DE TWEE VRIENDEN.
Derde Blad, behoorende
bij DeLeidsche Courant van
Zaterdag 26 Oct. no. 928.
Uit de Pers.
De sfinx.
Onder dit opschrift schrijft het Huis
gezin over de candidatuur der Chr.-
!£jist. te Ommen.
Vóór de stemming, aldus het blad,
verklaarde baron Mackay geen candida
tuur voor Ommen te kunnen aanvaarden.
Thans, tusschen stemming en herstem
ming, hult hij zich in een raadselachtig
zwijgen.
De ^Nederlander", die over Ommen
al evenzeer zwijgt, drukt aan het hoofd
van haar blad dit briefje van den heer
'Mackay af:
Het doet mij leed den schijn van
onbeleefdheid op mij te laden, maar
om m. i. voor ieder weldenkend mensch
verklaarbare redenen zal 'ik deze week
niemand antwoorden qp brieven,
telegrammen of telephoontjes, die be
trekking hebben op de herstemming
Ommen.
De heer Mackay zegt niet langer, dat
hij een candidatuur niet aanvaardt.
De heer Mackay zegt niet, dat hij, ge
kozen, de benoeming niet zal aannemen.
De heer Mackay zegt ook het tegen
deel niet.
Hij zegt eenvoudig niets.
'Het is de tactiek der de-kat-uit-den-
7)Oom-kijkerij.
De heer Mackay kan niet beletten,
dat de christelijk-hiistorischen op hem
stemmen, zooals zij "bij de eerste stem
ming deden.
Hij kan evenmin beletten, dat liberalen
ien socialisten voor 'zijn verkiezing ijveren.
Maar wel kon hij als rechtschapen
;man en edelman te verstaan geven4 noe
Jhij zelf tegenover dat gedoe staat, dat
geen anderen ondergrond heeft dan de
rechterzijde en de regeering een hak te
zetten.
Ommen blijft in Leder geval rechts, en
of mr. Van der Vegte of baron Mackay
gekozen wordt, za', wat,de waarde van
den persoon betreft, geen groot verschil
geven.
Maar politieke gevolgen kan de afloop
der herstemming in Ommen wel hebben.
Vandaar de levendige belangstelling
van links, waar men liefst in troebel
.water vischt.
Vandaar de teleurstelling, die in de
rechrsche gelederen zal worden onder
vonden, nu de heer Mackay de sfinxen-
Tol aanvaardt, in plaats van ruiterlijk
',alle gemeenschap te weigeren met wie
zijn achtbaren naam bezigen als storm
ram tegen het rechtsohe bewind en
tegen de coalitie.
Een nader bericht meldt, dat de Chr.-
'Hist Kiesvereeniging te Nijverdal het
volgende telegram van baron Mackay
heeft ontvangen:
Na rijpe overweging verklaar ik thans,
dat ik, gekozen wordende, de benoe
ming gaarne zal aanvaarden.''
De rollen omkeeren.
Onder de rubriek „Kerknieuws" der
ï,N. Roit. Ct." vindt men voortdurend
artikeltjes tegen de Roomschen.
Het Centrum wijst op een dergelijk
artikeltje. Iemand uit Apeldoorn schrijft:
„Waar de Roornschen steeds hun best
doen om, zoowel op het platteland als
an de steden, hun macht en invloed te
vergrooten, ten koste van andersdenken
den, hebben de Ned. Hervormden en
Sn de eerste plaats de vrijzinnigen zich
op dit punt altijd onverschillig getoond.
Red. C.) Roomschen zullen niet
nalaten bakkers, slagers en andere le
veranciers te bevoordeelen, die met hen
tiaar dezelfde kerk gaan, ook al zijn zij
niet even gemakkelijk te bereiken als
andere Rod. C.) Daar is wel iets
tegen^ maar Protestanten kunnen ook zoo
(doen. Deden zij het, dan zou in menige
stad, op menig dorp het Katholicisme
•een gevoeiigen knak krijgen, al zouden
\le zaden van haat en tweedracht er tie
riger door gaan bloeien, 't Is echter juist
de vrees om de Roomschen in het harnas
te jagen, welke er ongezocht toe leidt
huil macht te vergrooten en de macht
hebbers in verschillende gemeenten, voor
al ten plattenlande, werken daar in de
eerste plaats dikwijls toe mede."
De strekking van "dergelijke stukjes,
die men tot düsver alleen in blaadjes van
de Evangelische Maatschappij en derge
lijke lichamen aantrof, is tastbaar.
