DE TWEE VRIENDEN. BUITENLAND. 4e Jaargang-. No. 950, S)c Zoldóoha Soma/nt Bureau OUDE SINGEL 34, LEIDEN. Interc. Telefoon 935. Postbus 6. DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN DAG, UITGEZONDERD ZON- EN FEESTDAGEN. DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt met GRATIS POLIS Ongevallen-verzekering en het GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD voor Leiden 9 cent per week, ƒ1.10 per kwartaal; bij onze agenten 10 cent per week, t 1-30 per kwartaal. Franco per post f 1-50 per kwartaal. Afzonderlijke nummers 21/, cent. met Geïllustreerd Zondagsblad 5 cent. Vrijdag 32 November 1912. De ADVERTENTIEPRIJS bedraagt van I5 regels 0.75, elke regel meer 15 cent ingezonden mededeelingen van 1—5 regels f 1.50, elke regel meer 30 cent, met gratis bewijsnummer. Bij contract aanzienlijke korting. Qroote letters naar plaatsruimte. Kleine Advertentiëngevraagde betrekkingen, huur en verhuur koop en verkoop (geen handels-advertentiën) 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent; aangeboden betrekkingen 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent V R.K. Volkszang. Met strakke vergadergezichten we kennen dat type, nietwaar? togen gisteravond vele dames eii heeren naar ons Bondsgebouw. Ze bleven er van ach ten tot bij elven eu gingen toen huis- -waarts in opgetogenheid en met luch- tigen tred. Vanwaar die ommekeer? Was er al een bioscoopvoorstelling gegcvea Had er een vroolijke tooneeluitvoering Iplaats gehad 't Een noch het anderer was eenvou dig een R. K. propagandavergadering geweest voor den Volkszang. Men vindt er elders in dit nummer verslag van, maar hier wilden we even getuigen, dat het toch zoo'n meeslee- ipende vergadering was. We zaten in 't eerst in deftige af wachting, zooals gebruikelijk is, maar dat duurde niet lang. De opgewekte zang streek al spoedig de ernstige plooi en glad en toen na de levendige speech van den heer Schiphorst en de welge slaagde ledenwerving nog meer zang ge geven werd, wel, toen herkenden we de vergadering niet meer. Wie anders met Strak gezicht stil zit te luisteren, had nu geen rust op zijn stoel eu zong mee dat het een lieve lust was. En toen na ?t laatste lied, dat leutige van „Pier iden Mandenmaker" met liefst zes cou pletten door het vroolijke koor een al lerlaatst gegeven werd, ging er nóg nie mand heen, zóó boeiden de frissche melodieën. 't Was werkelijk een vergadering, die j'e 10 jaar jonger deed gevoelen, zooals de heer Spendel van zichzelf getuigde, toen hij als tolk van ons aller dankbaar heid optrad. Nu maar gauw in Leiden het Haar- lemsche- voorbeeld heelemaal gevolgd. Een koortje gevormd ook al kunnen we niet dadelijk op zoo'n voortreffelijke soliste wijzen als we gisteren hoorden een koortje dat de propaganda voor het goede lied op doeltreffende wijze voert. kWnar een zangerschare met liedjes als uit „De Lceuwerk" optreedt, komt het succes mede, zoo dat we vol goeden moed zijn. Ophitsen Bij Kon. Besluit is a f g e w e z e n de subsidieaanvrage der R. K. Schoolver- eeniging te Amsterdam voor haar school in de Pieter de Hoochstraat. Er was dus blijkbaar met die aanvra- jge iets niet in orde, zoodat de Regee ring zonder aanzien des persoons een streep door de rekening haalde. Natuurlijk. En dit voorbeeld kan ons gerust stel len wat betreft de nauwgezetheid der autoriteiten bij 't beheer van 's lands Igelden. Het H b 1 d neemt echter ook deze ge legenheid te baat om nog eens te schrij ven over „Subsidiegraagte", aldus zijn zedepreek aanvangend: „Al is de toeleg dus niet gelukt, dit neemt niet weg, dat de aanvrage FEUILLETON. 