Uit de Pers. DE TWEE VRIENDEN. Tweede Blad, behoorende bij DeLeidsche Courant van Vrijdag 29 Nov. no. 596. KAMEROVERZICHT. TW EEDE KAMER. De Indische begrooting. Het was gisteren den geheelen dag Indische rijsttafel.... erge flauwe kost voor de Europeanen, doch een ware lek kernij der Indiërs. En zoo kunnen wij ons best indenken, dat de Indische heeren in de Tweede Kamer gesmuld hebben aan de rijstgerechten, die hen werden voorgezet en waaraan de Europeanen niets vinden. Aan het slot der zitting kwam evenwel een iets pikanter gerecht. 't Was bij de bespreking van de afd. Onderwijs, dat de heeren ter Laan en Ketelaar het opnamen voor een ambte naar, die overgeplaatst was omdat hij in ongeoorloofde betrekkingen stond tot een inlandsche vrouw. Zij keurden dezen strafmaatregel af, omdat zij er een wraakoefening van de Regëering in za gen. En bovendien, zoovéél ambtenaren maken zich schuldig aan hetzelfde kwaad. ;De Regeering moet dan ook tegen hen optreden. Wat een krachtige houding nemen de vrijzinnigen en socialisten toch aan, zoo dra het geld handhaving van de zede lijkheid Wat baat het al, als men zegt het kwaad niet te willen, terwijl men op z'n achterste beenen gaat staan wanneer han delend wordt opgetreden En men kan toch waarachtig niet van een opvoeder der jeugd dulden, dat hij door zijn slechten levenswandel een aan stoot voor anderen is, al is hij overigens een nog zoo voortreffelijk onderwijzer. Wij kunnen in een courant óp de fines ses dezer zaak niet ingaan zij leent zich daarvoor niet. Docht dit mogen wij niet nalaten te constateeren, dat de aanval door de linkerzijde óp de Regeering om dat zij de onveranderlijke wetten van zedelijk goed en kwaad niet langer door haar ambtenaren laat schenden en krach tig optreedt om het zedelijk peil in Indië te verheffen dat deze aanval ieder leed moet doen, di.e een zedelijk levens gedrag beschouwt als het hoogste goed van den mensch. En wij vinden het diep-treurig, dat het peil der linkerzijde zoodanig daalt, dat wel niet direct maar dan toch zijdelings en oogluikend het inenschonteerendste kwaad m bescherming wordt genomen. De verkiezing te Ommen. Wij laten hier nog eenige persstem men over den uitslag der verkiezing te Ommen volgen De Standaard driestart: De Coalitie staat dan nu metterdaad voor al het gevaar, dat in dezen af loop voor haar schuilt. Er blijkt, dat we er niets-te veel van hebben gezegd. DU gevaar dreigt voor de Tweede Kamer, voor de Eerste Kamer, en op den koop toe voor de Coalitie als zoodanig. Ommen heeft nu alle kans in 1913 voor de Tweede Kamer liberaal te wor den. Zeer waarschijnlijk toch zullen wij, Antirevolutionairen, in Juni thuis blij ven, en de zaak tusschen de Liberalen en Dorlandianen laten uitvechten. Maar hierbij blijft het niet. Als Ommen voor goed omgaat, gaat er meer. En heel'de uitslag in 1913 zal nu af hangen van' het antwor>r/i jeze pèn_ uiicme vraag: Zal 't gelukken vóór Ju ni zulk een accoord aan te gaan, dat men vastelijk overeenkomt, hoe 't zal moeten loopen, en zullen de drie partij besturen genoegzaam zeggenschap in hun partij bezitten, om voor het aangaan van een vast accoord den zedelijken waarborg te kunnen bieden, die in Om men, gelijk nu gebleken is, bij een der drie groepen ten eenenmale ontbrak. FEUILLETON. 53) De regeeringsconimissaris ging voort: Het heeft nog moeite genoeg ge kost, om de jury er toe te bewegen over al de anderen het schuldig uit te spre ken. Fouquier-Tinville heeft daartoe al zijn duivelachtige welsprekendheid noo- dig gehad, maar hij is geslaagd. Dus het is in orde? Ja. Wanneer zal de terechtstelling plaats hebben? Om 12 uur, op dit oogenblik is men al met de toebereidselen gereed, en straks zal de stoet hier voorbij komen. Hoe was de houding van de ver oordeelden? Voortreffelijk. Niet een die zwak heid vertoonde, zelfs onder de meisjes niet. Geen klacht werd vernomen. Hun goederen? Zijn verbeurd verklaard en zullen verkocht worden ten voordeele van de natie. Dat wil zeggen ten voordeele van „ons", verbeterde Nollan. Dus het is 'de overwinning De (a.