Uit de Pers.
DE TWEE VRIENDEN.
Tweede Blad, behoorende
bij DeLeidsche Courant van
Vrijdag 29 Nov. no. 596.
KAMEROVERZICHT.
TW EEDE KAMER.
De Indische begrooting.
Het was gisteren den geheelen dag
Indische rijsttafel.... erge flauwe kost
voor de Europeanen, doch een ware lek
kernij der Indiërs. En zoo kunnen wij ons
best indenken, dat de Indische heeren
in de Tweede Kamer gesmuld hebben
aan de rijstgerechten, die hen werden
voorgezet en waaraan de Europeanen
niets vinden. Aan het slot der zitting
kwam evenwel een iets pikanter gerecht.
't Was bij de bespreking van de afd.
Onderwijs, dat de heeren ter Laan en
Ketelaar het opnamen voor een ambte
naar, die overgeplaatst was omdat hij
in ongeoorloofde betrekkingen stond tot
een inlandsche vrouw. Zij keurden dezen
strafmaatregel af, omdat zij er een
wraakoefening van de Regëering in za
gen. En bovendien, zoovéél ambtenaren
maken zich schuldig aan hetzelfde kwaad.
;De Regeering moet dan ook tegen hen
optreden.
Wat een krachtige houding nemen de
vrijzinnigen en socialisten toch aan, zoo
dra het geld handhaving van de zede
lijkheid
Wat baat het al, als men zegt het
kwaad niet te willen, terwijl men op z'n
achterste beenen gaat staan wanneer han
delend wordt opgetreden
En men kan toch waarachtig niet van
een opvoeder der jeugd dulden, dat hij
door zijn slechten levenswandel een aan
stoot voor anderen is, al is hij overigens
een nog zoo voortreffelijk onderwijzer.
Wij kunnen in een courant óp de fines
ses dezer zaak niet ingaan zij leent zich
daarvoor niet. Docht dit mogen wij niet
nalaten te constateeren, dat de aanval
door de linkerzijde óp de Regeering om
dat zij de onveranderlijke wetten van
zedelijk goed en kwaad niet langer door
haar ambtenaren laat schenden en krach
tig optreedt om het zedelijk peil in Indië
te verheffen dat deze aanval ieder
leed moet doen, di.e een zedelijk levens
gedrag beschouwt als het hoogste goed
van den mensch.
En wij vinden het diep-treurig, dat het
peil der linkerzijde zoodanig daalt, dat
wel niet direct maar dan toch zijdelings
en oogluikend het inenschonteerendste
kwaad m bescherming wordt genomen.
De verkiezing te Ommen.
Wij laten hier nog eenige persstem
men over den uitslag der verkiezing te
Ommen volgen
De Standaard driestart:
De Coalitie staat dan nu metterdaad
voor al het gevaar, dat in dezen af
loop voor haar schuilt. Er blijkt, dat we
er niets-te veel van hebben gezegd. DU
gevaar dreigt voor de Tweede Kamer,
voor de Eerste Kamer, en op den koop
toe voor de Coalitie als zoodanig.
Ommen heeft nu alle kans in 1913
voor de Tweede Kamer liberaal te wor
den. Zeer waarschijnlijk toch zullen wij,
Antirevolutionairen, in Juni thuis blij
ven, en de zaak tusschen de Liberalen
en Dorlandianen laten uitvechten.
Maar hierbij blijft het niet.
Als Ommen voor goed omgaat, gaat
er meer.
En heel'de uitslag in 1913 zal nu af
hangen van' het antwor>r/i jeze pèn_
uiicme vraag: Zal 't gelukken vóór Ju
ni zulk een accoord aan te gaan, dat
men vastelijk overeenkomt, hoe 't zal
moeten loopen, en zullen de drie partij
besturen genoegzaam zeggenschap in
hun partij bezitten, om voor het aangaan
van een vast accoord den zedelijken
waarborg te kunnen bieden, die in Om
men, gelijk nu gebleken is, bij een der
drie groepen ten eenenmale ontbrak.