Ze ligt er dik op.
Het fraaiste is intusschen, dat aan de
katholieken wordt verweten, wat men
men wenschf, dat de protestanten zullen
doen.
En....wat zij reeds hebben gedaan,
getuige de adresboeken van protestant-
sche winkeliers en leveranciers, welke
van zekere zijde werden sainengesleld
cn aanbevolen.
't Is een fraaie tactiek.
Maar het Katholicisme kan er een
gevoeligen knak door krijgen.
Dat hoopt men ten minste....
Dreigement.
Al komt de Invaliditeitswet thans tot
stand, zoo zal zij toch wel worden in
getrokken, indien Links het volgend jaar
aan 't bewind komt, meent 'tC ent rum.
Mr. Tydeman, de woordvoerder der
vrij-liberalen, heeft dit in de Kamer vrij
duidelijk te verstaan gegeven.
„In den regel zal men moeten be
rusten", zeide de heer Tydeman in zijn
slotwoord. „Als echter iets op zoo slechte
fundamenten fis opgetrokken, mag men
weigeren, verder op te bouwen."
De „N. R. Ct." teekent hierbij aan
Deze ernstige woorden schenen velen
links uit het hart gesproken te zijn.
De beteekenis daarvan kan, dunkt ons,
geen andere zijn dan deze, dat de heer
Tydeman mocht de linkerzijde in
1913 overwinnen op intrekking van
de Invaliditeitswet met klem zal aan
dringen. En hij zal dan zeker niet al
leen staan.
Er zal dus overwint de oppositie
in het aanstaande jaar van de uitvoe
ring der aanhangige ouderdoms- en in
validiteitsverzekering niets komen.
Of men dan een andere wet, volgens
een ander stelsel, zal krijgen?
De rede van mr. Tydeman stond zeker
in het teelcen der politiek en der vrij
zinnige concentratie.
Hij streefde naar toenadering en
samenwerking.
Maar de „Nieuwe Crt." waarschuwt
de andere fracties der vrijzinnigheid
reeds, dat men uit zijn woorden niet
halen moet, wat er niet instaat, m. a. w.
geen staats pensionnee ring. En
het „Hbld." schrijft, dat men na deze
rede van den vrij-liberalen aanvoerder
toch nog zal 'dienen te vernemen, hoe
in de drie vrijzinnige groepen de Staats-
uitkeering wordt opgevat althans
p r a c ti s c h.
Immers, op de p r a c t ij k komi het aan.
En wij weten nu wel, dat men Links
algemeen tegen het ontwerp der regee
ring is, en dat men dit ontwerp, een
maal wei geworden, zal wè*geren uit te
voeren, maar niet wat men daarvoor
practisch in de plaats zal willen
en zal kunnen stellen.
Voor de zooveelste maal loopt dus,
bij een overwinning van Links, de ver
zekering der duizenden oude en invalide
arbeiders gevaar op de lange baan
te worden geschoven.
Ergerlijk.
De Standaard driestart:
Een slimmeling heeft het plan ver
zonnen, om, hangende de pensioen
debatten in de Tweede Kamer, haar
Rechtsche leden een strop om den hals
te halen.
Van allerlei kant tegelijk overvalt men
namelijk, vooral het platteland, met het
boekje van den heer F. P. Evertszen,
bij Mouton Co. in Den Haag gedrukt,
en dn dit boekske wordt nu van den
rompslomp der Pens/ioenwet een schilde
ring gegeven, om er een gewoon burger
kippetjesvel van te 'doen krijgen.
Een heel dwaas boekske, want als men
iemand, die uit Aalsmeer naar Den Haag
wilde vehruizen, in soortgelijk boekje
eens voorled, wat hij in Den Haag wo
nend alleen reeds zou moeten doen om
zijn bel as langpapieren in te vullen, dan
schrok de verhuizer er minstens even
kras van. Maar tóch zou hij, zoo hij een
verstandig man was, stil doorgaan, want
dan zou hij weten, dat al zulke pape
rassen er wel heel rompslomperig uit
zien, maar dat ze in 't gebruik o, zoo
meevallen.
Doch dit nu daargelaten, hebben we
er niets op tegen, dat wie er op vlast,
om het Kabinet-Heemskerk hoe eer hoe
beier omver te kegelen, zich door dezen
slimmeling verlokken laai.
