DE TWEE VRIENDEN. Derde Blad, behoorende bij DeLeidsche Courant van Zaterdag 26 Oct. no. 928. Uit de Pers. De sfinx. Onder dit opschrift schrijft het Huis gezin over de candidatuur der Chr.- !£jist. te Ommen. Vóór de stemming, aldus het blad, verklaarde baron Mackay geen candida tuur voor Ommen te kunnen aanvaarden. Thans, tusschen stemming en herstem ming, hult hij zich in een raadselachtig zwijgen. De ^Nederlander", die over Ommen al evenzeer zwijgt, drukt aan het hoofd van haar blad dit briefje van den heer 'Mackay af: Het doet mij leed den schijn van onbeleefdheid op mij te laden, maar om m. i. voor ieder weldenkend mensch verklaarbare redenen zal 'ik deze week niemand antwoorden qp brieven, telegrammen of telephoontjes, die be trekking hebben op de herstemming Ommen. De heer Mackay zegt niet langer, dat hij een candidatuur niet aanvaardt. De heer Mackay zegt niet, dat hij, ge kozen, de benoeming niet zal aannemen. De heer Mackay zegt ook het tegen deel niet. Hij zegt eenvoudig niets. 'Het is de tactiek der de-kat-uit-den- 7)Oom-kijkerij. De heer Mackay kan niet beletten, dat de christelijk-hiistorischen op hem stemmen, zooals zij "bij de eerste stem ming deden. Hij kan evenmin beletten, dat liberalen ien socialisten voor 'zijn verkiezing ijveren. Maar wel kon hij als rechtschapen ;man en edelman te verstaan geven4 noe Jhij zelf tegenover dat gedoe staat, dat geen anderen ondergrond heeft dan de rechterzijde en de regeering een hak te zetten. Ommen blijft in Leder geval rechts, en of mr. Van der Vegte of baron Mackay gekozen wordt, za', wat,de waarde van den persoon betreft, geen groot verschil geven. Maar politieke gevolgen kan de afloop der herstemming in Ommen wel hebben. Vandaar de levendige belangstelling van links, waar men liefst in troebel .water vischt. Vandaar de teleurstelling, die in de rechrsche gelederen zal worden onder vonden, nu de heer Mackay de sfinxen- Tol aanvaardt, in plaats van ruiterlijk ',alle gemeenschap te weigeren met wie zijn achtbaren naam bezigen als storm ram tegen het rechtsohe bewind en tegen de coalitie. Een nader bericht meldt, dat de Chr.- 'Hist Kiesvereeniging te Nijverdal het volgende telegram van baron Mackay heeft ontvangen: Na rijpe overweging verklaar ik thans, dat ik, gekozen wordende, de benoe ming gaarne zal aanvaarden.'' De rollen omkeeren. Onder de rubriek „Kerknieuws" der ï,N. Roit. Ct." vindt men voortdurend artikeltjes tegen de Roomschen. Het Centrum wijst op een dergelijk artikeltje. Iemand uit Apeldoorn schrijft: „Waar de Roornschen steeds hun best doen om, zoowel op het platteland als an de steden, hun macht en invloed te vergrooten, ten koste van andersdenken den, hebben de Ned. Hervormden en Sn de eerste plaats de vrijzinnigen zich op dit punt altijd onverschillig getoond. Red. C.) Roomschen zullen niet nalaten bakkers, slagers en andere le veranciers te bevoordeelen, die met hen tiaar dezelfde kerk gaan, ook al zijn zij niet even gemakkelijk te bereiken als andere Rod. C.) Daar is wel iets tegen^ maar Protestanten kunnen ook zoo (doen. Deden zij het, dan zou in menige stad, op menig dorp het Katholicisme •een gevoeiigen knak krijgen, al zouden \le zaden van haat en tweedracht er tie riger door gaan bloeien, 't Is echter juist de vrees om de Roomschen in het harnas te jagen, welke er ongezocht toe leidt huil macht te vergrooten en de macht hebbers in verschillende gemeenten, voor al ten plattenlande, werken daar in de eerste plaats dikwijls toe mede." De strekking van "dergelijke stukjes, die men tot düsver alleen in blaadjes van de Evangelische Maatschappij en derge lijke lichamen aantrof, is tastbaar. Ze ligt er dik op. Het fraaiste is intusschen, dat aan de katholieken wordt verweten, wat men men wenschf, dat de protestanten zullen doen. En....wat zij reeds hebben gedaan, getuige de adresboeken van protestant- sche winkeliers en leveranciers, welke van zekere zijde werden sainengesleld cn aanbevolen. 