FEUILLETON.
53)
De regeeringsconimissaris ging voort:
Het heeft nog moeite genoeg ge
kost, om de jury er toe te bewegen over
al de anderen het schuldig uit te spre
ken. Fouquier-Tinville heeft daartoe al
zijn duivelachtige welsprekendheid noo-
dig gehad, maar hij is geslaagd.
Dus het is in orde?
Ja.
Wanneer zal de terechtstelling
plaats hebben?
Om 12 uur, op dit oogenblik is
men al met de toebereidselen gereed,
en straks zal de stoet hier voorbij komen.
Hoe was de houding van de ver
oordeelden?
Voortreffelijk. Niet een die zwak
heid vertoonde, zelfs onder de meisjes
niet. Geen klacht werd vernomen.
Hun goederen?
Zijn verbeurd verklaard en zullen
verkocht worden ten voordeele van de
natie.
Dat wil zeggen ten voordeele van
„ons", verbeterde Nollan. Dus het is
'de overwinning
De (a.-r.) Rotterdam schrijft:
Ook thans liep Ommen mis.
Hooge politieke beteekenis kan aan
den uitslag niet worden toegekend.
Daarvoor ontbrak in dezen kamp te
zeer elk serieus element.
Evenwel is daarom Bichon's victorie
niet zonder alle beduidenis.
Zij predikt de macht van den haat,
van de verdachtmaking en politieke klap-
looperij.
Het Huisgezin ziet de toekomst
niet erg donker in
„Behoeft het gebeurde te Ommen
vraagt het blad van invloed te zijn
op de coalitie?"
En het antwoordt:
„Neen, vermits het hoofdbestuur der
Chr. Hist. Unie partij heeft gekozen
vóór mr. Van der Vegte, tegen den heer
Bichon.
„Dat zijn woord zoo weinig invloed
had in het district is te betreuren, zijn
goede "trouw staat boven verdenking.
„Men kan de Unie niet aansprakelijk
stellen voor hetgeen een districtorgani
satie misdoet."
De Gelderlander zegt
„Waar dus bij de voormannen de ern
stige wil voorzit, om de coalitie te hand
haven, zouden wij 't onverantwoordelijk
vinden, die coalitie, welke alsnog ze
ker veel redenen van bestaan heeft, te
gaan verbreken omdat er een groep on
willige Chr.-hist. kiezers bestaat, welke
blijkbaar den ernst van deze dagen met
een Grondwetsherziening in het zicht,
die samenvoeging van alle Christelijke
elementen vraagt, niet weet te onder
kennen.
„Thans een scheuring ware de val van
de Christelijke Regeering. En deze wacht
nog veel Christelijke arbeid. Deze ge
dachte moge sterker zijn dan de begrijpe
lijke gevoelens van wrok, die bij de an
tirevolutionairen zullen opkomen."
Geen brood meer in eigen huis.
fn de Nieuwe Venlosche C r t.
lezen we het volgende veelzeggende arti
keltje:
Zou men meenen, dat de arbeiders
en arbeidsters zich de moeilijke reis in
den vroegen ochtend en in den laten
avond zouden getroosten, als er in het
eigen land werk genoeg was.
Ziet eens naar den abnormalen toe
stand in Venlo.
Ook daar een dagelijksche uittocht
naar het vreemde land.
Cijfers zullen dat aantoonen.
Er vertrekken met arbeiderskaarten
telken morgen, vóór het daglicht er is,
naar Pruisen (alfabetisch opgegeven):
Boirsheim 9 Brcyel 80, Dukcn 70, on
der welke 18 meisjes, Mülheim Oudt 3,
München-Gladbach 40, onder welke 11
meisjes, Rheinberg 7, Rheijdt 6, Strae-
len 17 terwijl er nog 62 afzonderlijke
kaarten worden uitgegeven voor afzon
derlijke bestemmingen.