Wat daarentegen protest uitlokt cn
ergerlijk moet heeten, is, dat men zulke
klaagzangen ook aan de mannen van
Rechts ten plattelande toezond, en dat er
heusch nog onder onze mannen gevonden
worden, die, geen kwaad vermoedend,
zich bedotten laten, en nu in roerende
brieven hun Kamerlid van Rechts toch
bidden en smeeken, om tegen de wet
te stemmen.
Natuurlijk doet niet één onzer Kamer
leden zulk een dwaasheid. Het schrijven
aan hen gericht, komt in de piullemand
terecht. Maar 't blijft dan toch ergerlijk,
dat al te slimme Liberalen zoo listiglijk
op de ónnoozeiheid van de kiezers ten
plattelande speculeeren, en niet minder,
dat zulke kiezers, in plaats van eens
advies te vragen bij een bestuurslid van
hun kiesvereeniging, er gewoonweg in-
loopen, en zoodoende een actie van de
Overzij, die op deii val van het Kabinet
gemunt is, steunen.
~~ST AT E N -GENE R A AL
TWEEDE KAMER.
Landsdrukkerij.
De begrooting van de (jitgaven wordt
voorgesteld op f 677,003. Het ligt in
de bedoeling, de voor de ambtenaren
bij de departementen van algemeen be
stuur in te voeren periodieke trakte-
mentsverhoogingen, ook toe te passen op
de overeenkomstige rangen bij de Alg.
Landsdrukkerij. Het salaris voor een
nieuwen .directeur is op het aanvangsbe-
drag van f 3000 uitgetrokken. In de hoo-
göre raming van art. 6 der begrooting
is een bedrag van f5831 begrepen voor
periodieke verhoogingen, voortvloeiende
uit de voor de werklieden bestaande
loonsregeliug. Daarenboven is f468
meer geraamd ten einde het maximum
weekloon van de loco-vcormannen van
f 17.50 te verhoogen tot f 18. Het totaal
cijfer der begrooting is f 10,692.33 min
der dan voor 1912 werd toegestaan.
Begrooting van financiën voor 1913.
Bij Nota van Wijziging heeft de minis
ter van financiën alsnog o.a. een be
drag van f 600 aangevraagd voor de
nieuwe predikantsplaats te Nieuw-Weer-
dinge.
Voorts is' bij deze Nota van Wijzi
ging f 500 aangevraagd voor den pastoor
te Martenshoek (Groningen), waar in
1891 een R. K. parochie werd opgericht.
Naar 's ministers oordeel, is in de om
standigheid, dat een in den aanvang
financieel vrij krachtige parochie door
igestadigen achteruitgang van lieverlede
noodlijdend is geworden, een deugde-
lijk motief gelegen, om aan het verlan
gen van het kerkbestuur om geldei ijken
steun van hl et Rijk, te voldoen.
Voorts is van art. 66 f100 overge
bracht op art. 67, aangezien geen be
zwaar kan bestaan tegen inwilliging van
het verzoek van den aartsbisschop van
Utrecht om het traktement aan den ka
pelaan te Weezelo over te brengen op
den pastoor eener nieuw opgerichte pa
rochie te Hengelo. (O.).
Indische begrooting.
Verschenen is het afdelingsverslag
betreffende de begrooting van Nederl.
Indië voor 1913.
Algemeen was men van oordeel, dat
de financieele toestand van Indië gun
stig is. Intusschen meenden velen, dat
op financieel gebied groote voorzich
tigheid noodig is.
Door eenige leden werd betoogd, dat
blijkens de ingediende begrooting de
ethische politiek niet voldoende tot haar
recht komt.
Eenige leden spraken den wensch uit,
dat voortaan bij de begrooting een in
korte trekken samengevat en zich tot
hoofdpunten bepalend overzicht van den
toestand in Indië zou worden verstrekt,
met aanduiding van de in de begro
tingsvoorstellen nedergelegde belangrij
ke plannen der regeering.