-r.) Rotterdam schrijft: Ook thans liep Ommen mis. Hooge politieke beteekenis kan aan den uitslag niet worden toegekend. Daarvoor ontbrak in dezen kamp te zeer elk serieus element. Evenwel is daarom Bichon's victorie niet zonder alle beduidenis. Zij predikt de macht van den haat, van de verdachtmaking en politieke klap- looperij. Het Huisgezin ziet de toekomst niet erg donker in „Behoeft het gebeurde te Ommen vraagt het blad van invloed te zijn op de coalitie?" En het antwoordt: „Neen, vermits het hoofdbestuur der Chr. Hist. Unie partij heeft gekozen vóór mr. Van der Vegte, tegen den heer Bichon. „Dat zijn woord zoo weinig invloed had in het district is te betreuren, zijn goede "trouw staat boven verdenking. „Men kan de Unie niet aansprakelijk stellen voor hetgeen een districtorgani satie misdoet." De Gelderlander zegt „Waar dus bij de voormannen de ern stige wil voorzit, om de coalitie te hand haven, zouden wij 't onverantwoordelijk vinden, die coalitie, welke alsnog ze ker veel redenen van bestaan heeft, te gaan verbreken omdat er een groep on willige Chr.-hist. kiezers bestaat, welke blijkbaar den ernst van deze dagen met een Grondwetsherziening in het zicht, die samenvoeging van alle Christelijke elementen vraagt, niet weet te onder kennen. „Thans een scheuring ware de val van de Christelijke Regeering. En deze wacht nog veel Christelijke arbeid. Deze ge dachte moge sterker zijn dan de begrijpe lijke gevoelens van wrok, die bij de an tirevolutionairen zullen opkomen." Geen brood meer in eigen huis. fn de Nieuwe Venlosche C r t. lezen we het volgende veelzeggende arti keltje: Zou men meenen, dat de arbeiders en arbeidsters zich de moeilijke reis in den vroegen ochtend en in den laten avond zouden getroosten, als er in het eigen land werk genoeg was. Ziet eens naar den abnormalen toe stand in Venlo. Ook daar een dagelijksche uittocht naar het vreemde land. Cijfers zullen dat aantoonen. Er vertrekken met arbeiderskaarten telken morgen, vóór het daglicht er is, naar Pruisen (alfabetisch opgegeven): Boirsheim 9 Brcyel 80, Dukcn 70, on der welke 18 meisjes, Mülheim Oudt 3, München-Gladbach 40, onder welke 11 meisjes, Rheinberg 7, Rheijdt 6, Strae- len 17 terwijl er nog 62 afzonderlijke kaarten worden uitgegeven voor afzon derlijke bestemmingen. De mannelijke arbeiders zijn ongeveer voor het halve getal gehuwden, de vrou welijke ongehuwd. Bi* dat verblijf in den vreemde blijft er veel van het weekgeld hangen en waar de drank in het s pel komt, onder vindt liet huisgezin de nadeelen. Geen reiziger zal bij voorkeur het reisgezelschap van die jeugdige perso nen nemen, want de vreemde invloed heeft velen een te losse tong bij weinig ondervinding bezorgd. Ook meer naar 't Zuiden bestaan ab normale toestanden. In alle vroegte loopen van Maastricht naar Aken arbeidersirei- nen waarmede tal van jeugdige arbeiders zich.naar Aken begeven wij spreken niet van de mijnen die hier eenige uit komst^ brachten -^aar den langen gaan werken. Men vrage eens na, hoe groot het ge tal der vertrekkenden is en men zal ver baasd staan Trouwens en dit geldt voor geheel Nederland, -ook voor 't Noorden de Maatschappij tot Exploitatie van Staats- xspoorwegen laat geen bijzondere trei nen loopen, als liet aantal reizigers niet groot is, dat begrijpt een ieder. Ook gaan nog honderden arbeiders uit de dorpen te voet en per fiets naar Aken Over de geheele linie. Dokter Nollan zag met zijn blauwe oogen, die zoo koud waren als staat, Si- card strak aan en zegde: Dan blijft ons niets anders over dait de rekening van deze