke felicitaties aan het
iiieuwe lid bleven van rechtsche zijde
zoo goed als achterwege en, o nood
lottig toeval, mr. Bichon kreeg een zit
plaats aan de linkerzijde, naast den li
beralen heer de Klerk.
Een rol, gelijk de vroegere afgevaar
digde van Ommen heeft gespeeld, zal
dezen opvolger wel niet toegedacht zijn,
'afgescheiden nog van het feit, dat zijn
halfslachtige politieke denkbeelden hem
nooit in staat zullen stellen als een man
van beginselen op te treden, die eerbied
afdwingt door zijn onwrikbaren beginsel-
trouw.
Hij is een wilde in onze Kamer; de
eerste „officieele wilde", zouden wij
haast zeggen, want rechts zoowel als
links kan men nog andere wilden aan
wijzen.
Zijn eerste daad is nu niet bepaald
faen agressief optreden tegen de rech
terzijde geweest. Hij stemde met de rech
terzijde voor in de kwestie van de con
versie der Minahassa scholen en in de
subsidieregeling aan de Zending in Indië,
beide zaken, die bij partijstemming wer-
!den beslist.
Uit het debat over de Indische Be
grooting stippen wij voorts aan, dat de
regeering in de zaak-Vierssen gehandeld
(heeft wars van alle politieke overwegin
gen. Zij heeft den man, die in concu
binaat leefde, vooraf gewaarschuwd en
[eerst daarna overgeplaatst (let welnog
niet eens ontslagen!) De Minister zeide
jn gekerstende streken geen ambtenaren
te dulden, wier levensgedrag aanstoot
geeft. Trouwens ook ten opzichte van
andere ambtenaren treedt de regeering
handelend op. De heeren de Visser, Boo-
[gaardt en anderen sloten zich aan bij
'den reeds door. dr. Scheurer geoefen-
Uen aandrang op de regeering het ze
delijk peil der ambtenaren op te voeren
waar zulks noodig blijkt.
Avondvergadering.
ustitiebegrooting.
Hoofdschotel van de discussie was het
door de Regeering geweigerd subsidie
aan de vrijdenkersvereeniging Zedelijke
Ppvoeding. Men weet, dat deze orga
nisatie beoogt de jeugd op te voeden als
omcrmengde vrijdenkers wien alle be-
igrip van Ood en godsdienst vreemd
blijft, en dat Minister Regout haar daar
om geen steun uit 's lands kassen wilde
geven. Dc Minister toch was van mee
ning, dat de godsdienst een uiterst be
langrijke factor bij de opvoeding is en
dat deze niet mag worden uitgeschakeld.
De liberale professor van Hamel en de
socialist Duys hebben het optreden der
tRegeering gegispt, doch minister Re
gout sloeg de aanvallen op zijn beheer
krachtig af. Hij gaf Duys zoo'n krach-
tigen stoot ,t erijg, dat de Zaanlandsche
jongeling omver tuimelde en nog even
tjes 'n incident verwekte.
Als wraakoefening vroeg Duys even
later stemming aan over een artikel 't
.was al een kwartier na middernacht
en toen waren er maar 21 leden (slechts
•2 van links) present en moest men dus
huiswaarts gaan.
Tot Maandag!
Oe Week
in het Buitenland.
Het is voor een overzichtschrijver te-
jgenwoordig een tijd om te huilen, zoo
iwelnig als er gebeurt de overdenking van
leen oogenblik waard. Werkelijk ik heb
gj X1L
De Heilige Mis.
jj: .Wij zijn in onze verklaringen gekomen
Ifot het Agnus Dei. Nu 'hij zoo dicht
is genaderd tot de heilige Communie,
fwcct de priester niets passender te doen,
('dan den Zaligmaker, Die vóór hem op
ïbet altaar rust als het „Lam Qods",
'te smeeken om ontferming en om den
hvrede, en hij bidt: „Lam Qods,dat weg-
j neemt de zonden der wereld, ontferm
JJ onzer. Lam Qods, dat wegneemt de
i zonden de.r wereld* ontferm U onzer.
