aan, dat de heer Lohman uit volle over tuiging vóór de wet zal stemmen, al kwam de bekeering wat plotseling. 's Ministers rede miste warmte en za kelijke argumenten. Spr. protesteert te gen de uitdrukking van den heer Duijs, idat spr. had moeten zwijgen, omdat hij, komt de risico-overdracht, millioenen zal verdienen. Spr. noemt dit verdachtma king, welke uitdrukking de Voorzit- t er niet kan toelaten. Spr. noemt de be wering te onzinniger, omdat hij de par ticuliere maatschappijen er buiten wilde laten. De Minister van Landbouw, Handel en N ij verheid, de heer T a 1 m a begint met naar aanleiding van de aanvallen op zijn eerste rede op te merken, dat alle sprekers der oppositie reeds in eersten termijn zeiden tegen de wet te zullen stemmen, ja 't hunne te zullen bijdragen om de wet niet uit gevoerd te krijgen. Nu had de Minister niet tot de oppositie, maar tot het volk kunnen spreken, doch dit heeft geen belangstelling meer voor de couranten verslagen van deze lange debatten. Wat den voorrang van deze wet betreft vóór de ziekteverzekering, betoogt spr. nog maals, dat niet electorale motieven, doch parlementaire hebben overwogen, en verdedigt hij vervolgens nogmaals het gebruik maken van de Duitsche cijfers voor den financieelen opzet van dit ont werp, alsmede zijn standpunt inzake de Krankenrente en het Heilverfahren. Liever dan een academische bespre king van het Belgische stelsel te hou den, zal de Minister nog even over zijn ontwerp spreken. De samenkoppeling van de ouderdoms- en invaliditeitsverze kering verdedigt spr. met een beroep op den heer Verhees, die de vrijwillige ver zekering met staatssteun in België hielp invoeren en die nu zelf bekeerd werd. Deze wet zal voor honderdduizenden ar beiders zekerheid brengen en een ze gen voor hen zijn, zegt de Minister, die zijn stelsel verdedigt, waarbij financieele centralisatie noodig is. Wat de samen koppeling van invaliditeits- en ziektever zekering betreft, in Engeland moet nog blijken of dit stelsel mogelijk is. Volgens dit ontwerp krijgt de weduwe een rente in de moeilijkste periode van haar leven, n.l. wanneer zij staat voor de opvoeding van haar kinderen. Waar het geld voor een weduwenrente vandaan moet komen zonder renteverlaging weet spr. niet, of wil men hiervoor een staatstoelage. Spr. bestrijdt vervolgens de uitdrukking van den heer Schaper dat dit ontwerp een straf cp de zelfstandigheid zou zijn, om vervolgens in het licht te stellen het verschil tusschen de Staatsbijdrage van deze wet, die een bijdrage in ééns is voor den inkoop van een bestaande ar beidersbevolking in een verzekering, met de Staatsbijdrage van andere stelsels. Wat de lage loonen betreft, meent spr. dat zijn stelsel wellicht nog goed- kooper is dan dat van den heer Patijn. Tegen een vaste staatsbijdrage heeft de Minister bezwaar, als zijnde een bij drage aan de werkgevers, die te lage loonen betalen. De heer Tydeman heeft 's Ministers woorden inzake de Kerk en de Armen zorg verkeerd uitgelegd. Spr. zet zijn fetandpunt nader uiteen. Wanneer wij aan de Kerk denken, denken we tegelijk aan het belang der armen, maar die zoo spreken, als de heer Tydeman, zullen dit standpunt niet begrijpen. Spr. bestrijdt ten slotte, dat hij de antithese in de zaak der sanatoria bracht. Hij is overtuigd dat men ook nu weer zeggen zal dat hij niet op de zaken is ingegaan. Wanneer de wolken van den strijd zullen zijn weggetrokken, moge men ook hier te lande van links en van rechts deze zaak doen strekken in het belang van de arbeiders en van het ge- heele volk. (Applaus rechts.) De algemeene beraadslagingen wor den gesloten, de art. 1 en 2 z. h. si goedgekeurd en daarna de vergadering tot Vrijdag verdaagd. Gemeenteraad van Leiden. (Vervolg.) Na een uur wordt de openbare ver gadering heropend en is opnieuw aan de orde Het volkspark. 