De mannelijke arbeiders zijn ongeveer
voor het halve getal gehuwden, de vrou
welijke ongehuwd.
Bi* dat verblijf in den vreemde blijft
er veel van het weekgeld hangen en
waar de drank in het s pel komt, onder
vindt liet huisgezin de nadeelen.
Geen reiziger zal bij voorkeur het
reisgezelschap van die jeugdige perso
nen nemen, want de vreemde invloed
heeft velen een te losse tong bij weinig
ondervinding bezorgd.
Ook meer naar 't Zuiden bestaan ab
normale toestanden. In alle vroegte loopen
van Maastricht naar Aken arbeidersirei-
nen waarmede tal van jeugdige arbeiders
zich.naar Aken begeven wij spreken
niet van de mijnen die hier eenige uit
komst^ brachten -^aar den langen
gaan werken.
Men vrage eens na, hoe groot het ge
tal der vertrekkenden is en men zal ver
baasd staan
Trouwens en dit geldt voor geheel
Nederland, -ook voor 't Noorden de
Maatschappij tot Exploitatie van Staats-
xspoorwegen laat geen bijzondere trei
nen loopen, als liet aantal reizigers niet
groot is, dat begrijpt een ieder.
Ook gaan nog honderden arbeiders uit
de dorpen te voet en per fiets naar Aken
Over de geheele linie.
Dokter Nollan zag met zijn blauwe
oogen, die zoo koud waren als staat, Si-
card strak aan en zegde:
Dan blijft ons niets anders over dait
de rekening van deze campagne op te
maken.
Sicart deed alsof hij hem niet vatte
en vroeg:
Welke rekening?
Begrijpt gij mij niet?
Neen.
Den buit te verdeelen, om het dan
duidelijker te zeggen.
Opnieuw vroeg Sicard, terwijl hij zijn
gezicht in een bedenkelijken plooi trok
Welke buit?
Hubert Nollan glimlachte.
Hij wees zijn vriend, of beter zijn me
deplichtige, een stoel aan en hernam:
Ga zitten en ik zal het u uitleggen.
Het zal niet lang duren.
Hij begon, terwijl hij onder het spre
ken cijfers op een vel papier schreef.
Wij zullen het eerst spreken over
het kasteel La Guyonnièrej dat van den
kelder tot den zolder is leeggehaald. Zil
verwerk, in het ruwe geschat: 10,000
fr. Ik weet wat er was. Goud en zilver
geld 15,000 fr. en evenveel aan assig
naten, maakt te samen 40,000 fr.
De dokter legde hem wet een bewe
ging het stilzwijgen op.
De Noordbrabanisch Duiisc'.ie Spoor
weg, de bekende lijn, die van Boxtel via
Goch naar Wesel loopt, vervoert in de
ochtendtreinen vele arbeiders die in de
margarinefabrieken, op de oliemolens en
op de pluchefabrieken in en bij Goch
werken. Langs de groote wegen naar
Pruisen ziet men bij het krieken van den
dag lange rijen fietsers, de eetketeltjes
bij zich ,die zich in ijlende vaart naar het
Duitsche werk begeven, om in het don
ker terug te keeren. Zij moeten het zwaar
halen.
In sommige ïabrieken heeft men eene
dag- en nachtploeg wat nog moeilijker is
voor de veraf jonenden.
Al dat reizen en trekken ware onnoo-
dig als er op Hollandsen gebied genoeg
zaam werk was. Het verschil is te groot,
te opvallend.
Daar volop werk, hier niets. Ook in
andere vakken.
^taten-qënëraa"C~
TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag 28 Nov. (Verv.)
Aan de orde is de Indische Be
grooting.
De heer De Meester (U.-L.) heeft
eerst dezelfde bezwaren gekoesterd,
maar overweegt, dat het onmogelijk is,
de verhooging naar billijkheid over de
verschillende gewesten te verdeelen.