ÜLam Gods, dat wegneemt de zonden
der wereld, geef ons den vrede.'
I Die bede om vrede breidt hij in nog
1 duidelijker bewoordingen uit in het gebed:
i „Heer Jesus Christus, Die tot Uwe
l[Apostelen gesproken hebt: „Den vrede
'la;,t Ik u, Mijnen vrede geef Ik u",
i aanzie niet mijne zonden, maar het geloof
JJ'ver Kerk en wil haar volgens Uwen
'Avi! in vrede en eendracht bevestigen,
[pij, Die leeft en regeert, God, door alle
'iee.iwen der eeuwen. Amen."
I; 'Hier dienen we even op te merken,
I jda i de priester in de Missen der over
ledenen bij het Agnus Dei in plaats
,va om ontferming en vrede voor zich-
'fceiven, om de eeuwige rqst voor de
een geruimen tijd op mijrf penhouder
zitten knabbelen voor ik er toe kon ko
men de pen in den inktpot te doopen
en het kostte me nog meer moeite ze
op het papier te zetten. Want ik kan u
toch niet gaan opsommen wat er deze
week gebeurt is en daarmede herkau
wen wat u reeds dag na dag is vo©r-
gezet. En dan nog zou het een mager
lijstje worden, want feitelijk is er niets
van belang gebeurd.
Er wordt onderhandeld, maar dat weet
gij, lezer, zoo goed als ik en meer we
ten we er geen van beiden van. Waar
op het zal uitloopen valt niet te be
zien, ofschoon toch velen denken dat
van hervatting der oorlogsbedrijven niet
veel meer zal komen. Het ligt wel voor
de hand dat de Bulgaren zich niet in de
Turksche cholerabesmetting wagen, waar
van ze reeds een voorproefje gehad heb
ben, waaraan ze blijkbaar reeds meer
dan genoeg hebben. De Turken van den
anderen kant kunnen weinig tegen hen
uitrichten, omdat ze met hun artille
rie verreweg in de minderheid zijn en het
tegen de goed opgestelde uitstekende
Bulgaarsche batterijen het zouden moe
ten afleggen. Wanneer dus de onder
handelingen tot niets leiden, heeft het
er veel van dat de Bulgaren den winter
zullen doorbrengen in afwachting, met
zoo nu en dan een voorpostengevechtje,
waarbij Adrianopel door uithongering
tot de overgave zal gedwongen zijn, voor
de Turken er aan kunnen denken om
aanvallend op te rukken ten ontzet.
Misschien is dit de reden dat verschil
lende oorlogscorrespondenten zich reeds
gereed maken het Turksche leger voor
goed te verlaten, waar ze vooreerst geen
werk hebben en alleen de kans loopen,
zooals reeds twee Duitsche journalisten
gebeurde, door de cholera getroffen te
worden. Deze twee hebben er nog het
leven af kunnen brengen, maar het had
hun ook slimmer kunnen vergaan. Het
kan ook zijn dat zij heengaan, omdat ze
zich niet aan de voorwaarden willen on
derwerpen die de Turk stelt, dat zij n.l.
slechts het leger mogen volgen wan
neer zij zich verbinden te blijven totdat
de vrede zal gesloten zijn en slechts
melden, wat het hoofdkwartier hen in
de pen wil geven. De Turken hebben ge
noeg van de Europeesche pers, welke
berichten hun geen voordeel brachten.
En zoo zal de Balkanoorlog wellicht in
geheimzinnigheid gewikkeld blijven tot
dat hij zal zijn afgeloopen, en dan
interesseert het de menschen niet meer.
Ik vrees dat bij de meesten dit nu al het
geval is.