6o. Voorstel a. tot aankoop van de perceelen be noorden de Decimastraat, kad. bekend .Sectie K nis. 544, 545 en 2454; b. tot vaststelling van den debetref- ffenden suppletoiren begrootingsstaat. B. en W. stellen voor ten behoeve van den aanleg van een volkspark tot den aankoop van bovengenoemde epr- ceelen over te gaan ter grootte van 23.448 vierk. M. voor f 17.600. De heer v. d. Eist heeft met sym pathie het voorstel begroet. Hij meent evenwel niet, dat van ddt terrein een volkspark zal kunnen worden gemaakt in den geest vian het van der Werff- pjark. Het kan echter tot een zeer mooi ontspanningsterrein voor de jeugd wor den gemaakt, waar ook opgaand hout kjan worden aangeplant en zitbanken worden geplaatst Het terrein is te ver afgelegen van den openbaren weg en zou als park te veel toezicht eischen. De heer Rei m erin ge r juicht het voorstel ten warmste toe; spr. brengt hulde aan B. en W., die zeer diligent zijn geweest. De keuze van het terrein acht spr. zeer gelukkig. De heer Carpentier Alting wenscht £an het voorstel toe te voegen, dai het terrein voor volkspark of speel terrein iis bestemd en d-at het dus niet voor bouwterrein gebruikt zal worden. De heer Fokker lean zich met dit denkbeeld niet vereenigen, orndjat hij de gemeente niet wil binden om dit*terrein voor een bepaald doel te bestemmen. Misschien komt in de toekomst nog een beter terrein in handen der gemeente. De heer A. Mulder betreurt, diat het voorstel niet in de commissie van fa bricage is geweest. Ware dit wel het geval geweest, misschien zou een ander denkbeeld aan de hand zijn gedaan. Spr. juicht thans het voorstel toe, ook omdat de prijs van den grond niet hoog is. Spr. wijst er v,oorts op, dtat dit voorstel geen succes is voor de socialisten, die eenigen tijd geleden een dergelijk verzoek aan den Raad deden. Immers, jarenlang is een volkspark reeds in den Raad be sproken. De heer Vergouwen sluit zich hier bij aan. Spr. vraagt, tot welken prijs B. cn W. het te maken bouwterrein denken ,aan te koopen. De heer Carpentier Alting wenscht de door hem besproken clausule niet in het koopcontract op te riemen, maar allen de gemeente moreel te bin den door een bestemming van het ter rein in het voorstel op te nemen. Spr. doet uzlks om den verkoop niet los te maken van de idéé van een volkspark. De heer Hoog eb oom staat aan de zijde van den vorigen spreker. De aan koop moet niet geschieden voor bouwter rein, want daaraan bestaat in dat gedeelte der gemeente geen behoefte. Spr. heeft bezwaren tegen het terrein, dat niet ligt aan een grooien verkeersweg, maar ver stopt ligt achter het station der H. E. S. M. en arbeiderswoningen. Het park zal niet ten goede komen aan een groot deel der gemeente; het zal niet een plek worden, die door de gemeentenaren wordt opgezocht. Spr. raamt de kosten van ophooging 20 a 30 ct. per M2. hoo- ger dan B. en W., zoo'dai de uitgaven meer zullen bedrogen dan f 