't Is een fraaie tactiek. Maar het Katholicisme kan er een gevoeligen knak door krijgen. Dat hoopt men ten minste.... Dreigement. Al komt de Invaliditeitswet thans tot stand, zoo zal zij toch wel worden in getrokken, indien Links het volgend jaar aan 't bewind komt, meent 'tC ent rum. Mr. Tydeman, de woordvoerder der vrij-liberalen, heeft dit in de Kamer vrij duidelijk te verstaan gegeven. „In den regel zal men moeten be rusten", zeide de heer Tydeman in zijn slotwoord. „Als echter iets op zoo slechte fundamenten fis opgetrokken, mag men weigeren, verder op te bouwen." De „N. R. Ct." teekent hierbij aan Deze ernstige woorden schenen velen links uit het hart gesproken te zijn. De beteekenis daarvan kan, dunkt ons, geen andere zijn dan deze, dat de heer Tydeman mocht de linkerzijde in 1913 overwinnen op intrekking van de Invaliditeitswet met klem zal aan dringen. En hij zal dan zeker niet al leen staan. Er zal dus overwint de oppositie in het aanstaande jaar van de uitvoe ring der aanhangige ouderdoms- en in validiteitsverzekering niets komen. Of men dan een andere wet, volgens een ander stelsel, zal krijgen? De rede van mr. Tydeman stond zeker in het teelcen der politiek en der vrij zinnige concentratie. Hij streefde naar toenadering en samenwerking. Maar de „Nieuwe Crt." waarschuwt de andere fracties der vrijzinnigheid reeds, dat men uit zijn woorden niet halen moet, wat er niet instaat, m. a. w. geen staats pensionnee ring. En het „Hbld." schrijft, dat men na deze rede van den vrij-liberalen aanvoerder toch nog zal 'dienen te vernemen, hoe in de drie vrijzinnige groepen de Staats- uitkeering wordt opgevat althans p r a c ti s c h. Immers, op de p r a c t ij k komi het aan. En wij weten nu wel, dat men Links algemeen tegen het ontwerp der regee ring is, en dat men dit ontwerp, een maal wei geworden, zal wè*geren uit te voeren, maar niet wat men daarvoor practisch in de plaats zal willen en zal kunnen stellen. Voor de zooveelste maal loopt dus, bij een overwinning van Links, de ver zekering der duizenden oude en invalide arbeiders gevaar op de lange baan te worden geschoven. Ergerlijk. De Standaard driestart: Een slimmeling heeft het plan ver zonnen, om, hangende de pensioen debatten in de Tweede Kamer, haar Rechtsche leden een strop om den hals te halen. Van allerlei kant tegelijk overvalt men namelijk, vooral het platteland, met het boekje van den heer F. P. Evertszen, bij Mouton Co. in Den Haag gedrukt, en dn dit boekske wordt nu van den rompslomp der Pens/ioenwet een schilde ring gegeven, om er een gewoon burger kippetjesvel van te 'doen krijgen. Een heel dwaas boekske, want als men iemand, die uit Aalsmeer naar Den Haag wilde vehruizen, in soortgelijk boekje eens voorled, wat hij in Den Haag wo nend alleen reeds zou moeten doen om zijn bel as langpapieren in te vullen, dan schrok de verhuizer er minstens even kras van. Maar tóch zou hij, zoo hij een verstandig man was, stil doorgaan, want dan zou hij weten, dat al zulke pape rassen er wel heel rompslomperig uit zien, maar dat ze in 't gebruik o, zoo meevallen. Doch dit nu daargelaten, hebben we er niets op tegen, dat wie er op vlast, om het Kabinet-Heemskerk hoe eer hoe beier omver te kegelen, zich door dezen slimmeling verlokken laai. Wat daarentegen protest uitlokt cn ergerlijk moet heeten, is, dat men zulke klaagzangen ook aan de mannen van Rechts ten plattelande toezond, en dat er heusch nog onder onze mannen gevonden worden, die, geen kwaad vermoedend, zich bedotten laten, en nu in roerende brieven hun Kamerlid