Over de Oostenrijksch-Servische kwes
tie, die uit dezen oorlog noodwen
dig moest voortspruiten, valt op het
oogenblik ook al weinig te zeggen. Leek
het in het begin van deze week nog of
beide rijken ernstig aanstalten maakten
om elkaar in het haar te vliegen, waarbij
toen allerlei mogelijkheden bedacht en
allerlei combinaties gemaakt werden
voor een eventueel daaruit voortko
menden Europeeschen oorlog, plotse
ling lijkt nu dé verhouding veel kal
mer te zijn geworden. Oostenrijk ver
klaart te kunnen wachten tot na het
sluiten van de vrede en zelfs geen vin
te zullen verroeren als Servië Doerazzo
bezet en Servië, zou men uit de berich
ten opmaken, staakt plotseling zijn op-
marsch naar die havenstad, alsof het
nooit van plan was deze te bezitten.
In Doerazzo is echter toch het Turk
sche regime afgeschaft en wel door de
Albaneèzen zelf, die daar, zooals ook
elders geschiedde, de onafhankelijkheid
van Albanië uitriepen en er de Alba-
neesche vlag heschen. Zoowaar ze heb
ben meteen een vlag en misschien ook
wel een rijkswapen. Alleen een vorst
moeten ze nog hebben. En ook daarvoor
schijnen gegadigden genoeg te zijn.W e
hoorden al zoo iets mompelen over Prins
Victor Napoleon; een ander bericht
meldt dat een zekere prins Ghika,
die beweert van ouden Albaneeschen
adel te zijn, aanspraak op den troon
maakt hij moet te Weenen reeds zijn
beste beentje zijn wezen voorzetten
terwijl ook nog gesproken wordt van éen
anderen vorstel i jken scharrelaar, bewe-
geloovige zielen in het „dona eis requiem
geef haar de rust".
Daarna zien we den priester het altaar
kussen, om den vrede van Jesus zeiven
te ontvangen; hij deelt deze door om
arming onder de woorden „Vrede zij u"
mede aan den subdiaken, terwijl deze
'hem op zijn beurt aan de lagere assisten
ten overbrengt, 'n Treffende ceremonie!
Thans smeekt de priester, niet als
machthebbend vertegenwoordiger der ge-
heele Kerk, maar als hulp-behoevend
sterveling, die zijn Heer en Qod gaat
ontvangen in de heilige Communie:
„Heer Jesus Christus, Zoon van den
levenden Qod, Die naar den wil des
Vaders onder medewerking van den H.
Qeest, door Uwen dood aan de wereld
het leven hebt geschonken, maak mij
door dit hoogheilig Lichaam en Bloed
vrij van alle mijne ongerechtigheden en
van alle kwaad en doe mij Uwe geboden
ten allen tijde aanhangen, en gedoog
toch niet, dat ik ooit van U worde ge
scheiden. Gij, Die, enz."
Dan gaat hij voort:
„Laat het nuttigen van Uw Lichaam,
o Heer Jesus Christus, hetgeen ik niet-
waardige waag te ontvangen, mij niet
tot oordeel en verwerping strekken, maar
moge het mij door Uwe goedertieren
heid een behoed- en heilmiddel zijn naar
ziel en lichaam. Die leeft en heerscljt eng."
rende vSn Skanderbeg af te stammen,
die den Turken in de 15e eeuw het le
ven lastig maakte in Albanië. Het za!
nu wel een heele uitzoekerij worden,
wie wel het meest waardig is om op den
troon van het onafhankelijke Albanië te
mogen zitten. Als maar niet in dien tus-
schentijd de Albaneezen zich een koning
op eigen houtje kiezen. V.
W eekpraat j e.
Je behoeft waarlijk geen politieke tin
negieter te zijn om je te interesseeren
voor den uitslag Ivan de verkiezing te
Ommen. De heer JBichon van IJselmon-
de is gekozen; dat weten de lezers nu
wel. Men herinnert zich ook, dat de
Kamerzetel te Ommen vacant is geko
men door het aftreden van Dr. Kuyper,
dat id e anti-revolutionnairen op dien ze
tel aanspj-aak en wel zeer rechtmatige
aanspraak maakten. Maar wat is dat
nieuwe Kamerlid voor iemand? Daar
schiet ons het vc je van de Genestet
te binnen:
Wees u zeiven, zei ik tot iemand,
Maar hij kon niet: Hij was niemand.