50.000. Spr. acht de uitgaven te hoog. De heer H e e re s komt er tegen op, dat de heer A. Mulder aan de S.D.A%f. wil ontzeggen aan de totstandkoming de zer zaak te hebben meegewerkt Spr., die geporteerd is voor den aanleg van het park, gelooft niet, dat van het ieF- rein 8000 M2. voor bouwterrein kan wor den onttrokken. "De heer Bosch meent, dat op den duur de toegang tot het park zal wor den verbeterd. Spr. wijst er op, dat alle pariijen hebben aangedrongen, jaren voordat de S.D.A.P. het deed, op een volkspark en spr. betreurt daarom, dat het praeadvies begint niet het adres der S.D.A.P. te memoreeren. De heer Sijtsma bestrijdt den heer Hoogeboom. Men krijgt rond het volks park een goede arbeiderswijk. T>e Voorzitter gaat grootendecls mede met het aangevoerde. B. en W. bevelen dezen aankoop aan met het oog op de stichting van een volkspark. Nu had het kinnen zijn, dat de Raad hier over anders dacht, doch zelfs dan hadden B. en W. geadviseerd het terrein aan te koopen. Spr. acht een aanhangsel aan het raadsbesluit volkomen overbodig. Het plan van aanleg zal later kunnen worden beoordeeld. Zoo zal het heel goed kun nen zijn, dat een gedeelte wordt ge projecteerd voor speelterrein. Spr. vindt de plaats uitstekend en men zal er veel van ptofüeeren. Spr. zelf is voor park- aanleg; wordt het vernield, dan kan men nog altijd verder zien. B. en W. geven aan niemand de eer van het werk; dit stond niet in het praeadvies te lezen. Spr. meent, dat landaankoop nooit in fabricage wordt behandeld, riet terrein is dadelijk beschikbaar en de plannen zullen zoo spoedig mogelijk worden uit gewerkt. Het voorstel wordt hierna zonder hoof delijke stemming goedgekeurd. Spoedeischend wordt vervolgens be handeld een voorstel tot aankoop der perceelen Lange gracht 116, 128 en 130 voor f 8625, ten behoeve van de Ste delijke gas- en eleriricsteitsfabrieken, en het Prinsensteegje aan den openbaren dienst te onttrekken 3ls perc. 116 is ge sloopt. Het voorstel worat goedge keurd. Het volgende punt der agenda, de verzoeken betreffende de verplichte win kelsluiting, wordt aangehouden tot een volgende vergadering, die over 2 of 3 weken wordt gehouden. Daarna sluit de Voorzitter de ver gadering. Gemeenteraad van Alkemade. (Vervolg.) De verordening schoolgeld wordt zon der discussie vastgesteld, zooals deze was opgesteld. Vervolgens wordt overgegaan tot be noeming van een onderwijzeres aan de openbare lagere school te Roelofarends- veen. Nadat eerst een voordracht was op gemaakt tot de benoeming van een on derwijzer, waarbij B. en W. niet met den arrondissements schoolopziener kon den overeenkomen, en nadat de eenige volgens B. en W. benoembare in een andere functie een benoeming had aan genomen, aldus lichtte de Voorzit- t er toe, hadden nu B. en W. op ver zoek van het hoofd een voordracht tot benoeming van een onderwijzeres opge steld. De heer de Jong uit zijn spijt, dat er geen onde» wijzer kan benoemd wor den, vooral daar hij liever een onder wijzer met acte talen zou hebben gehad, daar dit, gezien den aanleg der kinderen, aanbeveling zou hebben verdiend. De Voorzitter zegt dat men bij een volgende vacature op dit verlangen zal letten. Sommige leden merken nog op het niet goed te vinden, dat B. en W. bij hun voordracht geheel op het inzicht van het hoofd zijn afgegaan. De Voorzitter schorst hierop ter nadere inlichting van de leden