campagne op te maken. Sicart deed alsof hij hem niet vatte en vroeg: Welke rekening? Begrijpt gij mij niet? Neen. Den buit te verdeelen, om het dan duidelijker te zeggen. Opnieuw vroeg Sicard, terwijl hij zijn gezicht in een bedenkelijken plooi trok Welke buit? Hubert Nollan glimlachte. Hij wees zijn vriend, of beter zijn me deplichtige, een stoel aan en hernam: Ga zitten en ik zal het u uitleggen. Het zal niet lang duren. Hij begon, terwijl hij onder het spre ken cijfers op een vel papier schreef. Wij zullen het eerst spreken over het kasteel La Guyonnièrej dat van den kelder tot den zolder is leeggehaald. Zil verwerk, in het ruwe geschat: 10,000 fr. Ik weet wat er was. Goud en zilver geld 15,000 fr. en evenveel aan assig naten, maakt te samen 40,000 fr. De dokter legde hem wet een bewe ging het stilzwijgen op. De Noordbrabanisch Duiisc'.ie Spoor weg, de bekende lijn, die van Boxtel via Goch naar Wesel loopt, vervoert in de ochtendtreinen vele arbeiders die in de margarinefabrieken, op de oliemolens en op de pluchefabrieken in en bij Goch werken. Langs de groote wegen naar Pruisen ziet men bij het krieken van den dag lange rijen fietsers, de eetketeltjes bij zich ,die zich in ijlende vaart naar het Duitsche werk begeven, om in het don ker terug te keeren. Zij moeten het zwaar halen. In sommige ïabrieken heeft men eene dag- en nachtploeg wat nog moeilijker is voor de veraf jonenden. Al dat reizen en trekken ware onnoo- dig als er op Hollandsen gebied genoeg zaam werk was. Het verschil is te groot, te opvallend. Daar volop werk, hier niets. Ook in andere vakken. ^taten-qënëraa"C~ TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 28 Nov. (Verv.) Aan de orde is de Indische Be grooting. De heer De Meester (U.-L.) heeft eerst dezelfde bezwaren gekoesterd, maar overweegt, dat het onmogelijk is, de verhooging naar billijkheid over de verschillende gewesten te verdeelen. M i n i s te r De Waal M a 1 e f ij t ant woordt, dat het voorstel om te han delen, zooals geschied is, uitging van Indië, niet van hier. Voorts legt hij uit, dat de hoofdgelden volstrekt niet zoo drukkend zijn als de- havendien sten waren en het niet gezegd is, dat de verhoogingen der gewesten niet ten goede zullen komen. De heer De Savornin Lohman (Chr.-H.) verklaart geen onnoodige stem ming te zullen uitlokken, maar hij is niet overiuigd. Bij de afdèeling Onderwijs spreekt de heer Verhey (U.-L.) als zijn mee ning uit, dat bij de ontzaggelijke ver meerdering van kosten voor het onder wijs, hetgeen hij op zich zelf toejuicht, er toch voor het vakonderwijs meer kan worden gedaan dan in het uitzicht wordt gesteld. De heer Scheur er (A. R.) bepleit een steeds voortgaande verandering van inlandsche scholen in de richting van Hollandsche scholen. In de toekomst moet men ook een universiteit voor Indië verlangen, in eik geval een school voor opleiding var. artsen. Hij ontwikkelt een plan tot reorganisatie reeds nu van de bestaande dokter-djawa-school in Bata via. De heer ter Laan (S. D.) acht het onbillijk, dat men den inlander laat be talen voor hef Ëuropeesch onderwijs. Hij bepleit het beter zorgen voor voorberei dend onderwijs en betere aanvulling van onderwijskrachten uit Nederland. Hij be spreekt vervolgens de zaak-Vierssen. Men heeft hem eereburger van Menado ge maakt. Dit is wel het bewijs, dat het beweerde slecht levensgedrag niet zoo erg zal zijn geweest. De overplaatsing stond dus wel degelijk in verband tot de schoolbeweging. De heer Ketelaax (V. D.) bepleit de verzorging van het voorbreidend on derwijs. Ook hij bespreekt de zaak- Vierssen. De heer De Meester (U. L.) vraagt naar aanleiding van de zaak-Vierssen, of de Regeering nu van plan is, ten aanzien van ambtenaren en officieren een andere gedragslijn te volgen dan tot dusyerrö en zoo ja, of^zij dat daa ^uêiij'k zegge. l'ttT z) o'S (V. D.) bepleit meer vrijheid voor den onderwijzer zeiven om het onderwijs te doen aanpassen aan lo cale behoeften. Vrijdag voortzetting. Staatsbegrooting. De Regeering heeft hare memorie van antwoord ingezonden op het verslag be treffende de algemeene beschouwingen der Staatsbegrooting. De vele belangrijke wetsontwerpen, die in staat van wijze zijn of ter tafel liggen, doen het kabinet rustig afwachten een onpartijdig oordeel over de vraag, waar de schuld schuilt, Ik blijf nog beneden de werkelijk heid, verzekerde hij op een toon, die geen tegenspraak duldde. Er waren ook juweelen, maar daar spreek ik niet van, omdat zij van weinig waarde zijn. De Trémazan's waren degelijke menschen, die wars van alle weelde waren. Sicard beet op zijn lippen. Deze berekening verbitterde hem. Toch had hij haar moeten voorzien. Hij wist hoe begeerig de dokter was en tevens dat hij in geldverlegenheid ver keerde. Ook kende hij de beloften, die hij had gedaande verplichtingen, die hij op zich had genomen. Wat te antwoorden aan een tegenstan der, die zoo goed gewapend was?" Nollan merkte op Uw taak was zeer gemakkelijk. Ik had nauwkeurige platte gronden der kas- teelen voor u geteekend en daarop aan gegeven de dubbele bodems en wanden en de kisten, waarin het geld bewaard werd. Aan u alleen komt de eer van een vaderlandslievende zending die met goed succes ten uitvoer is gebracht, maar de stoffelijke voordeelen zijn voor ons bei den. Gij zult u toch niet hebben voor gesteld, dat gij die ook voor uzelf alleen kondet behouden Sicard wrong zich de handen. Qe dokter leende kalm aan, wanucer de wetgevende oogst niet zoo overvloedig is, als bij gunstiger omstan digheden mogelijk ware geweest. Ver dedigende haar beleid op militair gebied tegen het verwijt van teleurstelling, houdt de Regeering tevens vol, dat door de beide vorige Ministers van Oorlog veel en goed werk is verricht. Verder behandelt de memorie de critiek betreffende het sociaal beleid der Regee ring. Al maakte zij dankbaar gebruik van den belangrijken socialen arbeid van voor afgaande kabinetten, toch konden de vroe gere ontwerpen zonder meer niet bij de Kamer worden ingediend. Een wetsont werp betreffende uitbreiding van de ongevallenwet tot de zeelieden en de zeevisschers zal de Kamer binnen enkele weken bereiken. De uitbreiding der ver zekering tot den landbouw is nog in bewerking. Naar aanleiding van de opmerking, dat de a.s. verkiezingen hoogst waarschijn lijk tengevolge zullen hebben, dat toch tot staatspensionneering zal moeten wor den overgegaan, merkt de Regeering op, dat wel bekend is, dat de tegenwoordige meerderheid tegen staatspensionneering is en dat de minderheid, die haar wel wil, verdeeld is over de beste wijze van uitvoeren. In zake het rapport der Ineenschake- lingscommissie is thans de voorbereiding zoover gevorderd, dat spoedig verschil lende wetsontwerpen het departement kunnen verlaten. De bedoeling van den Minister van Binnenlandsche Zaken ten opzichte van de openbare school laat zich aldus resu- meeren: Het is beter, dat de scholen worden opgericht en in stand gehouden door de deskundigen, belangstellenden en onmiddellijk belanghebbenden in de maatschappij, dan door de overheid, zij het ook dat de overheid steunend en tot op zekere hoogte regelend moet optreden. Hoe meer dus de maatschappij zich van hare roeping bewust toont en hare kracht openbaart, des te meer treedt de over heid op den achtergrond. Het is dus een heugelijk verschijnsel, wanneer de maatschappij hare taak zóó goed vervult, dat de openbare school geheel overbodig wordt. Van opzettelijke benadeeling der openbare school is dan ook geen sprake. De Regeering acht dit zittingjaar wel de minst geschikte gelegenheid om het zoo netelige vraagstuk der gemeente- financiën tot