M i n i s te r De Waal M a 1 e f ij t ant
woordt, dat het voorstel om te han
delen, zooals geschied is, uitging van
Indië, niet van hier. Voorts legt hij
uit, dat de hoofdgelden volstrekt niet
zoo drukkend zijn als de- havendien
sten waren en het niet gezegd is,
dat de verhoogingen der gewesten
niet ten goede zullen komen.
De heer De Savornin Lohman
(Chr.-H.) verklaart geen onnoodige stem
ming te zullen uitlokken, maar hij is niet
overiuigd.
Bij de afdèeling Onderwijs spreekt
de heer Verhey (U.-L.) als zijn mee
ning uit, dat bij de ontzaggelijke ver
meerdering van kosten voor het onder
wijs, hetgeen hij op zich zelf toejuicht,
er toch voor het vakonderwijs meer kan
worden gedaan dan in het uitzicht wordt
gesteld.
De heer Scheur er (A. R.) bepleit
een steeds voortgaande verandering van
inlandsche scholen in de richting van
Hollandsche scholen. In de toekomst
moet men ook een universiteit voor Indië
verlangen, in eik geval een school voor
opleiding var. artsen. Hij ontwikkelt een
plan tot reorganisatie reeds nu van de
bestaande dokter-djawa-school in Bata
via.
De heer ter Laan (S. D.) acht het
onbillijk, dat men den inlander laat be
talen voor hef Ëuropeesch onderwijs. Hij
bepleit het beter zorgen voor voorberei
dend onderwijs en betere aanvulling van
onderwijskrachten uit Nederland. Hij be
spreekt vervolgens de zaak-Vierssen. Men
heeft hem eereburger van Menado ge
maakt. Dit is wel het bewijs, dat het
beweerde slecht levensgedrag niet zoo
erg zal zijn geweest. De overplaatsing
stond dus wel degelijk in verband tot
de schoolbeweging.
De heer Ketelaax (V. D.) bepleit
de verzorging van het voorbreidend on
derwijs. Ook hij bespreekt de zaak-
Vierssen.
De heer De Meester (U. L.) vraagt
naar aanleiding van de zaak-Vierssen, of
de Regeering nu van plan is, ten aanzien
van ambtenaren en officieren een andere
gedragslijn te volgen dan tot dusyerrö
en zoo ja, of^zij dat daa ^uêiij'k zegge.
l'ttT z) o'S (V. D.) bepleit meer
vrijheid voor den onderwijzer zeiven om
het onderwijs te doen aanpassen aan lo
cale behoeften.
Vrijdag voortzetting.
Staatsbegrooting.
De Regeering heeft hare memorie van
antwoord ingezonden op het verslag be
treffende de algemeene beschouwingen
der Staatsbegrooting. De vele belangrijke
wetsontwerpen, die in staat van wijze
zijn of ter tafel liggen, doen het kabinet
rustig afwachten een onpartijdig oordeel
over de vraag, waar de schuld schuilt,
Ik blijf nog beneden de werkelijk
heid, verzekerde hij op een toon, die
geen tegenspraak duldde. Er waren ook
juweelen, maar daar spreek ik niet van,
omdat zij van weinig waarde zijn. De
Trémazan's waren degelijke menschen,
die wars van alle weelde waren.
Sicard beet op zijn lippen.
Deze berekening verbitterde hem.
Toch had hij haar moeten voorzien.
Hij wist hoe begeerig de dokter was
en tevens dat hij in geldverlegenheid ver
keerde.
Ook kende hij de beloften, die hij had
gedaande verplichtingen, die hij op
zich had genomen.
Wat te antwoorden aan een tegenstan
der, die zoo goed gewapend was?"
Nollan merkte op
Uw taak was zeer gemakkelijk. Ik
had nauwkeurige platte gronden der kas-
teelen voor u geteekend en daarop aan
gegeven de dubbele bodems en wanden
en de kisten, waarin het geld bewaard
werd. Aan u alleen komt de eer van een
vaderlandslievende zending die met goed
succes ten uitvoer is gebracht, maar de
stoffelijke voordeelen zijn voor ons bei
den. Gij zult u toch niet hebben voor
gesteld, dat gij die ook voor uzelf alleen
kondet behouden
Sicard wrong zich de handen.