Als politiek persoon is de heer Bichon
eigenlijk niemand. Iets vagers en ver-
warders dan de politieke geloofsbelij
denis waarmede genoemde heer als can-
didaat optrad, is moeilijk te denken. Bij
de rechtsche behoort hij natuurlijk hee-
lemaal niet. Hij stond als wild christ.-
Historisch tegenover de coalitie-candi-
daat, daarbij officieel verloochend door
de Christ.-Hist. Unie en het Prov. Be
stuur. En de linkerz.ijde geeft graag toe,
dat zij niet weten, wat zij aan hem heb
ben.- En toch, toch zijn alle vrijzinnigen
te zamen geloopen om op den heer Bi
chon te stemmen. De verkiezing te Om
men heeft klaar en duidelijk bewezen
hoe weinig zij zich om program of be
ginselen bekommeren. „Tegen rechts",
ziedaar alles.
Het is een bewijs van gezonde opvat
tingen, dat het geschil in de sigarenin-
dustrie, voor zoover dit het Zuiden be
treft, aan de uitspraak van 'n scheids
gerecht is onderworpen. Men moet onder
Christenen, zoo zeide de bisschop van
's-Hertogenbosch, niet maar zoo dade
lijk klaar staan met staking en uitslui
ting, doch zoo lang mogelijk den weg
van den vrede bewandelen. Met dat
scheidsgerecht geven ze daar in het
„donkere Zuiden" ons een zeer goed
voorbeeld. Intusschen zijn wij in span
nende nieuwsgierigheid naar de uit
spraak van die bemiddelingscommissie.
Een der voornaamste factoren, waarvan
zij haar beslissing zal laten afhangen,
zal ongetwijfeld zijn de draagkracht der
industrie,- Als men dien factor op zij
zet-, dan krijgt mei, een oplossing. Wat
baat het den werkman, als hem een hoo-
ger loon wordt uitbetaald, zoo de fa
brikanten hun zaken niet langer zouden
kunnen voortzetten. Wij zeggen niet, dat
het zoo is; we spreken slechts veronder-
stellcnderwijze. Men zal zeggenverhoogt
dan, den prijs van sigaren en laat den
verbruiker het hoogere loon betalen;
dat is het billijkst. Ja, volkomen waar,
dat is bet billijkst, maar 't is ook moge
lijk, dat dit niet direct kan geschie
den. We spreken weer veronderstel-
lenderwijze. Zoo ziet men en
daar was het ons om te doen
dat een loonsverhooging niet al
tijd zoo gemakkelijk in de practijk
is door te voeren, en het daarom
zoo redelijk is, als die zaak wordt
overwogen en van alle kanten wordt
bezien door een scheidsgerecht, bestaan
de uit personen van beide partijen. In
onzen tijd wordt te véél uit het oog ver
loren, dat staking het u i te rste mid
del is om de gerechtvaardigde wenschen
en eischen van de werknemers door te
zetten, evengoed als van de zijde der
werkgevers de uitsluiting het u i t e r s te
verweermiddel is. Eerst zoo lang mo
gelijk den christelijken weg van den vre
de bewandelen!
De Tweede Kamer heeft ons deze
week heel wat te.kluiven gegeven: In
dische begrooting en begrooting van Jus
titie. Ofschoon over het algemeen de
discussies niet zoo heel interessant wa-
Jen slotte bidt de priester:
„Het Hemelbrood zal ik ontvangen en
den naam mijns Heeren aanroepen."
Wij hebben hier deze gebeden in hun
geheel weer te geven, opdat de lezer
moge inzien en naar dit inzicht
tevens moge handelen dat er geen
betere voorbereiding is tot de heilige
Communie, dan die, welke de Kerk zelve
aangeeft in de Misgebeden.
Het oogenblik der H. Communie is ge
naderd. De priester knielt neder, slaat
driemaal met de rechterhand op de
borst en herhaalt driemaal:
„Heer ik ben niet waardig, dat Gij
onder mijn dak komt, maar spreek slechts
cén woord en mijne ziel zal gezond zijn."