van Rechts toch bidden en smeeken, om tegen de wet te stemmen. Natuurlijk doet niet één onzer Kamer leden zulk een dwaasheid. Het schrijven aan hen gericht, komt in de piullemand terecht. Maar 't blijft dan toch ergerlijk, dat al te slimme Liberalen zoo listiglijk op de ónnoozeiheid van de kiezers ten plattelande speculeeren, en niet minder, dat zulke kiezers, in plaats van eens advies te vragen bij een bestuurslid van hun kiesvereeniging, er gewoonweg in- loopen, en zoodoende een actie van de Overzij, die op deii val van het Kabinet gemunt is, steunen. ~~ST AT E N -GENE R A AL TWEEDE KAMER. Landsdrukkerij. De begrooting van de (jitgaven wordt voorgesteld op f 677,003. Het ligt in de bedoeling, de voor de ambtenaren bij de departementen van algemeen be stuur in te voeren periodieke trakte- mentsverhoogingen, ook toe te passen op de overeenkomstige rangen bij de Alg. Landsdrukkerij. Het salaris voor een nieuwen .directeur is op het aanvangsbe- drag van f 3000 uitgetrokken. In de hoo- göre raming van art. 6 der begrooting is een bedrag van f5831 begrepen voor periodieke verhoogingen, voortvloeiende uit de voor de werklieden bestaande loonsregeliug. Daarenboven is f468 meer geraamd ten einde het maximum weekloon van de loco-vcormannen van f 17.50 te verhoogen tot f 18. Het totaal cijfer der begrooting is f 10,692.33 min der dan voor 1912 werd toegestaan. Begrooting van financiën voor 1913. Bij Nota van Wijziging heeft de minis ter van financiën alsnog o.a. een be drag van f 600 aangevraagd voor de nieuwe predikantsplaats te Nieuw-Weer- dinge. Voorts is' bij deze Nota van Wijzi ging f 500 aangevraagd voor den pastoor te Martenshoek (Groningen), waar in 1891 een R. K. parochie werd opgericht. Naar 's ministers oordeel, is in de om standigheid, dat een in den aanvang financieel vrij krachtige parochie door igestadigen achteruitgang van lieverlede noodlijdend is geworden, een deugde- lijk motief gelegen, om aan het verlan gen van het kerkbestuur om geldei ijken steun van hl et Rijk, te voldoen. Voorts is van art. 66 f100 overge bracht op art. 67, aangezien geen be zwaar kan bestaan tegen inwilliging van het verzoek van den aartsbisschop van Utrecht om het traktement aan den ka pelaan te Weezelo over te brengen op den pastoor eener nieuw opgerichte pa rochie te Hengelo. (O.). Indische begrooting. Verschenen is het afdelingsverslag betreffende de begrooting van Nederl. Indië voor 1913. Algemeen was men van oordeel, dat de financieele toestand van Indië gun stig is. Intusschen meenden velen, dat op financieel gebied groote voorzich tigheid noodig is. Door eenige leden werd betoogd, dat blijkens de ingediende begrooting de ethische politiek niet voldoende tot haar recht komt. Eenige leden spraken den wensch uit, dat voortaan bij de begrooting een in korte trekken samengevat en zich tot hoofdpunten bepalend overzicht van den toestand in Indië zou worden verstrekt, met aanduiding van de in de begro tingsvoorstellen nedergelegde belangrij ke plannen der regeering. Vele leden klaagden over de groote bezwaren, voortvloeiend uit de omstan digheid, dat de minister en de gouver neur-generaal zich ter zake van het be stuur in Indië te veel laten leiden door hunne overtuiging op godsdienstig ge bied. Zij waarschuwden tegen de over brenging van den schoolstrijd en de an tithese-politiek naar Indië. Gaat men in Mohammedaansche streken propagan da maken voor Christelijk1 onderwijs dan kan dit slechts leiden lot reactie van Mo hammedaansche zijde. Bedenkelijk werd ook geacht het streven der regeering om het onderwijs aan inlanders steeds meer in, handen der zending te brengeav Andere leden voerden aan, dat het geenszins de bedoeling is van den mi nister of van den gouverneur-generaal, propaganda