47, Eenige minuten later sloop de jonge man, in zijn mantel gehuld, den hoed diep tn de oogen gedrukt, langs de huizen, gereed om .zich te verdedigen als hij aangevallen mocht worden en weldra be reikte hij, even buiten de stad, een hut, {waarvan de deur half open stond. Men verwachtte hem daar. Aan een ouden man, die hem tegemoet kwam, vroeg hij Hebt gij niemand gezien? Niemand. Mijn paard? In volmaakte gezondheid, zoo flink of het pas van stal kwam. Vaarwel dan, vader Louis, wanneer tie hemel boven ons weer blauw gewor- tien is, dan zal ik u niet vergeten. Hij overtuigde zich er van, dat zijn paard inderdaad nog in goeden toestand was, haalde den buikriem wat strakker ;aan, deed hem het gebit in den bek en I Sprong in het zadel. Diep geroerd drukte voor de laatste maal de hand van den [pud en man en reed weg. De maan, die wassende was geworden dan toch is geschied, de manipulatie is beproefd. Dit is het, dat een onvei lig gevoel geeft en waartegen moet worden opgekomen. Niet om verwijten te maken of te grieven, brengen wij het geval naar voren. Maar wel, om er eene algemeene ernstige waarschu wing aan vast te knoopen." En dan komt er een boetpredicatie van algemeene strekking, gericht „tot de burgers, om toch voor ons aller staatskas wat meer eerbied te hebben, en haar niet voor zulke ongerechte aan slagen goed genoeg te achten." Met de strekking dezer waarschuwing gaan we gaarne accoord, maar min-juisl achten we het, haar zoo nadrukkelijk vast te knoopen aan een geweigerde sub sidieaanvrage. Indien het H b 1 d. heeft beoogd, de „subsidiegraagte" nog eens extra in een hoek te duwen, heeft 't zijn doel wel bereikt. KAMEROVERZICHT. TM EEDE KAMER. De Indische begrooting. Het tam ingezette debat over de Indi sche aangelegenheden begint een ietwat heftiger, een kwaadaardiger karakter te krijgen en het politieke addertje, aanvan kelijk onder lang gras verscholen, steekt vrijmoediger het kopje omhoog, kruipt naar boven en komt af en toe te voor schijn. Bouwmateriaal voor 1913 wordt reeds nu door de linkerzijde opgestapeld en zelfs gematigde figuren met groot onaf- hankelijkheidsgevoel, mannen als jhr. v. Karnebeek en Dr. Bos, bieden bij dit sjouwwerk hun hulp als opperlieden aan. 't Gaat natuurlijk tegen onze missio narissen, tegen de zendelingen, tegen onze scholen, die een aanstoot zijn voor het liberalisme en de vrijmetselarij, wel ke laatste vooral in Indië haar geheime macht uitoefent. Liever Turksch dan Paaps'ch is ook voor Indië de leuze van a! degenen, die zich tegen de positieve Christenen stellen. Zeker, zoo boudweg als wij, zeggen de liberalen en socialisten het niet. Er wordt zelfs een doekje om gewonden, en de werkelijk bestaande afkeer wordt hoffelijk en parlementair verborgen on der betuigingen van waardeering voor den arbeid der zending. Men neemt hei air aan héél liberaal te zijn door eenige vriendelijke woorden voor de missiona rissen over te hebben, maar rnen wil on- deriusschen hun zending terug dringen naar de binnenlanden, hun een arbeids veld ontzeggend waar de Islam heerscht. Men gaat nog verder: de apostelen voor het Evangelie, die zwaren arbeid trotseeren en als 't moet hun leven veil hebben voor het Geloof, wordt in de sclioenen geschoven onrust te verwekken en oorzaak te worden van geloofsstrijd. De heer Bogaardt heeft tegen deze dwaalvoorstelling de waarheid helder belicht. Niet de godsdienst, niet de chris- tenscholen, maar het geheime stoken der vrijmetselaren, het drijven van eeni- sedert het lijk van den ongelukkigen baron de Guern in den vijver van La Guyonnière was gezonken, scheen nu van tijd tot tijd tusschen de wolken door, wanneer deze door den zachten Westen wind werden uiteengedreven. De groote weg de koninklijke weg, zooals men hem nog noemde van Parijs naar Brest strekte zich voor hem uit als een eindelooze lichte streep. Hij voelde zich beklemd om het hart. In enkele uren moest hij 20 mijlen afleggen. Dat was zijn eenige kans om nog op tijd aan te komen. Te Vitré zou hij naar den besten vriend uit zijn jeugd, zijn school kameraad gaan, die hem niets zou wei geren, al zou hij daarmee ook zichzelf aan gevaar moeten bloots tellen. Voor het