oplossing te brengen. De memorie beroept zich op de erva ring, die geleerd heeft, dat de Christe lijke beginselen een grondslag zijn voor een politieke coalitie. Naar de meening der Regeering bevorderde aanvankelijk de druk, door de schoolwetgeving ge oefend, de coalitie, maar is gaandeweg gebleken het groote principieele verschil tusschen de partijen, die haar vormden, en de voorstanders van de leer, dat de godsdienst geen invloed kan hebben op de staatkundige beginselen. Uiteenspat ting der coalitie zou dan ook slechts te weeg brengen de heerschappij der lin kerzijde, behoudenden en vooruitstreven- den van vr'ij-liberaal tot sociaal-democraat, allen te zamen gekeerd tegen ieder der partijen van de coalitie. Ten aanzien van de klacht, dal de kerkelijke gezindheid van sommige mi nisters van invloed zou zijn op de benoe mingen, verklaart de Regeering, dat de godsdienstige gezindheid of de richting van een sollicitant onder alle omstandig heden niet buiten beschouwing moet blij ven. Zij meent, dat vooral de burge meesters zooveel mogelijk passen in Jiei "'''.tC ïTii nun ambtsuitoefening. De Regeering is steeds doordrongen van haar plicht om aan iedere richting recht te doen wedervaren en weerstand te bieden aan overdreven eischen ook van geestverwanten. Het Kabinet wenscht de vrouwen van ambtelijke betrekkingen niet uit te sluiten, maar de Regeering wenscht als regel geen ambtenaressen in dienst te houden als zij in het huwelijk treden. Vervolgens gaat de memorie over in eene uitvoerige weerlegging door den Minister van Financiën van de bewering als zou voor het jaar 1913 buitengewoon laag geraamd zijn in verband met de voorgestelde tariefsherziening. Wij zeggen dus voor La Guyon- nière 40,000 fr. Nu gaan wij over naar La Fosse. Daar was het beter. De familie d'Achet was schatrijk en juist om zijn rijkdom was d'Achet gekozen penning meester van de samenzweerders. Hij ge noot ieders achting en 'het algemeene vertrouwen. Als een boekhouder, die gewoon is met cijfers om te gaan, schreef hij op Zilverwerk: 10,000 fr., goud- en zilvergeld 50,000 fr. Ik schat alweer be neden de waarde. Assignaten, evenveel, totaal 120.000 fr. Sicard sprak geen woord. Hij wachtte. Nollan besloot: Dan zijn er nog de kasteelen van Balazé en Kéroual, die elk voor een 30,000 fr. aan geld en waarde bevatten. Gij ziet, dat ik op de hoogte ben. Hij ging de rekening na: 40,000, 110,000 en tweemaal 30,000, maakt te samen 210,000 fr. Een schoon bedrag. Dan spreek ik nog niet van de juweelen van d'Achet. Die wa ren prachtig en daarmee vertel ik u niets nieuws, burger. Er waren gouden horlo ges met diamanten omzet, paarlsnoeren, armbanden, en ringen met edelgesteen ten. Ik ben een goede kerel en verlang niets daarvan.... JtJ.ij verbeterde: Dc Kegeering geeit toe, dat onze artil lerie van onvoldoende sterkte is. De oorlogsbegrooting zal mettertijd tot 4Q millioen stijgen. Bijzondere maatregelen, teneinde den vleeschaanvoer te vergemakkelijken, wor- ten onzent niet vereischt, De weigering van den burgemeester te 'sGravenhage om de bekende kies- rechtbetooging toe te staan, kan bezwaar-» lijk een punt van behandeling in de Staten- Generaal uitmaken. Het wetsontwerp inzake electriciteits- voorziening heeft reeds de betrokken de partementen verlaten. Voor een algemeenen indruk, dat de tucht bij het leger en de vloot, ook ia Indië, veel te wenschen overlaat, bestaat geen voldoende grond. Dat de slechte geest onder het mindere personeel te wijten is aan de actie der militaire bonden, valt moeilijk te bewijzen, al twijfelt de Regeering daaraan niet. De Regeering blijft bij haar meening, dat het Motu proprio „Quantavis dili- gentia" in Nederland niet toepasselijk is. In deze overtuiging kan geen verande- ring worden gebracht door de destijds reeds bekende, op een ondergeschikt