te maken voor het Christen dom. De antithese tusschen geloof en ongeloof zal zich overal doen gevoelen,, waar Europeanen wonen met tegenover elkaar staande levensbeschouwingen, maar in Indië treedt meer de antithese, voortspruitend uit verschil in ras op den voorgrond. Van overbrenging van den schoolstrijd naar Indië behoeft geen sprake te zijn, mits het recht van bestaan van bijzondere scholen naast de gouver- neraentsscholen worde erkend. Wel dient de regeering, ook op het gebied van het onderwijs, blijk te geven dat zij eene Christelifke natie vertegenwoor digt. Van jagen van de Inlanders naar de Christelijke scholen is geen sprake, wijl de regeering voor niet-Chïistelijke scholen dezelfde regels toepast als voor Christelijke. Naast de Christelijke be staan er dan ook niet-Christelijke bij zondere scholen. Veeleer blijkt in Indië van het drijven van enkelen om de Mo hammedanen tegen het Christendom op te jagen. Van reactie van Mohammedaan- schc zijde tegenover de door de regeet- ring gevolgde gedragslijn was dezen le den echter niet gebleken. Door de zen ding is voor het onderwijs reeds veel nut gesticht. In de af deelingen werd uitvoerig van gedachten gewisseld over het Ghinee- zenvraagstuk. Sommige leden achtten het Igevenscht dat met de bezwaren der Chiueezenv die zich in sommige opzich ten verongelijkt, gevoelen, meer reke ning dan tot dusver zou worden gehou den. Van andere zijde werd daar tegen over opgemerkt dat een voorzichtig be leid in Chineesche aangelegenheden zeer zeker gewenscht is om moeilijkbe den te voorkomen, maar dat eene uit het opbruisende van het Ghineesche na tionaliteitsgevoel voortvloeiende gering schatting van het NederIandsch gezag slechts zou gevoed worden door betoon van zwakheid tegenover ongerechtvaar digde aanmatiging. Van meer dan een zijde werd bezwaar geopperd tegen de samenstelling der staatscommissie voor de verdediging van Ned.-lndië. Men keurde af, dat daarin drie ministers zijn opgenomen. Ook: werd betoogd, dat het onderzoek niet hier te lande maar in Indië behoorde plaats, te hebben. Men betreurde, dat administrateurs der ondernemingen zoo vaak door koer- lies worden vermoord en.gewond. Som migen meenden, dat de handtastelijkhe den, welke de administrateurs zich dik wijls veroorloven, de hoofdoorzaak hier van zijn. Opnieuw werd geklaagd over het, vooral in de kaapplaatsen, toene mend misbruik Van sterken drank door inlanders en aangedrongen op maatrege len ter beteugeling van dit euvel. Men betoogde, dat eindelijk verbeter ring behoorde gebracht te worden in den dienst der posterijen, waarover in Indië herhaaldelijk wordt geklaagd. Ver nomen was, dat op de telegraaflijnen op Java sabotage heeft plaats gehad. Gaar ne zou men hieromtrent inlichting ont vangen. Nauwkeurige inlichtingen worden ge- FEUILLETON. 25) Haastig schreef hij den volgenden brief: „Burger Ik heb al meermalen bewijzen vaji fnijn ijver voor de zaak van het vaderland jgegeven aan den burger minister van, binnenlandsche zaken, die belast is met bet toezicht op de gebeurtenissen in iBretagne en hij zal de betrouwbaarheid dei inlichtingen die ik u bij deze zend niet in twijfel trekken. Gij weet dat ide baron Yves de Guero is gekozeifi door de uitgeweken prinsen als hoofd man van de samenzwering in, Bretagne. jtJij oefent een grooten invloed op zijn landgenooten uit. Drie dagen geleden, 'had men hem bijna gevangen genpmen pp zijn kasteel, naar aanleiding van, 'be|- Vichten die over hem verzonden waren, 'dóör wien behoef ik u niet te zeglgen. Toen heeft hij nog kunnen, vluchten en ,jnen heeft hein sedert vruchteloos ge- aocht, maar ik ben nu in staat u zijd schuilplaats aan te wijzen en hem met v£le anderen t« doen vallen Om te maken dat ik hier veilig