aan breken van den dag moest hij hem be reikt hebben. Hij streelde met de luand z'n paard over den nek. Het was 'n krachtig dier, goed gebouwd, vlug en gewillig, waarmee men alles doen kon en dat zijn krachten zou inspannen totdat het er bij neerviel. Nog 7 ur.en had hij voor zich eer de dag zou aanbreken. Dat was genoeg, wanneer er geen ongeluk gebeurde. Te Vitré zou hij een postpaard kunnen krijgen en wanneer hij dan nog de be- noodigde papieren machtig werd, kon hij den volgenden nacht voor zonsopgang te Parijs zijn. ge liberalen zet de bevolking op. De Ka tholieke afgevaardigde duwde de libera len ongezouten eenige harde waarheden onder den neus. Hij wraakte het, dat de vrijzinnigen door hun bekend manifest om steun in Indië te verkrijgen, den partijstrijd naar onze Overzeesche be zittingen overbrachten, daarbij alleen een acte van beschuldiging uitend tegen de Regeering, die men n.b. in Indië wel gezind is. Eventjes sprong de heer Bogaardt uit den band, toen hij de socialisten te pak ken natn, dat zij van de Indische buit niet zouden deelen, ofschoon de striemende zweepslagen van Troelstra bij de vrij zinnige concentratie zoo duidelijk suc ces hadden. En zou de sympathie voor de Chi- neczen, die heeren van links bij deze debatten aan den dag legden, absoluut alle verband missenj niet de aanzienlij ke geldsommen, door de Chineezen voor de concentratie bestemd? Avondvergadering. Het nieuwe gebouw voor Binnenlandsche Zaken. Eerst een tournooi tusschen ridders van het recht over het sluiten van een tractaattoen een hanengevecht tusschen den kunstminnenden en aesthetisch-voe- lenden Jhr. De Steurs en den hatidigen, gevatten Minister van Waterstaat. Het ging over het nieiAve gebouw van Bin nenlandsche Zaken, dat Jhr. de Steurs maar niet kan bekören; dat hij te duur vindt en dat het Mauritshuis 't licht dreigt te benemen. Minister Regóut ge looft er heelemaa! niets van en nam 'n beetje een loopje met den critisch en sarcastisch aangeleiden afgevaardigde, die daarover erg boos werd. Maandagavond komt het vervolg van dit melo-drama. ALGEMEEN OVERZICHT. Het schijnt achteraf, dat noch de Turksche, noch de Bulgaarsche berichten over het al of niet vechten in de Tsjataldsjalinie geheel te gelooven zijn. Er moet wel degelijk gevochten worden en met af wisselend geluk. De „Köln. Ztg." ver neemt van haren Konstantinopelschen correspondent, dat er vóór de wapen stilstand intrad, vier dagen gestreden is, zonder dat de slag een gunstigen keer voor een der partijen genomen had. De Turken, zegt hij, bieden zeer hardnekkig verzet en worden op hun twee vleugels door het vuur van de vloot gesteund, dat den vijand telkens dwingt van aan vallen af te zien. De verliezen zijn aan weerskanten zwaar. 1300 gewonden zijn hier al aangekomen. De versche troepen uit Klein-Azië vech ten met volmaakte doodsverachting. Oog getuigen bevestigen, dat het een vreese- lijke strijd is. Maarschalk Foead-pasja en andere oude generaals worden daardoor in hun opvatting van de noodzakelijkheid Vooruit! Het moedige dier versnelde zijn gang. Jean de Trémazan kende alle wegen en zijpaden in het land. waar hij door trok. Van kind af had hij die wegen gevolgd, wanneer hij zich naar de kas- teelen in den omtrek begaf, met al wier bewoners hij in vriendschapsbetrekkingen had gestaan. Hij ging langs paden, waar anderen op verdwaald zouden zijn, voorbij kas- teelen, die hij fraai en welvarend had gekend en die daar nu stonden als ver laten en uitgestorven. Van bijna al die kasteelen waren de bewoners uitgeweken of gedood. Hij vermeed Rennes en de grootere dorpen, waar hij gevaarlijke ontmoetin gen had kunnen hebben, en om half zeven, toen de dag nog ver af was, terwijl het einde van den nacht nog door een dikken nevel werd verduisterd, bereikte hij Vitré, welks kasteel en torens zich als sombere gevaarten onduidelijk tegen den donkeren hemel afteekenden. Door