Onder het uitspreken van de woorden
„Het Lichaam onzes'Heeren Jesus Chris
tus beware mijne ziel ten eeuwigen leven.
Amen", schenkt de priester-vervolgens
zichzelven den zegen met het goddelijk
Lichaam van zijn gekruisten Heiland en
nuttigt daarna dat heilig Lichaam.
En, overstelpt van dankbare vreugde,
jubelt hij:
„*Wat dan zal ik den Heer schenken
tot vergelding voor alle de weldaden,
die Hij mij bewezen heeft? Den kelk
des heils zal ik nemen en den naam
des Heeren aanroepen. Lovend zal ik
den Heer aanroepen en ik zal van mijne
Zgpden £evri/4 zija. £Jet blojg^ y,aa «pijnen
ren, was er nu en dan wel iets, wat
ieders belangstelling verdiende. Zoo
om een enkel voorbeeld te noemen de
opmerking van den anti-revolutionairen
heer Scheurer, die ter sprake bracht het
wetsartikel, waarbij voor iederen priester I
of zendeling in onze Oost een bewijs
van bijzondere toelating gevorderd wordt
van den gouverneur-generaal. De regee
ring, zoo zeide spr. terecht, mist elk recht
voor zulk een dwang-maatregel. Minis
ter De Waal Malefijt antwoordde, dat 't
ook volgens zijn meening een Chris
ten natie .onwaardig is van Christen
zendelingen een bijzondere toelating te
eischen, van an de re zendelingen niet,
en beloofde een voorstel tot wijziging
van dit artikel in te dienen.
Zoo ziet men, .dat alles wat in de
Kamer ook bij de begrootingen be
sproken wordt niet zoo erg „boog" of erg
„politiek" is. Men moest dit gedeelte
van 'de courant wat nauwkeuriger lezen.
Als de verslagen te lang zijn, dan alleen 't
overzicht. Laat u eens van mij zeggen:
die'lectuur zal u niet tegenvallen.
JAN.
STATEN-GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Vrijdag 29 Nov.
De Voorzitter deelt mede dat in
gekomen zijn de geloofsbrieven van het
nieuw gekozen lid der Kamer voor Om
men. Zij worden gesteld in handen van
een commissie van onderzoek bestaan
de uit de heeren Jannink, Ruijs de Bee-
renbrouck en van Lijnden van Sanden-
burg.
De behandeling der Indische Be
grooting wordt voortgezet door de ver-
volgrede van den heer Bos (V.D.), die
nu behandeld de zaak-Vierssen. Spr.
neemt aan dat men te doen heeft met
zedelijkheidspolitiek, maar dan moet een
dergelijke maatregel op allen worden
toegepast.
De heer de Visser (C.H.) bepleitte
verbetering van onderwijskrachten in In
dië. Wat het concubinaat betreft, heeft
z.i. de regeering ook tegenover hare
ambtenaren haar beginselen hoog te
houden en in verband hiermede verde
digde hij de overplaatsing van den on
derwijzer van Vierssen.
De heer Bog aardt (R.K.) betoog
de dat alvorens overgegaan wordt in In
dië tot uitbreiding van het aantal H.B.S.
afgewacht moeten worden de resultaten
van het M. U. L. O. Met betrekking
tot hef concubinaat sluit spr. zich aan
bij den heer De Visser.
De lieer Po 11 erna (A.R.) danKt de
regeering voor verschillende maatrege
len op onderwijsgebied in Indië. Indien
de bestraffing van den onderwijzer Vier-
sen inderdaad berust op concubinaat,
hij niet had moeten worden verplaatst,
maar ontslagen.
De Minister van Koloniën, de
heer de Waal Malefijt, deelde me
de dat voor de inlandsche officieren een
andere opleiding wordt overwogen, ge
lijkwaardig met die der Europeesche
officieren. Uitbreiding der hoogere bur
gerscholen in Indië acht spr. nog niet
noodig. De denkbeelden van den heer
Scheurer omtrent de dokters-djawa zal
spr. aan de Indische regeering in over
weging geven. De zorg voor het voor
bereidend onderwijs wil spr. voorloopig
aan het particulier initiatief overlaten.