Qe dokter leende kalm aan,
wanucer de wetgevende oogst niet zoo
overvloedig is, als bij gunstiger omstan
digheden mogelijk ware geweest. Ver
dedigende haar beleid op militair gebied
tegen het verwijt van teleurstelling, houdt
de Regeering tevens vol, dat door de
beide vorige Ministers van Oorlog veel
en goed werk is verricht.
Verder behandelt de memorie de critiek
betreffende het sociaal beleid der Regee
ring. Al maakte zij dankbaar gebruik van
den belangrijken socialen arbeid van voor
afgaande kabinetten, toch konden de vroe
gere ontwerpen zonder meer niet bij de
Kamer worden ingediend. Een wetsont
werp betreffende uitbreiding van de
ongevallenwet tot de zeelieden en de
zeevisschers zal de Kamer binnen enkele
weken bereiken. De uitbreiding der ver
zekering tot den landbouw is nog in
bewerking.
Naar aanleiding van de opmerking, dat
de a.s. verkiezingen hoogst waarschijn
lijk tengevolge zullen hebben, dat toch
tot staatspensionneering zal moeten wor
den overgegaan, merkt de Regeering op,
dat wel bekend is, dat de tegenwoordige
meerderheid tegen staatspensionneering
is en dat de minderheid, die haar wel
wil, verdeeld is over de beste wijze van
uitvoeren.
In zake het rapport der Ineenschake-
lingscommissie is thans de voorbereiding
zoover gevorderd, dat spoedig verschil
lende wetsontwerpen het departement
kunnen verlaten.
De bedoeling van den Minister van
Binnenlandsche Zaken ten opzichte van
de openbare school laat zich aldus resu-
meeren: Het is beter, dat de scholen
worden opgericht en in stand gehouden
door de deskundigen, belangstellenden
en onmiddellijk belanghebbenden in de
maatschappij, dan door de overheid, zij
het ook dat de overheid steunend en tot
op zekere hoogte regelend moet optreden.
Hoe meer dus de maatschappij zich van
hare roeping bewust toont en hare kracht
openbaart, des te meer treedt de over
heid op den achtergrond. Het is dus
een heugelijk verschijnsel, wanneer de
maatschappij hare taak zóó goed vervult,
dat de openbare school geheel overbodig
wordt. Van opzettelijke benadeeling der
openbare school is dan ook geen sprake.
De Regeering acht dit zittingjaar wel
de minst geschikte gelegenheid om het
zoo netelige vraagstuk der gemeente-
financiën tot oplossing te brengen.
De memorie beroept zich op de erva
ring, die geleerd heeft, dat de Christe
lijke beginselen een grondslag zijn voor
een politieke coalitie. Naar de meening
der Regeering bevorderde aanvankelijk
de druk, door de schoolwetgeving ge
oefend, de coalitie, maar is gaandeweg
gebleken het groote principieele verschil
tusschen de partijen, die haar vormden,
en de voorstanders van de leer, dat de
godsdienst geen invloed kan hebben op
de staatkundige beginselen. Uiteenspat
ting der coalitie zou dan ook slechts te
weeg brengen de heerschappij der lin
kerzijde, behoudenden en vooruitstreven-
den van vr'ij-liberaal tot sociaal-democraat,
allen te zamen gekeerd tegen ieder der
partijen van de coalitie.
Ten aanzien van de klacht, dal de
kerkelijke gezindheid van sommige mi
nisters van invloed zou zijn op de benoe
mingen, verklaart de Regeering, dat de
godsdienstige gezindheid of de richting
van een sollicitant onder alle omstandig
heden niet buiten beschouwing moet blij
ven. Zij meent, dat vooral de burge
meesters zooveel mogelijk passen
in Jiei "'''.tC ïTii nun ambtsuitoefening.