links af te slaan kwain hij in een korte laan, die uitliep op een zonderling gesloten hek. Hij reed langs den muur van een klein park, en gekomen op een punt, waar een paviljoen tegen dien muur was aangebouwd, hief hij zich in zijn stijgbeugels op, klopte met den knop van zijn rijzweep tegen de ruiten van een van den strijd tot het uiterste versterkt en zijn blij, dat de eer van het Turksche leger gewroken en gered is. Berichten van vermeende overwinningen uit Mo- nastir en Skoetari verhoogen deze stem ming. Men wil in die lezingen niet van vredesonderhandelingen weten. De be zetting van Konstantinopel door de Bul garen schijnt in elk geval afgewend te zijn, vooral door het optreden van de cholera, die in beide kampen woedt. Aan Turksche zijde zijn reeds vier generaals eraan bezweken. Gisteren werd bericht, dat er niet ge^ vochten werd, maar dat er wel heftig kanongebulder gehoord was. Waarschijn lijk was dit afkomstig van de oorlogs schepen. Het gerucht gaat nl., dat vier Bulgaarsche torpedobooten den Turk- schen kruiser Hamidié hebben aange vallen. Van Bulgaarschen kant heet het, dat de Hamidié in den grond geboord werd; de Turken echter beweren twee der torpedobooten tot zinken gebracht te hebben en de beide andere averij bezorgd te hebben. De vijandelijkheden in de linie zullen wel weer spoedig beginnen, daar de voorloopige onderhandelingen over wapenstilstand en vrede tot geen resultaat hebben geljjjd. De Porte toch achtte de voorstellen van Bulgaarschen kant onaannemelijk en heeft hervatting der krijgsbedrijven bevolen. Toch schijnt de Porte nog een poging te wagen tot een gedeeltelijken vrede, nl. met Grieken land. zooals l\ij eerst getracht heeft Grie kenland buiten den oorlog te houden. De „Köln. Ztg." verneemt toch uit Konstantinopel: De Grieksche kranten beweren, dat de gewezen Grieksche afgevaardigde Horens Effendi en Wonteras, de uitgever van het blad Neologos, door de Porte naar Athene zijn gezonden met de opdracht om met Wenizelos over een afzonder lijken vrede met Griekenland te onder handelen. Griekenland zou het thans door de Grieksche troepen bezette gebied be nevens Kreta krijgen. Macedonië en Albanië zouden komen te staan onder door Turkije benoemde vorsten, bijgestaan door raadslieden, be noemd door Griekenland. j Voorts zouden Griekenland en Turkije een bondgenootschap sluiten. Het bericht klinkt overigens wel wat zonderling. In Macedonië zal het laatste overschot der Turksche legers het nu ook wel spoedig moeten afleggen, daar ze tusschen Serviërs en Grieken ingesloten zitten. Je Belgrado gelooft men niet, dat de overblijfselen van het verslagen Turksche leger zich nog weer zullen kunnen reorganiseeren, te minder waar de Turken door de Ser vische cavalerie zonder ophouden worden achtervolgd, hetgeen de wanorde in de Turksche gelederen nog doet toenemen. Jn de richting van Fiorina zullen aan de Servische cavalerie, die de vluchtende Turken achterna zet, nog verscheiden smal venster en riep met heldere stem Pierre! Het venster 'werd onmiddellijk ge opend. Een jonge man van denzelfden leeftijd als de ruiter boog zich over het kozijn cn, toen hij Jean de .Trémazan herkende, riep hij uit: Gij! Ja, ik ben het. Ik moet u spreken. Ik kom. Vijf minuten later zaten zij tegenover elkaar in een vertrek, waar een groot houtvuur brandde, dat zijn schijnsel wierp op die twee jeugdige gezichten, open en vrijmoedig, waarin een vage gelijkenis viel waar te nemen. Pierre Lassor. was de boezemvriend, het „tweede ik" van Jean de Trémazan. Tc Rennes hadden zij te zamen school gegaan, en broeders konden niet inniger aan elkaar gehecht zijn dan die twee jongelieden. Pierre vroeg Waar gaat gij heen? Naar Parijs. Waarom? Om mijn vader, mijn moeder en mijn zuster voor het laatst weer te zien als zij door de revolutionaire rechtbank worden ter dood veroordeeld. Rose! 