de ver gadering. Na heropening wordt benoemd mej. M. W. Seebregts, van Amsterdam, met algemeene stemmen. Nadat het vorige raadsbesluit inzake geldleening schoolbouw Roelofarends- veen, door Ged. Staten was teruggezon den met het verzoek een paar posten daarop te schrappen, leggen B. en W. nu een nieuw plan ter goedkeuring aan den Raad voor. Het bedrag der leening is f 26000 tegen 41/2 pet. af te lossen binnen twintig jaar. Zonder hoofd, stemming goedgekeurd In verband met de electriciteitsvoor- ziening wordt besloten tot aankoop van grond van L. Pouw te Roelofarendsveen en L. Kreling, te Oude-Wetering, een gelijk besluit wordt genomen ten aan zien van den grond van K. Koning, noo dig voor schoolbouw te Kaag, en kos tende f 3400. Bij de voorwaarden zal be dongen worden een overweg over grond van de firma Lemmerzaal voor uitweg naar water. Ter voldoening aan de formaliteiten wordt besloten als plaats voor het nieu we schoolgebouw te Kaag aan te wij zen, de bovenvermelde aan te koopen grond. Voor electriciteitsvoorziening 1913 wordt besloten een leening zoo noodig aan te gaan van f 9000 tegen hoogstens 41/2 pH. en af te lossen binnen 30 ja ren, en voor schoolbouw een leening van f 12000 tegen hoogstens 41/2 pet. en af te lossen binnen 40 jaar. Krachtens een vroeger raadsbesluit moet de gemeente gratis in gebruik ge ven eenige perceeltjes voor kabelhuis jes en transformatoren, wat nader in de concessies moet worden omschreven. Besloten wordt aldus de concessies na der vast te stellen. B. en W. stellen voor den onderwij zer P. de Zomer, wegens het waarnemen der functie van Iioofd der O. L. school gedurende 15 maand, een gratificatie toe te kennen, groot f 150. Deze gelden zijn te vinden uit den post onderwijs op de begrooting 1912. Aldus wordt besloten. Er is een adres ingekomen van de Ond. Brandwaarborg Maatsch. St. Pan- cratius verzoekende de openbare gebou wen bij deze plaatselijke Maatschappij te verzekeren. B. en W. stellen voor, na ingewonnen advies van Ged. Staten, hierop afwijzend te beschikken. De heer Straa thof acht het wel goed om het verzoek in overweging te nemen. Men beoordeelt een plaatselijke Maatschappij, die daarom ook in de ge meente een goeden naam krijgt. De Voorzitter acht het niet aan te bevelen wegens de onvastheid van het ta rief. Nu zijn de gebouwen bij zeer soliede maatschappijen, tegen een zeer concur- reerend tarief verzekerd. Spr. aeht dat de kosten grooter zullen worden bij aanslui ting bij de onderlinge. Besloten wordt dit punt ter nader onderzoek tot later aan te houden. Ingekomen is een adres van de afd. Zuid-Hollandsche Noordhoek van den Bond van Ned. Ond., om over te gaan tot verhooging der salarissen van de onderwijzers in de gemeente AJJcema- de, vergezeld van een uitvoerige memo rie van toelichting. B. en W. stellen voor het adres voor kennisgeving aan te nemen. Aldus besloten. De afd. Alkemade van den Prov. Boe renbond heeft een adres aan den raad gericht tot aanstelling van een onder wijzer met landbouwacte. B. en W. stel len voor dit stuk naar hun college te renvoyeeren, om bij voorkomende vaca ture dit verzoek in overweging te ne men. De heer Strijk zou het beter vinden als er dan iemand gevonden werd die de land en .tuinbouwacte bezat. De Voorzitter vindt dat zoolang er geen vacature is, men er niet op vooruit moet Ioopen. Bij geval van vacature stelt spr. zich