Vele leden klaagden over de groote
bezwaren, voortvloeiend uit de omstan
digheid, dat de minister en de gouver
neur-generaal zich ter zake van het be
stuur in Indië te veel laten leiden door
hunne overtuiging op godsdienstig ge
bied. Zij waarschuwden tegen de over
brenging van den schoolstrijd en de an
tithese-politiek naar Indië. Gaat men
in Mohammedaansche streken propagan
da maken voor Christelijk1 onderwijs dan
kan dit slechts leiden lot reactie van Mo
hammedaansche zijde. Bedenkelijk werd
ook geacht het streven der regeering
om het onderwijs aan inlanders steeds
meer in, handen der zending te brengeav
Andere leden voerden aan, dat het
geenszins de bedoeling is van den mi
nister of van den gouverneur-generaal,
propaganda te maken voor het Christen
dom. De antithese tusschen geloof en
ongeloof zal zich overal doen gevoelen,,
waar Europeanen wonen met tegenover
elkaar staande levensbeschouwingen,
maar in Indië treedt meer de antithese,
voortspruitend uit verschil in ras op den
voorgrond. Van overbrenging van den
schoolstrijd naar Indië behoeft geen
sprake te zijn, mits het recht van bestaan
van bijzondere scholen naast de gouver-
neraentsscholen worde erkend. Wel
dient de regeering, ook op het gebied
van het onderwijs, blijk te geven dat
zij eene Christelifke natie vertegenwoor
digt. Van jagen van de Inlanders naar
de Christelijke scholen is geen sprake,
wijl de regeering voor niet-Chïistelijke
scholen dezelfde regels toepast als voor
Christelijke. Naast de Christelijke be
staan er dan ook niet-Christelijke bij
zondere scholen. Veeleer blijkt in Indië
van het drijven van enkelen om de Mo
hammedanen tegen het Christendom op
te jagen. Van reactie van Mohammedaan-
schc zijde tegenover de door de regeet-
ring gevolgde gedragslijn was dezen le
den echter niet gebleken. Door de zen
ding is voor het onderwijs reeds veel
nut gesticht.
In de af deelingen werd uitvoerig van
gedachten gewisseld over het Ghinee-
zenvraagstuk. Sommige leden achtten het
Igevenscht dat met de bezwaren der
Chiueezenv die zich in sommige opzich
ten verongelijkt, gevoelen, meer reke
ning dan tot dusver zou worden gehou
den. Van andere zijde werd daar tegen
over opgemerkt dat een voorzichtig be
leid in Chineesche aangelegenheden
zeer zeker gewenscht is om moeilijkbe
den te voorkomen, maar dat eene uit
het opbruisende van het Ghineesche na
tionaliteitsgevoel voortvloeiende gering
schatting van het NederIandsch gezag
slechts zou gevoed worden door betoon
van zwakheid tegenover ongerechtvaar
digde aanmatiging.
Van meer dan een zijde werd bezwaar
geopperd tegen de samenstelling der
staatscommissie voor de verdediging van
Ned.-lndië. Men keurde af, dat daarin
drie ministers zijn opgenomen. Ook:
werd betoogd, dat het onderzoek niet
hier te lande maar in Indië behoorde
plaats, te hebben.
Men betreurde, dat administrateurs
der ondernemingen zoo vaak door koer-
lies worden vermoord en.gewond. Som
migen meenden, dat de handtastelijkhe
den, welke de administrateurs zich dik
wijls veroorloven, de hoofdoorzaak hier
van zijn. Opnieuw werd geklaagd over
het, vooral in de kaapplaatsen, toene
mend misbruik Van sterken drank door
inlanders en aangedrongen op maatrege
len ter beteugeling van dit euvel.
Men betoogde, dat eindelijk verbeter
ring behoorde gebracht te worden in
den dienst der posterijen, waarover in
Indië herhaaldelijk wordt geklaagd. Ver
nomen was, dat op de telegraaflijnen op
Java sabotage heeft plaats gehad. Gaar
ne zou men hieromtrent inlichting ont
vangen.
Nauwkeurige inlichtingen worden ge-
FEUILLETON.
25)
Haastig schreef hij den volgenden
brief:
„Burger
Ik heb al meermalen bewijzen vaji
fnijn ijver voor de zaak van het vaderland
jgegeven aan den burger minister van,
binnenlandsche zaken, die belast is met
bet toezicht op de gebeurtenissen in
iBretagne en hij zal de betrouwbaarheid
dei inlichtingen die ik u bij deze zend
niet in twijfel trekken. Gij weet dat
ide baron Yves de Guero is gekozeifi
door de uitgeweken prinsen als hoofd
man van de samenzwering in, Bretagne.
jtJij oefent een grooten invloed op zijn
landgenooten uit. Drie dagen geleden,
'had men hem bijna gevangen genpmen
pp zijn kasteel, naar aanleiding van, 'be|-
Vichten die over hem verzonden waren,
'dóör wien behoef ik u niet te zeglgen.