blijf en nog verder tot heil der Natie werki- zaa kan zijn', is het noodig dat niemand weet van mijn t usschen komst in deze en (Jat mijn naam er zelfs niet bij ge noemd wordt. Verzoek den burger minister u zoo spoedig mogelijk naar Planboët te zen den, vam het noodige geld voorzien. Zoo dra gij daar aangekomen zijt, kom ik bij u en zal u in staat stellen om den hoofd man der samenzwering met zijn voor- naaste aanhangers aan te houden,. Daar door zal een opstand, die zeer moei lijk en slechts ten kóste van veel bloedj te bedwingen zou zijn, voor het uitbre ken den kop ingedrukt worden. Ik moet daarbij op den achtergrond blijVen, terwijl de eer van deze massa aanhouding, waarvan ik u het welslagen waarborg, geheel voor u zal zijn en ik! mij zal tevreden stellen met de Kpl- dioeniinlg, het vaderland een dienst te heibben bewezein. Haast u, een vertraging, hoe dian ookj, zou ons Öe gunstige gelegenheid gun nen doen verliezen. Gegroet cn broederschap;. Hubert NÖLLAN." Hij adresseerde zijn brief: Aan den burger SICARD, Qvgrstc v^n den ialicUtingeadienst am het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, Parijs. Na den brief gesloten ön met zwart lak verzegeld te hebben, keek de dokter op zijn horloge. Het was één uur. De postwagen zou aanstonds voor bijl- kom en. Voorzichtig op zijn teenen, om nie mand te wekken, sloop hij de trap af en bereikte de straat door een kleine deur, die in de keuken was jgemaakt en anders alleen door het dienstperso neel werd gebruikt. Lang behoefde hij niet te waditen. Het hoefgetrappel, he?t rinkelen Van bellen en het ratelen van wTelen, over de slechte bestrating van Lamballe kon digde al van verre de nadering van het logge vervoermiddel aan. Hubert kende den postkoerier. Hij wenkte hem, waarop de wagen stil hield,'gaf hem een geldstuk van 2 fr., hetgeen een vorstel ijlde gift was in de zen tijd van schaarschte va;n geld en den, brief, terwijl hij Zegde: Staatsdienst, er is ha^st bij. Begrepen, burger. Goede reis. Slaap wel. De postkoerier was een vurig revo lutionair. Hij zag den dokter, die in briefwis seling stond met de regeering, met ze keren eerbied aan. De door 5 paarden getrokken post wagen rolde weer voort. Door niemand opgemerkt keerde Hu- bert Nollan in het huis van zijn vadfer terug. Op hetzelfde uur schrikte de graaf de Trcinazan op uit een onrustigen slaap en sprong uit het bed. De vier honden, die op de binnenplaats losliepen, blaften luid. Een angstige stem riep eenige woor den, die hij niet verstomd. Hij opende het venster en zag op 10- pas afstands van zijn huis twee paarden staan. Op één daarvan zat een man, die zich met merkbare moeite in het zadel hield< terwijl een andere man op den gron,d stond en de beide paarden bij den teugel hield. De graaf ri^p vWie daar De man, die stond, .antwoordde: De baron de Guern en zijn knecht. Kunt gij ons voor vannacht een schuil plaats geven? Ik kom. vraagd omtrent de schandelijke wreejdr heden, op Soemba begaan door de ser geanten Deysenzoth en Iding en omtrent de hun deswege opgelegde straffen:. Paardenfokkerij, De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, heeft het voorloopig verslag) beantwoord betreffende het wetsont werp tot aanvulling en wijziging van de wet betreffende de Staatszorg voor de paardenfokkerij. De wet van 1901 voldoet niet aan den eisch van uitvoer»* baarheid. Het lijdt daarom geen twij fel, dat verscherping der bepalingen noodzakelijk isen de Minister kan niet inzien, dat de voorgestelde verscherping verder gaat dan noodig is om het bet oogde doel te bereiken. Hoewel de nieuwe wet o. a. verband met de instelling eener beroepsinstanties eenige meerdere uitgaven zal veroorzaj- ken dan de thans komende, zijn dezei uitgaven niet van dien aard, dat