punt afwijkende zienswijze van een R. K. dag blad, waar de Regeering dit afwijkend gevoelen niet gedeeld heeft. Aangaande de herziening van de Zon- dagswet kan nog geen bepaalde toezeg ging worden gedaan. De indiening der wetsontwerpen be- treffende de pensionneering van leeraren aan bijzondere H. B. scholen en gymnasia en betreffende toekenning van pensioen j een de weduwen en weezen van de j mindere geëmployeerden bjj inrichtingen van 's rijks zee- en landmacht kan spoedig worden tegemoet gezien. Zoodra voldoende medewerking der provincie zal zijn verkregen, zal door in dijking en droogmaking van het Wierin- germeer proefondervindelijk worden na gegaan de mogelijkheid der geheela drooglegging van de Zuiderzee. Een wetsontwerp betreffende de feest dagen, die met den Zondag op eene lijn te stellen zijn, heeft het departement van binnenl. zaken bereids verlaten. Beroepsziektewet. Ingediend is een wetsontwerp tot wet telijke verzekering van arbeiders tegen geldelijke gevolgen van beroepsziekten. Voorgesteld wordt de regeling te doen aansluiten aan de ontworpen ziektever zekering. Er is geen reden den kring van personen, die onder de verzekering vallen, minder ruim te nemen dan het ontwerp-Ziektcwet doetaltijd, voorzoo ver zij aan gevaar voor beroepsziekte zijn blootgesteld. De uitkeering wegens beroepsziekte, in het ontwerp, „ziekenrente" genoemd wordt niet verleend, voordat de verze kerde zes maanden geheel of gedeeltelijk ongeschikt tot werken is geweest. De ziekenkas van den Raad van Arbeid keert deze ziekenrente uit. Verder is voorzien in de uitkeering van begrafenisgeld en rente aan nagelaten betrekkingen, als in de Ongevallenwet. De premie wordt evenals voor de on- gevallenveizekering, door de werkgevers opgeor«»-ht Bii algemmien maatregel van bestuur 2üile\ ziekten worden aangewezen. Het ontwerp voorziet n.l. een geleidelijke uitbreiding naarmate meer kennis van beroepsziekten wordt verkregen. Moest dit bij wet geschieden, dan wtrnaahie w<r^".'lJZiging noodig zijn. Het ontwerp verzekert werklieden, die in een onder neming bepaalde werkzaamheden ver richten. De ziekte moet een gevolg zijn van het verrichten der werkzaamheden. Daaruit volgt niet, dat werkzaamheden, op zich zelf, de ziekte moeten veroorza ken. Het is voldoende, dat het verrich ten der werkzaamheden, onder bepaalde omstandigheden, de ziekte veroorzaakt. De algemeene maatregel zal voor iedere ziekte de werkzaamheden moeten aan wijzen die als vermoedelijke oorzaak worden beschouwd. Ieder die ingevolge de Ziektewet wet telijk, verplicht of vrijwillig verzekerd is en in een onderneming werkzaamhe den verricht bij den bedoelden algemee nen maatregel van bestuur aangewezen O toch, ja, ik wil er een ring van hebben, één enkele maar, om hem ten geschenke te geven. Het is een ring, ver sierd met een smaragd, en kleine dia mantjes er omheen. Hij was in de kist d' Ach et op La Fosse. Die ring is voor mij, al het ander voor u, gij hebt dus het leeuwenaandeel. Dien ring kunt gij krijgen, zegde Sicard, maar wat het geld betreft De dokter glimlachte boosaardig. De onomkoopbare zou een donder-re- devoering houden van de tribune, zegde hij, wanneer hij vernam, dat een gevol machtigde. van de Nationale Conventie, belast met de aanhouding van samen zweerders, hun kasteelen had geplun derd en zich verrijkt met meer dan 200.000 franken, ten iiadeele van de na tie. Betaal dus zonder u te laten bid den. Ik ken deugdzame menschen, die er verrukt over zouden zijn, wanneer zij u naar Cayenne konden doen zenden, ja, die er zelfs geen bezwaar tegen zou den maken om u hetzelfde lot te doen ondergaan, dat nu uw gevangenen wacht Laten wij dus deelen en de beste vrien den van de wereld blijven. Hubert Nollan had niets meer te vreö- zen Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 5