Toen heeft hij nog kunnen, vluchten en
,jnen heeft hein sedert vruchteloos ge-
aocht, maar ik ben nu in staat u zijd
schuilplaats aan te wijzen en hem met
v£le anderen t« doen vallen
Om te maken dat ik hier veilig blijf
en nog verder tot heil der Natie werki-
zaa kan zijn', is het noodig dat niemand
weet van mijn t usschen komst in deze
en (Jat mijn naam er zelfs niet bij ge
noemd wordt.
Verzoek den burger minister u zoo
spoedig mogelijk naar Planboët te zen
den, vam het noodige geld voorzien. Zoo
dra gij daar aangekomen zijt, kom ik bij
u en zal u in staat stellen om den hoofd
man der samenzwering met zijn voor-
naaste aanhangers aan te houden,. Daar
door zal een opstand, die zeer moei
lijk en slechts ten kóste van veel bloedj
te bedwingen zou zijn, voor het uitbre
ken den kop ingedrukt worden.
Ik moet daarbij op den achtergrond
blijVen, terwijl de eer van deze massa
aanhouding, waarvan ik u het welslagen
waarborg, geheel voor u zal zijn en ik!
mij zal tevreden stellen met de Kpl-
dioeniinlg, het vaderland een dienst te
heibben bewezein.
Haast u, een vertraging, hoe dian ookj,
zou ons Öe gunstige gelegenheid gun
nen doen verliezen.
Gegroet cn broederschap;.
Hubert NÖLLAN."
Hij adresseerde zijn brief:
Aan den burger SICARD,
Qvgrstc v^n den ialicUtingeadienst am
het Ministerie van Binnenlandsche
Zaken, Parijs.
Na den brief gesloten ön met zwart
lak verzegeld te hebben, keek de dokter
op zijn horloge.
Het was één uur.
De postwagen zou aanstonds voor bijl-
kom en.
Voorzichtig op zijn teenen, om nie
mand te wekken, sloop hij de trap af
en bereikte de straat door een kleine
deur, die in de keuken was jgemaakt
en anders alleen door het dienstperso
neel werd gebruikt.
Lang behoefde hij niet te waditen.
Het hoefgetrappel, he?t rinkelen Van
bellen en het ratelen van wTelen, over
de slechte bestrating van Lamballe kon
digde al van verre de nadering van het
logge vervoermiddel aan.
Hubert kende den postkoerier.
Hij wenkte hem, waarop de wagen stil
hield,'gaf hem een geldstuk van 2 fr.,
hetgeen een vorstel ijlde gift was in de
zen tijd van schaarschte va;n geld en den,
brief, terwijl hij Zegde:
Staatsdienst, er is ha^st bij.
Begrepen, burger.
Goede reis.
Slaap wel.
De postkoerier was een vurig revo
lutionair.
Hij zag den dokter, die in briefwis
seling stond met de regeering, met ze
keren eerbied aan.
De door 5 paarden getrokken post
wagen rolde weer voort.
Door niemand opgemerkt keerde Hu-
bert Nollan in het huis van zijn vadfer
terug.
Op hetzelfde uur schrikte de graaf
de Trcinazan op uit een onrustigen slaap
en sprong uit het bed.
De vier honden, die op de binnenplaats
losliepen, blaften luid.
Een angstige stem riep eenige woor
den, die hij niet verstomd.
Hij opende het venster en zag op 10-
pas afstands van zijn huis twee paarden
staan.
Op één daarvan zat een man, die zich
met merkbare moeite in het zadel hield<
terwijl een andere man op den gron,d
stond en de beide paarden bij den teugel
hield.
De graaf ri^p
vWie daar
De man, die stond, .antwoordde:
De baron de Guern en zijn knecht.
Kunt gij ons voor vannacht een schuil
plaats geven?
Ik kom.
vraagd omtrent de schandelijke wreejdr
heden, op Soemba begaan door de ser
geanten Deysenzoth en Iding en omtrent
de hun deswege opgelegde straffen:.
Paardenfokkerij,
De Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel, heeft het voorloopig verslag)
beantwoord betreffende het wetsont
werp tot aanvulling en wijziging van
de wet betreffende de Staatszorg voor
de paardenfokkerij. De wet van 1901
voldoet niet aan den eisch van uitvoer»*
baarheid. Het lijdt daarom geen twij
fel, dat verscherping der bepalingen
noodzakelijk isen de Minister kan niet
inzien, dat de voorgestelde verscherping
verder gaat dan noodig is om het bet
oogde doel te bereiken.