'Zij is weggevoerd met de anderen. O! dat wist ik niet. colonnes infanterie worden achterna ge zonden, die tot taak zullen hebben dat gebied militair te bezetten. De Grieksche kroonprins seint boven dien, dat de Grieken Fiorina bezet heb ben. Het Turksche leger bij Monastir was door de Serviërs aangevallen, die de verbinding der Turken met Resno hadden afgesneden. De Turken waren langs den weg naar Fiorina ten^getrokken. De Grieksche troepen sneden nu de achter hoede der Turken van de overige troepen af en maakten groote hoeveelheden muni tie en oorlogsmaterieel buit. De Turksche krijgsmacht, die op Fiorina terugtrok* telde ongeveer 30.000 man. Over de Oosterijksch-Servische kwestie seinde de correspondent van het „BerL Tagebl." te Sofia, dat de Bulgaarsche regeering gelooft, dat alle geschilpunten tusschen Oostenrijk en Servië op be vredigende wijze geregeld kunnen wor den. Wat de autonomie van "Albanië be treft, daarover hebben onderhandelingen plaats tusschen de Servische en Bulgaar sche regeeringen. .Hoe het antwoord zal uitvallen, is nog niet bekend. Doch ik meen niet te dwalen, wanneer ik zeg, dat de Balkanbond tegen de autonomie niets heeft, onder voorwaarde, dat geen Turk tot stadhouder van Albanië be noemd zal worden. De correspondent van den JtBerliner Lokal Anzeiger" te Weenen seinde gister middag: Hier is men overtuigd, dat het niet tot een oorlog met Servië zal komen. Over de quaestie van de Adriatische kust zal een vergelijk in dezen geest tot stand komen, dat Oostenrijk aan Servië een haven toestaat, waartegenover Servië afstand doet van Albanië. .Toch blijven geruchten loopen van oor- logstoebcreidselen van Oostenrijk, terwij! ook die over de bewapening van Rusland meer beslist luiden. Acht dagen geleden, meldt de Petersburgsche correspondent van de „Voss. Zeitung", heb ik bericht* dat de soldaten, wier diensttijd 14 Jan. afloopt en die anders reeds in November ontslagen worden, thans onder de wapens gehouden worden. Ik voeg nu hieraan toe, dat dit ongeveer 400.000 man zijn. Hierbij moet in aanmerking genomen worden, dat het Russische leger voor- loopig hierdoor niet dit aantal mannen sterker wordt, doch op de tegenwoordige sterkte blijft, daar de nieuwe recruten, die thans onder de wapenen geroepen worden, van den militairen dienst nog geen flauw begrip hebben en niet kunnen meetellen. Veranderingen in de garni zoenen der troepen hebben ongetwijfeld plaats gehad, doch blijkbaar niet la grooten omvang. Het zwaartepunt der militaire toebereidselen van Rusland ligt in de uitbreiding en completeering der voorraden van levensmiddelen en munitie in de zuidwestelijke gebieden. 'Hoe lang zal die dreiging nog aan houden GEMENGD Naar luid van een mededeeling uit Peking heeft de president van de Chi- Picrre liet het hoofd op ue borst zinken en vroeg: Wanhoopt gij? Kan men op het medelijden van bloeddorstige tijgers hopen? Pierre Lasson beet op zijn lippen. Als zoon van een rijken, maar burgerlijken rentenier van Vitré, eigenaar van be langrijke landgoederen, was hij een vurig aanhanger geweest van de ver andering in den regeeringsvorm, zoo lang men niet verder was gegaan dan de hervormingen van 1789, maar nu be treurde hij de uitspattingen van het schrikbewind en de bloedige vonnissen, waarvan de eenige verontschuldiging was, dat zij aanhangers troffen van de prinsen en de uitgewekenen, die met de vreemde mogendheden tegen de repu bliek samenspanden. Jean vroeg: Wist gij van ons ongeluk? Helaas! En wat wenscht gij nu? Zelf voortvluchtig, wil ik een middel hebben om ongehinderd te Parijs te komen en voor de laatste maal hen weer te zien, die ik liefheb, de martelaren voor onze zaak. Ik moet papieren heb ben, een certiifcaat van burgerschap en een paspoort. Gij alleen kunt mij die verschaffen. Haast u! Heden moeten ziji voor de rechters verschijnen en ik wil er bij zijn. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 1