De Regeering is steeds doordrongen van
haar plicht om aan iedere richting recht
te doen wedervaren en weerstand te
bieden aan overdreven eischen ook van
geestverwanten.
Het Kabinet wenscht de vrouwen van
ambtelijke betrekkingen niet uit te sluiten,
maar de Regeering wenscht als regel
geen ambtenaressen in dienst te houden
als zij in het huwelijk treden.
Vervolgens gaat de memorie over in
eene uitvoerige weerlegging door den
Minister van Financiën van de bewering
als zou voor het jaar 1913 buitengewoon
laag geraamd zijn in verband met de
voorgestelde tariefsherziening.
Wij zeggen dus voor La Guyon-
nière 40,000 fr. Nu gaan wij over naar
La Fosse. Daar was het beter. De familie
d'Achet was schatrijk en juist om zijn
rijkdom was d'Achet gekozen penning
meester van de samenzweerders. Hij ge
noot ieders achting en 'het algemeene
vertrouwen.
Als een boekhouder, die gewoon is
met cijfers om te gaan, schreef hij op
Zilverwerk: 10,000 fr., goud- en
zilvergeld 50,000 fr. Ik schat alweer be
neden de waarde. Assignaten, evenveel,
totaal 120.000 fr.
Sicard sprak geen woord.
Hij wachtte.
Nollan besloot:
Dan zijn er nog de kasteelen van
Balazé en Kéroual, die elk voor een
30,000 fr. aan geld en waarde bevatten.
Gij ziet, dat ik op de hoogte ben.
Hij ging de rekening na:
40,000, 110,000 en tweemaal
30,000, maakt te samen 210,000 fr. Een
schoon bedrag. Dan spreek ik nog niet
van de juweelen van d'Achet. Die wa
ren prachtig en daarmee vertel ik u niets
nieuws, burger. Er waren gouden horlo
ges met diamanten omzet, paarlsnoeren,
armbanden, en ringen met edelgesteen
ten. Ik ben een goede kerel en verlang
niets daarvan....
JtJ.ij verbeterde:
Dc Kegeering geeit toe, dat onze artil
lerie van onvoldoende sterkte is. De
oorlogsbegrooting zal mettertijd tot 4Q
millioen stijgen.
Bijzondere maatregelen, teneinde den
vleeschaanvoer te vergemakkelijken, wor-
ten onzent niet vereischt,
De weigering van den burgemeester
te 'sGravenhage om de bekende kies-
rechtbetooging toe te staan, kan bezwaar-»
lijk een punt van behandeling in de Staten-
Generaal uitmaken.
Het wetsontwerp inzake electriciteits-
voorziening heeft reeds de betrokken de
partementen verlaten.
Voor een algemeenen indruk, dat de
tucht bij het leger en de vloot, ook ia
Indië, veel te wenschen overlaat, bestaat
geen voldoende grond. Dat de slechte
geest onder het mindere personeel te
wijten is aan de actie der militaire
bonden, valt moeilijk te bewijzen, al
twijfelt de Regeering daaraan niet.
De Regeering blijft bij haar meening,
dat het Motu proprio „Quantavis dili-
gentia" in Nederland niet toepasselijk is.
In deze overtuiging kan geen verande-
ring worden gebracht door de destijds
reeds bekende, op een ondergeschikt punt
afwijkende zienswijze van een R. K. dag
blad, waar de Regeering dit afwijkend
gevoelen niet gedeeld heeft.
Aangaande de herziening van de Zon-
dagswet kan nog geen bepaalde toezeg
ging worden gedaan.
De indiening der wetsontwerpen be-
treffende de pensionneering van leeraren
aan bijzondere H. B. scholen en gymnasia
en betreffende toekenning van pensioen j
een de weduwen en weezen van de j
mindere geëmployeerden bjj inrichtingen
van 's rijks zee- en landmacht kan spoedig
worden tegemoet gezien.