Hoewel de nieuwe wet o. a. verband
met de instelling eener beroepsinstanties
eenige meerdere uitgaven zal veroorzaj-
ken dan de thans komende, zijn dezei
uitgaven niet van dien aard, dat daarvan
een ernstige bezwaring der schatkist heft
gevolg zal zijn.
Wat betreft de opmerking, dat de
meerdere uitgaven voor de voorgesteldei
herziening beter waren te besteden aan
verbetering van het rundvee en van heÊ
geitenras, vereenigt de Minister zich met
het hiertegenover aangevoerde, dat ihet
doen van meerdere uitgaven voor de|
paardenfokkerij volstrekt geen remmenn
den invloed behoeft uit te oefenen op!
de zorg voor andere fokkerijen.
Van het instellen van afzonderlijke
commissies voor de beoordeeling van'
warmbloed- en koudbloedpaardien kóri
de Minister de noodzakelijkheid niet in
zien.
Vervuiling van wateren.
In hare Memorie van Antwoorti op|
het afdeelingsverslag naar aanleiding
van het wetsontwerp tot wijziging en
aanvulling van de Hinderwet en inhou
dende maatregelen, om tot een kracht-
tiger optreden tegen watenvervuiling tei
geraken, beaamt de regeering, dat het
wetsontwerp zich vrijwel beperkt tot een!
form eele regeling van 't onderwerp ter
wijl aan de beslissingen der colleges,!
met de uitvoeruing der wetsbepalingen
belast, en in hooger beroep aan dje
kroon, geheel blijft overgelaten wat ter
bestrijding van waterverontreiniging in
elk voorkomend geval behoort te ge
schieden.
De juistheid van den gekozen weg acht
de Regeering boven verdenking verhe
ven.
De regeering verwacht niet, dat ge
meentebestuur of Ged. Staten, met mis
kenning van de strekking der wet, det
industrie, die gemeente en giewest wel
vaart moet brengen, zullen gaan tegen
werken en benadcelen, en mocht het
(geschieden, de Kroon is daar als rech
ter in beroep om dit onrecht te kee-
ren.
Het doel van de wetsvoordracht is, dat
meer dan tot dusver bij het verleenenl
van nieuwe vergunningen als ten. aan
zien van reeds bestaande inrichtingen
op waterverontreiniging zal gelet Mor
den, en dat meer dan tot dusver voor
waarden zullen worden opgelegd, ten
•einde aan dat bezwaar tegemoet te ko
men.
Ontkend M'ordt dat het vraagstuk, der
bestrijding van waterverontreiniging nog
geheel in het stadium van proefnemin
gen zou verkeeren. Er zijn zoowel in
Nederland als in het buitenland voor
beelden van doelmatige zuivering van af
valstoffen en in verreweg de meeste
gevallen zal reeds thans ee.ie wijze van
zuivering zijn aan te wijzen, waardoor
zonder bovenmatige kosten eene zeer bet-
vredigende verbetering verkregen wordt.
Een algemeen verbond om eene rio-
leering te maken, acht de Regeering be
zwaarlijk verdedigbaar. Hiermede is niet
gezegd dat zij de regeling der gemeente
lijke rioolloozingen niet noodzakelijk
acht. In dit verband wordt medegedeeld
dat een wetsontwerp betreffende vervul
ling door gemeentelijke riolen weldra
het depajrtement van binnenlandsche za
ken zal verlateii.
De graaf de Trémazan schoot in alle
haast eenige kleederen aan en snoeide)
naar beneden.
Gagnard en Bonnet, die door het
blaffen der honden eveneens gewekt
waren, kwamen gelijk met den graaf
op het voorplein en qp zijn 'bevel brach
ten zij de paaiden naar den stal terwijl
de heer des huizes zonder eenige aarze
ling den baron, die door zijn knecht
werd ondersteund^ het kasteel deed bin
nentreden. i
Het Mas de dood, dien hij zijn huis
invoerde.
IV.
DE VLUCHTELING.
De baron Yves de Guern, wiens kas>-
teel met bijbehoorend aanzienlijk land
goed gelegen M'as op de grens van Bro-
tagne en Normandië in de nabijheid der
zee, tusschen Cancale en Saint-Malo,
was bevelhebber van hetgeen de konink
lijke prinsen plechtig hun „leger in Bret-
tagne" noemden.
Dit leger bestond werkelijk en was.
samengesteld uit edelen en boeren, die)
zich met den nieuwen stand van, zaken,
niet konden vereenigen, en blindelings!
gehecht waren aan den ouden regeen
ringsvorm.
(Wprdt vervolgd)