daarvan een ernstige bezwaring der schatkist heft gevolg zal zijn. Wat betreft de opmerking, dat de meerdere uitgaven voor de voorgesteldei herziening beter waren te besteden aan verbetering van het rundvee en van heÊ geitenras, vereenigt de Minister zich met het hiertegenover aangevoerde, dat ihet doen van meerdere uitgaven voor de| paardenfokkerij volstrekt geen remmenn den invloed behoeft uit te oefenen op! de zorg voor andere fokkerijen. Van het instellen van afzonderlijke commissies voor de beoordeeling van' warmbloed- en koudbloedpaardien kóri de Minister de noodzakelijkheid niet in zien. Vervuiling van wateren. In hare Memorie van Antwoorti op| het afdeelingsverslag naar aanleiding van het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de Hinderwet en inhou dende maatregelen, om tot een kracht- tiger optreden tegen watenvervuiling tei geraken, beaamt de regeering, dat het wetsontwerp zich vrijwel beperkt tot een! form eele regeling van 't onderwerp ter wijl aan de beslissingen der colleges,! met de uitvoeruing der wetsbepalingen belast, en in hooger beroep aan dje kroon, geheel blijft overgelaten wat ter bestrijding van waterverontreiniging in elk voorkomend geval behoort te ge schieden. De juistheid van den gekozen weg acht de Regeering boven verdenking verhe ven. De regeering verwacht niet, dat ge meentebestuur of Ged. Staten, met mis kenning van de strekking der wet, det industrie, die gemeente en giewest wel vaart moet brengen, zullen gaan tegen werken en benadcelen, en mocht het (geschieden, de Kroon is daar als rech ter in beroep om dit onrecht te kee- ren. Het doel van de wetsvoordracht is, dat meer dan tot dusver bij het verleenenl van nieuwe vergunningen als ten. aan zien van reeds bestaande inrichtingen op waterverontreiniging zal gelet Mor den, en dat meer dan tot dusver voor waarden zullen worden opgelegd, ten •einde aan dat bezwaar tegemoet te ko men. Ontkend M'ordt dat het vraagstuk, der bestrijding van waterverontreiniging nog geheel in het stadium van proefnemin gen zou verkeeren. Er zijn zoowel in Nederland als in het buitenland voor beelden van doelmatige zuivering van af valstoffen en in verreweg de meeste gevallen zal reeds thans ee.ie wijze van zuivering zijn aan te wijzen, waardoor zonder bovenmatige kosten eene zeer bet- vredigende verbetering verkregen wordt. Een algemeen verbond om eene rio- leering te maken, acht de Regeering be zwaarlijk verdedigbaar. Hiermede is niet gezegd dat zij de regeling der gemeente lijke rioolloozingen niet noodzakelijk acht. In dit verband wordt medegedeeld dat een wetsontwerp betreffende vervul ling door gemeentelijke riolen weldra het depajrtement van binnenlandsche za ken zal verlateii. De graaf de Trémazan schoot in alle haast eenige kleederen aan en snoeide) naar beneden. Gagnard en Bonnet, die door het blaffen der honden eveneens gewekt waren, kwamen gelijk met den graaf op het voorplein en qp zijn 'bevel brach ten zij de paaiden naar den stal terwijl de heer des huizes zonder eenige aarze ling den baron, die door zijn knecht werd ondersteund^ het kasteel deed bin nentreden. i Het Mas de dood, dien hij zijn huis invoerde. IV. DE VLUCHTELING. De baron Yves de Guern, wiens kas>- teel met bijbehoorend aanzienlijk land goed gelegen M'as op de grens van Bro- tagne en Normandië in de nabijheid der zee, tusschen Cancale en Saint-Malo, was bevelhebber van hetgeen de konink lijke prinsen plechtig hun „leger in Bret- tagne" noemden. Dit leger bestond werkelijk en was. samengesteld uit edelen en boeren, die) zich met den nieuwen stand van, zaken, niet konden vereenigen, en blindelings! gehecht waren aan den ouden regeen ringsvorm. (Wprdt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1912 | | pagina 9