Zoodra voldoende medewerking der
provincie zal zijn verkregen, zal door in
dijking en droogmaking van het Wierin-
germeer proefondervindelijk worden na
gegaan de mogelijkheid der geheela
drooglegging van de Zuiderzee.
Een wetsontwerp betreffende de feest
dagen, die met den Zondag op eene lijn
te stellen zijn, heeft het departement van
binnenl. zaken bereids verlaten.
Beroepsziektewet.
Ingediend is een wetsontwerp tot wet
telijke verzekering van arbeiders tegen
geldelijke gevolgen van beroepsziekten.
Voorgesteld wordt de regeling te doen
aansluiten aan de ontworpen ziektever
zekering. Er is geen reden den kring
van personen, die onder de verzekering
vallen, minder ruim te nemen dan het
ontwerp-Ziektcwet doetaltijd, voorzoo
ver zij aan gevaar voor beroepsziekte
zijn blootgesteld.
De uitkeering wegens beroepsziekte,
in het ontwerp, „ziekenrente" genoemd
wordt niet verleend, voordat de verze
kerde zes maanden geheel of gedeeltelijk
ongeschikt tot werken is geweest. De
ziekenkas van den Raad van Arbeid keert
deze ziekenrente uit. Verder is voorzien
in de uitkeering van begrafenisgeld en
rente aan nagelaten betrekkingen, als in
de Ongevallenwet.
De premie wordt evenals voor de on-
gevallenveizekering, door de werkgevers
opgeor«»-ht
Bii algemmien maatregel van bestuur
2üile\ ziekten worden aangewezen. Het
ontwerp voorziet n.l. een geleidelijke
uitbreiding naarmate meer kennis van
beroepsziekten wordt verkregen. Moest
dit bij wet geschieden, dan wtrnaahie
w<r^".'lJZiging noodig zijn. Het ontwerp
verzekert werklieden, die in een onder
neming bepaalde werkzaamheden ver
richten. De ziekte moet een gevolg zijn
van het verrichten der werkzaamheden.
Daaruit volgt niet, dat werkzaamheden,
op zich zelf, de ziekte moeten veroorza
ken. Het is voldoende, dat het verrich
ten der werkzaamheden, onder bepaalde
omstandigheden, de ziekte veroorzaakt.
De algemeene maatregel zal voor iedere
ziekte de werkzaamheden moeten aan
wijzen die als vermoedelijke oorzaak
worden beschouwd.
Ieder die ingevolge de Ziektewet wet
telijk, verplicht of vrijwillig verzekerd
is en in een onderneming werkzaamhe
den verricht bij den bedoelden algemee
nen maatregel van bestuur aangewezen
O toch, ja, ik wil er een ring van
hebben, één enkele maar, om hem ten
geschenke te geven. Het is een ring, ver
sierd met een smaragd, en kleine dia
mantjes er omheen. Hij was in de kist
d' Ach et op La Fosse. Die ring is voor
mij, al het ander voor u, gij hebt dus
het leeuwenaandeel.
Dien ring kunt gij krijgen, zegde
Sicard, maar wat het geld betreft
De dokter glimlachte boosaardig.
De onomkoopbare zou een donder-re-
devoering houden van de tribune, zegde
hij, wanneer hij vernam, dat een gevol
machtigde. van de Nationale Conventie,
belast met de aanhouding van samen
zweerders, hun kasteelen had geplun
derd en zich verrijkt met meer dan
200.000 franken, ten iiadeele van de na
tie. Betaal dus zonder u te laten bid
den. Ik ken deugdzame menschen, die er
verrukt over zouden zijn, wanneer zij
u naar Cayenne konden doen zenden,
ja, die er zelfs geen bezwaar tegen zou
den maken om u hetzelfde lot te doen
ondergaan, dat nu uw gevangenen wacht
Laten wij dus deelen en de beste vrien
den van de wereld blijven.
Hubert Nollan had niets meer te vreö-
zen
Wordt vervolgd.)