voor bij den Raad te komen met de vraag van welke acte het bezit het meest gewenscht is. Een schrijven is ingekomen van inge zetenen van Oud-Ada, om een verzoek te richten aan de spoorweg-administra- tratie om aldaar een halte in te stellen. Nog een ander adres is ingekomen van inwoners van de gemeente Alkema de, om een som van f 250 bij te dragen in de kosten van een stopplaats, die de Holl. spoor op verzoek van belangheb benden er wil doen aanleggen. B. en W. stellen voor deze stukken ter fine van onderzoek en advies naar hun college te renvoyeeren. De heer S t r ij k acht het eerste ver zoek niet aannemelijk, het plan is geheel ondoordacht. De heer Straathof acht dat de Maatschappij ook in de kosten van aan leg zou moeten bijdragen, daar het ook voor haar een groot voordeel zal zijn. Hij stelt voor een minder bedrag toe te zeggen. Na nog eenige discussie stelt de Voorzitter voor aan de gemeente Warmond en Woubrugge mede te dee- len, dat Alkemade in beginsel geneigd is het bedrag te geven, wanneer War mond en Woubrugge, zooals verzocht is f150 en f100 resp. willen toestaan. De heer S t r a a t ho f wil de som zon der voorbehoud vastgesteld zien op een bedrag van f175. Waarschijnlijk zal de maatschappij het wel voor minder dan f 500 doen. De heer Los stelt voor om f 250 te geven en voorts te werk te gaan, zooals B. en W. voorstellen. Het voorstel wordt aangenomen. Te gen stemden de heeren Straathof en De Jong. Goedgekeurd wordt een af- en over schrijving voor onderhoud wegen groot f 500, op de begrooting van 1912. De begrooting 1912 moet worden ge wijzigd wat betreft de buitengewone in komsten en uitgaven in verband met den schoolbouw tot een bedrag van f718.75. Aldus wordt besloten. Het punt 21. Reclames Hoofd, ojmslag stelt de Voorzitter voor tot later te verschuiven. Aldus besloten. De heer Strijk vraagt hoever de lichtvoorziening gevorderd is. Spr. ziet er nog niet veel van. De Voorzit te r deelt mede dat er flink doorgewerkt wordt. De straatver lichtingspalen worden omgewerkt en de aansluiting begint van den kant van Lei den uit, het eerst dus te Oud-Ade. De heer Strij k blijkt niet voldaan, liet werk gaat een slakkengang, de aan- leggers moeien achter hun staart gereden worden. Hierna sluit deVoorzitter de vergadering. Rond den Oorlog. De Tsjataldsja-linie. Nu de Turken ondanks de doorloopen- de successen der Bulgaren niet van toe geven willen weten z^i waarschijnlijk nog een laatste slag bij: de Tsjataldsja- linie gestreden worden. Majoor vt>i Kreutzbruck heeft in een krijgskundige brochure de volgende bijzonderheden erover gepubliceerd. „De eerste linie, ook wel die vari Tschekmedsche genoemd, ligt 40 kilome ter ten Westen van Konstantinopel en verspert (het ruim dertig kilometer breede schiereiland, tusschen de Zee van Mar mora en dé Zwarte Zee en werd ini 187779 tot bescherming van de hoofd stad opgetrokken door Blum PaSja. De ruimte die versperd moet worden is 25 kilometer breed, want het schiereiland wordt ingesneden door den inham van Bojuk-Tsjekmetsje en een groote lagune een de Zwarte Zee, genaamd Terkos- Gol. De tot een moeras dicht geslibte Kara-Su-laagte is een natuurrijk bolwerk. De 27 versterkingen liggen op een heuvelrug 'die Noordwaarts loopt, op sommige zwakke plaatsen in rijen achter elkander. Soms zijn het hooge aardwer* ken, soms schansen vpor 3 a 400 man en voor vier a