Spr. erkent het tekort aan onderwijzers
maar de salarissen zijn voldoende.
Wat de zaak Vierssen betreft, de'Re-
geering heeft zeer tegen haar zin de
overplaatsing gelast, maar zij was noo
dig, omdat de regeering zich plaats op
het standpunt, dat zij in gekerstende
streken geen ambtenaren wil,
die in concubinaat leven. Er was
aan den heer Vierssen vooraf aange
raden zijne verhoudingen af te breken.
De heer Vierssen kon hierin niet tre
den. Reeds vroeger was om dergelijke
reden een ambtenaar ontslagen.
Spr. herinnerde aan een reeds tijdens
het Gouverneur-Generaalschap van den
heer Van Heutsz tot officieren en amb
tenaren gerichte geheime circulaire, dat
zij, wanneer zij in concubinaat leven,
gepensionneerd zouden worden of niet
.Heer Jesus beware mijne ziel ten eeuwi
gen leven."
En aanstonds, na onder het uitspreken
van een gebed zich met den kelk te
hebben gezegend, brengt hij dezen aan
zijne lippen en nuttigt ook het godde
lijk Bloed.
Vervolgens zuivert de priester zorgvul
dig de Kelk met wijn en daarna zijn
vingers welke de heilige Hostie heb
ben aangeraakt met water en wijn.
Inmiddels bidt hij (ook een allerschoonst
gebed voor de geloovigen tot dankzeg
ging na de heilige Communie)
„Laat ons, o Heer, hetgeen wij met
den mond hebben genuttigd, met een
reinen geest ontvangen; en doe ons uit
deze tijdelijke gave een heilmiddel gewor
den voor de eeuwigheid.
Dat Uw Lichaam, o Heer, dat ik heb
genoten, en Uw Bloed, dat ik heb ge
dronken, zich met mijn binnenste vereene,
en verleen, dat er geen zonde-vlek blijve,
in mij, hervormd door het reine en hei
lige Sacrament."
Aan de epistelzijde bidt de priester
vervolgensdeCommunie en de P o s t-
c o ïn m unie. Dit zijn beide met den
feestdag wisselende gebeden. Het eerste
is meestal een gedeelte van een Psalm,
het tweede de aanroeping van den feest-
heilige.
Na c(eze gebeden keert de priester te-
voor bevordering ir» aanmerking konden
komen.
Als blijk van Ministers geneigdheid
o*m de Zending buiten cle politiek te
houden, nam hij over een door den heer
Bos aangegeven wijziging van het sub-
sidieeringsartikel, om zoodoende te doen
uitkomen, dat gouvernementsonderwijs in
Soemba, Flores en Timor niet uitgesloten
is.
Hierna werd gepauzeerdj nadat tot toe
lating van den heer Bichon van IJssel-
monde als Kamerlid voor Ommen was
besloten, die dan ook na de pauze de
gevorderde eeden aflegde en zitting nam.
Bif de replieken wordt een incident
uitgelokt doordat de heer De Visser
(C. H.), aan het slot van een peroratie
over de heiligheid van het huwelijk had
gezegd, dat de heer Ter Laan zich tot
woordvoerder had gemaakt van hen, die
het concubinaat verdedigen. De heer
Ter Laan (S. D.) komt daartegen oplj
Hij heeft uitdrukkelijk gezegd, dergelij
ke toestanden niet te verdedigen, slechts
er bij gevoegd, dat ook huwelijksvormen
zeer weinig respectabel kunnen zijn. De
heer De Visser (C. H.) trekt terug
hetgeen den heer Ter Laan persoonlijk
kon kwetsen.
De post nopens de conversie van het
onderwijs in de Minahassa wordt aan
genomen met 41 tegen 19 stemmen.