vijf kanonnen. Naar ver* luidt, is er ook voldoende vestinggeschut van verschillend kaliber en verschillen de ouderdom. De voornaamste steunpunten zouden van sterke verdedigingswerken voorzien worden, dit is echter slechts op drie} plaatsen gebeurd. Talrijke magazijnen en depots liggen achter deze linie. Die vestingen zijn onderling ook telegrafisch verbonden. Omdat de zee aan beide zijden van het schiereiland ligt, kan de vloot ook bij de verdediging medéhelpen. Al is het waar dat verschillende ver sterkingen verouderd, of ongunstig gele gen zijn, dan blijft deze vestingrij toch nog altijd een flinke verdedigingslinie. Vallen deze vestingen dan is Konstan- tinopel echter hoogst waarschijnlijk ver loren, want de versterkingen aan de land zijde van Konstantinopel zijn voor een deel vervallen, of geheel verouderd. Zij bestaan uit schansen en redouten, die in 1877 in allerijl werden opgeworpen, en zes tot 10 kilometer ten Westen van de stad gelegen zijn. Soms liggen er drie rijen achter elkaar. De bekende muur vain Justinianus is alleen van historisch, niet van strategisch belang, dn zou op sommi ge plaatsen al gesloopt zijn. Groote oorlogs-cijfers. Men heeft zich in den beginne ver wonderd over de krachtige militaire orga nisatie der Balkanstaten. Minder groot zou die verbazing geweest zijn, schrijft de „Figaro", indien men eens de uitgaven voor militaire doeleinden had nagegaan, welke die landen zich de laatste tien jai;en getroost hebben. Zij hebben het voorbeeld der groote mogendheden ge volgd en voortdurend hun oorlogsbud- getten opgevoerd, hetgeen blijkt uit het volgende staatje betreffende uitgaven voor leger en vloot in 1902 en 1911 1902 1911 Bulgarij e 23.310.000 f rs. 3<>. 99O.CO0 frs. Griekenland 25.158.000 29.312.000 Montenegro 116.000,, 273.COO Servië 18.474.000,, 30.116.000,, Totaal 67.058.000 frs. 99.691.000 frs. De militaire lasten per hoofd voor 1911 bedragen: in Bulgarije: 9frs. 24; Monte negro: 1.09 frs.; Servië: 10 frs. 34 cn in Griekenland: 11 frs. Uit deze cijfers b ijkt voldoende, welke opofferingen de Balkanstaten zich ge troost hebben, om hun weerkracht op een hoogte te brengen, welke hen in staat stelt met kans op succes den erfvijand te lijf te gaan. De légers, die thans op den Balkan on der de wapenen tegenover elkander staan, worden als volgt geschat: Bulgaren400.000 Serviërs250.000 Grieken110.000 Monienegrijnen 30.000 Turken (minstens) 300.000 1.190.000 De omvang van dezen oorlog komt het best uit, als men het aantal strijders vergelijkt met dat van dc laatste tien grooie oorlogen der geschiedenis, waarbij het aantal strijders gedurende de eerste maanden der vijandelijkheden bedroeg: Boeren-oorlog (1899) 100.000 Pruisisch-Fransche oorlog (180ü) 240.000 Fransch-Oosienr. oorl. (1859) 310.000 Krim-oorlog (1854) 340.000 Russisch-Japansche oorl. (1904) 400.000 Russisch-Turksche oorl. (1877) 500.000 Fransch-Oostenr. oorl. (1809) 330.000 Russisch-Fransche oorl. (1812) 750.000 Oostenr:-Pruisische oorl. (1806) 830.000 Fransch-Duiische oorl. (1870) 1.025.000 Naar aanleiding van den slag van Loe- le-Boergas, moet opgemerkt, dat de ge schiedenis slechts één slag kent, waar aan meer soldaten deelnamen, n.l. de volkerenslag bij Leipzig in 1813. Toen stonden 300.000 coalitiegen00ten tegenover 117.000 Franschen, terwijl nu, ais de cijfers tenminste juist zijn, 203.000 Bulgaren met 192.000 