De post voor de zendingen wordt op|
verzoek van den heer Bos (V. D.) in
stemming gebracht, omdat de afgevaar
digde van meening is, dat de minister de
grieven, aan de linkerzijde bestaande,
niet heeft weggenomen door de redactie
wijziging. De post wordt aangenomen
met 44 tegen 19 stemmen.
Maandagmiddag voortzetting.
Avondvergadering.
Bij de voortgezette behandeling van
de Justitiebegrooting bespreekt de heer
Middelberg A. R.) traktementsver-
hoogingen en om aan verdienstelijke amb
tenaren een bijzondere bezoldiging te
geven.
De heer Ter L aan (S.D.) stelt een
motie voor waarbij de Kamer als haar
oordeel uitspreekt, dat de salarissen der
departementsambtenaren bij de Alge-
meene Beschouwingen der Staatsbegroo-
ting dienen besproken te worden.
De Voorzitter geeft in overwe
ging de motie niet te handhaven, het
besluit om deze zaak thans te behande
len, is na rijpe overweging genomen.
Na verdediging door de heeren Pa tij n,
(U. L.), Ter Laan (S. D.) eii Du ijs
(S. D.) zegt de Voorzitter dat thans
gebleken is dat het besluit van behan
deling dezer zaak op hedenavond te laat
bekend was. Mitsdien geeft hij in over
weging de motie aan te nemen. De mo
tie wordt z. h. st. aangenomen.
Daarna ving het debat aan over de af-
deeling Rijkstucht- en opvoedingswe
zen, waarbij de heer D u ij s (S. D.) zich
bepaalde tot een protest tegen de subsi
weigering aan de vereeniging Zedelijke
opvoeding.
De heer v. Hamel (U. L.) hoopt dat
de Minister alsnog bereid zal worden
gevonden de gevraagde subsidie te ge
ven aan de vereen. Zedelijke opvoeding.
De heer v. W ij n b e r g e n (R. K.) be
toogde dat 's Ministers afwijzing niet
is geschied omdat het hier eenvrij
denkersvereeniging betrof, zonder meer.
maar om deze bepaalde vrijdenkersveree-
nigingen en spr. acht het volkomen te
recht. Hij betreurt dat deze consequentie
komen moet dat men vrijdenkersvere
nigingen niet behandelen kan als andere
verenigingen, maar in deze zaak kon de
conclusie niet anders zijn. Spr. acht de
weigering gemotiveerd.
De heer Snoeck Henkemans (C.
H.) vraagt den Minister ernstige overwe
ging van deze zaak.
Wat de quaestie van Zedelijke Opvoe
ding betreft, door het brengen van par
tijdigheid in de wetgeving is niet de Mi
nister schuldig, maar deze vereeniging,
die reeds in haar eerste circulaire de be
strijding van ander godsdienstige ge
zindten op den voorgrond stelde. Spr.
hoopt, evenals de heer van Hamel dat
de regeering nog zal besluiten subsidie
te geven, al vindt spr. het verschrikkelijk
rug naar het midden van het altaar,
spreekt de zegegroet uit en kondigt het
einde van de heilige Mis aan in het:
Ite Missa est, ga, het offer is volbracht,-
waarop geantwoord wordtDeo Gratias,
Gode zij dank. Dat „Ite Missa est" wordt
weggelaten op boetedagen en in rouvv-
missen; waarschijnlijk omdat vroeger op
boetedagen nog een reeks gebeden volg
de en na de rouwmissen nog de gebeden
voor de afgestorvenen moesten worden
verricht.
Na nog een gebed van toewijding te
hebben gebeden, kust de priester het
altaar en wendt zich tot de geloovigen
om hen ten afscheid de zegen te schen
ken.
Ten slotte volgt tenminste in de
meeste gevallen; meermalen op Zonda
gen en ook 'öp andere tijden wordt het
door een ander Evangelie vervangen
het begin van het Evangelie volgens den
H. Joannes.
Met dit Evangelie, waarin de hoogste
geloofswaarheden op zulk een hoog-ver-
heven wijze worden beleden, eindigt het
aanbiddelijk Sacrificie van de H. Mis
het middenpunt van ons Katholiek ge
loof.