Turken gestreden hebben; 400.000 soldaten namen dus aan den slag deel, dai is 71.000 minder dan bijna een eeuw geleden bij Leipzig. De volgende cijfers doen de belangrijk heid van den slag bij Bunarhissar-Loele Boergas nog meer uitkomen bij Water loo (1815) streden 194.000 strijders (116.000 bondgenooten en 78.000 Fran schen), bij Solferino (I860) 287.000 strij ders (124.000 Franschen en 163.000 Oos tenrijkers), bij Königgratz, (1866) 291.000 strijders (141.000 Pruisen en 150.000 Oostenrijkers), bij Gravelotte (1S70) 396.000 strijders (270.000 Duitschers en 126.000 Franschen), bij Sedan (1871) 314.000 strijders (190.000 Duitschers en 124.000 Franschen), bij Liao-Yang (1905) 285.000 strijders (145.000 Japaneezen en 141.000 Russen). Een Engelscii blad is van oordeei, dat hoewel er in dezen oorlog reeds vele menschenleveiis te betreuren zijn, de ver liezen nog geenszins buitengewoon zijn. In den slag bij Moekden werden de ver liezen op 60.000 dooden en gewonden aan Russische zijde, op 40.000 aan Ja- panschen kant geschat. Bij Liao Yang sneuvelden er 40.000 van de 330.000 man bij Sedan (met inbegrip der krijgsgevan genen) 25.000 en bij Gravelotte 32.000. De zwaarste verliezen zijn in het ver leden in 1813 bij Leipzig geleden, waar het aantal dooden en gewonden het schrikwekkende cijfer van 113.000 be reikte. Het Nederïandsche Roode Kruis. Dr. van Tienhoven, die zich reeds in Servië bevindt, tot hulp der gewonden, schreef reeds een paar maal aan zijn familie. Uit het gepubliceerde in de „N. Ct." citeeren wij het volgende: „Ik heb het razend druk en ben de chirurg van 284 patiënten, en heb eF alleen hulp van een student en een jon gen dokter, die niet veel weet. Ik logeer nog in het Grand Hotel, maar morgen is er een kamer voor mij ingericht in het Ziekenhuis. Voorloopig blijf ik dan daar. Gelukkig dat ik veel instrumenten enz. had meegenomen, want er was absoluut niets. Ik heb nu zoo wat een operatie kamer gemaakt, waar ik vandaag voor het eerst heb geopereerd. De menschen zijn hier buitengewoon aardig voor mij. Die soldaten zijn zeldzaam kranige ke rels, allen vroolijk, geen kik wordt ge hoord, hoeveel pijn ze ook hebben, en allen hunkeren om er weer op los te kunnen gaan. De Turken zijn zeldzaam wreed. Ik ben den geheelen dag in het hos pitaal, en het eten is er zeer goed des avonds natuurrijk doodmoe, maar mijn werk is buitengewoon prettig, ik leer. het hoe langer hoe beter. Ik opereer prachtig, en ik heb al heel wat kogels, uit armen, beenen, buiken enz. gehaald. Een kogel heb ik uit de keel gehaald, die was vlak bij het oog ingegaan door, de kaak, 2 tanden er uit, en dan door de tong tot achter in de keel. De man leeft prachtig. Wat een geluk dat ik zooveel goede instrumenten meenam. Van een Hollander, die mij dagelijks: couranten bezorgt, hoorde ik dat Ne derland misschien een expeditie naar Griekenland zal uitzenden. Ik heb da delijk aan Bierens de Haan geschre ven, dat het toch wel wat erg bar zoul wezen. Vanavond lees ik dat hij zelf meegaat. Waarom het zoo erg is, zal ik u ver tellen. In Griekenland zijn nog geen 1000 gewonden en reeds 2 Roode-Kruis- expedities van andere landen. Servië, heeft 7000 gewonden en alleen 1 Rus sische expeditie. Nu zal er uit Oosten rijk ook hulp komen." Het slot van den brief is een verzoek om maar veel te zenden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 6